Delonghi AN97 Instruction manuals

Page 1
INLEIDING
Dankuwel dat u voor een De' Longhi product hebt gekozen. Neem enkele minuten de tijd voor het lezen van deze gebruiks­handleiding. Zo vermijdt u gevaar op te lopen of dat het appa­raat beschadigd raakt.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Belangrijke waarschuwingen hebben de hieronder opgesomde symbolen. Deze waarschuwingen moeten strikt in acht geno­men worden. Niet-inachtneming van bovenvermelde aanwij­zingen kan elektrische schokken, ernstig letsel, brandwonden, brand of schade aan het apparaat veroorzaken.
Gevaar!
De veronachtzaming kan oorzaak zijn, of is oorzaak, van letsel door elektrische schokken die levensgevaarlijk zijn.
Attentie!
De veronachtzaming kan de oorzaak zijn, of is de oorzaak, van letsel of beschadiging van het apparaat.
Nota Bene:
Dit symbool geeft tips en belangrijke informatie voor de gebrui­ker aan.
Problemen en reparaties
Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de door de fabrikant geautoriseerde Centra van Technische Assistentie . Eis altijd dat er originele wisselstukken worden gebruikt. Door niet gekwaliceerde personen uitgevoerde reparaties kunnen gevaarlijk zijn en doen de garantie vervallen.
WAARSCHUWINGEN
Fundamentele waarschuwingen aangaande de veiligheid
Gebruik de lokale airconditioner alleen zoals aangegeven in deze handleiding. Deze instructies omvatten niet elke mogelijke omstandigheid en situatie die zich kan voordoen. Gebruik altijd uw gezond verstand en wees voorzichtig bij de installatie, bij het gebruik en bij de opslag van elk huishoudelijk apparaat. Dit apparaat is vervaardigd voor het klimatiseren van een huishou­delijke omgeving, het mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Attentie!
Dit apparaat mag worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met onvoldoen­de ervaring en kennis, mits dezen onder toezicht staan of geïnstrueerd zijn over hoe het apparaat op veilige wijze kan worden gebruikt en over de gevaren die het met zich meebrengt. Houd kinderen onder toezicht en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mogen ook door kinde­ren ouder dan 8 jaar worden uitgevoerd, mits dezen onder toezicht staan. Houd het apparaat en de kabel buiten het be­reik van kinderen jonger dan 8 jaar.
• Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
Gevaar! Aangezien het apparaat op elektriciteit werkt, is het belangrijk zich aan de volgende veiligheidswaarschuwingen te houden:
• Het is gevaarlijk de karakteristieken van het apparaat te
veranderen.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd met inachtne-
ming van de nationale wetgeving ten aanzien van elektri­sche installaties.
• Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de
door de fabrikant geautoriseerde Centra van Technische Assistentie . Reparaties uitgevoerd door onbekwame per­sonen kunnen gevaarlijk zijn.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een werkend
aardingssysteem. Laat de elektrische installatie controleren door een gekwaliceerde elektricien.
• Vermijd het gebruik van verlengkabels voor de elektrische
voedingskabel.
• Haal de stekker uit het contact vóór elke reinigings- of on-
derhoudshandeling.
• Trek niet aan de elektrische voedingskabel om het apparaat
te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in een omgeving waarin de
lucht gas, olie of zwavel kan bevatten of in de nabijheid van warmtebronnen.
Als de voedingskabel is beschadigd,
moet deze worden vervangen door de fabrikant of door de technische service­dienst, zodat elk risico wordt voorkomen.
48
Page 2
Nota Bene:
• Tijdens transport moet het apparaat in verticale positie staan of op een zijde liggen. Verwijder het water volledig uit het apparaat alvorens het te transporteren. Wacht na transport tenminste 1 uur alvorens het apparaat aan te zetten.
• Bedek het apparaat niet met plastic zakken bij het opber­gen.
• De gebruikte verpakkingsmaterialen zijn recyclebaar. Daar­om wordt het aangeraden deze te verwijderen in de contai­ners voor gescheiden inzameling.
• Geef het luchtbehandelingsapparaat aan het einde van de levensduur af bij een speciaal inzamelingscentrum.
Verieer op het typeplaatje welk soort koelgas in
uw apparaat wordt gebruikt.
