Dji Dock User Manual v1.4 [nl]

Dockbundel
Gebruikershandleiding
2023.06v1.4
Het copyright voor dit document rust bij DJI, met alle rechten voorbehouden. Tenzij anderszins toegestaan door DJI, komt u niet in aanmerking om het document of enig deel van het document te gebruiken noch om anderen toe te staan deze te gebruiken door het document te reproduceren, over te dragen of te verkopen. Gebruikers mogen dit document en de inhoud ervan alleen raadplegen als gebruiksaanwijzing voor DJI UAV. Het document mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
 Zoeken naar trefwoorden
 Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat hoofdstuk te navigeren.
 Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
2

Het gebruik van deze handleiding

Legenda

Belangrijk Hints en tips

Lezen voor gebruik

DJITM biedt gebruikers instructievideo's en de volgende documenten.
1. Veiligheidsrichtlijnen
2. Beknopte installatiehandleiding
3. Handleiding voor installatie en instelling
4. Gebruikershandleiding
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u voor het eerst aan de slag gaat. Bereid u voor op de installatie van het dock en de eerste vlucht door de beknopte installatiehandleiding te lezen. Raadpleeg de handleiding voor installatie en instelling en deze gebruikershandleiding voor meer informatie.
• DJI Dock moet worden geïnstalleerd en ingesteld door een geautoriseerde dienstverlener. Ongeautoriseerde installatie en set-up kan leiden tot veiligheidsrisico's. Neem contact op met DJI Support voor meer informatie over geautoriseerde dienstverleners.

DJI Assistant 2 downloaden

Download en installeer DJI ASSISTANTTM 2 (Enterprise-serie) via de onderstaande link:
https://www.dji.com/dock/downloads

Instructievideo's

Ga naar het onderstaande adres of scan de QR-code om de instructievideo's te bekijken, waarin u kunt zien hoe u het product veilig kunt gebruiken.
https://www.dji.com/dock/video
• De bedrijfstemperatuur van DJI Dock is -35 °C tot 50 °C en de die van de drone is -20 °C tot 50 °C. Beide producten voldoen NIET aan de standaard bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen van -55 °C to 125 °C, die vereist is om een grotere omgevingsvariabiliteit te doorstaan. Gebruik de producten op de juiste manier en alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de bedrijfstemperatuur gelden.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
3
Inhoud
Het gebruik van deze handleiding 3
Legenda 3
Lezen voor gebruik 3
DJI Assistant 2 downloaden 3
Instructievideo's 3
Kenmerken van het product 7
Inleiding 7
Belangrijkste functies 8
Overzicht 9
Vluchtprocedure 12
Vliegveiligheid 14
Naleving van de regelgeving 14
Vereisten voor omgeving en draadloze communicatie 15
Vluchtbeperkingen en ontgrendelen 16
Afstandsbediening B 20
Checklist vluchttest 22
Dock 26
Schakelkast 26
Dockafdekking 29
Noodstopknop 33
Omgevingssensoren 34
Landingsplatform 36
RTK-module van het dock 37
Airconditioning-systeem 37
Back-up-accu 38
Netwerkverbinding van het dock 39
IP-classificatie van het dock 40
Drone 42
Vliegstanden 42
Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor 42
Return to Home 46
Statuslampjes drone 51
Bakens en hulpverlichting 52
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
4
Propellers 54
FPV-camera 56
Camera's 56
Gimbal 58
RTK-drone 59
IP-classificatie van de drone 59
Intelligent Flight Battery 60
DJI FlightHub 2 65
Cloudbeheer 65
Realtime informatie over het apparaat 67
Dockbeheer 74
Bijlage 79
Drone-instellingen met de afstandsbediening 79
Firmware-update 79
Toegang tot een cloudplatform van derden 80
Technische gegevens 81
Ladingen van derden gebruiken 87
Lijst met oplossingen voor problemen 89
Informatie over naleving van FAR-ID op astand 90
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
5
Kenmerken van het product
In dit hoofdstuk maakt u kennis met de Dockbundel. Ook wordt hier een overzicht van de onderdelen van het dock en de drone gegeven.

Kenmerken van het product

Inleiding

DJITM Dock is een automatisch platform voor onbemande bediening met een sterk geïntegreerd ontwerp, inclusief een camera met ultra-groothoek, windsnelheidsmeter, neerslagmeter, communicatieantennes, RTK-module en UPS-voeding. DJI Dock kan zich zeer goed aanpassen aan elke omgeving. Met een ingebouwde bliksembeveiliging en een beschermingsniveau van IP55 (zie de IEC 60529-norm) kan DJI Dock zelfs in veeleisende klimaten werken. Het langste onderhoudsinterval is zes maanden geleverd met een snellaadmodule en TEC-airconditioner, waardoor de accu binnen korte tijd kan afkoelen. Het duurt ongeveer 25 minuten laden. En de actieradius is tot 7 km.
[3]
Eén DJI Dock weegt minder dan 105 kg en heeft een
[2]
om de accu van 10% tot 90% op te
afmeting kleiner dan 1 vierkante meter. Ook kan hij snel geïnstalleerd en geconfigureerd worden.
De DJI MATRICE
TM
30-serie (M30/M30T) Dock-versie is uitgerust met een vluchtbesturingssysteem met meerdere redundanties, een systeem met 6 richtingen en positionering performance belasting met meerdere camera's en een nieuwe FPV-nachtvisie-camera, Return to Home en obstakeldetectie. De drone heeft een maximale vliegtijd van ongeveer 40 minuten.
[5]
DJI FlightHub 2 is een cloudgebaseerd platform voor het beheer van drone-taken, waarmee gebruikers vliegroutes kunnen plannen, vluchttaakplannen kunnen instellen, livestreams kunnen bekijken, mediabestanden kunnen uploaden en downloaden, en op afstand fouten kunnen opsporen. Hij kan ook samenwerken met DJI Dock en de Matrice 30-serie Dock-versie drone, om onbemande operaties uit te voeren. Zodoende kan een efficiënt beheer van vluchttaken en het apparaat kan worden verwezenlijkt.
[1] Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de frequentie van DJI Dock-operaties,
wordt aanbevolen om het onderhoud om de zes maanden of minder uit te voeren.
[2] Gemeten bij een temperatuur van 25 °C. Naarmate de temperatuur stijgt, neemt de koeltijd
van de accu toe en wordt de uitvaltijd verlengd.
[3] Gemeten in omgevingen zonder transmissie of signaalinterferentie, en windsnelheden
<4 m/s, waar de drone een vluchtsnelheid heeft van 15 m/s en 20% accu behoudt als veiligheidsbuffer voor het landen.
[4] Het zichtsysteem en infrarooddetectiesysteem worden beïnvloed door omgevingsomstandigheden.
Raadpleeg het gedeelte Zichtsysteem en infrarooddetectiesysteem voor meer informatie.
[5] Gemeten in een windloze omgeving met een constante vliegsnelheid van 10 m/s. Dit mag
alleen ter referentie worden gebruikt. De werkelijke gebruikstijd kan variëren afhankelijk van de omgeving, de vluchtmodus en het gebruik van accessoires.
[1]
. DJI Dock wordt
[4]
, een high-
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
7
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Belangrijkste functies

Geautomatiseerde bewerkingen: Dankzij het krachtige aanpassingsvermogen kan DJI Dock in veeleisende omgevingen werken. DJI Dock kan ook samenwerken met Matrice 30-serie Dock-versie drone, om automatische vluchttaken uit te voeren, de accu op te laden en te beheren, de temperatuur en vochtigheid te regelen en onbemande handelingen te verrichten.
Nauwkeurige positionering en vlucht: De interne RTK-module van DJI Dock kan een dual­band multi-modus GNSS-signaal ontvangen, waardoor zeer nauwkeurige gegevens voor plaatsbepaling op de centimeter kunnen worden geleverd. Nauwkeurig vliegen en landen kan worden bereikt wanneer hij het Matrice 30-serie Dock-versie drone wordt gebruikt.
Videotransmissie: De Matrice 30-serie Dock-versie drone is uitgerust met O3 Enterprise­technologie (OCUSYNCTM 3.0 Enterprise) voor langeafstandstransmissie, waardoor gebruikers kunnen beschikken over een verbeterde transmissiekwaliteit en veiliger kunnen vliegen in complexe omgevingen.
Cloudbeheer: DJI FlightHub 2 ondersteunt de planning van vluchttaken en het apparaatbeheer van het dock. Gebruikers kunnen vluchttaakplannen instellen op basis van actuele behoeften. De drone zal automatisch opstijgen volgens vooraf ingestelde taakplannen, en de mediabestanden worden automatisch geüpload naar DJI FlightHub
2. Tijdens het werk kunnen livestreams en realtime informatie over het apparaat op afstand worden bekeken om het werkterrein te controleren. Gebruikers kunnen ook de bedieningsstatus van het dock en de drone bekijken en fouten op afstand opsporen, waardoor het apparaat gemakkelijker beheerd kan worden.
[1] De coördinaten van het dock moeten gekalibreerd worden om zo een nauwkeurige
absolute positie te verkrijgen wanneer het dock geconfigureerd wordt.
[2] Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding voor DJI FlightHub 2, die u kunt
downloaden van de officiële DJI-website: https://www.dji.com/flighthub-2/downloads
[2]
[1]
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
8

Overzicht

DJI Dock
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
1. Statusindicatoren
2. Antennes voor interne
videotransmissie
3. Armen dockafdekking
4. Matrice 30-serie Dock-
versie
5. Bouten
landingsplatform
6. Windsnelheidsmeter
7. Geïntegreerde beveiligingscamera
8. Hulpverlichting camera
9. Neerslagmeter
10. Propellerbumpers dockafdekking
11. Noodstopknop
12. Driehoekige vergrendeling schakelkast
13. Montage basisbeugels
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
9
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
21
Matrice 30-serie Dock-versie
18
17
15
16
14
4
5
4
3
7
10
11
1
2
8
7
9
13
12
5
3
4
6
4
2
0
19
1. FPV-camera
2. Voorwaarts infrarood detectiesysteem
3. Voorwaarts zichtsysteem
4. Linker en rechter zichtsystemen
5. Linker- en rechter infrarood detectiesystemen
6. Kaartgleuf voor micro-SD
7. Opwaarts zichtsysteem
8. Opwaarts infraroodsensorsysteem
9. Aan-uitknop/indicatielampje
10. PSDK-poort
11. Omhooggericht baken
21
M30T
M30
22
12. Assistant-poort
13. Knoppen Framearm invouwen
14. Frame-armen
15. Motoren
16. Propellers
17. Statuslampjes achterkant drone
18. GNSS-antennes
19. Videotransmissie-antennes
20. Ledlampjes voorzijde
21. Gimbal en camera
[1]
22. Oplaadpoorten
[1] De M30 en M30T zijn met verschillende
camera's uitgerust. Raadpleeg het daadwerkelijk gekochte product.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
10
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
23 23
25
26
27
2
8
29
24
30 30
31
32
32
33
23. Achterwaarts zichtsysteem
24. Achterwaarts infrarooddetectiesysteem
25. Ventilatieopening
26. TB30 Intelligent Flight Battery
27. Ledlampjes voor accuniveau
Achteraanzicht
28. Knop voor accuniveau
29. Accu vergrendelen/ontgrendelen
30. Neerwaarts zichtsysteem
31. Neerwaarts infraroodsensorsysteem
32 Onderste hulplicht
33. Omlaag gericht baken
Onderaanzicht
• Demonteer het product NIET zonder hulp van een erkende DJI-dealer (met uitzondering van onderdelen die volgens deze handleiding door gebruikers mogen worden gedemonteerd). U loopt anders het risico dat de garantie vervalt.
DJI RC Plus-afstandsbediening
De afstandsbediening DJI RC Plus kan worden gebruikt om het dock te configureren en te fouten op te sporen. De afstandsbediening kan voor handmatige vluchtbesturing ook als afstandsbediening B aan de drone gekoppeld worden. Raadpleeg het hoofdstuk Afstandsbediening B voor meer informatie.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
11
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Dock verbinden met project
(Apparaatbeheer)
Vluchtroute bewerken
(Bibliotheek vluchtroute)
Vluchttaak plannen
(Bibliotheek met taakplannen)
Realtime projectgegevens
Mediabestanden bekijken
(Mediabestanden)
Drone aanzetten
Open dockafdekking
Duwstangen terugtrekken
Drone stijgt op
Dockafdekking sluiten
Terugkeer drone naar dock
Open dockafdekking
Drone aan het landen
Live luchtbesturing
Trek de duwstangen terug
Terugkeer drone naar
het midden
Dockafdekking sluiten Propellers draaien en
opvouwen
Mediabestanden uploaden
naar
DJI FlightHub 2
Schakel de drone uit
Batterijen opladen
Wacht op volgende vlucht
Vlieghoogte
Vluchtsnelheid
Pannen/kantelen van
de gimbal
Camera-actie
… …
Vluchttraject
Statussen van het apparaat
Waarschuwingsberichten
Livestreams
Timer plannen
Hoogte RTH
Actie voor signaalverlies
Onderhoud van het apparaat
Gegevens van het apparaat
Foutopsporing op afstand
Rapport van de kwestie
Foto's
Livestream-bestanden
DJI FlightHub 2
Het dock en de drone

Vluchtprocedure

De operationele procedure in FlightHub 2 en de geautomatiseerde vluchtprocedure van het dock en de drone zijn weergegeven in de afbeelding:
Vluchtroute hervatten
Controle krijgen
Automatische vlucht
RTH
• Raadpleeg voor meer informatie de Gebruikershandleiding van de
DJI FlightHub 2, die u kunt downloaden van de officiële DJI-website: https://www.dji.com/flighthub-2/downloads
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
12
Vliegveiligheid
Dit hoofdstuk geeft u informatie over de naleving van de regelgeving, de vluchtomgeving en de vereisten voor draadloze communicatie. Ook geeft het een inleiding tot de bediening van afstandsbediening B en de checklist voor de vluchttest.

Vliegveiligheid

Naleving van de regelgeving

1. NIET gebruiken in de nabijheid van bemande drones. Wees GEEN stoorzender van bemande vliegtuigen. Wees alert en zorg ervoor dat er zich geen andere drones in het operationele luchtruim bevinden.
2. Vlieg NIET met de drone in gebieden waar grote evenementen worden gehouden, inclusief maar niet beperkt tot sportevenementen en concerten.
3. Vlieg NIET met de drone in gebieden waar dit verboden is door de lokale wetgeving. Verboden gebieden zijn luchthavens, nationale grenzen, grote steden en dichtbevolkte gebieden, locaties van grote gebeurtenissen, gebieden waar noodsituaties hebben plaatsgevonden (zoals bosbranden) en locaties met gevoelige structuren (zoals kerncentrales, elektriciteitscentrales, waterkrachtcentrales, correctiefaciliteiten, zwaar bereisde wegen, overheidsfaciliteiten en militaire zones).
4. Vlieg met de drone NIET boven de toegestane hoogte. Gebruik de drone NIET om illegale of gevaarlijke goederen of ladingen te vervoeren.
5. Zorg ervoor dat u de aard/het soort van uw vliegactiviteit begrijpt (zoals voor recreatieve doeleinden, voor openbaar gebruik of voor commercieel gebruik) en dat u voorafgaand aan de vlucht de vereiste goedkeuringen en toestemmingen van de betreffende overheidsinstellingen verkregen hebt. Raadpleeg uw lokale toezichthouders voor alle uitgebreide definities en specifieke vereisten. Voor op afstand bestuurde drones kan in bepaalde landen en regio's een verbod gelden voor het uitvoeren van commerciële activiteiten. Controleer en volg alle lokale wetten en verordeningen voordat u gaat vliegen, aangezien deze regels kunnen afwijken van de hier vermelde regels.
6. Respecteer de privacy van anderen wanneer u de camera gebruikt. Voer GEEN surveillance-activiteiten uit zoals beeldregistratie, geluidsopnamen of video-opnamen maken van personen, entiteiten, evenementen, voorstellingen, tentoonstellingen of eigendommen zonder vergunning of wanneer er een verwachting van privacy bestaat, zelfs indien de afbeelding of video slechts wordt vastgelegd, of indien het geluid slechts wordt opgenomen, voor persoonlijk gebruik.
7. Houd er rekening mee dat het maken van beelden en video's van evenementen, optredens, tentoonstellingen of commerciële eigendommen door middel van een camera in bepaalde gebieden in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten, zelfs als het beeld of de video voor persoonlijk gebruik opgenomen wordt.
8. Gebruik dit product NIET voor illegale of ongepaste doeleinden zoals spionage, militaire operaties of ongeoorloofde onderzoeken. Begeef u niet op het privéterrein van anderen. Gebruik dit product NIET om anderen te belasteren, te misbruiken, lastig te vallen, te stalken, te bedreigen of om op enigerlei andere wijze de rechten van anderen te schenden zoals privacy- en publiciteitsrechten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
14
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Vereisten voor omgeving en draadloze communicatie

1. Voer met de drone GEEN vlucht uit bij slechte weersomstandigheden, waaronder harde wind (snelheden van meer dan 12 m/s), zandstormen, sneeuw, regen, smog, hagel, bliksem, tornado's of orkanen.
2. Vermijd obstakels, drukte, bomen en water (aanbevolen hoogte is ten minste 3 m boven water).
3. Wees zeer alert als u in de buurt vliegt van gebieden met magnetische of radiostoringen. Het wordt aanbevolen om tijdens de vluchttests de afstandsbediening in te stellen als afstandsbediening B. Let goed op de kwaliteit van de video-overdracht en de signaalsterkte op DJI Pilot 2. Bronnen van elektromagnetische interferentie omvatten, maar zijn niet beperkt tot: hoogspanningslijnen, grote onderstations of mobiele basisstations en zendmasten. De drone kan zich vreemd gedragen of onbestuurbaar worden wanneer deze in gebieden met te veel interferentie vliegt. Keer terug naar het dock, land de drone en maak toekomstige taakplannen totdat de vluchttest stabiel is.
4. Gebruik de drone in open gebieden. Hoge gebouwen, stalen constructies, bergen, rotsen of hoge bomen kunnen invloed hebben op de nauwkeurigheid van het GNSS en blokkeren mogelijk het videotransmissiesignaal.
5. Voorkom verstoring tussen het dock en andere draadloze apparatuur. Het wordt aanbevolen om wifi- en Bluetooth-apparaten in de buurt uit te schakelen.
6. De prestaties van de drone en de accu zijn beperkt wanneer u op grote hoogtes vliegt. Vlieg voorzichtig.
7. Gebruik de drone of het dock NIET in een omgeving met gevaar voor brand of explosie.
8. Gebruik het dock en de drone alleen voor toepassingen alleen binnen het bedrijfstemperatuurbereik. De bedrijfstemperatuur van het dock is -35 °C tot 50 °C en de bedrijfstemperatuur van de drone is -20 °C tot 50 °C. In omgevingen met lage temperaturen moet worden gecontroleerd of de dockafdekking en de drone bedekt zijn met sneeuw en ijs, en of de propellers bevroren zijn met behulp van de livestream van de dockcamera.
9. Zorg ervoor dat u voor de vlucht een alternatieve landingsplaats instelt. De drone zal naar de alternatieve landingsplaats vliegen wanneer de omstandigheden in het dock niet geschikt zijn om te landen. Volg de instructies in DJI Pilot 2 om een alternatieve landingsplaats in te stellen bij het configureren van het dock. Er moet een duidelijk bord worden opgesteld in de buurt van de alternatieve landingsplaats. Zorg ervoor dat het gebied binnen de straal van vijf meter van de alternatieve landingsplaats vrij is van obstakels.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
15
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Vluchtbeperkingen en ontgrendelen

