Wijzigingen en drukfouten voorbehouden. De
afmetingen zijn bij benadering gegeven. Richtlijnen en
normen:
Dit product voldoet aan
• de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC),
• de eco-design-richtlijn (2009/125/EC),
• de EMC-richtlijn (2004/108/EC) en de
• richtlijn CE-waarmerk.
Inhoud van de verpakking
Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn:
• Apparaat
• Voedingskabel
• Deze gebruiksaanwijzing.
Page 5
5
Algemeen
Algemeen
Deze handleiding helpt u bij een
• correct en
• veilig
gebruik van de draagbare cd-speler met cassette, USB,
DAB+ digitale radio en FM analoge radio, hierna te
noemen apparaat.
Doelgroep van de
gebruiksaanwijzing
Deze handleiding is bedoeld voor elke persoon die het
apparaat
• opstelt,
• bedient,
• reinigt of
• afvoert.
VOORZICHTIG - beschadiging van
onderdelen!
Verwijder de transportbeveiliging uit
het CD-vak voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
Gebruikte symbolen in de
gebruiksaanwijzing
Verschillende elementen in deze handleiding zijn
voorzien van vaste uiterlijke kenmerken. Zo is
gemakkelijk te zien of het
normale tekst,
<menuoptie>,
•opsommingen of
1. handelingen
betreft.
Opmerking over resetten
Het kan een enkele keer voorkomen dat de software
van het apparaat "vastloopt" en het apparaat niet meer
op de bediening reageert.
Ga in dat geval als volgt te werk.
1. Apparaat uitschakelen.
2. Neem de stekker uit het stopcontact.
3. Wacht even.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Apparaat inschakelen.
Het systeemgeheugen wordt gereset. Het apparaat
is weer klaar voor gebruik.
Page 6
6
Overzicht van de ontvanger
1 Luidsprekers
2 Handgreep
3 Telescoopantenne
4
OPEN/
CLOSE
CD-vak openen/sluiten
5
Cassette: PLAY
6
Cassette terugspoelen
7
Cassette vooruit spoelen
8
Cassette:
STOP/cassettehouder openen
9
Cassette: PAUSE
12
11
10
9 8 7 6 5
13
14
18
19
17
16
15
20
21
15
26 25
24
23 22
Overzicht van het apparaat
Page 7
7
SCAN/
DAB/FM: Zender zoeken starten
CD/USB: Weergave starten,
pauze
FOLDER/
PRE-UP
Map selecteren vooruit
Radio:
geprogrammeerde zender oproepen
INFO/
PLAY MODE
DAB/FM: Informatie tonen
CD/USB: Herhaalfunctie en
willekeurige volgorde
- VOLUME +
Volumeregelaar
TIMER
Alarm instellen, inschakelen /
uitschakelen
MENU/MEM/
CLK-ADJ
Menu oproepen en sluiten /
programmeerfunctie /
handmatig instellen van de klok
21
22
23
24
25
26
10 Aansluiting hoofdtelefoon
via 3,5 mm Jackplug
11 AUX-IN Aansluiting externe bron,
3,5 mm Jackplug
12 USB-aansluiting
13 Batterijvak (onderzijde)
14 AC IN ~ Netaansluiting voor 230 V ~ / 50 Hz
15 DAB: door zenders stappen
FM: frequentie instellen
CD/USB: nummer kiezen, in
menu's navigeren
16 /ENTER CD/USB: afspelen stoppen /
invoer bevestigen
17 FUNCTION Bedrijfsmode kiezen
DAB / FM / AUX / TAPE / CD / USB
18 Display
Overzicht van de ontvanger
Geheugenplaats kiezen,
19 Standby-LED
20
/
In- en uitschakelen
(brandt rood in stand-by)
Page 8
8
Opmerkingen over het gebruik
Opmerkingen over het gebruik
Lees alle veiligheidsinstructies zorgvuldig door en
bewaar deze gebruiksaanwijzing zodat u die later nog
eens kunt raadplegen. Neem alle waarschuwingen en
instructies in deze gebruiksaanwijzing in acht.
Veiligheidsinstructies
•Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten
op 230 V / 50 Hz. Probeer nooit het apparaat op
een andere voedingsspanning aan te sluiten.
•De stekker mag pas worden aangesloten, nadat
de installatie volgens de voorschriften is
afgerond.
• Controleer het apparaat op beschadigingen.
• Als de netkabel defect is of het apparaat andere
schade vertoont, mag het apparaat niet in bedrijf
worden genomen.
•Het apparaat blijft ook in uitgeschakelde toestand
met het lichtnet verbonden. Trek de stekker uit het
stopcontact wanneer u de ontvanger langere tijd
niet gebruikt.
•Trek het netsnoer altijd aan de stekker en niet aan
de kabel uit het stopcontact.
•Om brandgevaar en gevaar voor elektrische
schokken te voorkomen, mag u het apparaat
niet aan regen of vocht blootstellen.
•Stel het apparaat tijdens gebruik niet op in de
buurt van een badkuip, zwembad of opspattend
water.
•Plaats geen open vuur (bijv. brandende kaars)
op het apparaat.
•Plaats geen houder met vloeistof (bijv. bloemvaas)
op het apparaat. Deze kan omvallen en de
wegstromende vloeistof kan aanzienlijke schade
resp. een elektrische schok veroorzaken.
•Zorg dat er geen vreemde objecten (bijv.
naalden, munten e.d.) in het apparaat komen.
•Als er een voorwerp of vloeistof in het apparaat
terecht is gekomen, trekt u direct de stekker uit het
stopcontact. Laat het apparaat door een vakman
nakijken alvorens u het weer in gebruik neemt.
Anders bestaat het gevaar voor een elektrische
schok.
•Reparaties en onderhoud mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de klantenservice of door een
vakman die door de fabrikant erkend is. Door
onvakkundige reparaties kan aanzienlijke schade
voor de gebruiker ontstaan.
•Probeer nooit zelf een defect apparaat te
repareren. Wend u altijd tot een van onze
servicepunten.
•Maak het apparaat nooit open. Dit mag uitsluitend
worden gedaan door de klantenservice of door een
vakman die door de fabrikant erkend is. Anders
bestaat het gevaar voor een elektrische schok.
Page 9
9
•Raak de aansluitcontacten op de achterkant van
het apparaat niet aan met metalen voorwerpen of
uw vingers. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan.
•Laat nooit kinderen zonder toezicht dit
apparaat gebruiken.
•Beluister muziek of radio niet op een hoog volume.
Dit kan blijvende gehoorschade opleveren.
