Hoofdstuk 1: Voordat u aan de computer gaat werken........................................................................ 9
Voordat u begint.................................................................................................................................................................... 9
Lijst van schroeven.............................................................................................................................................................. 10
Hoofdstuk 2: Nadat u aan de computer heeft gewerkt....................................................................... 11
De binnenkant van uw computer....................................................................................................................................... 12
Onderdelen van het moederbord....................................................................................................................................... 13
Hoofdstuk 4: De rechterplaat verwijderen........................................................................................14
Het audio-stuurprogramma downloaden.......................................................................................................................... 91
Het grafische stuurprogramma downloaden.................................................................................................................... 91
Het USB 3.0-stuurprogramma downloaden..................................................................................................................... 91
Het Wi-Fi-stuurprogramma downloaden.......................................................................................................................... 91
Het stuurprogramma van de mediakaartlezer downloaden........................................................................................... 92
Het chipset-stuurprogramma downloaden...................................................................................................................... 92
Het netwerkstuurprogramma downloaden...................................................................................................................... 92
Opties voor Systeeminstallatie.......................................................................................................................................... 94
Systeem- en installatiewachtwoord..................................................................................................................................97
Een wachtwoord voor de systeeminstallatie toewijzen............................................................................................97
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen...................................................................98
Het BIOS flashen................................................................................................................................................................103
Back-upmedia en herstelopties........................................................................................................................................103
Ingebouwde zelftest voor voeding (Built-in Self Test, BIST)...................................................................................... 104
Stappen om te bevestigen of de voeding defect is.................................................................................................104
Hoofdstuk 55: Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell........................................................... 106
8Inhoudsopgave
Page 9
Voordat u aan de computer gaat werken
OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de
configuratie die u hebt besteld.
Voordat u begint
1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af.
2. Sluit de computer af. Klik op Start
OPMERKING: Wanneer u een ander besturingssysteem gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw
besturingssysteem voor instructies voor het afsluiten hiervan.
3. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
4. Koppel alle aangesloten apparaten en randapparatuur, zoals het toetsenbord, de muis, de monitor enz. los van uw computer.
5. Verwijder eventueel aanwezige mediakaarten en optische stations uit uw computer, indien van toepassing.
6. Nadat de computer is uitgeschakeld, houdt u de aan-uitknop vijf seconden ingedrukt om het moederbord te aarden.
Veiligheidsinstructies
Aan/uit Afsluiten.
1
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer te beschermen tegen mogelijke
schade. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van uitgegaan dat u de veiligheidsinformatie hebt gelezen
die bij uw computer is geleverd.
OPMERKING:
computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen procedures op het gebied van veiligheid onze
website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
OPMERKING: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent. Zodra u klaar bent
met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle panelen en schroeven terug voordat u de
computer weer aansluit op het stopcontact.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het werkoppervlak plat en schoon is om schade aan de computer te voorkomen.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten
niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een
processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
WAARSCHUWING: U mag alleen probleemoplossing en reparaties laten uitvoeren door technische ondersteuning teams
die door Dell erkend of geïnstrueerd worden. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn
goedgekeurd, valt niet onder de garantie. Zie de veiligheidsinstructies die bij het product wordt geleverd of op
www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Raak een component in uw computer pas aan nadat u zich hebt geaard met behulp van een
aardingspolsband of het regelmatig aanraken van een ongeverfd metalen oppervlak, zoals het metaal aan de achterkant
van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om
eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige
kabels hebben aansluitingen met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel
loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat aansluitpinnetjes verbuigen. Zorg er bij het
aansluiten van kabels voor dat de poorten en connectoren de juiste richting hebben en correct zijn uitgelijnd.
Voordat u aan de computer gaat werken9
Page 10
WAARSCHUWING: Druk op eventueel geïnstalleerde kaarten in de optionele mediakaartlezer om ze uit te werpen.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is
afgebeeld.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
•Kruiskopschroevendraaier nr. 1
•Phillips-schroevendraaier nr. 2
•Plastic pennetje
Lijst van schroeven
De volgende tabel bevat de lijst met schroeven die worden gebruikt voor het beveiligen van verschillende onderdelen op de computer.
3. Koppel de CPU-voedingskabel en de voedingskabel van het moederbord los van het moederbord en het optische station los van het
optisch station.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
4. Koppel de kabel van de grafische kaart stroomkabels indien van toepassing.
5. Verwijder de kabel van het moederbord uit de geleiders op het chassis.
De voeding verwijderen
43
Page 44
Afbeelding 20. Kabels loskoppelen
stroomkabel van de optische schijf2. geleider
1.
3. CPU-stroomkabel4. moederbord
5. voedingskabel moederbord
6. Draai de voedingseenheidkooi in de richting van het chassis.
7. Koppel de stroomkabel van het vasteschijfstation los.
OPMERKING:
geïnstalleerd.
8. Verwijder de schroefjes waarmee de voedingsbeugel aan het chassis is bevestigd.
9. Verwijder de schroefjes waarmee de voeding aan het chassis is bevestigd.
10. Til de voedingsbeugel uit het chassis.
11. Til de voeding uit het chassis.
Er kunnen maximaal drie harde-schijfstroomkabels zijn, afhankelijk van de hoeveelheid harde schijven
44
De voeding verwijderen
Page 45
Afbeelding 21. De voeding verwijderen
#6-32x1/4''-schroeven (4)2. voeding
1.
3. voedingsbeugel4. #6-32x1/4''-schroeven (2)
5. kabel van de harde schijf
De voeding verwijderen45
Page 46
De voeding terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
GEVAAR: Til de voeding voorzichtig op, want deze is ontworpen met een strakke scharnier zonder een fysieke
vergrendeling. De voeding blijft altijd in de rechtop-positie terwijl deze omhoog wordt getild.
Procedure
1. Plaats de voeding op de voeding van de kast.
2. Plaats de schroeven terug waarmee de voeding aan de behuizing van het voedingsapparaat.
3. Lijn de schroefgaten in de bracket van de voeding uit met de schroefgaten op de behuizing van de voedingseenheid.
4. Plaats de schroeven terug waarmee de voedingseenheid is bevestigd aan de behuizing van de voedingseenheid.
5. Sluit de stroomkabel van de harde schijf aan.
6. Draai de voeding uit het chassis.
7. Sluit de CPU-kabel los van het moederbord en het optische station aan op het optische station.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
8. Plaats de kabel van het moederbord in de geleider op het chassis.
9. Sluit de stroomkabels van de grafische kaart aan indien van toepassing.
10. Draai de voeding in de richting van het chassis totdat de eenheid vastklikt.
11. Schuif de ontgrendelingsschuifjes van de voedingseenheidkooi naar hun posities om de ontgrendelingsschuifjes te vergrendelen.
