Ducati HYPERMOTARD 1100 S, HYPERMOTARD 1100 Maintenance and user Instructions [nl]

Onderhouds- en gebruiksaanwijzingen
1100S / 1100
NL
1
NL
2
Welkom in de club van de Ducati-liefhebbers, u heeft een bijzonder goede keuze gemaakt. Wij denken dat u deze nieuwe Ducati niet alleen als normaal vervoermiddel zal gebruiken, maar ook voor lange reizen. Ducati Motor Holding S.p.A. wenst u dan ook veel rijplezier toe. Omdat wij ons altijd inspannen voor een steeds betere service, raadt Ducati Motor Holding S.p.A. u aan deze eenvoudige voorschriften zorgvuldig na te leven, met name de voorschriften voor het inrijden van de motorfiets. Alleen op die manier kunt u zeker altijd van uw Ducati genieten. Voor reparaties en advies kunt u contact opnemen met één van onze erkende servicecentra. Wij hebben nu ook een infodienst voor alle Ducati­liefhebbers die u altijd te woord staat voor tips en nuttige raadgevingen.
Veel rijplezier!
Opmerkingen
Ducati Motor Holding S.p.A. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten die zijn gemaakt tijdens het samenstellen van deze gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen. Alle informatie in deze handleiding is bijgewerkt tot op de publicatiedatum. Ducati Motor Holding S.p.A. behoudt zich het recht voor alle wijzigingen aan te brengen die de technische evolutie van haar producten noodzakelijk maken.
Gebruik voor de veiligheid, garantie, betrouwbaarheid en de waarde van uw Ducati motorfiets alleen originele onderdelen van Ducati.
Opgelet
Deze handleiding maakt integraal deel uit van de motorfiets en dienen aan de nieuwe eigenaar te worden overhandigd als de motor wordt verkocht.
NL
3
Inhoud
Aanwijzingen van algemene aard 6
NL
Garantie 6 Symbolen 6 Nuttige informatie voor veilig reizen 7 Rijden met volle bepakking 8 Identificatiegegevens van de motorfiets 9
Bedieningsorganen 10
Plaats van de bedieningsorganen op de motorfiets 10 Dashboard 11 LCD - Belangrijkste functies 13 LCD - Parameters programmeren en weergeven 15 Antidiefstalsysteem 35 Code card 36 Procedure deblokkering immobilizer 37 De sleutels laten bijmaken 39 Contactschakelaar en stuurslot Stuurschakelaar links De koppelingshendel De stuurschakelaar rechts 43
41 42
4
40
De gashendel 43 De remhendel van de voorrem Het pedaal voor de achterrem Het versnellingspedaal 45 De stand van het koppelingspedaal en de achterrem 46
44
45
Belangrijkste elementen en mechanismen 48
Plaats van deze elementen op de motorfiets 48 Dop op de brandstoftank 49 Opening zadel 50 Opening opbergvak 51
Zijstandaard 52
Regelknoppen op de voorvork 53 De achterste schokdemper afstellen 55 Het afstellen van de achteruitkijkspiegels. 56 De stuurhoek van de motorfiets wijzigen (1100S) 57
Gebruiksvoorschriften 59
Voorzorgsmaatregelen tijdens de inrijperiode 59 Controleren voor het starten 61 De motor aanzetten 62 De motorfiets starten en ermee rijden 64 Remmen 64 De motorfiets stilzetten 65 Parkeren 65 Tanken 66 Bijgeleverde accessoires
67
Belangrijkste gebruiks- en onderhoudswerkzaamheden 68
Delen van het frame demonteren 68 Het peil van de remvloeistof en de koppelingsolie controleren 70 Controle van de slijtage van de remblokken De scharnierpunten smeren 73 Regeling van de vrije slag van de gashendel 74 De accu opladen 75 Controle van de spanning van de aandrijfketting 76 De ketting smeren 77 Het vervangen van de lampjes van de koplampen 78 Het vervangen van de lampen van de achterste richtingaanwijzers 80 Vervanging lampjes kentekenverlichting 81 De hoogte van de koplamp afstellen Tubeless banden 84 Het motoroliepeil controleren De bougies reinigen en vervangen 87 De motor reinigen 88 De motor een lange tijd niet gebruiken 89 Belangrijke waarschuwingen 89
86
72
82
Onderhoud 90
Geprogrammeerd onderhoudsplan: handelingen die de dealer uit moet voeren 90 Geprogrammeerd onderhoudsplan: handelingen die de klant uit moet voeren 93
Technische kenmerken 94
Afmetingen (mm) 94 Gewichten 94 Brandstof 95 Motor 96 Distributie 96 Prestaties 97 Ontstekingskaarsen 97 Voeding 97 Uitlaat 97 Transmissie 98 Remmen 99 Frame 100 Wielen 100 Bandenspanning 100 Ophangingen 101 Beschikbare kleuren 101 Elektrische uitrustingen 102
Geheugensteuntje voor onderhoudsbeurten 107
NL
5

