Dji Mavic 3 Pro User Manual v1.2 [nl]

Gebruikershandleiding
v1.2
2023.09
Dit document is auteursrechtelijk beschermd door DJI, met alle rechten voorbehouden. Tenzij anders geautoriseerd door DJI, komt u niet in aanmerking om het document of enig deel van het document te gebruiken of anderen toe te staan het te gebruiken door het document te reproduceren, over te dragen of te verkopen. Gebruikers mogen dit document en de inhoud ervan alleen raadplegen als gebruiksaanwijzing voor DJI UAV. Het document mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
 Zoeken naar trefwoorden
 Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat gedeelte te navigeren.
 Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
Revisie logboek
Versie Datum Herzieningen
v1.2 2023.09 Toegevoegd zichthulp, AR RTH, Zichtpositionering en
Obstakeldetectieschakelaar, en framegeleider, enz.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
2
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Het gebruik van deze handleiding

Verklaring van de symbolen

Belangrijk Hints en tips Verwijzing

Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat

DJITM biedt gebruikers instructievideo's en de volgende documenten:
1. Veiligheidsrichtlijnen
2. Snelstartgids
3. Gebruikershandleiding
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's te bekijken en de veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u aan de slag gaat. Bereid u voor op uw eerste vlucht, door de snelstartgids door te nemen en deze gebruikershandleiding voor meer informatie te raadplegen.

Instructievideo’s

Bezoek de link of scan de QR-code hieronder om de instructievideo's te bekijken. Hierin wordt gedemonstreerd hoe u de DJI MAVICTM 3 Pro veilig kunt gebruiken:
MAVIC 3 PRO CINE
https://s.dji.com/guide57
MAVIC 3 PRO
https://s.dji.com/guide56

Download de DJI Fly-app

Zorg ervoor dat u DJI Fly tijdens de vlucht gebruikt. Scan de QR-code bovenaan om de nieuwste versie te downloaden.
• De DJI Fly-app is al op de DJI RC Pro- en DJI RC-afstandsbedieningen geïnstalleerd. Gebruikers moeten bij gebruik van de DJI RC-N1-afstandsbediening de DJI Fly-app naar hun mobiele apparaat downloaden.
• De Android-versie van DJI Fly is compatibel met Android v7.0 en later. De iOS-versie van DJI Fly is compatibel met iOS v11.0 en later.
* Voor extra veiligheid is het vliegen beperkt tot een hoogte van 30meter en een bereik van 50 meter
wanneer de drone tijdens het vliegen niet gekoppeld is of niet aangemeld is bij de app. Dit geldt voor DJI Fly en alle apps die compatibel zijn met de DJI-drone.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
3
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Download DJI Assistant 2

Download DJI ASSISTENTTM 2 (consumentendrones)
https://www.dji.com/mavic-3-pro/downloads
• De bedrijfstemperatuur van dit product is -10 °C tot 40 °C. Het voldoet niet aan de
standaard bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55 °C tot 125 °C), die
vereist is om een grotere diversiteit aan omgevingsvariabelen te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de bedrijfstemperatuur gelden.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
4
Inhoud
Het gebruik van deze handleiding 3
Verklaring van de symbolen 3
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat 3
Instructievideo’s 3
Download de DJI Fly-app 3
Download DJI Assistant 2 4
Kenmerken van het product 9
Inleiding 9
Belangrijkste functies 9
Voor de eerste keer gebruiken 10
Voorbereiding van de drone 10
Voorbereiding van de afstandsbediening 11
De DJI Mavic 3 Pro-drone activeren 12
Verbind de drone en de afstandsbediening 12
Firmware updaten 12
Overzicht 13
Drone 13
DJI RC Pro 14
DJI RC-afstandsbediening 17
Vliegveiligheid 20
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving 20
De drone op verantwoorde wijze besturen 20
Beperkingen op het vliegen 21
GEO (Geospatial Environment Online)-systeem 21
Vluchtlimieten 21
GEO-zones 23
GEO-zones ontgrendelen 23
Checklist ter voorbereiding van de vlucht 23
Basisvlucht 24
Automatisch opstijgen/landen 24
De motoren starten/stoppen 24
De drone besturen 26
Procedures voor opstijgen/landen 27
Video met suggesties/tips 27
Intelligente vluchtmodi 28
FocusTrack 28
MasterShots 32
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
5
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
QuickShots 33
Hyperlapse 35
Waypoint-vlucht 37
Cruisecontrole 41
Drone 43
Vliegmodi 43
Statuslampjes van de drone 44
Terug naar thuisbasis 45
Smart RTH 46
RTH bij laag accuniveau 49
Uitvalbeveiligde RTH 50
Landingsbescherming 51
Precisielanding 51
Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem 52
Detectiebereik 52
Het zichtsysteem gebruiken 53
Advanced Pilot Assistance Systems (APAS) 55
Landingsbescherming 55
Zichthulp 56
Botswaarschuwing 57
Vluchtrecorder 58
Propellers 58
De propellers bevestigen 58
De propellers verwijderen 58
Intelligent Flight Battery 59
Eigenschappen van de accu 59
Het gebruik van de accu 60
De accu opladen 61
De accu monteren/verwijderen 64
Gimbal en camera 65
Kenmerken van de gimbal 65
Bedieningsstanden voor de gimbal 65
Kenmerken van de camera 66
Foto's en video's opslaan en exporteren 67
QuickTransfer 68
Gebruik 68
Afstandsbediening 70
DJI RC Pro 70
Bediening 70
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
6
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Leds afstandsbediening 75
Waarschuwing afstandsbediening 75
Optimaal zendgebied 75
Koppelen van de afstandsbediening 76
Bediening van het touchscreen 77
Geavanceerde functies 79
DJI RC 80
Bediening 80
Leds afstandsbediening 84
Waarschuwing afstandsbediening 85
Optimaal zendgebied 85
Koppelen van de afstandsbediening 86
Bediening van het touchscreen 87
Geavanceerde functies 89
DJI Fly-app 91
Startscherm 91
Cameraweergave 92
Beschrijving knoppen 92
Snelkoppelingen scherm 97
Instellingen 98
Veiligheid 98
Bediening 99
Camera 100
Transmissie 101
Informatie 101
Bijlage 104
Technische gegevens 104
Matrix voor camerafuncties 112
Firmware-update 113
Het gebruik van DJI Fly 113
Het gebruik van DJI Assistant 2 (consumentendrones) 113
Checklist na de vlucht 114
Instructies voor onderhoud 114
Procedures voor probleemoplossing 115
Risico en waarschuwingen 115
Verwijdering 116
C2-certificering 116
Nalevingsinformatie FAR Remote ID 121
Informatie klantenservice 121
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
7
Kenmerken van het product
Dit hoofdstuk introduceert de belangrijkste kenmerken van het product.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
8
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Kenmerken van het product

Inleiding

DJI Mavic 3 heeft zowel een infrarooddetectiesysteem als omnidirectionele zichtsystemen. Hierdoor zijn zweven, binnen- en buitenvliegen en automatische terugkeer naar de thuisbasis mogelijk terwijl obstakels in alle richten worden vermeden. De drone heeft een maximale
vliegsnelheid van 75,6 km/u en een maximale vliegtijd van ongeveer 43 minuten.
De DJI RC Pro en DJI RC-afstandsbedieningen hebben een ingebouwd 5,5 inch scherm met een
resolutie van 1920x1080 pixels. Gebruikers kunnen verbinding maken met het internet via
wi, terwijl het Android-besturingssysteem Bluetooth en GNSS bevat. De afstandsbedieningen
worden geleverd met een breed scala aan drone- en gimbalbedieningen en aanpasbare knoppen. De DJI RC Pro heeft een scherm met hoge helderheid en een maximale bedrijfstijd van 3 uur. De DJI RC heeft een maximale bedrijfstijd van 4 uur.

Belangrijkste functies

Gimbal en camera: De DJI Mavic 3 Pro heeft een 4/3 CMOS-sensor Hasselblad-camera,
waarmee foto's in 12-bits RAW-formaat kunnen worden gemaakt en het dynamische bereik tot 12,8 stops bedraagt. De camera is ook uitgerust met een 1/1,3-inch middelgrote telecamera en een 1/2-inch telecamera, waarmee 4K-video van 60 fps met 3x of 7x optische zoom kan worden opgenomen. De nieuw toegevoegde 10-bits D-Log M-kleurmodus biedt een comfortabelere ervaring voor kleurcorrectie na de productie.
Videotransmissie: Met vier ingebouwde antennes en DJI's O3+ technologie voor
langeafstandstransmissie, biedt DJI Mavic 3 een maximaal transmissiebereik van 15 km en een
videokwaliteit tot 1080p 60fps biedt vanaf de drone naar de DJI Fly-app. De afstandsbediening
werkt op zowel 2,4 GHz als 5,8 GHz en kan automatisch het beste transmissiekanaal selecteren.
Intelligente vluchtmodi: De gebruiker kan zich concentreren op het bedienen van de drone, terwijl het Advanced Pilot Assistance System (APAS) de drone in staat stelt om obstakels te vermijden. Met intelligente vluchtmodi zoals FocusTrack, MasterShots, Hyperlapse, QuickShots of Waypoint Flight kan de gebruiker gemakkelijk foto's of video's maken.
Alleen de DJI Mavic 3 Pro Cine-drone wordt geleverd met een ingebouwde 1TB SSD,
die de opname en opslag van Apple ProRes 422 HQ-, Apple ProRes 422-, en Apple ProRes 422 LT-video ondersteunt. Anders gelden de functies die in deze handleiding worden beschreven voor zowel de DJI Mavic 3 Pro als de DJI Mavic 3 Pro Cine.
• De maximale vliegtijd werd getest in een windvrije omgeving tijdens een vlucht met een
constante snelheid van 32,4km/u (20,1 mph). De maximale vliegsnelheid werd getest op
zeeniveau zonder wind. De maximale vliegsnelheid is getest op zeeniveau zonder wind.
• De afstandsbedieningsapparaten bereiken het maximale zendbereik (FCC) in een grote open ruimte zonder elektromagnetische interferentie op een hoogte van circa
120meter. De maximale transmissieafstand heeft betrekking op de maximale afstand
waarop de drone nog kan verzenden en ontvangen. Het verwijst niet naar de maximale afstand die de drone in één enkele vlucht kan vliegen. De maximale vliegtijd werd getest in een laboratoriumomgeving. Deze waarde is alleen ter referentie.
5,8GHz wordt in sommige regio's niet ondersteund. Houd rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
9
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
100W

Voor de eerste keer gebruiken

De DJI Mavic 3 Pro is ingeklapt voordat deze wordt verpakt. Volg de onderstaande stappen om de drone uit te klappen en de afstandsbediening voor te bereiden.

Voorbereiding van de drone

1. Verwijder het opbergvakdeksel.
2
1
2. Iedere Intelligent Flight Battery bevindt zich vóór verzending in de slaapstand, om de veiligheid te garanderen. Gebruik de meegeleverde lader om de Intelligent Flight Battery voor de eerste keer op te laden en te activeren.
a. Bij gebruik van de DJI 100W USB-C voedingsadapter, duurt het ongeveer 1uur en
20minuten om een Intelligent Flight Battery volledig op te laden.
100W
b. Bij gebruik van de DJI 65W draagbare oplader, duurt het ongeveer 1uur en 36minuten
om een Intelligent Flight Battery volledig op te laden. De oplaadtijd wordt getest bij gebruik van de vaste kabel van de lader. Het wordt aanbevolen om deze kabel te gebruiken om de Intelligent Flight Battery op te laden.
65W
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
10
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
3. Klap de voorste armen uit, gevolgd door de achterste armen en vervolgens de propellerbladen.
• De oplader wordt niet meegeleverd met de Mavic 3 Pro (alleen drone). Het wordt
aanbevolen om een PD 65W-oplader (of hoger) te gebruiken om de Intelligent Flight
Battery op te laden.
Gebruik een stroomkabel met compatibele specicaties voor het opladen, en gebruik
indien noodzakelijk een voedingsadapter.
• Vouw de voorste armen en propellers uit voordat u de achterste armen uitvouwt.
• Zorg dat de gimbalbescherming verwijderd is en alle armen en propellers uitgeklapt zijn voordat u de drone inschakelt. Anders kan dit de zelfdiagnose van de drone beïnvloeden.
• Bevestig het opbergvakdeksel wanneer de drone niet in gebruik is.

Voorbereiding van de afstandsbediening

Volg de onderstaande stappen om de DJI RC Pro-afstandsbediening voor te bereiden.
1. Gebruik de meegeleverde oplader om de afstandsbediening op te laden via de USB-C-poort om de accu te activeren.
2. Haal de joysticks uit de opbergsleuven van de afstandsbediening en schroef ze op hun plaats.
3. Vouw de antennes uit.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
11
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
4. De afstandsbediening moet worden geactiveerd voorafgaand aan het eerste gebruik. Ook is er een internetverbinding vereist voor activering. Druk en druk vervolgens opnieuw, en houd de aan/uit-knop ingedrukt om de afstandsbediening in te schakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afstandsbediening te activeren.
Volg de onderstaande stappen om de DJI RC-afstandsbediening voor te bereiden.
1. Haal de joysticks uit de opbergsleuven van de afstandsbediening en schroef ze op hun plaats.
12
2. De afstandsbediening moet worden geactiveerd voorafgaand aan het eerste gebruik. Ook is er een internetverbinding vereist voor activering. Druk en druk vervolgens opnieuw, en houd de aan/uit-knop ingedrukt om de afstandsbediening in te schakelen. Volg de aanwijzingen op het scherm om de afstandsbediening te activeren.

De DJI Mavic 3 Pro-drone activeren

De DJI Mavic 3 Pro moet vóór het eerste gebruik worden geactiveerd. Nadat u de drone en de afstandsbediening hebt ingeschakeld, volgt u de instructies op het scherm om DJI Mavic 3 Pro te activeren met behulp van DJI Fly. Voor het activeren van het product is een internetverbinding vereist.

Verbind de drone en de afstandsbediening

Het wordt aanbevolen om de drone en de afstandsbediening te binden om de best mogelijke aftersalesservice te garanderen. Volg de aanwijzingen op het scherm na activering om de drone en de afstandsbediening te binden.

Firmware updaten

Er verschijnt een melding in DJI Fly wanneer er nieuwe firmware beschikbaar is. Werk de firmware bij wanneer daarom wordt gevraagd, om een optimale gebruikerservaring te garanderen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
12

Overzicht

11
16
12
17
13
14
15

Drone

Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
2
B
A
10
1
C
3
4
1. Gimbal en camera A. Telecamera
B. Middelgrote telecamera
C. Hasselblad-camera
2. Horizontaal omnidirectioneel zichtsysteem
3. Hulplicht
4. Neerwaarts zichtsysteem
5. Infrarooddetectiesysteem
6. Ledlampjes voorzijde
7. Motoren
7
2
5
8
6
9
8. Propellers
9. Statuslampjes van de drone
10. Landingsgestel (ingebouwde antennes)
11. Opwaarts zichtsysteem
12. Intelligent Flight Battery
13. Ledlampjes voor accuniveau
14. Aan/uit-knop
15. Accu-aansluitingen
16. USB-C-poort
17. Camerakaartsleuf voor micro-SD
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
13
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

DJI RC Pro

1
3
4
2
5
11
1. Antennes
Verzend regel- en draadloze videosignalen tussen de afstandsbediening en de drone.
2. Knop Terug/Functie
Druk eenmaal om terug te keren naar het vorige scherm. Tik hier tweemaal op om naar het startscherm terug te keren.
Gebruik de knop Terug in combinatie met andere knoppen voor extra functies. Raadpleeg het gedeelte Knopcombinaties afstandsbediening voor meer informatie.
3. Joysticks
Gebruik de joysticks om de bewegingen van de drone te besturen. Stel in DJI Fly de stickmodus in. De joysticks zijn afneembaar en gemakkelijk op te bergen.
4. Knop Return to Home (RTH) (terug naar thuisbasis)
Druk en houd ingedrukt om RTH te starten. Druk nogmaals om RTH te annuleren.
5. Vliegpauzeknop
Druk eenmaal om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer GNSS of zichtsystemen beschikbaar zijn).
6. Vliegmodusschakelaar
Om te schakelen tussen drie vliegmodi: Schakel tussen Cine, Normaal en Sportmodus.
7. 5D-knop
Bekijk de functies van de 5D-knop en stel deze in DJI Fly in door naar Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
8. Aan/uit-knop
Druk eenmaal om het huidige accuniveau te controleren. Druk, druk vervolgens opnieuw, en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen. Wanneer de afstandsbediening is ingeschakeld, druk dan eenmaal op om het touchscreen in of uit te schakelen.
9. Bevestigen/Aanpasbare C3-knop
Druk nogmaals om een selectie te bevestigen. De knop heeft standaard geen functie bij
gebruik van DJI Fly. Stel de functie in DJI Fly in door naar Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
14
8
6
7
10
12
13
9
14
15
19
18
16 17
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
10. Touchscreen
Raak het scherm aan om de afstandsbediening te bedienen. Merk op dat het touchscreen niet waterdicht is. Bedien voorzichtig.
11. Sleuf voor microSD-kaart
Voor het plaatsen van een microSD-kaart.
12. USB-C-poort
Voor het opladen en aansluiten van de afstandsbediening op de computer.
13. Mini-HDMI-poort
Het uitvoeren van een HDMI-signaal naar een externe monitor.
14. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
15. Opnameknop
Druk eenmaal om de opname te starten of te stoppen.
16. Statusledlampje
Geeft de status van de afstandsbediening aan.
17. Ledlampjes voor accuniveau
Toont het accuniveau van de afstandsbediening.
18. Scherpstellings-/sluiterknop
Druk de knop half in om automatisch scherp te stellen en druk de knop helemaal in om een foto te maken. Druk eenmaal op deze knop om in opnamestand naar de fotostand over te schakelen.
19. Keuzeknop voor camerabediening
Controleer standaard in- en uitzoomen. Stel de functie in DJI Fly in door naar
Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
15
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
20
21
24
23
22
25
20. Ventilatieopening
Warmteafvoer. Blokkeer de luchtopening niet tijdens gebruik.
21. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
22. Aanpasbare C1-knop
Schakel tussen het recente gebruik van de gimbal en het naar beneden wijzen van de
gimbal. Stel de functie in DJI Fly in door naar Cameraweergave > Instellingen > Bediening >
Knopaanpassing, te gaan.
23. Luidspreker
Geeft geluid af.
24. Aanpasbare C2-knop
Druk eenmaal om het hulplicht in of uit te schakelen. Stel de functie in DJI Fly in door naar
Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
25. Luchtinlaat
Warmteafvoer. Blokkeer de luchtinlaat niet tijdens gebruik.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
16

DJI RC-afstandsbediening

Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
1
4
7
10
9
8
32
5
6
11
15
12
13
14
1. Joysticks
Gebruik de joysticks om de bewegingen van de drone te besturen. Stel in DJI Fly de stickmodus in. De joysticks zijn afneembaar en gemakkelijk op te bergen.
2. Statusledlampje
Geeft de status van de afstandsbediening aan.
3. Ledlampjes voor accuniveau
Toont het accuniveau van de afstandsbediening.
4. Vliegpauzeknop/RTH-knop
Druk eenmaal om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer GNSS of zichtsystemen beschikbaar zijn). Druk en houd ingedrukt om RTH te starten. Druk nogmaals om RTH te annuleren.
5. Vliegmodusschakelaar
Om te schakelen tussen drie vliegmodi: Schakel tussen Cine, Normaal en Sportmodus.
6. Aan/uit-knop
Druk eenmaal om het huidige accuniveau te controleren. Druk, druk vervolgens opnieuw, en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen. Wanneer de afstandsbediening is ingeschakeld, druk dan eenmaal op om het touchscreen in of uit te schakelen.
7. Touchscreen
Raak het scherm aan om de afstandsbediening te bedienen. Merk op dat het touchscreen niet waterdicht is. Bedien voorzichtig.
8. USB-C-poort
Voor het opladen en aansluiten van de afstandsbediening op de computer.
9. Sleuf voor microSD-kaart
Voor het plaatsen van een microSD-kaart.
10. Hostpoort (USB-C)
Gereserveerd.
11. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
17
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
12. Opnameknop
Druk eenmaal om de opname te starten of te stoppen.
13. Keuzeknop voor camerabediening
Controleer standaard in- en uitzoomen. Stel de functie in DJI Fly in door naar
Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
14. Scherpstellings-/sluiterknop
Druk de knop half in om automatisch scherp te stellen en druk de knop helemaal in om een foto te maken. Druk eenmaal op deze knop om in opnamestand naar de fotostand over te schakelen.
15. Luidspreker
Geeft geluid af.
16
17
18
16. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
17. Aanpasbare C2-knop
Druk eenmaal om het hulplicht in of uit te schakelen. Stel de functie in DJI Fly in door naar
Cameraweergave > Instellingen > Bediening > Knopaanpassing, te gaan.
18. Aanpasbare C1-knop
Schakel tussen het recente gebruik van de gimbal en het naar beneden wijzen van de
gimbal. Stel de functie in DJI Fly in door naar Cameraweergave > Instellingen > Bediening >
Knopaanpassing, te gaan.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
18
Vliegveiligheid
In dit hoofdstuk staan veilige vliegmethoden en vliegbeperkingen behandeld.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
19
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Vliegveiligheid

Als de voorbereidingen voor de vlucht zijn voltooid, verdient het aanbeveling om de vluchtsimulator te gebruiken om uw vliegvaardigheden te verbeteren en in het veilig vliegen te oefenen. Kies een geschikt gebied om in te vliegen volgens de volgende vliegvereisten en
-beperkingen. Zorg ervoor dat u de lokale wet- en regelgeving begrijpt en naleeft voordat u vliegt. Lees vóór de vlucht de veiligheidsrichtlijnen om het product veilig te kunnen gebruiken.

Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving

1. Gebruik de drone NIET bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw, mist en bij windsnelheden van meer dan 12 m/s.
2. Gebruik de drone alleen in open gebieden. Hoge gebouwen en grote metalen constructies kunnen een nadelige invloed uitoefenen op de nauwkeurigheid van het kompas en GNSS-
systeem aan boord van de drone. Het wordt aanbevolen om de drone op minstens 5 m
afstand van constructies te houden.
3. Vermijd obstakels, drukte, bomen en water (aanbevolen hoogte is ten minste 3 m boven water).
4. Beperk interferentie zo veel mogelijk door gebieden met een hoog niveau van elektromagnetisme te vermijden, zoals locaties in de buurt van hoogspanningsleidingen, basisstations, elektriciteitscentrales en zendmasten.
5. NIET opstijgen vanaf een hoogte van meer dan 6.000 m boven zeeniveau. De prestaties van
de drone en de accu zijn beperkt bij het vliegen op grote hoogten. Vlieg voorzichtig.
6. De remafstand van de drone wordt beïnvloed door de vlieghoogte. Hoe hoger de hoogte, hoe groter de remafstand. Wanneer de gebruiker op een hoogte van meer dan 3.000
m vliegt, moet de gebruiker ten minste 20 m verticale remafstand en 25 m horizontale
remafstand reserveren om de veiligheid van de vlucht te waarborgen.
7. GNSS kan niet worden gebruikt voor de drone in de poolgebieden. Gebruik in plaats daarvan het zichtsysteem.
8. Stijg NIET op vanaf bewegende objecten zoals auto's en schepen.
9. Gebruik de drone, afstandbediening, accu en acculader NIET in de buurt van ongevallen, brand, explosies, overstromingen, tsunami's, lawines, aardverschuivingen, aardbevingen, stof of zandstormen.
10. Gebruik de acculader bij een temperatuur van 5 tot 40 °C.
11. Gebruik de drone, de accu, de afstandsbediening en de acculader in een droge omgeving.
12. Gebruik de acculader NIET in vochtige omgevingen.

De drone op verantwoorde wijze besturen

Neem de volgende regels in acht om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen:
1. Zorg ervoor dat u NIET onder invloed van verdovingsmiddelen, alcohol of drugs bent, of lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid of andere aandoeningen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor uw geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. Schakel als de drone geland is eerst de drone zelf uit en schakel vervolgens de afstandsbediening uit.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
20
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
3. GEEN gevaarlijke ladingen, of ladingen die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, op of bij gebouwen, personen of dieren lanceren, afvuren, laten vallen of anderszins projecteren.
4. Gebruik GEEN drone die is neergestort of per ongeluk beschadigd, of die niet in goede staat verkeert.
5. Zorg ervoor dat u voldoende traint en noodplannen hebt voor noodsituaties of wanneer
zich een incident voordoet.
6. Zorg ervoor dat u een vluchtplan hebt. Vlieg NIET roekeloos met de drone.
7. Respecteer de privacy van anderen wanneer u de camera gebruikt. Zorg ervoor dat u voldoet aan de plaatselijke privacywetgeving, voorschriften en morele normen.
8. Gebruik dit product NIET om andere redenen dan voor algemeen persoonlijk gebruik.
9. Gebruik het NIET voor illegale of ongepaste doeleinden (zoals spionage, militaire operaties of ongeoorloofd onderzoek).
10. Gebruik dit product NIET om anderen te belasteren, te misbruiken, lastig te vallen, te belagen (stalken), te bedreigen of om op enigerlei andere wijze de rechten van anderen te schenden (zoals privacy- en uitgaverechten).
11. Zich NIET op privé-eigendommen van anderen begeven.

Beperkingen op het vliegen

GEO (Geospatial Environment Online)-systeem

Het Geospatial Environment Online (GEO)-systeem van DJI is een wereldwijd informatiesysteem dat realtime informatie biedt over vluchtveiligheids- en beperkingsupdates en voorkomt dat UAV’s in beperkte luchtruimen vliegen. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen beperkte gebieden worden ontgrendeld om vluchten binnen te laten. Daarvoor moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen op basis van het huidige beperkingsniveau in het beoogde vluchtgebied. Het GEO-systeem voldoet mogelijk niet volledig aan de lokale wet- en regelgeving. Gebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen vliegveiligheid en moeten de lokale autoriteiten raadplegen over de relevante wettelijke en reglementaire vereisten voordat ze verzoeken om een vlucht in een beperkt gebied te ontgrendelen. Ga voor meer informatie over het GEO-
systeem naar https://y-safe.dji.com.

Vluchtlimieten

Om veiligheidsredenen worden vluchten standaard beperkt, wat gebruikers helpt deze drone veilig te gebruiken. Gebruikers kunnen vluchtlimieten instellen voor hoogte en afstand. Hoogtelimieten, afstandslimieten en GEO-zones werken samen om de vliegveiligheid te waarborgen wanneer GNSS beschikbaar is. Als GNSS niet beschikbaar is, kan alleen de hoogte worden beperkt.
Limieten voor vlieghoogte en afstand
De maximale hoogte beperkt de vlieghoogte van een drone, terwijl de maximale afstand de vliegradius van een drone rond de thuisbasis beperkt. Deze limieten kunnen worden gewijzigd in de DJI Fly-app voor verbeterde vliegveiligheid.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
21
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Max. hoogte
Thuisbasis niet handmatig bijgewerkt tijdens de vlucht
Sterk GNSS-signaal
Beperkingen op het vliegen Bericht in de DJI Fly-app
Max. hoogte
De hoogte van de drone mag de ingestelde waarde in de DJI Fly-app niet overschrijden.
De rechte afstand van de drone tot de thuisbasis
Max. afstand
mag niet groter zijn dan de max. vliegafstand die is ingesteld in de DJI Fly-app.
Zwak GNSS-signaal
Beperkingen op het vliegen Bericht in de DJI Fly-app
De hoogte is beperkt tot 30m vanaf het
opstijgpunt als de verlichting voldoende is.
De hoogte is beperkt tot 5 m boven de grond
Max. hoogte
als de verlichting niet voldoende is en het infrarooddetectiesysteem in werking is.
De hoogte is beperkt tot 30m vanaf het
opstijgpunt als de verlichting niet voldoende is en het infrarooddetectiesysteem niet werkt.
Max. afstand Geen limieten
Thuisbasis
Max. afstand
Hoogte van de drone bij het opstijgen
Max. vlieghoogte bereikt.
Max. vliegafstand bereikt.
Max. vlieghoogte bereikt.
• De hoogtelimiet bij een zwak GNSS wordt niet beperkt als er een sterk GNSS-signaal
(GNSS-signaalsterkte ≥ 2) was toen de drone werd aangezet.
• Als een drone een gespecificeerde limiet overschrijdt, kan de piloot de drone nog steeds besturen, maar niet dichter bij het beperkte gebied vliegen.
• Laat de drone om veiligheidsredenen NIET dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations, treinsporen, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen. Vlieg alleen met de drone binnen een gezichtsveld.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
22
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

GEO-zones

Het GEO-systeem van DJI geeft veilige vluchtlocaties aan, biedt risiconiveaus en veiligheidsmededelingen voor individuele vluchten en biedt informatie over beperkte luchtruimtes. Alle gebieden met beperkte vluchten worden GEO-zones genoemd, die verder zijn onderverdeeld in zones met beperkte toegang, autorisatiezones, waarschuwingszones, verbeterde waarschuwingszones en hoogtezones. Gebruikers kunnen dergelijke informatie in
realtime bekijken in de DJI Fly-app. GEO-zones zijn specieke vluchtgebieden, waaronder maar
niet beperkt tot luchthavens, grote evenementenlocaties, locaties waar openbare noodsituaties hebben plaatsgevonden (zoals bosbranden), kerncentrales, gevangenissen, overheidsgebouwen en militaire faciliteiten. Standaard beperkt het GEO-systeem opstijgen of vluchten binnen zones die veiligheids- of beveiligingsproblemen kunnen veroorzaken. Een GEO-zonekaart met
uitgebreide informatie over GEO-zones over de hele wereld is beschikbaar op de ociële DJI­website: https://y-safe.dji.com/nfz/nfz-query.

GEO-zones ontgrendelen

Om aan de behoeften van verschillende gebruikers te voldoen, biedt DJI twee ontgrendelingsmodi: Zelfontgrendelen en aangepast ontgrendelen. Gebruikers kunnen een verzoek indienen op de DJI Fly Safe-website.
Zelfontgrendelen is bedoeld voor het ontgrendelen van autorisatiezones. Om zelfontgrendelen te voltooien, moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen via de DJI Fly Safe-website op https://y-safe.dji.com. Zodra het ontgrendelingsverzoek is goedgekeurd, kan de gebruiker de ontgrendelingslicentie synchroniseren via de DJI Fly-app. Om de zone te ontgrendelen, kan de gebruiker de drone ook rechtstreeks in de goedgekeurde autorisatiezone laten opstijgen. Of de gebruiker kan de goedgekeurde autorisatiezone binnenvliegen en de aanwijzingen in DJI Fly volgen om de zone te ontgrendelen.
Aangepast ontgrendelen is afgestemd op gebruikers met speciale vereisten. Het wijst door de
gebruiker gedenieerde aangepaste vluchtgebieden aan en biedt vluchttoestemmingsdocumenten
die specifiek zijn voor de behoeften van verschillende gebruikers. Deze ontgrendelingsoptie is beschikbaar in alle landen en regio's. De optie kan worden aangevraagd via de DJI Fly Safe-website op https://y-safe.dji.com.
• Om de veiligheid van de vlucht te garanderen, kan de drone niet uit de ontgrendelde zone vliegen nadat het is betreden. Als de thuisbasis zich buiten de ontgrendelde zone bevindt, kan de drone niet naar de thuisbasis terugkeren.

Checklist ter voorbereiding van de vlucht

1. Zorg dat de afstandsbediening, het mobiele apparaat en de Intelligent Flight Battery volledig zijn opgeladen.
2. Zorg dat de Intelligent Flight Battery en de propellers veilig zijn gemonteerd.
3. Zorg dat de armen van de drone zijn uitgeklapt.
4. Controleer of de gimbal en de camera normaal functioneren.
5. Zorg dat niets de motoren blokkeert en dat de motoren normaal functioneren.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
23
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
6. Zorg dat DJI Fly succesvol verbinding met de drone heeft.
7. Controleer of alle cameralenzen en sensoren schoon zijn.
8. Gebruik uitsluitend originele DJI-onderdelen of onderdelen die door DJI zijn goedgekeurd. Niet-goedgekeurde onderdelen kunnen systeemstoringen veroorzaken en de vliegveiligheid in het gedrang brengen.

Basisvlucht

Automatisch opstijgen/landen

Automatisch opstijgen
De functie "Automatisch opstijgen" gebruiken:
1. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
2. Voer alle stappen uit die op de checklist voor vluchtvoorbereiding staan.
3. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om op te stijgen, houd dan de knop ingedrukt om te bevestigen.
4. De drone stijgt op en blijft ongeveer 1,2 m boven de grond zweven.
Automatisch landen
De functie “Automatisch landen” gebruiken:
1. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om te landen, houd dan de knop ingedrukt om te bevestigen.
2. Automatisch landen kan worden geannuleerd door op te tikken.
3. Als het neerwaartse zichtsysteem normaal functioneert, wordt de landingsbeveiliging ingeschakeld.
4. De motoren stoppen automatisch na de landing.
• Kies de juiste locatie om te landen.

De motoren starten/stoppen

De motoren starten
Voer de gecombineerde joystickopdracht (Combination Stick Command, CSC) uit zoals hieronder weergegeven om de motoren te starten. Zodra beide motoren zijn gaan draaien, laat u beide joysticks tegelijk los.
OF
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
24
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De motoren stoppen
De motoren kunnen op twee manieren worden gestopt:
Methode 1: duw na het landen van de drone de linker joystick omlaag en houd deze vast totdat de motoren stoppen.
Methode 2: voer, als de drone geland is, dezelfde CSC uit die gebruikt werd om de motoren te starten totdat de motoren stoppen.
OF
Methode 1 Methode 2
De motoren stoppen tijdens het vliegen
Wanneer u de motoren stopzet tijdens het vliegen, zal de drone neerstorten. De motoren mogen alleen tijdens het vliegen worden gestopt als er een noodsituatie is, bijvoorbeeld wanneer de drone betrokken is bij een botsing, als de motor afgeslagen is, als de drone in de lucht rolt of tolt, of als de drone niet meer onder controle is en heel snel stijgt of daalt. Voer voor het stoppen van de motoren tijdens het vliegen dezelfde gecombineerde joystickopdracht (CSC) uit als de opdracht die gedurende twee seconden gebruikt is voor het starten van de motoren. De standaardinstelling kan worden gewijzigd in DJI Fly.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
25
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

De drone besturen

De joysticks van de afstandsbediening kunnen worden gebruikt om de beweging van de drone te besturen. De joysticks kunnen worden bediend in modus 1, modus 2 of modus 3, zoals hieronder weergegeven. De standaard bedieningsmodus van de afstandsbediening is modus 2. Raadpleeg het gedeelte Afstandsbediening voor meer informatie.
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Vooruit
Achteruit
Linksaf Rechtsaf
Linker joystick
Linker joystick Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
Vooruit
Rechter joystickLinker joystick
Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Links Rechts
Vooruit
Achteruit
Links Rechts
Omhoog
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
26
Achteruit
Links Rechts
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Procedures voor opstijgen/landen

1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de achterkant van de drone naar de gebruiker toe gericht.
2. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
3. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
4. Tik op Instellingen > Veiligheid en stel vervolgens de Obstakelvermijdingsactie in op Bypass
of Remmen. Zorg ervoor dat u de juiste Max. hoogte en RTH-hoogte instelt.
5. Wacht tot de zelfdiagnose van de drone is voltooid. Als DJI Fly geen onregelmatige
waarschuwing weergeeft, kan de gebruiker de motoren starten.
6. Duw de gasjoystick langzaam omhoog om op te stijgen.
7. Laat om de drone te landen de drone boven een vlakke ondergrond stilhangen en duw de gasjoystick omlaag.
8. Duw na het landen de gasjoystick naar beneden en houd deze vast tot de motoren stoppen.
9. Schakel eerst de drone uit en vervolgens de afstandsbediening.

Video met suggesties/tips

1. De checklist ter voorbereiding van de vlucht is opgesteld om de gebruiker te helpen de drone veilig te laten vliegen en video-opnamen maken tijdens de vlucht. Doorloop vóór elke vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van de vlucht.
2. Selecteer de gewenste besturingsmodus voor de gimbal.
3. Het wordt aanbevolen om foto's te maken of video's op te nemen wanneer u in de normale of in de Cine-modus vliegt.
4. Vlieg NIET bij slecht weer, zoals op regenachtige of winderige dagen.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte.
6. Voer proefvluchten uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
7. Druk zachtjes tegen de joysticks om een soepele en stabiele beweging van de drone te garanderen.
• Zorg ervoor dat de drone op een vlakke en stabiele ondergrond staat voordat u opstijgt. Laat de drone NIET vanaf uw handpalm opstijgen of terwijl u de drone met uw hand vasthoudt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
27
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Intelligente vluchtmodi

FocusTrack

FocusTrack bevat Spotlight, Active Track en Point of Interest.
• Raadpleeg de paragrafen Afstandsbediening en De drone bedienen voor meer informatie over de rol-, pitch-, gas- en giersticks.
• FocusTrack is niet beschikbaar bij gebruik met de DJI-bril.
Spotlight Point of Interest (POI) ActiveTrack
Omschrijving Bedien de drone handmatig terwijl de
Ondersteunde
onderwerpen
Bediening Gebruik de joysticks om de beweging van de
Obstakelvermijding Wanneer de zichtsystemen normaal werken,
camera op het onderwerp vergrendeld blijft.
• Stilstaande onderwerpen
• Bewegende onderwerpen zoals voertuigen, boten en mensen
drone te besturen:
• Beweeg de roljoystick om het onderwerp te omcirkelen
• Beweeg de pitchjoystick om de afstand tot het onderwerp te wijzigen
• Beweeg de gasjoystick om de hoogte te wijzigen
• Beweeg de gierjoystick om het kader aan te passen
zweeft de drone als een obstakel wordt gedetecteerd. Dit ongeacht of de actie voor het vermijden van obstakels is ingesteld op Bypass of Remmen in DJI Fly. Let op: vermijden van obstakels is uitgeschakeld in de Sportstand.
De drone volgt het object in een cirkel op basis van de ingestelde radius en vliegsnelheid. De maximale vliegsnelheid is 12 m/s en de vliegsnelheid kan op basis van de werkelijke radius dynamisch worden aangepast.
Gebruik de joysticks om de beweging van de drone te besturen:
• Beweeg de roljoystick om de omcirkelsnelheid van de drone rondom het onderwerp te veranderen
• Beweeg de pitchjoystick om de afstand tot het onderwerp te wijzigen
• Beweeg de gasjoystick om de hoogte te wijzigen
• Beweeg de gierjoystick om het kader aan te passen
Wanneer de zichtsystemen normaal werken, omzeilt de drone in deze modus obstakels. Dit ongeacht de vluchtmodi of instellingen voor obstakelvermijdingsactie in DJI Fly.
De drone houdt een bepaalde afstand en hoogte van het gevolgde onderwerp en er zijn twee modi: Volgen en Parallel. De max. vliegsnelheid is 12 m/s.
• Bewegende onderwerpen zoals voertuigen, boten en mensen
Gebruik de joysticks om de beweging van de drone te besturen: Beweeg de roljoystick om het onderwerp te omcirkelen Beweeg de pitchjoystick om de afstand tot het onderwerp te wijzigen Beweeg de gasjoystick om de hoogte te wijzigen Beweeg de gierjoystick om het kader aan te passen
2023 DJI Alle rechten voorbehouden.   
©
28
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
ActiveTrack
Volgen Parallel
Na het instellen van de volgrichting (de standaardrichting is Terug), volgt de drone het onderwerp als de bewegingsrichting, en
De drone volgt het object onder een constante hoek en afstand vanaf de zijkant
wanneer het volgen start. blijft de richting naar het onderwerp constant als de volgrichting. (Neem Rechts volgen als voorbeeld)
(Neem Oost volgen als voorbeeld)
• In de volgmodus is de instelling voor de richting alleen beschikbaar als het onderwerp in een stabiele richting beweegt. De volgrichting kan tijdens het volgen worden aangepast.
In ActiveTrack zijn de ondersteunde volgbereiken van de drone en het onderwerp als volgt:
Onderwerp Mensen Voertuigen/boten
Camera Hasselblad-camera
Afstand
4-20 m
(Optimaal: 5-10 m)
Middelgrote
telecamera
7-20 m
Hasselblad-camera
6-100 m
(Optimaal: 20-50 m)
Middelgrote
telecamera
16-100 m
Hoogte 2-20 m (Optimaal: 2-10 m) 6-100 m (Optimaal: 10-50 m)
• De drone vliegt naar het ondersteunde afstands- en hoogtebereik als de afstand en hoogte buiten het bereik vallen wanneer ActiveTrack begint. Vlieg met de drone op de optimale afstand en hoogte voor de beste prestaties.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
29
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
FocusTrack gebruiken
1. Opstijgen.
2. Sleep-selecteer het onderwerp in de cameraweergave of schakel Subject Scanning (Proefpersoon scannen) in onder Control settings (Controle-instellingen) in DJI Fly en tik op het herkende onderwerp om FocusTrack in te schakelen.
• FocusTrack moet als volgt worden gebruikt binnen de ondersteunde zoomverhouding, anders heeft dit invloed op de herkenning van het onderwerp:
a. Spotlight/Point of Interest: ondersteunt bewegende onderwerpen zoals voertuigen,
boten, mensen en stilstaande onderwerpen met maximaal 7x zoom. De telecamera ondersteunt alleen stilstaande onderwerpen.
b. ActiveTrack: ondersteunt bewegende onderwerpen zoals voertuigen, boten en
mensen tot 3x zoom.
a. De drone gaat standaard in Spotlight.
b. Tik onderaan het scherm om over te schakelen naar Point of Interest. Nadat u de richting
en snelheid hebt ingesteld, tikt u op GO om te beginnen met vliegen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
30
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
c. Tik onderaan het scherm om over te schakelen naar ActiveTrack. In de volgmodus kan
de volgrichting worden gewijzigd met behulp van het richtingswiel (voor, achter, links, rechts, diagonaal linksvoor, diagonaal rechtsvoor, diagonaal linksachter en diagonaal rechtsachter). Het richtingswiel wordt geminimaliseerd als deze gedurende langere tijd niet wordt bediend of als er op een ander gebied van het scherm wordt getikt.
Veeg met het moduspictogram naar links of rechts om tussen Volgen of Parallel te schakelen zodra het richtingswiel geminimaliseerd is. De volgrichting wordt teruggezet zodra Volgen opnieuw is geselecteerd. Tik op GO om te beginnen met volgen.
3. Tik op de sluiter-/opnameknop om foto's te maken of de opname te starten. Bekijk de beelden in Afspelen .
FocusTrack verlaten
Druk in Point of Interest of ActiveTrack eenmaal op de vliegpauzeknop op de afstandsbediening of tik op Stop op het scherm om terug te keren naar Spotlight.
Druk in Spotlight eenmaal op de vliegpauzeknop op de afstandsbediening om FocusTrack te verlaten.
• Gebruik FocusTrack NIET in gebieden waar mensen en dieren lopen of voertuigen in beweging zijn.
• Gebruik FocusTrack NIET in gebieden met kleine of fijne objecten (bijv. takken van bomen of hoogspanningslijnen) of transparante objecten (bijv. water of glas).
• De drone handmatig bedienen. In een noodgeval drukt u op de vliegpauzeknop of tikt u op Stop in DJI Fly.
• Wees extra voorzichtig wanneer u in een van de volgende situaties FocusTrack gebruikt:
a. Het gevolgde object beweegt niet in een horizontaal vlak.
b. Het gevolgde object verandert tijdens het bewegen drastisch van vorm.
c. Het gevolgde object is voor langere tijd uit het zicht.
d. Het gevolgde object beweegt over een besneeuwd oppervlak.
e. De kleur of patroon van het gevolgde object is vergelijkbaar met die van de omgeving.
f. De belichting extreem zwak (< 300lux) of sterk (> 10.000lux) is.
• Houd u tijdens het gebruik van FocusTrack aan de lokale privacywetgeving en regelgeving.
• Het wordt aanbevolen om alleen voertuigen, boten en mensen te volgen. Vlieg voorzichtig wanneer u andere objecten volgt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
31
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• In ondersteunde bewegende onderwerpen verwijzen voertuigen en boten naar auto's en kleine tot middelgrote jachten. Volg GEEN op afstand bediende modelauto of boot.
• Het gevolgde object kan onbedoeld wisselen naar een ander object als ze elkaar passeren.
FocusTrack is uitgeschakeld in de Verkenstand, of bij opnamen in 5.1K en 120 fps en hoger, en Apple ProRes 422HQ/422/422LT.
• Wanneer de verlichting onvoldoende is en de zichtsystemen niet beschikbaar zijn, kunnen Spotlight en POI nog steeds worden gebruikt voor statische onderwerpen. Obstakeldetectie is dan echter niet beschikbaar. ActiveTrack kan niet worden gebruikt.
• FocusTrack is niet beschikbaar wanneer de drone op de grond staat.
• FocusTrack functioneert mogelijk niet goed wanneer de drone in de buurt van de vluchtlimieten of in een GEO-zone vliegt.