23
Vereisten achteraf
Plaats de rechterplaat terug.
46De voeding terugplaatsen
Page 47
De knoopbatterij verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Wanneer u de knoopbatterij verwijdert, worden de standaardinstellingen van het BIOS-
setupprogramma hersteld. Het is aan te raden de instellingen van het BIOS-setupprogramma te noteren voordat u de
knoopbatterij verwijdert.
Vereisten
1. Verwijder de rechterplaat.
2. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 2 in “Het voedingsapparaat verwijderen”.
Procedure
24
1. Druk met een plastic pennetje de batterijontgrendeling voorzichtig weg van de knoopbatterij, totdat de knoopbatterij omhoog komt.
2. Til de knoopbatterij uit de houder.
Afbeelding 22. De knoopbatterij verwijderen
1.
plastic pennetje2. knoopbatterij
De knoopbatterij verwijderen47
Page 48
3. knoopbatterijsocket4. batterijvergrendeling
48De knoopbatterij verwijderen
Page 49
De knoopbatterij vervangen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
Plaats de knoopbatterij in de batterijhouder met de positieve zijde naar boven en druk de batterij vervolgens op zijn plaats.
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
25
De knoopbatterij vervangen49
Page 50
26
De grafische kaart verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
OPMERKING: Uw computer wordt geleverd met ofwel een grafische kaart of een volledige lengte grafische kaart.
1. Verwijder de rechterplaat.
2. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 2 in “Het voedingsapparaat verwijderen”.
Procedure
1. Zoek naar de grafische kaart op het moederbord en neem nota van de sleuf van de grafische kaart (PCI-Express x16).
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Druk het bevestigingslipje op de PCIe-sleuf weg van de grafische kaart, pak de kaart vast bij de bovenste hoek en trek hem voorzichtig
uit de sleuf.
Afbeelding 23. De grafische kaart verwijderen
1.
bevestigingslipje2. moederbord
50De grafische kaart verwijderen
Page 51
3. sleuf grafische kaart4. grafische kaart
De grafische kaart verwijderen51
Page 52
De grafische kaart terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Zoek naar de sleuf van de PCI-Express x16 kaart op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Lijn de inkeping op de grafische kaart uit met het lipje op de sleuf en klik de grafische kaart vast.
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
27
52De grafische kaart terugplaatsen
Page 53
Verwijder de lange grafische kaarten
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
OPMERKING: Uw computer wordt geleverd met ofwel een grafische kaart of een volledige lengte grafische kaart.
1. Verwijder de rechterplaat.
2. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 2 in “Het voedingsapparaat verwijderen”.
Procedure
1. Til om de beugel van de grafische kaart uit het chassis te verwijderen.
28
Afbeelding 24. Verwijder de beugel van de grafische kaart
a. beugel van de grafische kaart
b. chassis
2. Druk op de ontgrendelklemmen op de stroomkabelconnectors en koppel de stroomkabels los van de grafische kaart.
3. Druk het bevestigingslipje op de PCIe-sleuf weg van de grafische kaart, pak de kaart vast bij de bovenste hoek en trek hem voorzichtig
uit de sleuf.
Verwijder de lange grafische kaarten53
Page 54
Afbeelding 25. De stroomkabel verwijderen
stroomkabels2. ontgrendelklemmen (2)
1.
3. grafische kaart4. bevestigingslipje
54Verwijder de lange grafische kaarten
Page 55
Vervang de lange grafische kaart
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Lijn de lange grafische kaart uit met de sleuf in het moederbord.
2. Plaats de kaart in de sleuf en druk hem stevig aan totdat de lange grafische kaart op zijn plaats vastklikt.
3. Sluit de stroomkabels aan op de lange grafische kaart.
4. Schuif het lipje op de beugel van de grafische kaart in de sleuf op het chassis en klik hem op zijn plaats.
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
29
Vervang de lange grafische kaart55
Page 56
30
De geheugenmodules verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Procedure
1. Lokaliseer de sleuf voor de geheugenmodule op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Duw de borgklemmetjes weg van de geheugenmodule.
3. Pak de geheugenmodule in de buurt van het borgklemmetje vast en verwijder de geheugenmodule vervolgens voorzichtig uit zijn sleuf.
WAARSCHUWING:
hem los te maken uit de sleuf.
Als de geheugenmodule moeilijk te verwijderen is, beweegt u hem voorzichtig heen en weer om
OPMERKING: Herhaal de stappen 2 en 3 om eventuele andere in uw computer geïnstalleerde geheugenmodules te
verwijderen.
56De geheugenmodules verwijderen
Page 57
Afbeelding 26. De geheugenmodule verwijderen
sleuf geheugenmodule2. geheugenmodule
1.
3. borgklemmetjes (2)4. moederbord
De geheugenmodules verwijderen57
Page 58
De geheugenmodules vervangen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule.
2. Plaats de geheugenmodule in de sleuf van de geheugenmodule en druk de geheugenmodule omlaag totdat hij vastklikt en de
vergrendelingsklemmetjes vastklikken.
OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
31
Afbeelding 27. De geheugenmodule vervangen
1.
lipje2. inkeping
3. sleuf geheugenmodule4. geheugenmodule
58De geheugenmodules vervangen
Page 59
5. systeemkaart
OPMERKING: Gebruik slots DIMM1 en DIMM2 als u twee geheugenmodules moet gebruiken. Ga voor meer informatie
naar 'Onderdelen van de systeemkaart'.
De volgende tabel geeft de beschikbare geheugenconfiguratie matrix:
Tabel 2. Geheugenconfiguratiematrix
Configuratie
DIMM1DIMM2DIMM3DIMM4
8 GB4 GB4 GB
8 GB8 GB
16 GB8 GB8 GB
16 GB16 GB
24 GB8 GB8 GB4 GB4 GB
32 GB8 GB8 GB8 GB8 GB
64 GB16 GB16 GB16 GB16 GB
Slot
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
De geheugenmodules vervangen
59
Page 60
De aan-uitknopmodule verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Verwijder het optische station.