GEO (Geospatial Environment Online)-systeem
Het Geospatial Environment Online (GEO)-systeem van DJI is een wereldwijd informatiesysteem dat realtime informatie biedt over vluchtveiligheids- en beperkingsupdates en voorkomt dat UAV's in beperkte luchtruimen vliegen. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen beperkte gebieden worden ontgrendeld om vliegen toe te staan. Daarvoor moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen op basis van het huidige beperkingsniveau in het beoogde vluchtgebied. Het GEO­systeem voldoet mogelijk niet volledig aan de lokale wet- en regelgeving. Gebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen vliegveiligheid en moeten de lokale autoriteiten raadplegen over de relevante wettelijke en reglementaire vereisten voordat ze verzoeken om een vlucht in een beperkt gebied te ontgrendelen.
GEO-zones
Het GEO-systeem van DJI geeft veilige vluchtlocaties aan, biedt risiconiveaus en veiligheidsmededelingen voor individuele vluchten en biedt informatie over beperkte luchtruimtes. Alle gebieden met beperkte vluchten worden GEO-zones genoemd, die verder zijn onderverdeeld in zones met beperkte toegang, autorisatiezones, waarschuwingszones, verbeterde waarschuwingszones en hoogtezones. GEO-zones omvatten, maar zijn niet beperkt tot, luchthavens, locaties van belangrijke gebeurtenissen, gebieden waar zich noodsituaties hebben voorgedaan (zoals bosbranden), kerncentrales, correctiefaciliteiten, overheidsfaciliteiten en militaire zones. Gebruikers kunnen in DJI FlightHub 2 realtime GEO-informatie bekijken.
Standaard beperkt het GEO-systeem vluchten naar of opstijgen binnen zones die veiligheids- of beveiligingsproblemen kunnen veroorzaken. Een GEO-zonekaart met uitgebreide informatie over GEO-zones over de hele wereld is beschikbaar op de officiële DJI-website: https://fly-safe.dji.com/nfz/nfz-query. De instellingen en waarschuwingen van DJI voor activiteiten binnen GEO-zones zijn alleen bedoeld om de gebruiker te helpen bij het waarborgen van de vliegveiligheid en garanderen NIET dat alle lokale wet- en regelgeving volledig wordt nageleefd. Voor elke vluchttaak is de gebruiker verantwoordelijk voor het inwinnen van advies over de relevante lokale wetten, voorschriften en vereisten, en voor de veiligheid van zijn eigen drone.
Vluchtbeperkingen in GEO-zones
De volgende sectie beschrijft in detail de vluchtbeperkingen voor de bovengenoemde GEO-zones.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
16
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
GEO-zone Vliegbeperking Scenario
UAV's mogen niet vliegen in restrictiezones. Als u
Restrictiezones (Rood)
toestemming heeft gekregen om in een restrictiezone te vliegen, ga dan naar https://fly-safe.dji.com/unlock of neem contact op met
De drone kan niet opstijgen en er verschijnt een prompt in DJI FlightHub 2 wanneer de vliegroute door de verboden gebieden vliegt.
flysafe@dji.com om de zone te ontgrendelen.
De drone kan niet opstijgen en er verschijnt een prompt in DJI FlightHub 2 wanneer de vliegroute door de autorisatiezones vliegt. Om in een autorisatiezone te vliegen, moet de gebruiker een verzoek tot ontgrendeling van de licentie indienen en de licentie
Autorisatiezones (Blauw)
De drone kan niet opstijgen in een autorisatiezone, tenzij hij toestemming krijgt om in het gebied te vliegen.
synchroniseren met het dock in de DJI Pilot 2-app.
Waarschuwingszones (geel)
Geavanceerde waarschuwingszones
De drone kan in de zone vliegen.
De drone kan in de zone vliegen. Bekijk GEO-informatie in DJI FlightHub 2 en blijf alert.
(oranje)
De drone kan niet opstijgen en
Hoogtezones (grijs)
De hoogte van de drone is beperkt wanneer u binnen een hoogtezone vliegt.
er verschijnt een melding in DJI FlightHub 2 wanneer de geplande vluchthoogte de maximale hoogte van de drone overschrijdt.
Zorg er bij het aanmaken van een vluchttaak in de bibliotheek voor taakplannen voor, dat de geselecteerde vliegroute niet door GEO-zones loopt en dat de RTH­hoogte en de hoogte van de vliegroute ten minste 5 m onder de hoogtelimiet liggen. Het wordt aanbevolen dat de vliegroute een horizontale afstand van ten minste 20 m tot de GEO-zone aanhoudt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
17
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Bufferzone
Bufferzones voor beperkte zones/autorisatiezones: om te voorkomen dat de drone per ongeluk in een beperkte of autorisatiezone vliegt, creëert het GEO-systeem een bufferzone van ongeveer 20 meter breed buiten elke beperkte en autorisatiezone. Zoals getoond in de onderstaande afbeelding, kan de drone alleen opstijgen en landen uit de buurt van een beperkte of autorisatiezone als het zich binnen de bufferzone bevindt. De drone kan niet naar de beperkte of autorisatiezone vliegen tenzij een ontgrendelingsverzoek is goedgekeurd. De drone kan na het verlaten van de bufferzone niet terugvliegen naar de bufferzone.
Bufferzones voor hoogtezones: buiten elke hoogtezone wordt een bufferzone van ongeveer 20 meter breed ingesteld. Zoals in de onderstaande afbeelding te zien is, zal de drone bij het naderen van de bufferzone van een hoogtezone in horizontale richting de vliegsnelheid geleidelijk verminderen en buiten de bufferzone zweven. Wanneer de drone de bufferzone van onderen in verticale richting nadert, kan het stijgen en dalen of wegvliegen van de hoogtezone. De drone kan niet naar de hoogtezone vliegen. De drone kan na het verlaten van de bufferzone niet in een horizontale richting terugvliegen naar de bufferzone.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
18
20 m
Beperkte zones/
Autorisatie zones
20 m
Hoogte zone
Maximale snelheid beperken
20 m
20 m
5m
Vlieghoogte
Bufferzone
Grond
Grond
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
GEO-zones ontgrendelen
Om aan de behoeften van verschillende gebruikers te voldoen, biedt DJI twee ontgrendelingsmodi: zelfontgrendeling en aangepaste ontgrendeling. Gebruikers kunnen een verzoek indienen op de website van DJI Fly Safe.
Zelfontgrendelen is bedoeld voor het ontgrendelen van autorisatiezones. Om Self­Unlocking te voltooien, moet de gebruiker een verzoek tot ontgrendeling indienen via de DJI Fly Safe-website op https://fly-safe.dji.com/unlock Zodra het verzoek tot ontgrendeling is goedgekeurd, kan de gebruiker de ontgrendelingslicentie synchroniseren met het dock met behulp van de DJI Pilot 2-app en de zone ontgrendelen. De gebruiker kan een ontgrendelde periode aanwijzen waarin meerdere vluchten kunnen worden uitgevoerd.
Aangepaste ontgrendeling is afgestemd op gebruikers met speciale vereisten. Het wijst door de gebruiker gedefinieerde aangepaste vluchtgebieden aan en biedt vluchtmachtigingsdocumenten die specifiek zijn voor de behoeften van verschillende gebruikers. Deze ontgrendelingsoptie is beschikbaar in alle landen en regio's en kan worden aangevraagd via de DJI Fly Safe-website op https://fly-safe.dji.com/unlock.
Ga voor meer informatie over ontgrendelen naar https://fly-safe.dji.com of neem contact op met flysafe@dji.com.
Maximale hoogte- en afstandsbeperkingen
De maximale vlieghoogte beperkt de vlieghoogte van een drone, terwijl de maximale vliegafstand de vliegradius van een drone rond het dock beperkt. Voor verbeterde vliegveiligheid kunnen deze limieten met behulp van de DJI FlightHub 2 worden ingesteld. De maximale vlieghoogte is standaard 120 m. Vlieg op lagere hoogtes dan de maximale hoogte in overeenstemming met alle plaatselijke wetten en voorschriften.
* Beperkingen ten aanzien van de vluchthoogte variëren per regio. Vlieg NIET boven de
maximale hoogte die in de lokale wet- en regelgeving is bepaald.
*
Max. hoogte
Startpunt
Max. radius
Hoogte van de drone wanneer ingeschakeld
Startpunt niet handmatig bijgewerkt tijdens de vlucht
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
19
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Vliegbeperkingen DJI FlightHub 2 prompt
Max. hoogte De hoogte van de drone mag
de ingestelde waarde in DJI FlightHub 2 niet overschrijden.
Max. afstand De rechte afstand van de drone
tot het startpunt mag niet groter zijn dan de max. vliegafstand die is ingesteld in DJI FlightHub 2.
• De drone kan niet opstijgen als het GNSS-signaal zwak is.
• Laat de drone om veiligheidsredenen NIET dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations, treinsporen, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen.
De hoogte van de vliegroute overschrijdt de maximale hoogte, het dock kan geen vluchttaak uitvoeren.
Vluchtrouteafstand overschrijdt maximale afstand, het dock kan geen vluchttaak uitvoeren.

Afstandsbediening B

De afstandsbediening DJI RC Plus kan als controller B aan de drone worden gekoppeld. Tijdens vluchttests ter plaatse kan de afstandsbediening de controle overnemen en de vlucht handmatig regelen. Nadat de afstandsbediening de controle heeft gekregen, houdt u de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt en zal de drone terugkeren naar het dock.
Koppelen van de afstandsbediening B
Het dock is al aan de drone gekoppeld wanneer deze samen in de dockbundel worden aangeschaft. Koppel de afstandsbediening aan de drone als afstandsbediening B volgens de onderstaande stappen:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Open DJI Pilot 2, tik op Controller A > Schakel over naar Controller B.
3. Houd de aan-uitknop van de drone minstens 5 seconden ingedrukt.
4. Als het koppelen is gelukt, geeft de afstandsbediening twee pieptonen.
Controle overnemen met afstandsbediening B
1. Om controle over de drone te krijgen, drukt u linksboven op de afstandsbediening op de drone-controleknop en vervolgens op de oranje pauzeknop rechtsboven om de vlucht handmatig te regelen.
2. Tik op controle te krijgen over de gimbalcamera.
©
20
in de rechterbovenhoek van de gimbalcameraweergave in DJI Pilot 2 om
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Zorg ervoor dat u eerst het dock aan de drone koppelt en vervolgens aan afstandsbediening B.
• De afstandsbediening is niet inbegrepen in de Matrice 30-serie Dockbundel. Let op de vliegveiligheid bij handmatige besturing met de afstandsbediening. Ga naar https://www.dji.com/cn/matrice-30/downloads, en lees, begrijp en volg de instructies in de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen en de gebruikershandleiding.
• Werk het Startpunt NIET bij nadat u de controle heeft gekregen. Anders kan de drone niet naar het dock terugkeren.
Bediening van het dock en de afstandsbediening
1. De controle over de drone is onafhankelijk van de controle over de gimbalcamera. De bedieningssticks worden gebruikt voor het bedienen van de gimbal als de afstandsbediening alleen controle heeft over de gimbalcamera. Wanneer de afstandsbediening volledige controle heeft, worden de bedieningssticks gebruikt voor het besturen van de drone en de draaiknoppen voor het aanpassen van de gimbalbeweging.
2. Standaard krijgt het dock dat met de drone is verbonden de controle over zowel de drone als de gimbalcamera, terwijl de afstandsbediening geen controle krijgt.
3. Alleen de afstandsbediening met drone-besturing kan worden gebruikt om RTH te starten of te annuleren. Alleen de afstandsbediening met besturing van de gimbalcamera kan worden gebruikt om de relevante instellingen voor de gimbal, de camera en om mediabestanden te downloaden of af te spelen.
4. Het dock neemt voor elke vluchttaak automatisch de controle van de drone over. Er zal een mechanisme voor controleoverdracht geactiveerd worden als het dock of de afstandsbedieningen wordt losgekoppeld van de drone. Wanneer dit gebeurt, zal de besturing overgaan naar de besturing die nog steeds verbonden is met de drone. Als het dock wordt losgekoppeld van de drone, ontvangt de andere afstandsbediening een melding dat de gebruiker de besturing van de drone handmatig kan overnemen. Als de piloot van de afstandsbediening ervoor kiest de controle over de drone niet over te nemen, zal de drone automatisch de actie voor signaalverlies uitvoeren. Ook wanneer de piloot van de aangesloten afstandsbediening binnen een bepaalde periode geen van beide opties kiest, zal de drone de actie voor signaalverlies uitvoeren.
5. Als de losgekoppelde afstandsbediening tijdens de vlucht opnieuw verbinding maakt met de drone, wordt de vorige controle niet hervat en heeft deze standaard geen controle over een apparaat.
6. RTH kan niet worden geactiveerd in DJI FlightHub 2 nadat afstandsbediening B de controle heeft gekregen. Als afstandsbediening B van de drone wordt losgekoppeld (bijvoorbeeld wanneer de afstandsbediening wordt uitgeschakeld of het videosignaal wegvalt) zal het dock automatisch de controle over de drone overnemen. De drone kan de lopende vluchttaak voortzetten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
21
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
7. Als de afstandsbediening tijdens een vluchttaak in de N-modus de controle krijgt, zal de drone de vluchttaak voortzetten. Als de vluchtmodus wordt overgeschakeld naar een andere modus, wordt de vluchttaak onderbroken en wordt RTH geactiveerd. Als de afstandsbediening in een andere vluchtmodus de controle krijg, wordt de vluchttaak onderbroken en wordt RTH geactiveerd.
8. De afstandsbediening kan worden gebruikt om het vluchtbesturingssysteem, het sensorsysteem en andere instellingen voor de drone te wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie over de Drone-instellingen het gedeelte Het gebruik van de afstandsbediening.
9. Zowel de firmware van het dock als van de drone kan in DJI FlightHub 2 worden bijgewerkt, maar met de afstandsbediening kan alleen de firmware van de afstandsbediening worden bijgewerkt.
10. Gebruikers kunnen de logs van zowel het dock als van de drone in DJI FlightHub 2 uploaden, en kunnen de logs van de afstandsbediening met behulp van de afstandsbediening uploaden.
11. Afstandsbediening B kan niet worden gebruikt om de Fly Safe-database bij te werken.