MasterShots

MasterShots houdt het onderwerp in het midden van het beeld terwijl het verschillende manoeuvres achter elkaar uitvoert om een korte video te maken.
MasterShots gebruiken
1. Start de drone en laat deze minstens 2 m boven de grond zweven.
2 m
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om MasterShots te selecteren en lees de instructies. Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er geen obstakels in de omgeving zijn.
3. Sleep en selecteer uw doelobject in de cameraweergave, stel het vluchtbereik in. Tik op Start om de opname te starten. De drone vliegt terug naar zijn oorspronkelijke positie zodra de opname is voltooid.
4. Tik op om de video te openen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
32
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
MasterShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauzeknop of tik op in DJI Fly om MasterShots te verlaten. De drone remt en zweeft.
• Gebruik MasterShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig zijn. Zorg ervoor dat personen, dieren of andere obstakels buiten de vliegroute blijven. Wanneer de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen, remt en zweeft de drone op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd.
• Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met de drone te voorkomen.
• Gebruik MasterShots NIET in een van de volgende situaties:
a. Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
b. Wanneer het object dezelfde kleur of structuur heeft als de omgeving.
c. Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
d. Wanneer het onderwerp snel beweegt.
e. Wanneer de belichting extreem zwak (< 300lux) of sterk (> 10.000lux) is.
• Gebruik MasterShots NIET op plaatsen in de buurt van gebouwen of waar het GNSS­signaal zwak is, anders kan de vliegroute onstabiel worden.
• Houd u tijdens het gebruik van MasterShots aan de lokale privacywetgeving en regelgeving.

QuickShots

De opnamestanden van QuickShot zijn: Raket, Dronie, Cirkel, Spiraal, Boomerang en Asteroid.
Dronie: De drone vliegt achteruit en omhoog, met de camera op het object gericht.
Raket: De drone stijgt op met de camera naar beneden gericht.
Cirkel: De drone vliegt rondjes rondom het object.
Spiraal: De drone stijgt en draait rond het object.
Boemerang: De drone vliegt in een ovale route rond het onderwerp, stijgt op terwijl het
wegvliegt van het startpunt en daalt terwijl het achterwaarts vliegt. Het startpunt van de drone vormt het ene uiteinde van de lange as van het ovaal, terwijl het andere uiteinde zich aan de andere kant van het object bevindt vanaf het startpunt.
Asteroid: De drone vliegt achteruit en omhoog, maakt meerdere foto's en vliegt vervolgens terug naar het startpunt. De gegenereerde video begint met een panorama vanaf de hoogste positie en toont vervolgens het uitzicht van de drone wanneer het daalt.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Boemerang. Zorg voor een radius van minimaal 30 meter rond de drone en minimaal 10 meter ruimte boven de drone.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Asteroid. Zorg voor minimaal
40m achter en 50m boven de drone.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
33
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Het gebruik van QuickShots
1. Start de drone en laat deze minstens 2 m boven de grond zweven.
2 m
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om QuickShots te selecteren en volg de instructies. Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er geen obstakels in de omgeving zijn.
3. Kies een opnamemodus, sleep en selecteer uw doelobject in de cameraweergave en tik op Start om met de opname te beginnen. De drone vliegt terug naar zijn oorspronkelijke positie zodra de opname is voltooid.
4. Tik op om de video te openen.
QuickShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauze-/RTH-knop of tik op in DJI Fly om QuickShots te verlaten. De drone remt en zweeft. Tik nogmaals op het scherm en de drone gaat verder met opnemen.
Let op: als u per ongeluk een joystick beweegt, verlaat de drone QuickShots en zweeft op zijn plaats.
• Gebruik QuickShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig zijn. Zorg ervoor dat personen, dieren of andere obstakels buiten de vliegroute blijven. Wanneer de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen, remt en zweeft de drone op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd.
• Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met de drone te voorkomen.
• Gebruik QuickShots NIET in een van de volgende situaties:
a. Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
34
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
b. Wanneer het object zich meer dan 50 meter van de drone bevindt.
c. Wanneer het object dezelfde kleur of structuur heeft als de omgeving.
d. Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
e. Wanneer het onderwerp snel beweegt.
f. Wanneer de belichting extreem zwak (< 300lux) of sterk (> 10.000lux) is.
• Gebruik QuickShots NIET op plaatsen in de buurt van gebouwen of waar het GNSS­signaal zwak is, anders wordt de vliegroute onstabiel.
• Houd u aan de lokale privacywetgeving en regelgeving tijdens het gebruik van QuickShots.

Hyperlapse

Hyperlapse-opnamestanden zijn onder meer Vrij, Cirkel, Koersvergrendeling en Waypoint.
Vrij
De drone maakt automatisch foto's en genereert een timelapse-video. De vrije stand kan worden gebruikt terwijl de drone op de grond staat. Controleer na het opstijgen met de afstandsbediening de bewegingen en de gimbalhoek van de drone.
Volg de onderstaande stappen om Vrij te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Het scherm toont het aantal foto's dat zal worden gemaakt en de opnameduur.
2. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Cirkel
De drone vliegt rond het geselecteerde doel om een timelapse-video te genereren en maakt daarbij automatisch foto's.
Volg de onderstaande stappen om Cirkel te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Cirkel kan worden ingesteld met de klok mee of tegen de klok in. Het scherm toont het aantal foto's dat zal worden gemaakt en de opnameduur.
2. Sleep-selecteer een doel op het scherm. Gebruik de gierjoystick en het gimbalwiel om het
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
35
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
kader aan te passen.
3. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Koersvergrendeling
Met koersvergrendeling kan de gebruiker de vluchtrichting herstellen. Bij gebruik van Cursusvergrendeling kan de gebruiker een object selecteren zodat de camera altijd naar het onderwerp gericht is of geen object selecteren zodat de gebruiker de drone-oriëntatie en gimbal kan regelen.
Volg de onderstaande stappen om Koersvergrendeling te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en snelheid in. Het scherm toont het aantal foto's dat zal worden gemaakt en de opnameduur.
2. Stel een vliegrichting in.
3. Sleep-selecteer indien van toepassing een object. Na het selecteren van het onderwerp controleert de drone automatisch de oriëntatie of de gimbal om het onderwerp te centreren. Op dit moment kan het kader niet handmatig worden aangepast.
4. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Waypoints
De drone maakt automatisch foto's op een vliegroute van twee tot vijf waypoints en genereert een timelapse-video. De drone kan in volgorde van waypoints 1 tot 5 of 5 tot 1 vliegen. De drone reageert niet op de bewegingen van de joystick van de afstandsbediening tijdens de vlucht.
Volg de onderstaande stappen om Waypoints te gebruiken:
1. Stel de gewenste waypoints en de richting van de lens in.
2. Stel de intervaltijd en de videoduur in. Het scherm toont het aantal foto's dat zal worden gemaakt en de opnameduur.
3. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
De drone genereert automatisch een timelapse-video, die te bekijken is in afspelen. Gebruikers
kunnen Fototype selecteren op de pagina Instellingen > Camera in DJI Fly.
• Voor optimale prestaties wordt aanbevolen om Hyperlapse te gebruiken op een hoogte
boven de 50 m en een verschil van minimaal twee seconden tussen de interval- en
sluitertijd in te stellen.
Het wordt aanbevolen om op een veilige afstand van de drone (meer dan 15 m) een
statisch object (bijv. hoge gebouwen, bergachtig terrein) te selecteren. Selecteer GEEN onderwerp dat zich te dicht bij de drone bevindt.
• Wanneer de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor de zichtsystemen, remt en zweeft de drone op zijn plaats als tijdens een hyperlapse een obstakel wordt gedetecteerd. Als de verlichting onvoldoende wordt of de omgeving niet geschikt is voor de zichtsystemen tijdens een hyperlapse, zal de drone beeld blijven registreren zonder obstakels te vermijden. Vlieg voorzichtig.
De drone zal pas een video genereren nadat er minimaal 25 foto's zijn gemaakt, de hoeveelheid die vereist is om een video van één seconde te genereren. De video wordt standaard gegenereerd, ongeacht of Hyperlapse normaal wordt beëindigd of de drone onverwacht uit de modus wordt gehaald (bijvoorbeeld wanneer de RTH bij een bijna lege accu wordt geactiveerd).
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
36
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Waypoint-vlucht

Met Waypoint-vlucht kan de drone tijdens een vlucht beelden vastleggen volgens de route van de waypoint-vlucht die door de vooraf ingestelde waypoints wordt gegenereerd. Aan de waypoints kunnen Points of Interest (POI) gekoppeld worden. De koers zal tijdens de vlucht naar de POI wijzen. Een waypoint-vluchtroute kan worden opgeslagen en herhaald.
Waypoint-vlucht gebruiken
1. Waypoint-vlucht inschakelen
Tik op links van de cameraweergave in DJI Fly om Waypoint-vlucht in te schakelen.
2. Waypoint-instellingen
Waypoint vastpinnen
Waypoints kunnen worden vastgepind via de kaart voordat u opstijgt.
Waypoints kunnen na het opstijgen via de volgende methoden worden vastgepind, GNSS is vereist.
• Gebruik van de afstandsbediening: druk eenmaal op de C1-knop om een waypoint vast te pinnen.
• Het bedieningspaneel gebruiken: tik op op het bedieningspaneel om een waypoint vast te pinnen.
• De kaart gebruiken: ga naar de kaart en tik erop om een waypoint vast te pinnen. De
standaardhoogte van een waypoint via de kaart is ingesteld op 50 m vanaf het startpunt.
Tik op een waypoint en houd deze ingedrukt om de positie op de kaart te verplaatsen.
• Het wordt aanbevolen om waypoints vast te leggen wanneer u naar de locatie vliegt voor een nauwkeuriger en soepeler beeldresultaat.
• De horizontale GNSS-positie van de drone, de hoogte vanaf het opstijgpunt, de koers en de gimbalkanteling worden geregistreerd als het waypoint wordt vastgezet via de afstandsbediening en het bedieningspaneel.
• Verbind de afstandsbediening met het internet en download de kaart voordat u de kaart gebruikt om een waypoint vast te pinnen. Wanneer het waypoint via de kaart wordt bepaald, kan alleen de horizontale GNSS-positie van de drone worden vastgelegd.
• De vliegroute buigt tussen de waypoints en de hoogte van de drone kan tijdens de vliegroute afnemen. Zorg ervoor dat u obstakels hieronder vermijdt bij het instellen van een waypoint.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
37
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Instellingen
Tik op het waypoint-nummer voor instellingen, de waypoint-parameters worden als volgt beschreven:
Camera-actie De camera-actie op het waypoint. Kies tussen Niet, Foto maken en
Opname starten of stoppen.
Hoogte De hoogte van het waypoint vanaf het startpunt. Zorg ervoor dat u op
dezelfde hoogte opstijgt om betere prestaties te verkrijgen wanneer een Waypoint-vlucht wordt herhaald.
Snelheid De vliegsnelheid van het waypoint.
• Algemene snelheid: de drone vliegt met dezelfde snelheid tijdens de waypoint-vluchtroute.
• Aangepast: de drone versnelt of vertraagt met een constante snelheid wanneer het tussen de waypoints vliegt. De vooraf ingestelde snelheid wordt bereikt wanneer de drone zich op het waypoint bevindt.
Koers De koers van de drone van het waypoint.
• Volgkoers: de koers van de drone in de richting van de horizontale tangens ten opzichte van de vliegroute.
• POI*: tik op het nummer van de POI om de drone naar de POI te richten.
• Handmatig: de koers van de drone kan door de gebruiker tijdens een Waypoint-vlucht worden aangepast.
• Aangepast: versleep de balk om de koptekst aan te passen. De koers kan worden bekeken in de kaartweergave.
Gimbalkanteling De gimbalkanteling van het waypoint.
POI*: tik op het POI-nummer om de camera naar het specieke POI te richten.
• Handmatig: de gimbalkanteling kan door de gebruiker tijdens een Waypoint-vlucht worden aangepast.
• Aangepast: versleep de balk om de gimbalkanteling aan te passen.
Zoom • De camera zoomt in op het waypoint.
• Digitaal (1-3x): versleep de balk om de zoomverhouding aan te passen.
• Handmatig: de zoomverhouding kan door de gebruiker worden aangepast tijdens een Waypoint-vlucht.
• Automatisch: de zoomverhouding wordt door de drone aangepast wanneer er tussen twee waypoints wordt gevlogen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
38
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Zweeftijd De duur van de zweeftijd van de drone op het huidige waypoint.
* Voordat u POI selecteert voor de koers of gimbalkanteling, moet u ervoor zorgen dat er POI's in de
vluchtroute zijn. Als een POI is gekoppeld aan een waypoint, worden de koers en gimbalkanteling van het waypoint gereset naar de POI.
Alle instellingen behalve de camera-actie kunnen worden toegepast op alle waypoints nadat u Toepassen op alles hebt geselecteerd. Tik op om het huidige geselecteerde waypoint te verwijderen.
3. POI-instellingen
Tik op POI op het bedieningspaneel om over te schakelen naar POI-instellingen. Gebruik dezelfde methode om een POI vast te pinnen als bij een waypoint.
Tik op het nummer van de POI om de hoogte van de POI in te stellen. De POI kan aan een waypoint worden gekoppeld. Er kunnen meerdere waypoints aan hetzelfde POI worden gekoppeld, de camera zal tijdens de Waypoint-vlucht naar het POI wijzen.
4. Een Waypoint-vlucht plannen
Tik op of Volgende om parameters in te stellen voor de vliegroute, zoals Algemene snelheid, het gedrag van Einde van de vlucht, Bij signaalverlies en Startpunt. De instellingen zijn van toepassing op alle waypoints.
Algemene snelheid
Einde van de vlucht
Bij signaalverlies
De vliegsnelheid tijdens de gehele vliegroute. Na het instellen wordt de snelheid van alle waypoints op deze snelheid ingesteld.
Het gedrag van de drone na aoop van de vluchttaak. Het kan worden
ingesteld op Zweven, RTH, Landen of Terug naar Start.
Het gedrag van de drone wanneer het signaal van de afstandsbediening verloren gaat tijdens de vlucht. Het kan worden ingesteld op RTH, Zweven, Landen of Doorgaan.
Startpunt Na het selecteren van het start waypoint wordt de vliegroute gestart
vanaf dit waypoint naar de volgende waypoints.
5. Een Waypoint-vlucht uitvoeren
• Controleer de instellingen voor Obstakelvermijdingsactie op de pagina Instellingen
> Veiligheid van DJI Fly voordat u de Waypoint-vlucht uitvoert. Wanneer de drone is
ingesteld op bypass of remmen, remt het en beweegt het op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd tijdens de Waypoint-vlucht. De drone kan geen obstakels detecteren wanneer de actie vermijden van obstakels is uitgeschakeld. Vlieg voorzichtig.
• Observeer de omgeving en zorg ervoor dat er geen obstakels op de route zijn voordat u een Waypoint-vlucht uitvoert.
• Zorg ervoor dat u de visuele zichtlijn (VLOS) met de drone handhaaft. Druk in een noodsituatie op de vliegpauzeknop.
• Wanneer het signaal tijdens de vlucht verloren gaat, voert de drone de actie uit die is ingesteld in Bij signaalverlies.
• Wanneer de Waypoint-vlucht is voltooid, voert de drone de actie uit die is ingesteld in Einde van vlucht.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
39
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
a. Tik op GO om de waypoint-vluchttaak te uploaden. Tik op om het uploadproces te
annuleren en terug te keren naar de status van het bewerken van de waypoint-vlucht.
b. De waypoint-vluchttaak wordt uitgevoerd na het uploaden, de vluchtduur, waypoints
en afstand en wordt weergegeven in de cameraweergave. De invoer van de joystick verandert de vliegsnelheid tijdens een Waypoint-vlucht.
c. Tik op om de Waypoint-vlucht te pauzeren nadat de taak is begonnen. Tik op om
door te gaan met de Waypoint-vlucht. Tik op om de Waypoint-vlucht te stoppen en terug te keren naar de status van het bewerken van de waypoint-vlucht.
6. Bibliotheek
Bij het plannen van een Waypoint-vlucht wordt de taak automatisch gegenereerd en elke minuut opgeslagen. Tik op aan de linkerkant om naar Bibliotheek te gaan en de taak handmatig op te slaan.
• In de bibliotheek met vluchtroutes kunnen gebruikers de opgeslagen taken controleren en tikken om een taak te openen of te bewerken.
• Tik op om de naam van de taak te bewerken.
• Schuif naar links om een taak te verwijderen.
• Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om de volgorde van de taken te wijzigen.
: taken worden gesorteerd op tijd.
: taken worden gesorteerd op de afstand tussen het startpunt en de huidige positie
van de drone van kortste naar verste.
7. Waypoint-vlucht verlaten
Tik op om Waypoint-vlucht te verlaten. Tik op Opslaan en afsluiten om de taak in de bibliotheek op te slaan en af te sluiten.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
40
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Cruisecontrole

Met de Cruisecontrole-functie kan de drone de ingang van de huidige joystick van de afstandsbediening vergrendelen wanneer de omstandigheden het toelaten. Vlieg met de snelheid die overeenkomt met de huidige invoer van de joystick zonder voortdurend gebruik te maken van de bewegingen van de joystick. De Cruisecontrole-functie ondersteunt ook dronebewegingen zoals omhoog draaien door de invoer van de joystick te verhogen.
Cruisecontrole gebruiken
1. De cruisecontroleknop instellen
Ga naar DJI Fly, selecteer Instellingen > Bediening > Knopaanpassing en stel vervolgens de
C1-, C2- of C3-knop in op Cruisecontrole.
2. Cruisecontrole invoeren
• Druk op de Cruisecontrole-knop terwijl u tegen de joystick drukt, waarna de drone op de huidige snelheid vliegt volgens de invoer van de joystick. Zodra Cruisecontrole is ingesteld, kan de joystick worden losgelaten en keert automatisch terug naar het midden.
• Voordat de joystick terugkeert naar het midden, drukt u nogmaals op de Cruisecontrole­knop om de vliegsnelheid resetten op basis van de huidige invoer van de joystick.
• Druk op de joystick nadat deze naar het midden is teruggekeerd, de drone vliegt met de verhoogde snelheid op basis van de vorige snelheid. Druk in dit geval nogmaals op de Cruisecontrole-knop en de drone vliegt met hogere snelheid.
3. Cruisecontrole afsluiten
Druk op de Cruisecontrole-knop zonder invoer van een joystick, druk op de vluchtpauzeknop op de afstandsbediening of tik op op het scherm om Cruisecontrole af te sluiten. De drone remt en zweeft.
• Cruisecontrole is beschikbaar in de modus Normaal, Cine en Sport of APAS, Free Hyperlapse en FocusTrack.
• Cruisecontrole kan niet worden gestart zonder invoer van een controlestick.
• De drone kan in de volgende situaties de Cruisecontrole niet ingaan of verlaten:
a. In de buurt van de maximale hoogte of maximale afstand.
b. Wanneer de drone wordt losgekoppeld van de afstandsbediening of DJI Fly.
c. Wanneer de drone een obstakel waarneemt en op zijn plaats zal zweven.
d. Tijdens RTH of automatische landing.
• Cruisecontrole wordt automatisch afgesloten wanneer van vluchtmodus wordt gewisseld.
• Het detecteren van obstakels in cruisecontrole volgt de huidige vluchtmodus. Vlieg voorzichtig.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
41
Drone
De DJI Mavic 3 Pro bevat een vluchtcontroller, video-downlinksysteem, zichtsystemen, infrarooddetectiesysteem, voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
42
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Drone

De DJI Mavic 3 Pro bevat een vluchtcontroller, video-downlinksysteem, zichtsystemen, infrarooddetectiesysteem, voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.

