Delonghi AN96 Instruction manuals [nl]

Page 1
56
Waarschuwingen
• Gebruik dit plaatselijke airconditioner uitsluitend zoals in dit boekje wordt aangegeven. Deze gebruiksaanwijzingen hebben niet de bedoeling om alle mogelijke situaties en omstandigheden die kunnen optreden te dekken. Men dient altijd het gezond verstand te gebruiken en voorzichtig te werk te gaan bij de installatie, de werking en het onderhoud van elk huishoudelijk apparaat.
• Dit apparaat is bestemd voor de klimaatregeling van huiselijke ruimten en dient niet voor andere doeleinden gebruikt te worden.
• Het is gevaarlijk om op welke wijze dan ook de kenmerken van het apparaat te wijzigen.
• Het apparaat moet geïnstalleerd worden met inachtneming van de nationale voorsch­riften inzake elektrische installaties.
• Wendt u zich voor eventuele reparaties uitsluitend tot een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is. Reparaties uitgevoerd door ondeskundig personeel kunnen gevaarlijk zijn.
• Dit apparaat mag uitsluitend door volwassenen gebruikt worden.
• Sta het gebruik van dit apparaat niet toe aan personen (ook kinderen) met beperkte mentale, fysieke of sensoriële capaciteiten, of met onvoldoende ervaring of kennis, ten­zij ze aandachtig worden gevolgd of geïnstrueerd door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht op kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
• Dit apparaat moet op een doeltreffende aardleiding aangesloten worden. Laat uw elek­trische installatie controleren door een bekwaam elektricien.
• Vermijd het gebruik van verlengsnoeren voor het netsnoer.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerk­zaamheden gaat uitvoeren.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat te verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in ruimten waar de lucht gas, olie, zwavel kan bevatten, of in de buurt van warmtebronnen.
• Plaats het apparaat op een afstand van minstens 50 cm van brandbare stoffen (alcohol, enz.) of recipiënten onder druk (spuitbussen, enz.).
• Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
• Maak het luchtfilter minstens eens per week schoon.
• Gebruik geen verwarmingstoestellen in de nabijheid van dit apparaat.
• Als het apparaat verplaatst wordt, moet het in verticale positie of liggend op een zijkant vervoerd worden. Verwijder vóór het transport al het water uit het apparaat. Wacht na het transport minstens 1 uur voordat u het apparaat weer aanzet.
• Dek het apparaat nooit af met plastic zakken wanneer het wordt opgeborgen.
• De materialen gebruikt voor de verpakking zijn recyclebaar. Men adviseert ze dus in de bakken voor gescheiden afvalverzameling te doen.
• Breng het apparaat aan het einde van zijn nuttige levensduur naar een speciaal inza­melcentrum.
• Indien het netsnoer beschadigd is, mag het uitsluitend vervangen worden door de fabrikant of zijn technische servicedienst of in elk geval door iemand met gelijkwaardige vakkennis, teneinde elk risico te voorkomen.
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN VOOR APPARATEN MET HET KOELMIDDEL R140A*
R140 A is een koelmiddel dat aan de EG-milieuverordeningen voldoet. Men adviseert om het koelcircuit van het apparaat niet te doorboren. MILIEU-INFORMATIE: Dit apparaat bevat gefluoreerde gassen met broeikaseffect voorzien door het Protocol van Kyoto De onderhouds- en de sloopwerkzaamheden mogen uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoerd (R140A, GWP=1975).
* Controleer op het typeplaatje het koelmiddel dat in uw apparaat wordt gebruikt
Page 2
57
Hierna treft u alle nodige aanwijzingen aan om uw airconditioner op de beste manier te laten werken.
Het apparaat mag pas aangezet worden nadat gecontroleerd is of niets de afzuiging en de toe­voer van lucht belemmert.
KLIMAATREGELING ZONDER INSTALLATIE
Enkele eenvoudige handelingen en uw air­conditioner zorgt voor een aangename omgeving:
• Schroef een adapter op een uiteinde
van de luchtafvoerslang .
