Let op: In deze handleiding worden verschillende producten
beschreven. U dient de handleiding dan ook in zijn geheel
grondig door te lezen voor identificatie, montage en het juiste
gebruik van de voorzieningen die van toepassing zijn op uw
Benzine Wielmaaier.
OBS! Denne håndboken omhandler ulike typer
gressklippere. Les bruksanvisningen nøye, slik at du kan
identifisere, montere og bruke den klipperen du har kjøpt.
Huom: Tämä käyttöohje kattaa useita tuotteita. Lue ohje
huolella, jotta varmasti tunnistat oman koneesi, osaat koota
sen ja voit hyvin käyttää leikkurisi ominaisuuksia hyódyesesi.
OBS: Denna handbok behandlar olika produkter. Läs
bruksanvisningen omsorgsfullt så att du har fullt klart för dig
vilken maskin det gäller, hur du sätter samman den och hur du
använder de olika funktionerna på din gräsklippare med hjul
och bensinmotor.
Bemærk: Denne manual gælder for flere forskellige
produkter. Læs brugsvejledningen nøje for at identificere,
samle og anvende de enheder, som er relevante for Deres
benzindrevne rotorplæneklipper.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Indien deze grasmaaimachine niet op de juiste wijze wordt gebruikt, kan de machine gevaar opleveren. De machine kan
ernstig letsel veroorzaken aan de bediener en omstanders; voor redelijke veiligheid en efficientie bij het gebruik van de
grasmaaier, dienen de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften nauwkeurig te worden opgevolgd. De bediener
draagt de verantwoordelijk voor het opvolgen van de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften, die in deze
handleiding en op de grasmaaimachine vermeld staan. De grasmaaimachine mag niet worden gebruikt als de door de
fabrikant geleverde grasopvangbak en beschermplaten niet in positie zijn gemonteerd.
Verklaring van de symbolen op de roterende
grasmaaimachine met benzinemotor
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de gebruiker
aandachtig door, zodat u volledig
vertrouwd bent met de verschillende
bedieningselementen en de werking
daarvan.
Zorg, dat de maaimachine tijdens het
maaien altijd in contact blijft met de
grond. Als de machine wordt opgetild of
gekanteld, kunnen er onder hoge
snelheid stenen naar buiten worden
geworpen.
Zorg, dat omstanders uit de buurt
blijven. Gebruik de maaimachine niet
als er zich mensen, en vooral kinderen
of huisdieren, op het te maaien terrein
bevinden.
Wees voorzichtig met uw voeten en
handen. Houd uw handen of voeten
veilig uit de buurt van het roterende mes
snijbladen.
Alvorens onderhoud uit te voeren aan
de machine of de machine te reinigen of
af te stellen, of wanneer de machine
gedurende langere tijd niet zal worden
gebruikt, dient de bougie te worden
verwijderd.
Het mes blijft nog een tijdje roteren
nadat de machine uitgeschakeld werd.
Wacht totdat alle machine-onderdelen
STOP
Algemeen
1. De grasmaaimachine mag nooit worden gebruikt door
kinderen of personen die niet op de hoogte zijn van de
instructies voor gebruik. Volgens plaatselijke
wettelijke voorschriften kan er een minimum leeftijd
van toepassing zijn voor bedieners van deze
machine.
volledig stilliggen voordat u ze aanraakt.
2. De grasmaaier is uitsluitend bestemd voor gebruik op
de wijze waarop en voor de doeleinden die in deze
instructies worden beschreven.
3. Gebruik de grasmaaier nooit als u moe, ziek of onder
invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen.
4. De bediener of gebruiker is aansprakelijk voor
eventuele ongevallen of gevaren die worden
veroorzaakt aan andere personen of hun eigendom.
Veiligheid van brandstof
WAARSCHUWING - benzine is uiterst brandbaar
- Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
- Voorkom contact met de huid.
- Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
- Benzine dient te worden bewaard in een speciaal
voor dit doel bestemde container. Over het
algemeen zijn plastic containers ongeschikt voor dit
doel.
- De tank dient altijd buitenshuis te worden bijgevuld
en er mag niet worden gerookt.
- De tank dient te worden bijgevuld VOORDAT de
motor wordt gestart. De tankdop mag nooit wordt
geopend en de tank mag ook niet worden bijgevuld
als de motor loopt of heet is.
- Indien er benzine wordt gemorst, mag de motor niet
worden gestart en dient de machine uit de buurt van
de gemorste vlek te worden geduwd; elke vorm van
ontsteking moet worden vermeden totdat de vlek
geheel is vervlogen.
- Zorg, dat de tankdop en dop van de container altijd
goed vast worden gedraaid.
- Voordat u de motor start, dient u de machine uit de
buurt te duwen van de plaats waar u de tank heeft
bijgevuld.
- Brandstof moet op een koele plaats worden
opgeslagen, uit de buurt van open vlammen.
Voorbereiding
1. Maai het gras nooit op blote voeten of met sandalen
aan. Draag altijd geschikte kleding, handschoenen en
stevige schoenen.
2. Het gebruik van oorbeschermers wordt aanbevolen.
3. Controleer, dat er geen stokken, botten, ijzerdraad en
rommel in het gras liggen; deze kunnen door het mes
onder hoge snelheid naar buiten worden geworpen.
4. Vóór gebruik dient u altijd te controleren of mes, bout
van dit mes en het maaimechanisme niet zijn
versleten of beschadigd. Om de juiste balans te
behouden, dient men bij vervanging van het mes altijd
de hele bevestigingsset te vervangen.
5. Vervang defecte geluiddempers.
1
NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik
1. Gebruik de machine niet in een afgesloten ruimte,
waar de uitlaatgassen (koolmonoxide) zich kunnen
ophopen.
2. Gebruik de maaimachine alleen bij daglicht of goed
kunstmatig licht.
3. Vermijd waar mogelijk gebruik van de machine als het
gras nat is.
4. Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt als het gras nat is.
5. Wees op hellingen extra voorzichtig dat u niet uitglijdt
en draag niet-slippend schoeisel.
6. Hellingen dienen altijd in overdwarse richting te
worden gemaaid, en niet van boven naar beneden of
andersom.
7. Wees uiterst voorzichtig wanneer u op een helling
van richting verandert.
8. Grasmaaien op hellingen en taluds kan gevaarlijk zijn.
Gebruik de grasmaaier niet op steile hellingen of
taluds.
9. Loop niet achteruit met de grasmaaier, omdat u dan
zou kunnen struikelen. Altijd lopen, nooit rennen.
10. Maai het gras nooit door de maaimachine naar u toe
te trekken.
11. Voordat de maaimachine over oppervlakken zonder
gras wordt geduwd en wanneer de machine naar en
van het te maaien terrein wordt vervoerd, dient de
motor te worden uitgeschakeld door de Operator
Presence Control (ofwel de OPC) uit te schakelen.
12. De machine mag niet worden gebruikt als de
beschermplaten beschadigd of afwezig zijn.
13. De motor mag niet te hard lopen en de instellingen
van de toerenregelaar mogen niet worden
gemodificeerd. Te hard rijden is gevaarlijk en verkort
de levensduur van de maaimachine.
14. Voordat de motor wordt gestart, dienen alle mes
aandrijfkoppelingen vrij te worden gezet.
15. De grasmaaier dient altijd voorzichtig te worden
gestart, waarbij u er vooral op let dat uw voeten uit de
buurt van de snijbladen blijven.
