Delonghi EL92, PACEL92SILENT, EL98 Instruction manuals [nl]

INLEIDING
Dank u voor het kiezen van een De’Longhi-product. Neem even de tijd om de gebruiksaanwijzing te lezen, om het risico op be­schadiging van het apparaat te voorkomen.
BESCHRIJVING
Beschrijving van het apparaat (zie pagina 3 - A)
A1 luchtuitlaatrooster A2 bedieningspaneel A3 handgrepen A4 wieltjes A5 BioSilver-lter A6 luchtinlaatrooster A7 zitting luchtafvoerslang A8 luchtinlaatrooster A9 voedingskabel A10 afvoerslang met dop A11 signaalontvanger afstandsbediening A12 vak afstandsbediening
Beschrijving van de accessoires (zie pagina 3- B)
B1 ens wandbevestiging met dop B2 luchtafvoerslang B3 slangadapter B4 adapter voor vensterplaat B5 vensterplaat met vleugelmoer B6 adapter voor wandmontage/vensteruitlaat B7 vensteruitlaat B8 afstandsbediening B9 dop vensterplaat
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer, voorafgaand aan de aansluiting op het elektriciteit-
snet, of:
de netspanning gelijk is aan de waarde aangegeven op het plaatje op de achterkant van het apparaat;
het stopcontact en de elektriciteitsleiding geschikt zijn voor de vereiste belasting;
het stopcontact geschikt is voor het type stekker: vervang anders het stopcontact;
• het stopcontact is aangesloten op een eciënt aardings­systeem.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wan-
neer deze voorschriften voor ongevallenpreventie niet worden nageleefd.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervan-
gen door gespecialiseerde technici.
GEBRUIK
Door middel van de onderstaande aanwijzingen kunt u uw air­conditioner zo eciënt mogelijk op de werking voorbereiden. Controleer voorafgaand aan het gebruik dat de inlaat- en uit­laatroosters van de lucht niet verstopt zijn.
Let op: Dit apparaat is uitgerust met een automatische verdam­pingsfunctie voor de eliminatie van condens tijdens de koel- en ontvochtigingsmodi.
AIRCONDITIONING ZONDER INSTALLATIE
OPENSLAAND RAAM
Ga in geval van een openslaand raam als volgt te werk:
Monteer de luchtafvoerslang (B2) in de betreende zitting op de achterkant van het apparaat (afb. 1).
• Schroef de vensteruitlaat vast (B7) en plaats hem buiten het raam om de hete lucht af te voeren (afb. 2).
VERTICAAL SCHUIFRAAM
Ga in geval van een dubbel schuifraam als volgt te werk:
• Plaats en vergrendel de adapter voor de vensterplaat (B4) in de opening van de vensterplaat (B5) (afb.3)
• Plaats de vensterplaat op de vensterbank en schuif hem uit om hem aan te passen aan de opening van het venster (afb.
4).
• Bevestig de plaat met de vleugelmoer (Afb. 5) (Als de ven­sterplaat eventueel te groot is voor het venster, kan het materiaal worden doorgezaagd door een gekwaliceerde persoon).
• Plaats de luchtafvoerslang (B2) in de adapter voor de ven­sterplaat (B4) en draai hem zoals aangegeven op afb. 6.
Om de montage van de luchtafvoerslang (B2) in de betref­fende zitting op de achterkant van het apparaat te vereen­voudigen, moeten de lipjes van de slangadapter (B3) hori­zontaal worden geplaatst zoals aangegeven op afb. 7, om vervolgens verder te gaan zoals aangegeven op afb.1.
HORIZONTAAL SCHUIFRAAM
• Dankzij de vleugelmoer kan de vensterplaat ook gebruikt worden voor horizontale schuiframen. Plaats de plaat ver­ticaal, met de opening onder, zodat een correcte installatie van de luchtafvoerslang mogelijk is.
AIRCONDITIONING MET INSTALLATIE
Monteer de luchtafvoerslang (B2) in de betreende zitting op de achterkant van het apparaat (afb. 1).
Boor een gat van 150 mm in een buitenmuur of in een ruit. Neem voor het gat de afstanden, afmetingen en hoogtes van afbeelding 8 in acht.
31
ø 150mm
in
C5
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
in het kozijn van een
de
ruit
Monteer de ens voor wandbevestiging (B1) in het gat.
Monteer de luchtafvoerslang (B2) in de ens voor wandbe­vestiging (B1) (Afb. 9)
Wanneer de slang (B2) niet is aangesloten, kan de opening worden afgesloten met de dop van de ens (B1).
venster
in de muur: aange-
raden wordt
om het gedeelte van
de muur te isoleren
met geschikt isola-
tiemateriaal.