• Breng de andere adapter aan in de zit­ting van de luchtafvoerslang aan de achterkant van het apparaat. (zie fig. A).
• Schroef het uiteinde van de slang zonder adapter in de adapter die eerder op het apparaat is aangebracht (zie fig. A).
12
7
13
13
Voorbereidingen voor het gebruik
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of:
• de netspanning overeenkomt met de waarde aangeduid op het gegevensplaatje aan de achterkant van het apparaat;
• het stopcontact en de voedingsleiding afgestemd zijn op de vereiste belasting;
• de stekker in het stopcontact past. Zo niet, het stopcontact laten vervangen;
• het stopcontact aangesloten is op een doeltreffende aardleiding. De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid
af indien deze veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Het netsnoer mag uitsluitend vervangen worden door gespecialiseerd technisch personeel.
A
Verticaal schuifraam
• Breng het rooster voor de dwarslat op de dwarslat aan en bevestig het met
de 4 bijgeleverde bouten (fig. B).
18
17
15
BESCHRIJVING
1 Luchttoevoerrooster 2 Bedieningspaneel 3 Handvaten 4 Wielen 5 Filter 6 Luchtafzuigrooster ontvochtiger 7 Zitting luchtafvoerslang 8 Luchtafzuigrooster condensator 9 Netsnoer 10 2 Plug voor afvoeropening
11 Muurflens 12 Luchtafvoerslang 13 Adapter voor slang (2 stukken) 14 Accessoire voor montage op de muur 15 Rooster voor dwarslat 16 Dekseltje voor gat in dwarslat 17 Dwarslat 18 Bouten 19 Uitblaasmond voor venster 20 Afstandsbediening
B
• Open het raam.
• Breng de dwarslat
in de vensteropen­ing aan, door hem over de breedte van het venster uit te trekken (fig. C).
• Zodra de dwarslat is uitgetrokken, kan hij vastgeschroefd worden met de resterende bijgevoegde twee bouten.
• Laat het venster zakken (fig. D).
17
NL
Page 3
58
Voorbereidingen voor het gebruik
Beperk zoveel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden.
C
D
• Plaats de airconditioner in de buurt van het venster. Steek de samengestelde
luchtafvoerslang
in het rooster in de
dwarslat (fig. E). Controleer of de luchtafvoerslang niet verstopt is.
• Wanneer het apparaat niet gebruikt wordt, kan het gat in de dwarslat afges­loten worden met het hiervoor bestemde
dekseltje
.
17
16
12
E
Venster met dubbele vleugel
• Breng de uitblaasmond
aan op de
eerder gemonteerde luchtafvoerslang
zoals getoond in (fig. F).
12
19
F
• Open het venster of de vensterdeur op
een kier en plaats de uitblaasmond en plaats de uitblaasmond G
19
G
2
1
Page 4
59
Voorbereidingen voor het gebruik
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Indien gewenst, kan uw airconditioner ook op semi-permanente wijze geïnstalleerd worden (Fig. H).
• Breng de bijgeleverde flens in het gat aan.
• Breng de adapter aan in de zitting van de luchtafvoerslang aan de achterkant van het apparaat. (zie fig. A).
• Schroef het accessoire voor montage op de muur op de luchtafvoerslang of verwijder indien nodig de adapter van de luchtafvoerslang
door hem los te schroeven en op de plaats hiervan het accessoire voor montage op de muur (fig. L) te schroeven.
• Breng het uiteinde van de slang aan de flens vast, zoals aangegeven in fig.
M.
13
13
12
14
7
11
12
14
12
11
In dit geval moet u:
• Een gat (ø 134 mm) maken in een buiten­muur of vensterruit. Neem de hoogte en afmetingen van het gat, aangeduid in figuur I, in acht.
134
MAX100 cm
MIN 35 cm
Wanneer de slang niet in het gat is inge­bracht, kan het gat afgesloten worden met de dop van de flens .