16. De grasmaaimachine mag
niet worden gekanteld bij het
starten van de motor.
17. Zorg, dat u uw handen uit de
buurt houdt van de
grasuitworp als de motor
loopt.
18. De maaimachine mag niet
worden opgetild of gedragen
met lopende motor.
19. De bougiekabel kan heet worden - wees voorzichtig.
20. Voer nooit onderhoud uit aan de machine als de
motor heet is.
21. Laat de OPC los om de motor te stoppen en wacht tot
het mes helemaal stilstaat:
- als u de machine enige tijd onbeheerd wilt
achterlaten;
- voordat u de benzinetank bijvult.
22. Laat de OPC los om de motor te
stoppen, wacht tot het mes
helemaal stilstaat en maak de
bougiekabel los:
- voordat u een verstopping verwijdert;
- voordat u controles, reiniging of onderhoud
uitvoert aan het apparaat;
- als u een vreemd voorwerp raakt. Gebruik de
machine niet totdat u zeker bent dat de hele
grasmaaimachine veilig is voor gebruik;
- als de maaimachine abnormaal trilt. U dient dit
onmiddellijk te controleren. Te grote trillingen
kan letsel veroorzaken.
23. Als u klaar bent met grasmaaien dient u gas te
verminderen om de motor uit te zetten en, indien de
machine is uitgerust met een afsluitklep, de brandstof
uit te zetten.
Onderhoud en opslag
1. Zorg, dat alle moeren, bouten en schroeven goed zijn
aangedraaid zodat de maaier altijd veilig kan worden
gebruikt.
2. Controleer de grasopvangbak/-zak regelmatig op
slijtage.
3. Vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk.
4. Gebruik voor vervanging uitsluitend originele, voor
deze machine bestemde snijbladen, bladbouten,
vulplaatjes en rotorbladen.
5. Zet de maaier nooit in een ruimte/gebouw waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met
open vuur of vonken als er nog benzine in de tank zit.
6. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat de
machine wordt opgeborgen in een afgesloten ruimte.
7. Om brandgevaar te vermijden, dienen de motor,
geluiddemper, accubak en de brandstoftank vrij te zijn
van gras, bladeren of overmatig veel vet.
8. Als de benzinetank moet worden geleegd, dient dit
buiten te gebeuren.
9. Wees voorzichtig bij het afstellen van de machine dat
uw vingers niet bekneld raken tussen bewegende
snijbladen en vaste onderdelen van de grasmaaier.
NL
2
MONTAGE-INSTRUCTIES
Productlabel
Productnummer.........................
A
Model.........................................
Serienr.......................................
Datum van aankoop...................
Plaats van aankoop...................
•Bewaren als bewijs van aankoop•
De wielen monteren (waar nodig)
B1B2
Handvaten
C1C2
E
F
SET 3SET 2
G
Remkabel
H1H2
Terugloop van het starterkoord
J1
J2
Voordat u aan het
starterkoord trekt,
moet u eerst de OPC
tegen de duwboom
aantrekken zodat de
rem van de motor af
is.
Maak tevens een
aantekening van
de datum en
plaats van
aankoop voordat u
de garantiekaart
terugstuurt.
SET 1
D
Onderste
handgreep
Bovenste
handgreep
Uw product bevat een zilver en zwart
label waarop de productklasse wordt
aangegeven. Maak een aantekening van
de informatie getoond in figuur A in de
hiervoor bestemde ruimte, zodat u over
volledige productinformatie beschikt
wanneer u een vervangingsonderdeel
bestelt, advies vraagt bij één van onze
erkende onderhoudscentra of contact
opneemt met onze klantenservice.
1. Kies in welk van de gaten in de
montageplaat u de wielen wilt monteren
en geef de positie hiervan aan, zodat alle
wielen in gelijke positie kunnen worden
afgesteld (B1).
2. Plaats de bevestigingsbout door het gat
in de wieldop en het wiel in het gekozen
gat in de montageplaat.
3. Draai de wieldop rechtsom totdat het
gehele wiel stevig en veilig vastzit (B2).
Onderste deel van handgreep
1. Als uw product is voorzien van afstelhendel
voor snijhoogte (zie Afstellen), moet de
hendel in de hoogste stand staan voordat u
stap 2 & 3 gaat uitvoeren.
2. Steek de uiteinden van de onderste
handgreep in het deck, zoals
geïllustreerd in afbeelding C1.
3. Duw beide zijden van de handgreep
stevig in het deck op hun plaats (C2).
4. Steek de schroef door de ring en in het
daarvoor bestemde gat en draai deze
met een Pozidrive-schroevendraaier in
het deck vast, zoals geïllustreerd in
afbeelding C2.
Bovenste deel van handgreep
1. Het bovenste deel van de handgreep
wordt aan het onderste deel
vastgemaakt met gebruik van één van de
drie mogelijke, bijgeleverde sets, zoals
getoond in figuur D, E en F.
Indien product is geleverd met
handgreepafstelling (G):
1. Stel de handgreep in op de meest
comfortabele gebruikspositie en draai de
stelschroeven (G) aan beide zijden weer vast.
Remkabel monteren
1. Voer de kabel in het gat in de OPChendel (H1). Zie GEBRUIK.
2. Vergrendel de kabel op zijn plaats (H2).
3. Monteer de kabels aan de handgrepen
met gebruik van de bijgeleverde
kabelverbindingen, waarbij u dient te
zorgen dat de kabels niet klem komen
zitten tussen de handgrepen.
Terugloop van het starterkoord
1. Maak de bougiekabel los.
2. Trek aan de OPC-hendel om de
motorrem los te koppelen.
3. Trek het starterkoord in de uiterste stand (J1).
4. Voer het snoer nu door de kabelgeleider
op de handgreep (J2).
te
3
NL
MONTAGE-INSTRUCTIES
aa
aa
aa
Plastic zak
1. Plaats de twee helften van
de grasopvangbak tegen
elkaar en druk elk
locatiepunt (K1) op zijn
plaats zonder
helemaal vast te zetten.
Pas wanneer de
locatiepunten in de juiste
stand staan, drukt u de
grasopvangbak stevig
samen totdat alle klemmen
stevig vastzitten. (K2)
2. Voordat u de grasbak op uw
maaier monteert, dient u de
veiligheidsklep (K3) op te
lichten en te controleren of de
grasuitworp vrij is van gras
en ander vuil.
3. Zet de geheel gemonteerde
grasopvangbak op de twee
montagepunten aan de
achterkant van het dek
(K3).
4. Plaats de veiligheidsklep
op de bovenkant van de
grasbak. Controleer, dat
de grasbak goed vastzit.
(K4)
* Voor verwijderen volgt u de
instructies in omgekeerde
volgorde.
Stoffen zak
1. Plaats het ‘U’-frame op de
bovenkant en zorg ervoor
dat de kleine metalen pin
(L2) goed op zijn plaats zit
(L3).
2. Bevestig ‘U’-frame aan de
stoffen zak zoals afgebeeld
in diagram L4.
3. Zet de geheel gemonteerde
grasopvangbak op de twee
montagepunten aan de
achterkant van het dek
(L5).
4. Plaats de veiligheidsklep
op de bovenkant van de
grasbak. Controleer, dat
de grasbak goed vastzit.
* Voor verwijderen volgt u de
instructies in omgekeerde
volgorde.
de klemmen
K1
locatiepunt
K3
Opgelet:-
Overtuig u
ervan dat er
geen opening
tussen de
beschermings
klep en de
grasbak is.
