Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
9 Voor het eerste gebruik
10 Bedieningspaneel
12 Dagelijks gebruik
14 Klokfuncties
16 Automatische programma's
18 Gebruik van de accessoires
20 Extra functies
22 Onderhoud en reiniging
26 Problemen oplossen
28 Technische gegevens
28 Montage
31 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Uit respect voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie
of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het
apparaat in gebruik is, omdat deze heet wordt. Gevaar voor verwonding of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen beschadigd
apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het
apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de
installatie.
Veiligheidsinformatie
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
• Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie begint.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Installeer het apparaat met de achterkant en één zijkant tegen het hogere apparaat. De
andere kant moet worden geplaatst tegen een apparaat met dezelfde hoogte.
• Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
• Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aansluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat te
gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Elektrische aansluiting
• Dit apparaat moet geaard worden.
• Zorg er voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit de buurt
van de hete deur van het apparaat.
• Gebruik geen meerwegsstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd
aan de stekker - indien van toepassing.
5
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor commerciële of industriële doeleinden.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk
letsel of schade aan eigendommen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
6Veiligheidsinformatie
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden
ontstaan. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik handschoenen wanneer u toebehoren of schalen plaatst of verwijdert.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat.
Er kan hete stoom ontsnappen. Er kunnen brandwonden ontstaan.
• Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is dus
geen defect in de zin van het recht op garantie.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met
aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met
natte handen.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap permanente vlekken maakt.
• Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het apparaat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te
vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Veiligheidsinformatie
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
• Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Pyrolytische reiniging
• Laat het apparaat tijdens het Pyrolytisch reinigen niet onbeheerd achter.
• Probeer de deur niet te openen en schakel de stroom niet uit tijdens de pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt tijdens de pyrolytische reiniging. Het apparaat wordt zeer
heet Er kunnen brandwonden ontstaan.
• Tijdens de pyrolytische reiniging kan hardnekkig vuil het email verkleuren. Verkleuring
van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
Brandgevaar
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat.
Ovenlampje
• De gloeilampen in dit apparaat zijn speciaal geselecteerd en uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt om een ruimte in het
huis volledig of gedeeltelijk te verlichten.
• Als de lamp moet worden vervangen, moet u een lamp gebruiken die hetzelfde vermogen
heeft en uitsluitend is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Er
bestaat risico op een elektrische schok.
7
Service-afdeling
• Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het
apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
8Beschrijving van het product
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
21
7
6
1 Bedieningspaneel
2 Elektronische tijdschakelklok
3 Grill
4 Ovenlampje
5 Ventilator
6 Typeplaatje
7 Aansluiting voor de kerntemperatuursensor
3
4
5
Ovenaccessoires
• Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes
• Braadpan
Om te bakken en te braden of om vet op te vangen.
• Kerntemperatuursensor
Voor het vaststellen van het gaarpunt van het gerecht.
• Telescopische geleiders
Voor het erop plaatsen van de braadsledes of bakplaten.
Voor het eerste gebruik
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
• Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting op het elektriciteitsnet
Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele
seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
De dagtijd voor het eerst instellen
Als de softwareversie uit gaat, verschijnen "h" en "12:00" op het scherm.
De dagtijd instellen:
1. Raak
2. Raak
3. Raak
4. Raak
Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als het apparaat uit staat.
Raak
bovenstaande procedure.
of aan om de uren in te stellen.
of aan.
of aan om de minuten in te stellen.
of aan.
aan. knippert op het display. Als u de nieuwe dagtijd wilt instellen, volgt u de
9
Voorverwarmen
1. Stel de functie in op en de maximumtemperatuur.
2. Laat het apparaat ongeveer 1 uur werken zonder een gerecht in de oven.
3. Stel de functie in op
4. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder een gerecht in de oven.
5. Stel de functie in op
6. Laat het apparaat ongeveer 10 minuten werken zonder een gerecht in de oven.
Dit om de restanten in het apparaat te verbranden. De accessoires kunnen warmer worden
dan gebruikelijk. Als u het apparaat voor de eerste keer opwarmt, kan het apparaat stinken
en roken. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
en de maximumtemperatuur.
en de maximumtemperatuur.
10Bedieningspaneel
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
1
2345678910
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
SensorveldFunctieBeschrijving
1
2
-DISPLAYToont de huidige instellingen van het apparaat.
AAN/UITHet apparaat in- en uitschakelen.
3
OPTIESEen ovenfunctie of programma instellen.