OPMERKING
Wanneer u kiest voor een semi-permanente installatie, adviseren wij om een deur op een kier te zetten (1 cm is al voldoende) om een correcte luchtverversing te verzekeren.
11
12
in de venster­ruit
in de muur: wij adviseren om het gat in de muur te isoleren met geschikt isolatie­materiaal.
in de houten sponning van het ven­ster
I
Beperk zo veel mogelijk de lengte en krommingen van de luchtslangen, zodat eventuele knikken voorkomen worden.
30 cm
30 cm
H
L
M
NL
1
2
Page 5
60
HET BEDIENINGSPANEEL
Bedieningspaneel
HET BEDIENINGSPANEEL
A Toets ON/OFF (aan/uit) B Keuzetoets functies MODE
Koeling, ontvochtiging, ventilatie
C Toets voor verlaging temperatuur/ geprogrammeerde werkingstijd D Timertoets E Keuzetoets ventilatiesnelheid (MAX/MED/MIN) F Toets voor verhoging temperatuur/geprogrammeerde werkingstijd G Symbool koeling H Symbool ontvochtiging I Symbool ventilatie L Symbool alarm M Indicator ventilatorsnelheid N Indicator schaal geselecteerde temperatuur O Indicator timeruren P Ingestelde temperatuurwaarden, de kamertemperatuur en de geprogrammeerde
werkings-/uitschakeltijd
Q Symbool timer R Symbool omgevingstemperatuur S Symbool ingestelde temperatuur
Schakel de airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te halen, maar druk op de toets en wacht enkele minuten alvorens de stekker te verwijderen: alleen op die manier kan het apparaat de controles uitvoeren die de werkingstoestand verifiëren.
G
H
I
L
A
B
C
S R Q P O N M
D
E
F
°C
°F
Page 6
61
Werking
INSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact. Op de display verschijnen twee streepjes om aan te geven dat het apparaat in stand-by is. Druk vervolgens op de toets (A). Bij de eerste inschakeling begint het apparaat te koelen, de display geeft de omgevingstemperatuur aan en de ventilatie­snelheid is minimaal. Bij de volgende inschakeling, wordt de airconditioner geacti­veerd met de laatste functie die vóór uitschakeling ingesteld was. Druk op de toets MODE (B) tot het controlelampje van de gewenste functie oplicht, ofwel:
Symbool koeling (G)
Symbool ontvochtiging (H)
Symbool ventilatie (I)
BEDRIJFSWIJZE KOELING
Ideaal bij warm en drukkend weer, om de ruimte af te koelen en te ontvochtigen. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de koeling verschijnt.
• Kies de te bereiken temperatuur door op de toets (F) of de toets (C) te drukken totdat de gewenste waarde ver­schijnt. Tijdens de selectie knippert de temperatuurwaarde. Tien seconden na selectie zal de display weer de omgeving­stemperatuur weergeven.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door op de toets te drukken. Er zijn 3 snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om zo snel mogelijk de gewenste temperatuur te bereiken
Gemiddelde snelheid: wanneer u een laag geluidsni­veau wenst, met sowieso een goed comfortniveau
Minimumsnelheid: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst
De meest geschikte temperatuur voor vertrekken in de zomerpe­riode varieert tussen 24 en 27°C. Het wordt in elk geval afgera­den om een veel lagere temperatuur dan de buitentemperatuur in te stellen.
°C
NL
°C
Page 7
62
Werking
BEDRIJFSWIJZE ONTVOCHTIGING
Ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen (tussen­seizoen, vochtige vertrekken, regenperiode, enz.). Voor dit type gebruik moet het apparaat zich in dezelfde configuratie als voor de koelfunctie bevinden, namelijk met de luchtafvoerslang op het apparaat aangebracht, zodat de afvoer van de lucht naar buiten kan plaatsvinden. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de ontvochtiging verschijnt.