Specieke waarschuwingen voor apparaat met koelgas R410A
R410A is een koelgas dat voldoet aan de EG-verordeningen in­zake ecologie. Het koelcircuit van het apparaat mag niet worden doorboord. Informatie aangaande het milieu: Deze unit bevat geuo­reerde gassen met broeikaseect behandeld door het Protocol van Kyoto. De onderhouds- en afvoerwerkzaamheden mogen al­leen door gekwaliceerde personen worden uitgevoerd (R410A, GWP=1975).
Specieke waarschuwingen voor apparaat met koelgas R290
Lees de waarschuwingen aandachtig.
• Gebruik voor het ontdooiingsproces en voor de reiniging van het apparaat alleen instrumenten die door de fabrikant worden aanbevolen.
Het apparaat mag niet in een omgeving worden geplaatst met ontstekingsbronnen in continubedrijf (bijvoorbeeld: open vuur, apparaten op gas of elektriciteit die in werking zijn).
Niet doorboren en verbranden.
De koelgassen kunnen reukloos zijn.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en bewaard in een omgeving met een oppervlakte groter dan 13 m2.
Dit apparaat bevat 290gr. koelgas R290.
R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlijnen inzake het milieu. Doorboor geen enkel onderdeel van het koelcircuit.
• Installatie, werking of opslag van het apparaat in een niet geventileerde ruimte moet zodanig geschieden dat stagnatie van enventuele lekkage van koelgas wordt voorkomen in verband met brand- of explosiegevaar als gevolg van ontsteking van het koelgas door elektrische kachels, fornuizen of andere ontstekingsbronnen.
• Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat mechanische defecten worden voorkomen.
• De personen die werken aan of reparaties uitvoeren op een koelcircuit moeten in het bezit zijn van de betreende certicatie die door een bevoegde instelling is afgegeven; deze certicatie verklaart dat de persoon de koelgassen kan hanteren in overeenstemming met een beoordelingsvoorschrift erkend door de branche­organisaties.
Reparaties moeten worden uitgevoerd in navolging van de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die assistentie
vereisen van anders gekwaliceerde personen moeten worden uitgevoerd onder toezicht van iemand die gespecialiseerd is in het gebruik van ontvlambare koelgassen.
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor garantie en technische assistentie zijn beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is meege­leverd.
TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsspanning Zie typeplaatje Max. opgenomen vermogen in werking “ Koelgas “ Koelvermogen “
Grenswaarden voor werking:
Temperatuur in de kamer in werking 21 ÷ 35°C
Afvoer van het apparaat
Op grond van de Europese richtlijn 2002/96/EG mag het apparaat niet samen met huishoudelijk afval wegge­gooid worden, maar moet het naar een ocieel cen-
trum voor gescheiden afvalinzameling gebracht worden.
Elektrische aansluiting
Verieer, alvorens de stekker in het contact te steken, dat:
de netspanning conform de waarde is die is aangegeven op het typeplaatje op de achterzijde van de machine;
49
Page 3
het contact en de elektrische voedingslijn voldoende om­vang hebben voor de benodigde belasting;
het contact geschikt is voor de stekker, laat anders de stek­ker vervangen;
• Het contact is aangesloten op een werkend aardingssys­teem. De fabrikant is niet aansprakelijk in het geval deze ongevallen-preventieverordening niet wordt nageleefd.
De voedingskabel mag alleen door gespecialiseerde
technici worden vervangen.
Hieronder vindt u alle benodigde aanwijzingen om een optimale werking van uw airconditioner te verkrijgen. Het apparaat moet zodanig worden gebruikt dat er geen obsta­kels zijn voor de luchtaanzuiging en de luchtafvoer.
BESCHRIJVING
Beschrijving van het apparaat (Zie pag. 3 - A) A1 Rooster luchtafvoer A2 Bedieningspaneel A3 Handgrepen A4 Wielen A5 Filter A6 Rooster luchtaanzuiging A7 Behuizing slang luchtafvoer A8 Rooster luchtaanzuiging A9 Voedingskabel A10 Draineerbuis met 2 stoppen A11 Ontvanger van afstandsbediening
Beschrijving van de accessoires (Zie pag. 3 - B) B1 Muurens met stop B2 Luchtafvoerslang B3 Adapter voor slang (2 stukken) B4 Accessoire voor montage op muur B5 Rooster voor dwarsstuk B6 Stop voor gat dwarsstuk B7 Dwarsstuk B8 Schroeven B9 Mondstuk voor raam B10 Afstandsbediening
1
Schuifraam
Breng het rooster voor het dwarsstuk B5 aan op dwarsstuk B7 en bevestig het met 4 meegeleverde schroeven B8
(g.2).