•Deze pomp is niet bedoeld voor gebruik door
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
sensorische en/of verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring of kennis. Uitzondering: Tenzij
deze onder toezicht staan van een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon of zijn geïnstrueerd in het
gebruik van dit apparaat.
•Kinderen moeten onder toezicht staan om te
waarborgen dat het apparaat niet als speelgoed
wordt gebruikt.
•Het is niet toegestaan om veranderingen aan het
apparaat aan te brengen.
•Beschadigde apparaten resp. beschadigde
accessoires mogen niet meer worden gebruikt.
In de CD-speler wordt gebruik gemaakt van
een onzichtbare laserstraal. Deze kan bij
verkeerd gebruik schade aan de ogen
veroorzaken.
• Kijk nooit in het geopende CD-vak.
• Dit apparaat is ingedeeld als laserapparaat in
Klasse 1 (CLASS 1 LASER). De desbetreffende
Opmerkingen over het gebruik
sticker (CLASS 1 LASER PRODUCT) bevindt
zich achterop het apparaat.
Gebruik van batterijen
Waarschuwing - explosiegevaar
•Normale batterijen mogen niet worden
opgeladen, met andere middelen worden
gereactiveerd, gedemonteerd, verhit of in
open vuur worden geworpen of
blootgesteld worden aan direct zonlicht.
•Plaats de batterijen in de juiste
richting. Bij verkeerd geplaatste
batterijen bestaat explosiegevaar!
Waarschuwing - verstikkingsgevaar
Kinderen kunnen batterijen in hun mond
steken en inslikken. Dit kan ernstige
gezondheidsschade opleveren.
•Waarschuw onmiddellijk een arts als
iemand een batterij heeft ingeslikt!
•Zorg ervoor dat batterijen niet in handen
van kinderen terecht kunnen komen.
Page 10
10
Opmerkingen over het gebruik
Waarschuwing - gevaar voor letsel
Uitgelopen of beschadigde batterijen
kunnen bij contact met de huid
brandwonden of vergiftiging veroorzaken.
• Draag geschikte handschoenen.
• Voer uitgelopen batterijen op
correcte wijze af.
•Maak het batterijvak schoon met
een droge doek.
•Gebruik uitsluitend batterijen die
beveiligd zijn tegen uitlopen of
accu's van hetzelfde type.
•Gebruik nooit oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
Belangrijke instructie voor de afvoer
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schadelijk
zijn voor de gezondheid en het milieu.
•Op batterijen is Europese richtlijn 2006/66/EG
van toepassing. Ze mogen niet bij het normale
huisvuil worden gegooid.
•Informeer naar de lokale voorschriften voor een
gescheiden afval van batterijen, omdat door een
correcte afvoer mens en milieu tegen eventuele
schadelijke gevolgen worden beschermd.
Dit teken vindt u op batterijen
met schadelijke stoffen:
Gebruiksdoel
•Vervang tijdig batterijen die zwakker worden. Maak
de contacten van de batterij en het apparaat schoon,
voordat u de batterij plaatst. Zie "Apparaat reinigen",
op pagina 29.
•Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd en
gebruik batterijen van hetzelfde type.
• Voer gebruikte batterijen op correcte wijze af.
• Het apparaat is uitsluitend bedoeld om DAB+/FM
radio-uitzendingen te ontvangen en CD's, cassettes
en muziekbestanden van een geschikt USBmedium of een extern apparaat af te spelen.
•Het apparaat is ontwikkeld voor privégebruik en
is niet geschikt voor commerciële doeleinden.
•De USB-aansluiting is uitsluitend geschikt voor
rechtstreeks aangesloten USB-media. Het
apparaat ondersteunt geen aansluiting van USBmedia via een USB-verlengkabel.
Page 11
11
Beschrijving van het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Bijzondere eigenschappen van het
apparaat
Het apparaat bestaat uit een DAB+/FM radio met MP3CD-speler, cassettespeler, USB-ingang en AUX-audioingang.
•De radio ontvangt op DAB-frequenties
174-240 MHz (digitaal) en
FM 87,5-108 MHz (analoog).
•U kunt 10 DAB+- en 10 FM-zenders
programmeren.
•In FM-modus kunt u kiezen tussen stereo en
mono.
•U kunt met dit apparaat CD's, CD-R's en MP3-CD's
afspelen. Zelfgebrande CD's moeten
zijn afgesloten. Raadpleeg de aanwijzingen in de
documentatie van de CD-recorder.
•Het apparaat kan losse nummers of een
volledige CD automatisch herhalen.
•Het apparaat kan tot 20 nummers van een CD,
een MP3-CD of een USB-medium in een
programmeerbare volgorde afspelen.
•U kunt met dit apparaat MP3-bestanden van
USB-media afspelen.
•Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks
op een PC aan te sluiten.
• Het apparaat heeft een AUX-audio-ingang.
• Als er batterijen in het apparaat zitten, kunt u
zonder stopcontact muziek afspelen of naar de
radio luisteren.
•Het display is verlicht.
Eco stand-by
Het apparaat wordt na enige tijd zonder
weergave resp. zonder signaal automatisch in
stand-by geschakeld.
Druk op toets (20) om het apparaat
weer in te schakelen.
Wat is DAB+?
DAB+ is een nieuw digitaal formaat waarmee u een
kristalhelder geluid zonder ruis kunt horen.
Anders dan bij traditionele analoge radiozenders worden
bij DAB meerdere zenders op één frequentie
uitgezonden. Dit wordt ensemble of multiplex genoemd.
Een ensemble bestaat uit het radiostation en meerdere
servicecomponenten of dataservices, die individueel
door de radiostations worden uitgezonden. Informatie
bijv. op www.digitalradio.de of www.digitalradio.ch.
Datacompressie
Digitale radio profiteert van bepaalde effecten van het
menselijk gehoor. Het menselijk oor neemt tonen die
onder een bepaald minimumniveau liggen, niet waar.
Data die zich onder de zogenaamde rustgehoordrempel
bevinden, kunnen dus uitgefilterd worden. Dit is mogelijk
Page 12
12
Apparaat voorbereiden voor gebruik
omdat in een digitale datastroom bij elke informatie-
eenheid ook de bijbehorende relatieve geluidssterkte tot
andere eenheden is opgeslagen. In een geluidssignaal
worden bovendien op een bepaald geluidsniveau, de
zachtere aandelen door de luidere overstemd. Alle
geluidsinformatie in een muziekstuk die onder de
zogenaamde gehoordrempel vallen, kunnen uitgefilterd
worden uit het uitgezonden signaal. Daardoor wordt te
verzenden gegevensstroom beperkt zonder dat het
geluidsverschil voor de luisteraar waarneembaar is (HE
AAC v2 - verwerking als aanvullende codering voor
DAB+).