Vliegmodi

De DJI Mavic 3 Pro ondersteunt de volgende vliegmodi. De vliegmodi kunnen worden gewisseld via de vliegmodusschakelaar op de afstandsbediening.
Normale modus
De drone maakt gebruik van GNSS, de horizontale, opwaartse en neerwaarts zichtsystemen en het infrarooddetectiesysteem om zichzelf te lokaliseren en stabiliseren. Wanneer het GNSS­signaal sterk is, gebruikt de drone GNSS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de GNSS zwak is, maar de lichtomstandigheden en andere omgevingsomstandigheden voldoende zijn, gebruikt het de zichtsystemen. Wanneer de zichtsystemen zijn ingeschakeld en de licht- en ander omgevingsomstandigheden voldoende zijn, dan is de maximale
vlieghoogtehoek 30° en de maximale vliegsnelheid 15 m/s.
Sportmodus
In de Sport-stand gebruikt de drone GNSS voor positionering. De reacties van de drone zijn geoptimaliseerd voor wendbaarheid en snelheid, waardoor het beter reageert op bewegingen van de joystick. Opmerking: Obstakelvermijding is uitgeschakeld en de maximale vliegsnelheid is 21 m/s.
Cinemodus
De Cine-modus is gebaseerd op de normale stand met een gelimiteerde vliegsnelheid, waardoor de drone stabieler is tijdens het maken van opnames.
Als de drone in de EU vliegt, schakelt de drone over naar de lagesnelheidsmodus wanneer de vliegmodus op de afstandsbediening op C wordt gezet. De lagesnelheidsmodus beperkt de maximale horizontale vliegsnelheid tot 2,8 m/s op basis van de normale modus en er is geen limiet voor de stijg- of daalsnelheid.
De drone schakelt automatisch naar de Attitude-stand (ATTI) wanneer de zichtsystemen niet beschikbaar of uitgeschakeld zijn en het GNSS-signaal zwak is of het kompas storing ondervindt. In de hoogtestand (ATTI) wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving. Omgevingsfactoren, zoals wind, kunnen leiden tot horizontale kanteling. Hierdoor kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan, vooral wanneer in krappe ruimtes wordt gevlogen. De drone kan niet automatisch bewegen of remmen. Daarom moet de piloot de drone zo snel mogelijk landen om ongevallen te voorkomen.
• De vluchtmodus is alleen geldig voor handmatige vlucht en Cruisecontrole.
• De zichtsystemen zijn in de Sportstand uitgeschakeld, wat betekent dat de drone obstakels op zijn route niet automatisch kan detecteren. De gebruiker moet alert blijven op de omgeving en de drone besturen om obstakels te vermijden.
• De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter in de Sportmodus. Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 m vereist.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
43
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Er is een minimale remafstand van 10 m vereist in windstille omstandigheden tijdens het opstijgen en dalen van de drone in de Sportmodus of normale modus.
• De respons van de drone neemt in de Sportmodus aanzienlijk toe, wat betekent dat een kleine beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de drone. Zorg ervoor dat u toereikende manoeuvreerruimte houdt tijdens het vliegen.

Statuslampjes van de drone

De DJI Mavic 3 Pro heeft leds aan de voorkant en statusindicatoren voor de drone.
Ledlampje voorzijde
Ledlampje voorzijde
Statuslampje van de drone
Statuslampje van de drone
Wanneer de drone is ingeschakeld, maar de motoren niet draaien, branden de voorste leds continu groen om de oriëntatie van de drone aan te geven.
Wanneer de drone is ingeschakeld maar de motoren niet draaien, geven de statusindicatoren van de drone de huidige status van het vluchtregelsysteem weer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor meer informatie over de statusindicatoren van de drone.
Beschrijving van statusindicatoren van de drone
Normale statussen
Knippert afwisselend rood, geel en groen
Inschakelen en zelfdiagnoses uitvoeren
×4 Knippert vier keer geel Opwarmen
Knippert langzaam groen GNSS ingeschakeld
×2
Knippert langzaam geel
Knippert herhaaldelijk twee keer groen
Zichtsystemen ingeschakeld
GNSS en zichtsysteem uitgeschakeld (ATTI­modus ingeschakeld)
Waarschuwingsstatussen
Knippert snel geel Signaal met afstandsbediening verloren
Knippert langzaam rood Opstijgen is uitgeschakeld, bijv. bijna lege accu*
Knippert snel rood Accu bijna leeg, kritiek
Continu rood Kritieke fout
Knippert afwisselend rood en geel Kalibratie van kompas vereist
* Als de drone niet kan opstijgen terwijl de statusindicatoren langzaam rood knipperen, start dan DJI Fly op
de afstandsbediening om de details te bekijken.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
44
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Nadat de motor is gestart, knipperen de voorste leds afwisselend rood en groen en de dronestatusindicatoren knipperen groen. De groene lichten geven aan dat de drone een UAV is en de rode lichten geven de koers en positie van de drone aan.
• Om betere beelden te verkrijgen, worden de voorste LED's automatisch uitgeschakeld tijdens het fotograferen als de voorste LED's in DJI Fly op automatisch zijn ingesteld. Verlichtingsvereisten variëren afhankelijk van de regio. Houd rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.

Terug naar thuisbasis

Return to Home (RTH) brengt de drone terug naar de laatst geregistreerde thuisbasis wanneer het positioneringssysteem normaal functioneert. Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau, en uitvalbeveiligde RTH. De drone vliegt automatisch terug naar de thuisbasis en landt wanneer Smart RTH wordt gestart, de drone op RTH bij laag accuniveau komt, of het signaal tussen de afstandsbediening en de drone is verloren tijdens de vlucht.
GNSS
Thuisbasis
Omschrijving
De eerste locatie waar de drone een sterk of matig sterke GNSS­signaal ontvangt (aangegeven door een wit pictogram) wordt geregistreerd als de standaard thuisbasis. De thuisbasis kan voor het opstijgen worden geactualiseerd, zolang de drone een ander sterk tot matig sterk GNSS-signaal ontvangt. Als het signaal zwak is, wordt de
10
thuisbasis niet geactualiseerd. Nadat de thuisbasis is geregistreerd, verschijnt er een melding in DJI Fly.
Als het noodzakelijk is om de thuisbasis tijdens de vlucht bij te werken (bijvoorbeeld wanneer de positie van de gebruiker is verandert), kan de thuisbasis handmatig worden bijgewerkt op de pagina Instellingen
> Veiligheid in DJI Fly.
Tijdens RTH past de drone standaard automatisch de gimbalkanteling aan om de camera in de richting van de RTH-route te laten wijzen. Als het videotransmissiesignaal normaal is, worden het AR-startpunt, de AR RTH-route en de AR-droneschaduw standaard weergegeven in de cameraweergave. Dit verbetert de vliegervaring door gebruikers te helpen de RTH-route en de thuisbasis te bekijken en obstakels op de route te vermijden. Het display kan worden gewijzigd
in Systeeminstellingen > Veiligheid > AR-instellingen.
• De AR RTH-route wordt enkel ter referentie gebruikt en kan in verschillende scenario's afwijken van de werkelijke vliegroute. Let tijdens RTH altijd op de liveweergave op het scherm. Vlieg voorzichtig.
• Gebruik tijdens de RTH de gimbaldraaiknop om de camera-oriëntatie aan te passen, of druk op de aanpasbare knoppen op de afstandsbediening om te voorkomen dat de drone automatisch de gimbalkanteling aanpast, waardoor de AR RTH-route niet kan worden bekeken.
• Wanneer de thuisbasis wordt bereikt, past de drone automatisch de gimbalkanteling verticaal omlaag aan.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
45
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De schaduw van het AR-drone wordt alleen weergegeven wanneer de drone zich 0,5-15 m boven de grond bevindt.

Smart RTH

Als het GNSS-signaal sterk genoeg is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone naar de thuisbasis te laten terugkeren. U activeert Smart RTH door in DJI Fly op te tikken of door
de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt te houden totdat u een piepsignaal hoort. U verlaat Smart RTH door te tikken op in DJI Fly of door de RTH-knop op de afstandsbediening in te drukken. Na het verlaten van RTH krijgen gebruikers de controle over de drone terug.
Geavanceerde RTH
Geavanceerde RTH is ingeschakeld als de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen wanneer Smart RTH is geactiveerd. De drone plant automatisch het beste RTH-pad, dat wordt weergegeven in DJI Fly en wordt aangepast aan de omgeving.
RTH-instellingen
RTH-instellingen zijn beschikbaar voor Advanced RTH. Ga naar de cameraweergave in DJI Fly, tik
op Systeem > Veiligheid en vervolgens op RTH.
1. Optimaal: ongeacht de RTH-hoogte-instellingen, plant de drone automatisch het optimale RTH-pad en past het de hoogte aan op basis van omgevingsfactoren zoals obstakels en transmissiesignalen. Het optimale RTH-pad betekent dat de drone de kortst mogelijke
afstand aegt, waardoor de gebruikte hoeveelheid accuvermogen wordt verminderd en de
vliegtijd wordt verlengd.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
46
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
2. Preset: wanneer de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH
begint, zal de drone het RTH-pad plannen, naar een open gebied vliegen en obstakels vermijden, naar de RTH-hoogte stijgen en het beste pad volgend naar de thuisbasis terugkeren.
Wanneer de drone zich op een afstand van 5 tot 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer
RTH begint, zal de drone niet naar de RTH-hoogte stijgen. In plaats daarvan zal hij op de huidige hoogte naar de thuisbasis terugkeren, het beste pad volgend.
Wanneer de drone zich in de buurt van de thuisbasis bevindt en de huidige hoogte meer is dan de RTH-hoogte, daalt de drone tijdens het voorwaarts vliegen.
Geavanceerde RTH-procedure
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. Geavanceerde RTH wordt geactiveerd.
3. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
a. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd
wanneer RTH begint.
b. Als de drone zich meer dan 5 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, plant de
drone het beste RTH-pad en vliegt hij naar de thuisbasis terwijl het obstakels detecteert en GEO-zones vermijdt. De voorkant van de drone wijst altijd in dezelfde richting als de vliegrichting.
4. De drone vliegt automatisch volgens de RTH-instellingen, de omgeving en het zendsignaal tijdens RTH.
5. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
47
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Rechte lijn RTH
De drone gaat rechtlijnige RTH binnen wanneer de verlichting niet voldoende is en de omgeving niet geschikt is voor Geavanceerde RTH.
Rechte lijn RTH-procedure:
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. Rechte lijn RTH wordt geactiveerd.
3. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
a. Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, stijgt
de drone eerst naar een hoogte van 20 m (deze stap wordt overgeslagen als de huidige hoogte hoger is dan 20 m). Daarna past de drone zijn oriëntatie aan en stijgt hij op naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte en vliegt naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte, vliegt de drone op de huidige hoogte naar de thuisbasis.
b. Als de drone zich op een afstand van 5 m tot 50m van de thuisbasis bevindt wanneer
RTH begint, past de drone zijn oriëntatie aan en vliegt hij op de huidige hoogte naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte lager is dan 2 m wanneer RTH begint, stijgt de drone tot 2 m en vliegt terug naar de thuisbasis.
c. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd
wanneer RTH begint.
4. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
• Tijdens Geavanceerde RTH past de drone de vliegsnelheid automatisch aan de omgevingsfactoren als windsnelheid en obstakels aan.
De drone kan geen kleine of jne objecten zoals boomtakken of hoogspanningsleidingen vermijden. Vlieg met de drone naar een open gebied voordat je Smart RTH gebruikt.
• Stel Advanced RTH in als Preset als er stroomkabels of torens zijn die de drone niet kan vermijden op het RTH-pad. Zorg ervoor dat de RTH-hoogte hoger is ingesteld dan alle obstakels.
• Als de RTH-instellingen tijdens RTH worden gewijzigd remt de drone en keert hij terug naar de thuisbasis volgens de laatste instellingen.
• Als de maximale hoogte is ingesteld onder de huidige hoogte tijdens RTH, daalt de drone naar de maximale hoogte en keert terug naar de thuisbasis.
• De RTH-hoogte kan tijdens RTH niet worden gewijzigd.
• Als er een groot verschil is tussen de huidige hoogte en de RTH-hoogte, kan de gebruikte hoeveelheid accuvermogen niet nauwkeurig worden berekend vanwege windsnelheden op verschillende hoogten. Besteed extra aandacht aan de accuvoeding en waarschuwingsmeldingen in DJI Fly.
• Geavanceerde RTH is niet beschikbaar als de lichtomstandigheden en de omgeving niet geschikt waren voor zichtsystemen tijdens het opstijgen of RTH.
• Tijdens Geavanceerde RTH gaat de drone over op Rechte lijn RTH, als de lichtomstandigheden en de omgeving niet geschikt waren voor zichtsystemen en de drone geen obstakels kan vermijden. Er moet een geschikte RTH-hoogte worden ingesteld voordat de RTH wordt ingevoerd.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
48
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Wanneer het signaal van de afstandsbediening tijdens Geavanceerde RTH normaal is, kan de pitchstick worden gebruikt om de vliegsnelheid te regelen. De oriëntatie en hoogte kunnen echter niet worden geregeld en de drone kan niet naar links of rechts worden gevlogen. Acceleratie gebruikt meer kracht. De drone kan geen obstakels detecteren als de vliegsnelheid de effectieve detectiesnelheid overschrijdt. Wanneer u voorwaarts vliegt in RTH, remt de drone, blijft hij op zijn plaats zweven en verlaat hij RTH als de pitchstick helemaal naar beneden wordt getrokken. De drone kan worden bestuurd nadat de pitchstick is losgelaten.
• Als het startpunt zich in de hoogtezones bevindt terwijl de drone zich buiten bevindt, vliegt de geavanceerde RTH de drone onder de hoogtelimiet, die lager kan zijn dan de ingestelde RTH-hoogte. Vlieg voorzichtig.
• Wanneer het signaal van de afstandsbediening normaal is tijdens Rechte lijn RTH, kunnen de vliegsnelheid en hoogte worden geregeld met de afstandsbediening, maar kan de oriëntatie van de drone niet worden geregeld en kan de drone niet naar links of rechts vliegen. De drone kan geen obstakels detecteren als de pitchstick wordt gebruikt
om te versnellen en als de vliegsnelheid hoger is dan de eectieve detectiesnelheid.
Wanneer de drone stijgt of voorwaarts vliegt, duwt u de joystick in de tegenovergestelde richting om RTH te verlaten. Laat de joystick los om de controle over de drone terug te krijgen.
• Als de drone tijdens RTH de maximale hoogte bereikt terwijl deze stijgt, stopt de drone en keert deze terug naar de thuisbasis op de huidige hoogte.
• De drone blijft op zijn plaats zweven als het de maximale hoogte bereikt terwijl het opstijgt na het detecteren van obstakels voor de drone.

RTH bij laag accuniveau

Wanneer het niveau van de Intelligent Flight Battery te laag is en er niet genoeg capaciteit is om terug te keren naar huis, land de drone dan zo snel mogelijk.
Om onnodig gevaar veroorzaakt door onvoldoende stroom te voorkomen, berekent de drone automatisch of de accuspanning voldoende is om terug te keren naar de thuisbasis op basis van de huidige positie, omgeving en vliegsnelheid. Er verschijnt een waarschuwingsmelding in DJI Fly wanneer het accuniveau laag is en slechts voldoende om een RTH-vlucht te voltooien. De drone vliegt automatisch terug naar de thuisbasis als na 10 seconden geen actie wordt ondernomen.
De gebruiker kan RTH afbreken door op de RTH-knop of de vliegpauzeknop op de afstandsbediening te drukken. Tijdens een vlucht wordt slechts eenmaal een waarschuwing voor een laag accuniveau weergegeven. Als RTH wordt geannuleerd na de waarschuwing, is de Intelligent Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het huidige accuniveau de drone alleen lang genoeg kan ondersteunen om vanaf zijn huidige hoogte te dalen. Automatisch landen kan niet worden geannuleerd, maar de afstandsbediening kan worden gebruikt om de horizontale beweging en dalingssnelheid van de drone tijdens het landen te wijzigen. Als er voldoende stroom is, kan de gasjoystick worden gebruikt om de drone met een snelheid van 1 m/s te laten stijgen.
Beweeg tijdens de automatische landing de drone horizontaal om zo snel mogelijk een geschikte plek te vinden om de drone te laten landen. De drone valt als de gebruiker de gasstick omhoog blijft duwen totdat de stroom is uitgeput.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
49
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Uitvalbeveiligde RTH

De actie van de drone wanneer het signaal van de afstandsbediening verloren gaat,
kan worden ingesteld op RTH, land of zweven in Instelling > Veiligheid > Geavanceerde
veiligheidsinstellingen in DJI Fly. Als de thuisbasis met succes is geregistreerd en het kompas normaal functioneert, wordt de uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd nadat het signaal vanaf de afstandsbediening langer dan zes seconden weggevallen is.
Wanneer de verlichting voldoende is en de zichtsystemen normaal werken, geeft DJI Fly het RTH­pad weer dat door de drone werd gegenereerd voordat het signaal van de afstandsbediening verloren ging met Geavanceerde RTH overeenkomstig de RTH-instellingen. De drone blijft in RTH, zelfs als het signaal van de afstandsbediening is hersteld. DJI Fly zal het RTH-pad dienovereenkomstig bijwerken.
Wanneer de verlichting niet voldoende is en de zichtsystemen niet beschikbaar zijn, gaat de drone naar de oorspronkelijke RTH-route.
Oorspronkelijke RTH-routeprocedure:
1. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
2. a. Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt, past de drone zijn oriëntatie aan en vliegt 50 m achteruit op de oorspronkelijke vliegroute voordat hij in de Straight
Line RTH gaat.
b. Als de drone zich meer dan 5 m maar minder dan 50 m van de thuisbasis bevindt, gaat
hij over op de rechte lijn RTH.
c. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd
wanneer RTH begint.
3. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
De drone blijft in Rechte lijn RTH als het signaal van de afstandsbediening tijdens de RTH wordt hersteld.
Als de RTH wordt geactiveerd via DJI Fly en de drone zich verder dan 5 m van de thuisbasis
bevindt, verschijnt er in de app een melding om een landingsoptie te selecteren.
• De drone kan wellicht niet normaal naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GNSS­signaal zwak of niet beschikbaar is. De drone kan in de ATTI-modus terechtkomen als het GNSS-signaal zwak of niet beschikbaar wordt na het activeren van uitvalbeveiligde RTH. De drone zal een tijdje op zijn plaats blijven zweven voordat hij landt.
• Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Fly en stel vervolgens de RTH-hoogte in. De standaard RTH-hoogte is 100 m.
• De drone kan obstakels tijdens uitvalbeveiligde RTH niet detecteren als de zichtsystemen niet beschikbaar zijn.
• GEO-zones kunnen de RTH beïnvloeden. Vermijd vliegen in de buurt van GEO-zones.
• De drone kan mogelijk niet naar de thuisbasis terugkeren wanneer de windsnelheid te hoog is. Vlieg voorzichtig.
• Wees u bewust van kleine of fijne voorwerpen (zoals boomtakken of hoogspanningsleidingen) of transparante voorwerpen (zoals water of glas) tijdens RTH. Verlaat RTH en bedien de drone handmatig in geval van nood.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
50
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• RTH is mogelijk niet beschikbaar in sommige omgevingen, zelfs als de zichtsystemen werken. De drone verlaat RTH in dergelijke gevallen.

