Dell XPS 8300 Service Manual [nl]

Page 1
Dell™ XPS™ 8300
Onderhoudshandleiding
Model: D03M-serie Type: D03M001
Page 2
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar­kennisgevingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter
gebruik van de computer.
WAARSCHUWINGEN: EEN WAARSCHUWINGEN duidt potentiële schade aan
hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: GEVAAR duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of overlijden.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dell™, het DELL-logo en XPS™ zijn handelsmerken van Dell Inc.; zijn handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen; Bluetooth® is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie door Dell Inc. gebruikt.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Wettelijk model: D03M-serie Wettelijk type: D03M004
December 2010 Rev. A00
Microsoft®, Windows®, en het logo op de startknop van Windows
Page 3

Inhoud

1 Technisch overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De binnenkant van uw computer . . . . . . . . . . . . . 9
Moederbordcomponenten
. . . . . . . . . . . . . . . 10
2 Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Aanbevolen hulpmiddelen
Uw computer uitschakelen
Veiligheidsinstructies
. . . . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3 Computerkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De computerkap verwijderen . . . . . . . . . . . . . 17
De computerbehuizing terugplaatsen
. . . . . . . . . 18
4 Geheugenmodule(s) . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De geheugenmodule(s) verwijderen . . . . . . . . . . 21
De geheugenmodule(s) terugplaatsen
. . . . . . . . . 22
5 Montagekader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het montagekader verwijderen . . . . . . . . . . . . . 27
Inhoud 3
Page 4
Het montagekader terugplaatsen . . . . . . . . . . . . 29
6 Beugel voor de grafische kaart . . . . . . . 31
De beugel voor de grafische kaart verwijderen . . . . 31
De beugel voor de grafische kaart terugplaatsen
. . . 32
7 Draadloze minikaart . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 34
De minikaart vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 35
8 PCI Express-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De kaartbevestigingsbeugel verwijderen . . . . . . . 37
De kaartbevestigingsbeugel terugplaatsen
De PCI Express-kaarten verwijderen
PCI Express-kaarten terugplaatsen
. . . . . . 38
. . . . . . . . . . 39
. . . . . . . . . . . 41
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express-kaart
. . . . . . . . . 42
9 Vaste schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
4 Inhoud
Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
De primaire vaste schijf verwijderen
De kooi van de vaste schijf verwijderen
De secundaire vaste schijf verwijderen
De secundaire vaste schijf terugplaatsen
De stationkooi terugplaatsen
. . . . . . . . 45
. . . . . . 47
. . . . . . 48
. . . . . 49
. . . . . . . . . . . . 50
Page 5
De primaire vaste schijf terugplaatsen . . . . . . 50
Optisch station
Het optisch station verwijderen
Het optische station terugplaatsen
Mediakaartlezer
De mediakaartlezer verwijderen
De mediakaartleesapparaat terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
. . . . . . . . . . 51
. . . . . . . . 52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
. . . . . . . . . . 55
. . . . 57
10 Kap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De kap verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De kap terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
11 I/O-bovenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Het I/O-bovenpaneel verwijderen . . . . . . . . . . . 63
Het I/O-bovenpaneel terugplaatsen
. . . . . . . . . . 65
12 USB-voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Het USB-voorpaneel verwijderen . . . . . . . . . . . 67
Het USB-voorpaneel terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 69
13 Bluetooth-module . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
De Bluetooth-module verwijderen . . . . . . . . . . . 71
De Bluetooth-module terugplaatsen
. . . . . . . . . . 73
Inhoud 5
Page 6
14 Aan-uitknopmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De aan-uitknopmodule verwijderen . . . . . . . . . . 75
De aan-uitknopmodule terugplaatsen
. . . . . . . . . 77
15 Ventilatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Chassisventilator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De chassisventilator verwijderen
De chassisventilator vervangen
processorventilator/warmteafleider
De processorventilator/warmteafleider vervangen
De processorventilator en warmteafleiding terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
. . . . . . . . . 79
. . . . . . . . . . 80
. . . . . . . . . . 81
16 Processor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De processor verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De processor terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 87
17 Knoopcelbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
18 Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
6 Inhoud
De knoopcelbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . 91
De knoopcelbatterij terugplaatsen
De voedingseenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . 95
. . . . . . . . . . . 92
Page 7
De voeding terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 97
19 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 99
Het moederbord terugplaatsen
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
. . . . . . . . . . . . . 101
. . . . . . . . 103
20 Hulpprogramma voor
systeeminstellingen
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Hulpprogramma voor systeeminstellingen starten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
System Setup-opties
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Vergeten wachtwoorden wissen
CMOS-wachtwoorden wissen . . . . . . . . . . . . . 117
105
. . . . . . . . . . . . . . . . 106
. . . . . . . . . 113
. . . . . . . . . . . . 115
21 Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Inhoud 7
Page 8
8 Inhoud
Page 9