Audiostream
Audiostreams zijn bij de digitale radio continue
datastromen, die MPEG 1 audio layer 2 frames bevatten
en zodoende akoestische informatie weergeven.
Hierdoor kunnen gewone radioprogramma's
uitgezonden en op de ontvangerzijde beluisterd worden.
Digitale radio biedt niet alleen radiogeluid met een
uitstekende geluidskwaliteit maar ook extra informatie.
Deze kan het lopende programma betreffen (DLS
bijv. titel, artiest) of onafhankelijk daarvan zijn (bijv.
nieuwsberichten, weer, verkeer, tips).
DAB+-radio - service kiezen en zoeken
Het apparaat start bij inschakelen automatisch met
zoeken naar zenders. Als er geen zender ontvangen
wordt, verschijnt "No DAB Station" op het display.
Dat betekent dat er geen ontvangst of slechts
zeer zwakke ontvangst is. Zet het apparaat in dat geval
ergens anders neer en start handmatig zender zoeken
(zie "Zenders zoeken bij DAB+" op pagina 18).
Voorbereiden voor gebruik
Plaatsing van het apparaat
•Plaats het apparaat op een stevige, veilige en
horizontale ondergrond.
•Zorg voor voldoende ventilatie. De warmte die
tijdens gebruik ontstaat, moet door voldoende
luchtcirculatie worden afgevoerd. Daarom mag het
apparaat niet worden afgedekt of in een gesloten
kast worden geplaatst. Houd rondom het apparaat
ten minste 10 cm vrije ruimte aan.
•Plaats het apparaat niet op een zacht oppervlak,
zoals tapijt, dekens of in de buurt van gordijnen of
wandbekleding. De ventilatie-openingen kunnen
geblokkeerd raken zodat de ventilatie geblokkeerd
wordt. Dit kan mogelijk brand in het apparaat
veroorzaken.
•Het apparaat mag niet worden gebruikt in de
directe omgeving van warmtebronnen als een
radiator.
•Voorkom direct zonlicht en plaatsen met
extreem veel stof.
Page 13
13
•Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik in droge
omgevingen en een gematigd klimaat en mag niet
geplaatst worden in een ruimte met hoge
luchtvochtigheid of drup- of spatwater (bijv.
keuken of sauna). Condensvorming en spatwater
kunnen tot schade aan het apparaat leiden.
•Gebruik het apparaat alleen als het op zijn
poten staat.
•De poten van het apparaat kunnen soms
gekleurde vlekken veroorzaken op bepaalde
meubeloppervlakken, Breng een bescherming aan
tussen uw meubels en het apparaat.
• Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
• Zet geen zware voorwerpen op het apparaat.
• Als u de ontvanger van een koude naar een warme
omgeving overbrengt, kan er aan de binnenkant
condens ontstaan. Wacht in dat geval ongeveer een
uur, voordat u het apparaat weer in gebruik neemt.
•Het stopcontact moet zich zo dicht mogelijk bij het
apparaat bevinden.
•Leg de netkabel zo, dat er niemand over kan
struikelen.
• Gebruik geen stekkerdozen.
• Controleer of het netsnoer resp. de stekker altijd
goed bereikbaar is, zodat u het apparaat snel van
de stroomvoorziening kunt loskoppelen!
Apparaat voorbereiden voor gebruik
•Steek de stekker voor een goede aansluiting
altijd zover mogelijk in het stopcontact.
•Pak de stekker niet vast met natte handen,
hierbij bestaat gevaar voor een elektrische
schok!
•Trek bij storingen of rook- en geurvorming direct de
stekker uit het stopcontact!
•Steek het apparaat bij onweer niet in het
stopcontact.
•Trek de stekker uit het stopcontact als u het
apparaat langere tijd niet gebruikt. Neem de
batterijen eruit, want uitgelopen batterijen kunnen
het apparaat beschadigen.
•Te hoog geluidsvolume kan tot gehoorschade
leiden, vooral bij gebruik van een koptelefoon.
•Houd het apparaat en de cassettes uit de buurt
van andere apparaten die een sterk magnetisch
veld opwekken (bijv. elektromotoren of
luidsprekerboxen).
Page 14
14
Apparaat voorbereiden voor gebruik
Netvoeding
Batterijvoeding
U kunt het apparaat aansluiten op het
normale stroomnet (230 V~ / 50 Hz).
•Steek de netkabel in de netaansluiting AC IN (14)
en steek de stekker in het stopcontact.
Voorzichtig!
Wanneer het apparaat op de netspanning
is aangesloten, zijn onderdelen van het
apparaat in bedrijf. Trek de stekker uit het
stopcontact als u het apparaat geheel wilt
uitschakelen.
Aanwijzing
Verwijder als u het apparaat op het stopcontact heeft
aangesloten, de batterijen om deze te ontzien en het
apparaat te beschermen tegen weglopend
batterijzuur!
Eco stand-by
Het apparaat wordt na enige tijd zonder weergave
resp. zonder signaal automatisch in stand-by
geschakeld.
Druk op toets (20) om het apparaat
weer in te schakelen.
Waarschuwing - gevaar voor letsel
Uitgelopen of beschadigde batterijen
kunnen bij contact met de huid
brandwonden of vergiftiging veroorzaken.
• Draag geschikte handschoenen.
• Voer uitgelopen batterijen op
correcte wijze af.
•Maak het batterijvak schoon met een
droge doek.
•Gebruik uitsluitend batterijen die
beveiligd zijn tegen uitlopen of accu's
van hetzelfde type.
•Gebruik nooit oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
Belangrijke instructie voor de afvoer
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die
schade aan het milieu toebrengen.
•Verwijder batterijen overeenkomstig de wettelijke
voorschriften. Werp de batterijen in geen geval weg
met het huishoudelijk afval.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai het apparaat zo, dat u het batterijvak (13) aan
de onderkant kunt openen. Pas er daarbij op dat u
de knoppen aan de bovenzijde van het apparaat
niet beschadigt.
Page 15
15
3. Neem alle batterijen uit.
4. Voor gebruik zonder stopcontact heeft u 8
alkalinebatterijen nodig van type Baby / 1,5 V /
LR14/C (niet meegeleverd). Plaats de batterijen in
de juiste richting (zie afbeelding).
5. Sluit zorgvuldig de klep van het batterijvak. De
clip van de klep moet in de behuizing klikken.