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL (C)
C1 Toets ON/STAND-BY (on/o) C2Selectietoets functie MODE (airconditioning, ontvochtiging,
ventilator)
C3 Toets omlaag C4 Toets omhoog C5 Aanduiding temperatuur C6 Aanduiding timer C7 Symbool timer C8 Symbool airconditioning C9 Symbool ontvochtiging
C10 Symbool ventilator C11 Ingestelde temperatuurwaarden, geprogrammeerde tijd
on/o
C12 Symbool SILENT (geluidsniveau) C13 Aanduiding Auto C14 Aanduiding luchtstroom C15 Symbool Alarm
Let op: Aangezien de installatie speciaal gereedschap vereist, raden wij aan om het apparaat te laten installeren door gespe­cialiseerd personeel.
• Tijdens de installatie van de airconditioner moet er een deur van de ruimte geopend blijven op een kier van 1 cm om een correcte ventilatie en druk in de ruimte te garande­ren.
• De luchtslang moet zo kort mogelijk zijn en geen bochten hebben om belemmeringen te voorkomen.
BEDIENING DOOR MIDDEL VAN HET BEDIE NINGSPANEEL
C11
C15
C8
C10
C14
C3
C6 C7
C9
C12
C13
C4
C1C2
HET APPARAAT IN/UITSCHAKELEN
Controleer, alvorens het apparaat aan te sluiten op het elektriciteit­snet, of de dop op de afvoerslang op de achterkant van het apparaat (A10) correct is aangebracht. Steek de stekker in het stopcontact. Op het display verschijnen twee streepjes om aan te geven dat het apparaat zich in de stand-bystatus bevindt. Druk op de toets paraat in te schakelen. Wanneer het apparaat wordt in­geschakeld, wordt de bij de laatste uitschakeling actieve functie geac­tiveerd. Let op: Als er gedurende enkele se-
conden geen handelingen worden uitgevoerd op het display, wordt de helderheid ervan automa­tisch verminderd; de helderheid wordt gedurende de volgende minuten nog verder verminderd. Druk, om het apparaat uit te schakelen, nogmaals op de toets
(C1). Let op: Schakel de airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. Druk op de toets apparaat in de stand-bystatus te plaatsen en wacht enkele mi­nuten alvorens de stekker te verwijderen. Op deze manier kan het apparaat de controles van de operationele status uitvoeren.
(C1) om het ap-
(C1) om het
32
SELECTIE MODUS
Druk voor de selectie van de ge­wenste bedrijfsmodus herhaaldelijk op de toets MODE (C2), tot de ge­wenste werking geselecteerd wordt.
MODUS AIRCONDITIONING
Deze modus is ideaal wanneer de ruimte, bij warm en vochtig weer, zowel gekoeld als ontvochtigd moet worden. Voor de instelling van deze modus:
• Druk herhaaldelijk op de toets MODE (C2) tot het symbool aircon­ditioning verschijnt. Het display toont de gewenste temperatuur en de AUTO- luchtstroom.
• Druk, voor de wijziging van de te bereiken temperatuur, op de toetsen (C4) of (C3).
Let op: Gedurende de zomer varieert de meest geschikte tem­peratuur van 24 tot 27°C. In ieder geval wordt aangeraden om de temperatuur niet beduidend lager dan de buitentemperatuur in te stellen. In de modus airconditioning kan de luchtstroom alleen op de afstandsbediening geselecteerd worden.
MODUS ONTVOCHTIGING
Deze functie is ideaal voor het ver­minderen van de luchtvochtigheid in de ruimte (lente en herfst, vochti­ge ruimten, regenachtige periodes, enz.). Voor dit type werking moet
het apparaat worden voorbereid zoals voor de modus airconditioning. Dat betekent dat de lucht­afvoerslang (B2) op het apparaat moet worden aangebracht om de afvoer van vocht naar buiten mogelijk te maken. Voor de instelling van deze modus:
• Druk herhaaldelijk op de toets MODE (C2), tot het symbool
ontvochtiging verschijnt.
Het apparaat kiest automatisch de beste luchtstroom.
MODUS VENTILATOR
Voor het gebruik van deze modus is
het niet nodig om de luchtafvoer-
slang (B2) op het apparaat aan te
brengen.
Voor de instelling van deze modus:
Druk herhaaldelijk op de toets MODUS, tot het symbool van de ventilator verschijnt.
• Selecteer de gewenste luchtstroom met de toetsen om­hoog (C4) of omlaag (C3).
