ELECTROLUX 560 User Manual [it]

BENZINE WIELMAAIER

HJULGÅENDE , BENSINDREVET

ROTORGRESSKLIPPER

BENSIINIKÄYTTÖINEN RUOHONLEIKKURI

GRÄSKLIPP ARE MED HJUL OCH

BENSINMOTOR

BENZINDREVET ROTORPLÆNEKLIPPER PÅ HJUL

 

 

 

 

 

 

NEDERLANDS

1-12

 

 

 

 

 

 

 

NORSK

13-24

 

 

 

 

 

 

 

SUOMI

25-36

 

 

 

 

 

 

 

SVENSKA

37-48

 

 

 

 

 

 

 

DANSK

49-60

 

 

 

 

 

 

Let op: In deze handleiding worden verschillende producten beschreven. U dient de handleiding dan ook in zijn geheel grondig door te lezen voor identificatie, montage en het juiste gebruik van de voorzieningen die van toepassing zijn op uw Benzine Wielmaaier.

OBS! Denne håndboken omhandler ulike typer gressklippere. Les bruksanvisningen nøye, slik at du kan identifisere, montere og bruke den klipperen du har kjøpt.

Huom: Tämä käyttöohje kattaa useita tuotteita. Lue ohje huolella, jotta varmasti tunnistat oman koneesi, osaat koota sen ja voit hyvin käyttää leikkurisi ominaisuuksia hyódyesesi.

OBS: Denna handbok behandlar olika produkter. Läs bruksanvisningen omsorgsfullt så att du har fullt klart för dig vilken maskin det gäller, hur du sätter samman den och hur du använder de olika funktionerna på din gräsklippare med hjul och bensinmotor.

Bemærk : Denne manual gælder for flere forskellige produkter. Læs brugsvejledningen nøje for at identificere, samle og anvende de enheder, som er relevante for Deres benzindrevne rotorplæneklipper.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de machine gevaar opleveren. De machine kan ernstig letsel veroorzaken aan de bediener en omstanders; voor redelijke veiligheid en efficientie bij het gebruik van de grasmaaier, dienen de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig te worden opgevolgd. De bediener draagt de verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften, die in deze handleiding en op de grasmaaimachine vermeld staan. De grasmaaimachine mag niet worden gebruikt als de door de fabrikant geleverde grasopvangbak en beschermplaten niet in positie zijn gemonteerd.

Verklaring van de symbolen op de roterende grasmaaimachine met benzinemotor

Waarschuwing

Lees de handleiding voor de gebruiker aandachtig door, zodat u volledig vertrouwd bent met de verschillende bedieningselementen en de werking daarvan.

Zorg, dat de maaimachine tijdens het maaien altijd in contact blijft met de grond. Als de machine wordt opgetild of gekanteld, kunnen er onder hoge snelheid stenen naar buiten worden geworpen.

Zorg, dat omstanders uit de buurt blijven. Gebruik de maaimachine niet als er zich mensen, en vooral kinderen of huisdieren, op het te maaien terrein bevinden.

Wees voorzichtig met uw voeten en handen. Houd uw handen of voeten veilig uit de buurt van het roterende mes snijbladen.

Alvorens onderhoud uit te voeren aan de machine of de machine te reinigen of af te stellen, of wanneer de machine gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, dient de bougie te worden verwijderd.

Het mes blijft nog een tijdje roteren nadat de machine uitgeschakeld werd. Wacht totdat alle machine-onderdelen

volledig stilliggen voordat u ze aanraakt.

STOP

Algemeen

1.De grasmaaimachine mag nooit worden gebruikt door kinderen of personen die niet op de hoogte zijn van de instructies voor gebruik. Volgens plaatselijke wettelijke voorschriften kan er een minimum leeftijd van toepassing zijn voor bedieners van deze machine.

2.De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik op de wijze waarop en voor de doeleinden die in deze instructies worden beschreven.

3.Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen.

4.De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor eventuele ongevallen of gevaren die worden veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom.

Veiligheid van brandstof

WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar

-Draag beschermende kleding wanneer u werkt met brandstoffen en smeeroliën.

-Voorkom contact met de huid.

-Verwijder benzine en machine-olie voordat u het product vervoert.

-Benzine dient te worden bewaard in een speciaal voor dit doel bestemde container. Over het algemeen zijn plastic containers ongeschikt voor dit doel.

-De tank dient altijd buitenshuis te worden bijgevuld en er mag niet worden gerookt.

-De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT de motor wordt gestart. De tankdop mag nooit wordt geopend en de tank mag ook niet worden bijgevuld als de motor loopt of heet is.

-Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor niet worden gestart en dient de machine uit de buurt van de gemorste vlek te worden geduwd; elke vorm van ontsteking moet worden vermeden totdat de vlek geheel is vervlogen.

-Zorg, dat de tankdop en dop van de container altijd goed vast worden gedraaid.

-Voordat u de motor start, dient u de machine uit de buurt te duwen van de plaats waar u de tank heeft bijgevuld.

-Brandstof moet op een koele plaats worden opgeslagen, uit de buurt van open vlammen.

Voorbereiding

1.Maai het gras nooit op blote voeten of met sandalen aan. Draag altijd geschikte kleding, handschoenen en stevige schoenen.

2.Het gebruik van oorbeschermers wordt aanbevolen.

3.Controleer, dat er geen stokken, botten, ijzerdraad en rommel in het gras liggen; deze kunnen door het mes onder hoge snelheid naar buiten worden geworpen.

4.Vóór gebruik dient u altijd te controleren of mes, bout van dit mes en het maaimechanisme niet zijn versleten of beschadigd. Om de juiste balans te behouden, dient men bij vervanging van het mes altijd de hele bevestigingsset te vervangen.

5.Vervang defecte geluiddempers.

1

 

NL

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Gebruik

1.Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte, waar de uitlaatgassen (koolmonoxide) zich kunnen ophopen.

2.Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of goed kunstmatig licht.

3.Vermijd waar mogelijk gebruik van de machine als het gras nat is.

4.Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het gras nat is.

5.Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet uitglijdt en draag niet-slippend schoeisel.

6.Hellingen dienen altijd in overdwarse richting te worden gemaaid, en niet van boven naar beneden of andersom.

7.Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling van richting verandert.

8.Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk zijn. Gebruik de grasmaaier niet op steile hellingen of taluds.

9.Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen.

10.Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe te trekken.

11.Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de motor te worden uitgeschakeld door de Operator Presence Control (ofwel de OPC) uit te schakelen.

12.De machine mag niet worden gebruikt als de beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.

13.De motor mag niet te hard lopen en de instellingen van de toerenregelaar mogen niet worden gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort de levensduur van de maaimachine.

14.Voordat de motor wordt gestart, dienen alle mes aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet.

15.De grasmaaier dient altijd voorzichtig te worden gestart, waarbij u er vooral op let dat uw voeten uit de buurt van de snijbladen blijven.

16.De grasmaaimachine mag niet worden gekanteld bij het

starten van de motor.

17. Zorg, dat u uw handen uit de buurt houdt van de grasuitworp als de motor loopt.

18. De maaimachine mag niet worden opgetild of gedragen met lopende motor.

19.De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig.

20.Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de motor heet is.

21.Laat de OPC los om de motor te stoppen en wacht tot het mes helemaal stilstaat:

-als u de machine enige tijd onbeheerd wilt achterlaten;

-voordat u de benzinetank bijvult.

22.Laat de OPC los om de motor te stoppen, wacht tot het mes helemaal stilstaat en maak de bougiekabel los:

-voordat u een verstopping verwijdert;

-voordat u controles, reiniging of onderhoud uitvoert aan het apparaat;

-als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de machine niet totdat u zeker bent dat de hele grasmaaimachine veilig is voor gebruik;

-als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit onmiddellijk te controleren. Te grote trillingen kan letsel veroorzaken.