Opmerking: Bij ontvochtiging en een omgevingstemperatuur van meer dan 25°C, kan de ventilatiesnelheid geregeld worden, terwijl bij temperaturen lager dan 25°C de ventilatiesnelheid niet geregeld kan worden, welke automatisch door het apparaat op het "minimum" wordt ingesteld.
BEDRIJFSWIJZE VENTILATIE
Voor deze bedrijfswijze hoeft niet de luchtafvoerslang op het apparaat te worden aangebracht. Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
ventilatie verschijnt.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door op de toets
te drukken.
Er zijn 3 snelheden beschikbaar:
Maximumsnelheid: om het maximale ventilatievermo­gen te verkrijgen.
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau laag wilt houden, met sowieso een goed ventilatievermogen
Minimumsnelheid: wanneer u zo weinig mogelijk geluid wenst.
°C°C°C
Opmerking: Om de meeteenheid van de temperatuur te veran­deren, drukt u gelijktijdig gedurende 3 seconden op de toetsen en .
°C
°F
°C
Page 8
63
PROGRAMMERING VAN DE TIMER
Met de timer kan de uitgestelde in- of uitschakeling van het apparaat ingesteld worden; op die manier wordt energie bespaard en worden de werkingsperiodes geoptimaliseerd.
Programmeren van de uitgestelde inschakeling
• Steek de stekker in het stopcontact: het apparaat zal zich in STAND-BY plaatsen.
• Druk op de timertoets (D): het timersymbool (Q) licht op.
• Stel met de toetsen (F) of (C) het aantal uren in waar- na u wilt dat het apparaat in werking treedt. Deze toetsen verhogen of verlagen met een uur per keer.
Het is mogelijk de uitgestelde inschakeling te programmeren binnen de volgende 24 uren.
Vijf seconden na instelling van de timer neemt de lichtsterkte van de display af en wordt de instelling opgenomen.
Opmerking: na programmering kunnen de bedrijfswijze en de ventilatorsnelheid gewijzigd worden. Druk, om de programmering van de timer te wissen, opnieuw op de toets timer (D).
Bij bediening van de toets ON/OFF (A) wordt de programmering van de timer geannuleerd en de airconditioner schakelt onmid­dellijk met de geselecteerde bedrijfswijze in.
Programmeren van de uitgestelde uitschakeling
• Voor alle bedrijfswijzen “koeling/ventilatie/ontvochtiging" kan de uitgestelde uitschakeling geprogrammeerd worden.
• Druk op de timertoets (D): het timersymbool (Q) licht op.
• Stel met de toetsen (F) of (C) het aantal uren in waar- na u wilt dat het apparaat ophoudt te werken.
Deze toetsen verhogen of verlagen met een uur per keer. Het is mogelijk de uitgestelde uitschakeling te programmeren binnen de volgende 24 uren.
Vijf seconden na instelling van de timer, geeft de display de bedrijfswijze aan en het timersymbool blijft branden. Op het vastgestelde uur gaat de airconditioner uit en gaat in stand-by staan. Druk, om de programmering van de timer te wissen, opnieuw op de toets timer (D) en het timersymbool dooft.
Opmerking: na programmering kunnen de bedrijfswijze en de ventilatorsnelheid gewijzigd worden.
NL
Programmering van de timer
°C
Page 9
64
Werking met afstandsbediening
MODELLEN MET AFSTANDSBEDIENING
• Richt de afstandsbediening op de ont­vanger van de airconditioner. De maximu­mafstand tussen afstandsbediening en apparaat bedraagt 5 meter (zonder obstakels tussen afstandsbediening en ontvanger).
• De afstandsbediening moet met uiterste zorg en voorzichtigheid behandeld wor­den: laat hem niet vallen, stel hem niet aan rechtstreeks zonlicht bloot en leg hem niet in de buurt van warmtebronnen.