De beschikbare niveaus voor luchtstroom zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer de meest ge-
ruisloze wering is vereist.
Gemiddelde luchtstroom: voor een laag ge-
luidsniveau, maar ook een goed comfortniveau.
Maximale luchtstroom: voor maximale presta-
ties.
SELECTIE VAN HET TEMPERATUURBEREIK
De temperatuur kan worden weer­gegeven in °C of °F. Druk, om de meeteenheid van de temperatuur te wijzigen, gedurende ongeveer 10 seconden gelijktijdig op de toet­sen omhoog (C4) en omlaag
(C3).
BEDIENING DOOR MIDDEL VAN DE AFSTANDS BEDIENING
DE BATTERIJEN PLAATSEN OF VERVANGEN
• Verwijder het luikje op de achterkant van de afstandsbe­diening;
Plaats of vervang de batterijen met twee nieuwe R03 “AAA”
1.5V-batterijen en zorg ervoor ze correct te plaatsen (zie de aanwijzingen in het batterijvakje) (afb. 10);
Plaats het luikje terug.
Let op: Als de afstandsbediening vervangen of afgedankt wordt, moeten de batterijen verwijderd en afgevoerd worden in over­eenstemming met de huidige wetgeving, omdat ze schadelijk zijn voor het milieu. Gebruik geen combinatie van oude en nieu­we batterijen. Gebruik geen combinatie van alkalinebatterijen, standaardbat­terijen (zinkkoolstof) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterij­en. Gooi batterijen niet in vuur. Batterijen kunnen ontploen of lekken. Als de afstandsbediening voor een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, moeten de batterijen verwijderd worden.
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
• Richt de afstandsbediening op de ontvanger (A11) op de airconditioner. De afstandsbediening moet zich op niet meer dan 7 meter van het apparaat bevinden (afb. 10) (zonder obstakels tussen afstandsbediening en ontvan­ger).
• De afstandsbediening moet met zorg behandeld worden.
33
Laat de afstandsbediening niet vallen en vermijd blootstel-
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
C7
C5 C6
ling aan direct zonlicht of warmtebronnen.
Let op: De afstandsbediening kan veilig worden opgeborgen in de daarvoor bestemde vak (A12).
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
D1) Knop ON/STAND-BY D2) Knop SILENT (geluidsniveau) D3) Knop luchtstroom
D5) Knop timer D6) Knop MODE D4-D7) Knoppen omhoog/omlaag
D1
SELECTIE VAN DE TEMPERATUREN
Druk in de modus airconditioning op de knoppen (D4) en (D7) om de gewenste temperatuur te verhogen/verlagen.
SELECTIE VAN DE LUCHTSTROOM
Druk, in de modus airconditioning en ventilatie, op de knop (D3) om de gewenste luchtstroom te verhogen/verlagen.
FUNCTIE SILENT (alleen beschikbaar in de mo-
dus airconditioning)
D2
D4
D6
D7
D3
D5
HET APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de knop airconditioner wordt de bij de laatste uitschakeling actieve modus geactiveerd).
• Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op de knop
Let op: Schakel het apparaat nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. Druk voor de uitschakeling altijd op de knop enkele minuten alvorens de stekker te verwijderen. Alleen op deze manier kan het apparaat de standaardcontroles uitvoeren.
SELECTIE VAN DE BEDRIJFSMODUS
Druk voor de selectie van de gewenste bedrijfsmodus herhaal­delijk op de knop MODE (D6), tot de gewenste werking geselec­teerd wordt. De meeste op de afstandsbediening beschikbare commando’s komen overeen met die van het bedieningspaneel van het ap­paraat (C).
button (D1) (bij de inschakeling van de
(D1).
(D1) en wacht
Door deze functie te activeren, wordt het geluidsniveau tijdens de werking beperkt. Druk voor de activering van de functie op de
knop (D2) op de afstandsbediening. Op het display wordt het betreende symbool (C12) weergegeven.
INSTELLING VAN DE TIMER
Door middel van de timer kan het apparaat vertraagd worden in- of uitgeschakeld. Door middel van deze functie kan energie­verspilling worden voorkomen omdat de operationele perioden worden geoptimaliseerd.
De programmering van de vertraagde uitschake­ling
• De vertraagde uitschakeling kan in elke bedrijfsmodus ge­programmeerd worden.
• Druk op de timerknop (C7) en de uren (C6) worden verlicht.
• Druk op de knoppen (D4) en (D7) tot het gewenste aantal uren tot de uitschakeling op het display wordt weer­gegeven.