23.Als u klaar bent met grasmaaien dient u gas te verminderen om de motor uit te zetten en, indien de machine is uitgerust met een afsluitklep, de brandstof uit te zetten.

Onderhoud en opslag

1.Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan worden gebruikt.

2.Controleer de grasopvangbak/-zak regelmatig op slijtage.

3.Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk.

4.Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor deze machine bestemde snijbladen, bladbouten, vulplaatjes en rotorbladen.

5.Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar benzinedampen in aanraking kunnen komen met open vuur of vonken als er nog benzine in de tank zit.

6.Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de machine wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte.

7.Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor, geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te zijn van gras, bladeren of overmatig veel vet.

8.Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit buiten te gebeuren.

9.Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine dat uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende snijbladen en vaste onderdelen van de grasmaaier.

NL

 

2

MONTAGE-INSTRUCTIES

Productlabel

 

 

 

 

 

 

 

 

A

.........................Productnummer

Maak tevens een

 

.........................................Model

aantekening van

 

Serienr .......................................

de datum en

 

Datum van aankoop

plaats van

 

aankoop voordat u

 

Plaats van aankoop

 

de garantiekaart

 

•Bewaren als bewijs van aankoop•

terugstuurt.

 

 

 

 

Uw product bevat een zilver en zwart label waarop de productklasse wordt aangegeven. Maak een aantekening van de informatie getoond in figuur A in de hiervoor bestemde ruimte, zodat u over volledige productinformatie beschikt wanneer u een vervangingsonderdeel bestelt, advies vraagt bij één van onze erkende onderhoudscentra of contact opneemt met onze klantenservice.

De wielen monteren (waar nodig)

 

1. Kies in welk van de gaten in de

 

 

 

 

 

 

 

montageplaat u de wielen wilt monteren

B1

 

B2

 

 

 

 

en geef de positie hiervan aan, zodat alle

 

 

 

 

 

wielen in gelijke positie kunnen worden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

afgesteld (B1).

 

 

 

 

 

 

2.

Plaats de bevestigingsbout door het gat

 

 

 

 

 

 

 

in de wieldop en het wiel in het gekozen

 

 

 

 

 

 

 

gat in de montageplaat.

 

 

 

 

 

 

3.

Draai de wieldop rechtsom totdat het

 

 

 

 

 

 

 

gehele wiel stevig en veilig vastzit (B2).

Handvaten

 

 

 

 

Onderste deel van handgreep

 

 

 

 

1. Als uw product is voorzien van afstelhendel

 

 

 

 

 

 

 

voor snijhoogte (zie Afstellen), moet de

C1

 

C2

 

 

D

SET 1

hendel in de hoogste stand staan voordat u

 

 

 

stap 2 & 3 gaat uitvoeren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.

Steek de uiteinden van de onderste

 

 

 

 

 

 

 

handgreep in het deck, zoals

 

 

 

 

 

 

 

geïllustreerd in afbeelding C1.

 

 

 

 

 

 

3.

Duw beide zijden van de handgreep

 

 

 

 

 

 

 

stevig in het deck op hun plaats (C2).

 

 

 

 

 

 

4.

Steek de schroef door de ring en in het

E

 

F

 

G

 

 

daarvoor bestemde gat en draai deze

SET 2

SET 3

Onderste

 

met een Pozidrive-schroevendraaier in

 

 

 

 

 

handgreep

het deck vast, zoals geïllustreerd in

 

 

 

 

 

 

 

afbeelding C2.

 

 

 

 

 

 

Bovenste deel van handgreep

 

 

 

 

 

 

1.

Het bovenste deel van de handgreep

 

 

 

 

 

 

 

wordt aan het onderste deel

 

 

 

 

 

 

Bovenste

vastgemaakt met gebruik van één van de

 

 

 

 

 

 

drie mogelijke, bijgeleverde sets, zoals

 

 

 

 

 

 

handgreep

 

 

 

 

 

 

getoond in figuur D, E en F.

Remkabel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Indien product is geleverd met

 

 

 

 

 

 

handgreepafstelling (G):

H1

 

H2

 

 

 

1.

Stel de handgreep in op de meest

 

 

 

 

 

comfortabele gebruikspositie en draai de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

stelschroeven (G) aan beide zijden weer vast.

 

 

 

 

 

 

Remkabel monteren

 

 

 

 

 

 

1.

Voer de kabel in het gat in de OPC-

 

 

 

 

 

 

 

hendel (H1). Zie GEBRUIK.

 

 

 

 

 

 

2.

Vergrendel de kabel op zijn plaats (H2).

 

 

 

 

 

 

3.

Monteer de kabels aan de handgrepen

Terugloop van het starterkoord

 

 

met gebruik van de bijgeleverde

 

 

kabelverbindingen, waarbij u dient te

 

 

 

 

 

 

 

zorgen dat de kabels niet klem komen te

J1

3

J2

Voordat u aan het starterkoord trekt, moet u eerst de OPC tegen de duwboom aantrekken zodat de rem van de motor af is.

zitten tussen de handgrepen.

Terugloop van het starterkoord

1.Maak de bougiekabel los.

2.Trek aan de OPC-hendel om de motorrem los te koppelen.

3.Trek het starterkoord in de uiterste stand (J1).

4.Voer het snoer nu door de kabelgeleider op de handgreep (J2).

NL

 

 

MONTAGE-INSTRUCTIES

Plastic zak

 

 

Montage van grasopvangbak - Plastic zak

 

 

 

1. Plaats de twee helften van

 

 

K2

 

de grasopvangbak tegen

 

 

 

 

 

 

 

elkaar en druk elk

 

 

 

 

locatiepunt (K1) op zijn

 

 

 

 

plaats zonder de klemmen

 

 

 

 

helemaal vast te zetten.

 

 

klem

 

Pas wanneer de

 

 

 

 

locatiepunten in de juiste

locatie-

 

 

 

stand staan, drukt u de

punt

 

 

 

grasopvangbak stevig

 

 

 

 

samen totdat alle klemmen

 

 

 

 

stevig vastzitten. (K2)

 

 

 

2.

Voordat u de grasbak op uw

 

 

 

 

maaier monteert, dient u de

 

 

 

 

veiligheidsklep (K3) op te

 

 

 

 

lichten en te controleren of de

K3

 

K4

 

grasuitworp vrij is van gras

 

 

 

 

 

 

en ander vuil.

 

 

 

3.

Zet de geheel gemonteerde

 

 

 

 

grasopvangbak op de twee

 

 

 

 

montagepunten aan de

 

 

 

 

achterkant van het dek

 

 

 

 

(K3).

 

 

 

4.

Plaats de veiligheidsklep

 

 

 

 

op de bovenkant van de

 

 

 

 

grasbak. Controleer, dat

 

 

 

 

de grasbak goed vastzit.

 

 

 

 

(K4)

 

 

 

*

Voor verwijderen volgt u de

 

 

 

 

instructies in omgekeerde

 

 

 

 

volgorde.

 

Montage van grasopvangbak - Stoffen zak

 

 

 

 

 

 

 

L1

Stoffen zak

Opgelet:-

 

kap

 

 

Overtuig u

 

 

1.

Plaats het ‘U’-frame op de

 

 

ervan dat er

 

 

 

bovenkant en zorg ervoor

 

 

 

geen opening

 

 

 

dat de kleine metalen pin

 

 

 

tussen de

 

 

 

(L2) goed op zijn plaats zit

 

 

 

beschermings

 

stoffen zak

 

(L3).

 

2.

klep en de

 

‘U’-frame

Bevestig ‘U’-frame aan de

grasbak is.