3. Verwijder het montagekader.
4. Verwijder de bovenkap.
5. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Procedure
32
OPMERKING:
terugplaatsen in de geleiders nadat u de aan-uitknopmodule hebt teruggeplaatst.
1. Koppel de kabel van de aan-uitknopmodule los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Noteer hoe de kabel van de aan-uitknopmodule is geplaatst en verwijder de kabel uit de geleiders naast het moederbord op het
chassis.
3. Verwijder de schroef waarmee de aan-uitknopmodule bevestigd is en til de aan-uitknopmodule uit het chassis.
4. Verwijder de kabel uit de sleuf bovenop het chassis.
Noteer hoe de kabel is geplaatst terwijl u deze verwijdert, zodat u de kabel later op de juiste wijze kunt
60De aan-uitknopmodule verwijderen
Page 61
Afbeelding 28. De kabel van de aan-uitknopmodule loskoppelen
chassis2. geleider
1.
3. #6-32x1/4''-schroef4. aan-uitknopmodule
5. moederbord6. kabel van de aan-uitknopmodule
De aan-uitknopmodule verwijderen61
Page 62
De aan-uitknopmodule terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Geleid de kabel door de sleuf bovenop het chassis.
2. Lijn het schroefgat op de aan/uit-knopmodule uit met het schroefgat in het chassis.
3. Plaats de schroef terug waarmee de aan-uitknopmodule op het bovenchassis wordt bevestigd.
4. Plaats de kabel van de aan-uitknopmodule in de geleiders op het chassis.
5. Sluit de kabel van de aan-uitknopmodule aan op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
Vereisten achteraf
33
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de bovenkap terug.
3. Plaats het montagekader terug:
4. Plaats het optische station terug.
5. Plaats de rechterplaat terug.
62De aan-uitknopmodule terugplaatsen
Page 63
34
Het I/O-bovenpaneel verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Verwijder het montagekader.
3. Verwijder de bovenkap.
4. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Procedure
1. Koppel de kabels van het bovenste I/O-paneel los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Neem nota van het traject van de kabels van het I/O-paneel en verwijder ze uit de geleiders naast het moederbord op het chassis.
3. Verwijder de kabels door de sleuf aan de bovenzijde van het chassis.
Afbeelding 29. De kabels loskoppelen
1.
kabels I/O-paneel (2)2. geleider
Het I/O-bovenpaneel verwijderen63
Page 64
3. chassis4. beugel bovenste I/O-paneel
4. Verwijder de schroeven waarmee het bovenste I/O-paneel op het chassis is bevestigd.
5. Til het bovenste I/O-paneel uit het chassis.
Afbeelding 30. Het USB-paneel verwijderen
a. #6-32x1/4'' (4)
b. beugel bovenste I/O-paneel
c. chassis
64
Het I/O-bovenpaneel verwijderen
Page 65
Het I/O-bovenpaneel terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Lijn de schroefgaten op het I/O-bovenpaneel uit met de schroefgaten op het chassis.
2. Plaats de schroeven terug waarmee het I/O-bovenpaneel op het bovenchassis vastzit.
3. Leid de kabels van het I/O-paneel door de geleiders op het chassis.
4. Sluit de kabels van het I/O-bovenpaneel aan op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
Vereisten achteraf
1. Plaats de bovenkap terug.
2. Plaats het montagekader terug:
3. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
4. Plaats de rechterplaat terug.
35
Het I/O-bovenpaneel terugplaatsen65
Page 66
Verwijder ventilator en warmteafleider
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
OPMERKING: Tijdens normaal gebruik kan de warmteafleider heet worden. Laat de warmteafleider voldoende lang
afkoelen voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmeoverdracht
op de warmteafleider niet aan. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch vet verminderen.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
36
Procedure
1. Verwijder de schroeven waarmee de ventilator op de warmteafleider is bevestigd.
2. Verwijder de ventilator vanaf de warmteafleider en leg hem terzijde.
Afbeelding 31. Verwijder de ventilator
a. #6-32x1/4''-schroeven (3)
66Verwijder ventilator en warmteafleider
Page 67
b. ventilator
3. Maak in de juiste volgorde (aangegeven in de afbeelding hieronder) de geborgde schroeven los waarmee de warmteafvoer op het
moederbord is bevestigd.
4. Til de warmteafvoer van het moederbord.
Afbeelding 32. Verwijder de geborgde schroeven
a. warmteafleider
b. geborgde schroeven (4)
c. moederbord
5. Koppel de kabel van de ventilator los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
Verwijder ventilator en warmteafleider
67
Page 68
Afbeelding 33. De ventilatorkabel verwijderen
a. moederbord
b. ventilatorkabel
c. ventilator
68
Verwijder ventilator en warmteafleider
Page 69
Vervang de ventilator en de warmteafleider
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
WAARSCHUWING: Als de processor of de warmteafleider wordt teruggeplaatst, dient u het koelpasta te gebruiken die
in de kit wordt meegeleverd om ervoor te zorgen dat warmtegeleiding plaatsvindt.
OPMERKING: De oorspronkelijke koelpasta kan worden hergebruikt als de oorspronkelijke processor en warmteafleider
samen opnieuw worden geïnstalleerd.
1. Sluit de kabel van de ventilator aan op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Plaats de warmteafleider op de processor.
3. Lijn de borgschroef op de warmteafleider uit met de schroefgaten in het moederbord.
4. Draai in niet opeenvolgende volgorde de geborgde schroeven vast waarmee de warmteafleider op het moederbord is bevestigd.
5. Plaats de ventilator op de warmteafleider.
6. Lijn de schroefgaten op de ventilator uit met de schroefgaten in de warmteafleider.
7. Plaats de schroeven terug waarmee de ventilator op de warmteafleider is bevestigd.
37
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
Vervang de ventilator en de warmteafleider69
Page 70
De VR-warmteafleider verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
OPMERKING: Tijdens normaal gebruik kan de warmteafleider heet worden. Laat de warmteafleider voldoende lang
afkoelen voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmeoverdracht
op de warmteafleider niet aan. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch vet verminderen.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
3. Verwijder de ventilator en warmteafleider.
38
Procedure
1. Maak de geborgde schroeven los waarmee de VR-warmteafleider aan het moederbord is bevestigd.
2. Til de VR-warmteafleider van het moederbord.
Afbeelding 34. De VR-warmteafleider verwijderen
70De VR-warmteafleider verwijderen
Page 71
De VR-warmteafleider vervangen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Plaats de VR-warmteafleider op het moederbord en leg deze ermee gelijk.