Aanwijzingen van algemene aard

NL

Garantie

Voor uw eigen belang en voor de garantie en betrouwbaarheid van dit product, raden wij nadrukkelijk aan een Ducati dealer te raadplegen voor alle handelingen die bijzondere technische deskundigheid vereisen. Ons uiterst gespecialiseerd personeel beschikt over alle uitrustingen en machines die nodig zijn voor perfect uitgevoerde reparaties en onderhoudsbeurten en gebruikt alleen originele onderdelen van Ducati die altijd passen en garant staan voor een motorfiets die altijd perfect rijd t en lang meegaat.
Bij alle Ducati motorfietsen hoort een Garantieboekje. De garantie is niet geldig voor motorfietsen die worden gebruikt voor wedstrijden. In de geldigheidsperiode van de garantie mag er aan geen enkel component worden geknoeid en mag niets worden gewijzigd of vervangen door andere, niet originele delen. Overtreding hiervan heeft het onmiddellijk vervallen van de garantierechten tot gevolg.
6

Symbolen

Ducati Motor Holding S.p.A. verzoekt u vriendelijk deze gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen aandachtig te lezen om vertrouwd te raken met uw motorfiets. Neem in geval van twijfel contact op met een Dealer of een Erkende Garage. U zult de inf ormatie in deze handleiding goed kunnen gebruiken tijdens uw reizen die Ducati Motor Holding S.p.A. u altijd even rustig en aangenaam toewenst, en u zult hiermee de prestaties van uw motorfiets vrijwaren. In dit boekje wordt informatie verschaft van bijzondere betekenis:
Opgelet
Het niet naleven van deze voorschriften kan gevaarlijke situaties veroorzaken met ernstige, tot dodelijke, verwondingen.
Belangrijk
Kans voor schade aan de motorfiets en/of componenten ervan.
Opmerkingen
Meer informatie over uit te voeren werkzaamheden.
Alle richtingaanwijzers (links en rechts) gaan uit van de rijrichting van de motorfiets.

Nuttige informatie voor veilig reizen

Opgelet
Eerst lezen voordat u de motorfiets gebruikt.
Vaak zijn ongevallen te wijten aan rijden zonder ervaring. Rijd nooit zonder rijbewijs; om met deze motorfiets te rijden, dient u in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs. Leen de motor niet uit aan onervaren bestuurders of mensen die geen geldig rijbewijs hebben. De rijder en de passagier dienen altijd aangepaste kleding en een valhelm te dragen. Draag geen wijde kleren die in de motor verstrikt kunnen raken of het zicht kunnen belemmeren. Zet de motor nooit aan in een gesloten ruimte. De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en een snelle dood tot gevolg hebben. De bestuurder en de passagier dienen hun voeten tijdens het rijden altijd op de voetsteunen te zetten. Om klaar te zijn voor iedere verandering van richting of voor iedere verandering in het wegdek, dient de bestuurder de handen altijd op het stuur te houden, terwijl de passagier zich altijd met beide handen aan de speciale handgrepen op de staart vast dient te houden. Leef de nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften na. Leef altijd de snelheidsbeperkingen na waar deze zijn aangeduid en rijd in elk geval nooit sneller dan de zichtbaarheid, het wegdek en het verkeer toestaan.
Gebruik altijd en op tijd de richtingaanwijzers om aan te duiden dat u van richting gaat veranderen, rechtsomkeer maakt of een andere rijbaan kiest. Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent en rijd niet in de "dode hoek" van de voertuigen die voor u rijden. Let goed op op kruispunten, als u een privé-ruimte of een parkeerplaats verlaat of als u de autoweg oprijdt. Zet de motor de motor of op de uitlaatpijp. Rook nooit tijdens het tanken. Tijdens het tanken komen dampen vrij die schadelijk zijn voor de gezondheid. Als brandstofdruppeltjes op uw huid of kleren komen, was deze dan onmiddellijk met water en zeep en trek andere kleren aan. Haal de sleutel onbewaakt laat staan. De motor, de uitlaatpijp en de geluidsdempers blijven nog lang heet.
altijd
uit als u tankt en mors geen benzine op
altijd
uit het contact als u de motor ergens
Opgelet
Het hele uitlaatgedeelte kan warm blijven, ook nadat de motor is uitgezet; raak het uitlaatgedeelte dus niet aan met uw lichaam, pas goed op en parkeer het voertuig niet in de buurt van ontvlambare materialen (met inbegrip van hout, bladeren enz.).
Parkeer de motorfiets zo dat niemand ertegen kan stoten en zet hem altijd op de zijstandaard. Parkeer nooit op een ondergrond die oneffen of niet hard genoeg is, omdat de motorfiets hierdoor kan omvallen.
NL
7