Algemene functies van het apparaat
Algemene functies van het
apparaat
Apparaat inschakelen
1. Trek de antenne volledig uit.
2. Inschakelen: Druk op toets (20).
3. Het display (18) licht op, de LED (19) gaat uit.
Aanwijzing
Als u de DAB+-functie voor het eerst gebruikt, gaat
het apparaat automatisch zenders zoeken.
Aantal
Balk
Als de melding "No DAB Station" verschijnt, is er geen
DAB-signaal ontvangen. De signaalsterkte kan ook te
laag zijn, zie "Antenneontvangst verbeteren" op pagina
18. Verander zo nodig de stand van de antenne en start
het zender zoeken opnieuw, zie "Zenders zoeken bij
DAB+" op pagina 18 of "FM-zenders instellen" op pagina
21.
gevonden
zenders
Page 16
16
Algemene functies van het apparaat
Bron instellen
•Schakel met FUNCTION (17) tussen
DAB / FM / AUX / TAPE / CD / USB.
Aanwijzing voor USB-gebruik
Het apparaat ondersteunt geen aansluiting van
USB-media via een USB-verlengkabel.
Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks op een
PC aan te sluiten.
Tijd handmatig instellen
Wanneer voor het eerst een netwerkverbinding wordt
gemaakt, verschijnt er "--:--" op het display. Als het
apparaat bij de eerste keer inschakelen een DAB-signaal
ontvangt, stelt het apparaat automatisch de tijd in.
Als er geen DAB-ontvangst is, kunt u de
klok als volgt handmatig instellen.
1. Druk in stand-by de toets CLK-ADJ (26) in en houd
die ingedrukt totdat de tekst "24 Hour" verschijnt.
2. Kies met , (15) het tijdformaat "24 Hour" of
"12 Hour".
3. Bevestig met CLK-ADJ (26). Op het display
knipperen de uren.
4. Stel met (15) het huidige uur in.
5. Bevestig met CLK-ADJ (26). Op het display
knipperen de minuten.
6. Stel met (15) de huidige minuten in.
7. Bevestig met CLK-ADJ (26).
De tijd is nu ingesteld.
Wekker instellen
De timer schakelt het apparaat op de ingestelde
wektijd in.
Inschakeltijd instellen
De timer schakelt het apparaat op het ingestelde tijdstip
met de gewenste bron in. De timer schakelt het
apparaat bij het bereiken van het uitschakeltijdstip uit.
Op het display verschijnt het timersymbool om aan te
geven dat er een timer actief is.
Wanneer tijdens het instellen gedurende 6 seconden
geen toets wordt ingedrukt, wordt de instelmodus
automatisch afgesloten. Begin in dat geval opnieuw.
1. Zet het apparaat op stand-by.
2. Houd de toets TIMER (25) ingedrukt, totdat
"Timer on" verschijnt en stel de wektijd in. De
uren knipperen
3. Stel met (15) de wektijd in uren en
minuten in
4. Druk op de toets TIMER (25) om de instelling
voor het uur en de minuten over te nemen.
"Timer off" verschijnt en stel de
uitschakeltijd in. De uren knipperen
5. Stel met (15) de uitschakeltijd in uren
en minuten in
Page 17
17
6. Druk op de toets TIMER (25) om de instelling voor
het uur en de minuten over te nemen.
De inschakelbron "Timer mode" knippert.
7. Stel met (15) de gewenste bron in: CD,
USB, DAB, FM, TAPE.
8. Bevestig met de toets TIMER (25). De
volumeaanduiding "Timer Vol" verschijnt op het
display.
9. Stel met (15) het gewenste volume bij
inschakelen in:
10. Beëindig de timer-instelling met een druk op
TIMER (25).
Alle instellingen worden ter controle nog eens op het
display getoond.
Wekfunctie in- en uitschakelen
•Druk in stand-by op de toets TIMER (25) om de
timer in of uit te schakelen.
Het timer-symbool wordt al dan niet getoond.
Wekker na alarm volledig
uitschakelen
• Druk op (20), om de wekker uit te schakelen.
Opmerking: De wekfunctie schakelt het apparaat
de daarop volgende dag op de ingestelde werktijd
weer in.
Algemene functies van het apparaat
Volume instellen
•Stel met VOLUME (24) het gewenste
volume in ( = harder, = zachter).
Apparaat uitschakelen
1. U zet het apparaat op stand-by door te drukken op
knop (20). Het display gaat uit.
2. De stand-by LED (19) brandt rood.
3. Apparaat geheel uitschakelen. Trek de stekker
uit het stopcontact.
Page 18
18
DAB+ radio bedienen
DAB+ radio bedienen
Zenders zoeken bij DAB+
1. Trek de telescoopantenne (3) volledig uit.
2. Schakel met FUNCTION (17) over naar DAB.
3. De eerste keer begint het apparaat automatisch
zenders te zoeken. Op het display verschijnt een
voortgangsbalk.
4. Als u opnieuw zenders wilt zoeken, druk dan
op MENU (26).
5. Kies met (15) <Full Scan> .
6. Bevestig met ENTER (16).
7. Het zoeken begint en op het display
verschijnt een voortgangsbalk.
8. Controleer de gevonden zender met ,
(15).
9. Om een zender te selecteren, drukt u op de
toets SELECT (16).
Alternatief: Druk op SCAN (21) (alle zenders worden
opnieuw gezocht).
Antenneontvangst verbeteren
Aantal en kwaliteit van de te ontvangen zenders hangt
af van de omstandigheden ter plaatse. Met de
telescoopantenne (3) kan een bruikbare ontvangst
worden bereikt.
Voor ontvangst van de digitale radiostations
(DAB-modus) moet de antenne volledig zijn
uitgetrokken.
De uitlijning van de antenne is belangrijk, vooral aan de
rand van het DAB+-ontvangstgebied. Op internet vindt u
op www.digitalradio.de de plaats van de dichtstbijzijnde
zendmast.
1. Start zender zoeken de eerste keer voor
een raam in de richting van de zendmast.
2. Trek de antenne volledig uit en draai hem
zo nodig in verschillende richtingen.
•Bij slecht weer kan de ontvangst minder
zijn.
•Let erop dat er in de directe omgeving geen
andere elektrische apparaten (TV, straalkachel,
strijkbout) aan staan.
•Steek het apparaat in een apart stopcontact,
niet in een stekkerblok.
•Schakel spaarlampen en tl-verlichting in de
directe omgeving uit.
Aanwijzing
U kunt de optimale richting en plaats van de
antenne bepalen aan de hand van de weergave
van de signaalsterkte en de fout-rate (signal error
rate).