Checklist vluchttest

Na het toevoegen van een nieuwe vliegroute of het wijzigen van de instellingen van de vliegroute, wordt aanbevolen ter plaatse een vliegtest uit te voeren om de juiste werking van het dock te garanderen.
Checklist ter plaatse
Zorg ervoor dat er geen vreemd voorwerp in de accupoorten van de drone zit.
Zorg ervoor dat de TB30-accu's stevig zijn geïnstalleerd en dat de accu-
ontgrendelingsschakelaars vergrendeld zijn.
Zorg ervoor dat de propellers stevig zijn gemonteerd en niet beschadigd of vervormd
zijn, dat er geen vreemde voorwerpen in of op de motoren of propellers zitten, dat de propellerbladen en -armen uitgeklapt zijn en dat de vouwknoppen van de framearm in de vergrendelde stand naar buiten zijn gedrukt.
Zorg ervoor dat de lenzen van de zichtsystemen, FPV, gimbal-camera's, het glas
van de infraroodsensoren en de hulplampen schoon zijn en op geen enkele manier geblokkeerd.
Zorg ervoor dat de cardanophanging ontgrendeld is en dat de camera naar de
voorkant van de drone is gericht.
Zorg ervoor dat de afdekkingen van de microSD-kaartsleuf, de assistent en de PSDK-
poort goed zijn gesloten.
Zorg ervoor dat de windsnelheidsmeter goed draait en dat het oppervlak van de
neerslagmeter vrij is van vuil of vreemde voorwerpen.
Zorg ervoor dat het oppervlak van het landingsplatform schoon en vrij van obstakels is.
Zorg ervoor dat de noodstopknoppen worden losgelaten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
22
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Pas de drone-instellingen aan op uw behoeften met de afstandsbediening (apart
verkrijgbaar). Controleer de instellingen van de remafstand van het obstakel, de waarschuwingsafstand, de instellingen van de cardanische camera en de RTK van de drone. Handhaaf de modus “Nauwkeurigheid positiebepaling” in de DJI Pilot 2 App. Raadpleeg het gedeelte Instellingen van de drone met afstandsbediening B voor meer informatie.
DJI FlightHub 2 Checklist
Open de DJI FlightHub 2 project-pagina, klik op > en controleer het volgende:
a. Zorg ervoor dat de dockstatus inactief is en dat de drone-status in stand-by staat of
is uitgeschakeld.
b. Zorg ervoor dat de windsnelheid, omgevingstemperatuur en neerslag binnen een
redelijk bereik liggen en dat de netwerkverbinding van het dock stabiel is.
c. Klik op Live om dock-livestream te openen. Zorg ervoor dat het oppervlak van de
dockafdekking vrij is van obstakels en sneeuw of ijs.
d. Klik op Actie om de status van het apparaat te controleren. Zorg ervoor dat de
RTK van het dock gekalibreerd is en de RTK-data geconvergeerd zijn, dat het satellietsignaal goed is en dat de opslag van het apparaat voldoende vrije ruimte heeft.
e. Zorg ervoor dat u de obstakeldetectie van de drone heeft ingeschakeld. Zorg ervoor
dat u de bakens van de drone voor ’s nachts aanzet. Zorg ervoor dat u de maximale hoogte, de maximale afstand en alternatieve routehoogte instelt in op basis van huidige vluchtomstandigheden.
Zorg ervoor dat de dock- en de dronefirmware zijn bijgewerkt naar de nieuwste versie
op de Apparaten-pagina.
Zorg ervoor dat er een alternatieve landingsplaats is ingesteld.
Controleer de volgende instellingen van de vluchtroute:
a. Zorg ervoor dat de vliegroute niet door GEO-zones loopt en dat de vliegroute een
horizontale afstand van ten minste 20 m tot de GEO-zone aanhoudt.
b. Controleer het startpunt, de hoogtemodus en de vlieghoogte. Wanneer u in de buurt
van een GEO-zone vliegt, wordt het aanbevolen de vlieghoogte ten minste 5 m lager in te stellen dan de hoogtegrens van de GEO-zone.
Zorg er bij het maken van een taakplan voor dat u een RTH-hoogte ten minste 5 m
lager instelt dan de hoogtelimiet van de GEO-zone.
Let tijdens de vluchttest op de hoogte van de vlucht, de vluchtsnelheid, het accuniveau
en andere vluchtparameters.
Verdeel het luchtruim voor vluchten wanneer er meerdere drones tegelijkertijd vliegen,
om botsingen in de lucht te voorkomen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
23
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Om veiligheidsredenen wordt aanbevolen vóór de vluchttests de afstandsbediening te koppelen als afstandsbediening B.
• Zorg er bij het importeren van vluchtroutes naar DJI FlightHub 2 voor dat de RTK-signaalbron van de vluchtroute dezelfde is als de signaalbron die wordt gebruikt om de RTK van het dock te kalibreren. Anders verschilt het werkelijke vliegtraject van de drone van de vooraf ingestelde vliegroute en kan de drone zelfs crashen.
• Nadat er een taakplan is gestart, controleert het dock automatisch of de omgeving (zoals windsnelheid, neerslag en omgevingstemperatuur) geschikt is voor vluchttaken. Om de vliegveiligheid te garanderen kan de drone in de volgende omstandigheden niet opstijgen: a. Wanneer de windsnelheid hoger is dan 12 m/s.
b. Bij zware regenval. c. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan -20 °C. d. Wanneer één van de noodstopknoppen op het dock wordt ingedrukt. e. Wanneer de voeding van het dock is uitgeschakeld. f. Wanneer het niveau van de Intelligent Flight Battery lager is dan 30%. g. Wanneer de RTK van de drone is uitgeschakeld. h. Wanneer het satellietsignaal van de drone te zwak is (wanneer het
satellietpictogram van de drone in DJI FlightHub 2 rood is).
• Als er een waarschuwingsbericht verschijnt in DJI FlightHub 2, klikt u op het bericht om waarschuwingsdetails te bekijken en volgt u de instructies om op afstand fouten op te sporen.
• Als de windsnelheid bijna 12 m/s is, probeer dan de vlieghoogte en de RTH­hoogte te verlagen om zo het effect van de sterke wind te verminderen. Controleer ondertussen de vlieghoogte en de RTH-hoogte om er zeker van te zijn dat het vliegroute en het RTH-pad vrij zijn van obstakels.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
24
Dock
Dit hoofdstuk behandelt de belangrijkste functies van het dock.

Dock

DJI Dock bestaat voornamelijk uit de schakelkast, dockafdekking, omgevingssensoren, landingsplatform, RTK-module, communicatiesysteem, airconditioning-systeem en UPS­module. In dit hoofdstuk vindt u een gedetailleerde beschrijving van de onderdelen en functies van het dock.

Schakelkast

De schakelkast heeft een wisselstroomschakelaar, een schakelaar voor de back-up­accu, aardingsklemmen, overspanningsbeveiligingen (Surge Protective Devices, SPD) en bedieningspoorten.
De schakelkast kan worden aangesloten op externe kabels voor aarding van het dock, stroomvoorziening en bekabelde netwerkverbinding. Het dock kan worden aangesloten op de afstandsbediening via de USB-C-poort op de schakelkast of op een computer via de USB-A-poort voor bediening op locatie.
De deur van de schakelkast openen
1. Plaats de driehoekige sleutel en draai tegen de klok in om de deur van de schakelkast te openen.
2. Gebruik een inbussleutel om de schroeven los te draaien en de metalen plaat te verwijderen.
• De schakelkast moet alleen door een gekwalificeerde vakman worden bediend. Zorg ervoor dat u het dock uitschakelt voordat u de terminals bedient. Voer de werkzaamheden veilig uit om een elektrische schok te voorkomen.
• Druk NIET op de deur van de schakelkast en plaats er GEEN zware voorwerpen op.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
26
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Beschrijving van het paneel
NPE
L
• De rode kleur geeft het gebied boven de veiligheidsspanning aan, terwijl de blauwe kleur het gebied onder de veiligheidsspanning aangeeft. Wees voorzichtig wanneer u in het gebied boven de veiligheidsspanning werkt om elektrische schokken te voorkomen.
NPE
L
14
15
Overzicht Beschrijving
Aardingsklemmen Sluit het dock aan op de aardelektroden.
1.
Sluit aan op externe AC-voeding (100-240 V). De drie klemmen zijn respectievelijk PE (randaarde), N (nul) en L
2. AC-ingangsstroom
(spanning).
Raak om een elektrische schok te voorkomen de
aansluitingen NIET aan.
Bescherm elektrische apparaten van het dock
3.
SPD voor wisselstroom
tegen blikseminslag, overspanning en schade door piekspanning.
4. Stroomonderbreker overspanningsbeveiliging (SCB)
AC-stroomschakelaar Schakel het dock in/uit.
5.
AC-voedingsuitgangpoort
6.
Bescherm de SPD voor wisselstroom en breng bescherming tegen lekken aan om brandgevaar te voorkomen.
Sluit aan op de apparatuur van de gebruiker voor voeding (max. vermogen moet minder dan 240 W zijn).
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
27
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
7. Schakelaar voor back-up­accu
Indicatielampjes
8. schakelkast
9. USB-A-aansluiting
10. Knop voor handmatige
ontgrendeling dockafdekking
USB-C-aansluiting
11.
Ethernet-poort
12.
SPD voor Ethernet-
13.
apparaat
Magnetische deursensor Detecteer of de deur van de schakelkast gesloten is.
14.
15. Voedingspoort voor
noodontgrendeling
* Het wordt aanbevolen om de standaard laders van de Matrice 200-serie, Inspire 2 of
Phantom 4-serie te gebruiken.
Schakel de back-up-accu van het dock in/uit.
Geeft de werkstatus van de voeding, de reserveaccu, het bekabelde netwerk en het draadloze netwerk aan.
Sluit de afstandsbediening aan op het dock om deze te configureren en in te stellen.
Druk om de dockafdekking te ontgrendelen voor handmatige bediening.
Maak verbinding met een computer om toegang te krijgen tot DJI Assistant 2.
Maak verbinding met ethernet voor toegang tot het bedrade netwerk.
Bescherm de dock ethernet apparaten tegen schade door overspanning door blikseminslag.
Sluit aan op een externe voeding* om de dockafdekking te ontgrendelen wanneer het dock is uitgeschakeld of als er een storing optreedt.
Statusindicatoren schakelkast
Stroomindicator
Indicator back-up-accu
Indicator bekabeld netwerk
Indicator 4G-netwerk
Statusindicator
Stroomindicator
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
28
Status
——
Continu rood AC-voeding is normaal.
Uit Geen AC-voeding.
Beschrijving
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Indicator back­up-accu
Indicator bekabeld netwerk
Indicator 4G-netwerk
Continu
——
blauw
Knippert langzaam blauw
Knippert snel blauw
Uit
Knippert snel groen
Uit Ethernet is losgekoppeld.
Knippert snel groen
Uit 4G-netwerk is losgekoppeld .
De back-up-accu is vol of levert stroom aan het dock.
Back-up-accu wordt opgeladen.
Het niveau van de back-up-accu is laag.
De back-up-accu is niet geïnstalleerd of de schakelaar van de back-up-accu staat uit.
Ethernet is verbonden en heeft gegevensoverdracht met het dock.
4G-netwerk is verbonden en heeft gegevensoverdracht met het dock.

Dockafdekking

De interne antennes voor videotransmissie en statusindicatoren bevinden zich op de dockafdekking. De propellerbumpers van de dockafdekking aan de zijranden van de dockafdekking worden gebruikt om de propellers van de drone op te vouwen wanneer de dockafdekking wordt gesloten.
De verwarmingsstrips bij de naad van de dokafdekking kunnen de dokafdekking automatisch verwarmen om te voorkomen dat de naad bevriest.
• Zorg ervoor dat de interne antennes voor videotransmissie niet worden geblokkeerd door sneeuw, ijs of vreemde voorwerpen.
• De verwarmingsstrips van de dockafdekking kunnen alleen voorkomen dat de naad van de dockafdekking bevriest. Zorg ervoor dat u de sneeuw of ijs van het oppervlak verwijdert.
• De propellerbumpers van de dockafdekking slijten snel. Vervang ze indien dat nodig is.
De dockafdekking openen en sluiten
Bij het op afstand opsporen van fouten kan de dockafdekking met behulp van DJI FlightHub 2 of de DJI Pilot 2-app worden geopend of gesloten, om de drone-status en de componentstatus in het dock te controleren. De dockafdekking kan ook handmatig worden bediend. Zorg ervoor dat voordat u de dockafdekking opent de noodstopknoppen zijn losgelaten. Als dat niet het geval is, trekt u de noodstopknoppen naar buiten of draait u ze rechtsom om ze los te laten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
29
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Houd een veilige afstand van de dockafdekking om letsel te voorkomen wanneer u de dockafdekking opent of sluit. Druk indien nodig op de noodstopknop.
• Druk niet, of plaats GEEN zware voorwerpen op de dockafdekking nadat deze is geopend.
DJI FlightHub 2 gebruiken
Open de DJI FlightHub 2 Project-pagina, klik op > > Actie en schakel Foutopsporing op afstand in;
of open de pagina Apparaten, klik op Dock >
> Onderhoud apparaat en schakel
Foutopsporing op afstand in om de dockafdekking te openen of te sluiten.
Als het dock de drone niet kan detecteren, controleer dan of de drone zich op het landingsplatform bevindt met behulp van de dock livestream, en volg de instructies in DJI FlightHub 2. Klik op Forceer dockafdekking sluiten als de drone niet op het landingsplatform staat. Klik op Dockafdekking sluiten als de drone zich op het landingsplatform bevindt.
• Klik NIET op Forceer dockafdekking sluiten als de drone zich op het landingsplatform bevindt. Anders kunnen de propellers en de dockafdekking beschadigd raken.
• Bij het sluiten van de dockafdekking wordt de drone automatisch ingeschakeld en draaien de propellers langzaam om schade aan de propellers te voorkomen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
30
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
ON
蓄电池
UPS
OFF
DJI Pilot 2 gebruiken
Verbind de afstandsbediening met het dock. Start DJI Pilot 2 en tik op Dockafdekking openen.
USB-C
Pilot 2 App
Handmatige bediening
1. Zorg ervoor dat het dock is ingeschakeld en dat de statusindicatoren van de dockafdekking knipperen.
2. Gebruik de driehoekige sleutel om de deur van de schakelkast te openen.
3. Houd de knop voor handmatige ontgrendeling ingedrukt en til de verbinding tussen de afdekkingsarm en de afdekking op en draai ze om de dockafdekking te openen. Zorg ervoor dat u de dalingssnelheid regelt om te voorkomen dat de afdekking valt.
4. Voordat u de dockafdekking handmatig sluit, draait u de propellers naar het landingsplatform in 90° om te voorkomen dat de propellers breken.
ON
OFF
交流电源
蓄电池
后备保护器
电源防雷器
AC POWER
UPS
SCB
SPD
Aansluiting tussen de afdekkingsarm en de afdekking
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
31
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Til bij het openen/sluiten van de dockafdekking de rand van de dockafdekking of andere delen van de dockafdekking NIET rechtstreeks op om schade te voorkomen.
Statusindicatoren dockafdekking en zoemer-alarmen
Normale statussen
Knippert wit
Knippert groen
—— Continu blauw
Waarschuwingsstatussen
—— Continu rood Het dock werkt niet goed.
Knippert blauw Korte pieptonen
Knippert rood Lange pieptonen
Knippert afwisselend rood en geel
Het dock werkt normaal en de drone is klaar om op te stijgen.
Het dock en de drone zijn aan elkaar gekoppeld en de zoemer laat een korte pieptoon horen.
De drone is van het dock opgestegen en voert een vluchttaak uit.
Het dock werkt bij of debugt (inclusief debuggen op afstand en debuggen op locatie).
De dockafdekkingen bewegen of de drone start of landt en de zoemer laat een lange pieptoon horen.
Houd een veilige afstand van het dock om
letsel te voorkomen.
Een van de noodstopknoppen op het dock wordt ingedrukt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
32
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Noodstopknop

Er zijn twee noodstopknoppen op het dock. Druk in een noodsituatie op de noodstopknop om alle bewegingen van het dock te stoppen tijdens het bedienen of het onderhoud van het dock. Na het indrukken van de noodstopknop knipperen de statusindicatoren rood en geel.
Als de drone is ingeschakeld, maar de motoren niet draaien, kan nadat u op de noodstopknop heeft gedrukt de drone niet opstijgen. Als de noodstopknop wordt ingedrukt wanneer de drone een vluchttaak uitvoert, vliegt de drone na het voltooien van de vluchttaak naar de alternatieve landingsplaats.
• Trek de knop uit of draai hem rechtsom om de noodstopknop te ontgrendelen voordat u andere handelingen uitvoert (bijv. bediening van dockafdekking).
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
33
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Omgevingssensoren

DJI Dock integreert meerdere omgevingssensoren om informatie te verstrekken over windsnelheid, neerslagschaal, temperatuur en vochtigheid, zodat gebruikers realtime de toestand van de omgeving kunnen controleren en de veiligheid van de vlucht kunnen garanderen.
Windsnelheidsmeter-module
De windsnelheidsmeter-module bevindt zich op de bovenkant van de dockafdekking en bestaat uit een windsnelheidsmeter, een geïntegreerde beveiligingscamera en een camera-hulplicht.
1. Windsnelheidsmeter: de windsnelheidsmeter wordt gebruikt om de windsnelheid in de buurt van het dock te meten. De windsnelheidsmeter is voorzien van een opwarmfunctie en kan werken in omgevingen met lage temperaturen. Gebruikers kunnenn in DJI FlightHub 2 realtime windsnelheid bekijken. Om de vliegveiligheid te garanderen, mag de drone niet opstijgen of landen wanneer de windsnelheid hoger is dan 12 m/s.
2. Geïntegreerde beveiligingscamera: de geïntegreerde beveiligingscamera wordt gebruikt om de realtime omgeving van het dock te bewaken. Gebruikers kunnen de omgeving van het dock bewaken vanuit dock­livestreams in DJI FlightHub 2 en kunnen de drone­status op het landingsplatform controleren nadat de dockafdekking is geopend.
3. Camera-hulplicht: het hulplicht kan 's nachts worden ingeschakeld om de geïntegreerde bewakingscamera te ondersteunen.
• De windsnelheidsmeter kan alleen de windsnelheid bij het dock meten, die kan verschillen van de windsnelheid die door de lokale meteorologische diensten wordt geleverd. Als de drone naar grote hoogte stijgt, kunnen de windsnelheid en -richting aanzienlijk veranderen. Bedien het dock en de drone met alle voorzichtigheid wanneer de gemeten windsnelheid bijna 12 m/s bedraagt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
34
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Neerslagmeter
De neerslagmeter bevindt zich in de buurt van de windsnelheidmeter-module en wordt gebruikt om informatie over neerslag in de buurt van het dock te meten. De neerslagmeter is voorzien van een opwarmfunctie en kan werken in omgevingen met lage temperaturen. Gebruikers kunnen informatie over neerslag in DJI FlightHub 2 bekijken. Om de vliegveiligheid te garanderen, kan de drone niet opstijgen in zware regen.
• De neerslagmeter is voorzien van een druksensormodule. Druk NIET hard op het oppervlak van de neerslagmeter. Anders kan de druksensormodule beschadigd raken.
• Reinig regelmatig het oppervlak van de neerslagmeter. Vervang de neerslagmeter onmiddellijk als deze gedeukt, vervormd of beschadigd is.
Temperatuur- en vochtigheidssensor
DJI Dock heeft temperatuur- en vochtigheidssensoren, die worden gebruikt om de omgevingstemperatuur en de temperatuur en vochtigheid in het dock te meten.
Gebruikers kunnen de projectpagina in DJI FlightHub 2 openen en op klikken om de informatie over temperatuur en vochtigheid te bekijken.
Om de vliegveiligheid te garanderen, kan de drone niet opstijgen wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan -20 °C. Vluchttaken worden hervat nadat de omgevingstemperatuur hoger is dan -20 °C.
> > Actie
Sensor voor onderdompeling in water
De sensoren voor onderdompeling in water bevinden zich in het onderste compartiment onder het landingsplatform. Ook worden ze gebruikt om te detecteren of het dock in water is ondergedompeld. Als de DJI FlightHub 2 aangeeft dat het dock is volgelopen, verwijder dan onmiddellijk het water en controleer of het dock goed werkt. Als het dock niet goed werkt, schakel dan de AC-stroomschakelaar en de schakelaar voor de back-up­accu uit en neem contact op met DJI Support.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
35
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Landingsplatform

Overzicht Beschrijving
1. Retouropening ventilatie
2. Toevoeropening ventilatie
3. Positiemarkeringen
4. Duwstangen
5. Connectors opladen
6. Bouten landingsplatform
7. Oriëntatiemarkering voor de drone
8. Interne RTK­antennes
De lucht van het airconditioning-systeem stroomt door de luchtafvoeropening en de luchttoevoeropening, en vormt een luchtstroom die de temperatuur en de vochtigheid in het dock regelt.
Er zijn vier positiemarkeringen op het landingsplatform zodat de drone de positie op het dock kan identificeren.
Het landingsplatform is voorzien van twee voorste en achterste duwstangen en twee linker en rechter duwstangen. De duwstangen duwen de drone na de landing naar het midden van het landingsplatform en detecteren de positie van de drone voordat deze opstijgt.
De laadaansluitingen bevinden zich in de duwstangen. Nadat de drone naar het midden is geduwd, worden de laadaansluitingen op de drone aangesloten en worden de accu's automatisch opgeladen.
Plaats de driehoekige sleutel en draai deze linksom om de bouten van het landingsplatform los te draaien. Pak de rand van het landingsplatform vast om het onderste compartiment van het dock te openen.
Zorg er bij het plaatsen van de drone op het landingsplatform voor dat de koers van de drone is uitgelijnd met de oriëntatiemarkering van de drone. Anders kunnen de drone en de duwstangen beschadigd raken.
Zorg ervoor dat het landingsplatform vrij is van obstakels en dat de interne RTK-antennes niet bedekt zijn. Anders kunnen de signalen niet goed ontvangen worden en de positioneringsprestaties nadelig beïnvloed worden.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
36
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

RTK-module van het dock

De interne RTK-module van het dock kan een dual-band multi-modus GNSS-signaal ontvangen, waardoor zeer nauwkeurige gegevens voor plaatsbepaling op de centimeter kunnen worden geleverd, wanneer deze gebruikt wordt met de Matrice 30-serie Dock­versie drone.
Zorg ervoor dat de RTK van het dock vóór een vluchttaak is gekalibreerd om een nauwkeurige vlucht langs de vliegroute te kunnen garanderen. De RTK-waarden van het dock zijn al gekalibreerd met de afstandsbediening tijdens de configuratie van het dock en hoeven niet opnieuw te worden gekalibreerd als de positie van het dock dezelfde blijft. Als het dock wordt verplaatst, moet de positie met behulp van de afstandsbediening opnieuw worden gekalibreerd in DJI Pilot 2. Raadpleeg de handleiding voor installatie en instelling voor details.
• Gebruikers kunnen de DJI FlightHub 2 Project-pagina openen, en op > > Actie klikken om de RTK-status van het dock te bekijken.

