Dell XPS L412Z Owner's Manual [nl]

Dell™ XPS™ L412z

Eigenaarshandleiding

Weten regelgevingsmodel: P24G-serie

Weten regelgevingstype: P24G001

Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen

N.B.: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.

WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.

GEVAAR: GEVAAR duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.

____________________

De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.

Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.

Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dell™, het DELL-logo en XPSzijn handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft®, Windows® en het logo op de startknop van Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen; Bluetooth® is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie door Dell gebruikt.

Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere handelsmerken of handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en handelsnamen.

Weten regelgevingsmodel: P24G-serie Weten regelgevingstype: P24G001

2011 - 09 Rev. A00

Inhoud

1

Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

7

 

 

 

Aanbevolen hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . .

7

 

 

 

Uw computer uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . .

7

 

 

 

Voordat u binnen de computer gaat werken . . . . . . .

8

 

 

2

Onderplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

11

 

 

 

De onderplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . .

11

 

 

 

De onderplaat terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . .

12

 

 

3

Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

13

 

 

 

De batterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . .

13

 

 

 

De batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

14

 

 

4

Geheugenmodule(s) . . . . . . . . . . . . . . . .

15

 

 

 

De geheugenmodule(s) verwijderen . . . . . . . . . .

15

 

 

 

De geheugenmodule(s) vervangen . . . . . . . . . . .

16

 

 

5

Draadloze minikaart . . . . . . . . . . . . . . . .

19

 

 

 

De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .

19

 

 

 

De minikaart vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . .

21

 

 

 

Inhoud

 

 

3

 

 

6

Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

23

 

De vaste schijf verwijderen . . . . . . . . . . . . . . .

23

 

De vaste schijf vervangen . . . . . . . . . . . . . . . .

26

7

Knoopcelbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . .

27

 

De knoopcelbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . .

27

 

De knoopcelbatterij terugplaatsen . . . . . . . . . . .

28

8

Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

29

 

Het optische station verwijderen . . . . . . . . . . . .

29

 

Het optische station terugplaatsen . . . . . . . . . . .

31

9

Halsensorkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

33

 

De halsensorkaart verwijderen . . . . . . . . . . . . .

33

 

De halsensorkaart terugplaatsen . . . . . . . . . . . .

35

10

Conversiekaart van het beeldscherm . . . . .

37

De conversiekaart van het beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . . . . . .

De conversiekaart van het beeldscherm terugplaatsen. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . 37

. . . . . . . . 38

4Inhoud

11

Warmteafleider en ventilator . . . . . . . . .

41

 

De warmteafleider en ventilator verwijderen . . . . .

41

 

De warmteafleider en ventilator terugplaatsen . . . .

42

12

Systeemkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

45

 

De systeemkaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

45

 

De systeemkaart terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

48

 

Het serviceplaatje invoeren in het BIOS . . . . . . . .

49

13

Aan/uit-knopkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . .

51

 

De printplaat voor de aan/uit-knop verwijderen . . . .

51

 

De aan/uit-knopkaart terugplaatsen . . . . . . . . . .

52

14

Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

53

 

De beugel van het toetsenbord verwijderen . . . . . .

53

 

De toetsenbordbeugel terugplaatsen . . . . . . . . . .

57

 

Het toetsenbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

58

 

Het toetsenbord terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

59

15

Luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

61

 

De luidsprekers verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

61

 

De luidsprekers terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

64

Inhoud 5

16

Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

67

 

Scharnierkappen beeldscherm . . . . . . . . . . . . .

67

 

De scharnierkappen van het beeldscherm

 

 

verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

67

 

De scharnierkappen van het beeldscherm

 

 

terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

69

 

Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

70

 

Het beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . .

70

 

Het beeldscherm opnieuw installeren . . . . . . .

71

17

Polssteungedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . .

73

 

De polssteun verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .

73

 

Het polssteungedeelte terugplaatsen . . . . . . . . . .

74

18

Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

75

6Inhoud

Voordat u begint

Deze handleiding bevat procedures voor het verwijderen en installeren van de componenten in uw computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure uitgegaan van de volgende condities:

U hebt de stappen in "Uw computer uitschakelen" op pagina 7 en "Voordat u binnen de computer gaat werken" op pagina 8 uitgevoerd.

U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.

U kunt componenten vervangen of, wanneer u deze los hebt aangeschaft, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.

Aanbevolen hulpmiddelen

Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:

Kleine platkopschroevendraaier

Kruiskopschroevendraaier

BIOS uitvoerbaar updateprogramma, beschikbaar via support.dell.com

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.

1Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende programma's af.

2U sluit het besturingssysteem af door op Start te klikken en vervolgens op Afsluiten te klikken.

3Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch wordt uitgeschakeld nadat u het besturingssysteem uitschakelt, houdt u de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld.