Technisch overzicht

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De binnenkant van uw computer

1
2
9
8
7
3
4
5
6
Technisch overzicht 9
Page 10
1 montagekader vooraan 2 primaire vaste schijf
3 beugel grafische kaart (optioneel) 4 secundaire vaste schijf
5 moederbord 6 kaartbevestigingsklem
7 voeding 8 primaire optische schijf
9 secundair optisch station

Moederbordcomponenten

1
27
26
25
24
23
22
2 3
6
4
7
5
8
9
10
11
12
10 Technisch overzicht
18
192021
15
16
17
13
14
Page 11
1 voedingsconnector (PWR2) 2 processorsocket
3 connector processorventilator
(CPU_FAN)
5 aansluiting geheugenmodule
(DIMM1)
7 aansluiting geheugenmodule
(DIMM2)
9 wachtwoordresetjumper (PSWD) 10 CMOS reset jumper (RTCRST)
11 connector SATA-station (SATA 0) 12
13 connector SATA-station (SATA 1) 14
15 connector SATA-station (SATA 2) 16 USB-connector voorpaneel
17 connector SATA-station (SATA 3) 18 batterijhouder (BATTERY)
19 USB-connector voorpaneel
(F_USB2)
21 audioaansluiting voorpaneel
(F_AUDIO1)
23 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_2)
25 PCI Express x16 kaartsleuf
(PCI-EX16_1)
27 connector chassisventilator
(SYS_FAN 1)
4 aansluiting geheugenmodule
(DIMM3)
6 connector voor geheugenmodule
(DIMM4)
8 hoofdvoedingsaansluiting
(PWR1)
aansluiting voor de aan-uitknop (F_PANEL)
USB-connector voorpaneel (F_USB1)
(F_USB3)
20 USB-connector voorpaneel
(F_USB4)
22 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_3)
24 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_1)
26 Mini-Card-sleuf
(PCIE_MINICARD)
Technisch overzicht 11
Page 12
12 Technisch overzicht
Page 13

Voordat u begint

In deze handleiding vindt u procedures voor het installeren en verwijderen van computeronderdelen. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure uitgegaan van de volgende condities:
U hebt de stappen in "Uw computer uitschakelen" op pagina 13 en "Veiligheidsinstructies" op pagina 14 uitgevoerd.
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd
U kunt componenten vervangen of, wanneer u deze los hebt aangeschaft, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.

Technische specificaties

Zie de installatiehandleiding op support.dell.com/manuals voor informatie over technische specificaties van uw computer.

Aanbevolen hulpmiddelen

Voor de procedures die in deze handleiding worden beschreven hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
Kleine kruiskopschroevendraaier
•Plastic pennetje
Updateprogramma voor BIOS beschikbaar op
.
support.dell.com

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in
geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Sla geopende bestanden op en sluit deze en eventueel geopende programma's af.
Voordat u begint 13
Page 14
2
U sluit het besturingssysteem af door op
Afsluiten
3
Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch
te klikken.
Start
en vervolgens op
wordt uitgeschakeld nadat u het besturingssysteem uitschakelt, houdt u de aan-uitknop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld.

Veiligheidsinstructies

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of aan het treklipje
te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpennen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de
volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerbehuizing bekrast raakt.
2
Schakel de computer (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 13) en alle op de computer aangesloten apparaten uit.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u
eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
14 Voordat u begint
Page 15
3
Verwijder alle stekkers van telefoonsnoeren en netwerkkabels uit de computer.
4
Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5
Koppel alle op de computer aangesloten apparaten los van de computer.
6
Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
7
Houd de aan-uitknop ingedrukt om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWINGEN: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard
door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Voordat u begint 15
Page 16
16 Voordat u begint
Page 17

Computerkap

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende
ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap verwijdert.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het
bureaublad aanwezig is voor de computer en de verwijderde computerkap.