Airconditioning-systeem

Het airconditioning-systeem regelt de temperatuur en de vochtigheid van het dock. Wanneer het dock in de ruststand staat, past het airconditioning-systeem automatisch de temperatuur en vochtigheid in het dock aan, zodat er een geschikte omgeving voor de drone en de Intelligent Flight Battery ontstaat.
Als de temperatuur van de Intelligent Flight Battery hoger is dan 35 °C, zal het airconditioning-systeem beginnen met het koelen van de accu's. Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C, zal het airconditioning-systeem beginnen met verwarmen om te voorkomen dat de propellers bevriezen.
Wanneer de dockafdekking wordt geopend, zal het airconditioningsysteem de snelheid van de binnenste circulatieventilator verlagen om te voorkomen dat stof of andere zaken in de ventilatieopening terechtkomen.
• Gebruikers kunnen de pagina DJI FlightHub 2-apparaten openen, op Dock
>
klikken en Op afstand fouten opsporen inschakelen om te beginnen met verwarmen of koelen. Voor een langere levensduur van het TEC­airconditioningsysteem, is een interval van vijf minuten vereist wanneer wordt overgeschakeld tussen koelen en verwarmen. Er verschijnt hiervoor een aftelling in DJI FlightHub 2. Wacht tot het aftellen is beëindigd voordat u van bewerking wisselt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
37
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Back-up-accu

DJI Dock heeft een back-up-accu met een capaciteit van 12 Ah en een maximale bedrijfstijd van ongeveer 5 uur. Als het dock vanwege een noodstroomuitval wordt uitgeschakeld, kan de back-up-accu stroom aan het dock leveren*, zodat de drone veilig kan terugkeren en landen.
* In dit geval kan het dock de accu van de drone niet opladen, kan de airconditioning niet
goed werken en kan de opwarmfunctie van de windsnelheidsmeter, de neerslagmeter en de dockafdekking niet worden ingezet.
• Controleer en verhelp het probleem zo snel mogelijk om de stroomtoevoer naar het dock te herstellen. Schakel de schakelaar van de back-up-accu uit als de voeding niet kan worden hersteld en het dock gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Anders zal de back-up-accu worden overladen wanneer deze langer dan 20 dagen wordt ingeschakeld. Vervang de back-up-accu als deze overbelast is.
De back-up-accu opladen
Als het dock gedurende langere tijd wordt opgeslagen, zorg er dan voor dat u de back-up­accu vóór gebruik oplaadt:
1. Open de deur van de schakelkast.
2. Verwijder de plaat van de schakelkast.
3. Sluit een drieaderige kabel aan op de PE-, N- en L-klemmen van de AC­voedingsingangpoort in de schakelkast.
4. Zet de AC-stroomschakelaar aan om het dock in te schakelen. Schakel de schakelaar van de back-up-accu in om de deze op te laden.
1
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
38
2
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
PE
N
L
3
4
Wanneer het dock gedurende langere tijd niet in gebruik is, zorg er dan voor dat u de back-up-accu onderhoudt door deze ten minste zes uur op te laden. Raadpleeg de volgende tabel voor de onderhoudsintervallen van de back-up-accu bij verschillende temperaturen in de opslagomgeving.
Temperatuur opslagomgeving Onderhoudsinterval back-up-accu
Onder 20 °C Elke negen maanden
20 °C tot 30 °C Elke zes maande
30 °C tot 40 °C Elke drie maanden
40°C tot 60°C Elke maand
• De oplaad-operatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde professional. Raak de metalen aansluitingen NIET aan om elektrische schokken te voorkomen. Zorg ervoor dat de kabel correct is aangesloten op de PE-, N- en L-klemmen.
• De back-up-accu kan niet worden opgeladen wanneer de temperatuur van de accu hoger is dan 40 °C of lager dan -20 °C.

Netwerkverbinding van het dock

Het dock kan worden aangesloten op een bekabeld netwerk of een 4G-netwerk* om toegang te krijgen tot het internet. Gebruikers kunnen op basis van hun behoeften verschillende internetverbindingen kiezen. Wanneer het dock is aangesloten op zowel een bekabeld netwerk als een 4G-netwerk, werkt het 4G-netwerk als back-up van het bekabelde netwerk. Wanneer het bekabelde netwerk uitvalt, zal het dock automatisch overschakelen op het 4G-netwerk.
* 4G-netwerkservice is in sommige landen of regio's niet beschikbaar. Neem voor meer
informatie contact op met uw plaatselijke geautoriseerde DJI-dealer of met DJI Support.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
39
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

IP-classificatie van het dock

1. Onder stabiele laboratoriumomstandigheden heeft DJI Dock een beschermingsclassificatie IP55 volgens IEC 60529-normen bij gebruik met toestellen uit de Matrice 30-serie Dock­versie drone. De beschermingsclassificatie is niet permanent en kan na verloop van tijd dalen. Onderhoud het apparaat regelmatig.
2. Onder de volgende omstandigheden heeft het dock geen beschermingsclassificatie IP55:
a. Wanneer de deur van de schakelkast niet goed gesloten is.
b. Wanneer de windsnelheidsmeter-module niet stevig is geïnstalleerd.
c. Wanneer de dockafdekking niet goed is gesloten.
d. Wanneer de waterdichte rubberen strip niet stevig aan de dockafdekking kan
worden bevestigd. Bijvoorbeeld bij het handmatig sluiten van de dockafdekking.
e. Wanneer de behuizing van het dock is gebarsten of de waterdichte lijm is verouderd
of beschadigd.
3. De behuizing van de drone kan na langdurig gebruik verkleuren. Deze kleurverandering heeft echter geen invloed op de prestaties en de IP-classificatie van de drone.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
40
Drone
Dit hoofdstuk introduceert de belangrijkste kenmerken van de drone.

Drone

De Matrice 30-serie Dock-versie drone bestaat voornamelijk uit het vluchtbesturingssysteem, het communicatiesysteem, het zichtsysteem, het beeldverwerkingssysteem, het aandrijfsysteem en het stroom- en accusysteem. Dit hoofdstuk beschrijft de functies van deze componenten.
De drone is bij aankoop van de Matrice 30-serie dockbundel al gekoppeld aan het dock. Volg anders de instructies om de drone aan het dock te koppelen (de firmware van zowel het dock als de drone moeten worden bijgewerkt naar de laatste firmwareversie):
1. Gebruik de driehoekige sleutel om de deur van de schakelkast te openen.
2. Druk vijf keer op de knop voor handmatige ontgrendeling van de dockafdekking en
houd vervolgens de aan/uit-knop van het toestel vijf seconden of langer ingedrukt. Tijdens het koppelingsproces knipperen de statusindicatoren van de dockafdekking blauw en laat het dock korte pieptonen horen.
3. Wanneer het koppelingsproces is geslaagd, knipperen de statusindicatoren van het
dock wit.
• Het dock kan ook met de afstandsbediening aan de drone worden gekoppeld. Raadpleeg de handleiding voor installatie en instelling voor meer informatie.

Vliegstanden

Drones uit de Matrice 30-serie Dock-versie vliegen standaard in N-modus (normaal). In de N-modus maakt de drone gebruik van GNSS en het zichtsysteem dat obstakeldetectie in zes richtingen mogelijk maakt om zichzelf automatisch te stabiliseren. Wanneer obstakeldetectie is ingeschakeld en de verlichting en andere omgevingsomstandigheden voldoende zijn, is de maximale kantelhoek van de drone 25°.

Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor

Achteraanzicht Onderaanzicht
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
42
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
0.6-38 m
De belangrijkste onderdelen van het zichtsysteem (camera met zichtsensoren) bevinden zich aan de voor-, achter-, linker-, rechter-, boven- en onderkant van de drone. Het infrarooddetectiesysteem bestaat uit twee infraroodsensoren aan iedere zijde van de drone (voor-, achter-, linker-, rechter-, boven- en onderkant).
Het zichtsysteem scant voortdurend op obstakels en gebruikt beeldgegevens om de positie van de drone te berekenen, en het infrarooddetectiesysteem gebruikt infraroodsensoren om obstakels te detecteren en de vlieghoogte te bepalen. Beide systemen werken samen om de drone te positioneren en tijdens de vlucht obstakels te detecteren.
• Om een veilige en stabiele vlucht te garanderen, mag u het zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem NIET blokkeren.
Detectiebereik
Detectiebereik van het zichtsysteem
0.5-33 m
0.5-33 m
65°65°
50°
50°
0.5-33 m
50°50°
0.5-33 m
0.5-33 m
0.5-33 m
50°
50°
65°
0.5-33 m
Detectiebereik van het infrarooddetectiesysteem
0.1-10 m
30°
0.1-10 m
30°
30°
0.1-10 m
0.1-10 m
0.1-10 m
30°
30°
30°
30°
0.1-10 m
30°
30°
0.1-10 m
50°
0.1-10 m
30°
0.6-38 m
65°
65°
0.5-33 m
30°
0.1-10 m
65°65°
0.1-10 m
30°
65°
0.5-33 m
65°
30°
0.1-10 m
30°
65°
0.5-33 m
65°
0.1-10 m
30°
30°
30°
30°
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
43
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Houd rekening met blinde hoeken (grijs gemarkeerd) van de zicht- en infrarooddetectiesystemen. De drone kan geen obstakels waarnemen die buiten het detectiebereik liggen.
• De drone kan geen bewegende obstakels detecteren, zoals mensen, dieren of voertuigen.
Obstakeldetectie
De drone is voorzien van obstakeldetectie. Als de drone tijdens de vlucht een obstakel detecteert, wordt de vluchttaak onderbroken en wordt de RTH geactiveerd.
De drone kan tijdens RTH obstakels waarnemen en ontwijken wanneer het voorwaartse zichtsysteem is ingeschakeld en er voldoende licht is. Wanneer de drone vóór zich obstakels detecteert, zal het opstijgen om deze obstakels te vermijden. Als de drone niet kan stijgen om het obstakel te ontwijken, zal het gaan zweven. Voor meer informatie leest u het gedeelte Obstakeldetectie tijdens RTH.
Als in DJI FlightHub 2 een melding over obstakeldetectie verschijnt, kunnen gebruikers live de vluchtomgeving controleren via de livestream van de drone. Als de vliegomgeving vrij is van obstakels, probeer dan meerdere keren op de knop Return to Home in het venster met de apparaatstatus te klikken om door te gaan met het RTH-proces. Ook kunnen gebruikers de afstandsbediening gebruiken om de drone terug te vliegen.
• Als de drone lange tijd zweeft, kan vanwege een laag accuniveau automatische landing worden geactiveerd.
Het zichtsysteem gebruiken
Obstakeldetectie werkt het beste als de verlichting voldoende is en het obstakel duidelijk gestructureerd is. Het werkt niet goed met obstakels die minder dicht zijn, zoals takjes op een boom. Het infrarooddetectiesysteem kan alleen worden gebruikt om grote of sterk reflecterende obstakels en ruwe oppervlakken te detecteren.
• Let op de vliegomgeving. Het zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem werken alleen in bepaalde scenario's.
• Wanneer het omgevingslicht onvoldoende is, zullen de prestaties van de zichtpositionering negatief worden beïnvloed. De hulpverlichting aan de onderkant wordt automatisch ingeschakeld om het zichtsysteem te ondersteunen.
• Het zichtsysteem kan niet goed functioneren in donkere omgevingen en op oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur zoals water en ijs.
• Het vermijden van obstakels zorgt dat bepaalde obstakels niet worden gedetecteerd, zoals ijzeren draden, kabels, takken, dode hoeken en spiegelende oppervlakken.
• De meetnauwkeurigheid van het zichtsysteem wordt gemakkelijk beïnvloed door de lichtintensiteit en de oppervlaktestructuur van het object. Het zichtsysteem werkt in de volgende situaties mogelijk niet goed:
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
44
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
a. Bij het vliegen in de buurt van oppervlakken met slechts één kleur (bijv.
volkomen zwart, wit, rood, groen) of die geen duidelijke textuur hebben.
b. Bij het vliegen over oppervlakken met sterk gereflecteerd licht of
afbeeldingen. c. Bij het vliegen boven water, ijs of transparante oppervlakken. d. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of voorwerpen (bijv. boven
bewegende mensen, wuivend riet, struiken en gras). e. Bij het vliegen in een gebied waar de verlichting vaak of drastisch verandert,
of in een gebied met directe sterke verlichting.
f. Bij het vliegen in de buurt van extreem donkere (<15 lux) of heldere
(>10.000lux) oppervlakken.
g. Bij het vliegen met hoge snelheden onder 2 m boven de grond (bijv. sneller
dan 14 m/s op een hoogte van 2 m of 5 m/s op een hoogte van 1 m). h. Met kleine obstakels (bijv. ijzerdraden, kabels, boomtakken of bladeren). i. Wanneer de lens vuil is (bijv. van regendruppels of vingerafdrukken, enz.). j. In omgevingen met slecht zicht (bijv. zware mist of sneeuw).
• Het infrarooddetectiesysteem detecteert in de volgende situaties mogelijk NIET de juiste afstand:
a. Bij het vliegen boven oppervlakken die geluidsgolven kunnen absorberen (bijv.
asfaltwegoppervlakken).
b. In een groot gebied met sterke reflectoren bij een afstand van meer dan 15
meter (bijv. wanneer er meerdere verkeersborden naast elkaar zijn geplaatst). c. Met kleine obstakels (bijv. ijzerdraden, kabels, boomtakken of bladeren). d. Met spiegels of transparante voorwerpen (bijv. water of glas). e. In omgevingen met slecht zicht (bijv. zware mist of sneeuw).
• U moet het infrarooddetectiesysteem NIET afdekken. U moet NIETS ophangen of plaatsen in een gebied dat het waarnemingsbereik van het zichtsysteem en het infrarooddetectiesysteem belemmert.
• Zorg ervoor dat de sensorlens helder en vrij is van vlekken. Verstoor de zicht­en infrarooddetectiesystemen op GEEN enkele manier zoals door een sterke lichtbron te gebruiken om de zichtsystemen te verlichten of door reflectoren op de infraroodsensor te richten.
• Zorg ervoor dat de sensorlens helder en vrij is van vlekken. Controleer het volgende voordat u de drone op het dock plaatst:
a. Zorg ervoor dat stickers of andere obstakels het glas van de infrarooddetectie-
en zichtsystemen niet blokkeren.
b. Gebruik een zachte doek als er vuil, stof of water op het glas van de
zicht- en infrarooddetectiesystemen zit. Gebruik GEEN alcoholhoudend reinigingsproduct.
c. Neem contact op met DJI Support als het glas van de zicht- of
infrarooddetectiesystemen beschadigd zijn.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
45
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Kalibratie van het zichtsysteem
De zichtsystemen die op de drone zijn geïnstalleerd, zijn in de fabriek gekalibreerd. Als de drone een botsing of een significante verandering in de bedrijfstemperatuur ervaart, kan kalibratie vereist zijn. DJI FlightHub 2 geeft een melding weer wanneer kalibratie vereist is. Volg de instructies om het zichtsysteem te kalibreren wanneer daarom wordt gevraagd:
1. Zet de drone aan.
2. Sluit de drone aan op een computer.
3. Start DJI Assistant 2 en meld u aan met een DJI-account.
4. Selecteer de M30-serie en klik vervolgens op de kalibratieknop.
5. Plaats de drone met het zichtsysteem gericht naar het stippelpatroon dat op het computerscherm wordt weergegeven en volg de instructies op het scherm om de zichtsensoren aan elke kant te kalibreren.
• U moet na de kalibratie de drone NIET uitschakelen of de USB-C-kabel loskoppelen. Wacht totdat de gegevensberekening is voltooid.