 

 

 

stoffen zak zoals afgebeeld

 

 

 

 

L2

L3

 

in diagram L4.

Indien

3.

Zet de geheel gemonteerde

 

 

 

grasopvangbak op de twee

grasopvang

 

 

 

montagepunten aan de

niet

 

 

 

achterkant van het dek

noodzakelijk is

 

 

 

(L5).

kunt u ook

 

 

4.

Plaats de veiligheidsklep

gebruik maken

 

 

 

op de bovenkant van de

van de

 

 

 

grasbak. Controleer, dat

grasmaaier

L4

L5

 

de grasbak goed vastzit.

zonder de

*

Voor verwijderen volgt u de

grasbak. Zorg

 

 

 

instructies in omgekeerde

ervoor dat de

 

 

 

volgorde.

beschermings

 

 

 

 

klep volledig

 

 

 

 

gesloten is.

 

 

NL

 

 

4

M1
Tecumseh Vantage

MOTOR-INFORMATIE

Olie en benzine

Olie

1.Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf gebruiksuren.

2.Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op de aanduiding FULL op de peilstok te houden.

3.Gebruik SAE 30 4-takt olie van goede kwaliteit.

4.Olie bijvullen:

a)Verwijder de oliedop.

b)Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok wordt bereikt.

5.Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren; vervolgens dient de olie na elke 25 gebruiksuren te worden ververst.

6.Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet

heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine uit als de motor heet is.

Benzine

1.Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine.

2.NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE GEBRUIKEN

Het gebruik van loodhoudende benzine zal de uitlaat doen roken en zal motoren die zijn uitgerust met een katalysator onherstelbaar beschadigen.

3.Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is.

4.Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden gerookt.

5.Vul de benzinetank nooit met lopende motor.

6.Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de benzinetank voordat u deze verwijdert om te voorkomen dat er vuil in de tank komt.

7.U wordt aanbevolen om de benzine door een trechter met een filter in de tank te gieten.

8.Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor wordt gestart.

Tecumseh Vantage Olie bijvullen

● Inhoud olietank: 0,6 liter

a.De dop eraf schroeven

b.Niet vergeten de olie langzaam in de tank te gieten.

c.Tot op het overlooppunt

opvullen (M1).

d. De dop weer aanbrengen, stevig aandraaien.

De olie verversen na de eerste 2 uur en daarna elke 25 uur.

Olie aftappen

M2

Maak bougie los en laat de

 

motoruitlaat afkoelen.

 

• Zet de machine op zijn kant

 

 

met de uitlaat omhoog.

 

• Verwijder de aftapplug. (M2)

 

Plaats een geschikt

 

 

opvangreservoir onder het

 

 

product.

 

• Zet de machine terug op zijn

 

 

wielen, zodat de olie wordt

 

 

afgetapt in het reservoir.

 

Starten

N

Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart, dient u olie en benzine bij te vullen zoals beschreven in de bovenstaande sectie Olie en benzine.

Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig. Bij koudere temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt.

Briggs en Stratton motoren

1.Duw de gasinstelling in de stand FAST of RUN, zoals wordt beschreven in de sectie Gashendel.

2.Duw de opvoerknop (fig. N) vijf keer diep in.

3.Volg de instructies in de sectie Gebruik - aanen afzetten.

4.Als de motor na drie pogingen met het starterkoord niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer in te drukken en vervolgens het bovenstaande punt 3 te herhalen.

De motor starten (Tecumseh)

1.Duw de gashendel in de stand FAST of RUN.

2.Duw de opvoerknop drie keer in, ongeveer 2 seconden na elkaar. Bij koude temperaturen (13ºC of lager) drukt u de knop vijf keer in.

BIJ EEN WARME MOTOR WORDT DE OPVOERKNOP NIET GEBRUIKT.

De motor starten in het vervolg

1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN en duw de opvoerknop drie keer stevig in voordat u de motor start. (Als de machine zonder benzine is komen te staan, dient u de tank bij te vullen en de opvoerknop drie keer in te drukken.)

5

 

NL

GEBRUIK

Nadat u uw benzine wielmaaier hebt gevuld met olie en benzine, kunt u de motor starten zoals wordt beschreven in MOTORINFORMATIE.

Starten en uitschakelen Duwmachines

DUWMACHINES

1.Sluit de bougiekabel aan.

2.Schuif de gashendel in de stand FAST.

3.Knijp de OPC-hendel in op de handgreep (O1) om de rem los te zetten.

4.Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit

(O2).

5.Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u de machine gebruikt.

Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de OPChendel los.

WEILAANDRIJVING (krachtaandrijving)

1.Volg de bovenstaande instructies voor duwmachines.

2.Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die zich bovenop de handgreep bevindt (O3), wordt de aandrijving inen uitgeschakeld.

3.Door de Powerdrive-hendel los te laten, wordt de aandrijving automatisch uitgeschakeld.

Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPChendel.

2 snelheidsstanden

Voordat u de motor de eerste keer start, dient u ervoor te zorgen dat de achterwielen vrij kunnen bewegen door de machine een paar keer naar voren en naar achteren te bewegen zonder de aandrijvingshendel (P1) te gebruiken. Terwijl u de machine naar voren en naar achteren beweegt, zet u de schakelaarhendel (P2) afwisselend op hoge of lage snelheid. Als de achterwielen blokkeren, dient de kabel te worden bijgesteld. Het bijstellen van de kabel geschiedt door het naar links of naar rechts draaien van de stelschroef (P3) totdat de machine naar achteren kan worden getrokken zonder dat de wielen geblokkeerd zijn.

STARTEN MET CONTACTSLEUTEL

1.Volg stap 1 t/m 3 voor duwmachines.

2.Draai de sleutel om en houd hem in deze stand totdat de motor start (Q1 en Q2). Als u de sleutel loslaat, keert deze weer in de normale positie terug.

3.Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het zijn dat de accu moet worden opgeladen.

Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPChendel.

Let op Het is mogelijk dat de bovenste handgrepen er danders uitzien; de procedure blijft echter hetzelfde.

O1

O2

Wielaandrijving

O3

OPC - hendel

Hendel

 

wielaandrijving

2 snelheidsstanden

P

1

2

1

2

3

Starten met startsleutel

Q1

Q2

Let op: De machine kan met de hand worden gestart door stap 1 t/m 5 uit de sectie DUWEN uit te voeren.

Alleen voor machines met contactsleutel - de accu wordt tijdens gebruik opgeladen door de motor.

Volg stap 2 en 3 uit de sectie Powerdrive als u de Powerdrive wilt inschakelen.

Gashendel

GASHENDEL (indien aanwezig)

R1

 

R2

1.In figuur R1 wordt de stand FAST (lopen) getoond.

2.In figuur R2 wordt de stand SLOW (stationnair) getoond.

NL

 

6

GEBRUIK

Aanen afzetten

Snijblad, rem, koppeling (ofwel SRK)

S1

hendel voor

S2

S3

 

wielaandrijving,

 

 

 

indien gemonteerd

 

 

Op SRK-modellen kan de motor blijven lopen als de rem aan staat.

Indien aanwezig, wordt de aandrijving ingeschakeld met de hefboom van de Powerdrive, bovenop de handgreep (S3).

1.Sluit de bougiekabel aan.

2.Schuif de gashendel (indien de machine hiermee is uitgerust) in de stand FAST.

3.Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot het verste punt, duw de hendel dan langzaam terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit.

4.Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u de machine gaat gebruiken.

5.Trek de SRK-arm naar de handgreep (S2).

6.Houd de SRK-arm vast en duw de SRK-besturingshefboom naar voren totdat u een klik hoort (S3).

7.Laat de SRK-besturingshefboom weer los.