De computerkap verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
3
Verwijder de vingerschroef waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd, desgewenst met behulp van een schroevendraaier.
4
Maak de computerkap los door deze naar de voorkant van de computer te schuiven.
5
Neem de kap van de computer en leg deze op een veilige plaats.
Computerkap 17
Page 18
1
2
1 vingerschroef 2 computerkap

De computerbehuizing terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Sluit alle kabels aan en haal ze uit de weg.
3
Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
4
Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven langs de zijkant van het chassis.
5
Druk de computerkap naar beneden en schuif hem in de richting van de voorzijde van de computer.
6
Plaats de vingerschroef terug waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd.
18 Computerkap
Page 19
1
1 vingerschroef 2 sleuven
3 computerkap
7
Zet de computer weer rechtop neer.
3
2
Computerkap 19
Page 20
20 Computerkap
Page 21

Geheugenmodule(s)

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De geheugenmodule(s) verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Zoek de geheugenmodules op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
Geheugenmodule(s) 21
Page 22
2
1
1 geheugenmoduleconnector 2 borgklem
5
Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u deze voorzichtig heen en weer te bewegen om deze van de aansluiting los te maken.

De geheugenmodule(s) terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Installeer geen ECC- of DDR3U-geheugenmodules.
WAARSCHUWINGEN: Als u de originele geheugenmodule(s) tijdens een
geheugenupgrade uit de computer verwijderd, moet u deze uit de buurt van eventuele nieuwe module(s) houden, zelfs als u de nieuwe module(s) bij Dell hebt gekocht. Combineer een originele geheugenmodule, indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Anders start uw computer mogelijk niet goed op. De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn: een gemengd paar geheugenmodules in DIMM-aansluitingen 1 en 2 en een ander een gemengd paar geheugenmodules in DIMM-aansluitingen 3 en 4.
22 Geheugenmodule(s)
Page 23
2
1
1 een gemengd paar
geheugenmodules in DIMM­aansluitingen 1 en 2 (witte bevestigingsklemmen)
3
Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het
2 een gemengd paar
geheugenmodules in DIMM­aansluitingen 3 en 4 (zwarte bevestigingsklemmen)
lipje in de aansluiting.
Geheugenmodule(s) 23
Page 24
4
3
2
1
1 uitsparingen (2) 2 tab
3 inkeping 4 geheugenmodule
WAARSCHUWINGEN: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de
uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de module te voorkomen.
4
Druk de module in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
2
24 Geheugenmodule(s)
1
Page 25
1 uitsparingen (2) 2 borgklem (vastgeklikt)
5
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
6
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
7
Meld u aan bij de computer.
Als u wilt controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd, klikt u op de knop Start ConfiguratieschermSysteem.
Controleer de vermelde hoeveelheid geheugen (RAM).
Geheugenmodule(s) 25
Page 26
26 Geheugenmodule(s)
Page 27

Montagekader

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Het montagekader verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Zet de computer weer rechtop neer.
4
Pak de lipjes van het montagekader opeenvolgend vast en maak deze dan een voor een los door deze naar voren te bewegen.
5
Draai het montagekader van de voorzijde van de computer weg om de klemmen van het montagekader uit de sleuven van het voorpaneel te verwijderen.
Montagekader 27
Page 28
1
2
3
4
5
1 montagekader vooraan 2 sleuven van het voorpaneel (3)
3 lipjes montagekader vooraan (4) 4 klemmen van het montagekader (3)
5 voorpaneel
6
Bewaar het montagekader op een veilige locatie.
28 Montagekader
Page 29

Het montagekader terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
De klemmen van het montagekader uitlijnen en aanbrengen op de sleuven van het voorpaneel.
3
Draai het montagekader in de richting van de computer totdat de lipjes van het montagekader op hun plaats klikken.
1
2
3
4
5
Montagekader 29
Page 30
1 montagekader vooraan 2 lipjes montagekader vooraan (4)
3 sleuven van het voorpaneel (3) 4 klemmen van het montagekader (3)
5 voorpaneel
4
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
30 Montagekader
Page 31

Beugel voor de grafische kaart

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
OPMERKING: De beugel voor de grafische kaart is alleen in uw computer
aanwezig als u een grafische kaart van dubbele breedte hebt besteld bij uw aankoop.

