Electrolux ERN29850 User Manual [nl]

Kühl - Gefrierschrank /
dubbelsdeurs- koelkast / refrigerateur -
congelateur / fridge - freezer
GEBRAUCHSANWEISUNGEN
GEBRUIKSAANWIJZING
NSTRUCTION BOOKLET
MODE D’EMPLOI
ERN 29850
NL
D
F
UK
22
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak­werkzaamheden of het verwisselen van het, eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de steker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat, zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat de delen van het koelcircuit niet zodanig worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant van het apparaat kan circuleren.Vermijd schade aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) nooit in de kast, tenzij dat door de fabrikant goedgekeurd is.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact dient, ook na eventuele onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden welke door personen zonder de noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
• Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Gebruik
• Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C (klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST); tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en 32°C (klasse SN); de klasse staat op het kenplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met de omgevingstemperatuur voor dit type product maar tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de omgevingstemperatuur onder de aangeduide
23
minimum waarde daalt, wordt de conserveringstemperatuur in het vriesvak niet meer gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk nuttigen.
• Volg de raadgevingen van de fabrikant op met betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc­ten mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom ingevroren worden.
• De vriezende binnenwanden of -vlakken in het apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lekkage ken het gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan het apparaat en bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
• Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Belangrijk: indien het aansluitsnoer is beschadigd, moet het netaansluitsnoer door de fabrikant of een door de fabrikant aangewezen reparatiedienst worden vervangen, dit om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• De warmte welke het apparaat aan de spijzen en dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte ventilatie onder, achter en boven het apparaat resulteert in slechte koel-en/of vriesrestaties door ongewild tijdelijk iutschakelen van de kompressor of onjuiste werking van de absorptieunit .
• Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandingsletsel door aanraking van hete tot zeer hete delen.
• Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de compressor terug te vloeien. Apparaten welke van een absorptie­unit voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen worden. Controleer cirka 24 uur na het in bedrijf stellen of het apparaat naar behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaets.
Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de achterkant in de buurt van de warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor recycling.
Weggooien van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekoch.
24
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnenkant met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaak­middelen, waarmee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen beschadigen.
HET GEBRUIK
INHOUD
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Aanwijzingzn voor het wegwerpen van verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het gebruik - Reiniging van de binnenkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Bedieningspaneel - Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Werking - Visualisatie van de temperaturen - De functies inschakelen - Uitschakelen . . . . . . . . . . . . 26
Het gebruik - Temperatuurinstelling - Levensmiddelen koelen - Shopping functie . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het gebruik-Temperatuurinstelling-Verse levensmiddelen invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Alarm voor overtemperatur-Bewaren van diepvriesprodukten-Het ontdooien van ingevroren produkten 29
Scapblokkering - Verplaatsbare platen - Het verplaatsen van deurvakken - Luchtcirculatie . . . . . . . . 30
Tips - Tips het koelen - Tips het invriezen - Tips het diepvriesprodukten - Onderhoud - Schoonmaken -
Geprolongeerd stilstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Onderhoud - Vervangen ven de lamp - Het ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Storing - Installatie - Plaats van opstelling-Elektrische aansluiting-Verander de draaizin van de deuren 33
Installatie - Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Waarborgvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
AANWIJZINGZN VOOR HET WEGWERPEN VAN VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektische huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij het kringloopafval worden gezet. Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plastik verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien. Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet voorkomen mag u hat materiaal aan de vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staatt
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD PP voor Polypropyleen PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of recycleren zijn er op verschillende punten herkenbare symbolen op aangebracht.
02**
PE
PS
PP
SAN
05
06
PS
ABS
25
Bedieningspaneel
A - Aan / uit toets van het apparaat B - Temperatuurregelknop diepvriezer C - Toets om de temperatuur te visualiseren
D - Temperatuur- en functiedisplay E - Starttoets voor de functies /alarmreset F - Temperatuurregelknop koelkast
DISPLAY
1. Als het brandt wil dit zeggen dat de getoonde
temperatuur die van de ijskast is. Als het knippert betekent dit dat het alarm de ijskast betreft.