2
Open het raam.
Plaats het dwarsstuk B7 in het raam en trek het uit over de breedte van het raam (g. 3).
• Nadat het dwarsstuk is verlengd kan men het vastzetten door de resterende meegeleverde schroeven vast te draai­en.
Schuif het raam naar beneden (g. 4).
43
KLIMAATREGELING ZONDER INSTALLATIE
Met enkele eenvoudige handelingen geeft uw airconditioner u comfort:
Draai een adapter vast voor slang B3 op een uiteinde van de luchtafvoerslang B2.
Plaats de andere adapter B3 op de desbetreende behui­zing van de luchtafvoerslang A7 in het achterste gedeelte van het apparaat (zie g. 1).
Draai het uiteinde van de slang zonder adapter vast op de eerder aan het apparaat bevestigde adapter (zie g. 1).
• Plaats de airconditioner dichtbij het raam. Steek de eer-
der bevestigde luchtafvoerslang B2 in het rooster op het dwarsstuk B7 (g. 5). Zorg er voor dat de luchtafvoerslang niet belemmerd wordt.
• Wanneer het apparaat niet gebruikt wordt, kan men het gat van het dwarsstuk afdichten met de betreende mee­geleverde stop B6 .
50
Page 4
134
5
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Naar wens kan uw apparaat ook semi-permanent worden geïn­stalleerd (Fig. 8), hierbij moeten de afstanden aangegeven in de guur worden aangehouden.
8
min. 30 cm
min. 30 cm
Venster met dubbel raam
Breng het mondstuk voor het venster B9 aan op de eerder bevestigde luchtafvoerslang B2 ,zoals afgebeeld in (g.
6).
6
2
1
Open het raam of de openslaande deur enigszins en breng het mondstuk B9 aan zoals afgebeeld in guur 7.
7
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
In dit geval moet:
een gat (ø134 mm) worden gemaakt in een communice­rende wand naar buiten of via het glas van een raam. Houd de hoogteafstand (zie g. 11) en de afmetingen van het gat aangegeven in guur 9 in acht.
9
in het glas van het raam
Breng in het gat het meegeleverde accessoire ens B1 aan.
Plaats de adapter B3 op de desbetreende behuizing van de luchtafvoerbuis A7 in het achterste gedeelte van het apparaat (zie g. 1).
Draai het accessoire voor montage op muur B4 vast op de luchtafvoerslang B2. Verwijder zonodig de andere adapter B3 van de luchtafvoerslang B2 door hem los te draaien (g. 10).
Draai de slang vast op de machine.
in het houten frame van de openslaande deur
in de muur: wij raden aan om de muur met een ge­schikt isolatiema­teriaal te isoleren
51
Page 5
10
1
2
Bevestig het uiteinde van de slang B2 op de ens B1 zoals
aangegeven in g. 11.
Wanneer de slang B2 niet is aangekoppeld, kan het gat worden afgedicht met een stop van de ens B1.
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
BEDIENINGSPANEEL
11
OPMERKING: In geval van een semi-permanente installatie
raden wij aan om een deur enigszins open te laten staan (1 cm volstaat) om voldoende luchtverversing te waarborgen.
C
C1 C9
C2 C10 C11 C12 C13 C3 C4
C7C8 C6C17C14 C5
C15
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL (FIG. C) C1 Toets ON/STAND-BY (aan/uit) C2 Toets selectie functies MODE (conditionering, ontvochti-
ging, ventilatie)
C3 Toets timer C4 Toets verhoging temperatuur/verlenging geprogrammeer-
de werkingstijd
C5 Toets verlaging temperatuur/verkorting geprogrammeerde
werkingstijd
C6 Toets selectie ventilatiesnelheid (MIN/GEM/MAX/AUTO) C7 Toets selectie functie REAL FEEL (optimale omgevingsom-
standigheden)
C8 Toestandsindicator REAL FEEL C9 Symbool conditionering C10 Symbool ontvochtiging C11 Symbool ventilatie C12 Symbool timer C13 Symbool alarm
C16
C18
C14 Symbool REAL FEEL (optimale omgevingsomstandighe-
den)
C15 Ingestelde temperatuurwaarden, geprogrammeerde aan-
zet-/uitzettijd
C16 Snelheidsindicator ventilator C17 Urenindicator timer C18 Indicator geselecteerde temperatuurschaal
Opmerking: De toetsen van het bedieningspaneel hebben ach-
tergrondverlichting. Voor elke functie worden alleen de bruik­bare toetsen verlicht en geactiveerd. Na enkele seconden het toetsenbord niet te hebben gebruikt wordt de verlichting van het paneel automatisch verzwakt en, na enkele minuten, gaat deze helemaal uit.