Indien
grasopvang
niet
noodzakelijk is
kunt u ook
gebruik maken
van de
grasmaaier
zonder de
grasbak. Zorg
ervoor dat de
beschermings
klep volledig
gesloten is.
Montage van grasopvangbak - Plastic zak
K2
klem
K4
Montage van grasopvangbak - Stoffen zak
L1
‘U’-frame
L2L3
L4L5
kap
stoffen zak
NL
4
Olie en benzine
MOTOR-INFORMATIE
Olie
1. Controleer het oliepeil regelmatig en na elke vijf
gebruiksuren.
2. Vul de olie bij indien noodzakelijk om het oliepeil op de
aanduiding FULL op de peilstok te houden.
3. Gebruik SAE 30 4-takt olie van goede kwaliteit.
4. Olie bijvullen:
a) Verwijder de oliedop.
b) Vul de tank tot de aanduiding FULL op de peilstok
wordt bereikt.
5. Ververs de olie na de eerste vijf gebruiksuren;
vervolgens dient de olie na elke 25 gebruiksuren te
worden ververst.
6. Ververs de olie altijd als de motor warm is, maar niet
heet - voer echter nooit onderhoud aan de machine uit
als de motor heet is.
Benzine
1. Gebruik nieuwe, standaard loodvrije benzine.
2. NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE GEBRUIKEN
Het gebruik van loodhoudende benzine zal de uitlaat
doen roken en zal motoren die zijn uitgerust met een
katalysator onherstelbaar beschadigen.
3. Vul de benzinetank nooit bij als de motor heet is.
4. Bij het vullen van de benzinetank mag niet worden
gerookt.
5. Vul de benzinetank nooit met lopende motor.
6. Veeg eerst alle gras en vuil van de dop van de
benzinetank voordat u deze verwijdert om te
voorkomen dat er vuil in de tank komt.
7. U wordt aanbevolen om de benzine door een trechter
met een filter in de tank te gieten.
8. Verwijder alle gemorste brandstof voordat de motor
wordt gestart.
Starten
N
Let op: Voordat de motor voor het eerst wordt gestart, dient u olie en benzine bij te vullenzoals beschreven in de bovenstaande sectie Olie en benzine.
Tecumseh Vantage
Olie bijvullen
● Inhoud olietank: 0,6 liter
a. De dop eraf schroeven
b. Niet vergeten de olie
langzaam in de tank te
gieten.
c. Tot op het overlooppunt
opvullen (M1).
d. De dop weer aanbrengen,
stevig aandraaien.
● De olie verversen na de eerste 2 uur en daarna elke 25
uur.
Olie aftappen
• Maak bougie los en laat de
motoruitlaat afkoelen.
• Zet de machine op zijn kant
met de uitlaat omhoog.
• Verwijder de aftapplug. (M2)
• Plaats een geschikt
opvangreservoir onder het
product.
• Zet de machine terug op zijn
wielen, zodat de olie wordt
afgetapt in het reservoir.
M1
Tecumseh
Vantage
M2
Als u met een warme motor start, is het gebruik van de opvoerpomp gewoonlijk overbodig.
Bij koudere temperaturen moet de pomp soms wel worden gebruikt.
Briggs en Stratton motoren
1. Duw de gasinstelling in de stand FAST of RUN, zoals
wordt beschreven in de sectie Gashendel.
2. Duw de opvoerknop (fig. N) vijf keer diep in.
3. Volg de instructies in de sectie Gebruik - aan- en
afzetten.
4. Als de motor na drie pogingen met het starterkoord
niet loopt, dient u de opvoerknop nog eens drie keer
in te drukken en vervolgens het bovenstaande punt 3
te herhalen.
De motor starten (Tecumseh)
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN.
2. Duw de opvoerknop drie keer in, ongeveer 2
seconden na elkaar. Bij koude temperaturen (13ºC of
lager) drukt u de knop vijf keer in.
BIJ EEN WARME MOTOR WORDT DE OPVOERKNOP
NIET GEBRUIKT.
De motor starten in het vervolg
1. Duw de gashendel in de stand FAST of RUN en duw
de opvoerknop drie keer stevig in voordat u de motor
start. (Als de machine zonder benzine is komen te
staan, dient u de tank bij te vullen en de opvoerknop
drie keer in te drukken.)
5NL
GEBRUIK
Nadat u uw benzine wielmaaier hebt gevuld met olie en benzine, kunt u de
motor starten zoals wordt beschreven in MOTORINFORMATIE.
DUWMACHINES
1. Sluit de bougiekabel aan.
2. Schuif de gashendel in de stand FAST.
3. Knijp de OPC-hendel in op de handgreep (O1) om
de rem los te zetten.
4. Trek de terugloopstarter helemaal naar u toe tot
het verste punt, duw de hendel dan langzaam
terug en trek de hendel vervolgens helemaal uit
(O2).
5. Laat de motor eerst 30 seconden lopen voordat u
de machine gebruikt.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de OPChendel los.
WEILAANDRIJVING (krachtaandrijving)
1. Volg de bovenstaande instructies voor
duwmachines.
2. Met gebruik van de hendel van de Powerdrive, die
zich bovenop de handgreep bevindt (O3), wordt de
aandrijving in- en uitgeschakeld.
3. Door de Powerdrive-hendel los te laten, wordt de
aandrijving automatisch uitgeschakeld.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPChendel.
Let op Het is mogelijk dat de bovenste handgrepen er
danders uitzien; de procedure blijft echter hetzelfde.
2 snelheidsstanden
Voordat u de motor de eerste keer start, dient u
ervoor te zorgen dat de achterwielen vrij kunnen
bewegen door de machine een paar keer naar voren
en naar achteren te bewegen zonder de
aandrijvingshendel (P1) te gebruiken. Terwijl u de
machine naar voren en naar achteren beweegt, zet u
de schakelaarhendel (P2) afwisselend op hoge of
lage snelheid. Als de achterwielen blokkeren, dient
de kabel te worden bijgesteld. Het bijstellen van de
kabel geschiedt door het naar links of naar rechts
draaien van de stelschroef (P3) totdat de machine
naar achteren kan worden getrokken zonder dat de
wielen geblokkeerd zijn.
STARTEN MET CONTACTSLEUTEL
1. Volg stap 1 t/m 3 voor duwmachines.
2. Draai de sleutel om en houd hem in deze stand
totdat de motor start (Q1 en Q2). Als u de sleutel
loslaat, keert deze weer in de normale positie
terug.
3. Als de motor niet aanslaat met de sleutel, kan het
zijn dat de accu moet worden opgeladen.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
Powerdrive-hendel los en vervolgens de OPChendel.
GASHENDEL (indien aanwezig)
1. In figuur R1 wordt de stand FAST (lopen)
getoond.
2. In figuur R2 wordt de stand SLOW (stationnair)
getoond.
Let op: De machine kan met de hand worden gestart door
stap 1 t/m 5 uit de sectie DUWEN uit te voeren.
Alleen voor machines met contactsleutel - de accu wordt
tijdens gebruik opgeladen door de motor.
Volg stap 2 en 3 uit de sectie Powerdrive als u de Powerdrive
wilt inschakelen.
Starten en uitschakelen
Duwmachines
O1
O2
Wielaandrijving
O3
Hendel
wielaandrijving
2 snelheidsstanden
P
3
Starten met startsleutel
Q1Q2
R1
R2
OPC - hendel
2
1
2
Gashendel
1
NL
6
GEBRUIK
Aan- en afzetten
Snijblad, rem, koppeling (ofwel SRK)
hendel voor
S1
wielaandrijving,
indien gemonteerd
Op SRK-modellen kan de motor blijven lopen als de rem aan staat.