2. Als het brandt wil dit zeggen dat de getoonde
temperatuur die van de diepvriezer is. Als het knippert betekent dit dat het alarm de diepvriezer betreft.
3 Aanduiding van de positieve en negatieve
temperatuur
4. Temperatuuraanduiding
5. Als het brandt wil dit zeggen dat de snelvriesfunctie werkt
6. Als het brandt wil dit zeggen dat de minidac brandt
7 Als het brandt wil dit zeggen dat de shopping
functie werkt
MODE
26
Werking
Als het display na de stekker in het stopcontact te hebben gedaan niet brandt, dient u op toets (A) te drukken die het apparaat inschakelt.
Zodra het apparaat ingeschakeld is, verschijnen de volgende aanwijzingen op het bedieningspaneel:
Het symbool (3) zal positief zijn om aan te duiden dat de temperatuur positief is.
de temperatuur knippert, de achtergrond van het display is rood en er is een geluid (pieper) te horen. Druk op toets (E) en het geluid houdt op (zie ook de paragraaf “alarm overtemperatuur”).
Door aan de knoppen te draaien knippert het display en toont de gewenste temperatuur. Om de levensmiddelen correct te bewaren is het raadzaam de volgende temperaturen in te stellen;
+5°C in de ijskast
-18°C in de diepvriezer.
Belangrijk
Als de deur langer dan 7 minuten openblijft, gaat de binnenverlichting elektronisch uit.Vervolgens wordt de werking van de lamp weer hersteld door het openen en sluiten van de deur zelf.
Visualisatie van de temperaturen
Onder normale omstandigheden toont het display de temperatuur van de diepvriezer (symbool 2).
Iedere keer dat op toets C gedrukt wordt, toont het display vervolgens:
1. symbool 1 gaat branden en aanduiding 4 toont de temperatuur in de ijskast;
2. symbool 2 gaat branden en aanduiding 4 toont de temperatuur in de diepvriezer;
Na 10 seconden keert het display terug naar de gewone stand.
De functies inschakelen
Iedere keer dat op toets E gedrukt wordt, worden met de klok mee de volgende functies ingeschakeld:
Symbool 5: de snelvriesfunctie Symbool 7: de shoppingfunctie Symbool 6: de minidacfunctie Geen symbool: gewone werking Er kunnen geen meerdere functies gelijktijdig
ingeschakeld worden. Om de functies uit te schakelen dient u meerdere keren op de toets te drukken tot geen enkele icoon meer verschijnt.
Uitschakelen
Het apparaat wordt uitgeschakeld door toets (A) gedurende langer dan 1 seconde ingedrukt te houden. Vervolgens wordt gesignaleerd dat de temperatuur van -3 -2 -1 afgeteld wordt.
Als het apparaat uitgaat, gaat het display (D) ook uit.
27
Het gebruik van de ijskast
Temperatuurregeling
De temperatuur van de ijskast kan worden geregeld door aan knop (F) te draaien en kan variëren tussen ongeveer +2°C en +8°C.
Als aan de knop wordt gedraaid, knippert het display en wordt de ingestelde temperatuur getoond. Na de gewenste temperatuur te hebben ingesteld en als niet binnen 5 seconden aan de knop wordt gedraaid, wordt de temperatuur van de diepvriezer getoond.
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan worden verhoogd (minder koud) door de knop op de kleinste
te draaien of verlaagd (kouder) door de
knop op de grootste te draaien. De goede stand dient echter te worden vastgesteld
door er rekening mee te houden dat de temperatuur binnenin van de volgende factoren afhangt:
De omgevingstemperatuur
Hoe vaak de deuren geopend worden
De hoeveelheid levensmiddelen die worden bewaard
De plaats van het apparaat
Draai knop (F) om de ijskast uit te zetten tegen de klok in tot op stand «O». Op deze stand wordt gedurende 5 seconden het opschrift “OF” getoond. De diepvriezer blijft werken.