8.Als de SRK-arm wordt losgelaten, stopt het snijblad met ronddraaien.

Let op:

Als u de motor gedurende langere tijd laat lopen zonder dat het snijmes draait, kan de motor oververhit raken.

Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de Powerdrivehendel los en vervolgens de BBCarm. Zet de gashendel vervolgens in de stopstand.

Gras maaien

T

Let op:

Zorg, dat u de maaimachine niet overbelast.

Als u lang, dik gras maait, kunt u overbelasting van de motor verminderen en risico op beschadiging van uw machine vermijden door de snijhoogte in te stellen op de hoogste stand - zie Snijhoogte.

1.Begin het gazon altijd vanaf de buitenrand te maaien, en maai in stroken telkens in tegengestelde richting (T).

2.Maai het gras in het maaiseizoen tweemaal per week. Het is niet goed voor het gras als er in één keer meer dan eenderde van de lengte wordt afgesneden. Dit kan tevens leiden tot een verslechtering van het verzamelen van het gras.

Kabel van de Powerdrive

U

7

Controleer dat de Powerdrive-kabel niet gedraaid zit en vrij langs de handgrepen loopt.

1.Als de aandrijving niet werkt wanneer de Powerdrive-hendel in de richting van de handgreep wordt getrokken, dient de stelschroef linksom te wordt gedraaid (U).

2.Als de aandrijving niet stopt wanneer u de Powerdrive-hendel loslaat, dient u de stelschroef in tegenovergestelde richting te draaien (U).

NL

 

AFSTELLING

 

 

 

 

 

 

Snijhoogte (door de wielen te verstellen)

Als uw model

Indien er op uw model hendels aan de wielen zitten, mogen de

wieldoppen niet worden verwijderd. In dit geval wordt de snijhoogte

grasmaaimachine wieldoppen

ingesteld met gebruik van deze hendels.

 

 

heeft, zoals getoond in fig. V1,

V1

 

V2

 

V3

 

wordt de snijhoogte ingesteld

Wiel verwijderen

Wiel verwijderen

Wiel verwijderen

door stap V1 - V3 te volgen.

 

 

 

 

 

 

1. Verwijder het wiel door de

 

 

 

 

 

 

wieldop linksom te draaien

 

 

 

 

 

 

(V1) en op een ander gat te

 

 

 

 

 

 

zetten (V2). De wieldop wordt

 

 

 

 

 

 

rechtsom vastgedraaid (V3).

 

 

 

 

 

 

Stel de overige wielen op

 

 

 

 

 

 

dezelfde hoogte in.

 

 

 

 

 

 

Snijhoogte (met hendels)

Hefbomen voor snijhoogte

W1

Wiel met hendels

1.

Als uw model

3

 

 

grasmaaimachine één of meer

 

 

hefbomen heeft voor instelling

2

 

 

van de snijhoogte (fig. W),

 

 

wordt de snijhoogte ingesteld

1

 

door de hendel uit de

 

 

instelsleuven te lichten en in de

 

 

gewenste stand te zetten (W1).

 

 

2. Als uw maaimachine over

 

 

 

meerdere hendels beschikt,

 

 

 

dienen deze allemaal in

 

 

 

dezelfde positie te worden

 

 

 

gezet (fig. W2 en W7).

 

 

W2

Wiel met hendels

Laagste stand voor snijhoogte

W4

Wiel met hendels

Laagste stand voor snijhoogte

W3

Wiel met hendels

Hoogste stand voor snijhoogte

W5

Wiel met hendels

Hoogstestand voorsnijhoogte

 

Let op: uw roterende wielmaaier met

W6

Wiel met hendels

Wiel met excentrisch

 

benzinemotor kan zijn uitgerust met

in het midden

W7 geplaatste hendels

 

 

 

 

 

verschillende instellingen voor

 

 

 

 

snijhoogte.

 

 

 

 

Maak bougie los en laat de

 

 

 

 

 

motoruitlaat afkoelen.

 

 

 

Reinigen

Zet de machine op zijn kant

 

 

 

 

met de uitlaat omhoog.

 

 

 

 

1.

Verwijder de restanten gras

 

X1

 

X2

 

onder het dek met een borstel

 

 

 

(X1).

 

 

 

 

2.

Verwijder restanten gras uit

 

 

 

 

 

alle luchtinlaten, de

 

 

 

 

 

grasuitworp en de

 

 

 

 

 

grasopvangbak (X2) met

 

 

 

 

 

gebruik van een zachte

 

 

 

 

 

borstel.

 

 

 

 

3.

Wrijf met een droge doek het

BELANGRIJK

 

 

 

 

oppervlak van uw

 

 

 

 

maaimachine af.

Reinig uw maaimachine nooit met water. Gebruik ook geen chemische middelen,

 

 

inclusief benzine, of oplosmiddelen - deze kunnen de belangrijke plastic

 

 

onderdelen aantasten.

 

 

 

NL

 

8

ONDERHOUD

Snijmechanisme

 

Y1

Y2

 

'0'

Snijmechanisme - SRK

Y3

Let op

Als u een SRK-model hebt, dienen beide bouten van het snijblad te worden verwijderd.(Y3)

Wees altijd uiterst voorzichtig met het mes - de scherpe randen kunnen letsel veroorzaken.

DRAAG HANDSCHOENEN

Ongeacht van de conditie, dient het metalen mes na 50 gebruiksuren - of 2 jaar, afhankelijk van welke u het eerste bereikt - te worden vervangen.

Als het mes is gebarsten of beschadigd, dient dit te worden vervangen door een nieuw snijblad.

Het mes verwijderen

Maak bougie los en laat de motoruitlaat afkoelen.

Zet de machine op zijn kant met de uitlaat omhoog.

1.Draai de bout van het mes linksom los met een steeksleutel (Y1).

2.Verwijder de mesbout, het bladmes en de sluitring (Y2).

3.Controleer de onderdelen op beschadiging, en reinig ze indien noodzakelijk.

Het mes aanbrengen

1.Breng het mes aan zodat de scherpe randen van de machine af wijzen.

2.Plaats de mesbout door de sluitring terug, er daarbij op lettend dat de zijde op de sluitring die voorzien is van een ‘O’ van het mes weg is gericht (Y2).

3.Houd het geheel goed vast en draai de bout met een steeksleutel stevig aan. Draai de bout echter niet te vast.

Veiligheidsvoorschriften voor gebruik van de batterij

Veiligheidsprocedure voor het opladen van de batterij

1.Controleer de kabel van de lader regelmatig op tekenen van beschadiging of slijtage.

2.Gebruik de grasmaaier nooit als de kabel van de lader niet in goede staat verkeert.

3.Probeer nooit andere producten op te laden met de lader van dit apparaat.

4.Probeer deze accu nooit op te laden met de lader van een ander apparaat.

5.De accu moet op een veilige plaats worden opgeladen, waar niemand op de apparatuur kan staan of erover kan struikelen.

6.De ruimte dient goed geventileerd te zijn.

7.Tijdens het opladen wordt de lader warm. Dit is normaal en duidt erop dat de lader goed werkt.

8.Tijdens het opladen mogen de accu en de lader niet worden afgedekt.

9.Zorg, dat de lader noch de accu worden blootgesteld aan vocht.

10.Vermijd extreme temperaturen.

11.De lader werkt niet in temperaturen onder het vriespunt of boven 40C.

12.Veroorzaak geen kortsluiting tussen de accupolen.

Algemene richtlijnen voor laadbare accu’s

1.Laadtijd bedraagt 24 uur.

2.Bij normaal gebruik wordt de accu opgeladen door de motor.

3.Om de accu in optimale conditie te houden, dient deze minstens één keer per 6 maanden te worden opgeladen.