52
Page 6
WERKING MET BEDIENINGSPANEEL
INSCHAKELING EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
HOOG
Steek de stekker in het stopcontact. Op het display verschijnen twee streepjes die aangeven dat het apparaat in stand-by staat
en de toetsen en worden verlicht. Raak vervolgens toets (C1) aan om het apparaat in te scha-
kelen. Bij inschakeling wordt het apparaat geactiveerd met de laatst ingestelde functie voor de uitschakeling. Opmerking: Als men het apparaat niet aanzet gaan de toetsen
en na enkele minuten uit en wordt het licht van het
display verzwakt om energie te besparen.
Om het apparaat uit te zetten, raak toets aan, trek vervol­gens de stekker uit het contact. OPMERKING: Schakel de airconditioner nooit rechtstreeks met
de stekker uit, raak toets aan en wacht enkele minuten al­vorens de stekker uit te trekken: alleen op deze manier zal het apparaat de controles kunnen uitvoeren die de werkingsstatus ervan veriëren.
REAL FEEL FUNCTION
REAL FEEL is een technologie van De’Longhi die gelijktijdig zo­wel de relatieve vochtigheid als de afstelling van de temperatuur regelt , hiervan hangt het comfort in de ruimte af. Vergeleken met de traditionele werkingswijze, houdt REAL FEEL de comfortomstandigheden door de tijd constant via een auto­matische regeling van de werking van de compressor en de snel­heid van de ventilator.
Om de functie te activeren, raak de toets aan.
GEMID-
DELD
VOCHTIGHEID
LAAG
LAAG
De statusindicator “REAL FEEL” (C8) verandert van kleur bij het benaderen van de comfortomstandigheden (zie volgende gra­ek).
Functioneringscurve
TEMPERATUUR
ORANJE LAMPJE: Omgevingsomstandighe­den zijn verre van een situatie van comfort
GROEN LAMPJE: Omgevingsomstandig­heden bevredigend voor de meeste men­sen, ze zijn dichtbij de ideale.
BLAUW LAMPJE: Optimale omgevingsom­standigheden
DELD
GEMID-
HOOG
Perfect!
Het gevoel van comfort is een subjectieve conditie en der­halve kunnen verschillende individuen op een verschillen­de manier dezelfde omgevingsomstandigheden ervaren.
Onder bijzonder strenge omgevingsomstandigheiden (gro­te afmetingen van de ruimte, hoge temperatuur of externe vochtigheid, matige isolatie van de kamer, aanwezigheid van groot aantal personen of sterke thermische belasting in de kamer, sterke blootstelling aan zonlicht...) zou het appa­raat niet in staat kunnen zijn de comfortomstandigheden te bereiken.
CONDITIONING MODUS
Deze is ideaal voor warme en benauwde perioden waarin de om­geving moet worden verfrist en gelijktijdig ontvochtigd. Om deze modus correct in te stellen:
• Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het condi­tioning symbool verschijnt: het display geeft de gewenste
53
Page 7
temperatuur weer.
Voor het wijzigen van de temperatuur die men wil berei-
ken, raak toets + (C4) aan of toets - (C5).
Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door toets aan te raken.
De mogelijke snelheden zijn:
Minimum snelheid: wanneer u voor zo geruisarm mo-
gelijk kiest.
Gemiddelde snelheid: als u het geruis wil beper-
ken maar toch een goed niveau van comfort wenst.
Maximum snelheid: om zo snel mogelijk de ge-
wenste temperatuur te bereiken.
Het apparaat kiest automatisch de beste
ventilatiesnelheid op basis van de geselecteerde temperatuur en de omgevingsomstandigheden.