Op het moment dat de ijskast uitgaat, is de enige temperatuur die getoond wordt, die van de diepvriezer. In deze toestand kunnen de functies minidac en shopping niet ingeschakeld worden en blijft de lamp in de ijskast uit.
Belangrijk
Op de standen van maximale koude, bij een hoge omgevingstemperatuur en een grote hoeveelheid levensmiddelen kan de werking continu zijn met rijpvorming of ijs op de achterwand van de cel. In dit geval dient men de knop op een minder koude stand te draaien, zodat de ijskast automatisch ontdooid kan worden en dus minder energie verbruikt wordt.
Levensmiddelen koelen
Om de koelkast op de beste manier te gebruiken, dient u:
- er geen warme gerechten in te doen;
- de levensmiddelen af te dekken of in te pakken, vooral als deze specerijen bevatten;
- de levensmiddelen er zodanig in te leggen dat de lucht er vrij omheen kan circuleren.
Shopping functie
Indien u er een grote hoeveelheid levensmiddelen in moet doen, bijvoorbeeld nadat u boodschappen heeft gedaan, wordt aangeraden de shoppingfunctie in te schakelen om deze sneller te koelen en te voorkomen dat de temperatuur verhoogd wordt van de levensmiddelen die zich reeds in de ijskast bevinden.
De shoppingfunctie wordt ingeschakeld door op toets (E) te drukken (indien nodig meerdere keren) tot de
bijbehorende icoon verschijnt. De shoppingfunctie gaat na ongeveer 6 uur
automatisch uit. Tijdens de shoppingfunctie wordt ook de ventilator in
de ijskast automatisch ingeschakeld. Opmerking: de ventilator in de ijskast wordt ook
automatisch ingeschakeld als de omgevingstemperatuur hoog is (hoger dan 38°C), ofschoon de shoppingfunctie niet werkt.
De functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld door op toets E te drukken (zie paragraaf “De functies inschakelen”).
28
Het gebruik van de diepvriezer
De diepvriezer is gemerkt door het symbool
wat wil zeggen dat deze geschikt is om verse levensmiddelen in te vriezen en gedurende lange tijd diepvries- en diepgevroren levensmiddelen te conserveren.
Temperatuurregeling
De temperatuur van de diepvriezer kan worden geregeld door aan knop (B) te draaien en kan variëren tussen ongeveer -15°C en -24°C.
Als aan de knop wordt gedraaid, knippert het display en wordt de gewenste temperatuur getoond. Na de gewenste temperatuur te hebben ingesteld en als niet binnen 5 seconden aan de knop wordt gedraaid, wordt de temperatuur van de diepvriezer getoond.
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan worden verhoogd (minder koud) door de knop op de kleinste
te draaien of verlaagd (kouder) door de
knop op de grootste te draaien.
De goede stand dient echter te worden vastgesteld door er rekening mee te houden dat de temperatuur binnenin van de volgende factoren afhangt:
De omgevingstemperatuur
Hoe vaak de deuren geopend worden
De hoeveelheid levensmiddelen die worden bewaard
De plaats van het apparaat
Aangeraden wordt de knop op de tussenliggende stand te draaien om een interne temperatuur van ongeveer –18°C te verkrijgen, wat een correcte invriezing en handhaving van de diepgevroren levensmiddelen garandeert.
Verse levensmiddelen invriezen
De diepvriezer is geschikt om verse levensmiddelen in te vriezen en gedurende lange tijd diepvries- en diepgevroren levensmiddelen te conserveren.
De maximum hoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur ingevroren mag worden, staat op het plaatje met serienummer. Om de op het «plaatje met serienummer» aangeduide hoeveelheid in te vriezen, dient u de levensmiddelen rechtstreeks in aanraking te brengen met de koelende oppervlakken (de lade of het rek wegnemen). Bij invriezen in de laden of rekken wordt de maximum hoeveelheid een beetje minder. Leg de levensmiddelen die ingevroren moeten worden in het hoogste vak van de diepvriezer, omdat dit de koudste plek is.