Rechtstreekse toegang tot de ovenfunctie wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
4
MIJN FAVORIETE PRO-
GRAMMA
U kunt uw favoriete programma opslaan. Gebruik
deze functie om uw favoriete programma rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is uitgeschakeld.
5
TEMPERATUUR / SNEL
OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur
van de kerntemperatuursensor instellen en controleren. Als u de knop drie seconden ingedrukt
houdt, wordt de snelwarmfunctie in- en uitgeschakeld.
Rechtstreekse toegang tot de temperatuurinstelling van de eerste ovenfunctie wanneer het
apparaat is uitgeschakeld.
6
OMHOOG, OMLAAGEen ovenfunctie of klokfunctie kiezen en de kook-
wekker, een temperatuur of de dagtijd instellen.
7
8
9
OKDe selectie of instelling bevestigen.
OVENVERLICHTINGDe ovenlamp in- of uitschakelen.
KLOKDe klokfunctie instellen.
Display
Bedieningspaneel11
SensorveldFunctieBeschrijving
10
123
KOOKWEKKERDe timer met aftelfunctie instellen.
1 Ovenfunctiesymbool
2 Display Temperatuur/tijd
3 Display van de klok/restwarmte (ook de kookwekker en dagtijd)
4 Restwarmte-indicatie
5 Indicatie voor de klokfuncties (zie de tabel "Klokfuncties")
6 Voorverwarmindicatie
7 Nummer van de ovenfunctie/het programma
Andere indicatoren van het scherm
SymbolenNaamBeschrijving
FunctieU kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programmaU kunt een ovenprogramma kiezen.
Mijn favoriete programmaHet favoriete programma is in werking.
kg/grEen ovenprogramma met gewichtinvoer is in werking.
/
/
u/minEen klokfunctie is in werking.
Temperatuur / snel opwar-
men
TemperatuurU kunt de temperatuur bekijken of wijzigen.
KerntemperatuursensorDe kerntemperatuursensor bevindt zich in de aanslui-
DeurvergrendelingDe functie deurvergrendeling is in werking.
OvenlampjeHet ovenverlichting is uit.
KookwekkerDe kookwekker staat aan.
6
De functie werkt.
ting voor de kerntemperatuursensor.
547
12Dagelijks gebruik
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie instelt, lichten de balkjes in het display één voor één op. De balkjes
geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, klinkt een geluidsignaal en
verdwijnt de voorverwarmindicatie van het display.
Restwarmte-indicatie
De display toont de restwarmte-indicatie (restwarmtesymbool) aan het eind van elke kooksessie als de temperatuur aan de binnenkant van de oven hoger is dan 40°C. Display toont
ook de oventemperatuur.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
U kunt het apparaat gebruiken in:
• handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
• automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of er-
varing met koken hebt.
De ovenfunctie instellen
1. Raak aan.
Het display geeft een vooraf ingestelde temperatuur, een symbool en het nummer van
de ovenfunctie aan.
2. Raak
3. Raak
of aan om een ovenfunctie in te stellen.
aan. Anders start het apparaat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat met of activeert en geen ovenfunctie of programma instelt, wordt
het apparaat na 20 seconden automatisch uitgeschakeld.
knippert op het display.
OvenfunctieToepassing
1Multi heteluchtVoor het bakken op maximaal twee niveaus tegelijkertijd. Stel
2Pizza heteluchtVoor het bakken op één niveau van gerechten die een inten-
3Lage temperatuur
garen
4ConventioneelVoor het bakken en braden op één ovenniveau.
de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven- en onderwarmte. En om voedsel te drogen.
sievere bruining en knapperigheid van de bodem nodig hebben. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in
dan bij boven- en onderwarmte.
Voor het bereiden van zeer mager en mals gebraden voedsel.
U kunt de temperatuur instellen tussen de 80 °C - 150 °C.
Dagelijks gebruik
OvenfunctieToepassing
5Infratherm grillVoor het braden van grotere stukken niet uitgebeend vlees of
6Tweekrings grillVoor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden.
7Eenkrings grillVoor het grillen van plat voedsel in het midden van het roos-
8WarmhoudenOm voedsel warm te houden.
9OntdooienVoor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
10OnderwarmteVoor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
11Pyrolytische reini-
ging
gevogelte op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
Om brood te roosteren.
ter. Om brood te roosteren.
De ingestelde temperatuur is 80 °C. Deze kunt u niet wijzigen.