Indien aanwezig, wordt de aandrijving ingeschakeld met de hefboom van de
Powerdrive, bovenop de handgreep (S3).
S2
S3
Gras maaien
T
Let op:
Zorg, dat u de maaimachine niet overbelast.
Als u lang, dik gras maait, kunt u overbelasting van
de motor verminderen en risico op beschadiging
van uw machine vermijden door de snijhoogte in te
stellen op de hoogste stand - zie Snijhoogte.
1. Sluit de bougiekabel aan.
2. Schuif de gashendel (indien de
machine hiermee is uitgerust) in
de stand FAST.
3. Trek de terugloopstarter
helemaal naar u toe tot het verste
punt, duw de hendel dan
langzaam terug en trek de
hendel vervolgens helemaal uit.
4. Laat de motor eerst 30 seconden
lopen voordat u de machine gaat
gebruiken.
5. Trek de SRK-arm naar de
handgreep (S2).
6. Houd de SRK-arm vast en duw
de SRK-besturingshefboom naar
voren totdat u een klik hoort (S3).
7. Laat de SRK-besturingshefboom
weer los.
8. Als de SRK-arm wordt losgelaten,
stopt het snijblad met ronddraaien.
Let op:
Als u de motor gedurende
langere tijd laat lopen zonder dat
het snijmes draait, kan de motor
oververhit raken.
Als u de machine wilt
uitschakelen, laat u de Powerdrive-
hendel los en vervolgens de BBCarm. Zet de gashendel vervolgens in
de stopstand.
1. Begin het gazon altijd vanaf de
buitenrand te maaien, en maai in
stroken telkens in tegengestelde
richting (T).
2. Maai het gras in het maaiseizoen
tweemaal per week. Het is niet
goed voor het gras als er in één
keer meer dan eenderde van de
lengte wordt afgesneden. Dit kan
tevens leiden tot een
verslechtering van het
verzamelen van het gras.
Kabel van de Powerdrive
U
Controleer dat de Powerdrive-kabel niet gedraaid
zit en vrij langs de handgrepen loopt.
7
1. Als de aandrijving niet werkt
wanneer de Powerdrive-hendel
in de richting van de handgreep
wordt getrokken, dient de
stelschroef linksom te wordt
gedraaid (U).
2. Als de aandrijving niet stopt
wanneer u de Powerdrive-hendel
loslaat, dient u de stelschroef in
tegenovergestelde richting te
draaien (U).
NL
Als uw model
grasmaaimachine wieldoppen
heeft, zoals getoond in fig. V1,
wordt de snijhoogte ingesteld
door stap V1 - V3 te volgen.
1. Verwijder het wiel door de
wieldop linksom te draaien
(V1) en op een ander gat te
zetten (V2). De wieldop wordt
rechtsom vastgedraaid (V3).
Stel de overige wielen op
dezelfde hoogte in.
AFSTELLING
Snijhoogte (door de wielen te verstellen)
Indien er op uw model hendels aan de wielen zitten, mogen de
wieldoppen niet worden verwijderd. In dit geval wordt de snijhoogte
ingesteld met gebruik van deze hendels.
Wiel verwijderenWiel verwijderenWiel verwijderen
V1V2
V3
Snijhoogte (met hendels)
Hefbomen voor snijhoogte
1. Als uw model
grasmaaimachine één of meer
hefbomen heeft voor instelling
van de snijhoogte (fig. W),
wordt de snijhoogte ingesteld
door de hendel uit de
instelsleuven te lichten en in de
gewenste stand te zetten (W1).
2. Als uw maaimachine over
meerdere hendels beschikt,
dienen deze allemaal in
dezelfde positie te worden
gezet (fig. W2 en W7).
Let op: uw roterende wielmaaier met
benzinemotor kan zijn uitgerust met
verschillende instellingen voor
snijhoogte.
•Maak bougie los en laat de
motoruitlaat afkoelen.
•Zet de machine op zijn kant
met de uitlaat omhoog.
1. Verwijder de restanten gras
onder het dek met een borstel
(X1).
2. Verwijder restanten gras uit
alle luchtinlaten, de
grasuitworp en de
grasopvangbak (X2) met
gebruik van een zachte
borstel.
3. Wrijf met een droge doek het
oppervlak van uw
maaimachine af.
NL
W1
Wiel met hendels
W2
Wiel met hendels
W3
Wiel met hendels
3
2
1
BELANGRIJK
Reinig uw maaimachine nooit met water. Gebruik ook geen chemische middelen,
inclusief benzine, of oplosmiddelen - deze kunnen de belangrijke plastic
onderdelen aantasten.
Laagste stand voor snijhoogte
Wiel met hendelsWiel met hendels
W4W5
Laagste stand voor snijhoogte
Wiel met hendels
W6
in het midden
Hoogste stand voor snijhoogte
Hoogste stand voor snijhoogte
W7
X2X1
Wiel met excentrisch
geplaatste hendels
Reinigen
8
ONDERHOUD
Snijmechanisme
Y1
Snijmechanisme - SRK
Y3
Y2
Let op
Als u een SRK-model
hebt, dienen beide
bouten van het
snijblad te worden
verwijderd.(Y3)
Wees altijd uiterst
'0'
voorzichtig met het
mes - de scherpe
randen kunnen letsel
veroorzaken.
DRAAG
HANDSCHOENEN
Ongeacht van de
conditie, dient het
metalen mes na 50
gebruiksuren - of 2
jaar, afhankelijk van
welke u het eerste
bereikt - te worden
vervangen.
Als het mes is
gebarsten of
beschadigd, dient dit
te worden vervangen
door een nieuw
snijblad.
Veiligheidsvoorschriften voor gebruik van de batterij
Veiligheidsprocedure voor het opladen van de
batterij
1. Controleer de kabel van de lader regelmatig op
tekenen van beschadiging of slijtage.
2. Gebruik de grasmaaier nooit als de kabel van de
lader niet in goede staat verkeert.
3. Probeer nooit andere producten op te laden met
de lader van dit apparaat.
4. Probeer deze accu nooit op te laden met de lader
van een ander apparaat.
5. De accu moet op een veilige plaats worden
opgeladen, waar niemand op de apparatuur kan
staan of erover kan struikelen.
6. De ruimte dient goed geventileerd te zijn.
7. Tijdens het opladen wordt de lader warm. Dit is
normaal en duidt erop dat de lader goed werkt.
8. Tijdens het opladen mogen de accu en de lader
niet worden afgedekt.
9. Zorg, dat de lader noch de accu worden
blootgesteld aan vocht.
10. Vermijd extreme temperaturen.
11. De lader werkt niet in temperaturen onder het
vriespunt of boven 40∞C.
12. Veroorzaak geen kortsluiting tussen de
accupolen.
Algemene richtlijnen voor laadbare accu’s
1. Laadtijd bedraagt 24 uur.
2. Bij normaal gebruik wordt de accu opgeladen door
de motor.
3. Om de accu in optimale conditie te houden, dient
deze minstens één keer per 6 maanden te worden
opgeladen.
4. Als de accu minder vaak wordt opgeladen, kan dit
de levensduur nadelig beinvloeden.
5. Bescherm de voedingskabel. De accu mag nooit
aan de elektrische kabel worden opgetild of
gedragen.
