Welkom in de club van de Ducati-liefhebbers, u heeft een
bijzonder goede keuze gemaakt. Wij denken dat u deze
nieuwe Ducati niet alleen als normaal vervoermiddel zal
gebruiken, maar ook voor lange reizen. Ducati Motor Holding
S.p.A. wenst u dan ook veel rijplezier toe.
Omdat wij ons altijd inspannen voor een steeds betere
service, raadt Ducati Motor Holding S.p.A. u aan deze
eenvoudige voorschriften zorgvuldig na te leven, met name
de voorschriften voor het inrijden van de motorfiets. Alleen
op die manier kunt u zeker altijd van uw Ducati genieten.
Voor reparaties en advies kunt u contact opnemen met één
van onze erkende servicecentra.
Wij hebben nu ook een infodienst voor alle Ducatiliefhebbers die u altijd te woord staat voor tips en nuttige
raadgevingen.
Veel rijplezier!
Opmerkingen
Ducati Motor Holding S.p.A. kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele fouten die zijn gemaakt
tijdens het samenstellen van deze gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen. Alle informatie in deze handleiding
is bijgewerkt tot op de publicatiedatum. Ducati Motor
Holding S.p.A. behoudt zich het recht voor alle wijzigingen
aan te brengen die de technische evolutie van haar
producten noodzakelijk maken.
Gebruik voor de veiligheid, garantie, betrouwbaarheid en de
waarde van uw Ducati motorfiets alleen originele onderdelen
van Ducati.
Opgelet
Deze handleiding maakt integraal deel uit van de
motorfiets en dienen aan de nieuwe eigenaar te worden
overhandigd als de motor wordt verkocht.
NL
3
Inhoud
Aanwijzingen van algemene aard 6
NL
Garantie 6
Symbolen 6
Nuttige informatie voor veilig reizen 7
Rijden met volle bepakking 8
Identificatiegegevens van de motorfiets 9
Bedieningsorganen 10
Plaats van de bedieningsorganen op de motorfiets 10
Dashboard 11
LCD - Belangrijkste functies 13
LCD - Parameters programmeren en weergeven 15
Antidiefstalsysteem 35
Code card 36
Procedure deblokkering immobilizer 37
De sleutels laten bijmaken 39
Contactschakelaar en stuurslot
Stuurschakelaar links
De koppelingshendel
De stuurschakelaar rechts 43
4142
4
40
De gashendel 43
De remhendel van de voorrem
Het pedaal voor de achterrem
Het versnellingspedaal 45
De stand van het koppelingspedaal en de achterrem 46
44
45
Belangrijkste elementen en
mechanismen 48
Plaats van deze elementen op de motorfiets 48
Dop op de brandstoftank 49
Opening zadel 50
Opening opbergvak 51
Zijstandaard 52
Regelknoppen op de voorvork 53
De achterste schokdemper afstellen 55
Het afstellen van de achteruitkijkspiegels. 56
De stuurhoek van de motorfiets wijzigen (1100S) 57
Gebruiksvoorschriften 59
Voorzorgsmaatregelen tijdens de inrijperiode 59
Controleren voor het starten 61
De motor aanzetten 62
De motorfiets starten en ermee rijden 64
Remmen 64
De motorfiets stilzetten 65
Parkeren 65
Tanken 66
Bijgeleverde accessoires
67
Belangrijkste gebruiks- en
onderhoudswerkzaamheden 68
Delen van het frame demonteren 68
Het peil van de remvloeistof en de koppelingsolie
controleren 70
Controle van de slijtage van de remblokken
De scharnierpunten smeren 73
Regeling van de vrije slag van de gashendel 74
De accu opladen 75
Controle van de spanning van de aandrijfketting 76
De ketting smeren 77
Het vervangen van de lampjes van de koplampen 78
Het vervangen van de lampen van de achterste
richtingaanwijzers 80
Vervanging lampjes kentekenverlichting 81
De hoogte van de koplamp afstellen
Tubeless banden 84
Het motoroliepeil controleren
De bougies reinigen en vervangen 87
De motor reinigen 88
De motor een lange tijd niet gebruiken 89
Belangrijke waarschuwingen 89
86
72
82
Onderhoud 90
Geprogrammeerd onderhoudsplan: handelingen die de
dealer uit moet voeren 90
Geprogrammeerd onderhoudsplan: handelingen die de klant
uit moet voeren 93
Voor uw eigen belang en voor de garantie en
betrouwbaarheid van dit product, raden wij nadrukkelijk aan
een Ducati dealer te raadplegen voor alle handelingen die
bijzondere technische deskundigheid vereisen.