Return to Home

Wanneer het GNSS-signaal sterk is, brengt Return to Home (RTH) de drone terug naar het dock of naar de alternatieve landingsplaats. Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau, en Signaalverlies: RTH. Als het dock niet geschikt is om te landen zal alternatieve landing wordt geactiveerd. In dat geval vliegt de drone naar de alternatieve landingsplaats vliegen om daar te landen.
De vluchttaak wordt onderbroken en de RTH wordt geactiveerd als een van deze situaties zich voordoet:
Wanneer er tijdens taken op de vliegroute voor de drone een obstakel verschijnt.
Wanneer de drone de GEO-zones of de de maximale vliegafstand nadert.
Wanneer het GNSS-signaal tijdens de vluchttaak slecht is.
RTH wordt geactiveerd in DJI FlightHub 2.
Als het niveau van de Intelligent Flight Battery laag is, wordt RTH bij laag accuniveau
geactiveerd.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
46
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Als de verbinding van de drone met het dock wordt verbroken, wordt de Actie voor
signaalverlies (Return to Home of Doorgaan met taak) geactiveerd.
Zorg ervoor dat u een geschikte RTH-hoogte instelt bij het maken van vluchttaakplannen. De hoogte voor RTH moet ook ten minste 5 m lager zijn dan de hoogtelimiet van de GEO-zone.
De RTH-functie wordt uitgeschakeld wanneer het GNSS-signaal­pictogram rood is, of wanneer de GNSS niet beschikbaar is.
Smart RTH
Smart RTH kan in DJI FlightHub 2 worden geactiveerd door te klikken op de knop Return to Home in het venster met de apparaatstatus in DJI FlightHub 2. Om Smart RTH te verlaten, moeten gebruikers de controle over de drone overnemen met de afstandsbediening door op de vluchtpauzeknop of de RTH-knop te drukken.
RTH bij laag accuniveau
Om onnodig gevaar veroorzaakt door onvoldoende stroom te voorkomen, berekent de drone automatisch of het voldoende stroom heeft om vanaf de huidige locatie naar het Home Point te vliegen. De vluchttaak wordt onderbroken en RTH bij laag accuniveau wordt geactiveerd wanneer de Intelligent Flight Battery zodanig is uitgeput dat de veilige terugkeer van de drone in gevaar kan komen.
De drone zal automatisch landen als het huidige accuniveau alleen voldoende is om van de huidige hoogte te dalen.
Capaciteit van de accu die nodig is om terug te keren naar het startpunt (geel)
Autolanding (rood)
Voldoende accuniveau (groen)
H
Geschatte resterende vliegtijd
30:17
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
47
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Waarschuwing voor het accuniveau
RTH bij laag accuniveau
Automatisch landen
Geschatte resterende vliegtijd
• De gekleurde zones en de geschatte resterende vliegtijd op de accuniveau­indicator worden automatisch aangepast aan de huidige locatie en status van de drone.
Implicatie Vliegen
Het resterende accuniveau is alleen voldoende om de drone veilig naar het Home Point te laten vliegen.
Het resterende accuniveau is alleen voldoende om de drone van zijn huidige hoogte te laten afdalen.
De geschatte resterende vliegtijd van de drone is gebaseerd op het huidige accuniveau.
De vluchttaak wordt onderbroken en de drone gaat naar RTH. Detectie van dock­landing wordt geactiveerd vóór de landing.
De drone zal automatisch landen en dock-landing zal geactiveerd worden.
/
Signaalverlies: RTH
Tijdens een vluchttaak zal de drone de actie voor signaalverlies uitvoeren wanneer de verbinding met het dock wordt verbroken. De actie voor signaalverlies tijdens een vluchttaak kan worden ingesteld op RTH of Doorgaan met taak in DJI FlightHub 2. Signaalverlies: RTH wordt automatisch geactiveerd als de actie voor signaalverlies wordt ingesteld op RTH.
Signaalverlies: RTH-procedure:
1. Wanneer Signaalverlies: RTH is geactiveerd, vliegt de drone naar het dock via de oorspronkelijke vliegroute voor een maximale afstand van 50 m, waarbij het opnieuw verbinding met het dock probeert te maken.
2. Als de drone binnen 50 m niet opnieuw verbinding kan maken met de afstandsbediening of obstakels detecteert tijdens RTH, zal de drone in de RTH-stand gaan en naar het dock vliegen. Als het signaal wordt hersteld en het dock de verbinding met de drone weer kan herstellen, blijft de drone in de RTH-stand en zal het terugvliegen naar het dock.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
48
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
RTH-procedure
Het gedrag van de drone tijdens RTH is als volgt:
1. RTH wordt geactiveerd, de positie van het dock wordt bevestigd en de oriëntatie van de drone wordt aangepast.
2. Tijdens RTH:
a. De drone zal rechtstreeks naar het dock vliegen als het minder dan 5 m van het
dock verwijderd is en de vlieghoogte hoger is dan 20 m. Als de vlieghoogte lager is dan 20 m, zal de drone naar 20 m stijgen voordat het naar het dock zal vliegen.
b. Als de drone zich verder dan 5 m van het dock en boven de vooraf ingestelde RTH-
hoogte bevindt, zal de drone op de huidige hoogte rechtstreeks naar het dock vliegen. Indien de drone zich onder de vooraf ingestelde RTH-hoogte bevindt, zal de drone opstijgen naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte voordat hij naar het dock zal vliegen.
3. De drone zal automatisch naar het dock vliegen. Detectie van dock-landing zal geactiveerd worden.
Obstakeldetectie tijdens RTH
De drone kan tijdens RTH obstakels waarnemen en ontwijken wanneer het voorwaartse zichtsysteem is ingeschakeld en de verlichting voldoende is. De procedure om obstakels te vermijden is als volgt:
Wanneer de drone een obstakel aan de voor- of achterkant van de drone detecteert, vliegt hij tot een afstand van 20 m van het obstakel en vervolgens omhoog. Als de drone niet tot een afstand van 20 m van het obstakel kan vliegen, blijft hij zweven. Vervolgens gaat de drone omhoog, om het obstakel rechtstreeks te vermijden.
Nadat een obstakel is ontweken, zal de drone op de huidige hoogte naar het dock vliegen en automatisch landen.
Als de drone niet kan stijgen om het obstakel te ontwijken, zal het gaan zweven. Er zal in DJI FlightHub 2 een melding verschijnen, die gebruikers eraan herinnert om met behulp van de livestream van de drone de vluchtomgeving te controleren. Gebruikers kunnen de drone besturen om het obstakel in DJI FlightHub 2 te vermijden met behulp van Live vluchtbesturing en vervolgens op Return to Home in het statusvenster van het apparaat klikken.
• Als de voorwaartse en neerwaartse zichtsystemen niet beschikbaar zijn kan de drone tijdens RTH geen obstakels ontwijken.
• Tijdens RTH kunnen obstakels aan de zijkanten van de drone niet worden gedetecteerd of vermeden.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
49
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Detectie van dock-landing
Detectie van dock-landing wordt geactiveerd tijdens automatische landing en wordt als volgt uitgevoerd:
1. Als de detectie van dock-landing bepaalt dat het dock geschikt is voor landing, zal de drone direct op het dock landen.
2. Als er niet op het dock geland kan worden (bijvoorbeeld als de klep van het dock niet opengaat of als de noodstopknop wordt ingedrukt), zal de drone naar de alternatieve landingsplaats vliegen. Als er geen alternatieve landingsplaats is ingesteld, zal de drone boven het dock zweven, en pas gaan dalen als het accuniveau tot 10% is gedaald.
3. Als de drone de landingsstatus van het dock niet kan detecteren (wanneer bijvoorbeeld het dock en de drone niet verbonden zijn), of als de drone door slecht weer niet op het dock kan landen, zal de drone onder de 3 meter boven de grond blijven zweven. De drone zal naar de alternatieve landingsplaats vliegen wanneer het accuniveau minder dan 20% bedraagt. Als er geen alternatieve landingsplaats is ingesteld, zal de drone boven het dock zweven, en pas gaan dalen als het accuniveau tot 10% is gedaald.
• Zorg ervoor dat u tijdens configuratie van het dock een alternatieve landingsplaats instelt. Anders kan het gebeuren dat de drone crasht als het dock niet geschikt is om te landen, waardoor de drone en het dock kunnen worden beschadigd.
Alternatieve landing
Detectie van dock-landing wordt geactiveerd nadat de drone tijdens RTH terugvliegt naar het dock. Als het dock ongeschikt wordt bevonden om te landen, zal een alternatieve landing worden uitgevoerd. De drone zal naar de alternatieve hoogte stijgen en vervolgens naar de alternatieve landingsplaats vliegen om daar te landen. Open DJI FlightHub 2, klik op Apparaten > Dock > Onderhoud apparaat, om de hoogte van de alternatieve route te bekijken.
Hoogte voor RTH
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
50
Hoogte voor alternatieve route
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Om de vliegveiligheid te garanderen, moet u tijdens de configuratie van het dock een alternatieve landingsplaats en een alternatieve routehoogte instellen.

Statuslampjes drone

De drone heeft voor- en achterindicatoren.
1. Indicatoren aan de voorkant: knipperen afwisselend groen en rood om de neus van de drone aan te geven.
2. Indicatoren aan de achterkant: knipperen groen om tijdens het vliegen de achterkant van de drone aan te geven. Wanneer de drone aan staat maar niet in de lucht is, geven de achterindicatoren de drone-statussen weer.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de verschillende drone-statussen.
Normale statussen
Knippert afwisselend rood, geel en groen
Knippert eenmaal groen
×2
Knippert herhaaldelijk tweemaal groen
*
Knippert snel groen
Knippert langzaam geel
Inschakelen en zelfdiagnosetests uitvoeren
Alleen GPS wordt gebruikt voor
*
positionering (RTK wordt niet gebruikt)
Zichtsystemen ingeschakeld
RTK ingeschakeld en RTK-gegevens worden gebruikt
Houdingsmodus (GNSS is niet beschikbaar)
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
51
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Waarschuwingsstatussen
Knippert snel geel Signaal van afstandsbediening verloren
Knippert langzaam rood
Laag accuniveau; opstijgen is uitgeschakeld
**
Knippert snel rood Accu bijna leeg, kritiek
Knippert vijf seconden rood
***
IMU-fout
—— Continu rood Kritieke fout
* Knippert langzaam groen in N-modus en knippert snel groen in S-modus.
Als de drone niet kan opstijgen terwijl de achterste indicator langzaam rood knippert,
**
opent u de DJI FlightHub 2 Project-pagina en controleert u de status van het apparaat.
Bij het uitvoeren van een gecombineerde joystick-opdracht (CSC) nadat afstandsbediening
***
B de besturing krijgt.
Knippert afwisselend rood en geel
Knippert afwisselend rood en groen
Kalibratie van kompas vereist
RTK ingeschakeld, maar RTK-gegevens niet beschikbaar

Bakens en hulpverlichting

Bakens
Dankzij de opwaartse en neerwaartse bakens op de drone kunnen gebruikers de drone lokaliseren wanneer ze 's nachts vliegen. De bakens kunnen worden in-/uitgeschakeld in DJI FlightHub 2 > Apparaten > Dock > Onderhoud apparaat.
• Kijk, om letsel aan uw ogen te voorkomen, NIET direct in de baken als deze in gebruik is.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
52
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Hulplicht
Om het neerwaartse zichtsysteem te ondersteunen gaat de hulpverlichting aan de onderkant van de drone bij weinig licht automatisch aan.
• De hulpverlichting gaat automatisch aan in omgevingen met weinig licht wanneer de vlieghoogte minder dan 5 m is. Houd er rekening mee dat de positioneringsprestaties van de zichtsystemen kunnen worden beïnvloed. Let op het dock en de livestream van de drone. Vlieg voorzichtig.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
53
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Propellers

Gebruiken van de propellers
De Matrice 30-serie Dock-versie drone ondersteunt zowel de 1671 Propeller als de 1676 High Altitude Propeller (niet inbegrepen). Raadpleeg het onderstaande diagram om de juiste propellers te kiezen op basis van het startgewicht van de drone en de verwachte maximale vlieghoogte. Het serviceplafond is de theoretische maximale hoogte waarop de drone normaal kan vliegen, op voorwaarde dat de windsnelheid niet hoger is dan 12 m/s. De rem- en acceleratiemogelijkheden van de drone worden verminderd wanneer u vlak bij het serviceplafond vliegt. Gebruik de 1676 High Altitude Propeller wanneer u op hoogtes van hoger dan 3.000 m boven zeeniveau vliegt.
1676 Propeller Serviceplafond voor grote hoogte 1671 Propeller Serviceplafond
Serviceplafond Matrice 30-serie Dock-versie
8000
7000
6000
5000
4000
3000
Vlieghoogte (m)
2000
1000
Startgewicht Max. Startgewicht
3,8
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
54
3,85 3,9 3,95 4 4,05 4,1 4,15 4,2
Maximaal gewicht (kg)
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Langdurig gebruik van de high altitude propellers zal de levensduur van de motor verminderen. In vergelijking met de gewone propellers, stijgt de motortemperatuur bij gebruik op hoogtes lager dan 3000 m boven zeeniveau, waardoor de levensduur van de motor kan worden verkort of zelfs kan beschadigen. Gebruik de propellers voor grote hoogtes daarom alleen op de aanbevolen hoogte of onder geschikte werkomstandigheden.
• Gebruik alleen officiële propellers van DJI. Gebruik GEEN verschillende soorten propellers door elkaar.
• Koop indien noodzakelijk extra propellers.
• Zorg ervoor dat voordat u de drone op het dock plaatst de propellers uitgeklapt en stevig vastgedraaid zijn.
• Zorg ervoor dat wanneer u de drone op het dock plaatst alle propellers in goede staat verkeren. Gebruik GEEN verouderde, beschadigde of gebroken propellers.
• Schakel de drone uit voordat je propellers gaat onderzoeken of vervangen.
• Blijf uit de buurt van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
• Wanneer de omgevingstemperatuur ongeveer 0 °C of lager is, begint het airconditioning-systeem vóór elke vluchttaak het dock te verwarmen, om te voorkomen dat de propellers bevriezen. Als in DJI FlightHub 2 een waarschuwing voor overbelasting van de motor verschijnt, keer dan zo snel mogelijk terug naar het dock om de drone te laten landen.
De propellerbladen vervangen
Gebruik de H2.0 inbussleutel om de propellers te vervangen.
Het wordt aanbevolen de propellers alleen te vervangen in geval van nood bij werkzaamheden in de buitenlucht. Neem na afloop van de noodvlucht voor revisie zo snel mogelijk contact op met DJI Support of een geautoriseerde dealer.
• De propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
55
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

FPV-camera

De Matrice 30-serie Dock-versie drone is uitgerust met een FPV-nachtvisie-camera, die beelden ’s nachts bij slechte lichtomstandigheden kan optimaliseren. Gebruikers kunnen in DJI FlightHub 2 via de FPV-camera vluchtinformatie bekijken.

Camera's

Zowel de Matrice 30 als de Matrice 30T Dock-versie hebben een laser-afstandsmeter, een zoomcamera en een groothoekcamera. De laser-afstandsmeter kan tijdens inspecties of zoek- en reddingsacties informatie verschaffen over de locatie en afstand van een doelwit. Met de zoomcamera en de groothoekcamera kunnen gebruikers snel overschakelen naar een zeer vergrote zoomweergave, voor gedetailleerde observatie na het herkennen van een doel in de groothoekcameraweergave. De Matrice 30T Dock-versie is tevens uitgerust met een lange golf infrarood warmtebeeldcamera, die warmtebeelden kan opnemen.
De zoomcamera is voorzien van lens-ontwaseming. Na het inschakelen zal de zoomcamera automatisch de zoomlens gedurende vijf seconden verwarmen om het vocht op de lens te verwijderen.
De thermische camera heeft een bescherming tegen verbranding door de zon. Wanneer de camera direct zonlicht detecteert, wordt de infraroodsluiter automatisch uitgeschakeld om de infraroodsensoren te beschermen.
1. Laserafstandsmeter
2. Zoomcamera
3. Thermische camera
(Alleen Matrice 30T Dock-versie)
4. Groothoekcamera
• Vanwege de eigenschappen van de infraroodsensor, kan deze verbranden voordat de bescherming tegen zonlicht in werking treedt. Stel de infrarood cameralenzen NIET bloot aan een sterke energiebron zoals de zon, lava, of een laserstraal. Anders kan de camerasensor doorbranden, wat kan leiden tot permanente schade.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
56
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Bediening van de camera
Om vliegroutes te kunnen plannen kunnen gebruikers in DJI FlightHub 2 waypoint-acties toewijzen. De drone zal tijdens de vlucht, en op basis van het waypoint, automatisch zweven, de gimbal kantelen, foto's maken en video's opnemen. Om een nauwkeurigere planning van de vluchtroute te bereiken kunnen waypoints en waypoint-acties worden bewerkt in de Vluchtroutebibliotheek. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de DJI FlightHub 2 en lees het gedeelte Vluchtroutebibliotheek voor meer informatie.
Livestream van de drone
Livestreams van drones kunnen in DJI FlightHub 2 worden geactiveerd om realtime vluchtinformatie te bekijken. Gebruikers kunnen naar verschillende cameraweergaven overschakelen of beginnen met het opnemen van de livestream van de drone. De opgenomen video wordt automatisch opgeslagen in Mediabestanden in DJI FlightHub 2. Ga naar de DJI FlightHub 2-gebruikershandleiding en raadpleeg vervolgens het gedeelte Realtime apparaatinformatie voor meer informatie.
Mediabestanden opslaan
Een microSD-kaart van 32 GB bevindt zich bij verzending in de microSD-kaartsleuf. De drone ondersteunt microSD-kaarten met een maximumcapaciteit tot 128 GB. Gebruik een microSD-kaart met UHS-snelheidsklasse 3 of hoger en een schrijfsnelheid van meer dan 30 MB/s, om ervoor te zorgen dat de camera snel gegevens kan lezen en schrijven voor HD-video-opnamen.
• De volgende microSD-kaarten worden aanbevolen:
Lexar 667x U3 A2 Class10 32GB/64GB/128GB Lexar 1066x U3 A2 V30 32GB/64GB/128GB SanDisk Extreme PRO U3 A2 V30 32GB/64GB/128GB SanDisk Extreme U3 A2 V30 32GB/64GB/128GB
• De foto’s en video’s worden na elke vluchttaak automatisch geüpload naar DJI FlightHub 2. Open de DJI FlightHub 2 Project-pagina en klik op
Mediabestanden om de geüploade bestanden te bekijken.
• Enkelvoudige video-opnamen worden beperkt tot een lengte van 30 minuten om de stabiliteit van het camerasysteem te waarborgen. Als de opnametijd langer is dan 30 minuten, stopt de video-opname.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
>
57
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Gimbal

De 3-assige gimbal stabiliseert de camera zodat de gebruiker tijdens de vlucht heldere, stabiele foto 's en video-opnamen kan maken. Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor het kantel-, pan- en rolbereik van de gimbal.
Regelbaar draaibereik
+45°
-120°
Horizon
Kantelen Pan Rollen
• Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken door een botsing of stoten, waardoor de gimbal abnormaal zal functioneren. Zorg ervoor dat de gimbal niet beschadigd kan worden.
• Voeg GEEN extra lading toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot blijvende motorschade.
-90°
+90°
+35°-35°
Gimbalslot
Draai de gimbalkanteling omlaag tot 0° om de gimbalkanteling voor gebruik te ontgrendelen.
Het wordt aangeraden om voordat u de drone vervoert de gimbal tot +90° te kantelen om deze te vergrendelen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
58
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Gimbalacties instellen
Bij het bewerken van een vliegroute kunnen de hoogte en hoek van de gimbal bij elk waypoint in DJI FlightHub 2 worden ingesteld. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de DJI FlightHub 2 voor meer informatie over Waypoint-routes.

