Dual DAB-P 200 User guide [nl]

Page 1
DAB-P 200 V1_07-15
DAB-P 200
Draagbare CD-speler
DAB+ digitale radio
Gebruiksaanwijzing
Page 2
2
Inhoudsopgave
Technische specificaties ............................................. 4
Inhoud van de verpakking ............................................. 4
Algemeen ........................................................................ 5
Doelgroep van de gebruiksaanwijzing ......................... 5
Uiterlijke kenmerken in de gebruiksaanwijzing ............ 5
Opmerking over resetten .............................................. 5
Overzicht van het apparaat ........................................... 6
Opmerkingen over het gebruik ..................................... 8
Veiligheidsinstructies .................................................. 8
Gebruik van batterijen .................................................. 9
Gebruiksdoel ............................................................ 10
Beschrijving van het apparaat .................................... 11
Bijzondere eigenschappen van het apparaat ............. 11
Wat is DAB+? ............................................................. 11
Apparaat voorbereiden voor gebruik ......................... 12
Het apparaat opstellen ............................................... 12
Netvoeding ................................................................. 14
Batterijvoeding ............................................................ 14
Algemene functies van het apparaat ......................... 15
Apparaat inschakelen ................................................. 15
Bron instellen .............................................................. 16
Tijd handmatig instellen ........................................... 16
Inschakeltijd instellen ................................................. 16
Volume instellen ......................................................... 17
Apparaat uitschakelen ............................................... 17
DAB+ radio bedienen .................................................. 18
Zenders zoeken bij DAB+ .......................................... 18
Antenneontvangst verbeteren .................................... 18
DAB+ zender opslaan ................................................ 19
Handmatige zenderinstelling ...................................... 19
Informatie zichtbaar maken ........................................ 20
Gegevenscompressie DRC instellen ......................... 20
Fabrieksinstellingen herstellen ................................... 21
FM-radio bedienen ....................................................... 21
FM-zender instellen .................................................... 21
FM-zender opslaan .................................................... 22
Informatie zichtbaar maken ........................................ 22
Mono/stereo instellen ................................................. 22
CD-speler bedienen ..................................................... 23
Algemene opmerkingen over CD's/MP3-CD's ........... 23
Geschikte CD's .......................................................... 24
CD plaatsen ............................................................... 24
CD afspelen ............................................................... 24
Nummer kiezen .......................................................... 25
Herhaalfunctie gebruiken ........................................... 25
Page 3
3
Programmeerfunctie gebruiken ................................. 26
CD uitnemen .............................................................. 26
Cassettespeler bedienen ............................................ 26
Cassette plaatsen ...................................................... 27
Cassette afspelen ...................................................... 27
Cassette uitnemen ..................................................... 27
USB-functie bedienen ................................................. 28
Geheugenmedium plaatsen ....................................... 28
Bediening ................................................................... 28
Geheugenmedium uitnemen ..................................... 28
Externe geluidsbron (AUX) ......................................... 29
Apparaat reinigen ........................................................ 29
Veiligheidsinstructies ............................................... 29
Opmerkingen over CD's ............................................. 29
Oplossen van storingen .............................................. 30
Problemen met het apparaat ..................................... 30
Problemen met de CD-speler .................................... 31
Problemen met USB-media ....................................... 31
Problemen met de radio ............................................. 32
Problemen met de cassettespeler ............................. 32
Inhoudsopgave
Afvoerinstructies ......................................................... 33
Page 4
4
Technische gegevens
USB
2.0 (FAT / FAT32)
Maximale opslagcapaciteit
64 GB
Max. aantal bestanden:
999
Max. aantal mappen:
99
Afmetingen apparaat
(breedte x diepte x hoogte)
340 x 160 x 233 mm
Gewicht
ca. 2,3 kg
Spanning / frequentie
230 V AC 50 Hz, 16 W
Uitgangsvermogen
2 x 1,5 W RMS
Omgevingsomstandigheden
+5 °C tot +35 °C
Relatieve luchtvochtigheid (niet condenserend)
5% tot 90% Radio-
ontvangstfrequenties:
Digital Band III, DAB+
DAB 174–240 MHz
Analoog FM
FM (UKW) 87,5–108 MHz
Antenne:
telescoopantenne
Externe aansluiting AUX
3,5 mm Jackplug
Batterijvoeding
DC 12 V 8 x 1,5 V, baby, LR14/C
Technische gegevens
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden. De afmetingen zijn bij benadering gegeven. Richtlijnen en normen:
Dit product voldoet aan
de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC),
de eco-design-richtlijn (2009/125/EC),
de EMC-richtlijn (2004/108/EC) en de
richtlijn CE-waarmerk.
Inhoud van de verpakking
Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
Apparaat
Voedingskabel
Deze gebruiksaanwijzing.
Page 5
5
Algemeen
Algemeen
Deze handleiding helpt u bij een
correct en
veilig
gebruik van de draagbare cd-speler met cassette, USB, DAB+ digitale radio en FM analoge radio, hierna te noemen apparaat.
Doelgroep van de gebruiksaanwijzing
Deze handleiding is bedoeld voor elke persoon die het apparaat
opstelt,
bedient,
reinigt of
afvoert.
VOORZICHTIG - beschadiging van onderdelen!
Verwijder de transportbeveiliging uit het CD-vak voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Gebruikte symbolen in de gebruiksaanwijzing
Verschillende elementen in deze handleiding zijn voorzien van vaste uiterlijke kenmerken. Zo is gemakkelijk te zien of het
normale tekst, <menuoptie>,
opsommingen of
1. handelingen betreft.
Opmerking over resetten
Het kan een enkele keer voorkomen dat de software van het apparaat "vastloopt" en het apparaat niet meer op de bediening reageert.
Ga in dat geval als volgt te werk.
1. Apparaat uitschakelen.
2. Neem de stekker uit het stopcontact.
3. Wacht even.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Apparaat inschakelen. Het systeemgeheugen wordt gereset. Het apparaat
is weer klaar voor gebruik.