Ons uiterst gespecialiseerd personeel beschikt over alle
uitrustingen en machines die nodig zijn voor perfect
uitgevoerde reparaties en onderhoudsbeurten en gebruikt
alleen originele onderdelen van Ducati die altijd passen en
garant staan voor een motorfiets die altijd perfect rijd t en lang
meegaat.
Bij alle Ducati motorfietsen hoort een Garantieboekje. De
garantie is niet geldig voor motorfietsen die worden gebruikt
voor wedstrijden. In de geldigheidsperiode van de garantie
mag er aan geen enkel component worden geknoeid en mag
niets worden gewijzigd of vervangen door andere, niet
originele delen. Overtreding hiervan heeft het onmiddellijk
vervallen van de garantierechten tot gevolg.
6
Symbolen
Ducati Motor Holding S.p.A. verzoekt u vriendelijk deze
gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen aandachtig te lezen
om vertrouwd te raken met uw motorfiets. Neem in geval
van twijfel contact op met een Dealer of een Erkende
Garage. U zult de inf ormatie in deze handleiding goed kunnen
gebruiken tijdens uw reizen die Ducati Motor Holding S.p.A.
u altijd even rustig en aangenaam toewenst, en u zult
hiermee de prestaties van uw motorfiets vrijwaren.
In dit boekje wordt informatie verschaft van bijzondere
betekenis:
Opgelet
Het niet naleven van deze voorschriften kan gevaarlijke
situaties veroorzaken met ernstige, tot dodelijke,
verwondingen.
Belangrijk
Kans voor schade aan de motorfiets en/of
componenten ervan.
Opmerkingen
Meer informatie over uit te voeren werkzaamheden.
Alle richtingaanwijzers (links en rechts) gaan uit van de
rijrichting van de motorfiets.
Nuttige informatie voor veilig reizen
Opgelet
Eerst lezen voordat u de motorfiets gebruikt.
Vaak zijn ongevallen te wijten aan rijden zonder ervaring. Rijd
nooit zonder rijbewijs; om met deze motorfiets te rijden,
dient u in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs.
Leen de motor niet uit aan onervaren bestuurders of mensen
die geen geldig rijbewijs hebben.
De rijder en de passagier dienen altijd aangepaste kleding en
een valhelm te dragen.
Draag geen wijde kleren die in de motor verstrikt kunnen
raken
of het zicht kunnen belemmeren.
Zet de motor nooit aan in een gesloten ruimte. De
uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en een
snelle dood tot gevolg hebben.
De bestuurder en de passagier dienen hun voeten tijdens het
rijden altijd op de voetsteunen te zetten.
Om klaar te zijn voor iedere verandering van richting of voor
iedere verandering in het wegdek, dient de bestuurder de
handen altijd op het stuur te houden, terwijl de passagier
zich altijd met beide handen aan de speciale handgrepen op
de staart vast dient te houden.
Leef de nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften na.
Leef altijd de snelheidsbeperkingen na waar deze zijn
aangeduid en rijd in elk geval nooit sneller dan de
zichtbaarheid, het wegdek en het verkeer toestaan.
Gebruik altijd en op tijd de richtingaanwijzers om aan te
duiden dat u van richting gaat veranderen, rechtsomkeer
maakt of een andere rijbaan kiest.
Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent en rijd niet in de
"dode hoek" van de voertuigen die voor u rijden.
Let goed op op kruispunten, als u een privé-ruimte of een
parkeerplaats verlaat of als u de autoweg oprijdt.
Zet de motor
de motor of op de uitlaatpijp.
Rook nooit tijdens het tanken.
Tijdens het tanken komen dampen vrij die schadelijk zijn voor
de gezondheid. Als brandstofdruppeltjes op uw huid of
kleren komen, was deze dan onmiddellijk met water en zeep
en trek andere kleren aan.
Haal de sleutel
onbewaakt laat staan.
De motor, de uitlaatpijp en de geluidsdempers blijven nog lang
heet.
altijd
uit als u tankt en mors geen benzine op
altijd
uit het contact als u de motor ergens
Opgelet
Het hele uitlaatgedeelte kan warm blijven, ook nadat
de motor is uitgezet; raak het uitlaatgedeelte dus niet aan
met uw lichaam, pas goed op en parkeer het voertuig niet in
de buurt van ontvlambare materialen (met inbegrip van hout,
bladeren enz.).