De voor de omgeving meest geschikte temperaturen in de zomer variëren van 24 tot 27°C. Het wordt hoe dan ook afgeraden tempe­raturen in te stellen die veel lager zijn dan de buitentemperatuur.
Minimum snelheid: wanneer u voor zo geruisarm mo-
gelijk kiest.
Gemiddelde snelheid: als u het geruis wil beper-
ken maar toch een goede ventilatiecapaciteit wenst.
Maximum snelheid: om het grootste ventilatie-
vermogen te verkrijgen.
SELECTEER DE TEMPERATUURSCHAAL
x20”
Het is mogelijk de temperatuur in °C of °F weer te geven. Om de meeteenheid van de temperatuur te veranderen, verlaat
de functioneringsmodus door op de toets te drukken en houd de vinger op de toets MODE gedurende circa 20 seconden. Het apparaat geeft een akoestisch signaal.
ONTVOCHTIGINGSMODUS
Deze is ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussenseizoenen, vochtige ruimten, regenperioden, etc.) Voor deze toepassing moet het apparaat worden ingesteld op de­zelfde wijze als bij de conditioning modus, ofwel met de luchtaf­voerslang (B2) aangesloten op het apparaat voor de afvoer van vocht naar buiten. Om deze modus correct in te stellen:
• Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het ontvoch­tigingssymbool verschijnt:
VENTILATIEMODUS
Voor deze modus hoeft de luchtafvoerslang (B2) niet op het ap­paraat te worden aangesloten. Om deze modus correct in te stellen:
• Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het ventila­tiesymbool verschijnt.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door toets aan te raken.
De mogelijke snelheden zijn:
PROGRAMMERING VAN DE TIMER
Met de timer kan men een vertraagde in- of uitschakeling van het apparaat instellen. Deze functie vermijdt energieverspilling door de functioneringsperioden te optimaliseren.
Het programmeren van de vertraagde inschakeling
Steek de stekker in het stopcontact en zet het apparaat in standby.
Raak de timer toets (C3) aan: het timer symbool (C12) en de uren gaan aan.
• stel met de toetsen + (C4) of - (C5) het aantal uren in waarna het apparaat moet beginnen te werken.
Het apparaat begint te werken in dezelfde werkingsmodus die eerder is ingesteld.
Men kan de inschakeling instellen binnen de eerste 24 uur. Na verloop van enige seconden vanaf de programmering van de ti­mer wordt de instelling verkregen, het timer symbool blijft aan en de weergave van het display gaat terug in die van standby. Om de programmering van de timer uit te wissen, raak twee keer de timer toets (C3) aan. Het timer symbool (C12) gaat uit.
Het programmeren van de vertraagde uitschakeling
• Terwijl het apparaat aanstaat, ongeacht de werkingsmo­dus, kan de vertraagde uitschakeling worden geprogram-
54
Page 8
meerd.
Raak de timer toets (C3) aan: het timer symbool (C12) en de uren gaan aan.
• Stel met de toetsen + (C4) of - (C5) het aantal uren in waarna het apparaat moet uitgaan.
Na verloop van enige seconden vanaf de instelling van de timer wordt de instelling verkregen, het display geeft opnieuw de functioneringsmodus aan en het timer symbool blijft aan. Op het vooringestelde tijdstip gaat de klimaatregelaar in Stand by. Om de programmering van de timer uit te wissen, raak 2 keer de timer toets (C3) aan, het timer symbool (C12) gaat uit.
WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
Houd de afstandsbediening in de richting van de ontvanger (A11) van de airconditioner. De maximum afstand tussen de afstandsbediening en het apparaat is 5 meter (zonder enig obstakel tussen de afstandsbediening en de ontvan­ger).
De afstandsbediening moet met de grootste zorg worden gebruikt: laat hem niet vallen, stel hem niet bloot aan di­rect zonlicht of andere nabije warmtebronnen.
5 m
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING FIG. D D1) Drukknop "ON/STAND-BY" D2) Knop verhoging/verlaging temperatuur/verlenging/ver-
korting geprogrammeerde werking
D3) Drukknop “MODE” D4) Drukknop selectie ventilatiesnelheid D5) Drukknop selectie functie REAL FEEL D6) Toets MAX COOLING D7) Drukknop omschakeling °C/°F D8) Drukknop TIMER
D
D1
D4
D2 D8
PLAATSING EN VERVANGING VAN DE BATTERIJEN
Verwijder het klepje aan de achterzijde van de afstandsbe­diening.