Page 6
6
Overzicht van de ontvanger
1 Luidsprekers
2 Handgreep
3 Telescoopantenne
4
OPEN/ CLOSE
CD-vak openen/sluiten 5
Cassette: PLAY
6
Cassette terugspoelen
7
Cassette vooruit spoelen
8
Cassette: STOP/cassettehouder openen
9
Cassette: PAUSE
12 11
10
9 8 7 6 5
13
14
18
19
17 16
15
20 21
15
26 25
24
23 22
Overzicht van het apparaat
Page 7
7
SCAN/
DAB/FM: Zender zoeken starten CD/USB: Weergave starten,
pauze
FOLDER/
PRE-UP
Map selecteren vooruit
Radio:
geprogrammeerde zender oproepen
INFO/ PLAY MODE
DAB/FM: Informatie tonen CD/USB: Herhaalfunctie en
willekeurige volgorde
- VOLUME +
Volumeregelaar
TIMER
Alarm instellen, inschakelen / uitschakelen
MENU/MEM/ CLK-ADJ
Menu oproepen en sluiten / programmeerfunctie /
handmatig instellen van de klok
21
22
23
24
25
26
10 Aansluiting hoofdtelefoon
via 3,5 mm Jackplug
11 AUX-IN Aansluiting externe bron,
3,5 mm Jackplug
12 USB-aansluiting
13 Batterijvak (onderzijde) 14 AC IN ~ Netaansluiting voor 230 V ~ / 50 Hz 15 DAB: door zenders stappen
FM: frequentie instellen CD/USB: nummer kiezen, in menu's navigeren
16 /ENTER CD/USB: afspelen stoppen /
invoer bevestigen
17 FUNCTION Bedrijfsmode kiezen
DAB / FM / AUX / TAPE / CD / USB
18 Display
Overzicht van de ontvanger
Geheugenplaats kiezen,
19 Standby-LED
20
/
In- en uitschakelen
(brandt rood in stand-by)
Page 8
8
Opmerkingen over het gebruik
Opmerkingen over het gebruik
Lees alle veiligheidsinstructies zorgvuldig door en bewaar deze gebruiksaanwijzing zodat u die later nog eens kunt raadplegen. Neem alle waarschuwingen en instructies in deze gebruiksaanwijzing in acht.
Veiligheidsinstructies
Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op 230 V / 50 Hz. Probeer nooit het apparaat op een andere voedingsspanning aan te sluiten.
De stekker mag pas worden aangesloten, nadat de installatie volgens de voorschriften is afgerond.
Controleer het apparaat op beschadigingen.
Als de netkabel defect is of het apparaat andere
schade vertoont, mag het apparaat niet in bedrijf worden genomen.
Het apparaat blijft ook in uitgeschakelde toestand met het lichtnet verbonden. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u de ontvanger langere tijd niet gebruikt.
Trek het netsnoer altijd aan de stekker en niet aan de kabel uit het stopcontact.
Om brandgevaar en gevaar voor elektrische schokken te voorkomen, mag u het apparaat niet aan regen of vocht blootstellen.
Stel het apparaat tijdens gebruik niet op in de buurt van een badkuip, zwembad of opspattend water.
Plaats geen open vuur (bijv. brandende kaars) op het apparaat.
Plaats geen houder met vloeistof (bijv. bloemvaas) op het apparaat. Deze kan omvallen en de wegstromende vloeistof kan aanzienlijke schade resp. een elektrische schok veroorzaken.
Zorg dat er geen vreemde objecten (bijv. naalden, munten e.d.) in het apparaat komen.
Als er een voorwerp of vloeistof in het apparaat terecht is gekomen, trekt u direct de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat door een vakman nakijken alvorens u het weer in gebruik neemt. Anders bestaat het gevaar voor een elektrische schok.
Reparaties en onderhoud mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice of door een vakman die door de fabrikant erkend is. Door onvakkundige reparaties kan aanzienlijke schade voor de gebruiker ontstaan.
Probeer nooit zelf een defect apparaat te repareren. Wend u altijd tot een van onze servicepunten.
Maak het apparaat nooit open. Dit mag uitsluitend worden gedaan door de klantenservice of door een vakman die door de fabrikant erkend is. Anders bestaat het gevaar voor een elektrische schok.
Page 9
9
Raak de aansluitcontacten op de achterkant van het apparaat niet aan met metalen voorwerpen of uw vingers. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan.
Laat nooit kinderen zonder toezicht dit apparaat gebruiken.
Beluister muziek of radio niet op een hoog volume. Dit kan blijvende gehoorschade opleveren.
Deze pomp is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische en/of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring of kennis. Uitzondering: Tenzij deze onder toezicht staan van een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon of zijn geïnstrueerd in het gebruik van dit apparaat.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te waarborgen dat het apparaat niet als speelgoed wordt gebruikt.
Het is niet toegestaan om veranderingen aan het apparaat aan te brengen.
Beschadigde apparaten resp. beschadigde accessoires mogen niet meer worden gebruikt.
In de CD-speler wordt gebruik gemaakt van een onzichtbare laserstraal. Deze kan bij verkeerd gebruik schade aan de ogen veroorzaken.
Kijk nooit in het geopende CD-vak.
Dit apparaat is ingedeeld als laserapparaat in
Klasse 1 (CLASS 1 LASER). De desbetreffende
Opmerkingen over het gebruik
sticker (CLASS 1 LASER PRODUCT) bevindt zich achterop het apparaat.
Gebruik van batterijen
Waarschuwing - explosiegevaar
Normale batterijen mogen niet worden opgeladen, met andere middelen worden gereactiveerd, gedemonteerd, verhit of in open vuur worden geworpen of blootgesteld worden aan direct zonlicht.
Plaats de batterijen in de juiste richting. Bij verkeerd geplaatste batterijen bestaat explosiegevaar!
Waarschuwing - verstikkingsgevaar Kinderen kunnen batterijen in hun mond
steken en inslikken. Dit kan ernstige gezondheidsschade opleveren.
Waarschuw onmiddellijk een arts als iemand een batterij heeft ingeslikt!
Zorg ervoor dat batterijen niet in handen van kinderen terecht kunnen komen.
Page 10
10
Opmerkingen over het gebruik
Waarschuwing - gevaar voor letsel Uitgelopen of beschadigde batterijen
kunnen bij contact met de huid brandwonden of vergiftiging veroorzaken.
Draag geschikte handschoenen.
Voer uitgelopen batterijen op
correcte wijze af.
Maak het batterijvak schoon met een droge doek.
Gebruik uitsluitend batterijen die beveiligd zijn tegen uitlopen of accu's van hetzelfde type.
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Belangrijke instructie voor de afvoer
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Op batterijen is Europese richtlijn 2006/66/EG van toepassing. Ze mogen niet bij het normale huisvuil worden gegooid.
Informeer naar de lokale voorschriften voor een gescheiden afval van batterijen, omdat door een correcte afvoer mens en milieu tegen eventuele schadelijke gevolgen worden beschermd.
Dit teken vindt u op batterijen met schadelijke stoffen:
Gebruiksdoel
Vervang tijdig batterijen die zwakker worden. Maak de contacten van de batterij en het apparaat schoon, voordat u de batterij plaatst. Zie "Apparaat reinigen", op pagina 29.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd en gebruik batterijen van hetzelfde type.
Voer gebruikte batterijen op correcte wijze af.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld om DAB+/FM
radio-uitzendingen te ontvangen en CD's, cassettes en muziekbestanden van een geschikt USB­medium of een extern apparaat af te spelen.