4.Als de accu minder vaak wordt opgeladen, kan dit de levensduur nadelig beinvloeden.

5.Bescherm de voedingskabel. De accu mag nooit aan de elektrische kabel worden opgetild of gedragen.

6.Een oude accu die snel leegraakt nadat deze gedurende 24 uur is opgeladen, moet waarschijnlijk worden vervangen.

7.Probeer nooit de kast van de batterij te openen.

8.Reinig de accu uitsluitend met een zachte droge doek.

9.Reinig de accu nooit met een vochtige doek of met brandbare vloeistoffen zoals benzine, witte spiritus, oplosmiddelen, enz.

10.Gooi oude accu’s op juiste en veilige wijze weg.

9

 

NL

ONDERHOUD

De accu laden

1.Stop de grasmaaimachine.

2.Maak de bougiekabel los.

3.Verwijder de dop van het laadpunt aan de onderkant van de kabelbundel (fig. Z1).

4.Sluit de kabel van de lader aan op de aansluiting van de accukabelbundel.

5.Steek de stekker van de lader in een gewoon stopcontact.

6.De accu wordt nu geladen.

7.Laat de accu gedurende 24 uur opladen.

8.Als de accu is geladen, kan de lader uit het stopcontact en het laadpunt worden verwijderd.

9.Plaats de dop weer op het laadpunt.

10.De machine kan weer worden gebruikt.

Accu vervangen

1.De accu bevindt zich onder een dekplaat achter de motor (Z2).

2.Stop de grasmaaimachine en maak de bougiekabel los.

3.Verwijder de schroeven van de dekplaat (Z3).

4.Verwijder de dekplaat ( Z4) om de accu te kunnen verwijderen.

De accu laden

BELANGRIJK

Nieuwe accu’s moeten vóór gebruik eerst worden geladen.

Z1

Kabelbundel

Dop

Laadpunt

Plaats van de accu

Z2

plaats van

accu

Z3

Z4

Zorg, dat de lader en de accu niet worden blootgesteld aan vocht.

Het accu-pak kan worden vervangen door de accu uit zijn behuizing los te maken en het accu-pak vervolgens los te koppelen van de accukabels.

Aan het einde van het maaiseizoen

1.Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten, moeren of schroeven.

2.Reinig de maaimachine grondig.

3.Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw plaatselijke service-centrum, en laat daar indien noodzakelijk ook de benodigde serviceof reparatiewerkzaamheden uitvoeren.

4.Tap alle olie en benzine in de motor af.

De maaimachine opbergen

1.Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op.

2.Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om potentieel brandgevaar te vermijden.

3.Reinig uw maaimachine.

4.Berg de machine op een koele, droge plaats op waar de maaier niet kan worden beschadigd.

Verzorging

Schema voor motoronderhoud

Volg het schema van het aantal gebruiksuren of tijdsduur - welke het eerste van toepassing is. Indien de machine in ongunstige omstandigheden wordt gebruikt, dient het onderhoud eerder te worden uitgevoerd.

Eerste 5 uur - olie verversen.

Elke 5 uur of dagelijks - oliepeil controleren. Vingerbeveiliger reinigen. Reinigen om de geluiddemper.

Elke 25 uur of elk seizoen - olie verversen indien machine wordt gebruikt voor zware lading of bij hoge omgevingstemperaturen. Service uitvoeren aan luchtreiniger.

Elke 50 uur of elk seizoen - olie verversen. Vonkafleider inspecteren, indien van toepassing.

Elke 100 uur of elk seizoen - Koelsysteem reinigen*. Bougie vernieuwen.

*Bij stoffige omstandigheden, of als de machine langdurig wordt gebruikt voor hoog, droog gras en er veel stofen grasresten in de lucht zweven, dient dit vaker te worden uitgevoerd.

NL

 

10

ONDERHOUD

Storingen en oplossingen

Motor start niet

1.Controleer of de OPC-hendel in de startpositie staat.

2.Controleer of de bedieningshefboom in de stand RUN staat.

3.Controleer of de tank voldoende benzine bevat en of het luchtventiel in de tankdop niet is verstopt.

4.Verwijder de bougie en maak deze goed droog.

5.De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.

6.Controleer of de bout van het mes goed vastzit. Als de bout los zit, kunnen er startproblemen ontstaan.

7.Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de bougiekabel los te maken.

8.RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM.

Motor draait niet (uitsluitend elektrostart)

1.Controleer of de OPC-hendel in de startpositie staat.

2.Als de accu leeg is, kunt u de machine met de hand starten.

3.Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de bougiekabel los te maken.

4.RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM.

Motoronderhoud en garantie

Onvoldoende kracht in de motor en/of oververhitting

1.Controleer of de bedieningshefboom in de ‘normale’ stand staat.

2.Maak de bougiekabel los en laat de motor afkoelen.

3.Verwijder alle restanten gras die zich om de motor en luchtinlaten bevinden en aan de onderkant van het dek, zoals de uitwerpgoot en ventilator.

4.Reinig het luchtfilter (uw plaatselijke service-centrum kan een grondige reiniging voor u uitvoeren).

5.De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.

6.Als de motor nog steeds niet genoeg kracht heeft en/of oververhit raakt, dient u de bougiekabel onmiddellijk los te maken.

7.RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM.

Overmatige trilling

1.Maak de bougiekabel los.

2.Controleer of het mes goed is gemonteerd (zie pag. 9).

3.Als het snijblad is beschadigd of versleten, dient u een nieuw snijblad te plaatsen.

4.Als de trillingen hierdoor niet minder worden, dient u de bougiekabel onmiddellijk los te maken.

5.RAADPLEEG UW PLAATSELIJKE ERKENDE SERVICE-CENTRUM.

De motor die in uw grasmaaimachine is gemonteerd, valt onder garantie van de fabrikant van de motor. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met uw dealer (zie onderstaande gegevens).

Briggs en Stratton

U kunt de dichtstbijzijnde service-dealer voor Briggs en Stratton vinden in de Gouden Gids.

Aanbevelingen voor onderhoud

Tecumseh

Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Tecumseh service-dealers.

1.U wordt ten zeerste aangeraden uw product ten minste elke twaalf maanden een service-beurt te geven, vaker indien het beroepshalve veelvuldig wordt gebruikt.

2.Gebruik altijd uitsluitend originele reserveonderdelen.

3.De meeste erkende winkels hebben pakketten reserveonderdelen in voorraad.

4.Verdere reserveonderdelen kunnen worden verkregen door contact op te nemen met uw plaatselijke erkende service-centrum.

5.Indien uw machine een storing ontwikkeld, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke erkende service-centrum. Zorg wel, dat u de gegevens van het productlabel bij de hand hebt als u belt.

6.Indien er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door het service-centrum, is het belangrijk dat u de gehele machine bij het centrum brengt.

Als er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kunt u gewoonweg contact opnemen of een bezoekje afleggen aan het service-centrum.

Indien deze werkzaamheden onder uw garantie vallen, dient u het service-centrum een bewijs van aankoop te overhandigen.

Alle centra gebruiken alleen originele onderdelen. LET OP:

Andere onderhoudscentra werken uitsluitend namens zichzelf en zijn niet gemachtigd om verbindingen aan te gaan voor Electrolux Outdoor Products of Electrolux Outdoor Products op welke wijze dan ook (wettelijk) te verplichten.