Rijden met volle bepakking

Dit motorvoertuig is ontworpen voor veilig rijden van lange afstanden met volle bepakking in absolute veiligheid. Een goed op de motorfiets verdeeld gewicht is uiterst belangrijk om de veiligheid van de motorfiets te behouden en niet in moeilijkheden te komen bij plotselinge stuurbewegingen of op slechte wegdekken.
Inlichtingen omtrent de lading
Het totale gewicht van het motorvoertuig tijdens het rijden, met bestuurder, passagier, bagage en extra
NL
accessoires mag niet meer bedragen dan: 390 Kg
De zwaarste bagage of accessoires dienen zo laag mogelijk en zo veel mogelijk in het midden van het voertuig te worden vastgemaakt. Maak de bagage stevig vast op de motorfiets; bagage die niet goed is vastgemaakt, kan de motorfiets uit zijn evenwicht brengen. Maak geen zware of grote voorwerpen vast aan het stuur of het voorste spatbord, omdat dit de motorfiets gevaarlijk uit zijn evenwicht brengt. Steek geen lading tussen de frameconstructie die verstrikt kan raken in bewegende delen van de motorfiets. Controleer de bandenspanning die zoveel moet bedragen als is voorgeschreven op pag. 84 en controleer of de banden in goede staat zijn.
8

Identificatiegegevens van de motorfiets

afb. 2
afb. 1
Elke Ducati-m otorfiets heeft twee id entificatienummers, één voor het frame (afb. 1) en één voor de motor (afb. 2).
Framenummer
Motornummer
Opmerkingen
Deze nummers identificeren het model en dienen te
worden vermeld als men onderdelen bestelt.
NL
9

Bedieningsorganen

4
3
2
9
1
8
7
6
5
afb. 3
NL
Opgelet
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd waar de bedieningsorganen zitten die moeten worden gebruikt om te kunnen rijden met de motorfiets. Lees de beschrijvingen aandachtig voordat u deze bedieningsorganen gebruikt.

Plaats van de bedieningsorganen op de motorfiets (afb. 3)

1) Dashboard
2) De startschakelaar en het stuurslot.
3) Stuurschakelaar links
4) De koppelingshendel
5) Het pedaal voor de achterrem
6) De stuurschakelaar rechts
7) De gashendel.
8) De remhendel van de voorrem
9) Het versnellingspedaal
10

Dashboard (afb. 4)