• Plaats twee batterijen LR03 “AAA” 1,5V en let daarbij op de juiste posities (zie aanwijzingen in de behuizing van de batterijen). Vervang de batterijen met nieuwe van het­zelfde type wanneer ze leeg zijn.
Plaats het klepje weer terug.
Zowel bij vervanging als bij afvoer van de afstandsbedie­ning moeten de batterijen worden verwijderd en afge­voerd volgens de geldende wetgeving daar zij schadelijk zijn voor het milieu. Gebruik alkaline, standaard (zink­koolstof) of oplaadbare batterijen (nikkel-cadmium) niet door elkaar. Gooi batterijen niet in vuur daar zij zouden kunnen exploderen of gevaarlijke vloeistoen zouden kunnen afgeven.
INSCHAKELING EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op knop (D1) van de afstandsbediening (bij in­schakeling staat de airconditioner in de laatste functie die is ingesteld vóór de uitschakeling).
Om het apparaat uit te zetten, raak toets (D1) aan van de afstandsbediening, en trek vervolgens de stekker uit het contact.
OPMERKING: Schakel de airconditioner nooit rechtstreeks met
de stekker uit, maar raak toets aan en wacht enkele minuten alvorens de stekker uit te trekken: alleen op deze manier zal het apparaat de controles kunnen uitvoeren die de werkingsstatus ervan veriëren.
SELECTEER DE WERKINGSMODUS
De op de afstandsbediening beschikbare commando's corres­ponderen met die op het bedieningspaneel van het apparaat (C). Zie vervolgens de instructies in de vorige hoofdstukken. Met knop D7 kan de temperatuurschaal van °C naar °F en vice­versa worden veranderd.
FUNCTIE MAX COOLING
Door middel van deze toets activeert men de bedrijfswijze koe­ling met instelbare minimumtemperatuur en maximale venti­latiesnelheid. Deze functie is alleen beschikbaar vanaf de afstandsbediening. Wanneer de Max Cooling functie actief is zal een verdere druk op de toets het apparaat doen terugkeren naar de voorgaande bedrijfswijze.
D5D3D7
D6
55
Page 9
AUTODIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een autodiagnosesysteem dat enkele defecten in de werking kan vaststellen. Foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
ALS OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
“Low Temperature”
(Antivries)
...WAT TE DOEN?
Het apparaat beschikt over een ont­dooiiningsinrichting die overmatige ijs­vorming vermijdt. Het apparaat hervat automatisch zijn werking als het ont­dooiingsproces is beëindigd.
Ga, als deze tekst verschijnt, naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde assisten­tie centrum.
“Probe Failure”
(Sonde beschadigd)
...WAT TE DOEN?
AANBEVELINGEN
Ter verkrijging van het hoogste rendiment uit de klimaatregelaar moeten enkele aanbevelingen worden opgevolgd:
sluit het schrijnwerk van de te klimatiseren ruimte. Enige uitzondering in geval van installatie via een gat in de wand. In dat geval wordt het aanbevolen een deur of raam op een kier te zetten, zodat de luchtverversing wordt gewaar­borgd.
“High Level”
(Interne bak is vol)
...WAT TE DOEN?
Leeg de interne veiligheidsbak en volg daarbij de aanwijzingen in paragraaf "HANDELINGEN EINDE SEIZOEN". Ga, als dit defect zich opnieuw voordoet, naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde assistentie centrum.
Sluit de luxaex of trek de gordijnen dicht
Gebruik het apparaat niet buiten.
Zorg ervoor dat er in de ruimte geen warmtebronnen zijn.
Controleer dat de klimaatregelaar is geplaatst op een vlak­ke vloer.
Sluit de deuren en ramen
Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge voch­tigheidsgraad (bijv. wasserij).
Bescherm de kamer tegen direct zonlicht door de gordijnen dicht te trekken en/of de luxaex te sluiten, zodat een zeer zuinige werking wordt verkregen.
Niet bedekken
Plaats geen voorwerpen op de klimaatregelaar;
Belemmer de luchtinlaatopeningen niet.
56
Page 10
REINIGING
Schakel, vóór elke reinigings- of onderhoudshandeling, het ap­paraat uit met toets .
Trek vervolgens de stekker uit het contact.