Het apparaat is ontwikkeld voor privégebruik en is niet geschikt voor commerciële doeleinden.
De USB-aansluiting is uitsluitend geschikt voor rechtstreeks aangesloten USB-media. Het apparaat ondersteunt geen aansluiting van USB­media via een USB-verlengkabel.
Page 11
11
Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Bijzondere eigenschappen van het apparaat
Het apparaat bestaat uit een DAB+/FM radio met MP3­CD-speler, cassettespeler, USB-ingang en AUX-audio­ingang.
De radio ontvangt op DAB-frequenties 174-240 MHz (digitaal) en FM 87,5-108 MHz (analoog).
U kunt 10 DAB+- en 10 FM-zenders programmeren.
In FM-modus kunt u kiezen tussen stereo en mono.
U kunt met dit apparaat CD's, CD-R's en MP3-CD's afspelen. Zelfgebrande CD's moeten zijn afgesloten. Raadpleeg de aanwijzingen in de documentatie van de CD-recorder.
Het apparaat kan losse nummers of een volledige CD automatisch herhalen.
Het apparaat kan tot 20 nummers van een CD, een MP3-CD of een USB-medium in een programmeerbare volgorde afspelen.
U kunt met dit apparaat MP3-bestanden van USB-media afspelen.
Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks op een PC aan te sluiten.
Het apparaat heeft een AUX-audio-ingang.
Als er batterijen in het apparaat zitten, kunt u
zonder stopcontact muziek afspelen of naar de radio luisteren.
Het display is verlicht.
Eco stand-by
Het apparaat wordt na enige tijd zonder weergave resp. zonder signaal automatisch in stand-by geschakeld.
Druk op toets (20) om het apparaat
weer in te schakelen.
Wat is DAB+?
DAB+ is een nieuw digitaal formaat waarmee u een kristalhelder geluid zonder ruis kunt horen.
Anders dan bij traditionele analoge radiozenders worden bij DAB meerdere zenders op één frequentie uitgezonden. Dit wordt ensemble of multiplex genoemd. Een ensemble bestaat uit het radiostation en meerdere servicecomponenten of dataservices, die individueel door de radiostations worden uitgezonden. Informatie bijv. op www.digitalradio.de of www.digitalradio.ch.
Datacompressie
Digitale radio profiteert van bepaalde effecten van het menselijk gehoor. Het menselijk oor neemt tonen die onder een bepaald minimumniveau liggen, niet waar. Data die zich onder de zogenaamde rustgehoordrempel bevinden, kunnen dus uitgefilterd worden. Dit is mogelijk
Page 12
12
Apparaat voorbereiden voor gebruik omdat in een digitale datastroom bij elke informatie-
eenheid ook de bijbehorende relatieve geluidssterkte tot andere eenheden is opgeslagen. In een geluidssignaal worden bovendien op een bepaald geluidsniveau, de zachtere aandelen door de luidere overstemd. Alle geluidsinformatie in een muziekstuk die onder de zogenaamde gehoordrempel vallen, kunnen uitgefilterd worden uit het uitgezonden signaal. Daardoor wordt te verzenden gegevensstroom beperkt zonder dat het geluidsverschil voor de luisteraar waarneembaar is (HE AAC v2 - verwerking als aanvullende codering voor DAB+).
Audiostream
Audiostreams zijn bij de digitale radio continue datastromen, die MPEG 1 audio layer 2 frames bevatten en zodoende akoestische informatie weergeven. Hierdoor kunnen gewone radioprogramma's uitgezonden en op de ontvangerzijde beluisterd worden. Digitale radio biedt niet alleen radiogeluid met een uitstekende geluidskwaliteit maar ook extra informatie. Deze kan het lopende programma betreffen (DLS bijv. titel, artiest) of onafhankelijk daarvan zijn (bijv. nieuwsberichten, weer, verkeer, tips).
DAB+-radio - service kiezen en zoeken
Het apparaat start bij inschakelen automatisch met zoeken naar zenders. Als er geen zender ontvangen wordt, verschijnt "No DAB Station" op het display. Dat betekent dat er geen ontvangst of slechts
zeer zwakke ontvangst is. Zet het apparaat in dat geval ergens anders neer en start handmatig zender zoeken (zie "Zenders zoeken bij DAB+" op pagina 18).
Voorbereiden voor gebruik
Plaatsing van het apparaat
Plaats het apparaat op een stevige, veilige en horizontale ondergrond.
Zorg voor voldoende ventilatie. De warmte die tijdens gebruik ontstaat, moet door voldoende luchtcirculatie worden afgevoerd. Daarom mag het apparaat niet worden afgedekt of in een gesloten kast worden geplaatst. Houd rondom het apparaat ten minste 10 cm vrije ruimte aan.
Plaats het apparaat niet op een zacht oppervlak, zoals tapijt, dekens of in de buurt van gordijnen of wandbekleding. De ventilatie-openingen kunnen geblokkeerd raken zodat de ventilatie geblokkeerd wordt. Dit kan mogelijk brand in het apparaat veroorzaken.
Het apparaat mag niet worden gebruikt in de directe omgeving van warmtebronnen als een radiator.
Voorkom direct zonlicht en plaatsen met extreem veel stof.
Page 13
13
Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik in droge omgevingen en een gematigd klimaat en mag niet geplaatst worden in een ruimte met hoge luchtvochtigheid of drup- of spatwater (bijv. keuken of sauna). Condensvorming en spatwater kunnen tot schade aan het apparaat leiden.
Gebruik het apparaat alleen als het op zijn poten staat.
De poten van het apparaat kunnen soms gekleurde vlekken veroorzaken op bepaalde meubeloppervlakken, Breng een bescherming aan tussen uw meubels en het apparaat.
Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
Zet geen zware voorwerpen op het apparaat.
Als u de ontvanger van een koude naar een warme
omgeving overbrengt, kan er aan de binnenkant condens ontstaan. Wacht in dat geval ongeveer een uur, voordat u het apparaat weer in gebruik neemt.
Het stopcontact moet zich zo dicht mogelijk bij het apparaat bevinden.
Leg de netkabel zo, dat er niemand over kan struikelen.
Gebruik geen stekkerdozen.
Controleer of het netsnoer resp. de stekker altijd
goed bereikbaar is, zodat u het apparaat snel van de stroomvoorziening kunt loskoppelen!
Apparaat voorbereiden voor gebruik
Steek de stekker voor een goede aansluiting altijd zover mogelijk in het stopcontact.
Pak de stekker niet vast met natte handen, hierbij bestaat gevaar voor een elektrische schok!
Trek bij storingen of rook- en geurvorming direct de stekker uit het stopcontact!
Steek het apparaat bij onweer niet in het stopcontact.
Trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. Neem de batterijen eruit, want uitgelopen batterijen kunnen het apparaat beschadigen.