2. Draai de borgschroeven vast waarmee de VR-warmteafleider op het moederbord wordt bevestigd.
Vereisten achteraf
1. Vervang de ventilator en de warmteafleider.
2. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
3. Plaats de rechterplaat terug.
39
De VR-warmteafleider vervangen71
Page 72
De processorventilator en warmteafleider
verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
OPMERKING: Tijdens normaal gebruik kan de warmteafleider heet worden. Laat de warmteafleider voldoende lang
afkoelen voordat u deze aanraakt.
WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmeoverdracht
op de warmteafleider niet aan. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch vet verminderen.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
40
Procedure
1. Koppel de kabel van de processorventilator los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Maak in de juiste volgorde (aangegeven in de afbeelding hieronder) de geborgde schroeven los waarmee de processorventilator en de
warmteafvoer op het moederbord zijn bevestigd.
3. Til de processorventilator en de warmteafleider weg van het moederbord.
72De processorventilator en warmteafleider verwijderen
Page 73
Afbeelding 35. De processorventilator en warmteafleider verwijderen
kabel van de processorventilator2. geborgde schroeven (4)
1.
3. processorventilator en warmteafleider4. moederbord
De processorventilator en warmteafleider verwijderen73
Page 74
De processorventilator en warmteafleider
terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
WAARSCHUWING: Als de processor of de warmteafleider wordt teruggeplaatst, dient u het koelpasta te gebruiken die
in de kit wordt meegeleverd om ervoor te zorgen dat warmtegeleiding plaatsvindt.
OPMERKING: De oorspronkelijke koelpasta kan worden hergebruikt als de oorspronkelijke processor en warmteafleider
samen opnieuw worden geïnstalleerd.
1. Plaats de processorventilator en warmteafleider over de processor.
2. Lijn de geborgde schroeven op de processorventilator en de warmteafleider uit met de schroefgaten in het moederbord.
3. Draai in een niet opeenvolgende volgorde de geborgde schroeven, waarmee de processorventilator en de warmteafleider op het
moederbord zijn bevestigd, vast.
4. Sluit de kabel van de processorventilator aan op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
41
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
74De processorventilator en warmteafleider terugplaatsen
Page 75
De chassisventilator verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
3. Verwijder de ventilator en warmteafleider. (indien geïnstalleerd)
4. Verwijder de VR-warmteafleider. (indien geïnstalleerd)
Procedure
1. Verwijder de kabel van de chassisventilator los van de geleiders op het chassis-bracket van de ventilator.
2. Koppel de kabel van de chassisventilator los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
3. Verwijder de schroef waarmee de chassisventilatorbeugel aan het chassis is bevestigd.
4. Schuif de chassisventilatoreenheid naar de voorzijde van de computer om de ventilator uit het chassis te halen.
5. Til de chassisventilatoreenheid uit het chassis.
42
Afbeelding 36. De chassisventilator verwijderen
1.
geleider2. Bracket van de chassisventilator
3. #6-32x1/4''-schroef4. chassis
De chassisventilator verwijderen75
Page 76
5. kabel van de chassisventilator6. moederbord
7. chassisventilator
6. Druk op de rubberen dichtingsringen door de openingen in elke hoek van de ventilator om de chassisventilator uit de beugel.
7. Til de chassisventilator uit de bracket van de chassisventilator.
Afbeelding 37. De chassisventilator verwijderen
a. Chassis-ventilator
b. Bracket van de chassisventilator
76
De chassisventilator verwijderen
Page 77
De chassisventilator terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Lijn de schroefgaten in de chassisventilator uit met de rubberen dichtingsringen op het chassis-bracket van de ventilator.
OPMERKING: Lijn de richting van de chassisventilatorbeugel uit zoals aangegeven op de beugel om ervoor te zorgen
dat de chassisventilator is bevestigd aan de computer.
2. Steek de uiteinden van de rubberen dichtingsringen door de openingen in elke hoek van de ventilator.
3. Lijn de dichtingsringen in de ventilator uit met de schroefgaten op elke hoek van de chassisventilator houder en trek totdat ze
vastklikken.
4. Leid de chassisventilatorkabel door de geleiders op de bracket.
5. Lijn de lipjes op de chassisventilatorbeugel uit met de sleuven op het chassis en schuif de ventilator in de juiste positie.
6. Lijn het schroefgat op de chassisventilatorbeugel uit met het schroefgat in het chassis.
7. Plaats de schroef terug waarmee de chassisventilatorbeugel aan het chassis wordt bevestigd.
8. Leid de chassisventilatorkabel door de geleiders op de bracket.
9. Sluit de kabel van de chassisventilator aan op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
43
Vereisten achteraf
1. Plaats de VR-warmteafleider terug. (indien geïnstalleerd)
2. Vervang de ventilator en de warmteafleider. (indien geïnstalleerd)
3. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
4. Plaats de rechterplaat terug.
De chassisventilator terugplaatsen77
Page 78
De processor verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
3. Verwijder de processorventilator en warmteafleider.
4. Verwijder de ventilator en warmteafleider. (indien geïnstalleerd)
Procedure
1. Druk de ontgrendelingshendel omlaag en trek hem vervolgens naar buiten om hem uit het bevestigingslipje te verwijderen.
2. Trek de ontgrendelingshendel van de processor helemaal uit om het afdekplaatje van de processor te openen.
3. Til de processor voorzichtig omhoog uit de houder.
3. afdekplaatje van processor4. houder voor processor
5. processor
De processor verwijderen79
Page 80
De processor terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Als u de processor of de warmteafleider vervangt, gebruikt u het meegeleverde thermische
smeermiddel om ervoor te zorgen dat de warmte wordt afgevoerd.
OPMERKING: Een nieuwe processor wordt geleverd met een thermische mat. In sommige gevallen is het thermische
blokje bij verzending al op de processor bevestigd.