Landingsbescherming

Als de gebruiker RTH of automatische landing activeert met behulp van de afstandsbediening of de app, wordt Landingsbescherming geactiveerd tijdens Smart RTH.
De landingsbescherming wordt ingeschakeld wanneer de drone begint te landen.
1. Tijdens landingsbescherming zal de drone automatisch een geschikte landingsplaats detecteren en voorzichtig landen.
2. Als de grond ongeschikt voor de landing wordt bevonden, blijft de drone in de lucht en wacht deze op bevestiging van de piloot.
3. Als de landingsbeveiliging niet operationeel is, geeft DJI Fly een landingsmelding weer
wanneer de drone tot onder de 0,5 meter van de grond daalt. Tik op bevestigen of duw de
gasjoystick helemaal naar beneden en houd deze één seconde vast, waarna de drone landt.

Precisielanding

De drone scant automatisch en probeert tijdens RTH de onderstaande terreinkenmerken te koppelen. De drone landt wanneer het huidige terrein overeenkomt met de thuisbasis. Er verschijnt een melding in DJI Fly als de koppeling van het terrein mislukt.
• Tijdens precisielanding wordt landingsbescherming geactiveerd.
• De goede werking van de precisielanding is afhankelijk van de volgende voorwaarden:
a. De thuisbasis moet bij het opstijgen worden vastgelegd en mag tijdens de
vlucht niet worden gewijzigd. Anders heeft de drone geen gegevens over de terreineigenschappen van de thuisbasis.
b. Tijdens de start moet de drone verticaal ten minste 7 m stijgen alvorens horizontaal
te bewegen.
c. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten grotendeels ongewijzigd blijven.
d. De terreineigenschappen van de thuisbasis moeten voldoende onderscheidend zijn.
Terreinen zoals besneeuwde velden zijn niet geschikt.
e. De lichtomstandigheden mogen niet te licht of te donker zijn.
• Tijdens een precisielanding zijn de volgende acties beschikbaar:
a. Druk de gashendel omlaag om de landing te versnellen.
b. Beweeg de joysticks in een willekeurige richting behalve de gashendelrichting, om
de precisielanding te stoppen. Nadat de joysticks zijn losgelaten, landt de drone verticaal.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
51
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem

De DJI Mavic 3 Pro is zowel met een infrarooddetectiesysteem als met horizontale, opwaartse en neerwaartse zichtsystemen uitgerust.
De opwaartse en neerwaartse zichtsystemen bestaan elk uit twee camera's en de voorwaartse, achterwaartse en zijwaartse zichtsystemen bestaan in totaal uit vier camera's.
Het infrarooddetectiesysteem bestaat uit twee 3D-infraroodmodules. Het neerwaarts zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem helpen de drone om zijn huidige positie te behouden, nauwkeuriger te zweven en om binnenshuis of in andere omgevingen waarin geen GNSS-signaal beschikbaar is te vliegen.
Het hulplicht aan de onderkant van de drone kan het neerwaartse zichtsysteem helpen. Het wordt standaard automatisch ingeschakeld in omgevingen met weinig licht wanneer
de vlieghoogte minder dan 5 meter bedraagt. Gebruikers kunnen het ook handmatig in- of
uitschakelen in de DJI Fly-app. Telkens wanneer de drone opnieuw wordt opgestart, keert het hulplicht aan de onderkant terug naar de standaardinstelling Automatisch.
• De hulp-LED is ingesteld op automatisch bij gebruik in de EU en kan niet worden gewijzigd. De leds van de voorarm van de drone zijn altijd aan wanneer ze in de EU worden gebruikt en kunnen niet worden gewijzigd.
Horizontaal omnidirectioneel zichtsysteem
Opwaarts zichtsysteem
Infrarooddetectiesysteem
Extra bodemverlichting
Neerwaarts zichtsysteem
Horizontaal
omnidirectioneel
zichtsysteem

Detectiebereik

Voorwaarts zichtsysteem Precisiemeetbereik: 0,5-20 m; FOV: 90° (horizontaal), 103°
(verticaal)
Achterwaarts zichtsysteem Precisiemeetbereik: 0,5-16 m; FOV: 90° (horizontaal), 103°
(verticaal)
Systeem voor lateraal zicht Precisiemeetbereik: 0,5-25 m; FOV: 90° (horizontaal), 85°
(verticaal)
Opwaarts zichtsysteem Precisiemeetbereik: 0,2-10 m; FOV: 100° (voor en achter), 90°
(links en rechts)
Neerwaarts zichtsysteem Precisiemeetbereik: 0,3-18 m; FOV: 130° (voor en achter), 160°
(links en rechts) Het neerwaartse zichtsysteem werkt het best wanneer de
drone op een hoogte van 0,5 tot 30 meter vliegt.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
52
0.5-20 m
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
90°
0.5-25 m
90° 90°
90°
90° 90°
0.5-16 m
90°
90°
0.5-25 m
103°
100°
0.5-30 m
0.2-10 m
130°130°
103°
85°
90°
90°
85°
160°

Het zichtsysteem gebruiken

De positioneringsfunctie van het neerwaartse zichtsysteem is van toepassing wanneer GNSS­signalen niet beschikbaar of zwak zijn. Deze functie wordt automatisch ingeschakeld in de Normale stand of Cine-modus.
De horizontale en opwaartse zichtsystemen worden automatisch geactiveerd wanneer de drone wordt ingeschakeld als de drone in de Normale stand of Cine-stand staat en Obstakelvermijding is ingesteld op Bypass of Remmen in DJI Fly. De drone kan actief remmen bij het detecteren van obstakels bij gebruik van de horizontale en opwaartse zichtsystemen. De horizontale en opwaartse zichtsystemen werken het beste met voldoende verlichting en duidelijk gemarkeerde of gestructureerde obstakels. Vanwege de traagheid moeten gebruikers de drone remmen binnen een redelijke afstand.
Zichtpositionering en detectie van obstakels kunnen worden uitgeschakeld in Systeeminstellingen
> Veiligheid > Geavanceerde veiligheidsinstellingen in DJI Fly.
• Let op de vliegomgeving. De zichtsystemen en het infrarooddetectiesysteem werken alleen in bepaalde scenario's en kunnen de menselijke controle en beoordeling niet vervangen. Let tijdens een vlucht altijd op de omgeving en op de waarschuwingen op DJI Fly. Neem te allen tijde de verantwoordelijkheid voor de drone en houd er de controle over.
• Zichtpositionering en obstakeldetectie zijn alleen beschikbaar wanneer u handmatig vliegt en zijn niet beschikbaar in modi zoals RTH, automatische landing en Intelligent Flight Mode.
• Wanneer zichtpositionering en obstakeldetectie zijn uitgeschakeld, vertrouwt de drone alleen op GNSS om te zweven, omnidirectionele obstakeldetectie is niet beschikbaar en de drone vertraagt niet automatisch tijdens afdaling dicht bij de grond. Extra voorzichtigheid is vereist wanneer zichtpositionering en obstakeldetectie zijn uitgeschakeld. Zichtpositionering en obstakeldetectie kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld in wolken en mist of wanneer een obstakel wordt gedetecteerd bij het landen. Houd zichtpositionering en obstakeldetectie ingeschakeld in normale vluchtscenario's. Zichtpositionering en obstakeldetectie zijn standaard ingeschakeld na het herstarten van de drone.
• De neerwaartse zichtsystemen werken het beste wanneer de drone op een hoogte van
0,5 tot 30 meter vliegt als er geen GNSS beschikbaar is. Extra voorzichtigheid is geboden
als de hoogte van de drone meer dan 30 m bedraagt, aangezien de zichtsystemen kunnen worden beïnvloed.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
53
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• In omgevingen met weinig licht bereiken de zichtsystemen mogelijk geen optimale positioneringsprestaties, zelfs niet als het hulplicht aan de onderkant is ingeschakeld. Vlieg voorzichtig als het GNSS-signaal zwak is in dergelijke omgevingen.
• Het neerwaartse zichtsysteem werkt mogelijk niet goed als de drone in de buurt van water vliegt. Daarom is het mogelijk dat de drone bij de landing niet in staat is om actief water eronder te vermijden. Het wordt aanbevolen om te allen tijde de vluchtbesturing in stand te houden, een redelijk oordeel te vormen op basis van de omgeving en niet te veel te vertrouwen op het neerwaartse zichtsysteem.
• De zichtsystemen kunnen grote structuren met frames en kabels zoals torenkranen, hoogspanningsmasten, hoogspanningslijnen, tuibruggen en hangbruggen niet
nauwkeurig identiceren.
• De zichtsystemen kunnen niet goed functioneren in de buurt van oppervlakken zonder duidelijke variaties in patroon of waar het licht te zwak of te sterk is. Het zichtsysteem kan in de volgende situaties niet goed functioneren:
a. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen
zwart, wit, rood of groen).
b. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken met hoge reectie.
c. Bij het vliegen in de buurt van water of transparante oppervlakken.
d. Bij het vliegen in de buurt van bewegende oppervlakken of objecten.
e. Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of snel verandert.
f. Bij het vliegen in de buurt van extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux)
oppervlakken.
g. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken die infraroodgolven sterk reecteren of
absorberen (bijv. spiegels).
h. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken zonder duidelijke patronen of texturen.
i. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken met identiek herhalende patronen of
structuren (bijvoorbeeld tegels met hetzelfde ontwerp).
j. Bij het vliegen in de buurt van obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van
bomen).
• Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Bekras of manipuleer de sensoren NIET.
Gebruik de drone NIET in stoge of vochtige omgevingen.
• Camera's van het zichtsysteem moeten mogelijk worden gekalibreerd nadat de drone voor een langere periode is opgeslagen. Er verschijnt een melding in DJI Fly en de kalibratie wordt automatisch uitgevoerd.
• Vlieg NIET als het regent, mistig is of als het zicht minder is dan 100 m.
• Controleer vóór elke keer opstijgen het volgende:
a. Zorg dat er geen stickers of andere obstakels op het glas van de sensoren van de
infrarooddetectiesystemen en zichtsystemen zitten.
b. Gebruik een zachte doek als er vuil, stof of water op het glas van de zichtsystemen en
het infrarooddetectiesysteem zit. Gebruik GEEN alcoholhoudend reinigingsproduct.
c. Neem contact op met de DJI Support als de lenzen van de infrarooddetectie- of
zichtsystemen beschadigd zijn.
• Blokkeer het infrarooddetectiesysteem NIET.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
54
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Advanced Pilot Assistance Systems (APAS)

De functie Advanced Pilot Assistance Systems (APAS) is beschikbaar in de Normale stand en Cine-modus. Wanneer APAS is ingeschakeld, blijft de drone reageren op opdrachten en plant het zijn route op basis van beide joystick-opdrachten en de vliegomgeving. APAS maakt het gemakkelijker om obstakels te vermijden en vloeiender beeldmateriaal te verkrijgen. Het levert ook een betere vliegervaring op.
Blijf de joysticks in een richting bewegen. De drone zal de obstakels vermijden door boven, onder, of links of rechts van het obstakel te vliegen. De drone kan ook reageren op de input van de joystick terwijl het obstakels vermijdt.
Wanneer APAS is ingeschakeld, kan de drone worden gestopt door op de vliegpauzeknop op de afstandsbediening te drukken. De drone remt en blijft drie seconden zweven en wacht op verdere opdrachten van de piloot.
Om APAS in te schakelen, opent u DJI Fly. U gaat naar Instellingen > Veiligheid waarna u APAS
inschakelt door Bypass te selecteren. Selecteer de modus Normaal of Nifty wanneer u Bypass gebruikt. De drone is uitgerust met de nifty-modus en kan sneller, soepeler en dichter bij obstakels vliegen, waardoor betere beelden worden verkregen en obstakels worden vermeden. Het risico om tegen obstakels aan te botsen zal echter toenemen. Vlieg voorzichtig.
Nifty-modus kan niet normaal werken in de volgende situaties:
1. Wanneer de oriëntatie van de drone verandert wanneer deze snel in de buurt van obstakels vliegt.
2. Wanneer u met hoge snelheid door smalle obstakels zoals luifels of struiken vliegt.
3. Wanneer u vliegt in de buurt van obstakels die te klein zijn om te detecteren.
4. Wanneer u met de propellerbescherming vliegt.

Landingsbescherming

De landingsbescherming wordt geactiveerd als de hindernissenvermijding is ingesteld op Bypass of Break en de gebruiker de gashendel naar beneden trekt om de drone te laten landen. De landingsbescherming wordt ingeschakeld wanneer de drone begint te landen.
1. Tijdens Landingsbescherming detecteert de drone automatisch of een gebied geschikt is om te landen en vervolgens landt de drone.
2. Indien wordt vastgesteld dat de grond niet geschikt is om te landen, blijft de drone zweven zodra deze tot 0,8 m boven de grond daalt. Trek de gasjoystick minstens vijf seconden naar beneden en de drone landt zonder obstakels te detecteren.
• Zorg ervoor dat u APAS gebruikt wanneer de zichtsystemen beschikbaar zijn. Zorg ervoor
dat er zich geen mensen, dieren, objecten met een klein of jn oppervlak (bijv. boomtakken)
of transparante objecten (bijv. glas of water) bevinden langs de gewenste vliegroute.
• Zorg ervoor dat APAS wordt gebruikt wanneer de neerwaartse zichtsystemen beschikbaar zijn of het GNSS-signaal sterk is. APAS werkt mogelijk niet goed als de drone boven water of een besneeuwd gebied vliegt.
Wees extra voorzichtig bij het vliegen in extreem donkere (<300lux) of heldere
(>10.000lux) omgevingen.
• Houd DJI Fly in de gaten en zorg dat APAS normaal werkt.
• APAS functioneert mogelijk niet goed wanneer de drone in de buurt van de vluchtlimieten of in een GEO-zone vliegt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
55
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Zichthulp

De zichthulpweergave, aangedreven door het horizontale zichtsysteem, verandert de horizontale snelheidsrichting (vooruit, achteruit, links en rechts) om gebruikers te helpen bij het navigeren en observeren van obstakels tijdens de vlucht. Veeg naar links op de attitude­indicator, naar rechts op de minikaart, of tik op het pictogram in de rechterbenedenhoek van de houdingsindicator om over te schakelen naar de zichthulpweergave.
• Bij gebruik van zichthulp kan de kwaliteit van de videotransmissie lager zijn vanwege de bandbreedtelimieten voor de transmissie, de prestaties van de mobiele telefoon of de resolutie voor de videotransmissie van het scherm op de afstandsbediening.
• Het is normaal dat propellers in het zichthulpweergave verschijnen.
• Zichtweergave mag alleen ter referentie worden gebruikt. Glazen wanden en kleine voorwerpen zoals boomtakken, elektrische kabels en vliegerkoorden kunnen niet nauwkeurig worden weergegeven.
• Zichthulp is niet beschikbaar wanneer de drone niet is opgestegen of wanneer het videotransmissiesignaal zwak is.
Zichthulpweergaverichting
Horizontale snelheid
van de drone
Samenvouwen
Horizontale snelheid van de drone
De richting van de lijn geeft de huidige horizontale richting van de drone aan en de lengte van de lijn geeft de horizontale
Max.
Vergrendeld
Overschakelen naar de minikaart
snelheid van de drone aan.
Zichthulpweergaverichting Geeft de richting van de zichthulpweergave aan. Tik en houd
ingedrukt om de richting te vergrendelen.
Overschakelen naar de minikaart
Tik op om van zichthulpweergave over te schakelen naar de minikaart.
Samenvouwen Tik om de zichthulpweergave te minimaliseren.
Max. Tik om de zichthulpweergave te maximaliseren.
Vergrendeld Geeft aan dat de richting van de zichthulpweergave is
vergrendeld. Tik om de vergrendeling te annuleren.
• Wanneer de richting niet in een bepaalde richting is vergrendeld, schakelt de zichthulpweergave automatisch over naar de huidige vliegrichting. Tik op een andere richtingspijl om de richting van de zichthulpweergave gedurende drie seconden te wijzigen voordat u terugkeert naar het zicht van de huidige horizontale vliegrichting.
• Wanneer de richting is vergrendeld in een specifieke richting, tik op een andere richtingspijl om de richting van de zichthulpweergave gedurende drie seconden te wijzigen voordat u terugkeert naar de huidige horizontale vliegrichting.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
56
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Botswaarschuwing

Wanneer een obstakel in de huidige weergaverichting wordt gedetecteerd, toont de zichthulpweergave een botswaarschuwing. De kleur van de waarschuwing wordt bepaald door de afstand tussen het obstakel en de drone.
Kleur botswaarschuwing Afstand tussen de drone en het obstakel
Geel 2,2-5 m
Rood ≤2,2 m
• Het gezichtsveld van de zichthulp in alle richtingen is ongeveer 70°. Het is normaal om tijdens een botswaarschuwing geen obstakels in het gezichtsveld te zien.
• De botswaarschuwing wordt niet geregeld door de schakelaar Radarkaart weergeven en blijft zichtbaar, zelfs wanneer de radarkaart is uitgeschakeld.
• Er verschijnt alleen een botsingswaarschuwing wanneer de zichthulpweergave in het kleine venster wordt weergegeven.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
57
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Vluchtrecorder

Vluchtgegevens, waaronder vluchttelemetrie, statusinformatie over de drone en andere parameters worden automatisch opgeslagen op de ingebouwde datarecorder van de drone. De gegevens zijn toegankelijk met behulp van DJI Assistant 2 (Drones voor consumenten).

Propellers

Er zijn twee soorten DJI Mavic 3 Pro propellers met snelkoppeling die ontworpen zijn om in verschillende richtingen te draaien. Markeringen geven aan welke propellers aan welke motoren moeten worden bevestigd. Zorg ervoor dat de propeller en de motor overeenkomen volgens de instructies.

De propellers bevestigen

Bevestig de propellers met de markeringen op de motoren met markeringen, en de ongemarkeerde propellers op de motoren zonder markeringen. Houd de motor vast, druk de propeller naar beneden en draai in de richting die op de propeller is aangegeven tot hij naar boven komt en vastklikt.
B A
1
2
A B

De propellers verwijderen

Houd de motor vast, druk de propeller naar beneden en draai hem in de tegengestelde richting van de op de propeller aangegeven richting tot hij eruit springt.
• De propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
• Gebruik alleen officiële propellers van DJI. Gebruik GEEN verschillende soorten propellers door elkaar.
• Propellers zijn verbruiksgoederen. Koop indien noodzakelijk extra propellers.
• Controleer vóór elke vlucht of de propellers en motoren stevig en correct gemonteerd zijn.
• Controleer vóór elke vlucht of de propellers in goede staat zijn. Gebruik GEEN verouderde, beschadigde of gebroken propellers.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
58
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Blijf op afstand van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
• Plaats de drone tijdens vervoer of opslag in de richting die in de draagtas wordt aangegeven om te voorkomen dat de propellers beschadigd raken. Knijp of buig de propellers NIET. Als propellers beschadigd zijn, kunnen de vliegprestaties worden beïnvloed.
• Controleer of de motoren stevig gemonteerd zijn en soepel draaien. Laat de drone onmiddellijk landen als een motor vastgelopen is en niet meer vrij kan draaien.
• Probeer de constructie van de motoren NIET te wijzigen.
• Raak de motoren NIET aan en laat handen en lichaamsdelen niet in contact komen met de motoren na de vlucht omdat deze heet kunnen zijn.
• Blokkeer de ventilatiegaten in de motoren of het chassis van de drone NIET.
• Controleer of de ESC’s normaal klinken wanneer deze worden ingeschakeld.

Intelligent Flight Battery

De Mavic 3 Intelligent Flight Battery is een accu van 15,4 V, 5000 mAh met functionaliteit voor
slim opladen en ontladen.

Eigenschappen van de accu

1. Weergave accuniveau: de leds voor het accuniveau geven het huidige accuniveau aan.
2. Functie voor automatisch ontladen: om zwelling te voorkomen, ontlaadt de accu automatisch tot 96% van het accuniveau wanneer deze drie dagen niet wordt gebruikt en tot 60% van het accuniveau wanneer deze negen dagen niet wordt gebruikt. Het is normaal dat u een matige warmte uit de accu voelt komen tijdens het ontladen ervan.
3. Uitgebalanceerd opladen: tijdens het opladen worden de spanningen van de accucellen automatisch in balans gehouden.
4. Bescherming tegen overladen: het opladen stopt automatisch wanneer de accu volledig is opgeladen.
5. Temperatuurdetectie: om schade te voorkomen, wordt de accu alleen opgeladen wanneer de temperatuur tussen 5° en 40 °C ligt.
6. Overstroombeveiliging: de accu stopt met laden als er een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
7. Beveiliging tegen overmatige ontlading: het ontladen stopt automatisch om te voorkomen dat de accu te ver wordt ontladen wanneer de accu niet wordt gebruikt. De beveiliging tegen overmatige ontlading is niet ingeschakeld wanneer de accu in gebruik is.
8. Kortsluitbeveiliging: de stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er kortsluiting wordt gedetecteerd.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
59
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
9. Bescherming tegen beschadiging van de accucel: de app geeft een waarschuwing weer wanneer een beschadigde accucel wordt gedetecteerd.
10. Slaapstand: de accu wordt na 20 minuten van inactiviteit uitgeschakeld om energie te
besparen. Als het accuniveau minder is dan 5%, schakelt de accu na zes uur inactiviteit over
naar de slaapstand om overmatige ontlading te voorkomen. In de slaapstand branden de indicators voor het accuniveau niet. Laad de accu op om het uit de slaapstand te halen.
11. Communicatie: informatie over de spanning, capaciteit en stroom van de accu wordt naar de drone verzonden.
• Raadpleeg vóór gebruik de disclaimer en de veiligheidsrichtlijnen en de stikkers op de accu. Gebruikers zijn volledig aansprakelijk voor alle handelingen en elk gebruik.