RTK-drone

De Matrice 30-serie Dock-versie drone heeft een interne RTK-module. Samen met de technologie voor dubbele antennes is de drone bestand tegen sterke magnetische interferentie van metalen structuren en hoogspanningslijnen, waardoor een veilige en stabiele vlucht gegarandeerd is. Nauwkeurige gegevens voor plaatsbepaling kunnen worden verkregen wanneer de drone wordt gebruikt met de interne RTK-module van het dock, waardoor een nauwkeurige vliegroute en landing mogelijk zijn.
• Het aantal gezochte satellieten moet groter zijn dan 20 om de RTK-gegevens van de drone te laten convergeren. Bij sterke signaalinterferentie of ionosferische scintillatie is het mogelijk dat de RTK-gegevens van de drone niet convergeren.

IP-classificatie van de drone

1. Onder stabiele laboratoriumomstandigheden behaalt de Matrice 30/30T Dock-versie drone een beschermingsclassificatie IP55 volgens IEC 60529-normen, wanneer ze zijn uitgerust met TB30 Intelligent Flight Batteries. De beschermingsclassificatie is niet permanent en kan na verloop van tijd dalen.
a. VLIEG NIET wanneer de hoeveelheid regenval groter is dan 100mm in 24uur.
b. Vouw de frame-armen NIET in de regen. Als de drone van het dock verwijderd moet
worden, breng de drone dan naar binnen en zorg ervoor dat hij droog is voordat u de frame-armen inklapt.
c. Zorg ervoor dat de accu-aansluitingen, accucompartimentaansluitingen, accu-
oppervlakken en accucompartimentoppervlakken droog zijn voordat u de accu's plaatst.
d. De productgarantie dekt geen waterschade.
2. In de volgende omstandigheden kan de drone niet aan de beschermingsclassificatie IP55 voldoen:
a. Framearmen zijn ingeklapt.
b. Er worden andere accu's dan de TB30 Intelligent Flight Batteries gebruikt.
c. De afdekkingen voor de poorten zijn niet correct bevestigd.
d. De weerbestendige dop van de bovenplaat is niet stevig aan de bovenplaat
bevestigd.
e. De behuizing van de drone is gebarsten of de waterdichte lijm is verouderd of
beschadigd.
3. De behuizing van de drone is gemaakt van vlamvertragende materialen om de veiligheid te verbeteren. Als zodanig kan de behuizing van de drone verkleuren na
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
59
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
langdurig gebruik. Een dergelijke kleurverandering heeft echter geen invloed op de prestaties en de IP-classificatie van de drone.

Intelligent Flight Battery

De TB30 Intelligent Flight Battery is uitgerust met energiezuinige accu-cellen en maakt gebruik van een geavanceerd batterijbeheersysteem om de drone van stroom te voorzien. De firmware voor Intelligent Flight Battery is opgenomen in de firmware van de drone. Zorg ervoor dat de firmware van de Intelligent Flight Battery is bijgewerkt naar de nieuwste versie.
Eigenschappen van de accu
De TB30-accu heeft de volgende functies:
1. Weergave accuniveau: de ledlampjes voor het accuniveau geven het huidige accuniveau aan.
2. De zelfontlading van de accu wordt geactiveerd als het accuniveau hoger is dan 50%. Het ontladen van het accuniveau tot 50% kan de levensduur van de accu verlengen.
3. Gebalanceerd opladen: tijdens het opladen worden de voltages van de accucellen automatisch gebalanceerd.
4. Bescherming tegen overladen: het opladen stopt automatisch wanneer de accu volledig is opgeladen.
5. Temperatuurdetectie: om schade te voorkomen, laadt de accu alleen op bij een temperatuur tussen de 10 °C en 44 °C.
6. Overstroombeveiliging: de accu stopt met opladen als er een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
7. Bescherming tegen overladen: om de vliegveiligheid te waarborgen en de operator zoveel mogelijk tijd te geven om noodsituaties tijdens de vlucht aan te pakken, is de beveiliging tegen overmatige ontlading uitgeschakeld om een continue output mogelijk te maken. De drone zal op intelligente wijze bepalen of RTH moet worden uitgevoerd of dat de drone moet landen op basis van het huidige accuniveau van de vlucht. Het opladen van een te ver ontladen accu kan brandgevaar opleveren. Om dit te voorkomen, mag de accu niet meer worden opgeladen of gebruikt.
8. Beveiliging tegen kortsluiting: de stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er kortsluiting wordt gedetecteerd.
9. Bescherming tegen beschadiging van accu-cellen: DJI FlightHub 2 toont een waarschuwing wanneer een beschadigde accu-cel wordt gedetecteerd.
10. Slaapstand: de accu staat in de slaapstand wanneer deze niet in de drone wordt geplaatst om stroom te besparen.
11. Communicatie: informatie over de spanning, capaciteit en temperatuur van de accu wordt naar de drone verzonden.
12. De functie zorgt ervoor dat de accu bij een lage temperatuur normaal werkt. Zie het hoofdstuk De accu opwarmen voor meer informatie.
13. Water- en stofdicht maken: na installatie in de drone voldoet de accu aan de IP55­normen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
60
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
• Raadpleeg vóór gebruik de gebruikershandleiding, veiligheidsrichtlijnen en accu-labels. Gebruikers zijn volledig aansprakelijk voor alle handelingen en elk gebruik.
• Als er na het opstijgen slechts één accu bruikbaar is, laat u de drone onmiddellijk landen waarna u de accu vervangt.
• Gebruik de door DJI geleverde accu's. Gebruik GEEN andere accu's.
• Zorg ervoor dat u de accu NIET laten vallen of beschadigt. Plaats GEEN zware voorwerpen op de accu. Vermijd dat accu's vallen.
• Gebruik altijd een schone, droge doek wanneer u de accupolen reinigt. Anders kan dit leiden tot slecht contact, wat kan leiden tot energieverlies of niet opladen.
Het gebruik van de accu
Gekoppelde accu's gebruiken
Laad en ontlaad de twee accu's samen om de prachtprestatie te optimaliseren en de levensduur van de accu te maximaliseren.
Nadat de accu's zijn geplaatst en de drone is ingeschakeld, zal DJI FlightHub 2, als er een groot verschil is tussen de levensduur van de accu's, een melding geven om de gebruiker te waarschuwen voor de toestand van de accu's. Het wordt aanbevolen om ze voor gebruik te vervangen door accu's met vergelijkbare prestaties.
De informatie van de accu controleren
Er zijn twee manieren om de informatie van de accu in DJI FlightHub 2 te bekijken.
1. Open de Project-pagina, klik op te bekijken.
2. Open de pagina Apparaten en klik op Dock > van de accu, de accu-cycli en andere informatie te bekijken.
> om het accu-niveau en de status van de accu
om het accu-niveau, de temperatuur
Opwarmen van de accu
De accu heeft een ingebouwde opwarmfunctie voor gebruik bij lage temperaturen:
1. Wanneer de temperatuur van de accu lager is dan 18 °C, begint de opwarmfunctie zodra de accu in de drone wordt geplaatst en wordt ingeschakeld. Na het opstijgen wordt de opwarmfunctie automatisch uitgeschakeld. Wanneer de temperatuur van de accu lager is dan 10 °C, zal de drone niet opstijgen. Vluchttaken beginnen nadat de accu is opgewarmd.
2. Als de accu niet in de drone is geplaatst, houdt u de knop voor accu-niveau vijf seconden ingedrukt om de opwarmfunctie te starten. De accu blijft ongeveer 30 minuten warm met een temperatuur tussen 15 °C en 20 °C. Houd de knop voor accuniveau gedurende 5 seconden ingedrukt om de opwarmfunctie te stoppen.
3. Wanneer de accu opwarmt en warm blijft, knipperen de accu-lampjes als volgt.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
61
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Warm houdenOpwarmen
Opwarming van het dock
Als de drone in een omgeving met lage temperaturen wordt uitgeschakeld, zal het dock de accu voortdurend van stroom voorzien om deze warm te houden, zodat de drone in koude omstandigheden altijd kan opstijgen. Als de accu is opgeladen en de drone stationair draait, blijft de accu warm bij een temperatuur tussen 10 °C en 20 °C.
Wanneer de gebruiker een onmiddellijke vluchttaak start, de drone inschakelt of het opladen van de accu start, zal de accu zal niet langer worden warm gehouden.
Oplaadmodus
DJI FlightHub 2 heeft twee oplaadmodi (Planning-modus en Stand-by-modus). Wanneer het dock in de ruststand staat, kunnen het accuniveau en de temperatuur in het dock automatisch aan verschillende situaties worden aangepast. Twee uur voor een getimede vluchttaak zal het dock automatisch de accu's opladen en wachten tot de vluchttaak wordt uitgevoerd nadat het opladen is voltooid.
De planning-modus is geschikt voor het uitvoeren van normale taken. De accu wordt tussen 55% en 60% opgeladen wanneer er geen taak wordt gegeven.
Stand-by-modus is geschikt voor het uitvoeren van dringende taken. De accu wordt tussen 90% en 95% opgeladen wanneer er geen taak wordt gegeven.
Overschakelen van oplaadmodus: open de DJI FlightHub 2 Project-pagina, klik op
>
> Actie om over te schakelen naar verschillende oplaadmodi.
• In de Planning-modus kan het accuniveau laag zijn. Als Plan timer is ingesteld op Onmiddellijk, kan tijdens de vluchttaak RTH bij laag accuniveau worden geactiveerd.
• Het handhaven van een hoog accuniveau in de stand-by-modus heeft invloed op de levensduur van de accu. Als het op geen enkel moment nodig is om te starten wordt het aanbevolen om de Planning-modus te selecteren.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
62
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
De accu opladen
Als de oplaadpoorten van de drone na de landing goed zijn aangesloten, laadt het dock aan de hand van de vluchttaakplannen automatisch de Intelligent Flight Battery op. Het bereik van de laadtemperatuur van de TB30-accu is 10 °C tot 44 °C. Het opladen begint nadat de accutemperatuur het bereik van de laadtemperatuur heeft bereikt. In dit geval wordt de oplaadtijd verlengd.
Om de Intelligent Flight Battery op te laden, opent u de DJI FlightHub 2 Project-pagina,
klikt u op Opladen.
> > Actie, schakelt u Foutopsporing op afstand in en klikt u vervolgens op
• Gebruikers kunnen de accu ook opladen op de pagina Apparaatonderhoud: open de pagina Apparaten, klik op Dock > Onderhoud apparaat, Op afstand fouten opsporen inschakelen, en vervolgens op Opladen klikken.
Accu-onderhoud
De Intelligent Flight Battery zal een intelligente zelfevaluatie uitvoeren. Wanneer de capaciteit van de accu moet worden gekalibreerd of de accu moet worden onderhouden zal in DJI FlightHub 2 een melding verschijnen. Open de pagina DJI FlightHub 2-apparaten, klik op Dock > starten, en het dock zal automatisch accuonderhoud uitvoeren. Bij onderhoud van de accu wordt de deze eerst ontladen tot minder dan 20%, en zal het onderhoudsproces, afhankelijk van de verschillende accuniveaus, drie tot acht uur in beslag nemen. onderhoud van de accu zal onderbroken worden als het dock tijdens dit proces een vluchttaak ontvangt.
om Foutopsporing op afstand in te schakelen om accuonderhoud te
• Om ontladingstijd te besparen en de onderhoudstijd te verkorten, wordt aanbevolen om met het onderhoud van de accu te beginnen wanneer het accuniveau laag is (bijv. na het voltooien van een vluchttaak).
• De prestaties van de accu zullen worden beïnvloed als de accu gedurende langere tijd niet wordt onderhouden.
• De accu bevat gevaarlijke chemicaliën. Gooi de accu NIET weg in een gewone afvalcontainer. Volg strikt de plaatselijke regelgeving inzake het inleveren en recyclen van accu's.
• Accu's die te ver ontladen zijn, gezwollen zijn, betrokken zijn geweest bij een crash, in contact zijn gekomen met vloeistof, beschadigd zijn of lekken, moeten worden ingeleverd. Om schade of letsel te voorkomen moet u in een dergelijke toestand de accu NIET gebruiken. Neem voor meer informatie over het weggooien van accu's contact op met een professioneel afval- of recyclingbedrijf.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
63
DJI FlightHub 2
Dit hoofdstuk introduceert de belangrijkste interface en functies in DJI FlightHub 2, waaronder realtime informatie over het apparaat en beheer van het apparaat.

DJI FlightHub 2

DJI FlightHub 2 is een cloudgebaseerd platform voor het beheer van drone-taken. Bij gebruik met DJI Dock en drones uit de De Matrice 30-serie Dock-versie kan DJI FlightHub 2 planningen voor vluchttaken en beheer uitvoeren, realtime vluchtinformatie monitoren en geïntegreerd dockbeheer uitvoeren om onbemande activiteiten te realiseren.

Cloudbeheer

Organisatie- en projectmanagement
Nadat gebruikers zich hebben aangemeld met een DJI-account, kunnen ze https://fh.dji.com bezoeken om de DJI FlightHub 2-organisatiepagina te openen. DJI FlightHub 2 ondersteunt gecentraliseerd beheer voor projecten, leden en apparaten.
Raadpleeg vóór het eerste gebruik de gebruikershandleiding van DJI FlightHub 2 en volg de instructies om een organisatie en een project aan te maken, het dock te binden, leden aan een project toe te voegen en machtigingen aan leden toe te wijzen.
• Gebruikers kunnen rechtsboven op de gebruikersaccount klikken en Gebruikerscentrum selecteren om de account- en organisatiegegevens te bekijken en een mobiel nummer of e-mailadres toe te voegen voor een serviceabonnement. Nadat de service is aangemeld, stuurt het systeem automatisch een bericht of e-mail om gebruikers op de hoogte te stellen van een noodgeval of een mislukte taak.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
65
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
M30 Camera
FPV Camera
Aircraft Control
M30 Camera
24:12
Projectgegevens
Selecteer een project in de pagina Project en klik op om het project in te voeren. Gebruikers kunnen vliegroutes plannen, taakplannen aanmaken, modellen en mediabestanden beheren en realtime informatie over vluchttaken monitoren.
Project 01
My Call Sign
Dock
执⾏中
执⾏中
New Plan
剩余 12min
Dock 01
Task in Progr… N/A
Online Devices
Online Members
Admin
Admin
N/ATask in Progr…
M30
ASL: 115.3 m
Dock01 M30
6.91705° E ASL:800.21 m WGS 84 / UTM32N 80%46.68836° N 200 m
In progress
Dock 01 RTH
New Plan
Time remaining 12min
Task in Progress
N/A
18.8°C 1.5MB/s 0Normal
Dock
Task in Progress N/A
M30
M30 Camera 22:22
20RTK
ALT72.3 m100ms 1.3 m/sH.S 171.3 m
ActionsLive
08:22
88.1% 5m/s
Team: toont informatie over team, apparaat en vluchttaak van het project.
Aantekening: gebruikers kunnen op de kaart aantekeningen maken en beheren (zoals
bijv. antenne-locaties en andere gebouwen).
Kaart: gebruikers kunnen de geïmporteerde 2D- en 3D-modellen bekijken en beheren.
Model-bibliotheek: gebruikers kunnen 2D- en 3D-modellen importeren en bekijken.
De model-bibliotheek ondersteunt het weergeven van het model op de kaart, die verder kan worden gebruikt om vluchtroutes te maken.
Mediabestanden: gebruikers kunnen de geüploade mediabestanden bekijken en
beheren. Mediabestanden (foto's en video's) kunnen na elke vluchttaak automatisch naar het dock worden geüpload. En de drone verwijdert het bestand automatisch nadat het naar het dock is geüpload. Het dock zal de ontvangen mediabestanden naar DJI FlightHub 2 uploaden. En nadat het is geüpload naar DJI FlightHub 2 zal het dock het bestand automatisch verwijderen.
Vluchtroutebibliotheek: gebruikers kunnen vliegroutes importeren of maken, en de
vliegroute-instellingen en waypoint-acties in de vluchtroutebibliotheek bewerken om zo een nauwkeurigere vliegrouteplanning te krijgen.
Bibliotheek voor taakplannen: gebruikers kunnen vliegroute en dock aanwijzen en
op basis van hun behoeften taakplannen maken in de Bibliotheek voor taakplannen. De drone stijgt automatisch op volgens de vooraf ingestelde Plan-timer. Vlucht
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
66
3D
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
hervatten vanaf onderbrekingspunt kan bij het maken van een taakplan worden ingeschakeld of kan in de Bibliotheek voor taakplannen geactiveerd worden. In geval van lage omgevingstemperaturen, sterke wind of lange vliegroutes kan de vluchttaak niet in één enkele vlucht worden voltooid. In dit geval, als Taak hervatten vanaf onderbrekingspunt is ingeschakeld (of geactiveerd), wordt automatisch een nieuwe taak gegenereerd, en hervat de drone de vlucht vanaf het onderbrekingspunt en voltooit het de taak nadat het laden van de accu is voltooid.
• Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding voor DJI FlightHub 2 die u kunt downloaden van de officiële DJI-website https://www.dji.com/flighthub-2/downloads.