Een paar seconden na de regeling van de timer wordt de instel-
(D5): het symbool van de timer
34
ling verworven: het display toont de bedrijfsmodus en het sym-
C7
C5 C6 C7
C5 C6
bool van de timer blijft branden. Bij het verstrijken van de ingestelde tijd gaat de airconditioner over naar de stand-bystatus. Druk, om de programmering van de timer te annuleren, twee­maal op de timerknop gaat uit. Let op: Als na de activering van de timer eenmaal gedrukt wordt op de timerknop, worden de resterende uren tot de uitschake­ling weergegeven.
(D5). Het symbool van de timer (C7)
De programmering van de vertraagde start
• Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en activeer de stand-by.
• Druk op de timerknop (C7) en de uren (C6) worden verlicht.
• Druk op de knoppen (D4) en (D7) tot het gewenste aantal uren tot de start wordt weergegeven. De start kan geprogrammeerd worden op elke tijd binnen de volgende 24 uur.
Bij het verstrijken van de ingestelde tijd begint het apparaat te functioneren, met de eerder ingestelde bedrijfsmodus. Druk, om de programmering van de timer te annuleren, twee­maal op de timerknop (D5). Het symbool van de timer (C7) gaat uit.
Let op: Als na de activering van de timer eenmaal gedrukt wordt op de timerknop, worden de resterende uren tot de start weergegeven.
(D5): het symbool van de timer
AUTOMATISCHE DIAGNOSE
Het apparaat beschikt over een automatisch diagnosesysteem dat in staat is een aantal waarschuwingen/storingen te identiceren. Foutmeldingen worden weergegeven op het display van het apparaat.
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
“Low Temperature” (Lage temperatuur)
(Vorstbeveiliging)
..WAT MOET IK DOEN?
Het apparaat is voorzien van een voor­ziening voor vorstbeveiliging om een overmatige ijsvorming te voorkomen. Het apparaat zal weer starten wanneer het ontdooiingsproces is voltooid.
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
“Probe Failure” (Storing sonde)
(Sonde beschadigd)
..WAT MOET IK DOEN?
Neem in geval van deze weergave con­tact op met uw plaatselijk erkend servi­cecentrum.
35
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
“High Level” (Hoog niveau)
(Interne bak vol)
..WAT MOET IK DOEN?
Ledig de interne veiligheidsbak volgens de aanwijzingen van deel “Handelingen aan einde seizoen”.
TIPS VOOR EEN CORRECT GEBRUIK
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5 C6
Neem, voor optimale prestaties van uw airconditioner, de vol­gende aanbevelingen in acht:
• Sluit ramen en deuren van de ruimte waar de airconditi­oner gebruikt wordt. Bij een semi-permanente installatie van de airconditioner moet er een deur op een kier blijven (ongeveer 1 cm) om goede ventilatie te garanderen.
• Gebruik het apparaat nooit in zeer vochtige omgevingen (bijv. wasruimtes).
Bescherm de ruimte tegen directe blootstelling aan de zon door de gordijnen en/of jaloezieën gedeeltelijk te sluiten, om zo een voordeligere werking van het apparaat mogelijk te maken.
Gebruik het apparaat nooit buitenshuis.
Zorg ervoor dat er in de ruimte geen warmtebronnen aan­wezig zijn.
zorg ervoor dat de airconditioner geplaatst is op een vlakke ondergrond.
bedek het apparaat niet
• Plaats nooit voorwerpen op de airconditioner, van welke aard dan ook.
Belemmer nooit de luchtinlaat en -uitlaat.
REINIGING
Voorafgaand aan de reiniging moet het apparaat worden uit­geschakeld met knop stopcontact verwijderd worden.
en moet vervolgens de stekker uit het
schimmels op het lter. Als het lter vuil is, wordt de luchtcir­culatie belemmerd en neemt de eciëntie van het apparaat af. Daarom is het een goede gewoonte om het lter regelmatig te reinigen. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de duur en de omstandigheden van de werking. Als het apparaat constant of systematisch wordt gebruikt, wordt aangeraden om het lter eenmaal per week te reinigen. Het lter is gehuisvest in het luchtinlaatrooster. Voor de reini­ging moet het lter worden uitgenomen zoals aangegeven op afb. 11. Gebruik een stofzuiger om het op het lter verzamelde stof te verwijderen. Als het erg vuil is, kan het in water worden ondergedompeld en een aantal keren gespoeld worden. Het ge­bruikte water mag niet heter zijn dan 40°C. Als het lter wordt gewassen, moet het volledig drogen alvorens het weer terug te plaatsen.