Procedure
1. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel op de processorhouder volledig in de open positie staat.
WAARSCHUWING:
pin-1-hoek van de processorhouder. Als de processor op juiste wijze is geplaatst, bevinden alle vier de hoeken zich op
dezelfde hoogte. Als één of meer hoeken van de processor hoger is dan de andere hoeken, dan is de processor niet op
juiste wijze geïnstalleerd.
De pin-1-hoek van de processor heeft een driehoek die overeenstemt met de driehoek op de
45
2. Houd de pin-1-hoek van de processor boven de pin-1-hoek van de houder en plaats de processor vervolgens in de houder.
3. Wanneer de processor goed op zijn plek zit, sluit u de processorkap.
4. Draai de vergrendelingshendel omlaag en plaats hem onder de uitsparing in het afdekplaatje van de processor.
80De processor terugplaatsen
Page 81
Afbeelding 39. Processor terugplaatsen
houder voor processor2. processor
1.
3. bevestigingslipje4. afdekplaatje van processor
5. vergrendelingshendel
Vereisten achteraf
1. Vervang de ventilator en de warmteafleider. (indien geïnstalleerd)
2. Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug.
3. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
4. Plaats de rechterplaat terug.
De processor terugplaatsen
81
Page 82
De draadloze kaart verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Procedure
1. Lokaliseer de sleuf van de draadloze kaart op het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Verwijder de schroef waarmee de beugel van de draadloze kaart is bevestigd op de draadloze kaart en het moederbord.
3. Verwijder de beugel van de draadloze kaart en koppel de antennekabels los van de draadloze kaart.
4. Schuif en til de draadloze kaart weg van het moederbord.
46
Afbeelding 40. De draadloze kaart verwijderen
1.
M2x2.5-schroef2. beugel van de draadloze kaart
3. antennekabels (2)4. moederbord
5. sleuf van de draadloze kaart6. draadloze kaart
82De draadloze kaart verwijderen
Page 83
De draadloze kaart vervangen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
WAARSCHUWING: Plaats geen kabels onder de draadloze kaart om beschadigingen aan de kaart te voorkomen.
1. Lijn de inkeping op de draadloze kaart uit met het lipje op de sleuf van de draadloze kaart.
2. Steek de draadloze kaart schuin in de sleuf van de draadloze kaart.
3. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart.
In de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabels voor de draadloze kaart die door uw computer wordt
ondersteund.
Tabel 3. Kleurschema antennekabels
47
Connectoren op de draadloze kaartKleur van de antennekabel
Hoofd (witte driehoek)Wit
Hulp (zwarte driehoek)Zwart
4. Lijn het schroefgat op de beugel van de draadloze kaart uit met het schroefgat op de draadloze kaart en het moederbord.
5. Plaats de schroef terug waarmee de beugel van de draadloze kaart wordt bevestigd aan de draadloze kaart en het moederbord.
Afbeelding 41. De draadloze kaart vervangen
1.
draadloze kaart2. inkeping (2)
3. lipje4. moederbord
5. draadloze kaartsleuf6. beugel draadloze kaart
De draadloze kaart vervangen83
Page 84
7. antennekabels8. M2x2.5-schroef
Vereisten achteraf
1. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
2. Plaats de rechterplaat terug.
84De draadloze kaart vervangen
Page 85
De antennes verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
3. Verwijder de bovenkap.
4. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 4 in “De draadloze kaart verwijderen”.
Procedure
1. Open de borgklem waarmee de antennekabel op het chassis bevestigd is.
2. Verwijder de kabels uit de geleider via de sleuf bovenop het chassis.
3. Noteer hoe de antennekabels lopen en verwijder de antennekabels uit de geleiders op het chassis.
48
Afbeelding 42. De antennekabels ontkoppelen
1.
antennekabel2. borgklem
3. chassis4. geleider
De antennes verwijderen85
Page 86
4. Wrik de antenne met een plastic pennetje uit het chassis.
Afbeelding 43. De antenne verwijderen
plastic pennetje2. antenne (2)
1.
3. geleider4. chassis
5. antennekabels
86De antennes verwijderen
Page 87
De antennes terugplaatsen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Procedure
1. Maak de antenne vast aan het chassis.
2. Geleid de antennekabels door de sleuf bovenop het chassis.
3. Leid de antennekabels door de geleiders op het chassis.
4. Maak de antennekabels vast op het chassis met behulp van de bevestigingsklem.
Vereisten achteraf
1. Volg de stappen 3, 4 en 5 onder “Vervang de draadloze kaart”.
2. Plaats de bovenkap terug.
3. Volg de stappen 9 en 10 onder “Vervang de voedingseenheid”.
4. Plaats de afdekplaat rechts terug.
49
De antennes terugplaatsen87
Page 88
Het moederbord verwijderen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
OPMERKING: Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord. U moet het serviceplaatje invoeren
in het BIOS-setupprogramma als u het moederbord hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer het moederbord wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS
met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen
nadat u het moederbord hebt vervangen.
OPMERKING: Noteer, voordat u de kabels losmaakt van het moederbord, de locatie van de connectoren zodat u de
kabels correct opnieuw kunt aansluiten nadat u het moederbord hebt teruggeplaatst.
Vereisten
50
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1 en 2 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
3. Verwijder de geheugenmodules.
4. Verwijder de grafische kaart.
5. Verwijder het vaste-toestandstation.
6. Verwijder de draadloze kaart.
7. Verwijder de processorventilator en warmteafleider.
8. Verwijder de processor.
Procedure
1. Koppel alle kabels los van het moederbord.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Let op hoe de kabels lopen en verwijder de kabels uit de geleiders.
3. Verwijder de schroeven waarmee het moederbord aan het chassis vastzit.
4. Til het moederbord onder een hoek omhoog en verwijder het uit de computer.
88Het moederbord verwijderen
Page 89
Afbeelding 44. Het moederbord verwijderen
a. moederbord
b. #6-32x1/4''-schroeven (8)
c. chassis
Het moederbord verwijderen
89
Page 90
Het moederbord vervangen
OPMERKING: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
OPMERKING: Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord. U moet het serviceplaatje invoeren
in het BIOS-setupprogramma als u het moederbord hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer het moederbord wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS
met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen
nadat u het moederbord hebt vervangen.