Te hoog geluidsvolume kan tot gehoorschade leiden, vooral bij gebruik van een koptelefoon.
Houd het apparaat en de cassettes uit de buurt van andere apparaten die een sterk magnetisch veld opwekken (bijv. elektromotoren of luidsprekerboxen).
Page 14
14
Apparaat voorbereiden voor gebruik
Netvoeding
Batterijvoeding
U kunt het apparaat aansluiten op het normale stroomnet (230 V~ / 50 Hz).
Steek de netkabel in de netaansluiting AC IN (14) en steek de stekker in het stopcontact.
Voorzichtig! Wanneer het apparaat op de netspanning
is aangesloten, zijn onderdelen van het apparaat in bedrijf. Trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat geheel wilt
uitschakelen. Aanwijzing Verwijder als u het apparaat op het stopcontact heeft
aangesloten, de batterijen om deze te ontzien en het apparaat te beschermen tegen weglopend batterijzuur!
Eco stand-by
Het apparaat wordt na enige tijd zonder weergave resp. zonder signaal automatisch in stand-by geschakeld.
Druk op toets (20) om het apparaat
weer in te schakelen.
Waarschuwing - gevaar voor letsel Uitgelopen of beschadigde batterijen
kunnen bij contact met de huid brandwonden of vergiftiging veroorzaken.
Draag geschikte handschoenen.
Voer uitgelopen batterijen op
correcte wijze af.
Maak het batterijvak schoon met een droge doek.
Gebruik uitsluitend batterijen die beveiligd zijn tegen uitlopen of accu's van hetzelfde type.
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Belangrijke instructie voor de afvoer
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schade aan het milieu toebrengen.
Verwijder batterijen overeenkomstig de wettelijke voorschriften. Werp de batterijen in geen geval weg met het huishoudelijk afval.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai het apparaat zo, dat u het batterijvak (13) aan de onderkant kunt openen. Pas er daarbij op dat u de knoppen aan de bovenzijde van het apparaat niet beschadigt.
Page 15
15
3. Neem alle batterijen uit.
4. Voor gebruik zonder stopcontact heeft u 8 alkalinebatterijen nodig van type Baby / 1,5 V / LR14/C (niet meegeleverd). Plaats de batterijen in de juiste richting (zie afbeelding).
5. Sluit zorgvuldig de klep van het batterijvak. De clip van de klep moet in de behuizing klikken.
Algemene functies van het apparaat
Algemene functies van het apparaat
Apparaat inschakelen
1. Trek de antenne volledig uit.
2. Inschakelen: Druk op toets (20).
3. Het display (18) licht op, de LED (19) gaat uit. Aanwijzing Als u de DAB+-functie voor het eerst gebruikt, gaat
het apparaat automatisch zenders zoeken.
Aantal
Balk
Als de melding "No DAB Station" verschijnt, is er geen DAB-signaal ontvangen. De signaalsterkte kan ook te laag zijn, zie "Antenneontvangst verbeteren" op pagina
18. Verander zo nodig de stand van de antenne en start het zender zoeken opnieuw, zie "Zenders zoeken bij DAB+" op pagina 18 of "FM-zenders instellen" op pagina
21.
gevonden zenders
Page 16
16
Algemene functies van het apparaat
Bron instellen
Schakel met FUNCTION (17) tussen DAB / FM / AUX / TAPE / CD / USB.
Aanwijzing voor USB-gebruik Het apparaat ondersteunt geen aansluiting van
USB-media via een USB-verlengkabel. Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks op een
PC aan te sluiten.
Tijd handmatig instellen
Wanneer voor het eerst een netwerkverbinding wordt gemaakt, verschijnt er "--:--" op het display. Als het apparaat bij de eerste keer inschakelen een DAB-signaal ontvangt, stelt het apparaat automatisch de tijd in.
Als er geen DAB-ontvangst is, kunt u de klok als volgt handmatig instellen.
1. Druk in stand-by de toets CLK-ADJ (26) in en houd die ingedrukt totdat de tekst "24 Hour" verschijnt.
2. Kies met , (15) het tijdformaat "24 Hour" of "12 Hour".
3. Bevestig met CLK-ADJ (26). Op het display knipperen de uren.
4. Stel met (15) het huidige uur in.
5. Bevestig met CLK-ADJ (26). Op het display knipperen de minuten.
6. Stel met (15) de huidige minuten in.
7. Bevestig met CLK-ADJ (26). De tijd is nu ingesteld.
Wekker instellen
De timer schakelt het apparaat op de ingestelde wektijd in.
Inschakeltijd instellen
De timer schakelt het apparaat op het ingestelde tijdstip met de gewenste bron in. De timer schakelt het apparaat bij het bereiken van het uitschakeltijdstip uit. Op het display verschijnt het timersymbool om aan te geven dat er een timer actief is.
Wanneer tijdens het instellen gedurende 6 seconden geen toets wordt ingedrukt, wordt de instelmodus automatisch afgesloten. Begin in dat geval opnieuw.
1. Zet het apparaat op stand-by.
2. Houd de toets TIMER (25) ingedrukt, totdat "Timer on" verschijnt en stel de wektijd in. De uren knipperen
3. Stel met (15) de wektijd in uren en minuten in
4. Druk op de toets TIMER (25) om de instelling voor het uur en de minuten over te nemen. "Timer off" verschijnt en stel de uitschakeltijd in. De uren knipperen
5. Stel met (15) de uitschakeltijd in uren en minuten in
Page 17
17
6. Druk op de toets TIMER (25) om de instelling voor het uur en de minuten over te nemen. De inschakelbron "Timer mode" knippert.
7. Stel met (15) de gewenste bron in: CD, USB, DAB, FM, TAPE.
8. Bevestig met de toets TIMER (25). De volumeaanduiding "Timer Vol" verschijnt op het display.
9. Stel met (15) het gewenste volume bij inschakelen in:
10. Beëindig de timer-instelling met een druk op TIMER (25).
Alle instellingen worden ter controle nog eens op het display getoond.
Wekfunctie in- en uitschakelen
Druk in stand-by op de toets TIMER (25) om de timer in of uit te schakelen.
Het timer-symbool wordt al dan niet getoond.
Wekker na alarm volledig uitschakelen
Druk op (20), om de wekker uit te schakelen.
Opmerking: De wekfunctie schakelt het apparaat de daarop volgende dag op de ingestelde werktijd weer in.
Algemene functies van het apparaat
Volume instellen
Stel met VOLUME (24) het gewenste volume in ( = harder, = zachter).