Het gebruik van de accu

Het accuniveau controleren
Druk één keer op de aan/uit-knop om het accuniveau te controleren.
LED1
LED2
Aan/uit-knop
LED3
LED4
De ledlampjes voor het accuniveau geven het energieniveau van de accu aan tijdens het
ontladen. De statussen van de ledlampjes worden hieronder gedenieerd:
: Led brandt      : Led knippert      :
Ledlampje is uit
LED1 LED2 LED3 LED4 Accuniveau
88%-100%
76%-87%
63%-75% 51%-62%
38%-50%
26%-37%
13%-25%
0%-12%
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan/uit-knop, druk nogmaals op deze knop en houd de knop twee seconden ingedrukt om de accu in of uit te schakelen. De ledlampjes voor het accuniveau geven het accuniveau weer wanneer de drone wordt ingeschakeld.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
60
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
100W
Melding lage temperatuur
1. De accucapaciteit wordt aanzienlijk minder bij vliegen bij lage temperaturen van -10 tot 5 °C.
Het wordt aanbevolen om de drone een tijdje op zijn plaats te laten zweven om de accu op te warmen. Zorg vóór het gebruik van de drone dat de accu volledig is opgeladen.
2. Accu's kunnen niet worden gebruikt in omgevingen met een extreem lage temperatuur, die lager is dan -10 °C.
3. Beëindig de vlucht in omgevingen met lage temperaturen zodra DJI Fly de waarschuwing voor laag accuniveau weergeeft.
4. Voor optimale prestaties moet de temperatuur van de accu boven 20 °C worden gehouden.
5. De verminderde accucapaciteit in een lage omgevingstemperatuur vermindert de
windbestendigheid van de drone. Vlieg voorzichtig.
6. Vlieg extra voorzichtig op grote hoogtes.

De accu opladen

Laadt de accu vóór elke gebruik volledig op. Het wordt aanbevolen om de door DJI geleverde
oplaadapparaten te gebruiken, zoals de DJI 100W USB-C voedingsadapter, DJI 65W draagbare
oplader of andere USB-voedingsladers.
Een lader gebruiken
1. Sluit de oplader aan op een wisselstroomvoeding (100-240 V, 50/60 Hz; gebruik een
stroomkabel met geschikte specificaties voor het opladen en gebruik indien nodig een voedingsadapter).
2. Bevestig de drone aan de lader met behulp van de acculaadkabel met de accu uitgeschakeld.
3. De ledlampjes voor het accuniveau geven tijdens het opladen het huidige accuniveau weer.
4. De Intelligent Flight Battery is volledig opgeladen wanneer alle ledlampjes voor het accuniveau uit zijn. Koppel de lader los wanneer de accu volledig opgeladen is.
100W
65W
OF
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
61
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Laad een Intelligent Flight Battery NIET direct na het vliegen op omdat deze te heet kan zijn. Wacht totdat de accu is afgekoeld tot de bedrijfstemperatuur voordat u deze weer oplaadt.
• De lader stopt met opladen van de accu als de celtemperatuur van de accu niet binnen het
werkbereik van 5tot 40°C is. De ideale temperatuur om op te laden is van 22 tot 28 °C.
• Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op, om ervoor te zorgen dat de accu in goede staat blijft.
• Als een accu gedurende drie maanden of langer niet is opgeladen of ontladen, valt de accu niet langer onder de garantie.
• Om veiligheidsredenen moeten de accu's tijdens het transport op een laag stroomniveau worden gehouden. Het wordt aanbevolen om de accu's voor transport of opslag tot 30% of minder te ontladen.
De onderstaande tabel toont het accuniveau tijdens het opladen.
LED1 LED2 LED3 LED4 Accuniveau
0%-50%
51%-75%
76%-99%
100%
Gebruik van de oplaadhub
De DJI Mavic 3-serie 100W accu oplaadhub is ontworpen voor gebruik met de Mavic 3 Intelligent Flight Battery. Bij gebruik met de DJI 100W USB-C voedingsadapter kan het tot drie Intelligent Flight Batteries in serie opladen, afhankelijk van hun vermogensniveau, van hoog naar laag. De oplaadtijd voor een accu is ongeveer 1 uur en 10 minuten.
Hoe opladen
1. Plaats de Intelligent Flight Battery in de accupoort. Sluit de oplaadhub aan op een
stopcontact (100-240 V, 50-60 Hz) met behulp van de DJI 100W USB-C voedingsadapter.
2. De Intelligent Flight Battery met het hoogste vermogensniveau wordt als eerste opgeladen, daarna worden ze opgeladen op volgorde van vermogensniveaus. Raadpleeg Beschrijvingen van status ledindicatoren voor meer informatie over de knipperpatronen van de status ledindicator.
3. De Intelligent Flight Battery kan worden losgekoppeld van de oplaadhub wanneer het opladen is voltooid.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
62
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Beschrijving van status LED-indicator
Knipperpatroon Omschrijving
Continu geel Er is geen accu geplaatst.
Knippert groen Opladen
Continu groen Alle accu's zijn volledig opgeladen
Knippert geel De temperatuur van de accu's is te laag of te hoog (geen verdere actie
nodig)
Continu rood Voedings- of accufout (koppel de accu's of oplader los en sluit ze
opnieuw aan om het opladen te hervatten)
• Het wordt aanbevolen om een DJI 100 W USB-C voedingsadapter te gebruiken wanneer u de oplaadhub gebruikt om de Mavic 3 Intelligent Flight Batteries op te laden.
• De oplaadhub is alleen compatibel met de BWX170-2000-22.2 Intelligent Flight Batteries. Probeer de oplaadhub NIET met andere accumodellen te gebruiken.
• Plaats de oplaadhub tijdens gebruik op een vlakke en stabiele ondergrond. Zorg ervoor dat het apparaat goed geïsoleerd is, om brandgevaar te voorkomen.
• Raak de metalen klemmen van de accupoorten NIET aan.
• Reinig de metalen klemmen met een schone, droge doek als er vuil zichtbaar is.
Mechanismen voor het beschermen van de accu
De leds voor het accuniveau kunnen meldingen over de accubescherming weergeven die door abnormale oplaadomstandigheden worden geactiveerd.
Mechanismen voor het beschermen van de accu
LED1 LED2 LED3 LED4 Knipperpatroon Status
LED2 knippert tweemaal per seconde
LED2 knippert driemaal per seconde
LED3 knippert tweemaal per seconde
LED3 knippert driemaal per seconde
LED4 knippert tweemaal per seconde
LED4 knippert driemaal per seconde
Overstroom gedetecteerd
Kortsluiting gedetecteerd
Overbelasting gedetecteerd
Overspanning lader gedetecteerd
De laadtemperatuur is te laag
De laadtemperatuur is te hoog
Als een van de beschermingsmechanismen van de accu geactiveerd is, trek dan de stekker van de lader uit het stopcontact en sluit hem weer aan om het laden te hervatten. Als de oplaadtemperatuur abnormaal is, wacht dan tot deze weer normaal is. De accu wordt automatisch opnieuw opgeladen zonder dat de oplader hoeft te worden losgekoppeld en aangesloten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
63
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

De accu monteren/verwijderen

Plaats de Intelligent Flight Battery in het accuvak van de drone. Zorg dat deze goed is bevestigd en dat de accu-aansluitingen op hun plaats zijn geklikt.
Klik
Druk op het getextureerde gedeelte van de accu-aansluitingen aan de zijkanten van de accu, en houd deze ingedrukt, om deze uit het compartiment te verwijderen.
1
2
• Plaats of verwijder de accu NIET terwijl de drone is ingeschakeld.
• Zorg ervoor dat de accu stevig is bevestigd.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
64
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Gimbal en camera

Kenmerken van de gimbal

De 3-assige gimbal stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto's en video-opnamen
kunt maken. De bediening van het kantel-bereik is van -90° tot +35° en de bediening van het kantelbereik is van -5° tot +5°.
35°
-90°
-5°
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te bedienen. U kunt ook doen via de cameraweergave in DJI Fly. Druk op het scherm totdat de instelbalk van de camera verschijnt. Sleep de balk omhoog of omlaag om de kanteling te regelen en naar links of rechts om de pan te bedienen.

Bedieningsstanden voor de gimbal

Er zijn twee bedieningsstanden voor de gimbal beschikbaar. Schakel tussen de verschillende
bedrijfsmodi in Instellingen > Bediening in DJI Fly.
Volgmodus: de kantelhoek van de gimbal blijft stabiel ten opzichte van het horizontale vlak. Gebruikers kunnen de kanteling van de gimbal aanpassen. Deze modus is geschikt voor het maken van foto's.
FPV-modus: als de drone vooruitvliegt wordt de gimbal gesynchroniseerd met de beweging van de drone om de vliegervaring te beleven alsof u zelf in de cockpit zit.
• Tik of klop NIET op de gimbal wanneer de drone is ingeschakeld. Laat de drone vanaf een open en vlakke ondergrond opstijgen om de gimbal tijdens het opstijgen te beschermen.
• Zorg er na het installeren van de groothoeklens voor dat de gimbal vlak en naar voren gericht is voordat u opstijgt, zodat de drone de installatiestatus van de groothoeklens correct kan detecteren. De gimbal is waterpas wanneer de drone wordt ingeschakeld. Als de gimbal draait, centreer de gimbal dan als volgt met de afstandsbediening of DJI Fly:
a. Tik op Gimbal opnieuw centeren op de pagina Instellingen > Bediening van DJI Fly.
b. Druk op de aanpasbare C1-knop op de afstandsbediening (de standaardfunctie
centreert het gimbalsysteem opnieuw en wijst het gimbalsysteem naar beneden, dit kan worden aangepast).
• Pano- en asteroïdefuncties zijn niet beschikbaar nadat de groothoeklens is geïnstalleerd.
• Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken door een botsing of stoten, waardoor de gimbal abnormaal zal functioneren.
• Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal, met name in de motoren, terecht komt.
• Een gimbalmotor kan in de volgende situaties in de beschermingsmodus gaan: a. De drone
bevindt zich op een oneen oppervlak en de gimbal wordt belemmerd. b. De gimbal wordt
blootgesteld aan een buitensporige kracht van buitenaf, zoals tijdens een botsing.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
65
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld. Voeg GEEN extra lading anders dan een officiële accessoire toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot blijvende motorschade.
• Verwijder de gimbalbescherming voordat u de drone inschakelt. Bevestig de glimbalbescherming wanneer de drone niet in gebruik is.
• Bij het vliegen in zware mist of wolken kan de gimbal nat worden, wat tot een tijdelijke storing kan leiden. De gimbal herstelt zijn volledige functionaliteit als deze eenmaal droog is.

Kenmerken van de camera

De DJI Mavic 3 Pro is uitgerust met 3 camera's die vrij kunnen schakelen tussen verschillende brandpuntsafstanden om zich aan te passen aan de opnamecompositie van verschillende onderwerpen.
De DJI Mavic 3 Pro maakt gebruik van een 4/3 CMOS-sensor Hasselblad L2D-20c-camera, die
foto's van 20MP kan maken en opnames kan maken bij 5,1K 50 bps/DCI 4K 120 fps Apple ProRes 422 HQ-, Apple ProRes 422-, Apple ProRes 422 LT-video's en video's van H.264/H.265-
formaat. De camera ondersteunt ook 10-bits D-Log-video, heeft een dynamisch bereik van
12,8 stops en een instelbaar diafragma van f/2.8 tot f/11. De equivalente brandpuntsafstand is
24 mm en maakt opnamen van 1 m tot oneindig.
De middelgrote telecamera beschikt over een CMOS-sensor van 1/1,3 inch met een diafragma van f/2.8, 3x optische zoom en maximaal 7x digitale zoom. Het kan foto's van 48MP en video's
van 4K 60fps maken. De equivalente brandpuntsafstand is 70 mm en maakt opnamen van 3 m
tot oneindig.
De telecamera beschikt over een 1/2-inch CMOS-sensor met een diafragma van f/3.4 en 7x
optische zoom. Het kan foto's van 12MP en video's van 4K 60fps maken. De equivalente
brandpuntsafstand is 166 mm en fotografeert van 3 m tot oneindig. In de modus Verkennen kan de telecamera 28x zoomen.
• Stel de cameralens NIET bloot in een omgeving met laserstralen, zoals een lasershow, om beschadiging van de camerasensor te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de temperatuur en luchtvochtigheid tijdens gebruik en opslag binnen een geschikt bereik voor de camera blijven.
• Gebruik om schade of een slechte beeldkwaliteit te voorkomen een lensreiniger voor het schoonmaken van de lens.
• Blokkeer GEEN ventilatiegaten op de camera, want de warmte die vrijkomt kan het toestel beschadigen of de gebruiker verwonden.
• Alleen de DJI Mavic 3 Pro Cine ondersteunt de opname en opslag van Apple ProRes 422 HQ-, Apple ProRes 422-, en Apple ProRes 422 LT-video.
• De Mavic 3 Pro maakt standaard gebruik van de SmartPhoto-modus in Enkele Opname, waarin functies zoals onderwerpherkenning of HDR worden geïntegreerd voor optimale resultaten. SmartPhoto moet meerdere opnamen continu maken voor beeldsynthese. Wanneer de drone beweegt of de middelgrote telecamera gebruikt met een resolutie van 48MP, wordt SmartPhoto niet ondersteund en verschillen de fotoprestaties.
• De camera's stellen mogelijk niet correct scherp in de volgende situaties:
a. Opnemen van donkere objecten die ver weg zijn.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
66
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
b. Opnemen van objecten met herhaalde identieke patronen en structuren of zonder
duidelijke patronen en structuren.
c. Opnemen van glimmende of reecterende objecten (zoals straatverlichting en glas).
d. Opnemen van knipper ende objecten.
e. Opnemen van snel bewegende objecten.
f. Wanneer de drone/gimbal snel beweegt.
g. Opnemen van objecten met verschillende afstanden in het scherpstelbereik.

Foto's en video's opslaan en exporteren

Foto's en video's opslaan
De DJI Mavic 3 Pro heeft 8 GB ingebouwde opslag en ondersteunt het gebruik van een microSD­kaart voor het opslaan van foto's en video's. Er is een SDXC of UHS-I microSD-kaart vereist vanwege de snelle lees- en schrijfsnelheid die nodig is voor video-opnamen met hoge resolutie. Raadpleeg het gedeelte ‘Technische gegevens’ voor meer informatie over de compatibiliteit van aanbevolen microSD-kaarten.
Daarnaast wordt de DJI Mavic 3 Pro Cine-drone geleverd met een ingebouwde 1TB SSD. De beelden kunnen snel worden uitgevoerd via de DJI 10Gbps Lightspeed Data Cable.
Foto's en video's exporteren
Gebruik QuickTransfer om de beelden naar een mobiele telefoon te exporteren. Sluit de drone aan op een computer of gebruik een kaartlezer om de beelden naar een computer te exporteren.
• Verwijder de microSD-kaart NIET uit de drone wanneer u foto's of video's maakt. Anders kan de microSD-kaart beschadigd raken.
• Om de stabiliteit van het camerasysteem te waarborgen, zijn afzonderlijke video­opnamen beperkt tot 30 minuten.
• Controleer vóór gebruik de camera-instellingen om te controleren of ze correct zijn
gecongureerd.
• Maak een paar foto's voordat u belangrijke foto's of video's gaat maken om te testen of de camera correct werkt.
• Als de drone uitgeschakeld is kunnen foto's en video's niet vanuit de camera worden verzonden of gekopieerd.
• Zorg ervoor dat u de drone correct uitschakelt. Anders worden de cameraparameters niet opgeslagen en kunnen eventueel opgenomen video's worden beïnvloed. DJI is niet verantwoordelijk voor het verlies veroorzaakt door een foto of video die is opgenomen op een manier die niet door een machine leesbaar zijn.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
67
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

QuickTransfer

De DJI Mini 3 Pro kan via wi rechtstreeks verbinding maken met mobiele apparaten, waardoor
gebruikers foto's en video's van de drone naar het mobiele apparaat kunnen downloaden via DJI Fly zonder dat ze de afstandsbediening hoeven te gebruiken. Gebruikers kunnen genieten van snellere en gemakkelijkere downloads met een overdrachtssnelheid tot 80 MB/s.

Gebruik

1. Zet de drone aan en wacht tot de zelfdiagnosetests van de drone voltooid zijn.
2. Zorg ervoor dat bluetooth en wi op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld. Start DJI Fly en
er verschijnt een melding om verbinding te maken met de drone.
3. Tik op Verbinden. Eenmaal succesvol verbonden, kunnen de bestanden in de drone met hoge snelheid worden benaderd en gedownload. Wanneer u het mobiele apparaat voor de eerste keer op de drone aansluit, houdt u de QuickTransfer-knop twee seconden ingedrukt om te bevestigen.
• De maximale downloadsnelheid kan alleen worden bereikt in landen en regio's waar
de 5,8 GHz-frequentie is toegestaan door lokale wet- en regelgeving. Om de maximale downloadsnelheid te bereiken, moet het apparaat een 5,8 GHz frequentieband en
Wifi 6-verbinding ondersteunen, en de beelden moeten de interne opslag van de
drone gebruiken in een omgeving zonder interferentie of obstructie. Als 5,8 GHz niet
is toegestaan volgens de lokale regelgeving (zoals in Japan), ondersteunt het mobiele
apparaat van de gebruiker de 5,8 GHz-frequentieband niet, dan gebruikt QuickTransfer de 2,4 GHz-frequentieband en de maximale downloadsnelheid wordt verlaagd tot
10 MB/s.
• Zorg ervoor dat bluetooth, wifi en locatieservice op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld voordat u QuickTransfer gebruikt.
Bij gebruik van QuickTransfer is het niet nodig om het wiwachtwoord in te voeren op de instellingenpagina van het mobiele apparaat om verbinding te maken. Start DJI Fly en er verschijnt een melding om verbinding te maken met de drone.
• Gebruik QuickTransfer in een onbelemmerde omgeving zonder interferentie en blijf uit de buurt van storingsbronnen zoals draadloze routers, bluetooth luidsprekers of hoofdtelefoons.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
68
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk staan de functies van de afstandsbediening beschreven en staan instructies over de besturing van de drone en de bediening van de camera.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
69
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Afstandsbediening

DJI RC Pro

De DJI RC Pro-afstandsbediening is voorzien van O3+, werkt op zowel 2,4 GHz als 5,8 GHz, kan
automatisch het beste transmissiekanaal selecteren en kan een live HD-beeld van de camera
van de drone verzenden op een afstand van maximaal 15 km (conform FCC-normen, gemeten
in een groot open gebied zonder interferentie). Het ingebouwde, zeer heldere 1000 cd/m2
5,5-in scherm heeft een resolutie van 1920×1080 pixels, en de smart controller wordt geleverd
met een breed scala aan drone- en gimbal-bedieningselementen, evenals aanpasbare knoppen.
De gebruiker kan verbinding maken met het internet via wi en het Android 10-stuursysteem
heeft verschillende functies, zoals Bluetooth en GNSS (GPS+GLONASS+Galileo).
Met de ingebouwde luidspreker ondersteunt de afstandsbediening H.264 4K/120fps en H.265
4K/120fps video, die ook video-uitvoer via de Mini HDMI-poort ondersteunt. De interne opslag van de afstandsbediening is 32 GB en ondersteunt ook het gebruik van microSD-kaarten om de foto's en video's op te slaan.
De ingebouwde 5000 mAh 36 Wh accu levert de afstandsbediening een maximale bedrijfstijd
van drie uur.