6. Een oude accu die snel leegraakt nadat deze
gedurende 24 uur is opgeladen, moet
waarschijnlijk worden vervangen.
7. Probeer nooit de kast van de batterij te openen.
8. Reinig de accu uitsluitend met een zachte droge
doek.
9. Reinig de accu nooit met een vochtige doek of met
brandbare vloeistoffen zoals benzine, witte
spiritus, oplosmiddelen, enz.
10. Gooi oude accu’s op juiste en veilige wijze weg.
Het mes verwijderen
•Maak bougie los en laat de
motoruitlaat afkoelen.
•Zet de machine op zijn kant
met de uitlaat omhoog.
1. Draai de bout van het mes
linksom los met een
steeksleutel (Y1).
2. Verwijder de mesbout, het
bladmes en de sluitring (Y2).
3. Controleer de onderdelen op
beschadiging, en reinig ze
indien noodzakelijk.
Het mes aanbrengen
1. Breng het mes aan zodat de
scherpe randen van de
machine af wijzen.
2. Plaats de mesbout door de
sluitring terug, er daarbij op
lettend dat de zijde op de
sluitring die voorzien is van
een ‘O’ van het mes weg is
gericht (Y2).
3. Houd het geheel goed vast en
draai de bout met een
steeksleutel stevig aan. Draai
de bout echter niet te vast.
9NL
ONDERHOUD
De accu laden
1. Stop de grasmaaimachine.
2. Maak de bougiekabel los.
3. Verwijder de dop van het
laadpunt aan de onderkant van
de kabelbundel (fig. Z1).
4. Sluit de kabel van de lader aan
op de aansluiting van de accukabelbundel.
5. Steek de stekker van de lader in
een gewoon stopcontact.
6. De accu wordt nu geladen.
7. Laat de accu gedurende 24 uur
opladen.
8. Als de accu is geladen, kan de
lader uit het stopcontact en het
laadpunt worden verwijderd.
9. Plaats de dop weer op het
laadpunt.
10.De machine kan weer worden
gebruikt.
Accu vervangen
1. De accu bevindt zich onder een
dekplaat achter de motor (Z2).
2. Stop de grasmaaimachine en
maak de bougiekabel los.
3. Verwijder de schroeven van de
dekplaat (Z3).
4. Verwijder de dekplaat ( Z4) om
de accu te kunnen verwijderen.
De accu laden
Z1
Kabelbundel
BELANGRIJK
Nieuwe accu’s moeten vóór
gebruik eerst worden
geladen.
Laadpunt
Plaats van de accu
Z2Z4Z3
plaats van
accu
Zorg, dat de lader en de accu niet worden blootgesteld aan vocht.
Het accu-pak kan worden vervangen door de accu uit zijn behuizing los te
maken en het accu-pak vervolgens los te koppelen van de accukabels.
Dop
Aan het einde van het maaiseizoen
1. Vervang, indien noodzakelijk, het mes en de bouten,
moeren of schroeven.
2. Reinig de maaimachine grondig.
3. Laat het luchtfilter grondig reinigen door uw
plaatselijke service-centrum, en laat daar indien
noodzakelijk ook de benodigde service- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren.
4. Tap alle olie en benzine in de motor af.
De maaimachine opbergen
1. Berg uw maaimachine nooit direct na gebruik op.
2. Wacht altijd tot de motor voldoende is afgekoeld om
potentieel brandgevaar te vermijden.
3. Reinig uw maaimachine.
4. Berg de machine op een koele, droge plaats op waar
de maaier niet kan worden beschadigd.
Verzorging
Schema voor motoronderhoud
Volg het schema van het aantal gebruiksuren of tijdsduur welke het eerste van toepassing is. Indien de machine in
ongunstige omstandigheden wordt gebruikt, dient het
onderhoud eerder te worden uitgevoerd.
Eerste 5 uur - olie verversen.
Elke 5 uur of dagelijks - oliepeil controleren.
Vingerbeveiliger reinigen. Reinigen om de geluiddemper.
Elke 25 uur of elk seizoen - olie verversen indien
machine wordt gebruikt voor zware lading of bij hoge
omgevingstemperaturen. Service uitvoeren aan
luchtreiniger.
Elke 50 uur of elk seizoen - olie verversen. Vonkafleider
inspecteren, indien van toepassing.
Elke 100 uur of elk seizoen - Koelsysteem reinigen*.
Bougie vernieuwen.
* Bij stoffige omstandigheden, of als de machine
langdurig wordt gebruikt voor hoog, droog gras en er
veel stof- en grasresten in de lucht zweven, dient dit
vaker te worden uitgevoerd.
10NL
ONDERHOUD
Storingen en oplossingen
Motor start niet
1. Controleer of de OPC-hendel in de startpositie
staat.
2. Controleer of de bedieningshefboom in de stand RUN
staat.
3. Controleer of de tank voldoende benzine bevat en of
het luchtventiel in de tankdop niet is verstopt.
4. Verwijder de bougie en maak deze goed droog.
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
6. Controleer of de bout van het mes goed vastzit. Als de
bout los zit, kunnen er startproblemen ontstaan.
7. Als de motor niet start, dient u onmiddellijk de
De motor die in uw grasmaaimachine is gemonteerd,
valt onder garantie van de fabrikant van de motor.
Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met
uw dealer (zie onderstaande gegevens).
Briggs en Stratton
U kunt de dichtstbijzijnde service-dealer voor Briggs en
Stratton vinden in de Gouden Gids.
Aanbevelingen voor onderhoud
Onvoldoende kracht in de motor en/of oververhitting
1. Controleer of de bedieningshefboom in de ‘normale’
stand staat.
2. Maak de bougiekabel los en laat de motor afkoelen.
3. Verwijder alle restanten gras die zich om de motor en
luchtinlaten bevinden en aan de onderkant van het
dek, zoals de uitwerpgoot en ventilator.
4. Reinig het luchtfilter (uw plaatselijke service-centrum
kan een grondige reiniging voor u uitvoeren).
5. De benzine is wellicht oud. Aftappen en vervangen.
6. Als de motor nog steeds niet genoeg kracht heeft
en/of oververhit raakt, dient u de bougiekabel
onmiddellijk los te maken.
Achterin dit boek vindt u een lijst van erkende Tecumseh
service-dealers.
1. U wordt ten zeerste aangeraden uw product ten
minste elke twaalf maanden een service-beurt te
geven, vaker indien het beroepshalve veelvuldig
wordt gebruikt.
2. Gebruik altijd uitsluitend originele reserveonderdelen.
3. De meeste erkende winkels hebben pakketten
reserveonderdelen in voorraad.
4. Verdere reserveonderdelen kunnen worden
verkregen door contact op te nemen met uw
plaatselijke erkende service-centrum.
5. Indien uw machine een storing ontwikkeld, kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke erkende
service-centrum. Zorg wel, dat u de gegevens van het
productlabel bij de hand hebt als u belt.
6. Indien er werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door het service-centrum, is het
belangrijk dat u de gehele machine bij het
centrum brengt.
Als er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, kunt u
gewoonweg contact opnemen of een bezoekje afleggen
aan het service-centrum.
Indien deze werkzaamheden onder uw garantie vallen,
dient u het service-centrum een bewijs van aankoop te
overhandigen.
Alle centra gebruiken alleen originele onderdelen.
LET OP:
Andere onderhoudscentra werken uitsluitend namens
zichzelf en zijn niet gemachtigd om verbindingen aan
te gaan voor Electrolux Outdoor Products of
Electrolux Outdoor Products op welke wijze dan ook
(wettelijk) te verplichten.