Om verse levensmiddelen in te vriezen dient de
snelvriesfunctie te worden ingeschakeld. Druk op toets E (indien nodig meerdere keren) tot de bijbehorende icoon verschijnt.
Doe de levensmiddelen na een 24 uur durende periode van voorkoeling in de diepvriezer.
Het invriesproces duurt 24 uur. Doe er gedurende deze periode geen andere levensmiddelen om in te vriezen in.
Deze functie stopt na 54 uur automatisch. De functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld
door op toets E te drukken (zie paragraaf “De functies inschakelen”).
Diepvriesproducten conserveren
Wacht op het moment van de inbedrijfstelling of een periode waarin de diepvriezer niet gebruikt is minstens 12 uur alvorens de levensmiddelen in het apparaat te doen. Aangeraden wordt de knop op de tussenliggende stand te houden. Als er grote hoeveelheden levensmiddelen in gedaan moeten worden, kunnen alle laden of rekken uit het apparaat gehaald worden en de levensmiddelen rechtstreeks op de koeloppervlakken gelegd worden. Kijk uit dat de maximum hoeveelheid , die op de zijkant van het bovenste vak staat (waar aanwezig), niet overschreden wordt.
Belangrijk
Indien de temperatuur in de diepvriezer per ongeluk abnormaal toeneemt, bijvoorbeeld bij stroomuitval, als de tijd gedurende welke deze uitvalt langer duurt dan de waarde die in de tabel met technische gegevens staat onder “tijd voor temperatuurtoename”, dienen de levensmiddelen binnen korte tijd te worden gebruikt of meteen klaargemaakt en weer ingevroren (als ze weer afgekoeld zijn).
29
Alarm voor overtemperatuur
Een temperatuurtoename in de diepvriezer (bijv. bij stroomuitval) wordt aangeduid door:
- het knipperen van de temperatuur;
- het knipperen van de diepvriezer (symbool 2);
- rode verlichting van het display;
- geluid van de pieper.
Als de normale toestand hersteld wordt:
- het geluidssignaal gaat uit;
- de temperatuurwaarde blijft knipperen;
- de verlichting van het display blijft rood. Door op toets E te drukken die het alarm uitschakelt,
verschijnt gedurende ongeveer 5 seconden de in de diepvriezer hoogst bereikte temperatuur op aanduiding 4. Het knipperen en de rode verlichting van het display worden uitgeschakeld.
Tijdens de alarmfase kan het geluid van de pieper uitgezet worden door op toets E te drukken. De verlichting van het display blijft rood tot de normale conservatietoestand hersteld is.
Het ontdooien van ingevroren produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook­of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Jslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes voor het maken van ijsblokjes geleverd.Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los te wrikken!
Bewaren van diepvriesprodukten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt of haar weer gebruikt na een periode van stilstand, dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. Plaats vervolgens de diepvriesprodukten na twee uur in de kast en draai de thermostaat terug naar de gebruikelijke stand.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een stroomuitval de diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren (een temperatuurstijging verkort de houdbaarheidsduur van de produkten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8 uur) en het vriesvak vol is.
Het invriezen van levensmiddelen
In het -diepvriesvak kunt u verse levensmiddelen invriezen en diepvriesprodukten bewaren.
Voor het invriezen kunt u de thermostaatknop op de gebruikelijke stand laten staan. Wilt u sneller invriezen, dan dient u de thermostaatknop op de koudste stand te draaien. In deze stand kan de temperatuur in het koelvak echter beneden 0°C dalen. In dat geval dient u de knop op een minder koude stand te draaien.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het bovenste vak; daar is de temperatuur het laagst.
Koude-accu’s
In één van de laden van de vriesruimte bevinden zich twee koude-accu’s.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengen de koude-accu’s de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu’s kunen dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste lade vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd worden. De koude-accu’s kunnen tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
30
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna verplaats het vak naar de gewenste hoogte.
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat u de platen naar wens op verschillende hoogten kunt plaatsen.
U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het voorste deel van de rekjes omklapt.