Page 19
19
DAB+ radio bedienen
DAB+ zender opslaan
U kunt in het programmageheugen maximaal
10 stations in het DAB-bereik opslaan.
Aanwijzing
De opgeslagen zenders blijven ook bij
stroomuitval bewaard.
1. De gewenste zender instellen.
2. Houd MENU (26) ingedrukt.
3. Kies met (15) de geheugenplaats.
4. Bevestig met ENTER (16).
5. Op het display verschijnt "Preset # stored".
Selecteren van geprogrammeerde stations
1. Druk kort op PRE-UP (22).
2. Kies met (15) een geheugenplaats.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Linksonder staat de geheugenplaats.
Als u geen zender op de gekozen geheugenplaats
hebt ingesteld, verschijnt de melding "Preset
Empty".
Wissen van opgeslagen geheugenplaats
•U kunt een nieuwe zender op een
geheugenplaats instellen. De oude zender
wordt dan overschreven.
Door de zenders lopen
1. Wissel met , (15) van zender.
2. Selecteer met ENTER (16) een zender.
Inactieve zenders wissen
Wanneer u de opstellocatie van het apparaat wijzigt,
bijv. na een verhuizing, kunt u mogelijk de
opgeslagen DAB-zenders niet meer ontvangen.
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <Prune> .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) <Yes> .
5. Bevestig met ENTER (16).
6. De inactieve zenders worden gewist.
Handmatig zenders zoeken
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <Manual tune>
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Schakel met , (15) tussen de kanalen 5 A
t/m 13 F en de bijbehorende frequenties.
Page 20
20
DAB+ radio bedienen
5. Bevestig het kanaal met ENTER (16).
Als er een ensemble (zie "Wat is DAB+?"op pagina
11) wordt gevonden, verschijnen de naam
en de signaalsterkte op het display.
Weergave met signaalsterkte. Hoe verder
naar rechts, hoe beter het signaal.
1
2
Markering 1 toont de vereiste signaalsterkte.
Zenders waarvan de signaalsterkte onder het
vereiste niveau ligt, zenden onvoldoende
signaal uit.
Markering 2 toont de huidige signaalsterkte.
6. Zenders worden automatisch opgeslagen.
7. Verlaat het menu weer met MENU (26).
Informatie zichtbaar maken
1. Druk in DAB-modus een aantal malen op INFO
(23).
2. Op het display verschijnt achtereenvolgens de
volgende informatie: DLS-tekst (titel, artiest meer
informatie onafhankelijk van de zender),
signaalsterkte, type programma, multiplex-naam,
kanaal/frequentie, fout-rate, signaalinformatie, tijd,
datum.
Gegevenscompressie DRC
instellen
Het compressieniveau compenseert dynamische
schommelingen en hierdoor optredende variaties in
het volume.
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) <DRC> .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) de compressie-rate:
• DRC low – lage compressie
• DRC high – hoge compressie
• DRC off – compressie uitgeschakeld
5. Bevestig met ENTER (16).
Page 21
21
FM-radio bedienen
Fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u de opstellocatie van het apparaat wijzigt, bijv.
bij na een verhuizing, kunt u mogelijk de opgeslagen
DAB-zenders niet meer ontvangen. Als u de
fabrieksinstellingen herstelt, worden alle opgeslagen
zenders en favorieten gewist en wordt het zender
zoeken opnieuw gestart.
1. Druk in DAB-modus op MENU (26).
2. Kies met , (15) <System>.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. <Factory Reset> verschijnt.
5. Bevestig met ENTER (16).
6. De vraag "Factory Reset? <No> <Yes>"
verschijnt.
7. Kies
8. Met , (15) <Yes> .
9. Bevestig met ENTER (16).
Aanwijzing
Alle eerder opgeslagen zenders worden gewist.
FM-radio bedienen
FM-zender instellen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar FM.
2. Op het display worden de frequentie en de
zendernaam getoond, zodra de RDS-gegevens
zijn ontvangen.
3. Als het ingangssignaal zwak is, kunt u in het menu
kiezen tussen mono en stereo. Zie "Mono/stereo
instellen" op pagina 22. Stereozenders met veel ruis
klinken soms beter in mono.
Handmatige zenderselectie
1. Stel met , (15) FM-modus de gewenste
zender in.
2. Het display toont de frequentie. Elke druk op de
knop verandert de frequentie in stappen van
0,05 MHz.
Aanwijzing
Als u een zwakke zender wilt instellen, doe dat dan
met handmatig zender zoeken of verander in het
menu <Scan setting> de keuze <Strong stations
only> in <All stations> .
Automatische zenderselectie
1. Druk op SCAN (21). De frequentieband wordt
doorzocht. Alternatief , (15) ingedrukt
houden.
Page 22
22
FM-radio bedienen
2. Op het display loopt de zenderfrequentie op.
Wanneer er een FM-zender met een voldoende
sterk signaal wordt gevonden, stopt de zoekactie
en wordt de zender weergegeven.
FM-zender opslaan
U kunt in het programmageheugen maximaal 10
stations in het FM-bereik opslaan.
Aanwijzing
De opgeslagen zenders blijven ook bij stroomuitval
bewaard.
1. De gewenste zender instellen.
2. Houd MENU (26) ingedrukt.
3. Kies met , (15) een geheugenplaats.
4. Bevestig met ENTER (16).
5. Op het display verschijnt "Preset # stored".
Selecteren van de geprogrammeerde
stations
1. Druk kort op PRE-UP (22).
2. Kies met , (15) een geheugenplaats.
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Linksonder staat de geheugenplaats.
Als u geen zender op de gekozen geheugenplaats
hebt ingesteld, verschijnt de melding "Preset
Empty".
Wissen van een opgeslagen geheugenplaats
U kunt een nieuwe zender op een
geheugenplaats instellen. De oude zender
wordt dan overschreven.
Informatie zichtbaar maken
1. Druk in FM-modus een aantal malen op INFO
(23).
2. Op het display verschijnt achtereenvolgens de
volgende informatie: Lopende radiotekst,
programmatype PTY, frequentie, mono/stereo, tijd,
datum.
Mono/stereo instellen
U kunt kiezen of de radiozender in stereo of mono wordt
ontvangen. Bij zwakke signalen wordt aangeraden op
mono over te schakelen (instelling: Forced mono).
1. Druk op MENU (26).
2. Kies met , (15) < Audio setting > .
3. Bevestig met ENTER (16).
4. Kies met , (15) < Stereo allowed > of
< Forced mono > .