Parkeer de motorfiets zo dat niemand ertegen kan stoten en
zet hem altijd op de zijstandaard.
Parkeer nooit op een ondergrond die oneffen of niet hard
genoeg is, omdat de motorfiets hierdoor kan omvallen.
NL
7
Rijden met volle bepakking
Dit motorvoertuig is ontworpen voor veilig rijden van lange
afstanden met volle bepakking in absolute veiligheid.
Een goed op de motorfiets verdeeld gewicht is uiterst
belangrijk om de veiligheid van de motorfiets te behouden en
niet in moeilijkheden te komen bij plotselinge
stuurbewegingen of op slechte wegdekken.
Inlichtingen omtrent de lading
Het totale gewicht van het motorvoertuig tijdens
het rijden, met bestuurder, passagier, bagage en extra
NL
accessoires mag niet meer bedragen dan:
390 Kg
De zwaarste bagage of accessoires dienen zo laag mogelijk
en zo veel mogelijk in het midden van het voertuig te worden
vastgemaakt.
Maak de bagage stevig vast op de motorfiets; bagage die
niet goed is vastgemaakt, kan de motorfiets uit zijn
evenwicht brengen.
Maak geen zware of grote voorwerpen vast aan het stuur of
het voorste spatbord, omdat dit de motorfiets gevaarlijk uit
zijn evenwicht brengt.
Steek geen lading tussen de frameconstructie die verstrikt
kan raken in bewegende delen van de motorfiets.
Controleer de bandenspanning die zoveel moet bedragen als
is voorgeschreven op pag. 84 en controleer of de banden in
goede staat zijn.
8
Identificatiegegevens van de motorfiets
afb. 2
afb. 1
Elke Ducati-m otorfiets heeft twee id entificatienummers, één
voor het frame (afb. 1) en één voor de motor (afb. 2).
Framenummer
Motornummer
Opmerkingen
Deze nummers identificeren het model en dienen te
worden vermeld als men onderdelen bestelt.
NL
9
Bedieningsorganen
4
3
2
9
1
8
7
6
5
afb. 3
NL
Opgelet
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waar de
bedieningsorganen zitten die moeten worden gebruikt om te
kunnen rijden met de motorfiets. Lees de beschrijvingen
aandachtig voordat u deze bedieningsorganen gebruikt.
Plaats van de bedieningsorganen op de
motorfiets (afb. 3)
1) Dashboard
2) De startschakelaar en het stuurslot.
3) Stuurschakelaar links
4) De koppelingshendel
5) Het pedaal voor de achterrem
6) De stuurschakelaar rechts
7) De gashendel.
8) De remhendel van de voorrem
9) Het versnellingspedaal
10
Dashboard (afb. 4)
8
5347
9261
afb. 4
1) LCD, (zie pag. 13).
2) Toerenteller (min
Duidt het aantal toeren per minuut van de motor aan.
3) Waarschuwingslampje vrijloop N (groen).
Gaat branden als de versnelling in zijn vrij staat.
4) Controlelampje reservebrandstof(geel).
Gaat branden als de reservebrandstof wordt aangesproken
en er nog ongeveer 3 liter brandstof in de tank zit.
5) Controlelampje richtingaanwijzers(groen).
Gaat branden en knippert zodra een van de
richtingaanwijzers wordt gebruikt.
6) Controlelampje motoroliedruk(rood).
Dit gaat branden om u ervoor te waarschuwen dat er
onvoldoende moto roliedruk is. Het moet even branden als d e
startschakelaar op ON wordt gezet, maar moet enkele
seconden nadat de motor is aangeslagen weer uit gaan.
Soms kan dit lampje even gaan branden als de motor erg
heet is gelopen, maar het zou uit moeten gaan als de toeren
toenemen.
-1
).
Belangrijk
Gebruik het voertuig niet als dit waarschuwingslampje
(6) blijft branden, hierdoor kunt u de motor beschadigen.
7) Controlelampje groot licht(blauw).
Dit gaat branden om u ervoor te waarschuwen dat het groot
licht brandt.
8) Controlelampje "diagnosis motor - EODB"
(ambergeel).
Als dit permanent gaat branden, betekent dit dat de
computer fouten signaleert en, in enkele gevallen, de motor
blokkeert.