8
5 3 4 7
9 2 61
afb. 4
1) LCD, (zie pag. 13).
2) Toerenteller (min Duidt het aantal toeren per minuut van de motor aan.
3) Waarschuwingslampje vrijloop N (groen). Gaat branden als de versnelling in zijn vrij staat.
4) Controlelampje reservebrandstof (geel). Gaat branden als de reservebrandstof wordt aangesproken en er nog ongeveer 3 liter brandstof in de tank zit.
5) Controlelampje richtingaanwijzers (groen). Gaat branden en knippert zodra een van de richtingaanwijzers wordt gebruikt.
6) Controlelampje motoroliedruk (rood). Dit gaat branden om u ervoor te waarschuwen dat er onvoldoende moto roliedruk is. Het moet even branden als d e startschakelaar op ON wordt gezet, maar moet enkele seconden nadat de motor is aangeslagen weer uit gaan. Soms kan dit lampje even gaan branden als de motor erg heet is gelopen, maar het zou uit moeten gaan als de toeren toenemen.
-1
).
Belangrijk
Gebruik het voertuig niet als dit waarschuwingslampje
(6) blijft branden, hierdoor kunt u de motor beschadigen.
7) Controlelampje groot licht (blauw). Dit gaat branden om u ervoor te waarschuwen dat het groot licht brandt.
8) Controlelampje "diagnosis motor - EODB" (ambergeel).
Als dit permanent gaat branden, betekent dit dat de computer fouten signaleert en, in enkele gevallen, de motor blokkeert.
9) Controlelampje begrenzing - OVER REV
800 rpm (toeren van de motor) blijft aan voor de toerenregelaar. Gaat knipperen wanneer de toerenregelaar bereikt wordt.
NL
11
10) Commandoknop A en B
B
A
10
11
afb. 5
Knop die gebruikt wordt voor de weergave en de instelling van de parameters van het dashboard met twee posities A “” en B “”.
11) Knipperend lampje groot licht FLASH (afb. 5) De knop die normaal gesproken de functie heeft het groot licht te laten kni pperen, kan gebruikt worden voor de functies LAP en de USB-poort van het dashboard.
NL
12