Bediening

Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan/uit-knop om het huidige accuniveau te controleren.
Druk en druk vervolgens opnieuw, en houd de aan/uit-knop nu ingedrukt om de afstandsbediening in- of uit te schakelen.
De accu opladen
Gebruik een USB-C-kabel om de netstroomadapter aan te sluiten op de USB-C-poort van de afstandsbediening.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
70
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De gimbal en camera bedienen
Scherpstellings-/sluiterknop: druk de knop half in om de autofocus te activeren, en druk de knop helemaal in om een foto te maken.
Opnameknop: druk eenmaal om de opname te starten of te stoppen.
Keuzeknop voor camerabediening: gebruik deze knop om de zoom standaard aan te passen. De draaiknopfunctie kan worden ingesteld om de brandpuntsafstand, LW, het diafragma, de sluitertijd en ISO aan te passen.
Gimbalwiel: om de kanteling van de gimbal te regelen.
Gimbalwiel
Opnameknop Scherpstellings-/
Keuzeknop voor camerabediening
sluiterknop
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
71
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De drone besturen
Er zijn drie voorgeprogrammeerde modi (modus 1, modus 2 en modus 3) beschikbaar en
aangepaste modi kunnen worden gedenieerd in de DJI Fly-app.
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Vooruit
Achteruit
Linksaf Rechtsaf
Linker joystick
Linker joystick Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
Vooruit
Rechter joystickLinker joystick
Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Links Rechts
Vooruit
Achteruit
Links Rechts
Omhoog
Achteruit
Links Rechts
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
De standaard bedieningsmodus van de afstandsbediening is modus 2. In deze handleiding wordt modus 2 als een voorbeeld gebruikt om te illustreren hoe de joysticks moeten worden gebruikt.
• Stick neutraal/middenpunt: de joysticks bevinden zich in het midden.
• De joystick bewegen: de joystick wordt van de middenpositie weggeduwd.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
72
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Afstandsbediening
(Modus 2)
Drone Opmerkingen
Gashendel (Throttle): door de linker joystick omhoog of omlaag te bewegen verandert de hoogte van de drone.
Duw de joystick omhoog om te stijgen en omlaag om te dalen. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat. Gebruik de linker joystick om op te stijgen als de motoren stationair draaien.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone van hoogte verandert. Duw altijd voorzichtig tegen de joystick om plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte te voorkomen.
Gier-joystick (Jaw): beweeg de linker joystick naar links of rechts om de richting van de drone te veranderen.
Duw de joystick naar links om de drone linksom te laten draaien en naar rechts om de drone rechtsom te laten draaien. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone draait.
Kanteljoystick (Pitch): door de rechter joystick op en neer te bewegen verandert de kanteling van de neus van de drone.
Duw de joystick omhoog om voorwaarts te vliegen, en naar beneden om achterwaarts te vliegen. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Rolljoystick: door de rechter joystick naar links of rechts te bewegen verandert de rolhoek van de drone.
Duw de joystick naar links om naar links te vliegen en naar rechts om naar rechts te vliegen. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Vliegmodusschakelaar
Selecteer de gewenste vliegmodus met de schakelaar.
Positie Vliegmodus
S Sportmodus
N Normale modus
C Cine-modus*
* Lagesnelheidsmodus in de EU.
CNS
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
73
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
RTH-knop
Druk op de RTH-knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept om RTH te starten. De drone vliegt naar het laatst bijgewerkte Home Point. Druk nogmaals op de knop om RTH te annuleren en de controle over de drone weer over te nemen.
Aanpasbare knoppen
Inclusief C1-, C2-, C3- en de 5D-knop. Ga naar Instellingen > Bediening in DJI Fly om de functie
voor deze knop aan te passen.
Aanpasbare C3­knop
Aanpasbare C2-
knop
Aanpasbare C1-knop
5D-knop
Combinatieknoppen
Sommige veelgebruikte functies kunnen geactiveerd worden door het gebruik van combinatieknoppen. Om de combinatieknoppen te gebruiken, houdt u de terugknop ingedrukt en bedient u de andere knop in de combinatie. Bij het daadwerkelijke gebruik gaat u naar de startpagina van de afstandsbediening, waar u tikt op Tips om alle beschikbare combinatieknoppen snel te bekijken.
Combinatiebediening Functie
Terugknop + linker draaiknop Helderheid aanpassen
Terugknop + rechter draaiknop Volume aanpassen
Terugknop + Opnameknop Scherm Opnemen
Terugknop + sluiterknop Schermopname
Terugknop + 5D-knop Schakelaar omhoog - Home; Schakelaar omlaag -
Snelkoppelingsinstellingen; Schakelaar links - Onlangs
geopende apps
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
74
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Leds afstandsbediening

Statusledlampje
Knipperpatroon Beschrijvingen
Continu rood Ontkoppeld van de drone
Knippert rood
Continu groen Verbonden met de drone
Knippert blauw De afstandsbediening is gekoppeld aan een drone
Continu geel Firmware-update mislukt
Knippert geel Het accuniveau van de afstandsbediening is laag
Knippert cyaan Besturingssticks niet gecentreerd
De temperatuur van de afstandsbediening is te hoog of het accuniveau van de drone is laag
Ledlampjes voor accuniveau
Knipperpatroon Accuniveau
76%-100%
51%-75%
26%-50%
0%-25%

Waarschuwing afstandsbediening

De afstandsbediening trilt of piept twee keer om aan te geven dat er een fout of waarschuwing is. Let op wanneer er meldingen op het touchscreen of in DJI Fly verschijnen. Schuif vanaf de bovenkant van het scherm omlaag om Niet storen of Dempen te selecteren om waarschuwingen uit te schakelen.
De afstandsbediening geeft tijdens de RTH een waarschuwingssignaal. De waarschuwing kan niet worden geannuleerd. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het accuniveau van de afstandsbediening laag is (6 tot 10%). Een waarschuwing voor een laag accuniveau kan worden geannuleerd door op de aan/uit-knop te drukken. De waarschuwing
voor kritiek accuniveau die wordt geactiveerd wanneer het accuniveau minder dan 5% bedraagt,
kan niet worden geannuleerd.

Optimaal zendgebied

Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het meest betrouwbaar wanneer de antennes zoals hieronder is geïllustreerd ten opzichte van de drone zijn geplaatst.
Het optimale zendbereik is wanneer de antennes naar de drone zijn gericht en de hoek tussen de antennes en de achterkant van de afstandsbediening 180° of 270° bedraagt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
75
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Gebruik GEEN andere draadloze apparaten die met dezelfde frequentie werken als de
afstandsbediening om interferentie van het signaal te voorkomen.
• Er verschijnt een melding in DJI Fly als het transmissiesignaal tijdens de vlucht zwak is. Pas de antennes aan zodat de drone binnen het optimale zendbereik is.

Koppelen van de afstandsbediening

Wanneer de afstandsbediening samen met een drone als combo wordt aangeschaft, is deze al aan de drone gekoppeld. Zo niet, volg dan de onderstaande stappen om de afstandsbediening en de drone te koppelen na activering.
Methode 1: Combinatieknoppen gebruiken
1. Schakel de drone en de afstandsbediening in.
2. Druk tegelijkertijd op de knop C1, C2 en opnameknop totdat de status-LED blauw knippert en de afstandsbediening piept.
3. Houd de aan/uit-knop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept twee keer na een korte pieptoon en de leds voor het accuniveau knipperen achtereenvolgens om aan te geven dat het gereed is om te koppelen. De afstandsbediening piept twee keer en de statusled brandt continu groen om aan te geven dat het koppelen is gelukt.
Methode 2: Het gebruik van DJI Fly
1. Schakel de drone en de afstandsbediening in.
2. Start DJI Fly, tik in cameraweergave op , selecteer Bediening en vervolgens Verbinden met drone. Tijdens het koppelen knippert de statusled van de afstandsbediening blauw en geeft de afstandsbediening een pieptoon.
3. Houd de aan/uit-knop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept twee keer na een korte pieptoon en de leds voor het accuniveau knipperen achtereenvolgens om aan te geven dat het gereed is om te koppelen. De afstandsbediening piept twee keer en de statusled brandt continu groen om aan te geven dat het koppelen is gelukt.
Zorg dat de afstandsbediening tijdens het koppelen niet meer dan 0,5 meter van de
drone verwijderd is.
De afstandsbediening zal zelf de koppeling met een drone opheen als er een nieuwe
afstandsbediening met dezelfde drone wordt gekoppeld.
Schakel Bluetooth en wi van de afstandsbediening uit voor optimale videotransmissie.
• Laad de afstandsbediening vóór elke vlucht volledig op. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het accuniveau laag is.
• Als de afstandsbediening is ingeschakeld en vijf minuten niet wordt gebruikt, klinkt er een waarschuwing. Na zes minuten schakelt de drone automatisch uit. Beweeg de joysticks of druk op een willekeurige knop om de waarschuwing te annuleren.
• Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op, om ervoor te zorgen dat de accu in goede staat blijft.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
76
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
4:53
DJI Fly
Firefox
Guide
Setting
Gallery
Files

Bediening van het touchscreen

Startscherm
De bovenkant van het touchscreen geeft de tijd, het wifi-signaal en het accuniveau van de afstandsbediening weer.
Sommige apps zijn standaard geïnstalleerd, zoals DJI Fly, Galerij, Bestanden, Firefox, Instellingen en Tips. Instellingen omvatten configuraties voor netwerk, weergave, spraak en Bluetooth. Gebruikers kunnen snel meer te weten komen over de functies onder Tips.
Schermgebaren
Schuif van links naar rechts naar het midden van het scherm om terug te keren naar het vorige scherm.
Schuif omlaag vanaf de bovenkant van het scherm om de statusbalk te openen in DJI Fly. De statusbalk geeft informatie weer zoals de tijd, het wifisignaal, het accuniveau van de afstandsbediening.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm om terug te keren naar de startpagina.
Snelle instellingen openen: schuif twee keer naar beneden vanaf de bovenkant van het scherm om Snelle instellingen te openen in DJI Fly. Schuif een keer naar beneden vanaf de bovenkant van het scherm om Snelle instellingen te openen wanneer niet in DJI Fly.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm en houd vast om toegang te krijgen tot de recentelijk geopende apps.
×2
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
77
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Snelle instellingen
2 3 4
1
5
6
7
1. Meldingen
Tik om systeemmeldingen te controleren.
2. Recent
Tik om recent geopende apps te controleren.
3. Startscherm
Tik hierop om naar het startscherm terug te keren.
4. Systeeminstellingen
Tik hierop om toegang te krijgen tot de systeeminstellingen.
5. Snelkoppelingen
: Tik hierop om wi in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te voeren en
verbinding te maken met of een winetwerk toe te voegen.
: Tik hierop om Bluetooth in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te
voeren en verbinding te maken met Bluetooth-apparaten in de buurt.
: Tik hierop om de modus Niet storen in te schakelen. In deze modus worden
systeemmeldingen uitgeschakeld.
: Tik hierop om het opnemen van het scherm te starten. Tijdens het opnemen geeft het
scherm de opnametijd weer. Tik op Stoppen om het opnemen te stoppen.
: Tik hierop om een schermafbeelding van het scherm te maken.
: Mobiele gegevens.
: Tik hierop om de vliegtuigmodus in te schakelen. Wifi, Bluetooth en mobiele data
worden uitgeschakeld.
6. Bezig met helderheid aanpassen
: Het scherm staat in de automatische helderheidsmodus wanneer het pictogram is gemarkeerd. Tik of verschuif de balk om over te schakelen naar de handmatige helderheidsmodus.
7. Aanpassen volume
Verschuif de balk om het volume aan te passen en tik om te dempen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
78
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Geavanceerde functies

Het kompas kalibreren
Het kompas moet mogelijk worden gekalibreerd nadat de afstandsbediening is gebruikt in gebieden met elektromagnetische interferentie. Er verschijnt een waarschuwingsmelding als het kompas van de afstandsbediening gekalibreerd moet worden. Tik op de waarschuwingsmelding om te beginnen met kalibreren. Volg in andere gevallen de onderstaande stappen om uw afstandsbediening te kalibreren.
1. Schakel de afstandsbediening in en open de startpagina.
2. Selecteer Systeeminstellingen , scrol naar beneden en tik op Kompas.
3. Volg de instructies op het scherm om het kompas te kalibreren.
4. Er wordt een bericht weergegeven wanneer de kalibratie is geslaagd.
HDMI-instellingen
Het touchscreen kan via een HDMI-kabel worden gedeeld met een beeldscherm.
De resolutie kan worden ingesteld in Instellingen > Weergave en vervolgens HDMI.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
79
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
100W

DJI RC

Bij gebruik met DJI Mavic 3 Pro biedt de DJI RC-afstandsbediening O3-videotransmissie, die
werkt op frequentiebanden 2,4 GHz en 5,8 GHz. Het is in staat om automatisch het beste
transmissiekanaal te selecteren en kan tot 1080p 60 fps HD livebeeld van de drone naar de
afstandsbediening verzenden op een afstand van maximaal 15 km (conform FCC-normen, en
gemeten in een groot open gebied zonder interferentie). De DJI RC is ook uitgerust met een
5,5 inch touchscreen (1920×1080 pixelresolutie) en een breed scala aan bedieningselementen
en aanpasbare knoppen, zodat gebruikers de drone eenvoudig kunnen bedienen en de drone­instellingen op afstand kunnen wijzigen.
De ingebouwde 5200 mAh accu met een vermogen van 18,72 Wh levert de afstandsbediening
een maximale bedrijfstijd van vier uur. De DJI RC wordt geleverd met vele andere functies, zoals
wi-verbinding, ingebouwde GNSS (GPS+BeiDou+Galileo), Bluetooth, ingebouwde luidsprekers,
afneembare joysticks en microSD-opslag.

Bediening

Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan/uit-knop om het huidige accuniveau te controleren.
Druk en druk vervolgens opnieuw. Houd de aan/uit-knop twee seconden ingedrukt om de afstandsbediening in- of uit te schakelen.
De accu opladen
Gebruik een USB-C-kabel om de netstroomadapter aan te sluiten op de USB-C-poort van de afstandsbediening. De accu kan in ongeveer 1 uur en 30 minuten volledig worden opgeladen
met een maximaal laadvermogen van 15 W (5 V/3 A).
OF
65W
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
80
100W
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De gimbal en camera bedienen
Scherpstellings-/sluiterknop: druk de knop half in om de autofocus te activeren en druk de knop helemaal in om een foto te maken.
Opnameknop: druk eenmaal om de opname te starten of te stoppen.
Keuzeknop voor camerabediening: Gebruik deze optie om de zoom standaard aan te passen. De draaiknopfunctie kan worden ingesteld om de brandpuntsafstand, LW, het diafragma, de sluitertijd en ISO aan te passen.
Gimbalwiel: om de kanteling van de gimbal te regelen.
Gimbalwiel
Opnameknop
Keuzeknop voor camerabediening
Scherpstellings-/sluiterknop
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
81
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
De drone besturen
Er zijn drie voorgeprogrammeerde modi (modus 1, modus 2 en modus 3) beschikbaar en
aangepaste modi kunnen worden gedenieerd in DJI Fly.
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Vooruit
Achteruit
Linksaf Rechtsaf
Linker joystick
Linker joystick Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
Vooruit
Rechter joystickLinker joystick
Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Links Rechts
Vooruit
Achteruit
Links Rechts
Omhoog
Achteruit
Links Rechts
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
De standaard bedieningsmodus van de afstandsbediening is modus 2. In deze handleiding wordt modus 2 als een voorbeeld gebruikt om te illustreren hoe de joysticks moeten worden gebruikt.
• Stick neutraal/middenpunt: de joysticks bevinden zich in het midden.
• De joystick bewegen: de joystick wordt van de middenpositie weggeduwd.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
82
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Afstandsbediening
(Modus 2)
Drone Opmerkingen
Gashendel (Throttle): door de linker joystick omhoog of omlaag te bewegen verandert de hoogte van de drone.
Duw de stick omhoog om te stijgen en omlaag om te dalen. Hoe verder de stick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone van hoogte verandert.
Duw altijd voorzichtig tegen de joystick om plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte te voorkomen.
Gier-joystick (Jaw): beweeg de linker joystick naar links of rechts om de richting van de drone te veranderen.
Duw de joystick naar links om de drone linksom te laten draaien en naar rechts om de drone rechtsom te laten draaien. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone draait.
Kanteljoystick (Pitch): door de rechter joystick op en neer te bewegen verandert de kanteling van de neus van de drone.
Duw de joystick omhoog om voorwaarts te vliegen, en naar beneden om achterwaarts te vliegen. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Rolljoystick: door de rechter joystick naar links of rechts te bewegen verandert de rolhoek van de drone.
Duw de joystick naar links om naar links te vliegen en naar rechts om naar rechts te vliegen. De drone zweeft op zijn plaats als de joystick in het midden staat.
Hoe verder de joystick van het midden wordt weggeduwd, hoe sneller de drone beweegt.
Vliegmodusschakelaar
Selecteer de gewenste vliegmodus met de schakelaar.
Positie Vliegmodus
S Sportmodus
N Normale modus
C Cine-modus*
* Lagesnelheidsmodus in de EU.
CNS
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
83
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Vliegpauzeknop/RTH-knop
Druk eenmaal op deze knop om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten zweven. Houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept en RTH start. De drone keert terug naar de laatst geregistreerde thuisbasis. Druk nogmaals op deze knop als u RTH wilt annuleren en de controle wilt terugnemen over de drone.
Aanpasbare knoppen
Ga naar Instellingen > Bediening in DJI Fly om de functies van de aanpasbare knoppen C1 en C2
aan te passen.
Aanpasbare C2-
knop
Aanpasbare C1-knop

Leds afstandsbediening

Statusledlampje
Knipperpatroon Beschrijvingen
Rood knipperend Het accuniveau van de drone is laag
Blauw knipperend De afstandsbediening is gekoppeld aan een drone
Geel knipperend Het accuniveau van de afstandsbediening is laag
Cyaan knipperend Besturingssticks niet gecentreerd
Continu rood Ontkoppeld van de drone
Continu groen Verbonden met de drone
Continu geel Firmware-update mislukt
Continu blauw Firmware-update succesvol
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
84
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Ledlampjes voor accuniveau
Knipperpatroon Accuniveau
76%-100%
51%-75%
26%-50%
0%-25%

Waarschuwing afstandsbediening

De afstandsbediening piept om aan te geven dat er een fout of waarschuwing is. Let op wanneer er meldingen op het touchscreen of in DJI Fly verschijnen. Schuif omlaag vanaf de bovenkant van het scherm en selecteer Dempen om alle waarschuwingen uit te schakelen, of schuif de volumebalk naar 0 om sommige waarschuwingen uit te schakelen.
De afstandsbediening geeft tijdens de RTH een waarschuwingssignaal. De waarschuwing kan niet worden geannuleerd. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het accuniveau van de afstandsbediening laag is (6 tot 10%). Een waarschuwing voor een laag accuniveau kan worden geannuleerd door op de aan/uit-knop te drukken. De waarschuwing
voor kritiek accuniveau die wordt geactiveerd wanneer het accuniveau minder dan 5% bedraagt,
kan niet worden geannuleerd.

Optimaal zendgebied

Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het betrouwbaarst wanneer de afstandsbediening is gepositioneerd richting de drone zoals hieronder afgebeeld.
Optimale transmissie
Zwak
signaal
Gebruik GEEN andere draadloze apparaten die met dezelfde frequentie werken als de
afstandsbediening om interferentie van het signaal te voorkomen.
• Er verschijnt een melding in DJI Fly als het transmissiesignaal tijdens de vlucht zwak is. Pas de oriëntatie van de afstandsbediening aan zodat de drone binnen het optimale zendbereik is.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
85
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Koppelen van de afstandsbediening

Wanneer de afstandsbediening samen met een drone als combo wordt aangeschaft, is deze al aan de drone gekoppeld. Zo niet, volg dan de onderstaande stappen om de afstandsbediening en de drone te koppelen na activering.
1. Schakel de drone en de afstandsbediening in.
2. Start DJI Fly.
3. Tik in cameraweergave op en selecteer Bediening en Verbinden met drone. Tijdens het koppelen knippert de statusled van de afstandsbediening blauw en geeft de afstandsbediening een pieptoon.
4. Houd de aan/uit-knop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept twee keer na een korte pieptoon en de leds voor het accuniveau knipperen achtereenvolgens om aan te geven dat het gereed is om te koppelen. De afstandsbediening piept twee keer en de statusled brandt continu groen om aan te geven dat het koppelen is gelukt.
Zorg dat de afstandsbediening tijdens het koppelen niet meer dan 0,5 meter van de
drone verwijderd is.
De afstandsbediening zal zelf de koppeling met een drone opheen als er een nieuwe
afstandsbediening met dezelfde drone wordt gekoppeld.
Schakel Bluetooth en wi van de afstandsbediening uit voor optimale videotransmissie.
• Laad de afstandsbediening vóór elke vlucht volledig op. De afstandsbediening geeft een waarschuwing wanneer het accuniveau laag is.
• Als de afstandsbediening is ingeschakeld en gedurende vijf minuten NIET wordt gebruikt, klinkt er een waarschuwing. Na zes minuten schakelt de drone automatisch uit. Beweeg de joysticks of druk op een willekeurige knop om de waarschuwing te annuleren.
• Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op, om ervoor te zorgen dat de accu in goede staat blijft.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
86

Bediening van het touchscreen

Startscherm
Schermgebaren
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Schuif van links naar rechts naar het midden van het scherm om terug te keren naar het vorige scherm.
Schuif omlaag vanaf de bovenkant van het scherm om de statusbalk te openen in DJI Fly.
De statusbalk geeft de tijd, het
wisignaal, het accuniveau van de
afstandsbediening enz. weer.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm om terug te keren naar DJI Fly.
×2
Schuif twee keer naar beneden vanaf de bovenkant van het scherm om Snelle instellingen te openen in DJI Fly.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
87
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Snelle instellingen
1
2
3
4
5
1. Meldingen
Tik om systeemmeldingen te controleren.
2. Systeeminstellingen
Tik om toegang te krijgen tot de systeeminstellingen en instellingen zoals Bluetooth, volume
en netwerk te congureren. U kunt ook de handleiding bekijken voor meer informatie over
de bedieningselementen en statusledlampjes.
3. Snelkoppelingen
: Tik hierop om wi in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te voeren en
vervolgens verbinding te maken met of een winetwerk toe te voegen.
: Tik hierop om Bluetooth in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te
voeren en verbinding te maken met Bluetooth-apparaten in de buurt.
: Tik hierop om de vliegtuigmodus in te schakelen. Wifi en Bluetooth worden
uitgeschakeld.
: Tik hierop om systeemmeldingen uit te schakelen en alle waarschuwingen uit te
schakelen.
: Tik hierop om het opnemen van het scherm te starten. De functie is alleen beschikbaar
nadat een microSD-kaart in de microSD-sleuf op de afstandsbediening is geplaatst.
: Tik hierop om een schermafbeelding te maken. De functie is alleen beschikbaar nadat
een microSD-kaart in de microSD-sleuf op de afstandsbediening is geplaatst.
: Mobiele gegevens.
4. Bezig met helderheid aanpassen
Verschuif de balk om de helderheid van het scherm aan te passen.
5. Aanpassen volume
Verschuif de balk om het volume aan te passen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
88
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Geavanceerde functies