9) Controlelampje begrenzing - OVER REV
800 rpm (toeren van de motor) blijft aan voor de
toerenregelaar.
Gaat knipperen wanneer de toerenregelaar bereikt wordt.
NL
11
10) Commandoknop A en B
B
A
10
11
afb. 5
Knop die gebruikt wordt voor de weergave en de instelling
van de parameters van het dashboard met twee posities A
“▲” en B “▼”.
11) Knipperend lampje groot licht FLASH (afb. 5)
De knop die normaal gesproken de functie heeft het groot
licht te laten kni pperen, kan gebruikt worden voor de functies
LAP en de USB-poort van het dashboard.
NL
12
LCD - Belangrijkste functies
65
17
43298 10
11
afb. 6
Opgelet
Programmeer alleen parameters als de motorfiets
stilstaat. Kom op geen enkele manier aan het dashboard
terwijl u rijdt.
1) Snelheidsmeter.
Geeft de snelheid aan
2) Kilometerteller.
Duidt het totaal aantal gereden kilometers aan.
3) Gedeeltelijke kilometerteller.
Duidt de kilometers aan die zijn gereden vanaf de laatste
reset.
4) Kilometerteller trip fuel.
Geeft de afstand aan die afgelegd is in reserve.
5) Klok.
6) Chronometer tijd op de ronden.
7) Wijzer van de toeren van de motor (RPM).
8) Wijzer van de accuspanning (BATT).
9) Wijzer van de olietemperatuur.
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof van de motor aan.
Belangrijk
Gebruik het voertuig niet als de motor zijn
maximumtemperatuur bereikt, omdat u de motor hierdoor
kunt beschadigen.
NL
13
10) Waarschuwing preventief onderhoud (afb. 6).
Het aangaan van het controlelampje geeft aan dat u de
vervaldatum van de onderhoudsbeurt van periodiek
onderhoud bereikt heeft.
De wijzer zal op het display blijven tot het systeem gereset
wordt, wat uitgevoerd wordt door de Erkende Ducati Garage
die voor het onderhoud zal zorgen.
11) Functie LAP /USB (afb. 6).
Geeft de activering van de USB-poort en van de LAP functie
aan.
NL
Belangrijk
Met het dashboard kan men het elektronische start/
injectiesysteem checken. Gebruik deze menu's nooit: ze zijn
voorbehouden voor ons deskundig personeel. Als u deze
menu's toevallig opent, zet dan de sleutel op OFF en
raadpleeg een erkende Ducati dealer om de nodige controles
te laten uitvoeren.
14
LCD - Parameters programmeren en
CHECK 1CHECK 2
afb. 7
weergeven
Bij het starten (sleutel van OFF naar ON) activeert het
Dashboard voor 1 seconde alle digit van de LCD en zal de
lampjes opeenvolgend aanzetten.
Vervolgens gaat hij naar de "normale" weergave door i.p.v. de
totalisator het Model aan te geven en, voor 2 seconden, ook
de versie (EU, UK, USA, CND, FRA, JAP).
De weergave van het model komt maar één keer voor als
"doorstroming".
NL
15
Bij de Key-On geeft het Dashboard altijd de volgende
B
A
1
afb. 8
informatie weer (door de voorafgaande geactiveerde
functies te deactiveren):
Kilometerteller
Snelheid
Aantal toeren van de motor
Op dit punt is het altijd mogelijk, met de knop (1, afb. 8) in de
positie B “▼”, van de functie Totaalteller op de volgende
functies over te gaan:
TRIP
TRIP FUEL (alleen indien geactiveerd)
NL
Klok
T.OIL (alleen te zien met de motor op ON)
om vervolgens terug te keren naar de functie TOT.
Als u daarentegen de knop (1, afb. 8) in de positie A “▲“
indrukt, gaat het systeem naar het MENU en geeft de
volgende opeenvolgende functies weer:
Error (alleen indien geactiveerd)
RPM
BATT
LAP (OFF of ON)
LAP MEM
De klok instellen:
code (alleen indien geactiveerd)
Belangrijk
Dit menu is alleen geactiveerd wanneer het voertuig
stilstaat; als u zich in dit MENU bevindt terwijl het voertuig in
beweging is, zal het dashboard er automatisch uitgaan en
teruggaan naar de beginweergave; het is hoe dan ook
mogelijk op ieder moment uit het menu te stappen door voor
3 seconden de knop (1, afb. 8) in de positie A “▲” in te
drukken.