Realtime informatie over het apparaat

Wanneer het dock een vluchttaak uitvoert, geeft DJI FlightHub 2 realtime informatie over het apparaat weer, waaronder de taakstatus, vluchtroute (groen), drone-traject (blauw) en livestreams.
Venster met de apparaatstatus
Selecteer een apparaat en klik op om het venster met de apparaatstatus te openen. Gebruikers kunnen de status van de vluchttaak, de werkingsstatus van het apparaat en de informatie over het apparaat bekijken in het venster met de apparaatstatus.
1
2
5
1. Status vluchttaak: geeft de status van de vluchttaak van het geselecteerde dock aan. De status van de vluchttaak omvat de status van het taakplan en de status van de Live vluchtbesturing. Klik om alle vluchttaken van het dock op die dag te bekijken.
2. Dock-informatie: gebruikers kunnen de status van de vluchttaak van het dock, de dockstatus, windsnelheid, omgevingstemperatuur, regenval, internetsnelheid en de upload-status van het mediabestand bekijken.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
3
4
5
6
7
67
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Als er tijdens de vlucht een waarschuwing verschijnt, wordt deze in de statusbalk
van het systeem weergegeven en blijft deze knipperen. Tik om het bericht te bekijken. Waarschuwingen die niet in realtime worden gerapporteerd worden niet weergegeven.
3. Live: klik om de livestream van het dock te openen.
4. Acties: klik om meer informatie over het dock en de drone te bekijken, de instellingen van de drone te wijzigen en opsporen van fouten op afstand uit te voeren.
• Het dock en de drone kunnen slechts door één gebruiker tegelijk op afstand worden bediend.
• Nadat opsporen van fouten op afstand is ingeschakeld, verschijnen er rond het dock en de drone in het venster met de apparaatstatus gele en zwarte strips. Gebruikers kunnen met de muis over de afbeelding van het dock bewegen om het gebruikersaccount te bekijken.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
68
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
5. Informatie over de drone: gebruikers kunnen de status van de vluchttaak van de drone, de waarschuwingen van het apparaat, de sterkte van het transmissiesignaal, de status van de satellietverbinding, de status van de accu en de hoogte van de drone bekijken. Wanneer de drone wordt losgekoppeld van het dock, worden de laatst geregistreerde tijd en coördinaten van de drone weergegeven. Gebruikers kunnen op de informatie klikken om de locatie van de drone in het midden van de kaart te centreren en vervolgens met de rechtermuisknop klikken om een PinPoint aan te maken om de drone tijdens een zoekopdracht te helpen lokaliseren. Wanneer drone opnieuw op het dock is aangesloten wordt de informatie niet weergegeven.
6. Livestream drone: klik op FPV-camera of M30/M30T-camera om de livestream van de drone te bekijken.
b
a
a. Cameraweergave wisselen: klik op het cameratype om tussen verschillende
cameraweergaves te schakelen.
b. Livestreams opnemen: klik tijdens een livestream op
om de opname te starten. De opgenomen video zal automatisch in Mediabestanden worden opgeslagen. De verschillende cameraweergaves worden afzonderlijk opgenomen en kunnen niet tegelijkertijd worden opgenomen. Het tijdens de livestream wisselen van cameraweergaves heeft geen invloed op de opname.
7. Controle drone: Projectbeheerders kunnen nadat ze op Aircraft Control hebben geklikt de drone op afstand bedienen. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Live vluchtbesturing.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
69
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Live vluchtbesturing
DJI FlightHub 2 ondersteunt het rechtstreeks verzenden van commando's naar de drone op het dock en het op afstand bedienen van de drone.
• Zorg ervoor dat voordat u Live vluchtbesturing gebruikt de firmwareversie van het dock hoger is dan v01.03.0902 en dat de versie van de drone hoger is dan v06.02.0803.
Controle van de drone
1
4
1. Controle over de drone krijgen: gebruikers met de rechtermuisknop op het pictogram van het dock of de drone op de kaart klikken of op Drone-besturing in het statusvenster van het apparaat klikken om Live vluchtbesturing in te schakelen.
• Gebruikers kunnen op de knop FPV-camera of M30/M30T-camera klikken om de livestream van de drone te bekijken.
• Wanneer Live vluchtbesturing is ingeschakeld, wordt de latentie van de afstandsbediening weergegeven. Gebruikers kunnen met de muis over bewegen om de uplink- en downlink-latentie te bekijken. Uplink betekent de overdracht van gegevens van de drone naar de cloud, terwijl downlink verwijst naar de gegevensoverdracht van de cloud naar de drone.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
70
2
3
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
2. Parameter-instellingen:
a. Vrije hoogte: hoogte van de drone ten opzichte van het opstijgpunt voordat u
wegvliegt van het dock (hoogtebereik: 8-1500 m).
b. Standaard AGL: standaard hoogte van de drone ten opzichte van de grond wanneer
de drone FlyTo-taken uitvoert (hoogtebereik: 20-1500 m).
c. RTH-hoogte: hoogte van de drone ten opzichte van het startpunt bij terugkeer naar
het beginpunt (hoogtebereik: 20-1500 m). Met het oog op de vliegveiligheid wordt aanbevolen dat wanneer de drone terugkeert naar de thuisbasis de RTH-hoogte dicht bij de werkelijke vlieghoogte ten opzichte van het startpunt ligt, zodat de invloed van wind op grote hoogte op de vliegtijd van de drone wordt beperkt.
d. Bij signaalverlies: gebruikers kunnen kiezen uit Return to Home, Zweven of
Doorgaan. De drone zal een actie voor signaalverlies uitvoeren wanneer de drone wordt losgekoppeld van het dok. Het wordt aanbevolen om de actie voor signaalverlies in te stellen op Return to Home om de veiligheid van de vlucht te garanderen.
• Wanneer de drone zich in het dock bevindt en de FlyTo-taak is verdeeld, zal de drone naar de vrije hoogte stijgen en rechtstreeks naar de locatie vliegen. Een redelijke vrije hoogte, standaard AGL en RTH-hoogte moeten worden ingesteld op basis van de omgeving en taakvereisten en ten minste 5 m lager zijn dan de maximaal toegestane vlieghoogte in de hoogtezone om de vliegveiligheid te garanderen. Gebruikers moeten er ook voor zorgen dat er geen tijdens de vlucht geen obstakels zijn.
• Beweeg de muis over de parameter om de details te bekijken. Parameters zoals RTH-hoogte en actie voor signaalverlies moeten worden ingesteld vóórdat de drone wordt ingezet nadat Live vluchtbesturing is ingeschakeld.
3. Situatiebewustzijn: gebruikers kunnen in het navigatiescherm de locatie van het Home Point, de oriëntatie van de drone, de lading en informatie over het detecteren van obstakels bekijken.
4. Toetsenbordcommando's: gebruikers kunnen op de knoppen klikken of op de toetsen van het toetsenbord drukken om de drone te besturen.
[Q] Links gieren [E] Rechts gieren
[W]
Vooruit [S] Achteruit
[A]
Naar links rollen [D] Naar rechts rollen
[C]
Opstijgen [Z] Afdalen
[Space]
Pauzeren
• U moet de drone NIET op het dock laten landen met behulp van toetsenbordcommando's. Anders kan de drone na de landing de propellers niet stoppen en automatisch terugkeren naar het dok.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
71
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
5. Opstijgen: wanneer de drone zich in het dock bevindt, kunnen gebruikers op Opstijgen klikken en zal de drone naar de vrije hoogte stijgen en blijven zweven. Gebruikers kunnen de drone blijven bedienen met toetsenbordcommando’s. Wanneer de drone taken uitvoert, worden de resterende vluchtafstand en -tijd in het venster met de apparaatstatus weergegeven.
6. FlyTo-taken: gebruikers kunnen met de rechtermuisknop op de kaart of een PinPoint klikken om een FlyTo-locatie in te stellen. Nadat de FlyTo-locatie is ingesteld, wordt op de kaart een virtuele vluchtroute weergegeven. Gebruikers kunnen op Start klikken waarna de drone rechtstreeks naar de locatie zal vliegen.
• Wanneer RTH bij laag accuniveau wordt geactiveerd, moet u de RTH NIET annuleren of tijdens RTH de Live vluchtbesturing inschakelen. Anders zal de drone de RTH verlaten en kan hij mogelijk niet terugkeren naar het dock. Wanneer het resterende accuniveau alleen voldoende is voor de drone om van de huidige hoogte te dalen, zal de drone automatisch landen en kan de automatische landing niet worden geannuleerd.
• Als Live vluchtbesturing is ingeschakeld wanneer de drone een vluchttaak uitvoert, kunnen gebruikers op Hervatten klikken om de taak te hervatten of op RTH klikken om Live vluchtbesturing uit te schakelen, waarna de drone automatisch naar de thuisbasis zal terugkeren.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
72
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Controle van de lading
1
5
2
4
3
1. Controle op de lading krijgen: gebruikers kunnen op de cameraweergaveknop klikken om livestream te starten en op klikken om de controle op de lading te krijgen.
2. Schakelen tussen camera's: gebruikers kunnen schakelen tussen groothoek-, zoom­en infraroodcamera’s (M30T-cameraweergave wordt hier als voorbeeld gebruikt).
3. Gebruikers kunnen de pan- en kantelhoeken van de gimbal bekijken, de gimbal of de pan van de gimbal opnieuw centreren, en dubbelklikken op de livestream-weergave om de weergave rond het aangeklikte punt te centreren.
4. Zoomschaal aanpassen: gebruikers kunnen de zoom-schuifregelaar aanpassen of met de muis scrollen om in of uit te zoomen op de livestream-weergave.
5. Mediabestanden vastleggen: gebruikers kunnen foto's maken of video's opnemen en de resterende opslagruimte voor mediabestanden bekijken.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
73
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Dockbeheer

Klik op de pagina Apparaten op Dock om over te schakelen naar Dockbeheer. Beheerders kunnen de waarschuwingsberichten van het apparaat bekijken en opsporen van fouten op afstand uitvoeren.
: klik om de waarschuwingsgegevens van het dock en de drone te bekijken. De
waarschuwingsberichten bevatten de begin- en eindtijd, het waarschuwingsniveau, het type apparaat, de foutcode, de inhoud en de aanbevolen oplossingen.
: klik om de pagina Apparaatonderhoud te openen. Gebruikers kunnen de gegevens
van het apparaat bekijken en fouten op afstand opsporen.
: klik op en selecteer Bewerken om het dock aan een specifiek project te binden.
Selecteer Verwijderen om het apparaat uit deze organisatie te verwijderen.
• Als het dock wordt verwijderd, sluit u de afstandsbediening aan om het dock in te stellen en het dock opnieuw aan een organisatie te koppelen. Wees voorzichtig met Verwijderen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
74
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Onderhoud van het apparaat
Informatie over het apparaat
Op de pagina Apparaatonderhoud kunnen gebruikers kunnen informatie over het apparaat en drone-instellingen wijzigen.
1
2
1. Dock-informatie: gebruikers kunnen de dockstatus, totale bedrijfs- en vliegtijd, netwerkverbinding, satellietverbinding met het dock, voedingsspanning, resterende onderhoudsdagen, positie van het dock en alternatieve landingsplaats bekijken.
2. Informatie omgeving van het dock: gebruikers kunnen de interne temperatuur en vochtigheid van het dock, de externe temperatuur, regenval, realtime windsnelheid en andere omgevingsinformatie bekijken.
1
2
3
1. Informatie over de drone: gebruikers kunnen de totale vliegtijd en het totaal van de vlucht, de sterkte van het videotransmissiesignaal en andere informatie over de drone bekijken.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
75
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
2. Informatie over de accu: gebruikers kunnen de accu-cycli, accuspanning, accutemperatuur en accuniveau bekijken.
3. Drone-instellingen: gebruikers kunnen de bakens in-/uitschakelen, de maximale hoogte en maximale vliegafstand wijzigen, alternatieve routehoogte bekijken,
obstakeldetectie in-/uitschakelen en oplaadmodi schakelen. Klik
om de
gedetailleerde beschrijvingen voor de parameters te bekijken.
• Na het uitschakelen van de obstakeldetectie kan de drone obstakels niet detecteren of omzeilen en kan de drone crashen.
Foutopsporing op afstand
1
2
3
4
1. Foutopsporing op afstand: gebruikers kunnen Foutopsporing op afstand inschakelen om het dock en de drone te controleren als er zich een probleem met het apparaat voordoet.
2. Probleemrapport: gebruikers kunnen een probleemrapport voor het apparaat indienen en het ingediende rapport naar DJI Support sturen als het probleem met het apparaat aanhoudt.
3. Dock-besturing a. Gebruikers kunnen het docksysteem opnieuw opstarten, de dockafdekking, de
duwstangen en het geluidslichtalarm bedienen, het airconditioning-systeem bedienen en de opslag van het dock formatteren.
b. Klik op Live om de dock-livestream te openen.
4. Controle drone: a. Gebruikers kunnen de drone in- en uitschakelen, de Intelligent Flight Battery
opladen en onderhouden en drone-opslag formatteren.
b. Accubeheer: klik op Opladen om de Intelligent Flight Battery op te laden. Klik op
Onderhouden om automatisch accu-onderhoud of capaciteitskalibratie voor de Intelligent Flight Battery te starten.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
76
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
c. Klik op FPV-camera of M30/M30T-camera om de livestream van de drone te
bekijken.
• Foutopsporing op afstand kan niet worden ingeschakeld als het dock is aangesloten op de afstandsbediening voor bewerkingen op locatie.
• De drone kan niet opstijgen nadat Foutopsporing op afstand is ingeschakeld.
Probleemrapport apparaat
Als het probleem met het apparaat niet kan worden opgelost via Foutopsporing op afstand, kunnen gebruikers rapporten over problemen met het apparaat aanmaken op de pagina Apparaatonderhoud en de informatie van het rapport aan DJI Support verstrekken.
1. Klik op de pagina Apparaatonderhoud op Probleemrapport apparaat > Rapport aanmaken.
2. Vul gegevens in het rapport in: zoals beschrijving van het probleem, tijd van het optreden van het probleem en contactgegevens, en stuur screenshots of video­opnames van het probleem.
3. Upload logboeken van het apparaat op een van de volgende manieren:
a. Klik op het selectievakje om toegewezen logboeken van het apparaat te selecteren.
b. Selectie synchroniseren inschakelen. DJI FlightHub 2 koppelt automatisch de
logboeken van het apparaat die samenvallen binnen het tijdsbereik van het probleem.
4. Klik op Indienen om het rapport met het probleem te voltooien.
5. Klik op Apparaten > Dock > door aan DJI Support.
, en geef vervolgens de QR-code en het trackingnummer
• Klik op Apparaten > Dock > Probleemrapport apparaat om alle rapporten over problemen onder de huidige organisatie te controleren.
• Zorg ervoor dat u de drone inschakelt voordat u de logboeken van de drone uploadt.
• Gebruikers kunnen ook een computer op het dock aansluiten en via DJI Assistant 2 (Enterprise Series) logboeken van het apparaat exporteren en vervolgens de logboeken van het apparaat uploaden in Probleemrapport apparaat.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
77
Bijlage

Bijlage

Drone-instellingen met de afstandsbediening

Het wordt aanbevolen om tijdens vluchttests de afstandsbediening met de drone te koppelen als controller B. Pas de drone-instellingen aan op uw behoeften met de DJI RC Plus-afstandsbediening (apart verkrijgbaar).
1. Start DJI Pilot 2, tik op Ga naar cameraweergave op de startpagina. Gebruikers worden standaard naar de FPV-cameraweergave geleid nadat de controle voorafgaand aan de vlucht is voltooid.
Tik rechtsboven op
a.
Instellingen detectiesysteem: stel de horizontale en verticale remweg voor obstakels en de waarschuwingsafstand in. Het wordt aanbevolen om de standaardwaarden te gebruiken.
b.
RTK-module: schakel de modus Positioneringsnauwkeurigheid behouden in.
2. Nadat de afstandsbediening controle over de gimbalcamera heeft gekregen, tikt u rechtsonder op CAM en vervolgens linksonder op Infrarood om over te schakelen naar de weergave van de thermische camera.
Palet geeft de hoogste en laagste temperatuurmeetwaarden van de huidige weergave
weer. Tik om te kiezen tussen verschillende paletten voor infraroodtemperatuurmetingen.

Firmware-update

DJI FlightHub 2 gebruiken
1. Schakel de drone en het dock in. Zorg ervoor dat de drone aan het dock gekoppeld is en dat het accuniveau van de drone hoger is dan 20%.
2. Open DJI FlightHub 2 en klik op Apparaten > Dock.
3. Klik op Bijwerken en er verschijnt een melding in het venster die de firmwareversie en updates aangeeft.
4. Selecteer links de verschillende vakjes om de firmware van het apparaat in batches te upgraden.
5. Klik op update en de firmware zal automatisch gedownload en bijgewerkt worden.
6. De firmware van zowel het dock als de drone zullen gelijktijdig worden bijgewerkt. Als de drone zich niet in het dock bevindt, wordt alleen de firmware van het dock bijgewerkt.
7. Nadat de firmware-update is uitgevoerd zullen de drone en het dock automatisch opnieuw opstarten.
• Zorg ervoor dat tijdens het hele updateproces de DJI FlightHub 2 verbonden is met het internet.
• De Intelligent Flight Battery die in de drone is geïnstalleerd, zal worden bijgewerkt naar de laatste firmwareversie.
• Gebruikers kunnen de drone of het dock tijdens de firmware-update niet bedienen. De drone en het dock zullen weer beschikbaar zijn nadat de update voltooid of geannuleerd is.
om de drone-.instellingen van elke module te wijzigen:
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
79
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) gebruiken
Zorg ervoor dat voordat u de firmware bijwerkt de computer verbonden is met het internet en dat het apparaat voldoende stroom krijgt. Voor de update van de firmware van de drone volgt u dezelfde stappen als voor de update van de firmware van het dock. Neem de firmware-update van het dock als voorbeeld:
1. Open de schakelkast en schakel het dock in. Sluit de computer aan op de USB-C-poort van het dock.
2. Start DJI Assistant 2
3. Selecteer DJI Dock en tik aan de linkerkant op de knop voor het bijwerken van de firmware.
4. Selecteer de firmwareversie en tik erop om bij te werken. De firmware wordt automatisch gedownload en bijgewerkt.
5. Wanneer de melding ‘Update geslaagd’ verschijnt, is de update voltooid en wordt het DJI-apparaat automatisch opnieuw opgestart.
en meld u aan met een DJI-account.
• Sluit de afstandsbediening of de drone afzonderlijk aan op een computer, aangezien de software van de assistent het bijwerken van meerdere DJI­apparaten niet tegelijkertijd ondersteunt.
• U moet de verbinding tussen de drone en de computer tijdens een update NIET verbreken.