De ingestelde temperatuur is 30 °C. Deze kunt u niet wijzigen.
het bewaren van voedsel.
Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van de oven.
De oventemperatuur bedraagt ca. 500° C. Hierdoor worden
vuilresten in de oven verbrand. Deze kunnen nadat de oven is
afgekoeld met een doek worden verwijderd.
Oventemperatuur wijzigen
Raak / aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie keer een
geluidssignaal en gaat de verwarmingsindicatie uit.
13
De oventemperatuur controleren
U kunt de temperatuur in het apparaat controleren wanneer de functie of het programma
in werking is.
1. Raak
aan.
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de temperatuur in het apparaat aan.
Als u de oventemperatuur wilt wijzigen raakt u nog een keer aan en gebruikt u of
.
2. Raak
aan om terug te keren naar de ingestelde temperatuur. Het display geeft dit
na vijf seconden automatisch weer.
Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven wanneer de snelwarmfunctie is ingeschakeld.
De snelwarmfunctie activeren: Raak
Als u de snelwarmfunctie activeert, gaan de balkjes op het display
om aan te geven dat de functie werkt.
gedurende langer dan drie seconden aan.
één voor één branden
14Klokfuncties
De snelwarmfunctie start niet bij automatische programma's.
Foutcode
Als sommige parameters niet correct zijn, zal de controle-eenheid de geactiveerde functies
uitschakelen en wordt de overeenkomstige foutcode weergegeven op het display. Raadpleeg "Problemen oplossen".
Bij een stroomstoring worden de meeste instellingen geannuleerd. Zodra de storing voorbij
is moeten de instellingen weer opnieuw worden ingesteld.
Energie besparen
Het apparaat beschikt over enkele functies waarmee u tijdens het dagelijks koken
energie kunt besparen:
• Restwarmte:
– De ovenfunctie of het programma is in werking: de verwarmingselementen worden
10% eerder uitgeschakeld (de lamp en ventilator blijven wel in werking). Voorwaarde:
de kooktijd is langer dan 30 minuten of u gebruikt de klokfuncties (duur, einde, tijdvertraging).
– De oven staat uit: u kunt de warmte gebruiken om het eten warm te houden. De indi-
catie: het display voor de klok/restwarmte geeft de resterende temperatuur weer. De
balkjes geven de afnemende temperatuur aan.
• Ovenlamp uit - raak
• Display uit - schakel het apparaat zo nodig uit. Raak
het display uit gaat (of aan).
aan om de ovenlamp tijdens het koken uit te schakelen.
en tegelijkertijd aan totdat
KLOKFUNCTIES
SYMBOOLFUNCTIEBESCHRIJVING
TIMER MET OPTEL-
FUNCTIE
DAGTIJDDe tijd van de dag controleren. Voor het wijzigen van de dag-
DUURInstellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDEInstellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Berei-
SET+GOHet apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking
Tellen instellen. Er wordt weergegeven hoe lang het apparaat
in werking is. Deze functie is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
tijd raadpleegt u 'De dagtijd instellen'.
dingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt (tijdvertraging), als het apparaat op een later tijdstip automatisch
wordt in- en uitgeschakeld.
van het sensorveld met de benodigde instellingen gestart.
Klokfuncties15
Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang het apparaat in werking is.
Deze gaat onmiddellijk aan wanneer het apparaat met opwarmen begint.
De timer met optelfunctie resetten: Raak
knippert. Raak
weer opnieuw begint te tellen.
U kunt de timer met optelfunctie niet gebruiken als Duur of Einde is ingesteld.
aan totdat op het display "00:00" staat en de timer met optelfunctie
herhaaldelijk aan totdat in het display
De duur instellen
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak
play
3. Raak
de DUUR in te stellen.
4. Raak
5. Raak
apparaat aan.
Als u het of sensorveld tijdens het instellen van de uren voor de DUUR aanraakt,
gaat het apparaat naar de instelling van de functie EINDE.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Het symbool
schakeld.
Raak een sensorveld aan, of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
herhaaldelijk aan totdat het dis-
weergeeft.
knippert op het display.
of aan om de minuten van
aan om te bevestigen
of aan om de uren van de DUUR in te stellen. Na 5 seconden gaat het
en de tijdinstelling knipperen in het display. Het apparaat wordt uitge-
Het EINDE instellen
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie en de temperatuur in.
2. Raak
3. Gebruik
of aan om te bevestigen.