Voordat u begint

 

7

 

Voordat u binnen de computer gaat werken

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving tegen mogelijke schade te beschermen.

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).

WAARSCHUWINGEN: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpennen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.

WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.

1Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast raakt.

2Schakel de computer (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 7) en alle op de computer aangesloten apparaten uit.

WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en de stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.

3 Verwijder alle stekkers van telefoonen netwerkkabels uit de computer.

8Voordat u begint

4 Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.

5Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.

6 Ontkoppel alle aangesloten apparaten van de computer.

7 Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).

8Draai de computer om (bovenkant boven), klap het beeldscherm open en druk op de aan/uit-knop om de systeemkaart te aarden.

WAARSCHUWINGEN: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.

Voordat u begint

 

9

 

10 Voordat u begint

Onderplaat

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector op de computer).

De onderplaat verwijderen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2Verwijder de acht schroeven waarmee de kap aan het polssteungedeelte is bevestigd.

3Gebruik uw vingertoppen om de lipjes op de onderplaat los te maken uit de sleuven op het polssteungedeelte en begin achteraan.

Onderplaat 11

1

2

1

onderplaat

2 schroeven (8)

4 Til de onderplaat van het polssteungedeelte.

De onderplaat terugplaatsen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2Lijn de lipjes op de onderplaat uit met de sleuven op het polssteungedeelte en klik de onderplaat op zijn plaats.

3Plaats de acht schroeven terug waarmee de onderplaat aan het polssteungedeelte wordt bevestigd.

12 Onderplaat

Batterij

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een aansluiting op de computer).

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.

De batterij verwijderen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Verwijder de onderplaat (zie "De onderplaat verwijderen" op pagina 11).

3 Koppel de batterijkabel los van de systeemkaartconnector.

4Verwijder de vijf schroeven waarmee de batterij aan het polssteungedeelte is bevestigd.

5 Til de batterij uit het polssteungedeelte.

Batterij 13

Dell XPS L412Z Owner's Manual

2

1

3

1

schroeven (5)

2

batterij

3 batterijkabel

De batterij vervangen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld.

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Plaats de batterij op de polssteun.

3Plaats de vijf schroeven terug waarmee de batterij aan het polssteungedeelte wordt bevestigd.

4 Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaartconnector.

5Plaats de onderplaat terug (zie "De onderplaat terugplaatsen" op pagina 12).

14 Batterij

Geheugenmodule(s)

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector op de computer).

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) te verwijderen voordat u in de computer gaat werken.

U kunt het geheugen van uw computer uitbreiden door geheugenmodules te installeren op de systeemkaart. Zie "Specificaties" op support.dell.com/manuals voor informatie over het geheugentype dat door de computer wordt ondersteund.

N.B.: Geheugen dat via Dell is aangeschaft, valt onder de garantie van uw computer.

Uw computer heeft twee bereikbare SODIMM-connectors. De primaire geheugenmodule is te bereiken door de achterplaat te verwijderen. De secundaire geheugenmodule is te bereiken door de systeemkaart te verwijderen.

De geheugenmodule(s) verwijderen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Verwijder de onderplaat (zie "De onderplaat verwijderen" op pagina 11).

3Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).

WAARSCHUWINGEN: Gebruik geen gereedschap om de bevestigingsklemmetjes van de geheugenmoduleconnector uit elkaar te duwen. Zo voorkomt u schade aan de geheugenmoduleconnector.

Geheugenmodule(s) 15

N.B.: U bereikt de tweede geheugenmodule door de systeemkaart te verwijderen en deze om te draaien. Ga naar "De systeemkaart verwijderen" op pagina 45 om de systeemkaart te verwijderen.

4Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de geheugenmoduleconnector voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt.

1

3

2

1

geheugenmoduleconnector

2 borgklemmen (2)

3 geheugenmodule

5 Verwijder de geheugenmodule uit de connector.

De geheugenmodule(s) vervangen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2Lijn de inkeping op de geheugenmodule uit met het lipje op de geheugenmoduleconnector.

16 Geheugenmodule(s)

3Schuif de geheugenmodule stevig in de connector onder een hoek van

45 graden en druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert

u deze nogmaals.

N.B.: Plaats de systeemkaart terug na het terugplaatsen van de secundaire geheugenmodule. Ga naar "De systeemkaart terugplaatsen" op pagina 48 om de systeemkaart terug te plaatsen.

N.B.: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt geïnstalleerd, wordt de computer mogelijk niet opgestart.

3

2

1

1

tab

2 inkeping

3 geheugenmoduleconnector

4 Plaats de batterij terug (zie "De batterij vervangen" op pagina 14).

5Plaats de onderplaat terug (zie "De onderplaat terugplaatsen" op pagina 12).

6Sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.

WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.

Geheugenmodule(s) 17

7 Zet de computer aan.

Bij het opstarten van de computer wordt het extra geheugen gedetecteerd en worden de systeemconfiguratiegegevens automatisch bijgewerkt.

Controleer als volgt hoeveel geheugen in de computer is geïnstalleerd: Klik op Start ConfiguratieschermSysteem.

18 Geheugenmodule(s)

Draadloze minikaart

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector op de computer).

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) te verwijderen voordat u in de computer gaat werken.

N.B.: Dell garandeert geen compatibiliteit met (en biedt geen ondersteuning voor) minikaarten die niet van Dell afkomstig zijn.

Als u een draadloze minikaart bij uw computer hebt besteld, is deze al geïnstalleerd.

Uw computer heeft één minikaartsleuf van half formaat die ondersteuning heeft voor een WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) en een Bluetoothcombikaart.

N.B.: Het hangt af van de configuratie van de computer bij aankoop of er wel of geen minikaart in de minikaartsleuven is geïnstalleerd.

De minikaart verwijderen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Verwijder de onderplaat (zie "De onderplaat verwijderen" op pagina 11).

3 Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).

4 Maak de antennekabels los van de minikaart.

5Verwijder de schroef waarmee de minikaart aan de systeemkaart is bevestigd.

Draadloze minikaart

 

19

 

4

3

2

 

 

 

1

1

antennekabels (2)

2

minikaart

3

connector op systeemkaart

4

schroef

6 Verwijder de minikaart uit de connector op de systeemkaart.

20 Draadloze minikaart

WAARSCHUWINGEN: Bewaar de minikaart in een beschermende antistatische verpakking wanneer deze niet in de computer is geplaatst. Zie "Bescherming tegen elektrostatische ontlading" in de veiligheidsinformatie die bij de computer is geleverd voor meer informatie.

De minikaart vervangen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Haal de nieuwe minikaart uit de verpakking.

WAARSCHUWINGEN: Oefen een stevige, gelijkmatige druk uit om de minikaart op zijn plaats te schuiven. Als u te veel kracht gebruikt, kan de connector beschadigd raken.

WAARSCHUWINGEN: De connectors zijn zodanig getand dat ze een juiste installatie garanderen. Als u weerstand ondervindt, moet u de connectors op de minikaart en de systeemkaart controleren en de minikaart opnieuw uitlijnen.

Draadloze minikaart

 

21

 

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de minikaart door de kabels nooit onder de minikaart te plaatsen.

3Plaats de minikaart onder een hoek van 45 graden in de connector op de systeemkaart.

4Duw het andere uiteinde van de minikaart omlaag in de sleuf van de systeemkaart en plaats de schroef terug waarmee de minikaart op de systeemkaart wordt bevestigd.

5Sluit de juiste antennekabels aan op de minikaart die u aan het installeren bent.

Connectors op de minikaart

Kleurenschema antennekabels

 

 

WLAN + Bluetooth (2 antennekabels)

 

Hoofd-WLAN + Bluetooth (witte driehoek)

wit

Hulp-WLAN + Bluetooth (zwarte driehoek)

zwart

 

 

6 Plaats de batterij terug (zie "De batterij vervangen" op pagina 14).

7Plaats de onderplaat terug (zie "De onderplaat terugplaatsen" op pagina 12).

WAARSCHUWINGEN: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.

8 Installeer eventuele stuuren hulpprogramma's voor uw minikaart.

N.B.: Als u een minikaart van een andere leverancier installeert, moet u de juiste stuuren hulpprogramma's installeren.

22 Draadloze minikaart

Vaste schijf

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

GEVAAR: Als u de vaste schijf uit de computer verwijderd terwijl deze heet is, mag u de metalen behuizing van de vaste schijf niet aanraken.

WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector op de computer).

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) te verwijderen voordat u in de computer gaat werken.

WAARSCHUWINGEN: Voorkom het verlies van gegevens door de computer uit te schakelen (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 7) voordat u de vaste schijf verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet terwijl de computer aan staat of zich in de slaapstand bevindt.

WAARSCHUWINGEN: Vaste schijven zijn ontzettend kwetsbaar. Wees voorzichtig met de vaste schijf.

N.B.: Dell garandeert geen compatibiliteit met, en biedt geen ondersteuning voor vaste schijven die niet van Dell afkomstig zijn.

N.B.: Als u een vaste schijf installeert die niet van Dell afkomstig is, moet u een besturingssysteem, stuurprogramma's en hulpprogramma's installeren op de nieuwe vaste schijf.

De vaste schijf verwijderen

1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.

2 Verwijder de onderplaat (zie "De onderplaat verwijderen" op pagina 11).

Vaste schijf

 

23

 

Loading...
+ 53 hidden pages