Procedure
1. Schuif de I/O-poorten op het moederbord in de sleuven op het chassis en lijn de schroefgaten van het moederbord uit met de
schroefgaten van het chassis.
2. Plaats de schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
3. Plaats de kabels die u van het moederbord hebt losgekoppeld en sluit deze aan.
Ga voor meer informatie naar "Onderdelen van het moederbord".
51
Vereisten achteraf
1. Plaats de processor terug.
2. Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug.
3. Plaats de draadloze kaart terug.
4. Plaats het vaste-toestandstation terug.
5. Plaats de grafische kaart terug.
6. Plaats de geheugenmodules terug.
7. Volg de procedure van stap 9 tot en met stap 10 in "Terugplaatsen van de voedingseenheid".
8. Plaats de rechterplaat terug.
90Het moederbord vervangen
Page 91
52
Stuurprogramma's downloaden
Het audio-stuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik of tik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik of tik op Submit (Verzenden).
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
bladeren voor uw model computer.
4. Klik of tik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scrol naar beneden op de pagina en vouw Audio (Audio) uit.
6. Klik of tik opDownload (Downloaden) om het audio-stuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het audio-stuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik of tik twee keer op het pictogram van het bestand met het audio-stuurprogramma en volg de instructies op het scherm om
het stuurprogramma te installeren.
Het grafische stuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik of tik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik of tik op Submit (Verzenden).
OPMERKING:
bladeren voor uw model computer.
4. Klik of tik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scrol naar beneden op de pagina en vouw Video (Video) uit.
6. Klik of tik op Download (Downloaden) om het grafische stuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het grafische stuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik of tik twee keer op het pictogram van het bestand met het grafische stuurprogramma en volg de instructies op het scherm.
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
Het USB 3.0-stuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik of tik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik of tik op Submit (Verzenden).
OPMERKING:
bladeren voor uw model computer.
4. Klik of tik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scrol naar beneden op de pagina en vouw Chipset (Chipset) uit.
6. Klik of tik op Download (Downloaden) om het USB 3.0-stuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het USB 3.0-stuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik of tik twee keer op het pictogram van het bestand met het stuurprogramma en volg de instructies op het scherm.
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
Het Wi-Fi-stuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
Stuurprogramma's downloaden91
Page 92
3. Klik of tik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik of tik op Submit (Verzenden).
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
bladeren voor uw model computer.
4. Klik of tik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scroll naar beneden op de pagina en vouw Network (Netwerk) uit.
6. Klik of tik op Download (Downloaden) om het Wi-Fi-stuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het Wi-Fi-stuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik of tik twee keer op het pictogram van het bestand met het stuurprogramma en volg de instructies op het scherm om het
stuurprogramma te installeren.
Het stuurprogramma van de mediakaartlezer
downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Product support (productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (verzenden).
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
bladeren voor uw model computer.
4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scrol naar beneden op de pagina en vouw Chipset uit.
6. Klik op Download (downloaden) om het stuurprogramma voor de mediakaartlezer voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het stuurprogramma voor de kaartlezer heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met de driver voor de kaartlezer en volg de instructies op het scherm.
Het chipset-stuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik of tik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik of tik op Submit (Verzenden).
OPMERKING:
bladeren voor uw model computer.
4. Klik of tik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scrol naar beneden op de pagina en vouw Chipset (Chipset) uit.
6. Klik of tik op Download (Downloaden) om het chipset-stuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het chipset-stuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik of tik twee keer op het pictogram van het bestand met het chipset-stuurprogramma en volg de instructies op het scherm.
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
Het netwerkstuurprogramma downloaden
1. Zet de computer aan.
2. Ga naar www.dell.com/support.
3. Klik op Product support (Productondersteuning), voer de servicetag van uw computer in en klik op Submit (Verzenden).
OPMERKING:
bladeren voor uw model computer.
4. Klik op Drivers & downloads (Stuurprogramma's en downloads) > Find it myself (Ik vind het zelf).
5. Scroll naar beneden op de pagina en vouw Network (Netwerk) uit.
6. Klik op Download (Downloaden) om het netwerkstuurprogramma voor uw computer te downloaden.
7. Sla het bestand op en ga na het downloaden naar de map waar u het bestand van het netwerkstuurprogramma heeft opgeslagen.
8. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het netwerkstuurprogramma en volg de instructies op het scherm.
Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie automatisch detecteren of handmatig
92
Stuurprogramma's downloaden
Page 93
53
Systeemsetup
OPMERKING: Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte
worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Opstartvolgorde
Via Boot Sequence kunnen gebruikers de door System Setup gedefinieerde volgorde van het opstartapparaat omzeilen en direct op een
specifiek apparaat opstarten (bijvoorbeeld een optische schijf of harde schijf). Tijdens de Power-on Self Test (POST) zodra het Dell-logo
verschijnt.
•System Setup openen door op de F2-toets te drukken;
•het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken.
In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het
opstartmenu zijn:
•Verwijderbare schijf (mits beschikbaar)
•STXXXX schijf
OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
•Optische schijf (mits beschikbaar)
•SATA harde schijf (indien beschikbaar)
•Diagnostiek
OPMERKING:
diagnostiek) geopend.
Na het selecteren van Diagnostics (Diagnostiek) wordt het scherm ePSA diagnostics (ePSA-
In het scherm voor de opstartvolgorde wordt ook de optie weergegeven voor het openen van het scherm systeeminstallatie.
Navigatietoetsen
OPMERKING:
opgeslagen, maar pas worden geëffectueerd nadat het systeem opnieuw is opgestart.
ToetsenNavigatie
Pijl OmhoogGaat naar het vorige veld.
Pijl OmlaagGaat naar het volgende veld.
EnterHiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de link in het veld volgen.
SpatiebalkVergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, mits van toepassing.
TabGaat naar het focusveld.
EscGaat naar de vorige pagina totdat u het hoofdscherm bekijkt. Esc te drukken in het hoofdscherm geeft een
Voor de meeste System Setup-opties geldt dat de door u aangebrachte wijzigingen wel worden
OPMERKING: Alleen voor de standaard grafische browser.
melding om de niet opgeslagen wijzigingen op te slaan en het systeem opnieuw.
BIOS-overzicht
De BIOS beheert de gegevensstroom tussen het besturingssysteem van de computer en de aangesloten apparaten, zoals de harde schijf,
video-adapter, toetsenbord, muis en printer.