LCD - Belangrijkste functies

65
17
432 9 8 10
11
afb. 6
Opgelet
Programmeer alleen parameters als de motorfiets stilstaat. Kom op geen enkele manier aan het dashboard terwijl u rijdt.
1) Snelheidsmeter. Geeft de snelheid aan
2) Kilometerteller. Duidt het totaal aantal gereden kilometers aan.
3) Gedeeltelijke kilometerteller. Duidt de kilometers aan die zijn gereden vanaf de laatste reset.
4) Kilometerteller trip fuel. Geeft de afstand aan die afgelegd is in reserve.
5) Klok.
6) Chronometer tijd op de ronden.
7) Wijzer van de toeren van de motor (RPM).
8) Wijzer van de accuspanning (BATT).
9) Wijzer van de olietemperatuur. Geeft de temperatuur van de koelvloeistof van de motor aan.
Belangrijk
Gebruik het voertuig niet als de motor zijn maximumtemperatuur bereikt, omdat u de motor hierdoor kunt beschadigen.
NL
13
10) Waarschuwing preventief onderhoud (afb. 6). Het aangaan van het controlelampje geeft aan dat u de vervaldatum van de onderhoudsbeurt van periodiek onderhoud bereikt heeft. De wijzer zal op het display blijven tot het systeem gereset wordt, wat uitgevoerd wordt door de Erkende Ducati Garage die voor het onderhoud zal zorgen.
11) Functie LAP /USB (afb. 6). Geeft de activering van de USB-poort en van de LAP functie aan.
NL
Belangrijk
Met het dashboard kan men het elektronische start/ injectiesysteem checken. Gebruik deze menu's nooit: ze zijn voorbehouden voor ons deskundig personeel. Als u deze menu's toevallig opent, zet dan de sleutel op OFF en raadpleeg een erkende Ducati dealer om de nodige controles te laten uitvoeren.
14
LCD - Parameters programmeren en
CHECK 1 CHECK 2
afb. 7
weergeven
Bij het starten (sleutel van OFF naar ON) activeert het Dashboard voor 1 seconde alle digit van de LCD en zal de lampjes opeenvolgend aanzetten. Vervolgens gaat hij naar de "normale" weergave door i.p.v. de totalisator het Model aan te geven en, voor 2 seconden, ook de versie (EU, UK, USA, CND, FRA, JAP). De weergave van het model komt maar één keer voor als "doorstroming".
NL
15
Bij de Key-On geeft het Dashboard altijd de volgende
B
A
1
afb. 8
informatie weer (door de voorafgaande geactiveerde functies te deactiveren):
Kilometerteller Snelheid Aantal toeren van de motor
Op dit punt is het altijd mogelijk, met de knop (1, afb. 8) in de positie B “”, van de functie Totaalteller op de volgende functies over te gaan:
TRIP TRIP FUEL (alleen indien geactiveerd)
NL
Klok T.OIL (alleen te zien met de motor op ON)
om vervolgens terug te keren naar de functie TOT.
Als u daarentegen de knop (1, afb. 8) in de positie A “▲“ indrukt, gaat het systeem naar het MENU en geeft de volgende opeenvolgende functies weer:
Error (alleen indien geactiveerd) RPM BATT LAP (OFF of ON) LAP MEM De klok instellen: code (alleen indien geactiveerd)
Belangrijk
Dit menu is alleen geactiveerd wanneer het voertuig stilstaat; als u zich in dit MENU bevindt terwijl het voertuig in beweging is, zal het dashboard er automatisch uitgaan en teruggaan naar de beginweergave; het is hoe dan ook mogelijk op ieder moment uit het menu te stappen door voor 3 seconden de knop (1, afb. 8) in de positie A “” in te drukken.
16
Wijzer totaal afgelegde ruimte "Totaalteller"
Km
afb. 9
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de totaal afgelegde ruimte weer. In Key-On gaat het systeem automatisch in deze functie. Het gegeven is permanent opgeslagen en kan om geen enkele reden gereset worden. Als het gegeven de afstand in kilometer van 99999 Km (of 99999 mijl) overschrijdt, blijft er permanent "99999" staan.
NL
17
Wijzer “snelheid”
Km / h
mph
afb. 10
Deze functie geeft de snelheid van het voertuig weer. Het dashboard ontvangt de werkelijke informatie over de snelheid (gecalculeerd in km/h) van de schakelkast en geeft het gegeven vermeerderd met 8% weer. De maximaal weergegeven snelheid is 299 km/h (186 mph). Na de 299 Km/h (186 mph) geeft het dashboard streepjes weer " - - - " (niet knipperend).
NL
18
Wijzer gedeeltelijk afgelegde ruimte "TRIP"
Km
afb. 11
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de gedeeltelijk afgelegde ruimte weer. Wanneer u zich in deze functie bevindt en de knop (1, afb. 8) in de positie B ““ voor 3 seconden ingedrukt houdt, wordt het gegeven gereset. Als het gegeven het nummer 999.9 overschrijdt, wordt de afgelegde ruimte gereset en start de telling weer automatisch. Als door de dealer de wijziging van een meeteenheid wordt uitgevoerd, wordt de afstand die door deze functie gemeten is gereset en start de telling vanaf nul volgens de nieuw ingestelde meeteenheid .
NL
19
Wijzer afgelegde ruimte in reserve "TRIP FUEL"
Km
afb. 12
mijl