5. Bevestig met ENTER (16).
Page 23
23
CD-speler bedienen
CD-speler bedienen
Algemene opmerkingen
over CD's/MP3-CD's
•Het apparaat kan muziek-CD's afspelen waarop
audiobestanden (CD-DA of MP3 voor CD-R) zijn
opgeslagen. MP3-formaten moeten worden
aangemaakt volgens ISO 9660 Level 1 of Level 2.
Multisession-CD's kunnen niet worden gelezen.
•Het apparaat kan CD's met MP3-bestanden en
normale audio-CD's (CD-DA) afspelen. Andere
bestandsformaten en -extensies, *.doc, *.txt, *.pdf etc.
worden niet ondersteund. Het is niet mogelijk om
muziekbestanden of afspeellijsten met de extensies
*.WMA, *.AAC, *.DLF, *.M3U en *.PLS af te spelen.
•In de MP3-modus zijn de termen "Folder" = Album
en "Titel" = nummer bepalend. "Folder" komt
overeen met de map op de PC, "Titel" komt
overeen met een bestand op de PC of een nummer
op een CD-DA.
•Het apparaat sorteert de albums resp. nummers op
naam in alfabetische volgorde. Wanneer u de
voorkeur geeft aan een andere volgorde, kunt u de
naam van het bestand of het album wijzigen en
plaatst u bijvoorbeeld een cijfer voor de naam.
•Bij het branden van CD-R met audiobestanden
kunnen er verschillende problemen ontstaan die
een ongestoorde weergave kunnen beperken. De
oorzaak hiervan zijn foutieve software- en
hardware-instellingen of de gebruikte lege CD.
Wanneer dergelijke storingen optreden, kunt u
contact opnemen met de klantenservice van de
fabrikant van de brandsoftware of de brander of u
kunt op internet naar informatie zoeken.
•Vanwege het grote aantal verschillende soorten
encodersoftware kan niet worden gegarandeerd dat
elk MP3-bestand zonder storing kan worden
afgespeeld. Als een nummer of bestand fouten bevat,
wordt de weergave met het volgende bestand
voortgezet.
•Er wordt aangeraden om voor het branden van de
CD een lage snelheid te kiezen en de CD als singlesession aan te maken en te opname te finaliseren.
Aanwijzing
Houd u bij het branden van CD's aan de wettelijke
voorschriften omtrent auteursrechten.
Houd het CD-vak altijd gesloten om te voorkomen dat
zich stof op de lens van de laser ophoopt.
Bewaar de CD altijd in het doosje en pak een CD alleen
aan de randen vast. Het in regenboogkleuren glimmende
oppervlak mag niet worden aangeraakt en moet altijd
schoon zijn. Plak geen papier of plakband op het etiket
van de CD. De CD moet worden beschermd tegen direct
zonlicht en uit de buurt van warmtebronnen zoals een
verwarmingsradiator worden gehouden.
Page 24
24
CD-speler bedienen
Geschikte CD's
De CD-speler is compatibel met CD-, CD-R- en MP3CD media. U kunt alle genoemde CD's zonder adapter
met dit apparaat afspelen.
Probeer geen andere media (bijv. DVD's) af te spelen.
Afmeting: 12 cm of 8 cm Speelduur:
74 min. resp. 24 min. max.
Voorkom beschadiging van de CD-speler en de CD en
neem voordat u het apparaat verplaatst, de CD uit de
lade en plaats de transportbeveiliging erin.
Aanwijzing
De weergavekwaliteit van MP3-CD's is
afhankelijk van de gekozen bitrate en de
gebruikte brandersoftware.
CD plaatsen
1. Verwijder eerst de transportbeveiliging uit het
CD-vak.
2. Druk bij het CD-vak op OPEN (7). De klep gaat
naar boven open. Blokkeer de klep niet.
3. CD met de bedrukte kant naar voren voorzichtig
plaatsen en op de vergrendeling van de houder
drukken.
4. CD-vak sluiten. De CD wordt gelezen.
5. Ga pas verder met bedienen als de inhoud van de
CD volledig is ingelezen. Daarmee zorgt
u ervoor dat alle noodzakelijke informatie van de CD
gelezen wordt. In het bijzonder bij MP3-CD's kan dit
enige tijd in beslag nemen.
6. Als het inlezen is afgerond, verschijnt kort het
aantal nummer en albums op het display (18).
Aanwijzing
•Wanneer er geen CD is geplaatst, verschijnt er na
korte tijd "No Disc" op het display (18).
•Wanneer het CD-vak is geopend moet u erop letten
dat er geen vreemde voorwerpen in het apparaat
terecht kunnen komen.
•De lens van de laser mag in geen geval worden
aangeraakt.
• CD-vak alleen openen wanneer de CD stilstaat.
• Let erop dat de CD recht is geplaatst.
CD afspelen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar CD.
2. (21) indrukken, het afspelen begint.
3. Met (21) onderbreekt u het afspelen.
4. Het afspelen stopt en op het display verschijnt "PAUSE".
5. Hervat het afspelen weer met (21).
6. Stop het afspelen met door op (16) te drukken.
7. Het display (18) toont het totale aantal nummers.
Opmerking:
Druk altijd eerst op (16) voordat u de CD uitneemt.
Page 25
25
Nummer kiezen
•Spring naar het volgende nummer door eenmaal op
(15) te drukken.
•Ga naar het begin van het nummer door eenmaal op
(15) te drukken.*
•Spring naar het vorige nummer door tweemaal op
(15) te drukken.
•Op het display (18) wordt het nummer van het
gekozen nummer weergegeven.
•Druk zo vaak opoftotdat het
gewenste nummer verschijnt.
*Dit werkt pas als het nummer minstens 10
seconden wordt afgespeeld.
MP3-map en nummer selecteren
1. Kies met FOLDER (22) een MP3-map.
2. Het eerste nummer van het album wordt
afgespeeld.
3. ` of (15) indrukken om een nummer
uit de map te kiezen.
Snel vooruit of achteruit zoeken
U kunt tijdens het afspelen snel vooruit of achteruit
zoeken om een bepaald fragment te vinden. De
muziek wordt daarbij via de luidsprekers afgespeeld.
•Houd voor snel vooruitspoelen(15)
ingedrukt totdat u het gewenste fragment heeft
gevonden.
CD-speler bedienen
•Houd voor snel terugspoelen(15) ingedrukt
totdat u het gewenste fragment heeft gevonden.
•Laat de toets los. Het afspelen wordt vanaf
deze positie voortgezet.