11

 

NL

ONDERHOUD

Garantie en garantiebeleid

Indien een onderdeel binnen een jaar na de oorspronkelijke aankoop defect raakt door een fout in de fabricage, dan zal Electrolux Outdoor Products de reparatie of vervanging geheel gratis laten uitvoeren via de erkende serviceen reparatiecentra, op voorwaarde dat:

(a)de fout direct via de erkende reparateur is gemeld;

(b)de klant een bewijs van aankoop heeft overhandigd;

(c)het defect niet is veroorzaakt door fout gebruik, verwaarlozing of foute afstelling door de gebruiker;

(d)het defect niet het gevolg is van normale slijtage door gebruik;

(e)de machine niet is onderhouden of gerepareerd, uit elkaar gehaald of gemodificeerd door een persoon die hiervoor niet uitdrukkelijk is gemachtigd door Electrolux Outdoor Products;

(f)de machine niet is verhuurd;

(g)de machine in het bezit is van de oorspronkelijke eigenaar;

(h)de machine niet is gebruikt buiten het land dat oorspronkelijk is gespecificeerd;

(i)de machine niet voor commerciÎle doeleinden is gebruikt.

*Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijk geldende rechten als consument, en tasten uw rechten op geen enkele wijze aan.

Defecten die het gevolg zijn van de hieronder genoemde oorzaken vallen niet onder de garantie, en het is dan ook uiterst belangrijk dat u de instructies in de handleiding goed doorleest en het gebruik en onderhoud van de machine begrijpt.

Defecten die niet onder de garantie vallen:

*Vervanging van versleten mes

*Defecten die het gevolg zijn van het niet melden van een fout.

*Defecten die het gevolg zijn van een schok/stoot.

*Defecten die het gevolg zijn van gebruik dat afwijkt van de instructies en aanbevelingen in de handleiding.

*Machines die gebruikt zijn voor verhuur vallen niet onder de garantie.

*De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage en hun levensduur is afhankelijk van regelmatig onderhoud en vallen daarom gewoonlijk niet onder een garantieclaim:

Snijblad, aandrijfriem.

*Voorzichtig!

Electrolux Outdoor Products aanvaardt geen aansprakelijkheid onder de garantie voor defecten die geheel of gedeeltelijk, direct of indirect, het gevolg zijn van het monteren van vervangingsonderdelen of aanvullende onderdelen die niet zijn gemaakt noch zijn goedgekeurd door Electrolux Outdoor Products, of indien de machine op welke wijze dan ook is gemodificeerd.

INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU

De producten van Electrolux Outdoor Products worden geproduceerd volgens EMS (ISO 14001), waarbij, waar dit uitvoerbaar is, gebruik wordt gemaakt van componenten die zijn geproduceerd op de meest milieuvriendelijke manier volgens de werkijzen van het bedrijf en met de mogelijkheid om aan het einde van de levensduur van het product gerecycled te worden.

*De verpakking kan gerecycled worden en plasic componenten zijn van een label voorzien (voor zover dat mogelijk was) voor recycling op categorie.

*Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen bij het weggooien van een product aan het einde van de levensduur.

*Indien nodig, kunt u kontakt opnemen met de gemeentelijke autoriteit voor informatie over de

verwerking.

VERWERKING VAN ACCU’S

*De accu dient naar een erkend onderhoudsbedrijf of naar uw plaatselijke recyclingstation te worden gebracht.

Gooi lege accu’s NIET weg bij het huishoudelijk afval.

Loodzwavelzuuraccu’s kunnen schadelijk zijn voor het milieu en dienen te worden verwerkt via de erkende recyclingfaciliteit in overeenstemming met de Europese regelgeving.

Gooi een accu NIET weg in water.

NIET verbranden.

VERWERKING VAN BRANDSTOFFEN EN SMEEROLIËN

*Draag beschermende kleding wanneer u werkt met brandstoffen en smeeroliën.

*Voorkom contact met de huid.

*Verwijder benzine en machine-olie voordat u het product vervoert.

*Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit voor informatie over het dichtstbijzijnde recycling- /verwerkingsstation.

Gooi brandstoffen en oliën NIET weg met het huishoudelijk afval.

Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn schadelijk voor het milieu en dienen te worden verwerkt via de erkende recyclingfaciliteiten.

Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën

NIET weg in water.

NIET verbranden.

NL

 

12

SIKKERHET

Hvis denne gressklipperen ikke blir brukt riktig, kan den være farlig! Gressklipperen kan forårsake alvorlig skade på brukeren og andre. Advarslene må tas alvorlig og sikkerhetsreglene må følges nøye slik at det sørges for rimelig sikkerhet og effektivitet når klipperen er i bruk. Brukeren har ansvaret for å ta hensyn til advarslene og følge sikkerhetsanvisningene i denne bruksanvisning og de som finnes på etiketter på klipperen. Gressklipperen må aldri brukes uten at gressoppsamler, deksler eller andre vitale deler som fulgte med fra fabrikken er montert.

Forklaring av symboler på gressklipperen

Advarsel

STOP

Generelt

Les bruksanvisningen nøye for å være sikker på at du er kjent med samtlige betjeningsknapper og hvordan de virker.

Hold gressklipperen på bakken, hele tiden, mens du klipper. Hvis gressklipperen tippes eller løftes kan det medføre at steiner slynges ut.

Hold andre unna området der du klipper. Ikke klipp mens andre, særlig barn eller dyr, er i nærheten.

Vær forsiktig så ikke tær eller fingre skades. Hold hender og føtter unna den roterende kniven.

Tennplugghetten skal kobles fra tennpluggen før man skal utføre vedlikehold, rengjøring, justering eller la klipperen være uten tilsyn, selv for en kort stund.

Kniven forsetter å rotere en kort stund etter at maskinen er slått av.

Vent til samtlige av maskinens deler har stoppet helt før du berører dem.

1.La aldri barn eller noen som ikke er kjent med bruksanvisningen bruke gressklipperen. Lokale forskrifter kan begrense brukerens alder.

2.Gressklipperen skal kun brukes på den måten og til de oppgaver som står beskrevet i denne bruksanvisningen.

3.Gressklipperen må ikke brukes når du er trett, syk eller påvirket av alkohol eller medisiner.

4.Brukeren er ansvarlig for ulykker eller fare som andre personer eller deres eiendom utsettes for.

Drivstoff sikkerhet

ADVARSEL - Bensin er meget brannfarlig

-Bruk beskyttelsesklær når du håndterer drivstoff og smøremidler.

-Unngå kontakt med huden.

-Fjern (Tapp ut) bensin og motorolje før du transporterer produktet.

-Bensin skal oppbevares kjølig og i beholder som er godkjent for dette

-Det anbefales å bruke bensinkanne med helletut, da unngår man søl og rusk på tanken.

A.Klipperen er utstyrt med en 4-takts motor som går på ren bensin, ikke oljeblanding

- Det er intet krav til oktantall eller bly-innhold, men det anbefales 95-blyfri bensin

B.Miljøtilpasset 4-takts bensin kan brukes, selges hos faghandlere for skog og hage produkter. Fordelen

med miljøbensin er meget liten forurensing og at den kan lagres flere år.

-Bensin skal kun fylles opp utendørs og det må ikke røykes mens det tankes

-Tørk skitt og gressrester av tanklokket før det skrues av, dette for å forhindre at man får rusk i bensintanken

-Bensin må fylles FØR klipperen startes. Varmkjørt motor bør stå og kjølne 4-5 min. før bensinlokket tas av og ny bensin fylles på

-Hvis det søles bensin under fylling må det ikke gjøres forsøk på å starte klipperen før maskinen er flyttet bort fra der det ble sølt, og det må sørges for at det ikke oppstår muligheter for tenning før bensinen har fordampet

-Gammel bensin som er igjen fra sesongen før, eller drivstoff som har vært under oppbevaring over lang tid, bør ikke brukes. Unntak er miljøtilpasset bensin

-Samtlige lokk på bensintank og beholdere må settes forsvarlig på plass igjen

-Bensin bør oppbevares kjølig og unna åpen ild

-Forgasseren er forhåndsinnstilt og produsert uten justerbare dyser for å tilfredstille dagens krav til utslipp

-Bensin bør oppbevares kjølig, unna åpen ild.

