ELECTROLUX ERN2012BOW User Manual

ERN2012FOW
NL KOELKAST GEBRUIKSAANWIJZING 2 FR RÉFRIGÉRATEUR NOTICE D'UTILISATION 20 DE KÜHLSCHRANK BENUTZERINFORMATION 39
www.electrolux.com2

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.......................................................................... 4
3. WERKING............................................................................................................5
4. DAGELIJKS GEBRUIK.........................................................................................6
5. AANWIJZINGEN EN TIPS.................................................................................... 8
6. ONDERHOUD EN REINIGING............................................................................. 9
7. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................11
8. MONTAGE.........................................................................................................13
9. GELUIDEN.........................................................................................................18
10. TECHNISCHE INFORMATIE............................................................................ 19
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
NEDERLANDS
3

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren
of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
www.electrolux.com4
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Montage

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.

2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
NEDERLANDS
5

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat.
• Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet.
• Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt.
• Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
• Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking.

2.4 Onderhoud en reiniging

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.

2.5 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt.

3. WERKING

3.1 Inschakelen

1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand.

3.2 Uitschakelen

Draai om het apparaat uit te zetten de temperatuurregeling naar de "0" positie

3.3 Temperatuurregeling

De temperatuur wordt automatisch geregeld.
1
2
www.electrolux.com6
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard
• de plaats van het apparaat
1. draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen.
2. draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen.

4. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

4.1 Verplaatsbare legrekken

LET OP!
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de thermostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken, waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken.
1. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de legrekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden.

4.2 Het plaatsen van de deurplateaus

Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst.
Verwijder het onderste deurschap niet om een goede luchtcirculatie te garanderen.

4.3 Invriezen van vers voedsel

Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de
OK
OK
A
B
gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen,
moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen.
LET OP!
In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling.

4.4 Het bewaren van ingevroren voedsel

Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.
WAARSCHUWING!
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
NEDERLANDS
Nadat u verse levensmiddelen in de koelkast heeft gelegd of nadat de deur regelmatig of langer is opengeweest, is het normaal dat er geen 'OK' wordt weergegeven; wacht minstens 12 uur voordat u de temperatuur opnieuw instelt.

4.6 Ontdooien

Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.

4.7 Vochtigheidsregeling

De glasplaat omvat een constructie met inkepingen (afstelbaar door middel van een schuifhendel), waarmee u het vochtgehalte in de groentelade(s) kunt regelen.
7
4.5 Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van de koelkast aan.
Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u het verse voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u de temperatuurlampje weer controleert.
Wanneer de ventilatieopeningen gesloten zijn:
wordt het natuurlijke vochtgehalte van het voedsel in de fruit- en groentelades langer behouden.
A
B
www.electrolux.com8
Als de ventilatieopeningen geopend zijn: heeft meer luchtcirculatie een lagere
luchtvochtigheidsgehalte tot gevolg in de fruit- en groentelades.

4.8 FREESTORE

Met de FREESTORE-functie wordt voedsel snel gekoeld en wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger.
Schakel de functie FREESTORE in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C is.
Druk op de schakelaar (A) om de FREESTORE aan te zetten. Het groene lampje (B) gaat aan.

5. AANWIJZINGEN EN TIPS

Onthoud dat als u het apparaat uitschakelt u ook de ventilator uitzet door op knop (A) te drukken. Het groene lampje (B) gaat uit.

5.1 Normale bedrijfsgeluiden:

De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat.

5.2 Tips voor energiebesparing

• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren

5.4 Tips voor het koelen

Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade.
• Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier.
• Gekookt voedsel, koude schotels, enz: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden.
• Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden.
• Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht in te sluiten.
• Flessen: deze moeten een dop hebben en opgeslagen worden oftewel in het flessenrek of het deurflessenrek (indien voorzien).
• Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.

5.5 Tips voor het invriezen

Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
• De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, wordt vermeld op het typeplaatje.
• Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft
• Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt
NEDERLANDS
• Mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel minder lang in de vriezer goed blijft
• Water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen
• Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is.
5.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk;
• als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
9

6. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

6.1 Algemene waarschuwingen

LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden.
www.electrolux.com10

6.2 Periodieke reiniging

LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
6.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen.

6.4 De vriezer ontdooien

LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3. Open de deur. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
6. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat twee tot drie uur in deze instelling werken.
7. Zet het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak.
6.5 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:

7. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Wat moet u doen als…

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitge-
De stekker zit niet goed in
Er staat geen spanning op
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
De compressor werkt con­tinu.
Er worden veel producten
De omgevingstempera-
schakeld.
het stopcontact.
het stopcontact.
en stabiel geplaatst.
De temperatuur is goed ingesteld.
tegelijk geplaatst.
tuur is te hoog.
NEDERLANDS
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
5. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft als de stroom uitvalt.
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap­paraat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en con­troleer dan nogmaals de tem­peratuur.
Zie het typeplaatje voor de kli­maatklasse.
11
www.electrolux.com12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het voedsel dat in het ap-
Er loopt water in de koel­kast.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
De temperatuur in het ap­paraat is te laag/hoog.
paraat werd geplaatst, was te warm.
De dop van de waterafvo­er bevindt zich niet op de juiste plaats.
De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt.
De temperatuur is goed ingesteld.
De waterafvoer is ver­stopt.
Producten verhinderen dat het water in de water­opvangbak loopt.
aangesloten op de ver­damperbak boven de compressor.
De temperatuurknop is niet goed ingesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuur van het voedsel is te hoog.
Er worden veel producten tegelijk bewaard.
De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geo­pend.
Laat voedsel afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het bewaart.
Plaats de dop voor de water­afvoer op de juiste manier.
Pak de producten beter in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Reinig de waterafvoer.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tem­peratuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert.
Conserveer minder producten tegelijk.
Ontdooi het apparaat.
Open de deur alleen als het nodig is.
Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk.

7.2 Het lampje vervangen

1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Beweeg tegelijkertijd de transparante
deksel zachtjes omhoog en omlaag en
haak deze tegelijk los in de richting van de pijlen.
1
1
2
3. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen en vorm dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. (het

8. MONTAGE

NEDERLANDS
maximale vermogen wordt getoond op de afdekking van het lampje).
4. Plaats de afdekking van het lampje terug.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden.

7.3 De deur sluiten

1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
13

8.1 Plaatsing

Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op een droge, goed geventileerde plek binnenshuis waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die op het typeplaatje van het apparaat wordt weergegeven:
Kli­maat­klasse
SN +10°C to + 32°C
N +16°C to + 32°C
ST +16°C to + 38°C
T +16°C to + 43°C
Omgevingstemperatuur
Voor sommige typen of modellen kunnen zich enige functionele problemen voordoen als ze worden gebruikt buiten dit bereik. De juiste werking kan alleen worden gegarandeerd binnen het aangegeven temperatuurbereik. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
8.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.

8.3 Ventilatievereisten

De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
2
1
2
www.electrolux.com14
LET OP!
Raadpleeg de montage­instructies voor de installatie.

8.4 Omkeerbaarheid van de deur

De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat, ga dan als volgt te werk, voordat u het apparaat installeert:
1. Maak de bovenste pen los en verwijder deze.
6.
Installeer het afstandsstuk.
7. Monteer de deur.
8. Zet de bovenste pen vast.
8.5 De deur van de vriezer
omkeren
1.
2. Verwijder de deur.
3. Verwijder het afstandsstuk.
4. Maak de onderste pen los met een
sleutel.
5. Draai de onderste pen vast aan de andere kant.
2.
3.
1
2
180˚
x
x
1
2
NEDERLANDS
15
4.
2. Plaats het apparaat in de nis.
3. Duw het apparaat in de richting van
de pijlen (1) totdat de metalen strip aan de bovenkant van het apparaat tegen het keukenmeubel aankomt.
5.
4. Duw het apparaat in de richting van
de pijlen (2) tegen de kast aan de andere kant van het scharnier.

8.6 Het apparaat installeren

LET OP!
Zorg ervoor dat het
1. Knip indien nodig de zelfklevende
aansluitsnoer niet klem zit.
afdichtstrip op maat en bevestig dit op het apparaat zoals aangegeven in de
5. Stel het apparaat af in de nis. Zorg ervoor dat de afstand tussen het apparaat en de voorste rand van de kast 44 mm is. Het afdekplaatje voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat en het keukenmeubel correct is.
afbeelding.
44mm
4mm
I
I
E
E
B
D
C
Hb Ha
Hc
Hd
www.electrolux.com16
Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast aanwezig is.
6. Open de deur. Bevestig het afdekplaatje van het onderste scharnier op de juiste plek.
7. Bevestig het apparaat met 4 schroeven in de nis.
9. Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de uitsteeksels en de gaten van de scharnieren.
8. Verwijder het juiste onderdeel van het afdekplaatje van het scharnier (E). Verwijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of onderdeel SX als het scharnier links staat.
10. Installeer het ventilatierooster (B).
11. Bevestig de de afdekplaatjes (E) op
het scharnier.
12. Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en (Hd) los.
13. Monteer onderdeel (Ha) op de binnenkant van de keukenkastdeur.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
21 mm
90°
90°
21 mm
Ha
Hc
Ha
Hb
8 mm
Ha
K
8 mm
Hb
Hb
Hd
NEDERLANDS
17
14. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel
(Ha).
15. Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur open in een hoek van 90°.
16. Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de geleider (Ha).
17. Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur tegen elkaar en markeer de gaten.
19. Plaats het kleine vierkantje terug op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
20. Lijn de deur van het keukenmeubel en de deur van het apparaat uit met behulp van het onderdeel (Hb).
21. Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb).
18. Verwijder de haken en markeer een afstand van 8 mm vanaf de buitenrand van de deur waar de spijker moet worden vastgemaakt (K).
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De afdichtingsstrip goed bevestigd is aan de kast.
• De deur goed open en dicht gaat.
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
www.electrolux.com18

9. GELUIDEN

Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
Loading...
+ 42 hidden pages