CONTROLES AAN BEGIN VAN HET SEIZOEN
Controleer dat de voedingskabel en de stekker niet beschadigd zijn en of het aardingssysteem eciënt is. Volg nauwgezet de installatie-aanwijzingen.
HANDELINGEN AAN EINDE SEIZOEN
Voor het aftappen van al het water uit het circuit moet de dop van de afvoerslang linksom gedraaid worden en worden wegge­nomen; laat het water wegstromen in een bak (afb. 12). Plaats de dop terug wanneer het apparaat leeg is. Reinig het l­ter en laat het goed drogen alvorens het terug te plaatsen.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Voedingsspanning zie typeplaatje Max. opgenomen vermogen tijdens airconditioning “
Koelmiddel “ Koelvermogen
GRENSVOORWAARDEN
Kamertemperatuur voor airconditioning 18° ÷ 35°C
REINIGING VAN DE BUITENKANT
Het apparaat kan gereinigd worden met een licht vochtige doek en daarna met een droge doek. Om veiligheidsredenen mag de airconditioner nooit gewassen worden met water. Opgelet! Gebruik voor de reiniging van het apparaat nooit ben­zine, alcohol of oplosmiddelen. Besproei het nooit met insectici­den of soortgelijke vloeistoen.
REINIGING VAN HET BIO SILVER LUCHTFILTER
Het Bio Silver Luchtlter helpt bij het opvangen van stof en pol­len en draagt bij aan de beperking van de groei van bacteriën en
Vervoer, vullen, reiniging, terugwinning en verwijdering van koelmiddel mag uitsluitend worden uitgevoerd door de technische dienst van een door de fabrikant erkend servicecentrum. Het apparaat mag alleen worden vernietigd door een door de fabrikant erkend gespecialiseerd centrum.
36
Opgelet! OM BESCHADIGING VAN HET APPARAAT TE
VOORKOMEN:
PLAATS HET APPARAAT NOOIT ONDERSTEBOVEN OF OP DE ZIJ­KANT, OOK NIET VOOR VERVOER. ALS DIT GEBEURT MOET TEN MINSTE 6 UUR GEWACHT WORDEN ALVORENS HET APPARAAT IN TE SCHAKELEN, BETER NOG 24 UUR. Als het apparaat op de zijkant werd geplaatst, moet de olie terugstromen naar de compressor om een goede werking te garanderen. Als deze tijd (6-24 uur) niet in acht wordt genomen, zou het apparaat voor slechts een korte tijd kunnen functioneren, waarna de compres­sor defect zal raken als gevolg van het ontbreken van olie.
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
De airconditioner wordt niet ingeschakeld de stekker is niet in het stopcontact
De airconditioner functioneert slechts korte tijd
De airconditioner functioneert, maar koelt de ruimte niet
Tijdens de werking wordt in de ruimte een onaangename geur waargenomen
Na de herstart functioneert de airconditioner niet voor ongeveer drie minuten
Op het display worden de opschriften Lt/PF/HL en het symbool weergegeven.
geplaatst geen stroom wacht de interne veiligheidsvoorziening heeft
ingegrepen er zijn bochten of knikken in de
luchtafvoerslang
er is sprake van een belemmering voor de luchtafvoer
open ramen, deuren en/of gordijnen sluit de deuren, ramen en gordijnen
er is sprake van warmtebronnen in de ruimte (oven, haardroger, enz.)
de luchtafvoerslang is losgekomen van de apparaat
verstopt lter reinig of vervang het lter zoals
de technische specicaties van het apparaat zijn niet geschikt voor de ruimte van gebruik.
verstopt lter reinig het lter zoals hierboven
een interne veiligheidsvoorziening belemmert de herstart van het apparaat gedurende drie minuten na de laatste uitschakeling
het apparaat beschikt over een automatisch diagnosesysteem dat in staat is een aantal waarschuwingen/ storingen te identiceren.
37
plaats de stekker in het stopcontact
neem contact op met het servicecentrum
plaats de luchtafvoerslang naar behoren, houd de slang zo kort mogelijk en zonder bochten om belemmeringen te voorkomen
controleer en verwijder eventuele belemmeringen voor de luchtafvoer
en neem de hierboven verstrekte “TIPS VOOR EEN CORRECT GEBRUIK” in acht
verwijder de warmtebronnen
breng de luchtafvoerslang aan in de daarvoor bestemde zitting op de achterkant van het apparaat (afb. 1).
hierboven beschreven
beschreven wacht. Dit maakt deel uit van de normale
werking.
zie hoofdstuk AUTOMATISCHE DIAGNOSE
Loading...