Systeemsetup93
Page 94
BIOS-setup-programma openen
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw.
2. Wacht tijdens POST, wanneer het logo van DELL wordt weergegeven, totdat de F2-melding verschijnt en druk daarna meteen op F2.
OPMERKING: De F2-prompt duidt erop dat het toetsenbord is geïnitialiseerd. Deze melding kan zeer snel
verschijnen. Let dus goed op en druk direct op F2 zodra de melding verschijnt. Als u op F2 drukt voordat de F2-
prompt wordt weergegeven, wordt deze toetsaanslag niet geregistreerd. Als u te lang wacht en het logo van het
besturingssysteem verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van het besturingssysteem wordt
weergegeven. Zet de computer vervolgens uit en probeer het opnieuw.
Opties voor Systeeminstallatie
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte
worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Tabel 4. Opties voor System Setup—Hoofdmenu
Hoofdtabblad
System DateGeeft de huidige systeemdatum weer in de indeling mm:dd:jjjj
System TimeGeeft de huidige tijd weer in de indeling uu:mm:ss.
BIOS Information
BIOS VersionGeeft het versienummer van de BIOS weer.
Product Information
Product NameToont de productnaam.
Service TagHier kunt u de servicetag van uw computer invoeren.
Asset TagDit toont de asset tag van uw computer.
Memory Information (Geheugengegevens)
System MemoryDit toont het totale geïnstalleerde computergeheugen.
Memory SpeedDit toont de geheugensnelheid.
CPU Information
Processor TypeToont het type processor.
Processor IDToont de identificatiecode van de processor.
CPU SpeedGeeft de snelheid van de processor weer.
Cache L1Hiermee wordt de L1 cache-grootte van de processor
weergegeven.
Cache L2Dit toont de L2 cache-grootte van de processor.
Cache L3Dit toont de L3 cache-grootte van de processor.
Tabel 5. Opties voor System Setup—Advanced (Geavanceerd) menu
Advanced
Advanced BIOS Features
Intel SpeedStep TechnologyHiermee kunt u de Intel SpeedStep-technologie in- of uitschakelen.
Standaard: Enabled (Ingeschakeld).
OPMERKING: Wanneer deze optie geactiveerd is, worden
de kloksnelheid en kernspanning dynamisch aangepast
aan de belasting van de processor.
94Systeemsetup
Page 95
Tabel 5. Opties voor System Setup—Advanced (Geavanceerd) menu (vervolg)
Advanced
Intel Virtualization TechnologyHiermee kan de functie Intel Virtualization Technologie voor de
processor geactiveerd of gedeactiveerd worden.
VT for Direct I/OHiermee kan de functie Intel Virtualization Technology voor de
Direct I/O geactiveerd of gedeactiveerd worden.
SATA OperationHiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA
harde schijf controller configureren.
Intel Ready Mode TechnologyHiermee kan de technologie Intel Ready Mode geactiveerd of
gedeactiveerd worden.
Intel Software Guard ExtensionsStelt u in staat de extensies van Intel Software Guard te activeren
of te deactiveren.
BIOS Recovery from Hard DriveHiermee kan het herstel van de BIOS vanaf de harde schijf
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
USB Configuration
Front USB PortsHiermee kunnen de voorste USB-poorten geactiveerd of
gedeactiveerd worden.
Rear USB PortsHiermee kunnen de achterste USB-poorten geactiveerd of
gedeactiveerd worden.
Power Options
Numlock KeyHiermee kunt u de status van de Num Lock-toets tijdens het
opstarten op On of Off instellen.
Wake Up by Integrated LANHiermee kan de computer wordt ingeschakeld door middel van
speciale LAN-signalen.
AC RecoveryBepaalt welke acties door de computer worden uitgevoerd bij het
herstellen van de voeding.
Deep Sleep ControlHiermee kunt u de besturingen definiëren wanneer Deep Sleep
(Diepe slaap) is ingeschakeld.
USB Wake Support (S3)Hiermee kunt u instellen of de USB-apparaten de computer uit de
stand-bystand mogen ontwaken.
USB PowerShare (S4/S5)Hiermee is het mogelijk externe apparaten op te laden.
USB PowerShare Wake Support (S4/S5)Hiermee kunt u instellen of de USB-apparaten de computer uit de
S4/S5 mogen ontwaken.
Auto Power On
Auto Power On ModeHiermee kunt u de computer zo instellen dat hij elke dag of op een
vooraf geselecteerde datum wordt ingeschakeld. Deze optie kan
alleen worden geconfigureerd als de modus Auto Power On
(Automatisch inschakelen) is ingesteld op Enabled - Everyday (Elke
dag inschakelen) of Selected Day (Geselecteerde dag).
Auto Power On DateHiermee kunt u de datum instellen waarop de computer
automatisch moet worden ingeschakeld. Deze optie kan alleen
worden geconfigureerd als de modus Auto Power On (Automatisch
inschakelen) is ingesteld op Enabled 1 tot en met 31.
Auto Power On TimeHiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch
moet worden ingeschakeld. Deze optie kan alleen worden
geconfigureerd als de modus Auto Power On (Automatisch
inschakelen) is ingesteld op Enabled uu:mm:ss.
Performance Options
Overclocking Feature
Systeemsetup95
Page 96
Tabel 5. Opties voor System Setup—Advanced (Geavanceerd) menu (vervolg)
Advanced
Core Over Clocking LevelHiermee kan geactiveerd of gedeactiveerd worden of de processor
de flex ratio en de spanning in een turbomodusomgeving moet
aanpassen.
Core Ratio Limit OverrideHiermee kunt u de limiet voor de core ratio instellen.
Single CoreHiermee selecteert u single-core of meerdere cores.
Core Voltage ModeHiermee kunt u kiezen tussen adaptieve en overtreffende
spanningsmodi.
Core Voltage OffsetHiermee kan de overtreffingswaarde van de kernspanning worden
ingesteld.
Long Duration PWR LimitHiermee kan de vermogenslimiet voor de turbomodus worden
ingesteld.
Short Duration PWR Limit OptionsHiermee kan de vermogenslimiet voor de turbomodus worden
ingesteld.
SupportAssist System Resolution
Auto OS Recovery ThresholdHiermee kunt u automatisch opstarten voor SupportAssist System
Resolution Console en voor de Dell OS Recovery-tool
ondersteunen.