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Het symbool
schakeld.
5. Raak een sensorveld aan, of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
6. Schakel het apparaat uit.
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
knippert op het display.
of om het EINDE (eerst minuten en dan uren) in te stellen en raak
en de tijdinstelling knipperen in het display. Het apparaat wordt uitge-
16Automatische programma's
SET+GO instellen
Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking van het sensorveld met de benodigde instellingen gestart.
1. Stel een ovenfunctie (of programma) en temperatuur in (zie "De ovenfunctie instellen"
en "De oventemperatuur wijzigen").
2. Stel de DUUR in (zie "De duur instellen").
3. Raak
4. Raak
Het display geeft
de klokfunctie wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve AAN/UIT) om de functie SET+GO te starten.
U kunt de functie SET+GO alleen gebruiken als de DUUR is ingesteld.
herhaaldelijk aan totdat in het display knippert.
aan om de functie SET+GO in te stellen.
en met een punt weer. Deze punt wordt weergegeven wanneer
De tijdvertragingsfunctie instellen
DUUR en EINDE kunnen tegelijkertijd worden gebruikt, wanneer de oven op een later
tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. In dit geval wordt de DUUR
steld, en dan EINDE
Wanneer de tijdvertragingsfunctie wordt ingeschakeld, geeft het display het statische symbool van de ovenfunctie
zich op het display voor de klok-/restwarmte bevindt.
(zie "De DUUR instellen" en "Het EINDE instellen").
weer, met een punt en . De punt geeft aan welke klokfunctie
eerst inge-
De TIMER MET AFTELFUNCTIE instellen
Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maximaal 23 uur 59 minuten). Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de kookwekker op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat.
1. Raak
2. Gebruik
TELFUNCTIE in te stellen. U moet eerst seconden en dan minuten en uren instellen.
3. Raak
AFTELFUNCTIE na vijf seconden automatisch.
4. Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal en knipperen "00:00" en
5. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
aan.
en "00" knipperen in het display.
of om de TIMER MET AF-
aan. Anders start de TIMER MET
in het display.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Automatische programma's
Er zijn 20 automatische programma's en recepten. Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of ervaring in het bereiden van een gerecht hebt. U vindt
de recepten voor de automatische programma's in het "Receptenboek".
Er zijn drie soorten automatische programma's:
• Automatische recepten
• Automatische programma's met gewichtinvoer
• Automatische programma's met kerntemperatuursensor;
Automatische recepten
Een automatisch recept instellen:
1. Raak
Het display geeft het symbool en nummer van het automatische programma weer.
2. Raak
3. Raak
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. Het symbool
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
5. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
twee keer aan totdat het display weergeeft.
of aan om de automatische recepten te kiezen.
aan. Anders start het automatische recept na vijf seconden automatisch.
knippert.
Automatische programma's met gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt, zal het apparaat de braadtijd berekenen.
1. Raak
2. Raak
Op het display verschijnt: kooktijd, duursymbool,
eenheid (kg, gr).
3. Raak
4. Het apparaat start. Het symbool van de gewichtseenheid knippert in het display. Gedurende deze tijd kunt u de standaard gewichtswaarde wijzigen met
aan.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een sensorveld aan of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
of aan om het gewichtprogramma in te stellen (zie "Receptenboek").
, een standaard gewicht, een maat-
aan. Anders worden de instellingen na vijf seconden automatisch opgeslagen.
knippert.
17
of . Raak
Automatische programma's met kerntemperatuursensor
De kerntemperatuur van het gerecht is standaard en kan in programma's met de kerntemperatuursensor niet worden veranderd. Het programma eindigt wanneer het apparaat de
ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt.
1. Raak
2. Installeer de kerntemperatuursensor (zie "De kerntemperatuursensor").
3. Raak
herhaaldelijk aan totdat het display weergeeft.
of aan om het programma van de kerntemperatuursensor in te stellen.
18Gebruik van de accessoires
Wanneer er een programma met kerntemperatuursensor wordt ingesteld, geeft het display de kooktijd en
De kerntemperatuursensor werkt niet bij Lage temperatuur garen, Warmhouden en Onderwarmte.
4. Raak
5. Wanneer het voedsel de ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt, gaan de kerntemperatuur en
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een sensorveld aan, of open de ovendeur om het geluidssignaal te stoppen.
aan. Anders worden de instellingen na vijf seconden automatisch opgeslagen.
en weer.
knipperen. Er weerklinkt gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Functie mijn favoriete programma
Gebruik deze functie om uw favoriete temperatuur- en tijdinstellingen voor een ovenfunctie of programma op te slaan.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een ovenfunctie of programma in.