Apparaat uitschakelen
1. U zet het apparaat op stand-by door te drukken op knop (20). Het display gaat uit.
2. De stand-by LED (19) brandt rood.
3. Apparaat geheel uitschakelen. Trek de stekker uit het stopcontact.
Page 18
18
DAB+ radio bedienen
DAB+ radio bedienen
Zenders zoeken bij DAB+
1. Trek de telescoopantenne (3) volledig uit.
2. Schakel met FUNCTION (17) over naar DAB.
3. De eerste keer begint het apparaat automatisch zenders te zoeken. Op het display verschijnt een voortgangsbalk.
4. Als u opnieuw zenders wilt zoeken, druk dan op MENU (26).
5. Kies met (15) <Full Scan> .
6. Bevestig met ENTER (16).
7. Het zoeken begint en op het display verschijnt een voortgangsbalk.
8. Controleer de gevonden zender met ,
(15).
9. Om een zender te selecteren, drukt u op de toets SELECT (16).
Alternatief: Druk op SCAN (21) (alle zenders worden opnieuw gezocht).
Antenneontvangst verbeteren
Aantal en kwaliteit van de te ontvangen zenders hangt af van de omstandigheden ter plaatse. Met de telescoopantenne (3) kan een bruikbare ontvangst worden bereikt.
Voor ontvangst van de digitale radiostations (DAB-modus) moet de antenne volledig zijn uitgetrokken.
De uitlijning van de antenne is belangrijk, vooral aan de rand van het DAB+-ontvangstgebied. Op internet vindt u op www.digitalradio.de de plaats van de dichtstbijzijnde zendmast.
1. Start zender zoeken de eerste keer voor een raam in de richting van de zendmast.
2. Trek de antenne volledig uit en draai hem zo nodig in verschillende richtingen.
Bij slecht weer kan de ontvangst minder zijn.
Let erop dat er in de directe omgeving geen andere elektrische apparaten (TV, straalkachel, strijkbout) aan staan.
Steek het apparaat in een apart stopcontact, niet in een stekkerblok.
Schakel spaarlampen en tl-verlichting in de directe omgeving uit.
Aanwijzing U kunt de optimale richting en plaats van de
antenne bepalen aan de hand van de weergave van de signaalsterkte en de fout-rate (signal error rate).
Page 19
19
DAB+ radio bedienen
DAB+ zender opslaan
U kunt in het programmageheugen maximaal 10 stations in het DAB-bereik opslaan.
Aanwijzing De opgeslagen zenders blijven ook bij
stroomuitval bewaard.
1. De gewenste zender instellen.
2. Houd MENU (26) ingedrukt.
3. Kies met (15) de geheugenplaats.
4. Bevestig met ENTER (16).
5. Op het display verschijnt "Preset # stored".
Selecteren van geprogrammeerde stations
1. Druk kort op PRE-UP (22).
2. Kies met (15) een geheugenplaats.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Linksonder staat de geheugenplaats.
Als u geen zender op de gekozen geheugenplaats hebt ingesteld, verschijnt de melding "Preset Empty".
Wissen van opgeslagen geheugenplaats
U kunt een nieuwe zender op een geheugenplaats instellen. De oude zender wordt dan overschreven.
Door de zenders lopen
1. Wissel met , (15) van zender.
2. Selecteer met ENTER (16) een zender.
Inactieve zenders wissen
Wanneer u de opstellocatie van het apparaat wijzigt, bijv. na een verhuizing, kunt u mogelijk de opgeslagen DAB-zenders niet meer ontvangen.
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <Prune> .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) <Yes> .
5. Bevestig met ENTER (16).
6. De inactieve zenders worden gewist.
Handmatig zenders zoeken
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <Manual tune>
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Schakel met , (15) tussen de kanalen 5 A t/m 13 F en de bijbehorende frequenties.
Page 20
20
DAB+ radio bedienen
5. Bevestig het kanaal met ENTER (16). Als er een ensemble (zie "Wat is DAB+?"op pagina
11) wordt gevonden, verschijnen de naam en de signaalsterkte op het display.
Weergave met signaalsterkte. Hoe verder naar rechts, hoe beter het signaal.
1
2
Markering 1 toont de vereiste signaalsterkte. Zenders waarvan de signaalsterkte onder het vereiste niveau ligt, zenden onvoldoende signaal uit. Markering 2 toont de huidige signaalsterkte.
6. Zenders worden automatisch opgeslagen.
7. Verlaat het menu weer met MENU (26).
Informatie zichtbaar maken
1. Druk in DAB-modus een aantal malen op INFO (23).
2. Op het display verschijnt achtereenvolgens de volgende informatie: DLS-tekst (titel, artiest meer informatie onafhankelijk van de zender), signaalsterkte, type programma, multiplex-naam, kanaal/frequentie, fout-rate, signaalinformatie, tijd, datum.
Gegevenscompressie DRC instellen
Het compressieniveau compenseert dynamische schommelingen en hierdoor optredende variaties in het volume.
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <DRC> .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) de compressie-rate:
DRC low – lage compressie
DRC high – hoge compressie
DRC off – compressie uitgeschakeld
5. Bevestig met ENTER (16).
Page 21
21
FM-radio bedienen
Fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u de opstellocatie van het apparaat wijzigt, bijv. bij na een verhuizing, kunt u mogelijk de opgeslagen DAB-zenders niet meer ontvangen. Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle opgeslagen zenders en favorieten gewist en wordt het zender zoeken opnieuw gestart.
1. Druk in DAB-modus op MENU (26).
2. Kies met , (15) <System>.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. <Factory Reset> verschijnt.
5. Bevestig met ENTER (16).
6. De vraag "Factory Reset? <No> <Yes>" verschijnt.
7. Kies
8. Met , (15) <Yes> .
9. Bevestig met ENTER (16).
Aanwijzing Alle eerder opgeslagen zenders worden gewist.
FM-radio bedienen
FM-zender instellen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar FM.
2. Op het display worden de frequentie en de zendernaam getoond, zodra de RDS-gegevens zijn ontvangen.
3. Als het ingangssignaal zwak is, kunt u in het menu kiezen tussen mono en stereo. Zie "Mono/stereo instellen" op pagina 22. Stereozenders met veel ruis klinken soms beter in mono.
Handmatige zenderselectie
1. Stel met , (15) FM-modus de gewenste zender in.
2. Het display toont de frequentie. Elke druk op de knop verandert de frequentie in stappen van 0,05 MHz.
Aanwijzing Als u een zwakke zender wilt instellen, doe dat dan
met handmatig zender zoeken of verander in het menu <Scan setting> de keuze <Strong stations only> in <All stations> .
Automatische zenderselectie
1. Druk op SCAN (21). De frequentieband wordt doorzocht. Alternatief , (15) ingedrukt houden.
Page 22
22
FM-radio bedienen
2. Op het display loopt de zenderfrequentie op. Wanneer er een FM-zender met een voldoende sterk signaal wordt gevonden, stopt de zoekactie en wordt de zender weergegeven.