SupportAssist OS RecoveryHiermee kunt u de opstartprocedure voor de tool SupportAssist OS
Recovery in- of uitschakelen bij bepaalde systeemfouten.
Tabel 6. Opties voor System Setup - menu Security
Security (Beveiliging)
Admin Password StatusGeeft weer of het beheerderswachtwoord is ingesteld.
System Password StatusGeeft aan of het systeemwachtwoord is ingesteld.
HDD Password Status
Admin PasswordToont het beheerderswachtwoord.
System PasswordToont het systeemwachtwoord.
HDD Password
Firmware TPM
Geeft aan of het wachtwoord van de harde schijf is ingesteld.
Toont het wachtwoord van de vaste schijf.
Toont de TPM-firmware.
Tabel 7. Opties voor System Setup—Boot menu
Boot
Boot List OptionToont de beschikbare opstartapparaten.
File Browser Add Boot OptionHiermee kunt u het opstartpad in de lijst opstartopties instellen.
File Browser Del Boot OptionHiermee kunt u het opstartpad van de lijst opstartopties wissen.
Secure Boot ControlHiermee kunt u de bediening veilige opstart activeren of
deactiveren.
Load Legacy OPROM
Hiermee kunt u de Legacy Optie ROM activeren of deactiveren.
Boot Option PrioritiesToont de beschikbare opstartapparaten.
Boot Option #1Toont het eerste opstartapparaat. Standaard: UEFI: Windows
Boot Manager.
Boot Option #2
96Systeemsetup
Toont het tweede opstartapparaat. Standaard: Onboard NICapparaat.
Page 97
Tabel 7. Opties voor System Setup—Boot menu (vervolg)
Boot
Boot Option #3Geeft het derde opstartapparaat weer. Standaard: Onboard
NIC-apparaat.
Tabel 8. Opties voor System Setup—Exit menu (Menu afsluiten)
Save & Exit
Save Changes and ResetHiermee kunt u de system setup afsluiten en uw .wijzigingen
opslaan.
Discard Changes and ResetHiermee kunt u de system setup afsluiten en vorige instellingen
laden voor alle system setup-opties
Restore DefaultsHiermee kunt u de standaardwaarden laden voor alle system
setup-opties.
Discard ChangesHiermee kunt u uw wijzigingen afsluiten.
Save ChangesHiermee kunt u uw wijzigingen opslaan.
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 9. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoordBeschrijving
System Password (Systeemwachtwoord)Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
InstallatiewachtwoordWachtwoord dat moet worden ingevuld voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de gegevens in uw computer.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld
wordt achtergelaten.
OPMERKING: De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een wachtwoord voor de systeeminstallatie toewijzen
U kunt alleen een nieuw Systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set (Niet ingesteld) staat.
Druk voor het openen van System setup na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer meteen op F2.
1. Selecteer in het scherm System BIOS (Systeem BIOS) of System Setup (Systeeminstallatie) de optie Security (Beveiliging)
en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeem/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord in het veld Enter the new password (Voer het nieuwewachtwoord in).
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
•Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
•Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
•Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
•Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
Systeemsetup
97
Page 98
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen
of wijzigen
Zorg dat de Password Status (Wachtwoordstatus) ontgrendeld is (in de systeemconfiguratie) voor u probeert om het bestaande
systeem- of installatiewachtwoord te verwijderen of te wijzigen. U kunt een bestaand systeem- of installatiewachtwoord niet verwijderen
of wijzigen als de Password Status (Wachtwoordstatus) is vergrendeld.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de System Setup te gaan.
1. Selecteer System Security (Systeembeveiliging) in het scherm System BIOS (Systeem BIOS), of System Setup(Systeeminstallatie) en druk op Enter.
Het scherm System Security (Systeembeveiliging) wordt geopend.
2. Controleer in het scherm System Security (Systeembeveiliging) of Password Status (Wachtwoordstatus) op Unlocked(Ontgrendeld) staat.
3. Selecteer System Password (Systeemwachtwoord), wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of
Tab.
4. Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of
Tab.
OPMERKING: Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord in wanneer
hierom wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, bevestigt u het verwijderen
wanneer hierom wordt gevraagd.
5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
De computer wordt opnieuw opgestart.
CMOS-instellingen wissen
OPMERKING:
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1, 2 en 3 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Procedure
1. Zoek naar de CMOS-resetjumper (CMCLR) op het moederbord.
OPMERKING: Ga voor meer informatie over de locatie van de CMOS-jumper naar "Onderdelen van het moederbord".
2. Verwijder de voedingskabel.
3. Verwijder de jumperplug van de wachtwoordjumperpinnen (PSWD) en sluit deze aan op de CMOS-jumperpinnen.
4. Wacht 5 seconden en plaats vervolgens de jumperplug terug op de wachtwoordjumperpin (PSWD).
Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
98
Systeemsetup
Page 99
Afbeelding 45. CMOS wissen
a. jumperplug
b. jumperpinnen CMOS
c. wachtwoordjumperpinnen (PSWD)
Vereisten achteraf
1. Plaats de afdekplaat rechts terug.
2. Volg de stappen 9 en 10 onder “Vervang de voedingseenheid”.
Vergeten wachtwoorden wissen
OPMERKING:
computer uitvoert en volg de stappen in Voordat u in de computer gaat werken. Na het werken binnen uw computer
volgt u de instructies in nadat u in uw computer heeft gewerkt. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen
procedures op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de
Vereisten
1. Verwijder de afdekplaat rechts.
2. Volg de stappen 1, 2 en 3 onder “Verwijder de voedingseenheid”.
Systeemsetup
99
Page 100
Procedure
1. Zoek naar de wachtwoordresetjumper (PSWD) op het moederbord.
OPMERKING: Ga voor meer informatie over de locatie van de wachtwoordresetjumper naar “Onderdelen van het
moederbord”.
2. Verwijder de jumperplug van de wachtwoordjumperpinnen.
Afbeelding 46. De jumperplug verwijderen
a. jumperplug
3. Schakel in zonder de jumperplug om het wachtwoord te wissen.
4. Wacht tot de desktop is geladen, schakel het systeem vervolgens uit en plaats de jumperplug terug op zijn oorspronkelijke locatie.
100
Systeemsetup
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.