De beugel voor de grafische kaart verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder de twee schroeven waarmee de beugel voor de grafische kaart aan het chassis is bevestigd.
4
Til de beugel voor de grafische kaart uit het chassis.
5
Leg de beugel op een veilige plaats.
Beugel voor de grafische kaart 31
Page 32
1
2
1 schroeven (2) 2 beugel voor de grafische kaart

De beugel voor de grafische kaart terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de schroefgaten in de beugel voor de grafische kaart uit met de gaten in het chassis.
3
Plaats de twee schroeven terug waarmee de beugel voor de grafische kaart aan het chassis is bevestigd.
4
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
32 Beugel voor de grafische kaart
Page 33

Draadloze minikaart

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden
met een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de minikaart niet gebruikt, dient u deze in een
beschermende antistatische verpakking te bewaren (zie 'Beschermen tegen elektrostatische ontlading' in de veiligheidsinstructies die bij uw computer zijn geleverd.)
OPMERKING: Dell garandeert geen compatibiliteit met (en biedt geen
ondersteuning voor) minikaarten die niet van Dell afkomstig zijn.
Als u een draadloze minikaart bij uw computer hebt besteld, is deze al geïnstalleerd.
Uw computer ondersteunt een half-minikaartsleuf voor een Wireless Local Area Network (WLAN).
Draadloze minikaart 33
Page 34

De minikaart verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Koppel de antennekabel(s) los van de minikaart.
1
2
3
1 antennekabels (2) 2 minikaart
3 klemmetjes (2)
4
Maak de minikaart los door op de klemmetjes aan weerszijden van de kaart te drukken.
5
Til de minikaart uit de aansluiting op het moederbord.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de minikaart niet gebruikt, dient u deze in een
beschermende antistatische verpakking te bewaren (zie 'Beschermen tegen elektrostatische ontlading' in de veiligheidsinstructies die bij uw computer zijn geleverd.)
34 Draadloze minikaart
Page 35

De minikaart vervangen

WAARSCHUWINGEN: De connectoren zijn zodanig getand dat ze een juiste
installatie garanderen. Als te veel kracht wordt gebruikt, kunnen de connectors beschadigd raken.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom schade aan de minikaart door erop te letten dat
zich geen kabels of antennekabels onder de minikaart bevinden.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de inkeping op de minikaart uit met het lipje in de connector van het moederbord.
3
Plaats de minikaart onder een hoek van 45 graden in de juiste connector van het moederbord.
4
Druk de andere zijde van de minikaart naar beneden totdat de kaart vastklikt. Als u geen klik hoort, moet u de minikaart verwijderen en weer terugplaatsen.
5
Sluit de juiste antennekabels aan op de WLAN-kaart die u installeert. Op het label van de WLAN-kaart staan twee driehoekjes (zwart en wit):
Sluit de zwarte kabel aan op de aansluiting met de zwarte driehoek.
Sluit de witte kabel aan op de aansluiting met de witte driehoek.
6
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
7
Sluit uw computer en apparaten weer aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Draadloze minikaart 35
Page 36
36 Draadloze minikaart
Page 37

PCI Express-kaarten

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De kaartbevestigingsbeugel verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder de schroef waarmee de kaartbevestigingsbeugel is bevestigd.
4
Verwijder de kaartbevestigingsbeugel en bewaar deze op een veilige plaats.
PCI Express-kaarten 37
Page 38
1
2
1 schroef 2 kaartbevestigingsbeugel

De kaartbevestigingsbeugel terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Plaats de kaartbevestigingsbeugel terug. Zorg er daarbij voor dat:
de geleidingsklem is uitgelijnd met de geleidende inkeping;
de bovenkant van alle kaarten en beugels zich op één lijn bevinden met de uitlijningsstreep;
de inkeping op de bovenzijde van de kaart of beugel rond de uitlijningsgeleider past.
3
Plaats het schroefje terug waarmee de kaartbevestigingsbeugel is bevestigd.
4
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
38 PCI Express-kaarten
Page 39
1
2
3
7
6
5
4
1 schroef 2 geleidingsklemmen (2)
3 kaartbevestigingsbeugel 4 uitlijningsstreep
5 uitlijningsgeleider 6 beugel
7 geleidingsinkepingen (2)