Deze functie geeft de indicatie van de met het voertuig afgelegde ruimte in de reservestaat weer. Corresponderend met het lampje reservestaat, wat de weergegeven functie ook is, wordt automatisch de TRIP FUEL geactiveerd. Als de reservestaat aanhoudt, wordt het gegeven in het geheugen behouden, ook na de Key-Off. De telling wordt automatisch afgebroken wanneer het voertuig niet meer in de reservestaat is. Als het gegeven het nummer 999.9 overschrijdt, wordt de teller automatisch gereset en start de telling weer.
NL
20
Wijzer motorvloeistof
afb. 13
VAST GEGEVENVAST GEGEVEN
VAST GEGEVEN
KNIPPEREND GEGEVEN
KNIPPEREND GEGEVEN
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof van de motor aan.
Belangrijk
De aanduiding is alleen actief wanneer de motor
aanstaat.
- als het gegeven gelijk of kleiner is dan -40 °C (°F -104) geeft het display knipperend de streepjes ("---") aan;
- als het gegeven tussen de -39 °C (°F -102) en de +39 °C (°F +102) zit, geeft het display het opschrift "LO" vast aan;
- als het gegeven tussen de +40 °C (°F +104) en de +170 °C (°F +338) zit, geeft het display het gegeven vast aan;
- als het gegeven gelijk of groter is dan +171 °C (°F +340) geeft het display knipperend het opschrift "HI" aan;
- In het geval van een sensor FAULT worden de streepjes ("---") knipperend aangegeven.
NL
Opmerkingen
In het geval de temperatuur gelijk is aan of groter is dan +171 °C (°F +340), de weergave van het opschrift “HI” knippert, gaat het dashboard automatisch in deze functie, wat de ingestelde functie ook is.
21
Wijzer onderhoudsingreep
afb. 14
Geeft de onderhoudsingrepen aan (onderhoudsbeurt). Het aangaan van het controlelampje ( ) geeft aan dat u de vervaldatum van de onderhoudsbeurt van periodiek onderhoud heeft bereikt. Het display geeft het onderhoud aan bij de volgende kilometerstanden: na de eerste 1000 Km van de totaalteller; iedere 12000 Km van de totaalteller. De informatie blijft op het display totdat het op een geschikt moment gereset wordt. Wanneer het bericht tevoorschijn komt, wendt u zich tot een
NL
dealer of een geautoriseerd centrum.
22
Wijzer van de accuspanning (BATT).
afb. 15
STATUS 1
STATUS 2
STATUS 3
VAST VAST
KNIPPEREND KNIPPEREND
KNIPPEREND KNIPPEREND
Deze functie beschrijft de functie van de wijzer van de accuspanning. Om de functie te visualiseren moet u het menu binnengaan en naar de pagina "BATT" gaan. Het display van het dashboard geeft de informatie van de accuspanning als volgt aan:
- als het gegeven tussen de 12.1 en 14.9 Volt zit, wordt hij
vast weergegeven;
- als het gegeven tussen de 10.0 en 12.0 Volt of tussen de
15.0 en 16.0 Volt zit, wordt het knipperend weergegeven;
- als het gegeven gelijk is aan of kleiner is dan 9.9 Volt
wordt het opschrift " LO " knipperend weergegeven en gaat het controlelampje “diagnosis motor EOBD” (8, afb.
4) aan;
- als het gegeven gelijk is aan of groter is dan 16.1 Volt
wordt het opschrift " HI " knipperend weergegeven en gaat het controlelampje “diagnosis motor EOBD” (8, afb.
4) aan;
NL
23
Weergave van het minimum aantal toeren van de
afb. 16
motor (RPM)
Deze functie geeft het minimum aantal toeren van de motor aan. Om de functie te visualiseren moet u het menu binnengaan en naar de pagina "RPM" gaan. Het display van het dashboard geeft ook, naast de bovenste toerentellerschaal, het aantal toeren van de motor (rpm) aan in cijfers om een betere precisie in de regulering van het "minimum" te krijgen.
NL
24
Visualisator van de tijd op de ronden (LAP)
B
B
afb. 17
Deze functie beschrijft de functie van de tijd op de ronden. Om de functie te activeren gaat u naar het menu en zet u de functie "LAP" op "On" door de knop (1, afb. 8) voor 3 seconden in de positie B “” ingedrukt te houden. Verlaat het menu als u eenmaal de LAP functie geactiveerd heeft (door op de knop (1, afb. 8) voor 3 seconden in depositie positie A “” ingedrukt te houden) of als de snelheid van 0 veranderd wordt het menu automatisch verlaten. De START en de STOP van de chronometer worden gedaan door middel van de knop knipperend groot licht FLASH (12, afb. 5) op de linkerschakelaar. Elke keer dat op de knop knipperend groot licht FLASH (12, afb. 5) op de linkerschakelaar gedrukt wordt en als de LAP functie geactiveerd is, geeft het dispay voor 10 seconden de tijd van de ronden aan alvorens weer op de "normale" weergave terug te keren. U kunt maximaal 30 aantal ronden opslaan. Als het geheugen vol is, slaat het display, iedere keer dat de knop knipperend groot licht FLASH (12, afb. 5) op de linkerschakelaar ingedrukt wordt, geen tijd van de ronden meer op en geeft hij voor 3 seconden het knipperende opschrift "FULL" weer tot de tijden gereset worden.
NL
25
Wanneer de functie LAP door het menu wordt
C
C
C
afb. 18
voor 10
sec
voor 10
sec
voor 3