11NL
ONDERHOUD
Garantie en garantiebeleid
Indien een onderdeel binnen een jaar na de
oorspronkelijke aankoop defect raakt door een fout in de
fabricage, dan zal Electrolux Outdoor Products de
reparatie of vervanging geheel gratis laten uitvoeren via
de erkende service- en reparatiecentra, op voorwaarde
dat:
(a) de fout direct via de erkende reparateur is gemeld;
(b) de klant een bewijs van aankoop heeft overhandigd;
(c) het defect niet is veroorzaakt door fout gebruik,
verwaarlozing of foute afstelling door de gebruiker;
(d) het defect niet het gevolg is van normale slijtage door
gebruik;
(e) de machine niet is onderhouden of gerepareerd, uit
elkaar gehaald of gemodificeerd door een persoon
die hiervoor niet uitdrukkelijk is gemachtigd door
Electrolux Outdoor Products;
(f) de machine niet is verhuurd;
(g) de machine in het bezit is van de oorspronkelijke
eigenaar;
(h) de machine niet is gebruikt buiten het land dat
oorspronkelijk is gespecificeerd;
(i) de machine niet voor commerciÎle doeleinden is
gebruikt.
*Deze garantie is een aanvulling op uw wettelijk
geldende rechten als consument, en tasten uw
rechten op geen enkele wijze aan.
Defecten die het gevolg zijn van de hieronder genoemde
oorzaken vallen niet onder de garantie, en het is dan ook
uiterst belangrijk dat u de instructies in de handleiding
goed doorleest en het gebruik en onderhoud van de
machine begrijpt.
Defecten die niet onder de garantie vallen:
* Vervanging van versleten mes
* Defecten die het gevolg zijn van het niet melden van
een fout.
* Defecten die het gevolg zijn van een schok/stoot.
* Defecten die het gevolg zijn van gebruik dat afwijkt
van de instructies en aanbevelingen in de
handleiding.
* Machines die gebruikt zijn voor verhuur vallen niet
onder de garantie.
* De volgende onderdelen zijn onderhevig aan slijtage
en hun levensduur is afhankelijk van regelmatig
onderhoud en vallen daarom gewoonlijk niet onder
een garantieclaim:
Snijblad, aandrijfriem.
* Voorzichtig!
Electrolux Outdoor Products aanvaardt geen
aansprakelijkheid onder de garantie voor defecten die
geheel of gedeeltelijk, direct of indirect, het gevolg zijn
van het monteren van vervangingsonderdelen of
aanvullende onderdelen die niet zijn gemaakt noch
zijn goedgekeurd door Electrolux Outdoor Products,
of indien de machine op welke wijze dan ook is
gemodificeerd.
INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET MILIEU
De producten van Electrolux Outdoor Products worden
geproduceerd volgens EMS (ISO 14001), waarbij, waar dit
uitvoerbaar is, gebruik wordt gemaakt van componenten
die zijn geproduceerd op de meest milieuvriendelijke
manier volgens de werkijzen van het bedrijf en met de
mogelijkheid om aan het einde van de levensduur van het
product gerecycled te worden.
* De verpakking kan gerecycled worden en plasic
componenten zijn van een label voorzien (voor zover
dat mogelijk was) voor recycling op categorie.
* Milieubewuste overwegingen dienen mee te spelen
bij het weggooien van een product aan het einde van
de levensduur.
* Indien nodig, kunt u kontakt opnemen met de
gemeentelijke autoriteit voor informatie over de
verwerking.
VERWERKING VAN ACCU’S
* De accu dient naar een erkend onderhoudsbedrijf of
naar uw plaatselijke recyclingstation te worden
gebracht.
Gooi lege accu’s NIET weg bij het
huishoudelijk afval.
Loodzwavelzuuraccu’s kunnen schadelijk
zijn voor het milieu en dienen te worden
verwerkt via de erkende recyclingfaciliteit
in overeenstemming met de Europese
regelgeving.
Gooi een accu NIET weg in water.
NIET verbranden.
VERWERKING VAN BRANDSTOFFEN EN
SMEEROLIËN
* Draag beschermende kleding wanneer u werkt met
brandstoffen en smeeroliën.
* Voorkom contact met de huid.
* Verwijder benzine en machine-olie voordat u het
product vervoert.
* Neem contact op met de gemeentelijke autoriteit voor
informatie over het dichtstbijzijnde recycling-
/verwerkingsstation.
Gooi brandstoffen en oliën NIET weg
met het huishoudelijk afval.
Afgewerkte brandstoffen of oliën zijn
schadelijk voor het milieu en dienen te
worden verwerkt via de erkende
recyclingfaciliteiten.
Gooi afgewerkte brandstoffen of oliën
NIET weg in water.
NIET verbranden.
12NL
SIKKERHET
Hvis denne gressklipperen ikke blir brukt riktig, kan den være farlig! Gressklipperen kan forårsake alvorlig skade
på brukeren og andre. Advarslene må tas alvorlig og sikkerhetsreglene må følges nøye slik at det sørges for
rimelig sikkerhet og effektivitet når klipperen er i bruk. Brukeren har ansvaret for å ta hensyn til advarslene og
følge sikkerhetsanvisningene i denne bruksanvisning og de som finnes på etiketter på klipperen.
Gressklipperen må aldri brukes uten at gressoppsamler, deksler eller andre vitale deler som fulgte med fra
fabrikken er montert.
Forklaring av symboler på gressklipperen
Advarsel
Les bruksanvisningen nøye for å være
sikker på at du er kjent med samtlige
betjeningsknapper og hvordan de
virker.
Hold gressklipperen på bakken, hele
tiden, mens du klipper. Hvis
gressklipperen tippes eller løftes kan
det medføre at steiner slynges ut.
Hold andre unna området der du
klipper. Ikke klipp mens andre, særlig
barn eller dyr, er i nærheten.
Vær forsiktig så ikke tær eller fingre
skades. Hold hender og føtter unna
den roterende kniven.
Tennplugghetten skal kobles fra
tennpluggen før man skal utføre
vedlikehold, rengjøring, justering eller la
klipperen være uten tilsyn, selv for en
kort stund.
Kniven forsetter å rotere en kort stund
etter at maskinen er slått av.
Vent til samtlige av maskinens deler har
STOP
Generelt
1. La aldri barn eller noen som ikke er kjent med
bruksanvisningen bruke gressklipperen. Lokale
forskrifter kan begrense brukerens alder.
2. Gressklipperen skal kun brukes på den måten og til
de oppgaver som står beskrevet i denne
bruksanvisningen.
3. Gressklipperen må ikke brukes når du er trett, syk
eller påvirket av alkohol eller medisiner.
4. Brukeren er ansvarlig for ulykker eller fare som andre
personer eller deres eiendom utsettes for.
stoppet helt før du berører dem.
Drivstoff sikkerhet
ADVARSEL - Bensin er meget brannfarlig
- Bruk beskyttelsesklær når du håndterer drivstoff og
smøremidler.
- Unngå kontakt med huden.
- Fjern (Tapp ut) bensin og motorolje før du
transporterer produktet.
- Bensin skal oppbevares kjølig og i beholder som er
godkjent for dette
- Det anbefales å bruke bensinkanne med helletut, da
unngår man søl og rusk på tanken.