REINIGING VAN HET APPARAAT
Wij raden aan het apparaat te reinigen met een vochtige doek en af te drogen met een droge doek. Was de klimaatregelaar om veiligheidsredenen niet met water.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik geen benzine, alkohol of oplosmiddelen voor de reini­ging. Bespuit niet met insecticiden of andere soortgelijke vloei­stoen.
REINIGING VAN HET LUCHTFILTER
Ter behoud van de eciëntie van de klimaatregelaar wordt het aangeraden het antistolter na elke week van functioneren te reinigen. Het lter bevindt zich achter het aanzuigrooster en dit is tevens de behuizing van het lter. Voor de reiniging van het lter is het dus noodzakelijk het lter te verwijderen zoals is aangegeven in guur 12.
12
linksom los te draaien. Verwijder vervolgens de interne stop (­guur 13).
13
Laat het resterende water volledig wegvloeien in een bakje. Plaats de tappen na volledige lozing terug, let er op ze goed te sluiten. Voer de reiniging van het lter uit zoals in het bovenstaande aangegeven: Het lter moet goed droog zijn alvorens het mag worden teruggeplaatst.
Transport, vulling, terugwinning en afvoer van het koelgas mag alleen worden uitgevoerd door centra van technische assistentie die door de fabrikant zijn geauto­riseerd. De verwijdering van het apparaat mag alleen door ge­specialiseerde personen worden uitgevoerd die door de fabrikant zijn geautoriseerd.
Gebruik een stofzuiger voor het wegnemen van de op het lter aanwezige stof. Als het erg vuil is kan het in lauw water worden gedompeld en meerdere keren gespoeld. De temperatuur van het water moet onder de 40° C worden gehouden. Laat het lter drogen na het te hebben gewassen. Plaats het lter terug in zijn behuizing.
VERIFICATIES AANVANG SEIZOEN
Verieer dat de voedingskabel en het contact intact zijn en zorg er voor dat het aardingssysteem werkt. Houd u nauwkeurig aan de installatievoorschriften.
HANDELINGEN EINDE SEIZOEN
Voor een complete verwijdering van het water uit het interne circuit, verwijder de externe stop van de draineerbuis door hem
57
Page 11
ALS IETS NIET FUNCTIONEERT
Controleer de volgende punten alvorens het Centrum van Technische Assistentie in uw regio te bellen.
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De klimaatregelaar gaat niet aan de stekker is niet in het contact gestoken steek de stekker in het contact
er is geen stroom wacht
de interne beveiligingsinrichting is in werking getreden
de klimaatregelaar werkt korte tijd de luchtafvoerslang heeft een knelpunt
of heeft knikken
een verstopping belemmert de afvoer van de lucht naar buiten.
de klimaatregelaar werkt maar koelt de kamer niet
Tijdens werking komt een onaangename geur vrij in de kamer
De klimaatregelaar werkt de eerste 3 minuten na het opnieuw aanzetten niet.
In het display van het apparaat verschijnt het symbool met een van de volgende teksten:
HL/PF
schrijnwerk, open gordijnen sluit het schrijnwerk en de gordijnen,
in de kamer is een warmtebron actief (oven, haardrogen, etc.)
de luchtafvoerslang is losgekoppeld van het apparaat
antistolters verstopt reinig of vervang de lters zoals in het
de technische karakteristieken van het apparaat laten het klimatiseren van de kamer waarin het is geplaatst niet toe.
antistolter verstopt reinig of vervang het lter zoals in het
een interne inrichting vertraagt de inschakeling gedurende 3 minuten vanaf opnieuw aanzetten ter beveiliging van de compressor
het apparaat is voorzien van een autodiagnosesysteem dat enkele defecten in de werking kan vaststellen.
bel het assistentiecentrum
plaats de luchtafvoerslang correct door de lengte en de bochten zo veel mogelijk te beperken om knelpunten te voorkomen
spoor de obstakels op die de afvoer van lucht naar buiten verhinderen en verwijder ze
let daarbij op de in het voorgaande vermelde “aanbevelingen voor een correct gebruik”
verwijder de warmtebronnen
zet de luchtafvoerslang vast in de betreende behuizing in het achterste deel van het apparaat (g. 1)
voorgaande beschreven
voorgaande beschreven
wacht; deze tijdsinterval vanaf herinschakeling maakt deel uit van een normale werking
zie hoofdstuk AUTODIAGNOSE.
58
Loading...