Herhaalfunctie gebruiken
Nummer, album, CD/USB-medium in zijn
geheel herhalen
1. Kies een nummer op het apparaat.
2. Het display (18) geeft het gekozen nummer weer.
3. druk op (21).
4. Druk zo vaak op PLAY MODE (23) tot de
gewenste herhaalfunctie verschijnt:
•Rep1: het geselecteerde nummer
wordt herhaald.
•RepF: het album wordt herhaald (alleen van
toepassing voor MP3-CD's met mappen)
•RepA: alle nummer van de CD worden
herhaald.
•Rand: willekeurige volgorde
Aanwijzing
U kunt de herhaalfunctie ook gebruiken als de
programmeerfunctie actief is.
Herhaalfunctie beëindigen
•Druk zo vaak op PLAY MODE (23) tot er geen
herhaalfunctie meer wordt getoond.
Page 26
26
CD-speler bedienen
Programmeerfunctie gebruiken
Met de programmeerfunctie kunt u maximaal 20
nummers van een muziek-CD, MP3-CD of een USBmedium in een door u gewenste volgorde laten
afspelen.
Aanwijzing
Programmeren is alleen mogelijk als er een CD in het
CD-vak zit, het CD-vak gesloten is en het apparaat in
de Stop-modus staat.
1. Plaats de CD in het CD-vak en sluit dit.
2. Druk op MEM (26).
3. Op het display (18) knippert "MEM" en "P01".
4. Kies met , (15) het eerste te programmeren
nummer. Bij MP3-CD's kunt u met
FOLDER (22) naar het volgende album gaan.
5. Druk op MEM (26). Dit nummer is nu
op programmaplaats 01 opgeslagen.
6. Op het display (18) ziet u het nummer van de
volgende programmaplaats. Programmeer op deze
manier de gewenste volgorde van de nummers.
7. (21) indrukken om de geselecteerde nummers af
te spelen.
8. Op het display (18) verschijnt het huidige nummer.
9. Als u het afspelen wilt onderbreken, druk dan
eenmaal op (21).
10. Hervat het afspelen door nogmaals op (21) te
drukken.
11. Stop het afspelen door twee keer op (16)
te drukken.
Aanwijzing
Als u het CD-vak opent of op FUNCTION (17)
drukt, wordt het ingestelde programma gewist.
CD uitnemen
1. Stop het afspelen met (16).
2. Druk bij het CD-vak op OPEN (4). De klep gaat
naar boven open. Blokkeer de klep niet.
3. Pak de CD bij de rand vast en neem hem uit.
Page 27
27
Cassettespeler bedienen
Cassettespeler bedienen
Cassette plaatsen
1. Druk op (8).
2. Het cassettevak gaat naar voren open. Blokkeer
het vak beslist niet.
3. Plaats de cassette zo in het vak, dat de volle spoel
aan de rechterkant zit en de open zijde van de
cassette naar boven gericht is.
4. Sluit het cassettevak, totdat hij hoorbaar vastklikt.
Cassette afspelen
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar TAPE.
2. (5) indrukken, het afspelen begint.
3. Met (9) onderbreekt u het afspelen. Het
afspelen wordt onderbroken.
4. Hervat het afspelen weer met (9).
5. Stop het afspelen met (8).
Snel vooruit of achteruit zoeken
U kunt snel vooruit of achteruit zoeken om een bepaald
fragment te vinden.
• Druk voor snel vooruit zoeken op (6).
• Druk voor snel achteruit zoeken op (7).
Cassette uitnemen
1. Voordat u een cassette uitneemt, moet eerst de
weergave met (8) beëindigen.
2. Open het cassettevak door nogmaals op (8)
te drukken.
3. Neem de cassette uit.
Aanwijzing
U bereikt de beste kwaliteit met de cassette speler als u
cassettes gebruikt die voldoen aan norm IEC I.
Als een cassette ongelijkmatig loopt, met name bij C
120 cassettes, ligt dat meestal aan de cassette en niet
aan het apparaat.
Wanneer het cassette-vak is geopend moet u erop letten
dat er geen vreemde voorwerpen in het apparaat terecht
kunnen komen.
•Hervat het afspelen weer met (5).
Page 28
28
USB-functie bedienen
USB-functie bedienen
Aanwijzing
De opslagcapaciteit van het USB-medium kan maximaal
64 GB zijn. Vanwege het grote aantal verschillende
modellen USB-sticks en MP3 flash players, kan niet
worden gewaarborgd dat elk model wordt ondersteund.
USB 1.0 en 2.0 worden ondersteund met
bestandsformaat FAT of FAT32.
Bij het aansluiten van een USB-medium kan het
voorkomen dat het apparaat of het medium door
statische ontlading vastloopt. Voer in dat geval een reset
uit. Zie "Aanwijzing voor reset" op pagina 5.
Geheugenmedium plaatsen
•Steek het USB-medium in de USB-aansluiting (12). Aanwijzing
Het apparaat ondersteunt geen aansluiting van
USB-media via een USB-verlengkabel.
Het apparaat is niet geschikt om rechtstreeks op een
PC aan te sluiten.
Bediening
1. Schakel met FUNCTION (17) over naar USB.
2. Het medium wordt gelezen.
3. Ga pas verder met bedienen als de inhoud
volledig is ingelezen. Daarmee zorgt u ervoor dat
alle noodzakelijke informatie van het medium
gelezen wordt.
4. Wanneer er geen geheugenmedium is
aangesloten of wanneer het medium niet kan
worden gelezen, verschijnt de melding
"NO USB" op het display (18).
5. Start het afspelen met toets (21).
6. Stop het afspelen met toets (16).
7. Op het display (18) verschijnt het totale aantal
nummers en albums.
De bediening is verder gelijk aan die van de CD. Zie
"CD afspelen" op pagina 24.
Geheugenmedium uitnemen
•U kunt het USB-medium of de MP3 flash player
simpelweg uit het apparaat trekken.
Page 29
29
Externe geluidsbron (AUX)
U kunt het geluidssignaal van een extern apparaat (bijv.
CD-speler, DVD-speler, AV-receiver, iPod of een ander
apparaat met een analoge audio-uitgang) op de
luidsprekers van dit apparaat hoorbaar maken.
1. Sluit de audio-uitgang van het externe apparaat
via een audiokabel (met 3,5 mm jack-plug) aan op
de AUX audio-ingang (11).
2. Schakel met FUNCTION (17) over naar AUX.
3. Stel het gewenste volume op beide apparaten in.
Apparaat reinigen
Veiligheidsinstructies
Gevaar door elektrische spanning
Om het gevaar van een elektrische schok te
vermijden, mag u het apparaat niet met een
natte doek of onder stromend water reinigen.