A. Klipperen er utstyrt med en 4-takts motor som går
på ren bensin, ikke oljeblanding
- Det er intet krav til oktantall eller bly-innhold, men
det anbefales 95-blyfri bensin
B. Miljøtilpasset 4-takts bensin kan brukes, selges hos
faghandlere for skog og hage produkter. Fordelen
med miljøbensin er meget liten forurensing og at
den kan lagres flere år.
- Bensin skal kun fylles opp utendørs og det må ikke
røykes mens det tankes
- Tørk skitt og gressrester av tanklokket før det skrues
av, dette for å forhindre at man får rusk i
bensintanken
- Bensin må fylles FØR klipperen startes. Varmkjørt
motor bør stå og kjølne 4-5 min. før bensinlokket tas
av og ny bensin fylles på
- Hvis det søles bensin under fylling må det ikke
gjøres forsøk på å starte klipperen før maskinen er
flyttet bort fra der det ble sølt, og det må sørges for
at det ikke oppstår muligheter for tenning før
bensinen har fordampet
- Gammel bensin som er igjen fra sesongen før, eller
drivstoff som har vært under oppbevaring over lang
tid, bør ikke brukes. Unntak er miljøtilpasset bensin
- Samtlige lokk på bensintank og beholdere må settes
forsvarlig på plass igjen
- Bensin bør oppbevares kjølig og unna åpen ild
- Forgasseren er forhåndsinnstilt og produsert uten
justerbare dyser for å tilfredstille dagens krav til
utslipp
- Bensin bør oppbevares kjølig, unna åpen ild.
Forberedelse
1. Bruk aldri en gressklipper mens du er barbeint eller
har på deg åpne sandaler. Bruk alltid passende
påkledning, hansker og kraftige sko.
2. Det anbefales ä bruke hørselvern.
3. Sørg for at det ikke ligger pinner, steiner, ben, ståltråd
og avfall på plenen; de kan bli kastet omkring av
kniven, dessuten kan vitale deler på klipperen bli
skadet.
4. Før bruk bør det alltid foretas en inspeksjon for å
kontrollere at kniv, knivbolt og andre roterende deler
ikke er slitt eller skadet. Skift ut kniv og knivbolt hvis
den er slitt eller skadet.
5. Skift ut mangelfulle lyddempere.
13
N
SIKKERHET
Bruk
1. Bruk ikke gressklipperen på et lukket området
hvor eksosen kan samle seg opp.
2. Gressklipperen må kun brukes i dagslys eller god
kunstig belysning.
3. Prøv å unngå å bruke gressklipperen i vått gress.
4. Vær forsiktig i vått gress, du kan gli og miste
fotfestet.
5. Vær ekstra påpasselig med fotfeste i bakker og
hellinger. Bruk sko som ikke sklir så lett
6. Klipp på tvers i bakker, aldri opp og ned
7. Utvis ekstrem forsiktighet når du skifter retning i
bakker. Du må kun gå, aldri løpe.
8. Gressklipping i bratte skråninger og bakker kan
være farlig! Det bør utvises ekstrem forsiktighet
hvis klipperen skal brukes til dette.
9. Ikke gå baklengs når du klipper, du kan snuble og
risikere å få føttene under klipperen. Du må kun
gå, aldri løpe.
10. Dra minst mulig klipperen mot deg når du klipper
gresset. Se punkt 9.
11. Stopp alltid av gressklipperen før du skyver
klipperen over andre underlag enn gress.
12. Bruk aldri gressklipperen med deksler eller
liknende som er skadd eller ikke er montert
13. Unngå å ruse motoren eller forandre på
regulatorinnstillingene. For høy fart er farlig og
reduserer motorens levetid.
14. Selvtrekk må være koblet fra når du starter
gressklipperen
15. Start alltid gressklipperen med forsiktighet, med
beina godt unna kniven.
16. Ikke vipp på gressklipperen når du starter
klipperen.
17. Ha aldri hender eller føtter i nærheten av gresssjakten når motoren er i gang
18. Ikke løft eller bær gressklipperen mens motoren
er i gang.
19. Tennpluggledningen kan
være varm - vær forsiktig
20. Ikke forsøk å utføre
vedlikehold på motoren når
den er varm
21. Stopp motoren, koble fra
tennpluggledningen og vent til
kniven har sluttet å rotere :
- Før du lar gressklipperen være uten tilsyn,
uansett tidsrom
- Før du fyller drivstoff
- Før du fjerner en blokkering
- Før du kontrollerer, gjør ren eller arbeider
på maskinen
- Hvis du slår borti en gjenstand. Bruk ikke
gressklipperen før du er sikker på at hele
gressklipperen er i forsvarlig stand etter
sammenstøtet
- Hvis gressklipperen begynner å vibrere
unormalt er dette tegn på ubalanse i
roterende deler. Klipperen bør kontrolleres
av et serviceverksted før den brukes videre.
Overdreven vibrasjon kan føre til skade.
22. Sett gassreguleringen på minimum og hvis
motoren er utstyrt med stengekran for drivstoffet,
skal den stenges når klippingen er ferdig
Vedlikehold og oppbevaring
1. Sørg for at alle muttere, bolter og skruer er trukket
godt til. Dette for å være sikker på at klipperen er i
forsvarlig driftsmessig stand.
2. Kontroller ofte at gresskurven/oppsamleren ikke
er slitt eller skadet
3. Skift, for sikkerhet skyld, ut deler som er slitt eller
skadet.
4. Bruk kun kniv, knivbolt og vifte som er spesifisert
for dette produktet.
5. Klipperen må aldri oppbevares med drivstoff på
tanken i rom eller bygninger hvor det kan være
fare for at bensindampen kan komme i kontakt
med åpen ild aller gnist.
6. La motoren bli avkjølt før den settes til
oppbevaring på et tillukket sted.
7. For å redusere brannfaren må motoren,
eksospotten og steder hvor drivstoffet flyter
holdes rent for gress, blader og for mye smørefett
8. Hvis bensintanken skal tappes bør dette gjøres
utendørs
9. Vær forsiktig når du justerer gressklipperen slik at
fingrene ikke blir sittende fast mellom bevegelige
og faste deler i maskinen.
N
14
MONTERING
Produktmerking
Produktnummer.........................
A
Modellnummer...........................
Serienummer.............................
Innkjøpsdato..............................
Innkjøpssted..............................
•Vennligst behold kjøpsbevis/kvittering•
Montering av hjul
(på de maskinene det er nødvendig)
B1B2
Håndtak
C1C2
ALTERNATIV
EG
2
F
ALTERNATIV
3
Kabel for knivstopp
H1H2
Montering av startsnoren
J1
J2
Du må frigjøre
knivbremsen ved
å skyve bøylen
mot håndtaket,
før du drar ut
startsnoren
15
Det er dessuten
nyttig å notere
dato og sted
maskinen ble
kjøpt før
garantikortet
returneres.
ALTERNATIV 1
D
nedre
h
å
ndtak
ø
vre håndtak
Ethvert produkt er identifisert med en
etikett i sølv og svart. For å være
sikker på at du har fullstendig
produktinformasjon når du trenger
deler eller råd fra forhandler eller
verksted anbefaler vi at du noterer de
opplysningene som er vist i fig. A, i
rubrikken vi har satt av til dette.
1. Velg ett av høydereguleringshullene
på monteringsplaten. Merk deg
hvilken høyde du valgte, alle fire
hjulene må ha samme høyde (B1)
2. Skyv festebolten gjennom hullet i
hjulkapselen, hjulet og festeplaten
3. Drei hjulkapselen med klokken til
hjulet er skikkelig festet til
klippedekselet (B2)
Nedre håndtak
1. Hvis ditt produkt har spaker forjustering av klippehøyden (se
Justering), påse at spaken står i
høyeste klippehøyde før du følger
trinn 2 & 3.