BESCHRIJVING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
17) Drukknop “ON/OFF”
18) Drukknop “MODE”
19) Drukknop verhoging/verlaging tempera-
tuur/geprogrammeerde werking
20) Drukknop “TIMER”
21) Keuzeknop ventilatiesnelheid
(MAX/MED/MIN)
22) Drukknop voor omschakeling °F/°C
Vervanging van de batterijen
• Verwijder het dekseltje aan de achterkant van de afstandsbediening;
• Vervang de lege batterijen door twee batterijen LR03 “AAA” 1,5V en breng ze in de juiste stand in (zie aanwijzingen in bat­terijvak);
• Breng het dekseltje weer aan.
Zowel bij de vervanging als bij de afdanking van de afstandsbediening, moeten de bat­terijen volgens de geldende wetgeving verwijderd en afgedankt worden, omdat zij schadelijk zijn voor het milieu. Meng geen alkaline-, standaard (zink-koolstof) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen. Gooi de batterijen niet in het vuur omdat ze kunnen ontploffen of gevaarlijke vloeistof­fen kunnen afgeven.
INSCHAKELING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de knop ON/OFF (17) van de afstandsbediening (bij inschakeling start de airconditioner met de laatste functie die vóór uitschakeling ingesteld was). Druk op de knop MODE (18) om de gewenste functie te selecteren:
KOELING (COOLING) ONTVOCHTIGING (DEHUMIDIFYING) ALLEEN VENTILATIE (FAN ONLY)
Op het bedieningspaneel gaat het controlelampje van de geselecteerde functie branden. Zie voor de instellingen voor koeling/ontvochtiging/alleen ventilatie, programmering van de timer hetgeen vermeld in de paragrafen op pag. 61-62.
MAX 5 metri
17 19
20
22
21
18
Page 10
65
Er moeten enkele voorschriften opgevolgd worden om het maximale rendement uit uw airconditioner te halen.
• sluit ramen en deuren van de ruimte waar­van u het klimaat wilt regelen. Dit geldt niet voor een installatie met een gat in de muur. In een dergelijk geval is het raad­zaam een deur of vensterraam op een kier te laten, om de juiste luchtverversing te garanderen.
• Scherm het vertrek af van rechtstreeks zonlicht, door de gordijnen dicht te doen en/of de rolluiken gedeeltelijk te laten zakken. Op die manier is het apparaat bij­zonder zuinig.
• Zet geen voorwerpen op de airconditio­ner;
• Dek de luchtinlaat en –uitlaat
niet
af.
• Zorg ervoor dat er zich in het vertrek geen warmtebronnen bevinden.
16
• Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge vochtigheidsgraad (vb. washok).
• Gebruik het apparaat niet buiten.
Tips
sluit ramen en deuren
laat rolluiken zakken of doe de gordijnen dicht
niet
afdekken
Controleer of de airconditioner op een “vlakke” vloer staat.
NL
Page 11
66
Voordat reinigings- of onderhoudswerk­zaamheden worden uitgevoerd, dient u het apparaat uit te schakelen met de toets ON/OFF (A) en bij de modellen met afstand­sbediening drukt u op de knop ON/OFF , haal vervolgens altijd de stekker uit het stop­contact.
REINIGING VAN BUITENKANT
Wij adviseren om het apparaat te reinigen met een vochtige doek en af te drogen met een droge doek. Om veiligheidsredenen mag de airconditioner niet met water wor­den gewassen.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmid­delen voor de reiniging. Spuit nooit insec­tenwerende vloeistoffen of gelijkaardige pro­ducten.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTERS
Om een goede efficiency van uw aircondi­tioner te behouden adviseren wij om het stof­filter wekelijks te reinigen in de periode waa­rin het apparaat gebruikt wordt. Het filter is ter hoogte van het afzuigrooster gesitueerd en het rooster zelf vormt de zitting
17
van het filter. Voor het reinigen van het filter moet het verwijderd worden zoals getoond in figuur N. Gebruik een stofzuiger om het op het filter afgezette stof te verwijderen. Als het filter bij­zonder vuil is, kan het in water ondergedom­peld worden en meerdere malen gespoeld worden. De temperatuur van het water mag niet meer dan 40° C bedragen. Na het wassen, laat u het filter drogen. Om het filter terug te plaatsen, plaatst u weer in zijn zitting.