Schapblokkering
Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen, waardoor de plaats tijdens het
Til het plaat aan de achterkant op en duw het in de richting van de pijl tot het los raakt en verwijder de blokkeringen.
Luchtcirculatie
De ijskast is voorzien van een speciale D.A.C. (Dynamic Air Cooling) ventilator die ingeschakeld wordt door op toets E te drukken (indien nodig
meerdere keren), tot de bijbehorende icoon verschijnt. Als het groene controlelampje (fig. 1) brandt, wil dit zeggen dat de ventilator werkt.
Aangeraden wordt de (D.A.C.) ventilator te gebruiken als de omgevingstemperatuur de 28°C overschrijdt.
Hierdoor kunnen de levensmiddelen snel gekoeld worden en is er een gelijkmatigere temperatuur in de ijskast.
De speciale D.A.C. (Dynamic Air Cooling) ventilator kan automatisch ingeschakeld worden als de omgevingstemperatuur de 38°C overschrijdt of de shoppingfunctie ingeschakeld is.
De functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld door op toets E te drukken (zie paragraaf “De functies inschakelen”).
Fig. 1
A
B
D338
PRXXX
CONTROLELAMPJE
31
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de vervaldatum van de fabrikant.
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
steker uit de wandkontaktdoos. Belangrijk: Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden.
Geprolongeerd stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet gebruikt wordt de volgende handelingen uit te voeren:
neem de steker uit de wandkontaktdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de binnenwanden, rekken, korven en dergelijke goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan van onaangename geur te voorkomen.
Tips het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op het “typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur.Voeg gedurende deze tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties. Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien:
verpak de levensmiddelen in handzame porties. Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren produkten; de temperatuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar dan vet voedsel; ook zout verkort de houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
op de binnenkant van de deur of op de kaarten (indien aanwezig) zijn tekeningen van enkele diersoorten en levensmiddelen aangebracht gevolgd door cijfers die aangeven hoeveel maanden u de ingevroren produkten kunt bewaren;
plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het schoonmaken van het apparaat; dit zou beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon water en droog ze zorgvuldig.
TIPS
Tips het koelen
Enkele praktische tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of alluminiumfolie vepakt . Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aar­dappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken.
32
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de kompressor bevindt. Hier verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te maken, teneinde te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel. Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de steker uit het stopkontakt; omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten en bewaar ze op een koele plaats;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat beide deuren open staan. Steek de kunstof schraper in de opening onder het diepvriesvak en plaats daar een schaaltje onder.
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig en sluit het gaatje weer af met de dop;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker weer in het stopkontakt.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten weer terugplaatsen.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan hun houdbaarheidsduur verkorten.
Vervangen van de lamp
Om de lampe eventueel te vervangen, dient men op de achterste vasthechting te drukken en tegelijkertijd het dekseltje in de richting van de pijltjes weg te nemen.
Vervang de lamp met een exemplaar van gelijke sterkte (het maximum vermogen staat op de lichtverspreider aangegeven)
D037
D068
33
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast staan aangegeven, overeenkomen met de netspan­ning en de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een geaard stopkontakt. De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-aderig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt. Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn, dan dient een erkend installateur het apparaat volgens de geldende normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoorschrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz. Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en opeenvolgende wijzingen.
Belangrijk:Het apparaat moet van het
elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar blijven.
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert, kontroleer dan:
of de steker goed in het stopkontakt zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich linksonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt.
Verander de draaizin van de deuren
De deurdraairichting van het apparaat kan worden gewijzigd. Daarbij gaat u vóór het installeren als volgt te werk.
1. Draai de bovenste stift uit en verwijder de
afstandshouder.
2. Neem de bovenste deur los.
3. Verwijder het scharnierdekel (A). Draai de stiften (B)
en de afstandhouders (C) uit en bevestig ze aan middelste scharnier van de andere kant. Breng het dekseltje (A) aan.