16
Wijzer totaal afgelegde ruimte "Totaalteller"
Km
afb. 9
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de totaal afgelegde
ruimte weer.
In Key-On gaat het systeem automatisch in deze functie.
Het gegeven is permanent opgeslagen en kan om geen
enkele reden gereset worden.
Als het gegeven de afstand in kilometer van 99999 Km (of
99999 mijl) overschrijdt, blijft er permanent "99999" staan.
NL
17
Wijzer “snelheid”
Km / h
mph
afb. 10
Deze functie geeft de snelheid van het voertuig weer.
Het dashboard ontvangt de werkelijke informatie over de
snelheid (gecalculeerd in km/h) van de schakelkast en geeft
het gegeven vermeerderd met 8% weer.
De maximaal weergegeven snelheid is 299 km/h (186 mph).
Na de 299 Km/h (186 mph) geeft het dashboard streepjes
weer " - - - " (niet knipperend).
NL
18
Wijzer gedeeltelijk afgelegde ruimte "TRIP"
Km
afb. 11
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de gedeeltelijk afgelegde
ruimte weer.
Wanneer u zich in deze functie bevindt en de knop (1, afb. 8)
in de positie B “▼“ voor 3 seconden ingedrukt houdt, wordt
het gegeven gereset.
Als het gegeven het nummer 999.9 overschrijdt, wordt de
afgelegde ruimte gereset en start de telling weer
automatisch.
Als door de dealer de wijziging van een meeteenheid wordt
uitgevoerd, wordt de afstand die door deze functie gemeten
is gereset en start de telling vanaf nul volgens de nieuw
ingestelde meeteenheid .
NL
19
Wijzer afgelegde ruimte in reserve "TRIP FUEL"
Km
afb. 12
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de met het voertuig
afgelegde ruimte in de reservestaat weer.
Corresponderend met het lampje reservestaat, wat de
weergegeven functie ook is, wordt automatisch de TRIP
FUEL geactiveerd. Als de reservestaat aanhoudt, wordt het
gegeven in het geheugen behouden, ook na de Key-Off.
De telling wordt automatisch afgebroken wanneer het
voertuig niet meer in de reservestaat is.
Als het gegeven het nummer 999.9 overschrijdt, wordt de
teller automatisch gereset en start de telling weer.
NL
20
Wijzer motorvloeistof
afb. 13
VAST GEGEVENVAST GEGEVEN
VAST GEGEVEN
KNIPPEREND GEGEVEN
KNIPPEREND GEGEVEN
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof van de motor aan.
Belangrijk
De aanduiding is alleen actief wanneer de motor
aanstaat.
- als het gegeven gelijk of kleiner is dan -40 °C (°F -104)
geeft het display knipperend de streepjes ("---") aan;
- als het gegeven tussen de -39 °C (°F -102) en de +39 °C
(°F +102) zit, geeft het display het opschrift "LO" vast aan;
- als het gegeven tussen de +40 °C (°F +104) en de
+170 °C (°F +338) zit, geeft het display het gegeven vast
aan;
- als het gegeven gelijk of groter is dan +171 °C (°F +340)
geeft het display knipperend het opschrift "HI" aan;
- In het geval van een sensor FAULT worden de streepjes
("---") knipperend aangegeven.
NL
Opmerkingen
In het geval de temperatuur gelijk is aan of groter is dan
+171 °C (°F +340), de weergave van het opschrift “HI”
knippert, gaat het dashboard automatisch in deze functie,
wat de ingestelde functie ook is.
21
Wijzer onderhoudsingreep
afb. 14
Geeft de onderhoudsingrepen aan (onderhoudsbeurt).
Het aangaan van het controlelampje ( ) geeft aan dat u de
vervaldatum van de onderhoudsbeurt van periodiek
onderhoud heeft bereikt.
Het display geeft het onderhoud aan bij de volgende
kilometerstanden:
na de eerste 1000 Km van de totaalteller;
iedere 12000 Km van de totaalteller.
De informatie blijft op het display totdat het op een geschikt
moment gereset wordt.
Wanneer het bericht tevoorschijn komt, wendt u zich tot een
NL
dealer of een geautoriseerd centrum.