Forberedelse

1.Bruk aldri en gressklipper mens du er barbeint eller har på deg åpne sandaler. Bruk alltid passende påkledning, hansker og kraftige sko.

2.Det anbefales ä bruke hørselvern.

3.Sørg for at det ikke ligger pinner, steiner, ben, ståltråd og avfall på plenen; de kan bli kastet omkring av kniven, dessuten kan vitale deler på klipperen bli skadet.

4.Før bruk bør det alltid foretas en inspeksjon for å kontrollere at kniv, knivbolt og andre roterende deler ikke er slitt eller skadet. Skift ut kniv og knivbolt hvis den er slitt eller skadet.

5.Skift ut mangelfulle lyddempere.

13

 

N

SIKKERHET

Bruk

1.Bruk ikke gressklipperen på et lukket området hvor eksosen kan samle seg opp.

2.Gressklipperen må kun brukes i dagslys eller god kunstig belysning.

3.Prøv å unngå å bruke gressklipperen i vått gress.

4.Vær forsiktig i vått gress, du kan gli og miste fotfestet.

5.Vær ekstra påpasselig med fotfeste i bakker og hellinger. Bruk sko som ikke sklir så lett

6.Klipp på tvers i bakker, aldri opp og ned

7.Utvis ekstrem forsiktighet når du skifter retning i bakker. Du må kun gå, aldri løpe.

8.Gressklipping i bratte skråninger og bakker kan være farlig! Det bør utvises ekstrem forsiktighet hvis klipperen skal brukes til dette.

9.Ikke gå baklengs når du klipper, du kan snuble og risikere å få føttene under klipperen. Du må kun gå, aldri løpe.

10.Dra minst mulig klipperen mot deg når du klipper gresset. Se punkt 9.

11.Stopp alltid av gressklipperen før du skyver klipperen over andre underlag enn gress.

12.Bruk aldri gressklipperen med deksler eller liknende som er skadd eller ikke er montert

13.Unngå å ruse motoren eller forandre på regulatorinnstillingene. For høy fart er farlig og reduserer motorens levetid.

14.Selvtrekk må være koblet fra når du starter gressklipperen

15.Start alltid gressklipperen med forsiktighet, med beina godt unna kniven.

16.Ikke vipp på gressklipperen når du starter klipperen.

17.Ha aldri hender eller føtter i nærheten av gresssjakten når motoren er i gang

18.Ikke løft eller bær gressklipperen mens motoren er i gang.

19. Tennpluggledningen kan være varm - vær forsiktig

20. Ikke forsøk å utføre vedlikehold på motoren når den er varm

21.Stopp motoren, koble fra tennpluggledningen og vent til kniven har sluttet å rotere :

-Før du lar gressklipperen være uten tilsyn, uansett tidsrom

-Før du fyller drivstoff

-Før du fjerner en blokkering

-Før du kontrollerer, gjør ren eller arbeider på maskinen

-Hvis du slår borti en gjenstand. Bruk ikke gressklipperen før du er sikker på at hele gressklipperen er i forsvarlig stand etter sammenstøtet

-Hvis gressklipperen begynner å vibrere unormalt er dette tegn på ubalanse i roterende deler. Klipperen bør kontrolleres av et serviceverksted før den brukes videre. Overdreven vibrasjon kan føre til skade.

22.Sett gassreguleringen på minimum og hvis motoren er utstyrt med stengekran for drivstoffet, skal den stenges når klippingen er ferdig

Vedlikehold og oppbevaring

1.Sørg for at alle muttere, bolter og skruer er trukket godt til. Dette for å være sikker på at klipperen er i forsvarlig driftsmessig stand.

2.Kontroller ofte at gresskurven/oppsamleren ikke er slitt eller skadet

3.Skift, for sikkerhet skyld, ut deler som er slitt eller skadet.

4.Bruk kun kniv, knivbolt og vifte som er spesifisert for dette produktet.

5.Klipperen må aldri oppbevares med drivstoff på tanken i rom eller bygninger hvor det kan være fare for at bensindampen kan komme i kontakt med åpen ild aller gnist.

6.La motoren bli avkjølt før den settes til oppbevaring på et tillukket sted.

7.For å redusere brannfaren må motoren, eksospotten og steder hvor drivstoffet flyter holdes rent for gress, blader og for mye smørefett

8.Hvis bensintanken skal tappes bør dette gjøres utendørs

9.Vær forsiktig når du justerer gressklipperen slik at fingrene ikke blir sittende fast mellom bevegelige og faste deler i maskinen.

N

 

14

MONTERING

 

 

 

 

 

 

 

 

Produktmerking

 

 

Ethvert produkt er identifisert med en

 

 

 

 

 

 

etikett i sølv og svart. For å være

 

 

 

 

 

 

sikker på at du har fullstendig

 

 

Produktnummer

 

A

 

Det er dessuten

 

 

Modellnummer

 

nyttig å notere

produktinformasjon når du trenger

 

 

 

dato og sted

deler eller råd fra forhandler eller

 

 

Serienummer

 

 

 

 

maskinen ble

verksted anbefaler vi at du noterer de

 

 

Innkjøpsdato

 

 

 

 

kjøpt før

opplysningene som er vist i fig. A, i

 

 

Innkjøpssted ..............................

 

garantikortet

rubrikken vi har satt av til dette.

 

•Vennligst behold kjøpsbevis/kvittering•

 

returneres.

 

 

 

 

 

Montering av hjul

 

 

 

 

1.

Velg ett av høydereguleringshullene

 

 

 

 

 

på monteringsplaten. Merk deg

(på de maskinene det er nødvendig)

 

 

hvilken høyde du valgte, alle fire

B1

 

B2

 

 

 

 

 

hjulene må ha samme høyde (B1)

 

 

 

 

 

2.

Skyv festebolten gjennom hullet i

 

 

 

 

 

 

 

 

hjulkapselen, hjulet og festeplaten

 

 

 

 

 

 

 

3.

Drei hjulkapselen med klokken til

 

 

 

 

 

 

 

 

hjulet er skikkelig festet til

 

 

 

 

 

 

 

 

klippedekselet (B2)

 

 

 

 

 

 

 

Nedre håndtak

 

 

 

 

 

 

 

1.

Hvis ditt produkt har spaker for

Håndtak

 

 

 

 

 

 

justering av klippehøyden (se

 

 

 

 

 

 

Justering), påse at spaken står i

C1

C2

 

 

D

 

 

høyeste klippehøyde før du følger

 

 

ALTERNATIV 1

2.

trinn 2 & 3.

 

 

 

 

 

 

 

Sett hver side av det nedre håndtaket

 

 

 

 

 

 

 

 

ned i dekslet, som vist i Fig. C1.

 

 

 

 

 

 

 

3.

Skyv hver side av håndtaket hardt ned

 

 

 

 

 

 

 

 

inntil det sitter ordentlig i dekslet (C2).

 

 

 

 

 

 

 

4.

Før skruen gjennom mutteren og inn i

 

 

 

 

 

 

 

 

hullene med en skrutrekker med

 

 

 

 

 

 

 

 

krysshode og fest den godt til dekslet,

E

ALTERNATIV 2

F

ALTERNATIV 3

G

nedre

 

som vist i Fig. C2.

 

 

 

 

 

 

 

håndtak

Øvre håndtak

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

Det øvre håndtaket festes til det

 

 

 

 

 

 

 

 

nedre, se en av alternativene ved

 

 

 

 

 

 

 

 

siden av (Fig. D, E eller F).