Toegang tot een cloudplatform van derden

Met behulp van Cloud API kan DJI Dock voor privéconfiguratie verbinding maken met platforms van derden, zodat gebruikers een gepersonaliseerd beheersysteem kunnen bouwen. Ga voor meer gedetailleerde informatie naar
https://developer.dji.com/cn/cloud-api/
Gebruikers kunnen bij het configureren van het dock, met behulp van de DJI Pilot 2, het dock binden aan een cloudplatform van derden. Raadpleeg de handleiding voor installatie en instelling voor meer informatie.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
80
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Technische gegevens

Dock
Algemeen
Productnaam DJI Dock
Totaal gewicht 105 kg (m.u.v. de drone)
Dockafdekking geopend (m.u.v. windsnelheidsmeter-module): 1675×885×735 mm
Afmetingen
Ingangsstroom Max. 15 A
Ingangsspanning 100-240 VAC, 50-60 Hz
Ingangsvermogen Max. 1500 W
AC-voedingsuitgangpoort
Bedrijfstemperatuur
IP-beschermingsclassificatie
[1]
[2]
Aantal geplaatste drones 1
Max. Toegestane windsnelheid voor landing
Max. Hoogte tijdens gebruik 4000 m
Max. Actieradius 7000 m
Ontvangstfrequentie van satelliet RTK-basisstation
RTK-nauwkeurigheid voor positionering (vaste RTK ingeschakeld)
Laadprestaties
Uitgangsspanning 26,1 VDC
Uitgangsstroom Max. 24 A
Uitgang voeding Max. 626 W
Oplaadtijd
[3]
Transmissie
Videotransmissiesysteem O3 Enterprise transmissiesysteem
Bedieningsfrequentie 2,4000-2,4835GHz, 5,725-5,850GHz
Max. Zendafstand (Vrij van obstakels en interferentie)
(L×B×H) Dockafdekking gesloten (m.u.v. windsnelheidsmeter-module): 800×885×1065 mm (L×B×H)
100-240 V, 50-60 Hz, max. 1 A, max. 240 W (zorg voor voeding van gebruikersapparaten)
-35 °C tot 50 °C
IP55
12m/s
Kan gelijktijdig ontvangen: GPS: L1 C/A, L2 BeiDou2: B1l, B2l, B3l BeiDou3: B1l, B3l GLONASS: L1, L2 Galileo: E1, E5B
Horizontaal: 1 cm + 1 ppm, verticaal 2 cm + 1 ppm
Circa 25 min
15 km (FCC); 8 km (CE/SRRC/MIC)
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
81
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Gegevensbeveiliging AES-256
Antennes 4 antennes, 2T4R
2,4 GHz: < 33 dBm (FCC) < 20 dBm (CE/SRRC/MIC)
Zendervermogen (EIRP)
5,8 GHz: < 33 dBm (FCC) < 23 dBm (SRRC) < 14 dBm (CE)
Airconditioning-systeem
Bedrijfsspanning 48 V DC
Type airconditioning TEC-airconditioning
Back-up-accu
Accucapaciteit 12 Ah
Uitgangsspanning 24 V
Type accu Loodzuuraccu
Levensduur back-up-accu > 5 uur
Netwerktoegang
Ethernet-toegang 10/100/1000Mbps adaptieve Ethernet-poort
Geïntegreerde beveiligingscamera
Resolutie 1920×1080
Gezichtsveld (FOV) 180°
Hulplicht Extra wit licht
Bescherming tegen bliksem
AC-voedingspoort 40 KA-bescherming
Ethernet-poort 1,5 KA-bescherming
Ondersteunde software
Toepassingen
Cloud Platform
DJI Pilot 2 (wordt voor configuratie en instelling aangesloten via DJI RC Plus op het dock)
DJI FlightHub 2 Platforms van derden via DJI Cloud API
Uitbreidingsvermogen
Protocol openen DJI Cloud API
Edge computing
DJI Dock heeft interne voeding, data-interface en ruimte voor installatie van apparatuur.
[1] Wanneer de temperatuur lager is dan -20 °C, kan de drone geen vluchttaken uitvoeren en
kunnen de dockafdekking en de duwstangen niet automatisch worden bediend.
[2] Deze beschermingsclassificatie is niet permanent en kan na langdurig gebruik door
veroudering en slijtage in de loop van de tijd afnemen.
[3] De omgevingstemperatuur is 25 °C en de drone wordt opgeladen van 10% tot 90%.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
82
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Matrice 30-serie Dock-versie
Algemeen
Afmetingen (uitgeklapt, excl. propellers)
Afmetingen (ingeklapt) 365 × 215 × 226 mm (LxB×H)
Diagonale wielbasis 668 mm
Gewicht (incl. twee accu’s) 3870 ± 10 g
Max. startgewicht 3998 g
Gebruiksfrequentie
[1]
Zendervermogen (EIRP)
Vliegnauwkeurigheid (windloos of briesje)
RTK-nauwkeurigheid voor positionering
(vaste RTK ingeschakeld)
Max. hoeksnelheid Stampen (Pitch): 150°/s, Gieren (Yaw): 100°/s
Max. kantelhoek
Max. snelheid omhoog/omlaag 6 m/s; 5 m/s
Max. daalsnelheid (tilt) 7m/s
Max. horizontale snelheid 23m/s
Max. serviceplafond boven zeeniveau
(zonder andere ladingen)
Max. windbestendigheid 12m/s
Max. zweeftijd
Max. vliegtijd
[2]
[2]
Modelnummer motor 3511
Modelnummer propeller 1671; 1676 High Altitude (niet inbegrepen)
IP-beschermingsclassificatie
GNSS
Bedrijfstemperatuur -20 °C tot 50 °C
470 × 585 × 246 mm (L×B×H)
2,4000-2,4835GHz, 5,725-5,850GHz
2,4 GHz: <33 dBm (FCC); <20 dBm (CE/SRRC/MIC) 5,8 GHz: <33 dBm (FCC/SRRC); <14 dBm (CE)
Verticaal:
± 0,1m (met zichtpositionering) ± 0,5m (met GPS-positionering)
± 0,1 m (met RTK-positionering) Horizontaal:
± 0,3m (met zichtpositionering) ± 1,5m (met GPS-positionering)
± 0,1 m (met RTK-positionering)
1 cm + 1 ppm (horizontaal) 1,5 cm + 1 ppm (verticaal)
35° (N-modus en voorwaarts zichtsysteem ingeschakeld: 25°)
5000 m (met 1671-propellers) 7000 m (met 1676-propellers)
35 min
40 min
[3]
IP55
GPS+Galileo+BeiDou+GLONASS (GLONASS wordt alleen ondersteund als RTK-module is ingeschakeld)
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
83
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Gimbal
Bereik hoektrilling ±0,01°
Regelbaar draaibereik Pan: ± 90°, kanteling: -120° tot +45°
Mechanisch bereik Pan: ± 105°, kanteling: -135° tot +60°, rol: ±45°
Zoomcamera
Sensor 1/2” CMOS; effectieve pixels: 48 M
Brandpuntsafstand: 21-75 mm (equivalent
Lens
brandpuntsafstand: 113-405 mm) Diafragma: f/2,8-f/4,2
Focus: 5 m tot ∞
Compensatie blootstelling ±3 ev (met 1/3 ev als staplengte)
Automatische modus: Opnamestand: 1/8000 – 1/2 sec.
Elektronische sluitertijd
Foto: 1/8000 – 1/30 seconden M-modus: Opnamestand: 1/8000 – 8 sec. Foto: 1/8000 – 1/30 seconden
ISO-bereik 100-25600
Max. Videoresolutie 3840×2160
Max. Fotogrootte 8000×6000
Groothoekcamera
Sensor 1/2” CMOS; effectieve pixels: 12 M
DFOV: 84° Brandpuntsafstand: 4,5 mm (equivalent
Lens
brandpuntsafstand: 40 mm) Diafragma: f/2,8
Focus: 1 m tot ∞
Compensatie blootstelling ±3 ev (met 1/3 ev als staplengte)
Automatische modus: Opnamestand: 1/8000 – 1/2 sec.
Elektronische sluitertijd
Foto: 1/8000 – 1/30 seconden M-modus: Opnamestand: 1/8000 – 8 sec. Foto: 1/8000 – 1/30 seconden
ISO-bereik 100-25600
Max. Videoresolutie 3840×2160
Fotogrootte 4000x3000
Thermische camera
Warmtebeeldcamera Ongekoelde VOx-microbolometer
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
84
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
DFOV: 61° Brandpuntsafstand: 9,1 mm (equivalent
Lens
brandpuntsafstand: 40 mm) Diafragma: f/1,0
Focus: 5 m tot ∞
Nauwkeurigheid infraroodtemperatuurmeting
Videoresolutie
Fotogrootte
±2 °C of ±2% (met gebruik van de grotere waarde)
[4]
Modus Superresolutie infraroodbeeld: 1280 × 1024
Basis-modus: 640×512
Modus Superresolutie infraroodbeeld: 1280 × 1024
Basis-modus: 640×512
Pixelpitch 12 μm
Methode voor temperatuurmeting
Scène-bereik
Spotmeter, oppervlaktemeting
Modus voor Hoge versterking: -20 °C tot 150 °C
Modus voor lage versterking: 0 °C tot 500 °C
Temperatuurwaarschuwing Ondersteund
Palet
Wit heet/fulguriet/IJzer rood/Heet IJzer/Medisch/ Arctisch/Regenboog 1/REgenboog 2/Tint/Zwart Heet
FPV-camera
Resolutie 1920×1080
DFOV 161°
Beeldrastersnelheid 30 fps
Lasermodule
Golflengte 905 nm
Maximaal laservermogen 3,5 mW
Enkele pulsbreedte 6 ns
Meetnauwkeurigheid
Meetbereik
± (0,2 m + D×0,15%)
D is de afstand tot een verticaal oppervlak
3-1200 m (0,5 x 12 m verticaal oppervlak met 20% reflectie)
Zichtsysteem
Bereik obstakeldetectie
Vooruit: 0,6-38 m
Omhoog/omlaag/achterwaarts/zijwaarts: 0,5-30 m
Gezichtsveld 67° (H), 53° (V)
Oppervlakken met duidelijke patronen en adequate
Gebruiksomgeving
verlichting (> 15 lux)
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
85
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Infrarooddetectiesysteem
Bereik obstakeldetectie 0,1 - 10 m
Gezichtsveld 30°
Gebruiksomgeving
Grote, diffuse en reflecterende obstakels (reflectiviteit >10%)
TB30 Intelligent Flight Battery
Capaciteit 5880 mAh
Spanning 26,1 V
Type accu Li-ion 6S
Vermogen 131,6 Wh
Nettogewicht Circa 685 g
Bedrijfstemperatuur -20 °C tot 50 °C
Ideale opslagtemperatuur 20 °C tot 30 °C
-20 °C tot 50 °C
(De accu start de opwarmfunctie in omgevingen
Laadtemperatuur
met lage temperaturen en het airconditioning­systeem begint te koelen in omgevingen met hoge temperaturen.)
Chemisch systeem LiNiMnCoO2
Hulplichten
Feitelijke verlichtingsafstand 5 m
Type verlichting 60 Hz, ononderbroken gloeiend
[1] In sommige landen zijn frequenties van 5,8 en 5,1 GHz verboden. In sommige landen is de
5,1 GHz-frequentie alleen toegestaan voor gebruik binnenshuis.
[2] De maximale vliegtijd werd getest in een laboratoriumomgeving en geldt alleen als
referentie.
[3] Deze beschermingsclassificatie is niet permanent en kan na langdurig gebruik door
veroudering en slijtage in de loop van de tijd afnemen.
[4] De nauwkeurigheid van de gemeten infraroodtemperatuur is getest in een laboratoriumomgeving
en dient alleen ter referentie.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
86
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Ladingen van derden gebruiken

De drone heeft een PSDK-poort waarop een lading van derden kan worden aangesloten en het dock heeft een ruimte in de afdekking gereserveerd voor de opslag van de lading van derden, waardoor de gebruiksmogelijkheden van de drone kunnen worden uitgebreid.
Vereisten voor lading van derden
• Het installeren van een lading van derden zal de vluchttijd verkorten en de windweerstand van de drone verminderen. Zorg ervoor dat u de lading naar behoefte installeert.
• De lading van derden moet een beschermingsclassificatie van IP43 of hoger hebben zodat de werkstabiliteit en de levensduur van de drone niet afnemen.
• De kabelconnector van de lading van derden die op de drone wordt aangesloten, moet voorzien zijn van een waterdichte rubberen ring.
• Ga naar https://developer.dji.com/payload-sdk/ voor meer informatie over SDK­ontwikkeling.
Vereisten voor installatie
• Om de stabiliteit van de drone te kunnen garanderen, moet u de officiële originele PSDK-montagebeugel van DJI gebruiken en de lading van derden op de juiste manier volgens de gebruikershandleiding monteren. Ga voor meer informatie over de PSDK­montagebeugel naar https://www.dji.com/matrice-30/downloads
• De grootte van de gereserveerde opslagruimte in de dockafdekking is 150 mm × 150 mm × 100 mm (lengte × breedte × hoogte). De hoogte van de lading van derden mag niet meer dan 80 mm bedragen als de hoogte van de PSDK-montagebeugel wordt meegerekend.
• Na de installatie van de lading moet u ervoor zorgen dat de lading van derden het zichtsysteem van de drone niet blokkeert om te voorkomen dat de prestaties van de obstakeldetectie nadelig worden beïnvloed.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
87
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding
Vereisten voor aansluiting
De lading van derden wordt op de PSDK-poort van de drone aangesloten door de connector met waterdichte rubberen ring te plaatsen. Sluit zo nodig de PSDK-poort van de drone af. Zoals hieronder weergegeven.
• Zorg ervoor dat u de poort goed afsluit. Als de poort niet goed wordt afgesloten en er water in de drone lekt, zal de vliegveiligheid ernstig in gevaar komen.
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
88

Lijst met oplossingen voor problemen

Beschrijving Mogelijke oorzaak Problemen oplossen
• Windsnelheid is hoger dan 12 m/s.
• Bij zware regenval.
• Omgevingstemperatuur is lager dan -20 °C.
De drone vertrekt niet nadat de vluchttaak is gestart.
De drone laadt niet op nadat het in het dock is geland.
De Live-knop op DJI FlightHub 2 is grijs en kan niet worden aangeklikt.
Het apparaat wordt offline op DJI FlightHub 2 weergegeven.
• Een van de noodstopknoppen op het dock is ingedrukt.
• De voeding van het dock is uitgeschakeld.
• Het accuniveau van de Intelligent Flight Battery is lager dan 30%.
• De RTK van de drone is niet ingeschakeld.
• Het satellietsignaal van de drone is zwak (het satelliet­pictogram van de drone in DJI FlightHub 2 is rood).
• De accu koelt af of warmt op.
• De laadpoorten van de drone hebben slecht contact met het dock.
• Storing van het dock of met de drone.
• De dockafdekking is geopend.
• Er is nog steeds een taak in uitvoering.
• De windsnelheidsmeter is niet aangesloten.
• Storing met netwerkverbinding van het dock.
• De stroomvoorziening van het dock is abnormaal en het niveau van de back-up-accu is nul.
• Het dock wordt overgeschakeld naar een cloudplatform van derden.
• Storing met het dock.
• Bekijk het waarschuwingsbericht in het statusvenster van het apparaat in DJI FlightHub 2, klik op het bericht om de details van de waarschuwing te bekijken en volg de instructies om oplossingen voor het apparaat te zoeken.
• Het bereik van de oplaadtemperatuur van de accu is 10 °C tot 44 °C. Het opladen begint nadat de accutemperatuur het bereik van de laadtemperatuur heeft bereikt.
• Schakel Foutopsporing op afstand in en probeer de duwstangen te duwen of trekken. Neem contact op met een door DJI geautoriseerde serviceprovider als het probleem aanhoudt.
• Schakel Foutopsporing op afstand in en start het dock opnieuw.
• Sluit de dockafdekking en probeer opnieuw op te laden.
• Wacht op de time-out van de uitvoering totdat er geen taak meer bezig is en probeer opnieuw op te laden.
• Zorg ervoor dat de windsnelheidsmeter juist en stevig geïnstalleerd is.
• Zorg ervoor dat het dock is aangesloten op het internet.
• Zorg ervoor dat de voeding normaal is.
• Zorg ervoor dat het cloudplatform van het dock dezelfde blijkt en niet veranderd.
• Neem contact op met een door DJI geautoriseerde serviceprovider voor onderhoud aan het apparaat.
Matrice 30 Series Dockbundel Gebruikershandleiding

Informatie over naleving van FAR-ID op astand

De drone voldoet aan de vereisten van 14 CFR deel 89:
• De drone start automatisch vóór de start een zelftest (PFST, pre-flight self-test) van het Remote ID-systeem en kan niet opstijgen als het niet slaagt voor de PFST. resultaten van de PFST van het Remote ID-systeem kunnen worden bekeken in een DJI vluchtbesturing-app zoals DJI Pilot 2 of in een DJI-cloudplatform zoals DJI FlightHub 2.
• De drone bewaakt de functionaliteit van het Remote ID-systeem van vóór de vlucht tot aan uitschakeling. Als het Remote ID-systeem defect raakt of een storing vertoont, wordt een alarm weergegeven in een DJI vluchtbesturing-app zoals DJI Pilot 2 of in een DJI-cloudplatform zoals DJI FlightHub 2.
• De gebruiker moet de DJI vluchtbesturing-app op de voorgrond actief houden en altijd toestaan dat deze de locatiegegevens van de afstandsbediening krijgt wanneer hij de DJI vluchtbesturing-app gebruikt om de drone te besturen.
• Ontwikkelaars die toepassingen van derden ontwikkelen op basis van de DJI Mobile SDK moeten de PFST-resultaten en de storingsstatus van het Remote ID-systeem tijdens de werking verkrijgen en weergeven door specifieke API’s op te roepen
• Ontwikkelaars die platforms van derden ontwikkelen op basis van de DJI Cloud API moeten de PFST-resultaten en de storingsstatus van het Remote ID-systeem tijdens de werking verkrijgen en weergeven door specifieke API's op te roepen
[1] Het slagingscriterium voor PFST is dat de hardware en software van de vereiste gegevensbron en
zenderradio van de Remote ID in het Remote ID-systeem goed werken.
[2] Ga voor gedetailleerde API-informatie naar https://developer.dji.com/mobile-sdk/
[3] Ga voor gedetailleerde API-informatie naar https://developer.dji.com/cloud-api/
[3]
.
[2].
[1].
De
2023 DJI. Alle rechten voorbehouden. 
©
90
WIJ ZIJN ER VOOR U
Contactgegevens
DJI-
ONDERSTEUNING
De inhoud kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Download de nieuwste versie vanaf
https://www.dji.com/dock/downloads
Als u vragen heeft over dit document, neem dan contact op met DJI door een bericht te sturen naar DocSupport@dji.com
DJI en MATRICE zijn handelsmerken van DJI.
Copyright © 2023 DJI Alle rechten voorbehouden.
Loading...