FM-zender opslaan
U kunt in het programmageheugen maximaal 10 stations in het FM-bereik opslaan.
Aanwijzing De opgeslagen zenders blijven ook bij stroomuitval
bewaard.
1. De gewenste zender instellen.
2. Houd MENU (26) ingedrukt.
3. Kies met , (15) een geheugenplaats.
4. Bevestig met ENTER (16).
5. Op het display verschijnt "Preset # stored".
Selecteren van de geprogrammeerde stations
1. Druk kort op PRE-UP (22).
2. Kies met , (15) een geheugenplaats.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Linksonder staat de geheugenplaats.
Als u geen zender op de gekozen geheugenplaats hebt ingesteld, verschijnt de melding "Preset Empty".
Wissen van een opgeslagen geheugenplaats
U kunt een nieuwe zender op een
geheugenplaats instellen. De oude zender
wordt dan overschreven.
Informatie zichtbaar maken
1. Druk in FM-modus een aantal malen op INFO (23).
2. Op het display verschijnt achtereenvolgens de volgende informatie: Lopende radiotekst, programmatype PTY, frequentie, mono/stereo, tijd, datum.
Mono/stereo instellen
U kunt kiezen of de radiozender in stereo of mono wordt ontvangen. Bij zwakke signalen wordt aangeraden op mono over te schakelen (instelling: Forced mono).
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) < Audio setting > .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) < Stereo allowed > of < Forced mono > .
5. Bevestig met ENTER (16).
Page 23
23
CD-speler bedienen
CD-speler bedienen
Algemene opmerkingen over CD's/MP3-CD's
Het apparaat kan muziek-CD's afspelen waarop audiobestanden (CD-DA of MP3 voor CD-R) zijn opgeslagen. MP3-formaten moeten worden aangemaakt volgens ISO 9660 Level 1 of Level 2. Multisession-CD's kunnen niet worden gelezen.
Het apparaat kan CD's met MP3-bestanden en normale audio-CD's (CD-DA) afspelen. Andere bestandsformaten en -extensies, *.doc, *.txt, *.pdf etc. worden niet ondersteund. Het is niet mogelijk om muziekbestanden of afspeellijsten met de extensies *.WMA, *.AAC, *.DLF, *.M3U en *.PLS af te spelen.
In de MP3-modus zijn de termen "Folder" = Album en "Titel" = nummer bepalend. "Folder" komt overeen met de map op de PC, "Titel" komt overeen met een bestand op de PC of een nummer op een CD-DA.
Het apparaat sorteert de albums resp. nummers op naam in alfabetische volgorde. Wanneer u de voorkeur geeft aan een andere volgorde, kunt u de naam van het bestand of het album wijzigen en plaatst u bijvoorbeeld een cijfer voor de naam.
Bij het branden van CD-R met audiobestanden kunnen er verschillende problemen ontstaan die een ongestoorde weergave kunnen beperken. De oorzaak hiervan zijn foutieve software- en
hardware-instellingen of de gebruikte lege CD. Wanneer dergelijke storingen optreden, kunt u contact opnemen met de klantenservice van de fabrikant van de brandsoftware of de brander of u kunt op internet naar informatie zoeken.
Vanwege het grote aantal verschillende soorten encodersoftware kan niet worden gegarandeerd dat elk MP3-bestand zonder storing kan worden afgespeeld. Als een nummer of bestand fouten bevat, wordt de weergave met het volgende bestand voortgezet.
Er wordt aangeraden om voor het branden van de CD een lage snelheid te kiezen en de CD als single­session aan te maken en te opname te finaliseren.
Aanwijzing Houd u bij het branden van CD's aan de wettelijke
voorschriften omtrent auteursrechten. Houd het CD-vak altijd gesloten om te voorkomen dat
zich stof op de lens van de laser ophoopt. Bewaar de CD altijd in het doosje en pak een CD alleen
aan de randen vast. Het in regenboogkleuren glimmende oppervlak mag niet worden aangeraakt en moet altijd schoon zijn. Plak geen papier of plakband op het etiket van de CD. De CD moet worden beschermd tegen direct zonlicht en uit de buurt van warmtebronnen zoals een verwarmingsradiator worden gehouden.
Page 24
24
CD-speler bedienen
Geschikte CD's
De CD-speler is compatibel met CD-, CD-R- en MP3­CD media. U kunt alle genoemde CD's zonder adapter met dit apparaat afspelen.
Probeer geen andere media (bijv. DVD's) af te spelen.
Afmeting: 12 cm of 8 cm Speelduur: 74 min. resp. 24 min. max.
Voorkom beschadiging van de CD-speler en de CD en neem voordat u het apparaat verplaatst, de CD uit de lade en plaats de transportbeveiliging erin.
Aanwijzing De weergavekwaliteit van MP3-CD's is
afhankelijk van de gekozen bitrate en de gebruikte brandersoftware.
CD plaatsen
1. Verwijder eerst de transportbeveiliging uit het CD-vak.
2. Druk bij het CD-vak op OPEN (7). De klep gaat naar boven open. Blokkeer de klep niet.
3. CD met de bedrukte kant naar voren voorzichtig plaatsen en op de vergrendeling van de houder drukken.
4. CD-vak sluiten. De CD wordt gelezen.
5. Ga pas verder met bedienen als de inhoud van de CD volledig is ingelezen. Daarmee zorgt
u ervoor dat alle noodzakelijke informatie van de CD gelezen wordt. In het bijzonder bij MP3-CD's kan dit enige tijd in beslag nemen.
6. Als het inlezen is afgerond, verschijnt kort het aantal nummer en albums op het display (18).
Aanwijzing
Wanneer er geen CD is geplaatst, verschijnt er na korte tijd "No Disc" op het display (18).
Wanneer het CD-vak is geopend moet u erop letten dat er geen vreemde voorwerpen in het apparaat terecht kunnen komen.
De lens van de laser mag in geen geval worden aangeraakt.
CD-vak alleen openen wanneer de CD stilstaat.
Let erop dat de CD recht is geplaatst.
CD afspelen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar CD.
2. (21) indrukken, het afspelen begint.
3. Met (21) onderbreekt u het afspelen.
4. Het afspelen stopt en op het display verschijnt "PAUSE".
5. Hervat het afspelen weer met (21).
6. Stop het afspelen met door op (16) te drukken.
7. Het display (18) toont het totale aantal nummers.
Opmerking: Druk altijd eerst op (16) voordat u de CD uitneemt.
Page 25
25
Nummer kiezen
Spring naar het volgende nummer door eenmaal op (15) te drukken.
Ga naar het begin van het nummer door eenmaal op
(15) te drukken.*
Spring naar het vorige nummer door tweemaal op
(15) te drukken.
Op het display (18) wordt het nummer van het
gekozen nummer weergegeven.