 

 

 

 

 

 

øvre håndtak

Justering av øvre håndtak (G)

Kabel for knivstopp

 

 

 

1.

Juster håndtaket til den mest

 

 

 

 

behagelige operatørstil-lingen, og

 

 

 

 

 

 

 

 

trekk til håndtakets justerings-anordning

H1

 

H2

 

 

 

 

 

(G) på begge sider av produktet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Montering av kabel for knivstopp

 

 

 

 

 

 

 

1.

Før kabelen inn i hullet på bøylen for

 

 

 

 

 

 

 

 

knivstopp (H1). Se BRUK

 

 

 

 

 

 

 

2.

Fest kabelen i hullet (H2)

 

 

 

 

 

 

 

3.

Fest kabelen på håndtaket med

 

 

 

 

 

 

 

 

kabelklemmene som følger med.

Montering av startsnoren

 

 

 

 

Sørg for at kabelen ikke kommer i

 

 

 

 

klem mellom håndtakene

J1

J2

15

Du må frigjøre knivbremsen ved å skyve bøylen mot håndtaket, før du drar ut startsnoren

Montering av startsnoren

1.Koble fra tennpluggledningen

2.Skyv bøylen for knivbrems mot håndtaket. For å frigjøre knivbremsen.

3.Trekk startsnoren helt ut (J1).

4.Før startsnoren inn i festet for startsnoren som er montert på håndtaket (J2).

N

ELECTROLUX 560 User Manual

 

Montering

 

Montering av gressoppsamleren - Plastboks

Plastboks

K2

1.

Sett de to

 

 

 

oppsamlerhalvpartene

 

 

 

sammen og trykk hver

 

 

 

styreknast (K1) inn i riktig

 

klemmer

 

stilling uten å feste

 

 

 

 

 

klemmene helt. Når

styreknast

 

 

styreknastene er korrekt

 

 

plassert, trykk

 

 

 

oppsamleren hardt

 

 

 

sammen inntil alle

 

 

 

klemmene er helt fastlåst

 

 

 

(K2).

 

 

2.

Når du skal feste

 

 

 

oppsamleren på

K3

K4

 

gressklipperen må du løfte

 

luken (K3) foran gress-

 

 

 

sjakten (påse at denne er

 

 

 

ren, uten blokkeringer)

 

 

3.

Sett gressoppsamleren på

 

 

 

de 2 plasseringspunktene

 

 

 

på baksiden av

 

 

 

klippedekselet (K3).

 

 

4.

Luken foran gress-sjakten

 

 

 

skal ligge oppå

 

 

 

oppsamleren. Sjekk at

 

 

 

oppsamleren er skikkelig

 

 

 

festet. (K4)

 

 

Demontering foregår i

 

 

 

motsatt rekkefølge .

 

 

Stoffpose

1.Sett ‘U’ rammen inn i toppdelen og vær sikker på at det lille metalløyet (L2) er riktig plassert (L3).

2.Fest ‘U’-rammen til stoffposen slik illustrert i fig L4.

4.Sett gressoppsamleren på de 2 plasseringspunktene på baksiden av klippedekselet (L5).

5.Luken foran gress-sjakten skal ligge oppå

oppsamleren. Sjekk at oppsamleren er skikkelig festet.

Demontering foregår i motsatt rekkefølge.

OBS! Påse at det ikke er noe mellomrom mellom luken foran gresssjakten og oppsamleren.

Hvis du ikke vil bruke oppsamleren eller det ikke er nødvendig kan du bruke klipperen uten. Sjekk at luken foran gresssjakten er skikkelig lukket

N

Montering av gressoppsamleren - Stoffpose

L1

lokk

 

stoffpose

 

‘U’-ramme

L2

L3

L4

L5

16

MOTORINSTRUKSJON

Olje og bensin

Olje

1.Oljenivået bør sjekkes med jevne mellomom, og i alle fall etter hver 5. time, brukstid.

2.Oljenivået skal holdes på FULL, merket på peilepinnen, etterfyll olje når det er nødvendig

3.Bruk SAE 30 4-takts olje, av god kvalitet.

4.Slik fyller du olje :

(a). Sørg for at det er rent rundt tanklokket. Skru opp tanklokket.

(b). Les av oljenivå på peilepinnen, fyll opp til merket FULL.

5.Olje skal skiftes første gang etter 5 timer brukstid. deretter skal oljen skiftes etter hver 25. timer brukstid.

6.Oljen må alltid skiftes når motoren er varm - men ikke så varm at du brenne deg. Vedlikehold bør ikke

utføres på en varm motor.

Bensin

1.Bruk ny blyfri bensin eller miljøtilpasset 4-takts bensin.

2.DET MÅ ALDRI BRUKES BLYBENSIN

Bruk av blybensin vil få eksosen til å ryke og vil gjøre uopprettelig skade på motorer med katalysator.

3.Tanken skal ikke fylles når motoren er varm.

4.Det må ikke røykes når tanken fylles.

5.Tanking må ikke forekomme mens motoren er i gang.

6.Sørg for at området rund tanklokket er rent før du åpner tanklokket. Dette for å forhindre at det kommer rusk på tanken.

7.Det anbefales at du bruker en kanne med helletut og med fordel filter når du tanker.

8.Tørk bort eventuelt søl før du starter.

Tecumseh Vantage

Slik fyller du olje

Oljenivå: 0,6 liter a. Skru av lokket på

oljetanken.

b. Husk å helle oljen sakte i. c. Fyll til øverste punkt i

oljetanken (M1).

d. Sett lokket tilbake på plass. Skru godt igjen.

Bytt olje etter de første 2

M1

Tecumseh

Vantage

timene gressklipperen er i bruk, og deretter etter hver 25. driftstime.

Tømming av olje.

M2

Kople fra tennpluggen og la

 

motorens eksos avkjøle

 

 

seg.

 

• Legg maskinen på siden

 

 

med eksosen øverst.

 

Ta ut dreneringspluggen.

 

 

(M2)

 

Plasser en egnet beholder under maskinen.

Snu maskinen tilbake på

hjulene og oljen vil tømmes ned i beholderen.

Slik starter du motoren

N

OBS! Når du starter motoren første gang, fyll på olje og bensin som anvist i avsnittet om olje og bensin

Primer betyr hjelpepumpe. Den sitter på forgasseren og er utformet som en gummiblære. Denne er en innretning som erstatter choke, og når man trykker på blæren trykkes bensin inn i forgasseren. Det er vanligvis ikke nødvendig å bruke primer ved varmstart men i kaldt vær kan det være nødvendig.

Start av Briggs & Stratton motorer

1.Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med dette) på FAST eller RUN, som illustrert i avsnittet om gasskontrollen.

2.Trykk hardt på primeren (Fig. N) fem ganger

3.Følg anvisningene i avsnittet om Bruk - Start og stopp av motoren.

4.Hvis motoren ikke starter etter at du har trukket i startsnoren tre ganger, trykk 3 ganger på primeren og gjenta trinn 3.

Start av Tecumseh motorer

1.Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med dette) på FAST eller RUN.

2.Trykk 3 ganger på primeren. vent ca. 2 sekunder mellom hver gang du trykker på primeren. I kaldt vær (13 grader eller under) trykk 5 ganger på primeren.

PRIMEREN MÅ IKKE BRUKES NÅR VARM MOTOR SKAL STARTES

Varmstart av motoren

1.Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med dette) på FAST eller RUN og trykk hardt på primeren 3 ganger før du starter. Hvis motoren stoppet fordi den gikk tom for bensin - fyll på bensin - trykk på primeren tre ganger

17

 

N

Loading...
+ 44 hidden pages