sec
(1° keer)
(2° keer)
(32° keer en verder, met uitzondering
van de reset
tijden)
gedeactiveerd, wordt de "ronde" in uitvoering niet opgeslagen. In het geval de functie LAP geactiveerd is en het voertuig opeens uitgezet wordt (Key-Off), zal de functie LAP automatisch gedeactiveerd worden (als ook de chronometer actief was, zal de "ronde" in uitvoering niet opgeslagen worden). In het geval de tijd nooit "gestopt" wordt, zal de chronometer vanaf 0 (nul) beginnen wanneer hij 99 minuten, 59 seconden, 99 honderdsten bereikt heeft en de telling van de tijd gaat door tot de functie gedeactiveerd wordt.
NL
Als de functie LAP geactiveerd wordt en het "geheugen" niet gereset is, maar de ronden minder dan 30 zijn (bijvoorbeeld: 18 ronden opgeslage n), slaat het display eventuele restant en van de ronden op tot de "saturatie" van het geheugen (in dit geval kunt u nog 12 ronden opslaan). In deze functie wordt alleen de visualisatie van de tijden op de ronde weergegeven; ze worden hoe dan ook in de functie Lap Memory opgeslagen.
26
Visualisator opgeslagen gegevens (LAP Memory)
B
B
B
B
B
B
A
A
A
A
afb. 19
(x 29 keer)
(voor 3 sec)
(x 29 keer)
Geeft de opgeslagen gegevens met de functie LAP weer: aantal en tijd op de ronde. Om de opgeslagen tijden te kunnen zien, gaat u in het menu naar de pagina "LAP MEM". Wanneer u zich op deze pagina van het menu bevindt, druk u op de knop (1, afb. 8) in de positie B “en komt u in de weergave van de "1e ronde"; het display zal het aantal ronden en de tijd van de ronde aangeven. Door op de knop (1, afb. 8) in de positie B ““ te drukken krijgt u de scroll van de 30 opgeslagen ronden om daarna terug te keren naar de 1e ronde. Als u tijdens de weergave van de opgeslagen tijden de knop (1, afb. 8) in de positie B ““ voor 3 seconden ingedrukt houdt, reset het display onmiddellijk alle opgeslagen tijden; in dit geval, als de functie LAP actief was, wordt deze automatisch gedeactiveerd. Om uit de weergave van de tijden te komen drukt u op de knop (1, afb. 8) in de positie A “▲”. Als in het geheugen geen enkel gegeven opgeslagen is, worden er 30 tijden weergegeven en zal de chronometer "00.00.00" aangeven. Als de motor, tijdens de ronde, het limiet bereikt heeft, gaat tijdens de weergave van de opgeslagen tijden het relatieve controlelampje branden (10, afb. 4).
NL
27
USB-poort
Met deze functie kunt u de USB-poort rif. pag. activeren: de poort moet aan de bedrading van het voertuig verbonden zijn. Om de poort te activeren gaat u naar het menu en zet u de functie "LAP" op "On" door de knop (1, afb. 8) ingedrukt te houden in de positie B “▼“. De START en de STOP voor de verdeling van het verkrijgen van de toeren gebeurd door middel van de knop knipperend groot licht FLASH (12, afb. 5) op de linkerschakelaar. Als de functie LAP geactiveerd wordt en ook de poort (USB) bezig is en het voertuig plotseling uitgezet wordt (Key-Off), wordt de functie automatisch gedeactiveerd.
NL
28
De klok instellen
knipperend
knipperend
knipperend
knipperend
instelling
instelling
B
B
B
B
B
A
A
A
A
A
A
afb. 20
(voor 3 sec)
Om de kok in te stellen gaat u in het menu naar de pagina "TIME Set". Wanneer u zich in deze pagina bevindt, houdt u de knop (1, afb. 8) in de positie B "" voor 3 seconden ingedrukt en u krijgt toegang tot de regulering. Bij het binnengaan van deze functie knippert het opschrift "AM"; door op de knop te drukken (1, afb. 8) in de positie B "" gaan we over op het knipperende opschrift "PM"; door op de knop te drukken (1, afb. 8) in de positie B "" gaat u terug naar de vorige stap (in het geval de tijd op 00:00 staat, zal er wanneer u van AM naar PM overgaat 12:00 verschijnen); als u de knop (1, afb. 8) in de positie A "" indrukt, gaat u over naar het instellen van de tijd die zal gaan knipperen. Bij iedere druk in de positie B "" gaat de telling verder met stappen van 1 uur; door in de positie B "" ingedrukt te houden, gaat de telling verder met stappen van 1 uur per seconde (wanneer u de knop langer ingedrukt houdt, knippert het uur niet). als u de knop (1, afb. 8) in de positie A "" indrukt, gaat u over naar het instellen van de minuten die zullen gaan knipperen. Bij iedere druk in de positie B "" gaat de telling met stappen van 1 minuut vooruit; door in de positie B "" ingedrukt te houden, gaat de telling met stappen van 1 minuut per seconde vooruit. Als de knop voor meer dan 5 seconden in de positie B "" ingedrukt wordt, gaan de stappen vooruit met stappen van 1 per ms (tijdens de langere druk in de positie B "" knipperen de seconden niet). als u de knop in de positie A "" drukt, gaat u uit de modaliteit van instelling en ziet u de nieuwe ingestelde tijd.
NL
29
Loading...
+ 81 hidden pages