CONTROLES BIJ BEGIN SEIZOEN
Controleer of het netsnoer en het stopcon­tact niet beschadigd zijn en controleer of de aardleiding doeltreffend is. Neem de installatievoorschriften zorgvuldig in acht.
CONTROLES AAN EINDE SEIZOEN
Verwijder de 2 doppen om het interne circuit volledig te legen. Laat het restwater volledig weglopen in een teiltje (figuur O). Plaats na het legen de 2 doppen weer in zijn zitting. Reinig het filter en laat het goed drogen alvo­rens het weer aan te brengen.
Reiniging
N
O
Page 12
67
Wanneer iets niet werkt
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSINGEN
De airconditioner gaat niet aan
• er ontbreekt stroom
• de stekker zit niet in het stopcontact
• De veiligheidsvoorziening is in werking getre­den.
wacht
steek de stekker in het stopcontact
Neem contact op met het service­centrum
De airconditioner werkt, maar voor korte duur
• de luchtafvoerslang is geknikt
• de luchtinlaat en de luchtuitlaat zijn verstopt
• de luchtafvoerslang is van het apparaat losgeraakt
• plaats de afvoerslang correct
• controleer of er obstakels zijn die de afvoer van lucht naar buiten belemmeren
• verwijder de knikken
De airconditioner werkt maar koelt niet het vertrek
• het raam staat open
• in de ruimte bevindt zich een warmtebron (brander, lamp, enz.)
• de afvoerslang is uit zijn zitting losgekomen
• verstopt luchtfilter
• het vermogen van de airconditioner is niet aangepast aan de condities of afmetingen van de ruimte
• sluit het raam
• neem de warmtebron weg
• steek de slang in zijn zitting
reinig of vervang het filter
• reinig of vervang het filter
Vreemde geur in de ruimte
• het luchtfilter is verstopt
De airconditioner werkt niet gedurende 3 minuten na een nieuwe start
• De veiligheidsvoorziening van het apparaat is in werking getreden
• wacht tot 3 minuten verstreken zijn
Het controlelampje alarm (ALARM) L gaat branden
• Het bakje in het apparaat is vol
• Leeg het bakje (zie de para­graaf “Controles aan einde sei­zoen” op pag. 66).
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking detec­teert. De foutmeldingen verschijnen op de display van het apparaat.
OP DE DISPLAY VERSCHIJNT…
DIT BETEKENT:
de kamertemperatuur is te laag
OP DE DISPLAY VERSCHIJNT…
DIT BETEKENT:
de kamertemperatuur is te hoog
OP DE DISPLAY VERSCHIJNT…
DIT BETEKENT:
wendt u zich tot het dichtstbij­zijnde servicecentrum
“Low Temperature” (lage temperatuur)
“High Temperature” (hoge temperatuur)
“Probe Failure”
(defecte sonde)
NL
Page 13
68
Garantie/technische kenmerken
GARANTIE EN TECHNISCHE ASSISTENTIE
De voorwaarden voor garantie en techni­sche assistentie zijn vermeld in de documen­tatie/certificaat die bij uw apparaat is gele­verd.
GRENSCONDITIES WERKING
Kamertemperatuur bij koeling 21 ÷ 35°C
TECHNISCHE GEGEVENS
Netspanning zie gegevensplaatje Max. stroomverbruik bij koeling
Koelmiddel “ Koelvermogen
Het vervoer, het laden, de reiniging, het opvangen en de verwerking van het koelmiddel mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een technisch servicecentrum dat door de fabrikant erkend is. De verwerking van het apparaat mag uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel dat door de fabrikant erkend is.
Belangrijke informatie voor de correcte verwerking van het product in overeenstemming met DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EC
Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval worden verwerkt.Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebra­cht, of naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilni­sbak aangebracht.
Loading...