Druk zo vaak op of totdat het
gewenste nummer verschijnt.
*Dit werkt pas als het nummer minstens 10 seconden wordt afgespeeld.
MP3-map en nummer selecteren
1. Kies met FOLDER (22) een MP3-map.
2. Het eerste nummer van het album wordt
afgespeeld.
3. ` of (15) indrukken om een nummer
uit de map te kiezen.
Snel vooruit of achteruit zoeken
U kunt tijdens het afspelen snel vooruit of achteruit zoeken om een bepaald fragment te vinden. De muziek wordt daarbij via de luidsprekers afgespeeld.
Houd voor snel vooruitspoelen (15)
ingedrukt totdat u het gewenste fragment heeft gevonden.
CD-speler bedienen
Houd voor snel terugspoelen (15) ingedrukt totdat u het gewenste fragment heeft gevonden.
Laat de toets los. Het afspelen wordt vanaf deze positie voortgezet.
Herhaalfunctie gebruiken
Nummer, album, CD/USB-medium in zijn geheel herhalen
1. Kies een nummer op het apparaat.
2. Het display (18) geeft het gekozen nummer weer.
3. druk op (21).
4. Druk zo vaak op PLAY MODE (23) tot de gewenste herhaalfunctie verschijnt:
Rep1: het geselecteerde nummer
wordt herhaald.
RepF: het album wordt herhaald (alleen van
toepassing voor MP3-CD's met mappen)
RepA: alle nummer van de CD worden
herhaald.
Rand: willekeurige volgorde
Aanwijzing U kunt de herhaalfunctie ook gebruiken als de
programmeerfunctie actief is.
Herhaalfunctie beëindigen
Druk zo vaak op PLAY MODE (23) tot er geen herhaalfunctie meer wordt getoond.
Page 26
26
CD-speler bedienen
Programmeerfunctie gebruiken
Met de programmeerfunctie kunt u maximaal 20 nummers van een muziek-CD, MP3-CD of een USB­medium in een door u gewenste volgorde laten afspelen.
Aanwijzing Programmeren is alleen mogelijk als er een CD in het
CD-vak zit, het CD-vak gesloten is en het apparaat in de Stop-modus staat.
1. Plaats de CD in het CD-vak en sluit dit.
2. Druk op MEM (26).
3. Op het display (18) knippert "MEM" en "P01".
4. Kies met , (15) het eerste te programmeren nummer. Bij MP3-CD's kunt u met
FOLDER (22) naar het volgende album gaan.
5. Druk op MEM (26). Dit nummer is nu op programmaplaats 01 opgeslagen.
6. Op het display (18) ziet u het nummer van de volgende programmaplaats. Programmeer op deze manier de gewenste volgorde van de nummers.
7. (21) indrukken om de geselecteerde nummers af te spelen.
8. Op het display (18) verschijnt het huidige nummer.
9. Als u het afspelen wilt onderbreken, druk dan eenmaal op (21).
10. Hervat het afspelen door nogmaals op (21) te drukken.
11. Stop het afspelen door twee keer op (16) te drukken.
Aanwijzing Als u het CD-vak opent of op FUNCTION (17)
drukt, wordt het ingestelde programma gewist.
CD uitnemen
1. Stop het afspelen met (16).
2. Druk bij het CD-vak op OPEN (4). De klep gaat naar boven open. Blokkeer de klep niet.
3. Pak de CD bij de rand vast en neem hem uit.
Page 27
27
Cassettespeler bedienen
Cassettespeler bedienen
Cassette plaatsen
1. Druk op (8).
2. Het cassettevak gaat naar voren open. Blokkeer het vak beslist niet.
3. Plaats de cassette zo in het vak, dat de volle spoel aan de rechterkant zit en de open zijde van de cassette naar boven gericht is.
4. Sluit het cassettevak, totdat hij hoorbaar vastklikt.
Cassette afspelen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar TAPE.
2. (5) indrukken, het afspelen begint.
3. Met (9) onderbreekt u het afspelen. Het afspelen wordt onderbroken.
4. Hervat het afspelen weer met (9).
5. Stop het afspelen met (8).
Snel vooruit of achteruit zoeken
U kunt snel vooruit of achteruit zoeken om een bepaald fragment te vinden.
Druk voor snel vooruit zoeken op (6).
Druk voor snel achteruit zoeken op (7).
Cassette uitnemen
1. Voordat u een cassette uitneemt, moet eerst de weergave met (8) beëindigen.
2. Open het cassettevak door nogmaals op (8) te drukken.
3. Neem de cassette uit.
Aanwijzing U bereikt de beste kwaliteit met de cassette speler als u
cassettes gebruikt die voldoen aan norm IEC I. Als een cassette ongelijkmatig loopt, met name bij C
120 cassettes, ligt dat meestal aan de cassette en niet aan het apparaat.
Wanneer het cassette-vak is geopend moet u erop letten dat er geen vreemde voorwerpen in het apparaat terecht kunnen komen.
Hervat het afspelen weer met (5).
Page 28
28
USB-functie bedienen
USB-functie bedienen
Aanwijzing
De opslagcapaciteit van het USB-medium kan maximaal 64 GB zijn. Vanwege het grote aantal verschillende modellen USB-sticks en MP3 flash players, kan niet worden gewaarborgd dat elk model wordt ondersteund.
USB 1.0 en 2.0 worden ondersteund met bestandsformaat FAT of FAT32.
Bij het aansluiten van een USB-medium kan het voorkomen dat het apparaat of het medium door statische ontlading vastloopt. Voer in dat geval een reset uit. Zie "Aanwijzing voor reset" op pagina 5.
Geheugenmedium plaatsen
Steek het USB-medium in de USB-aansluiting (12). Aanwijzing Het apparaat ondersteunt geen aansluiting van
USB-media via een USB-verlengkabel. Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks op een
PC aan te sluiten.
Bediening
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar USB.
2. Het medium wordt gelezen.
3. Ga pas verder met bedienen als de inhoud volledig is ingelezen. Daarmee zorgt u ervoor dat alle noodzakelijke informatie van het medium gelezen wordt.
4. Wanneer er geen geheugenmedium is aangesloten of wanneer het medium niet kan worden gelezen, verschijnt de melding "NO USB" op het display (18).
5. Start het afspelen met toets (21).
6. Stop het afspelen met toets (16).
7. Op het display (18) verschijnt het totale aantal nummers en albums.
De bediening is verder gelijk aan die van de CD. Zie "CD afspelen" op pagina 24.
Geheugenmedium uitnemen
U kunt het USB-medium of de MP3 flash player simpelweg uit het apparaat trekken.
Page 29
29
Externe geluidsbron (AUX)
U kunt het geluidssignaal van een extern apparaat (bijv. CD-speler, DVD-speler, AV-receiver, iPod of een ander apparaat met een analoge audio-uitgang) op de luidsprekers van dit apparaat hoorbaar maken.