Trek altijd de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat schoonmaakt.
Pas op - beschadiging van onderdelen!
Gebruik nooit een schuurspons,
schuurmiddel of oplosmiddel, zoals alcohol
of benzine om het apparaat schoon te
maken.
Reinig de behuizing met een zachte, met
water bevochtigde doek.
Externe geluidsbron (AUX)
Opmerkingen over CD's
Vingerafdrukken en stof op de bespeelde kant kunnen
met een schoon en droog schoonmaakdoekje worden
verwijderd.
Gebruik voor het reinigen van een CD geen
reinigingsvloeistoffen, antistatische spray of
oplosmiddelen zoals benzine, thinner of andere in de
handel verkrijgbare chemicaliën. Hardnekkige vlekken
kunnen met een vochtige zeem worden verwijderd.
Pas op - beschadiging van onderdelen!
Draaiende bewegingen tijdens het
schoonmaken veroorzaken krassen die
tot fouten bij het afspelen kunnen leiden,
•Veeg altijd vanuit het midden naar de
rand van de CD.
Page 30
30
Oplossen van storingen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat
kan niet worden
ingeschakeld
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien. Sluit de netkabel correct
aan op het stroomnet.
Ongebruikte batterijen plaatsen.
Er is geen
geluid
hoorbaar
Volume verhogen. Onjuiste bron
geselecteerd. Kies met
FUNCTION (17) de gewenste
bron.
Storende ruis te
horen
In de buurt van het apparaat zendt
een mobiele telefoon of een ander
apparaat storende radiogolven uit.
Plaats de mobiele telefoon of het
andere apparaat uit de buurt van dit
apparaat.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Overige
Elektronische componenten van het
Storingen, luide
zijn gestoord. Trek de stekker uit het
geluiden of
wacht 10 seconden, steek de stekker
gestoorde
weer in het stopcontact
weergave
Batterijen uitnemen en weer
terugplaatsen of zo nodig vervangen.
Het display
gaat niet aan.
Apparaat inschakelen. Stekker
uit het stopcontact trekken,
opnieuw insteken, apparaat
inschakelen.
Oplossen van storingen
Controleer het apparaat bij storingen aan de hand
van de volgende tabel. Als u de storing ook na de
beschreven controles niet kunt verhelpen, neem
dan contact op met de fabrikant.
Problemen met het apparaat
Page 31
31
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
USB
afspelen
niet
mogelijk
Het apparaat bevindt zich niet in de
USB-modus. Schakel met
FUNCTION (17) over naar USB.
Geen medium geplaatst of het
medium is leeg. Medium op de
juiste manier plaatsen resp.
muziekbestanden op het medium
zetten.
Let op het juiste formaat.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het geluid
vervormt
Het volume is te hoog ingesteld.
Volume verlagen.
De CD is vuil of defect. CD
schoonmaken of een andere CD
gebruiken.
Het apparaat is blootgesteld aan
trillingen. Plaats het apparaat op een
trillingsvrije plaats.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
CD wordt niet
Het apparaat staat niet in de CD-
afgespeeld
modus. Met FUNCTION (17) naar
of springt over
CD Wisselen
bij het afspelen
Verkeerde CD geplaatst.
overschakelen. Het CD-vak is niet
CD-vak sluiten.
De CD is verkeerd geplaatst. CD met
bedrukte zijde naar boven
in het midden van het vak leggen.
De CD is vuil of defect. CD
schoonmaken of een andere CD
gebruiken.
In het CD-vak is vocht
neergeslagen. CD uitnemen
en het CD-vak ongeveer een uur
open laten staan om te drogen.
De speelduur van de audio-CD is
langer dan 74 minuten. Andere CD
gebruiken.
Problemen met de CD-speler
Oplossen van storingen
Problemen met USB-media
Page 32
32
Oplossen van storingen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Afspelen
niet
mogelijk.
Geen cassette geplaatst.
Cassette is aan het einde
gekomen.
Cassetteband hangt door.
Band enigszins spannen.
Afspelen stopt
voor het einde
Cassetteband hangt door.
Band enigszins spannen.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er wordt
geen DABsignaal
ontvangen
Controleer of in de regio DABontvangst mogelijk is. Antenne
opnieuw richten.
Controleer of er wel andere
zenders te ontvangen zijn.
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Er worden
geen
radiozenders
ontvangen
Het apparaat bevindt zich niet in
de radio-modus. Schakel met
FUNCTION (17) over naar FM /
DAB.
Onjuiste frequentie. Stel de
juiste frequentie in.
Geluid is te
zwak of van
slechte kwaliteit.
Andere apparaten, zoals een TV,
storen de ontvangst Plaats het
apparaat verder weg van de
andere apparaten.
Batterijen zijn leeg. Nieuwe
batterijen of volle oplaadbare
batterijen plaatsen.
De antenne is niet uitgetrokken of
niet goed gericht. Trek de antenne
volledig uit. Antenne richten om de
ontvangst te verbeteren.
Problemen met de radio
Problemen met de cassettespeler
Page 33
33
Afvoerinstructies
Afvoeren van de verpakking.
De verpakking beschermde het apparaat tijdens
transport. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en herbruikbaar. Voer de verpakking
milieuvriendelijk af. Informeer in de winkel of bij de
gemeente hoe u de verpakking milieuvriendelijk en
deskundig kunt afvoeren.
Verstikkingsgevaar!
Gevaar voor verstikking door folie en
andere verpakkingsmaterialen.
•Verpakking en verpakkingsdelen niet in
handen van kinderen laten komen.
Het apparaat afvoeren
Afgewerkte apparaten vormen geen waardeloos afval.
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden hergebruikt. Informeer in de winkel
of bij de gemeente hoe u het apparaat milieuvriendelijk
en deskundig kunt afvoeren. Verwijder de batterijen
voordat u het apparaat afvoert.
Afvoerinstructies
Dit apparaat is gecertificeerd volgens
richtlijn 2002/96/EG voor afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(WEEE) .
Dit product mag aan het einde van zijn
levensduur niet bij het normale huishoudelijk
afval worden afgevoerd maar moet op een
inzamelpunt voor de recycling van
elektrische en elektronische apparatuur
worden ingeleverd. Het symbool op het
product, de handleiding of de verpakking
wijst op deze bepaling. De gebruikte
materialen kunnen volgens de markeringen
worden hergebruikt. Door hergebruik,
recycling of andere vormen van afvoer van
oude apparaten levert u een belangrijke
bijdrage aan de bescherming van ons
milieu.