22
Wijzer van de accuspanning (BATT).
afb. 15
STATUS 1
STATUS 2
STATUS 3
VASTVAST
KNIPPERENDKNIPPEREND
KNIPPERENDKNIPPEREND
Deze functie beschrijft de functie van de wijzer van de
accuspanning.
Om de functie te visualiseren moet u het menu binnengaan
en naar de pagina "BATT" gaan.
Het display van het dashboard geeft de informatie van de
accuspanning als volgt aan:
- als het gegeven tussen de 12.1 en 14.9 Volt zit, wordt hij
vast weergegeven;
- als het gegeven tussen de 10.0 en 12.0 Volt of tussen de
15.0 en 16.0 Volt zit, wordt het knipperend weergegeven;
- als het gegeven gelijk is aan of kleiner is dan 9.9 Volt
wordt het opschrift " LO " knipperend weergegeven en
gaat het controlelampje “diagnosis motor EOBD” (8, afb.
4) aan;
- als het gegeven gelijk is aan of groter is dan 16.1 Volt
wordt het opschrift " HI " knipperend weergegeven en
gaat het controlelampje “diagnosis motor EOBD” (8, afb.
4) aan;
NL
23
Weergave van het minimum aantal toeren van de
afb. 16
motor (RPM)
Deze functie geeft het minimum aantal toeren van de motor
aan.
Om de functie te visualiseren moet u het menu binnengaan
en naar de pagina "RPM" gaan.
Het display van het dashboard geeft ook, naast de bovenste
toerentellerschaal, het aantal toeren van de motor (rpm) aan
in cijfers om een betere precisie in de regulering van het
"minimum" te krijgen.
NL
24
Visualisator van de tijd op de ronden (LAP)
B
B
afb. 17
Deze functie beschrijft de functie van de tijd op de ronden.
Om de functie te activeren gaat u naar het menu en zet u de
functie "LAP" op "On" door de knop (1, afb. 8) voor 3
seconden in de positie B “▼” ingedrukt te houden.
Verlaat het menu als u eenmaal de LAP functie geactiveerd
heeft (door op de knop (1, afb. 8) voor 3 seconden in
depositie positie A “▲” ingedrukt te houden) of als de
snelheid van 0 veranderd wordt het menu automatisch
verlaten.
De START en de STOP van de chronometer worden gedaan
door middel van de knop knipperend groot licht FLASH (12,
afb. 5) op de linkerschakelaar.
Elke keer dat op de knop knipperend groot licht FLASH (12,
afb. 5) op de linkerschakelaar gedrukt wordt en als de LAP
functie geactiveerd is, geeft het dispay voor 10 seconden de
tijd van de ronden aan alvorens weer op de "normale"
weergave terug te keren.
U kunt maximaal 30 aantal ronden opslaan.
Als het geheugen vol is, slaat het display, iedere keer dat de
knop knipperend groot licht FLASH (12, afb. 5) op de
linkerschakelaar ingedrukt wordt, geen tijd van de ronden
meer op en geeft hij voor 3 seconden het knipperende
opschrift "FULL" weer tot de tijden gereset worden.
NL
25
Wanneer de functie LAP door het menu wordt
C
C
C
afb. 18
voor 10
sec
voor 10
sec
voor 3
sec
(1° keer)
(2° keer)
(32° keer en
verder, met
uitzondering
van de reset
tijden)
gedeactiveerd, wordt de "ronde" in uitvoering niet
opgeslagen.
In het geval de functie LAP geactiveerd is en het voertuig
opeens uitgezet wordt (Key-Off), zal de functie LAP
automatisch gedeactiveerd worden (als ook de chronometer
actief was, zal de "ronde" in uitvoering niet opgeslagen
worden).
In het geval de tijd nooit "gestopt" wordt, zal de chronometer
vanaf 0 (nul) beginnen wanneer hij 99 minuten, 59 seconden,
99 honderdsten bereikt heeft en de telling van de tijd gaat
door tot de functie gedeactiveerd wordt.
NL
Als de functie LAP geactiveerd wordt en het "geheugen" niet
gereset is, maar de ronden minder dan 30 zijn (bijvoorbeeld:
18 ronden opgeslage n), slaat het display eventuele restant en
van de ronden op tot de "saturatie" van het geheugen (in dit
geval kunt u nog 12 ronden opslaan).
In deze functie wordt alleen de visualisatie van de tijden op
de ronde weergegeven; ze worden hoe dan ook in de functie
Lap Memory opgeslagen.