B
C
A
34
Zet de apparatuur in de ruimte en zet deze net zover in de richting van de binnenwand tot de bedekkende rand (1) tegen de ombouw aanstaat en verzeker u ervan dat de onderste scharnier in één lijn staat met de wand van het meubel (2).
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
Nismaten
Hoogte 1780 mm Diepte 550 mm Breedte 560 mm Als transportbeveiliging zijn aan beide
scharnierkanten scharnierpennen aangebracht. Afhankelijk van de gewenste deurdreirichting moet aan een kant, zowel onder als boven, een scharnierpen verwijderd worden.
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in Fig. 1.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt.
De nis moet tevens voorzien zijn van een luchtkanaal met de volgende afmetningen:
diepte 50 mm breedte 540 mm
4. Bevestig de bovenste deur, de bovenste stift en
de afstandhouder aan de andere kant.
5. Draai de onderste stift uit, verwijder de
afstandhouder en bevestig ze aan de andere kant.
Bevestig het apparaat met de vier rneegeleverde schrm even. (I = kort) (P = lang)
D567
PR01
50 mm
540
min.
200 cm
50
B
T
2
min.
2
200 cm
H
1
2
D023
I
P
35
Onderdelen Ha, Hb, Hc, Hd scheiden zoals u in de tekening ziet.
Breng de afdichtstopsels (C-D) in de gaten in de deklijsten aan.
Bevestig het ventilatierooster (B). Breng, onder lichte druk, het dekseltje (E) aan.
Afdekking (Hc) op geleider (Ha) vastklikken.
Geleider (Ha) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven- en onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de buitenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten.
Breng, onder lichte druk, de voegafdichting tussen apparaat en meubel aan.
D724
PR266
D
C
E
Ha
Hc
ca. 50 mm
90°
Hd
B
Hb
2
1
m
m
PR33
ca. 50 mm
Hc
Ha
90°
2
1
m
m
36
De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (Hb) in geleider (Ha) aanbrengen. De deuren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de tekening.
Afdekking (Hd) op geleider (Hb) vastklikken.
Verwijder de haken en zet met de spijker (K) een teken op 8 mm van de buitenste rand van de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit.
Het apparaat is van twee bevestigingsstrippen (E) voorzien. Daarmee kan het apparaat zijdelings aan de keukenkast bevestigd worden.
8mm
Ha
PR167
PR168
Hb
8mm
K
Ha
Hb
PR167/1
D735
Hb
Hd
E
E
37
Waarborgvoorwaarden
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze
klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd
voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe
waarborgtermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
(B)
38
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM Bergensesteeweg, 719 1502 LEMBEEK
Tél. 02.363.0444
66
DÉCLARATION DE CONDITIONS DE GARANTIE
Nos appareils sont produits avec le plus grand soin. Malgré cela, un défaut peut toujours se présenter. Notre service clientèle se chargera de réparer ceci sur demande, pendant ou après la période de garantie. La durée de vie de l’appareil n’en sera pas pour autant amputée.
La présente déclaration de conditions de garantie est basée sur la Directive de l’Union Européenne 99/44/CE et les dispositions du Code Civil. Les droits légaux dont le consommateur dispose au titre de cette législation ne peuvent être altérés par la présente déclaration de conditions de garantie.
Cette déclaration ne porte pas atteinte aux obligations de garantie du vendeur envers l’utilisateur final. L’appareil est garanti dans le cadre et dans le respect des conditions suivantes :
1. Compte tenu des dispositions stipulées aux paragraphes 2 à 15, nous remédierons sans frais à toute
défectuosité qui se manifeste au cours de la période de 24 mois à compter de la date de livraison de l’appareil au premier consommateur final. Ces conditions de garantie ne sont pas d’application en cas d’utilisation à des fins professionnelles ou de façon équivalente.
2. La prestation sous garantie implique que l’appareil est remis dans l’état qu’il avait avant que la défectuosité
ne survienne. Les composants défectueux sont remplacés ou réparés. Les composants remplacés sans frais deviennent notre propriété.
3. Afin d’éviter des dommages plus sévères, la défectuosité doit immédiatement être portée à notre
connaissance.