1. Sluit de audio-uitgang van het externe apparaat via een audiokabel (met 3,5 mm jack-plug) aan op de AUX audio-ingang (11).
2. Schakel met FUNCTION (17) over naar AUX.
3. Stel het gewenste volume op beide apparaten in.
Apparaat reinigen
Veiligheidsinstructies
Gevaar door elektrische spanning
Om het gevaar van een elektrische schok te vermijden, mag u het apparaat niet met een natte doek of onder stromend water reinigen. Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt.
Pas op - beschadiging van onderdelen! Gebruik nooit een schuurspons,
schuurmiddel of oplosmiddel, zoals alcohol of benzine om het apparaat schoon te maken. Reinig de behuizing met een zachte, met water bevochtigde doek.
Externe geluidsbron (AUX)
Opmerkingen over CD's
Vingerafdrukken en stof op de bespeelde kant kunnen met een schoon en droog schoonmaakdoekje worden verwijderd.
Gebruik voor het reinigen van een CD geen reinigingsvloeistoffen, antistatische spray of oplosmiddelen zoals benzine, thinner of andere in de handel verkrijgbare chemicaliën. Hardnekkige vlekken kunnen met een vochtige zeem worden verwijderd.
Pas op - beschadiging van onderdelen! Draaiende bewegingen tijdens het
schoonmaken veroorzaken krassen die tot fouten bij het afspelen kunnen leiden,
Veeg altijd vanuit het midden naar de rand van de CD.
Page 30
30
Oplossen van storingen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. Sluit de netkabel correct aan op het stroomnet. Ongebruikte batterijen plaatsen.
Er is geen geluid hoorbaar
Volume verhogen. Onjuiste bron geselecteerd. Kies met FUNCTION (17) de gewenste bron.
Storende ruis te horen
In de buurt van het apparaat zendt een mobiele telefoon of een ander apparaat storende radiogolven uit. Plaats de mobiele telefoon of het andere apparaat uit de buurt van dit apparaat.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Overige
Elektronische componenten van het
Storingen, luide
zijn gestoord. Trek de stekker uit het
geluiden of
wacht 10 seconden, steek de stekker
gestoorde
weer in het stopcontact
weergave
Batterijen uitnemen en weer
terugplaatsen of zo nodig vervangen.
Het display gaat niet aan.
Apparaat inschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken, opnieuw insteken, apparaat inschakelen.
Oplossen van storingen
Controleer het apparaat bij storingen aan de hand van de volgende tabel. Als u de storing ook na de beschreven controles niet kunt verhelpen, neem dan contact op met de fabrikant.
Problemen met het apparaat
Page 31
31
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
USB afspelen niet mogelijk
Het apparaat bevindt zich niet in de USB-modus. Schakel met FUNCTION (17) over naar USB.
Geen medium geplaatst of het medium is leeg. Medium op de juiste manier plaatsen resp. muziekbestanden op het medium zetten.
Let op het juiste formaat.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het geluid vervormt
Het volume is te hoog ingesteld. Volume verlagen.
De CD is vuil of defect. CD schoonmaken of een andere CD gebruiken.
Het apparaat is blootgesteld aan trillingen. Plaats het apparaat op een trillingsvrije plaats.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
CD wordt niet
Het apparaat staat niet in de CD-
afgespeeld
modus. Met FUNCTION (17) naar
of springt over
CD Wisselen
bij het afspelen
Verkeerde CD geplaatst. overschakelen. Het CD-vak is niet
CD-vak sluiten.
De CD is verkeerd geplaatst. CD met
bedrukte zijde naar boven
in het midden van het vak leggen.
De CD is vuil of defect. CD
schoonmaken of een andere CD
gebruiken.
In het CD-vak is vocht
neergeslagen. CD uitnemen
en het CD-vak ongeveer een uur
open laten staan om te drogen.
De speelduur van de audio-CD is
langer dan 74 minuten. Andere CD
gebruiken.
Problemen met de CD-speler
Oplossen van storingen
Problemen met USB-media
Page 32
32
Oplossen van storingen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Afspelen niet mogelijk.
Geen cassette geplaatst. Cassette is aan het einde
gekomen. Cassetteband hangt door.
Band enigszins spannen.
Afspelen stopt voor het einde
Cassetteband hangt door. Band enigszins spannen.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er wordt geen DAB­signaal ontvangen
Controleer of in de regio DAB­ontvangst mogelijk is. Antenne opnieuw richten.
Controleer of er wel andere zenders te ontvangen zijn.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er worden geen radiozenders ontvangen
Het apparaat bevindt zich niet in de radio-modus. Schakel met FUNCTION (17) over naar FM / DAB.
Onjuiste frequentie. Stel de juiste frequentie in.
Geluid is te zwak of van slechte kwaliteit.
Andere apparaten, zoals een TV, storen de ontvangst Plaats het apparaat verder weg van de andere apparaten.
Batterijen zijn leeg. Nieuwe batterijen of volle oplaadbare batterijen plaatsen.
De antenne is niet uitgetrokken of niet goed gericht. Trek de antenne volledig uit. Antenne richten om de ontvangst te verbeteren.
Problemen met de radio
Problemen met de cassettespeler
Page 33
33
Afvoerinstructies
Afvoeren van de verpakking.
De verpakking beschermde het apparaat tijdens transport. Alle gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. Voer de verpakking milieuvriendelijk af. Informeer in de winkel of bij de gemeente hoe u de verpakking milieuvriendelijk en deskundig kunt afvoeren.
Verstikkingsgevaar! Gevaar voor verstikking door folie en
andere verpakkingsmaterialen.
Verpakking en verpakkingsdelen niet in handen van kinderen laten komen.
Het apparaat afvoeren
Afgewerkte apparaten vormen geen waardeloos afval. Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden hergebruikt. Informeer in de winkel of bij de gemeente hoe u het apparaat milieuvriendelijk en deskundig kunt afvoeren. Verwijder de batterijen voordat u het apparaat afvoert.
Afvoerinstructies
Dit apparaat is gecertificeerd volgens richtlijn 2002/96/EG voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE) .
Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet bij het normale huishoudelijk afval worden afgevoerd maar moet op een inzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur worden ingeleverd. Het symbool op het product, de handleiding of de verpakking wijst op deze bepaling. De gebruikte materialen kunnen volgens de markeringen worden hergebruikt. Door hergebruik, recycling of andere vormen van afvoer van oude apparaten levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
Page 34
Page 35
Page 36
Adres fabrikant
DGC GmbH · Graf-Zeppelin-Str. 7 · D-86899 Landsberg Duitsland
www.dual.de Servicehotline: +49 8191 / 915 777 0 · E-mail: support@dual.de
Loading...