Het kompas kalibreren
Het kompas moet mogelijk worden gekalibreerd nadat de afstandsbediening is gebruikt in gebieden met elektromagnetische interferentie. Er verschijnt een waarschuwingsmelding als het kompas van de afstandsbediening gekalibreerd moet worden. Tik op de waarschuwingsmelding om te beginnen met kalibreren. Volg in andere gevallen de onderstaande stappen om de afstandsbediening te kalibreren.
1. Schakel de afstandsbediening in en ga naar Snelle instellingen.
2. Selecteer Systeeminstellingen , scrol naar beneden en tik op Kompas.
3. Volg de instructies op het scherm om het kompas te kalibreren.
4. Er wordt een bericht weergegeven wanneer de kalibratie is geslaagd.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
89
DJI Fly-app
Dit hoofdstuk introduceert de hoofdfuncties van de DJI Fly-app.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
90
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

DJI Fly-app

Startscherm

Start DJI Fly en ga naar het beginscherm.
Vliegplekken
Bekijk of deel vlieg- en opnamelocaties in de buurt, meer informatie over GEO-zones en luchtfoto's van verschillende locaties die door andere gebruikers zijn genomen.
Academy
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om naar Academy te gaan en producttutorials, vliegtips, vliegveiligheidskennisgevingen en handleidingen te bekijken.
Album
Hiermee kunt u foto's en video's van het drone-album of op het lokaal opgeslagen apparaat bekijken.
SkyPixel
Open SkyPixel om video's en foto's te bekijken die door andere gebruikers worden gedeeld.
Kenmerken
Bekijk accountinformatie en vluchtgegevens, bezoek het DJI-forum, de online store, open de functie Vind mijn drone, offline kaarten en andere instellingen zoals firmware-updates, cameraweergave, gecachete gegevens, accountprivacy en taal.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
91
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Cameraweergave

Beschrijving knoppen

1
2
3 4 5
7
6
19
8
18
9
10
17
11
1213141516
1. Vliegmodus
N Mode: geeft de huidige vliegmodus weer.
2. Systeemstatusbalk
Tijdens de vlucht: geeft de vliegstatus van de drone aan en toont diverse
waarschuwingsberichten.
3. Accu-informatie
80
31'59"
informatie over de accu te bekijken.
4. Signaalsterkte video-downlink
weer.
5. Status van het zichtsysteem
en de rechterkant van het pictogram geeft de status aan van het opwaartse en neerwaartse zichtsysteem. Het pictogram is wit wanneer het zichtsysteem normaal werkt en wordt rood wanneer het zichtsysteem niet beschikbaar is.
6. GNSS-status
te controleren. De thuisbasis kan worden bijgewerkt wanneer het pictogram wit is, wat aangeeft dat het GNSS-signaal sterk is.
7. Instellingen
te stellen. Raadpleeg het gedeelte Instellingen voor meer informatie.
: geeft het huidige accuniveau en de resterende vliegtijd weer. Tik om meer
: geeft de signaalsterkte van de video-downlink tussen de drone en de afstandsbediening
: de linkerkant van het pictogram geeft de status aan van het horizontale zichtsysteem
: toont de sterkte van het huidige GNSS-signaal. Tik om de status van het GNSS-signaal
: tik om parameters voor veiligheid, bediening, camera en transmissie te bekijken of in
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
92
8. Opnamemodi
Foto: Single, Explore, AEB, Burst Shooting en getimede opname.
Video: Normaal, Nacht, Verkennen en Slow Motion.
MasterShots: sleep en selecteer een onderwerp. De drone neemt op, terwijl hij verschillende manoeuvres achter elkaar uitvoert en het onderwerp in het midden
van het kader houdt. Na aoop zal een korte lmische video worden gemaakt.
QuickShots: Dronie, Raket, Cirkel, Spiraal, Boomerang en Asteroid.
Hyperlapse: Vrij, Cirkel, Koersvergrendeling en Waypoints.
Pano: bol, 180°, groothoek en verticaal. De drone maakt automatisch verschillende foto's en synthetiseert een panoramische foto op basis van het geselecteerde panoramische fototype.
• In de Verkenmodus worden de telecamera's en middelgrote telecamera's van de Mavic 3 Pro gebruikt als een veiligere manier om beelden van grotere afstanden te verkennen. In de Verkenmodus kunnen gebruikers de hybride zoom op een van de volgende manieren gebruiken:
a. Tik op de zoomknop en schakel tussen een reeks zoomlenzen, waaronder 1x,
3x, 7x, 14x en 28x.
b. Houd de zoomknop ingedrukt en sleep omhoog en omlaag om de camerazoom
aan te passen.
c. Gebruik twee vingers op het scherm om in of uit te zoomen.
d. Gebruik de camerabedieningsknop van de afstandsbediening om in of uit te
zoomen.
• De nachtstand biedt een betere ruisonderdrukking en helderdere beelden en ondersteunt ISO-waarden tot 12.800.
De nachtmodus ondersteunt momenteel 4K 24/25/30fps.
• Het detecteren van obstakels wordt uitgeschakeld in de nachtmodus. Vlieg voorzichtig.
• De nachtmodus wordt automatisch afgesloten wanneer RTH of landing wordt gestart.
• Tijdens RTH of automatische landing is de nachtmodus niet beschikbaar.
• FocusTrack wordt niet ondersteund in de nachtmodus.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
9. Cameraschakelaar/focusknop
Tik op 7 om over te schakelen naar de telecamera en tik op om over te schakelen naar de middelgrote telecamera. Tik op x om over te schakelen naar de Hasselblad-camera.
Houd de cameraknop ingedrukt om de zoombalk te openen en de digitale zoom aan te passen.
• Digitale zoom wordt alleen ondersteund in normale video- en verkenmodus.
• Bij in- of uitzoomen geldt: hoe groter de zoomverhouding, hoe langzamer de drone zal draaien, voor een vloeiend zicht.
AF/MF: tik hierop om te schakelen tussen AF en MF. Houd het pictogram ingedrukt om de
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
93
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
S
0
S
e
zoombalk weer te geven.
10. Sluiter-/opnameknop
: tik hierop om een foto te maken of een video op te nemen of te stoppen.
11. Afspelen
: tik hierop om de weergavepagina te openen om een voorbeeld te bekijken van foto's
of video's zodra deze zijn gemaakt.
12. Schakelaar voor camerastanden
: tik hierop om te schakelen tussen Automatisch en Pro-modus. In verschillende modi
kunnen verschillende parameters worden ingesteld.
13. Opname-instellingen
RES&FP
: geeft de huidige opnamestand en -parameters weer. Tik hierop om de
4K 60
parameterinstellingen te openen.
14. Opslaggegevens
torag
: toont het resterende aantal foto's of de video-opnametijd van de huidige opslag. Tik
1:30:3
om de beschikbare capaciteit van de microSD-kaart of de interne opslag van de drone te bekijken.
15. Vliegtelemetrie
Geeft de horizontale afstand (D) en snelheid weer, evenals de verticale afstand (H) en snelheid tussen de drone en de thuisbasis.
16. Kaart/hoogte-indicator/zichthulp
: tik om uit te vouwen naar de minikaart en tik op het midden van de minikaart om over te schakelen van de cameraweergave naar de kaartweergave. De minikaart kan worden overgeschakeld naar de attitude-indicator.
• Minikaart: geeft de kaart weer in de linkerbenedenhoek van het scherm, zodat de gebruiker tegelijkertijd de cameraweergave, de realtime positie en oriëntatie van de drone en de afstandsbediening, de locatie van het startpunt en vliegroutes, enz. kan controleren.
Vergrendeld naar het
noorden
Slimme schaal
Schakelen naar gedragsindicator
Vergrendeld naar het noorden
Samenvouwen
Het noorden is vergrendeld op de kaart met het noorden naar boven gericht in de kaartweergave. Tik om van Vergrendelen naar Noorden te schakelen naar de oriëntatie van de afstandsbediening waar de kaart draait wanneer de afstandsbediening van oriëntatie verandert.
Slimme schaal tik op het pictogram +/- om iets in of uit te zoomen.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
94
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Schakelen naar gedragsindicator
tik hierop om van de minikaart naar de attitude-indicator te schakelen.
Samenvouwen tik om de kaart te minimaliseren.
• Attitude-indicator: geeft de attitude-indicator weer in de linkerbenedenhoek van het scherm, zodat de gebruiker tegelijkertijd de cameraweergave, de relatieve locatie en oriëntatie van de drone en de afstandsbediening, de locatie van de thuisbasis en de horizontale attitude-informatie van de drone, enz. kan controleren. De attitude-indicator ondersteunt het weergeven van de drone of de afstandsbediening als het midden.
Schakel over naar de
afstandsbediening
als het midden
Afstandsbediening
Schakel over naar de drone/
Richting van de drone
Schakel over naar de
drone als het midden
Afstandsbediening als het middenDrone als het midden
Samenvouwen
Thuisbasis
Horizontale attitude drone
Schakel over naar de zichthulp
Tik om over te schakelen naar drone/afstandsbediening als het
midden van de attitude-indicator. afstandsbediening als het midden
Richting van de drone
Geeft de oriëntatie van de drone aan. Wanneer de drone wordt
weergegeven als het midden van de attitude-indicator en de
gebruiker de richting van de drone wijzigt, draaien alle andere
elementen op de attitude-indicator rond het dronepictogram. De
pijlrichting van het dronepictogram blijft ongewijzigd.
Horizontale attitude drone
Geeft de horizontale attitude-informatie van de drone aan (inclusief
pitch en rollen). Het diepe cyaangebied is horizontaal en bevindt
zich in het midden van de attitude-indicator wanneer de drone op
zijn plaats zweeft. Zo niet, dan geeft dit aan dat de wind de attitude
van de drone verandert. Vlieg voorzichtig. Het donkere cyaangebied
verandert in realtime op basis van de horizontale attitude van de
drone.
Schakel over naar de zichthulp
Tik op om van de hoogte-indicator naar de zichthulpweergave te
schakelen.
Samenvouwen Tik hierop om de attitude-indicator te minimaliseren.
Thuisbasis De locatie van de thuisbasis. Om de drone handmatig te besturen
om naar de thuisbasis terug te keren, past u de oriëntatie van de
drone aan om eerst naar de Thuisbasis te wijzen.
Afstandsbediening De stip geeft de locatie van de afstandsbediening aan, terwijl de
pijl op de stip de oriëntatie van de afstandsbediening aangeeft. Pas
de oriëntatie van de afstandsbediening tijdens de vlucht aan om
ervoor te zorgen dat de pijl naar het dronepictogram wijst voor een
optimale signaaloverdracht.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
95
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Zichthulp: De zichthulpweergave, aangedreven door het horizontale zichtsysteem, verandert de horizontale snelheidsrichting (vooruit, achteruit, links en rechts) om gebruikers te helpen bij het navigeren en observeren van obstakels tijdens de vlucht.
Zichthulpweergaverichting
Horizontale snelheid
van de drone
Samenvouwen
Horizontale snelheid van de drone
De richting van de lijn geeft de huidige horizontale richting van de drone aan en de lengte van de lijn geeft de horizontale
Max.
Vergrendeld
Overschakelen naar de minikaart
snelheid van de drone aan.
Zichthulpweergaverichting Geeft de richting van de zichthulpweergave aan. Tik en houd
ingedrukt om de richting te vergrendelen.
Overschakelen naar de minikaart
Tik op om van zichthulpweergave over te schakelen naar de minikaart.
Samenvouwen Tik om de zichthulpweergave te minimaliseren.
Max. Tik om de zichthulpweergave te maximaliseren.
Vergrendeld Geeft aan dat de richting van de zichthulpweergave is
vergrendeld. Tik om de vergrendeling te annuleren.
17. Automatisch opstijgen/landen/RTH
/ : tik op het pictogram. Wanneer de melding verschijnt, houd dan de knop ingedrukt
om automatisch opstijgen of landen te starten.
: tik hierop om Smart RTH te starten en de drone naar de laatst geregistreerde thuisbasis
terug te laten keren.
18. Waypoint-vlucht
: tik om Waypoint-vlucht in/uit te schakelen.
19. Terug
: tik hierop om naar het startscherm terug te keren.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
96
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Snelkoppelingen scherm

Tik om te richten
Tijdens de vlucht dubbeltikt u op het interessante punt op het scherm, de drone verplaatst het point of interest automatisch naar het midden van het kader.
Aanpassing van de gimbalhoek
Druk op het scherm en blijf drukken om de aanpassingsbalk van de gimbal te openen voor aanpassing van de gimbalhoek.
Scherpstelling/spotmeting
Tik op het scherm om scherpstelling of spotmeting in te schakelen. Scherpstelling of spotmeting wordt, afhankelijk van de opnamemodus, scherpstelmodus, belichtingsmodus en spotmetermodus, verschillend weergegeven.
Na het gebruik van spotmeting:
• Sleep naast het vak omhoog en omlaag om de EV (belichtingswaarde) aan te passen.
• Houdt op het scherm ingedrukt om de belichting te vergrendelen. Tik om de belichting te ontgrendelen opnieuw op het scherm en houd het vast of tik op een ander gebied op het scherm.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
97
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro

Instellingen

Veiligheid

• Vlieghulp
Actie om obstakels te vermijden
Bybass-opties Selecteer de modus Normaal of Nifty wanneer u Bypass gebruikt.
Weergave radarkaart
• Return to Home (RTH): tik om Geavanceerde RTH, hoogte voor automatische RTH in te stellen en om de thuisbasis bij te werken.
• AR-instellingen: schakel weergave in van AR-thuisbasis, AR RTH-route en AR-droneschaduw.
• Vliegbescherming: tik om de maximale hoogte en de maximale afstand voor vluchten in te stellen.
• Sensoren: tik om de IMU- en kompasstatussen te bekijken en begin indien noodzakelijk met kalibreren.
• Accu: tik hierop om de accugegevens te bekijken, zoals de status van de accucel, het serienummer en het aantal keren opladen.
• Hulpled: tik hierop om de hulpled in te stellen op automatisch, aan of uit. Schakel de hulpled NIET in voor het opstijgen.
• Leds voorste arm drone: tik om de leds van de voorste arm van de drone in te stellen op automatisch of aan. In de automatische modus worden de leds aan de voorkant van de drone tijdens opnames uitgeschakeld om ervoor te zorgen dat de kwaliteit niet wordt beïnvloed.
• GEO-zone ontgrendelen: tik hierop om informatie over het ontgrendelen van GEO-zones weer te geven.
• Zoek mijn drone: deze functie helpt de locatie van de drone te vinden, door de leds van de drone in te schakelen, te piepen of door de kaart te gebruiken.
• Geavanceerde instellingen
Signaal weggevallen Het gedrag van de drone wanneer het signaal van de afstandsbediening
Noodstop Propeller Stop
Horizontaal zichtsysteem wordt ingeschakeld nadat Obstakelvermijdingsactie is ingesteld op Omzeilen of Remmen. De drone kan geen obstakels detecteren wanneer vermijden van obstakels is uitgeschakeld.
Indien ingeschakeld, wordt de real-time radarkaart voor obstakeldetectie weergegeven.
wegvalt, kan worden ingesteld op RTH, Dalen of Zweven.
Alleen noodgevallen, geeft aan dat de motoren alleen kunnen worden gestopt door een Gecombineerde joystickopdracht (CSC) uit te voeren tijdens de vlucht in een noodsituatie. Dit is bijvoorbeeld bij een botsing, een motor is afgeslagen, de drone rolt in de lucht of de drone niet meer onder controle is en zeer snel stijgt of daalt. Altijd, geeft aan dat de motoren op elk gewenst moment halverwege de vlucht kunnen worden gestopt zodra de gebruiker een gecombineerde joystickopdracht uitvoert.
Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de drone daardoor neerstorten.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
98
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
Zichtpositionering en obstakeldetectie
Wanneer zichtpositionering en obstakeldetectie zijn uitgeschakeld, vertrouwt de drone alleen op GNSS om te zweven, omnidirectionele obstakeldetectie is niet beschikbaar en de drone vertraagt niet automatisch tijdens afdaling dicht bij de grond. Extra voorzichtigheid is vereist wanneer zichtpositionering en obstakeldetectie zijn uitgeschakeld. Zichtpositionering en obstakeldetectie kunnen tijdelijk worden uitgeschakeld in wolken en mist of wanneer een obstakel wordt gedetecteerd bij het landen. Houd zichtpositionering en obstakeldetectie ingeschakeld in normale vluchtscenario's. Zichtpositionering en obstakeldetectie zijn standaard ingeschakeld na het herstarten van de drone.
Zichtpositionering en obstakeldetectie zijn alleen beschikbaar
wanneer u handmatig vliegt en zijn niet beschikbaar in modi zoals RTH, automatische landing en Intelligent Flight Mode.
Airsense Er verschijnt een waarschuwing in DJI Fly wanneer er een bemande
drone wordt gedetecteerd als AirSense is ingeschakeld. Lees de disclaimer in de DJI Fly-melding voordat u AirSense gebruikt.

Bediening

• Drone-instellingen
Eenheden Kan worden ingesteld op metrisch of imperiaal.
Scannen van personen Indien ingeschakeld, scant en toont de drone automatisch
onderwerpen in de cameraweergave (alleen beschikbaar voor foto's met één opname en normale videomodi).
Afstemming van versterking en belichting
Ondersteunt de versterkings- en expo-instellingen die in verschillende vliegmodi op de drone en de gimbal moeten worden afgestemd, waaronder de maximale horizontale snelheid, maximale stijgsnelheid, maximale afdalingssnelheid, maximale hoeksnelheid, giergladheid, remgevoeligheid en expo en de maximale kantelsnelheid en kantelgladheid van de cardanische besturing.
• Bij het loslaten van de joysticks vermindert een verhoogde remgevoeligheid de remafstand van de drone, terwijl een verminderde remgevoeligheid de remafstand vergroot. Vlieg voorzichtig.
• Gimbalinstellingen: tik hierop om de gimbalmodus in te stellen, kalibratie van de gimbal uit te voeren en de gimbal opnieuw te centreren of de gimbal naar beneden te bewegen.
• Instellingen van de afstandsbediening: tik hierop om de functie van de aanpasbare knop in te stellen, de afstandsbediening te kalibreren, joystickmodi te wisselen. Zorg ervoor dat u de werking van een joystickmodus begrijpt voordat u de joystickmodus wijzigt.
• Vlieginstructie: bekijk de vlieginstructie.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.   
©
99
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3 Pro
• Opnieuw koppelen met drone (koppeling): tik om te beginnen met koppelen wanneer de drone niet is gekoppeld met de afstandsbediening.

Camera

• Parameterinstellingen van de camera: geeft verschillende instellingen weer volgens de opnamemodus.
Opnamemodi Instellingen
Fotomodus Indeling, beeldverhouding
Opnamemodus Formaat, kleur, coderingsindeling, video-bitrate, video-ondertiteling
MasterShots Formaat, kleur, coderingsindeling, video-bitrate, video-ondertiteling
QuickShots Formaat, kleur, coderingsindeling, video-bitrate, video-ondertiteling
Hyperlapse Fototype, opnamekader, indeling
Pano Fototype
• Algemene instellingen
Anti-ikkerien Indien ingeschakeld, wordt de beeldflikkering die door de
Histogram Indien ingeschakeld, kunnen gebruikers het scherm controleren
Piekniveau Wanneer deze optie is ingeschakeld in de MF-modus, worden de
Waarschuwing voor overmatige blootstelling
Rasterlijnen Schakel rasterlijnen in zoals diagonale lijnen, negen vierkante
Framegeleider Wanneer de framegeleider is ingeschakeld, wordt een schaduwmasker
Witbalans Stel in op automatisch of pas de kleurtemperatuur handmatig aan.
lichtbron wordt veroorzaakt, verminderd wanneer u fotografeert in omgevingen met licht.
In de Pro-stand wordt anti-flicker alleen van kracht als de
sluitertijd en ISO zijn ingesteld op automatisch.
om te zien of de belichting geschikt is.
objecten in focus rood omlijnd. Hoe hoger het piekniveau, hoe dikker de contour.
Indien ingeschakeld, wordt het gebied voor overbelichting
geïdenticeerd met diagnostische lijnen.
rasters en middelpunt.
weergegeven in de liveweergave om gebruikers te helpen bij het samenstellen van het beeld.
De beeldgids heeft geen invloed op de opnameverhouding
en is alleen zichtbaar in de opnamestand.
  © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
100
Loading...