26
Visualisator opgeslagen gegevens (LAP Memory)
B
B
B
B
B
B
A
A
A
A
afb. 19
(x 29 keer)
(voor 3 sec)
(x 29 keer)
Geeft de opgeslagen gegevens met de functie LAP weer:
aantal en tijd op de ronde.
Om de opgeslagen tijden te kunnen zien, gaat u in het menu
naar de pagina "LAP MEM".
Wanneer u zich op deze pagina van het menu bevindt, druk
u op de knop (1, afb. 8) in de positie B “▼en komt u in de
weergave van de "1e ronde"; het display zal het aantal ronden
en de tijd van de ronde aangeven.
Door op de knop (1, afb. 8) in de positie B “▼“ te drukken
krijgt u de scroll van de 30 opgeslagen ronden om daarna
terug te keren naar de 1e ronde.
Als u tijdens de weergave van de opgeslagen tijden de knop
(1, afb. 8) in de positie B “▼“ voor 3 seconden ingedrukt
houdt, reset het display onmiddellijk alle opgeslagen tijden;
in dit geval, als de functie LAP actief was, wordt deze
automatisch gedeactiveerd.
Om uit de weergave van de tijden te komen drukt u op de
knop (1, afb. 8) in de positie A “▲”.
Als in het geheugen geen enkel gegeven opgeslagen is,
worden er 30 tijden weergegeven en zal de chronometer
"00.00.00" aangeven.
Als de motor, tijdens de ronde, het limiet bereikt heeft, gaat
tijdens de weergave van de opgeslagen tijden het relatieve
controlelampje branden (10, afb. 4).
NL
27
USB-poort
Met deze functie kunt u de USB-poort rif. pag. activeren: de
poort moet aan de bedrading van het voertuig verbonden zijn.
Om de poort te activeren gaat u naar het menu en zet u de
functie "LAP" op "On" door de knop (1, afb. 8) ingedrukt te
houden in de positie B “▼“.
De START en de STOP voor de verdeling van het verkrijgen
van de toeren gebeurd door middel van de knop knipperend
groot licht FLASH (12, afb. 5) op de linkerschakelaar.
Als de functie LAP geactiveerd wordt en ook de poort (USB)
bezig is en het voertuig plotseling uitgezet wordt (Key-Off),
wordt de functie automatisch gedeactiveerd.
NL
28
De klok instellen
knipperend
knipperend
knipperend
knipperend
instelling
instelling
B
B
B
B
B
A
A
A
A
A
A
afb. 20
(voor 3 sec)
Om de kok in te stellen gaat u in het menu naar de pagina
"TIME Set".
Wanneer u zich in deze pagina bevindt, houdt u de knop (1,
afb. 8) in de positie B "▼" voor 3 seconden ingedrukt en u
krijgt toegang tot de regulering.
Bij het binnengaan van deze functie knippert het opschrift
"AM"; door op de knop te drukken (1, afb. 8) in de positie B
"▼" gaan we over op het knipperende opschrift "PM"; door op
de knop te drukken (1, afb. 8) in de positie B "▼" gaat u terug
naar de vorige stap (in het geval de tijd op 00:00 staat, zal er
wanneer u van AM naar PM overgaat 12:00 verschijnen);
als u de knop (1, afb. 8) in de positie A "▲" indrukt, gaat u over
naar het instellen van de tijd die zal gaan knipperen. Bij iedere
druk in de positie B "▼" gaat de telling verder met stappen
van 1 uur; door in de positie B "▼" ingedrukt te houden, gaat
de telling verder met stappen van 1 uur per seconde
(wanneer u de knop langer ingedrukt houdt, knippert het uur
niet).
als u de knop (1, afb. 8) in de positie A "▲" indrukt, gaat u over
naar het instellen van de minuten die zullen gaan knipperen.
Bij iedere druk in de positie B "▼" gaat de telling met stappen
van 1 minuut vooruit; door in de positie B "▼" ingedrukt te
houden, gaat de telling met stappen van 1 minuut per
seconde vooruit. Als de knop voor meer dan 5 seconden in
de positie B "▼" ingedrukt wordt, gaan de stappen vooruit
met stappen van 1 per ms (tijdens de langere druk in de
positie B "▼" knipperen de seconden niet).
als u de knop in de positie A "▲" drukt, gaat u uit de modaliteit
van instelling en ziet u de nieuwe ingestelde tijd.
NL
29
Loading...
+ 81 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.