2. Sett hver side av det nedre håndtaket
ned i dekslet, som vist i Fig. C1.
3. Skyv hver side av håndtaket hardt ned
inntil det sitter ordentlig i dekslet (C2).
4. Før skruen gjennom mutteren og inn i
hullene med en skrutrekker med
krysshode og fest den godt til dekslet,
som vist i Fig. C2.
Øvre håndtak
1. Det øvre håndtaket festes til det
nedre, se en av alternativene ved
siden av (Fig. D, E eller F).
Justering av øvre håndtak (G)
1. Juster håndtaket til den mest
behagelige operatørstil-lingen, og
trekk til håndtakets justerings-anordning
(G) på begge sider av produktet.
Montering av kabel for knivstopp
1. Før kabelen inn i hullet på bøylen for
knivstopp (H1). Se BRUK
2. Fest kabelen i hullet (H2)
3. Fest kabelen på håndtaket med
kabelklemmene som følger med.
Sørg for at kabelen ikke kommer i
klem mellom håndtakene
Montering av startsnoren
1. Koble fra tennpluggledningen
2. Skyv bøylen for knivbrems mot
håndtaket. For å frigjøre
knivbremsen.
3. Trekk startsnoren helt ut (J1).
4. Før startsnoren inn i festet for
startsnoren som er montert på
håndtaket (J2).
N
Plastboks
aa
aa
aa
1. Sett de to
oppsamlerhalvpartene
sammen og trykk hver
styreknast (K1) inn i riktig
stilling uten
klemmene helt. Når
styreknastene er korrekt
plassert, trykk
oppsamleren hardt
sammen inntil alle
klemmene er helt fastlåst
(K2).
2. Når du skal feste
oppsamleren på
gressklipperen må du løfte
luken (K3) foran gresssjakten (påse at denne er
ren, uten blokkeringer)
3. Sett gressoppsamleren på
de 2 plasseringspunktene
på baksiden av
klippedekselet (K3).
4. Luken foran gress-sjakten
skal ligge oppå
oppsamleren. Sjekk at
oppsamleren er skikkelig
festet. (K4)
• Demontering foregår i
motsatt rekkefølge .
å feste
K1
styreknast
K3
Montering
Montering av gressoppsamleren - Plastboks
K2
klemmer
K4
Montering av gressoppsamleren - Stoffpose
OBS! Påse at
det ikke er noe
Stoffpose
1. Sett ‘U’ rammen inn i
toppdelen og vær sikker på
at det lille metalløyet (L2)
er riktig plassert (L3).
2. Fest ‘U’-rammen til
stoffposen slik illustrert i figL4.
4. Sett gressoppsamleren på
de 2 plasseringspunktene
på baksiden av
klippedekselet (L5).
5. Luken foran gress-sjakten
skal ligge oppå
oppsamleren. Sjekk at
oppsamleren er skikkelig
festet.
• Demontering foregår i
motsatt rekkefølge.
N
mellomrom
mellom luken
foran gresssjakten og
oppsamleren.
Hvis du ikke vil
bruke
oppsamleren
eller det ikke er
nødvendig kan
du bruke
klipperen uten.
Sjekk at luken
foran gresssjakten er
skikkelig lukket
L1
‘U’-ramme
L2L3
L4L5
lokk
stoffpose
16
Olje og bensin
MOTORINSTRUKSJON
Olje
1. Oljenivået bør sjekkes med jevne mellomom, og i alle
fall etter hver 5. time, brukstid.
2. Oljenivået skal holdes på FULL, merket på
peilepinnen, etterfyll olje når det er nødvendig
3. Bruk SAE 30 4-takts olje, av god kvalitet.
4. Slik fyller du olje :
(a). Sørg for at det er rent rundt tanklokket. Skru opp
tanklokket.
(b). Les av oljenivå på peilepinnen, fyll opp til merket
FULL.
5. Olje skal skiftes første gang etter 5 timer brukstid.
deretter skal oljen skiftes etter hver 25. timer brukstid.
6. Oljen må alltid skiftes når motoren er varm - men ikke
så varm at du brenne deg. Vedlikehold bør ikke
utføres på en varm motor.
Bensin
1. Bruk ny blyfri bensin eller miljøtilpasset 4-takts
bensin.
2. DET MÅ ALDRI BRUKES BLYBENSIN
Bruk av blybensin vil få eksosen til å ryke og vil
gjøre uopprettelig skade på motorer med
katalysator.
3. Tanken skal ikke fylles når motoren er varm.
4. Det må ikke røykes når tanken fylles.
5. Tanking må ikke forekomme mens motoren er i gang.
6. Sørg for at området rund tanklokket er rent før du
åpner tanklokket. Dette for å forhindre at det kommer
rusk på tanken.
7. Det anbefales at du bruker en kanne med helletut og
med fordel filter når du tanker.
8. Tørk bort eventuelt søl før du starter.
Slik starter du motoren
N
Start av Briggs & Stratton motorer
1. Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med
dette) på FAST eller RUN, som illustrert i avsnittet
om gasskontrollen.
2. Trykk hardt på primeren (Fig. N)fem ganger
3. Følg anvisningene i avsnittet om Bruk - Start og
stopp av motoren.
4. Hvis motoren ikke starter etter at du har trukket i
startsnoren tre ganger, trykk 3 ganger på primeren
og gjenta trinn 3.
Start av Tecumseh motorer
1. Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med
dette) på FAST eller RUN.
2. Trykk 3 ganger på primeren. vent ca. 2 sekunder
mellom hver gang du trykker på primeren. I kaldt
vær (13 grader eller under) trykk 5 ganger på
primeren.
OBS! Når du starter motoren første gang, fyll på olje og bensin som anvist i avsnittet
om olje og bensin
Primer betyr hjelpepumpe. Den sitter på forgasseren og er utformet som en
gummiblære. Denne er en innretning som erstatter choke, og når man trykker på
blæren trykkes bensin inn i forgasseren. Det er vanligvis ikke nødvendig å bruke
primer ved varmstart men i kaldt vær kan det være nødvendig.
Tecumseh Vantage
Slik fyller du olje
● Oljenivå: 0,6 liter
a. Skru av lokket på
oljetanken.
b. Husk å helle oljen sakte i.
c. Fyll til øverste punkt i
oljetanken (M1).
d. Sett lokket tilbake på plass.
Skru godt igjen.
● Bytt olje etter de første 2
timene gressklipperen er i bruk, og deretter etter hver
25. driftstime.
Tømming av olje.
• Kople fra tennpluggen og la
motorens eksos avkjøle
seg.
• Legg maskinen på siden
med eksosen øverst.
• Ta ut dreneringspluggen.
(M2)
• Plasser en egnet beholder
under maskinen.
• Snu maskinen tilbake på
hjulene og oljen vil tømmes ned i beholderen.
PRIMEREN MÅ IKKE BRUKES NÅR VARM MOTOR
SKAL STARTES
Varmstart av motoren
1. Sett gasskontrollen (hvis klipperen er utstyrt med
dette) på FAST eller RUN og trykk hardt på
primeren 3 ganger før du starter. Hvis motoren
stoppet fordi den gikk tom for bensin - fyll på bensin
- trykk på primeren tre ganger
M1
Tecumseh
Vantage
M2
17N
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.