Wanneer mijn favoriete programmafunctie in werking is, kunt u de tijd en temperatuur veranderen.
gedurende langer dan drie seconden aan.
aan. Het apparaat start uw fa-
aan.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De kerntemperatuursensor
De kerntemperatuursensor meet de kerntemperatuur van het vlees. Wanneer het vlees de
ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt het kookprogramma uitgeschakeld.
Er kunnen twee temperaturen worden ingesteld:
• De oventemperatuur: zie de tabel voor braden in het receptenboek.
• De kerntemperatuur: zie de tabel voor de kerntemperatuursensor in het receptenboek.
Gebruik alleen de meegeleverde kerntemperatuursensor of originele vervangende onderdelen.
1. Schakel het apparaat in.
Gebruik van de accessoires19
2. Steek de punt van de kerntemperatuursensor in het midden van het vlees.
3. Steek de stekker van de kerntemperatuur-
2
sensor in de aansluiting aan de zijkant
van het apparaat.
Het display geeft een knipperend symbool
en de standaardinstelling voor de
kerntemperatuur weer. De temperatuur
1
bedraagt 60° C bij het eerste gebruik, en
de laatst ingestelde waarde bij elk volgend gebruik.
4. Raak
5. Raak
of aan om de kerntemperatuur in te stellen.
aan. Anders worden de instellingen na 5 seconden automatisch opgeslagen.
U kunt de kerntemperatuur alleen instellen wanneer het symbool knippert. Als het display een statisch symbool
weergeeft voordat u de kerntemperatuur instelt, moet u
en of gebruiken om een nieuwe waarde in te stellen.
6. Selecteer de ovenfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Het display geeft de huidige kerntemperatuur en
(de verhouding tussen de ingestel-
de oventemperatuur en de huidige oventemperatuur) weer.
De kerntemperatuursensor moet gedurende het kookproces in het vlees blijven en de stekker moet in het stopcontact blijven.
Terwijl het apparaat de geschatte tijdsduur berekent, wordt de waarde van de timer met
optelfunctie op het display timer/restwarmte. Wanneer de eerste berekening is voltooid,
geeft het display van de klok/restwarmte "-" en dan de benaderde kooktijd weer.
Het apparaat blijft de kookduur berekenen. Het display wordt regelmatig bijgewerkt met de
nieuwe duur.
7. Wanneer het vlees de ingestelde kerntemperatuur heeft bereikt, knippert de kerntemperatuur en
. Het apparaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal.
Raak een sensorveld aan/uit om het geluidssignaal uit te schakelen.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de kerntemperatuursensor. De kerntemperatuursensor en het apparaat zijn heet. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
8. Haal de stekker van de kerntemperatuursensor uit het stopcontact en haal het vlees uit
het apparaat.
Wanneer u de kerntemperatuursensor in de aansluiting plaatst, annuleert u de instellingen
voor de klokfuncties.
20Extra functies
Wanneer u kookt met de kerntemperatuursensor, kunt u de temperatuur in het display
temperatuur/tijd wijzigen. Nadat u de kerntemperatuursensor in de aansluiting hebt geplaatst en een ovenfunctie en -temperatuur hebt ingesteld, geeft het display de huidige
kerntemperatuur weer.
Raak
• De huidige kerntemperatuur
• De ingestelde oventemperatuur
• De huidige oventemperatuur.
telkens opnieuw aan om drie andere temperaturen te zien:
Telescopische geleiders
Dankzij de telescopische geleiders kunt u makkelijker ovenrekken plaatsen en uitnemen.
1. Trek beide telescopische geleiders uit.
°C
2. Plaats het ovenrek op de telescopische
geleiders en duw ze voorzichtig in het apparaat.
zorg dat u de telescopische geleiders helemaal in het apparaat duwt voordat u de
ovendeur sluit.
LET OP!
De telescopische geleiders niet in de afwasmachine reinigen. De telescopische geleiders
niet smeren.
EXTRA FUNCTIES
Kinderbeveiliging
U kunt het apparaat niet inschakelen als de kinderbeveiliging in werking is.
De kinderbeveiliging in-/uitschakelen:
1. Schakel het apparaat
uit. Stel geen ovenfunctie in.
°C
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.