4. L’application de la garantie est soumise à la production par le consommateur des preuves d’achat avec la
date d’achat et/ou la date de livraison.
5. La garantie n’interviendra pas si des dommages causés à des pièces délicates, telles que le verre
(vitrocéramique), les matières synthétiques et le caoutchouc, résultent d’une mauvaise utilisation.
6. Il ne peut pas être fait appel à la garantie pour des anomalies bénignes qui n’affectent pas la valeur et la
solidité générales de l’appareil.
7. L’obligation de garantie perd ses effets lorsque les défectuosités sont causées par :
• une réaction chimique ou électrochimique provoquée par l’eau,
• des conditions environnementales anormales en général,
• des conditions de fonctionnement inadaptées,
• un contact avec des produits agressifs.
8. La garantie ne s’applique pas pour les défectuosités, sont dues au transport, survenues en dehors de notre
responsabilité. Celles causées par une installation ou un montage inadéquat, par un manque d’entretien, ou par le non-respect des indications de montage et d’utilisation, ne seront pas davantage couvertes par la garantie.
9. Ne sont pas couvertes par la garantie, les défectuosités qui proviennent de réparations ou d’ interventions
pratiquées par des personnes non qualifiées ou incompétentes, ou qui ont pour cause l’adjonction d’accessoires ou de pièces de rechange non d’origine.
10.Les appareils aisément transportables doivent être délivrés ou envoyés au service clientèle. Les
interventions à domicile ne peuvent s’entrevoir que pour des appareils volumineux ou pour des appareils encastrables.
11.Si des appareils sont encastrés, sous-encastrés, fixés ou suspendus de telle sorte que le retrait et la remise
en place de ceux-ci dans leur niche d’encastrement prennent plus d’une demi-heure, les frais de prestation qui en découlent seront portés en compte. Les dommages connexes causés par ces opérations de retrait et de remise en place sont à charge de l’utilisateur.
12.Si au cours de la période de garantie, la réparation répétée d’une même défectuosité n’est pas concluante,
ou si les frais de réparations sont jugés disproportionnés, le remplacement de l’appareil défectueux par un autre de même valeur peut être accompli en concertation avec le consommateur. Dans ce cas nous nous réservons le droit de réclamer une participation financière calculée au prorata de la période d’utilisation écoulée.
13.La réparation sous garantie n’entraîne pas de prolongation de la période normale de garantie, ni le départ
d’un nouveau cycle de garantie.
(B)
67
14.Nous octroyons une garantie de douze mois sur les réparations, limitée à la même défectuosité.
15.Hormis les cas où une responsabilité est imposée légalement, cette déclaration de conditions de garantie
exclut toute indemnisation de dommages extérieurs à l’appareil dont le consommateur voudrait faire prévaloir les droits. Dans le cas d’une responsabilité reconnue légalement, la compensation n’excèdera pas la valeur d’achat de l’appareil.
Ces conditions de garantie sont valables uniquement pour des appareils achetés et utilisés en Belgique. Pour les appareils exportés, l’utilisateur doit d’abord s’assurer qu’ils satisfont aux conditions techniques (p. ex. : la tension, la fréquence, les prescriptions d’installation, le type de gaz, etc.) pour le pays concernérespectif, et qu’ils supportent les conditions climatiques et environnementales locales. Pour les appareils achetés à l’étranger, l’utilisateur doit d’abord s’assurer qu ‘ils répondent bien aux qualifications requises en Belgique. Des adaptations indispensables ou souhaitée ne sont pas couvertes par la garantie et ne sont pas possibles dans tous les cas.
Le service clientèle se tient à votre disposition, également après expiration de la période de garantie.
Adresse de notre service clientèle :
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM Bergensesteenweg, 719 – 1502 LEMBEEK Tél. 02.3630444
www.electrolux.com
www.electrolux.be www.electrolux.pl www.electrolux.hr www.electrolux.cz www.electrolux.hu www.electrolux.ro www.electrolux.sk www.electrolux.si
Loading...