De PCI Express-kaarten verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
PCI Express-kaarten 39
Page 40
3
Verwijder de beugel voor de grafische kaart, indien van toepassing (zie "De beugel voor de grafische kaart verwijderen" op pagina 31).
4
Verwijder de kaartbevestigingsbeugel (zie "De kaartbevestigingsbeugel verwijderen" op pagina 37).
5
Verwijder eventueel op de kaart aangesloten kabels.
6
Verwijder de PCI Express-kaart uit de kaartsleuf:
In het geval van een PCI Express x1-kaart pakt u de kaart bij de bovenhoeken vast en maakt u de kaart los uit de connector.
In het geval van een PCI Express x16-kaart drukt u op de bevestigingsklem. Vervolgens moet u de kaart bij de bovenste hoeken vastpakken en deze voorzichtig uit de connector trekken.
5
1
2
3
1 PCI Express x1-kaart 2 PCI Express x1-kaartsleuf
3 beveiligingslipje 4 PCI Express x16-kaartsleuf
5 PCI Express x16-kaart
40 PCI Express-kaarten
4
Page 41
7
Plaats een beugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert.
OPMERKING: Het plaatsen van beugels voor lege kaartsleufopeningen is
nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer. De beugels houden ook stof en vuil tegen.

PCI Express-kaarten terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Maak de kaart klaar voor installatie.
Zie de documentatie die bij de kaart is geleverd voor informatie over het configureren, het maken van interne aansluitingen of het maken van andere aanpassingen voor uw computer.
3
Plaats de PCI Express-kaart in de sleuf op het moederbord en druk deze goed aan. Controleer of de PCI Express-kaart volledig in de sleuf is geplaatst.
4
1
2
1 PCI Express x1 kaart 2 PCI Express x1 kaartsleuf
3 PCI Express x16 kaartsleuf 4 PCI Express x16 kaart
3
PCI Express-kaarten 41
Page 42
4
Plaats de kaartbevestigingsbeugel terug (zie "De kaartbevestigingsbeugel terugplaatsen" op pagina 38).
5
Sluit kabels aan die verbonden moeten zijn met de kaart.
Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor informatie over kabelaansluitingen.
WAARSCHUWINGEN: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de
kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid kunnen er voor zorgen dat de computerbehuizing niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
6
Plaats de beugel voor de grafische kaart terug, indien van toepassing (zie "De beugel voor de grafische kaart terugplaatsen" op pagina 32).
7
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
8
Sluit uw computer en apparaten weer aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
9
Zie "De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express-kaart" op pagina 42 voor informatie over het voltooien van de installatie.

De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express-kaart

OPMERKING: Voor meer informatie over de locaties van externe connectoren
raadpleegt u de installatiehandleiding. Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor meer informatie over het installeren van stuurprogramma's en software voor de kaart.
42 PCI Express-kaarten
Page 43
Geluidskaart
Netwerkkaart 1
Geïnstalleerd Verwijderd
1
Open de systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
2
Ga naar
Controller
Onboard Audio
(geïntegreerde audiocontroller) en wijzig de instelling in
Disabled
(uitgeschakeld).
3
Sluit de externe audioapparaten aan op de connectoren van de geluidskaart.
Open de systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
2
Ga naar
Controller
Onboard LAN
(geïntegreerde LAN-controller) en wijzig de instelling in
Disabled
(uitgeschakeld).
3
Sluit de stekker van de netwerkkabel aan op de connector voor de netwerkkabel.
1
Open de systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
2
Ga naar
Controller
audiocontroller) en wijzig de instelling in (ingeschakeld).
3
Sluit de externe audioapparaten aan op de connectoren op het achterpaneel van de computer.
1
Open de systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
2
Ga naar
Controller
LAN-controller)en wijzig de instelling in (ingeschakeld).
3
Sluit de stekker van de netwerkkabel aan op de ingebouwde netwerkaansluiting.
Onboard Audio
(geïntegreerde
Enabled
Onboard LAN
(geïntegreerde
Enabled
PCI Express-kaarten 43
Page 44
44 PCI Express-kaarten
Page 45

Vaste schijven

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Vaste schijf

De primaire vaste schijf verwijderen
WAARSCHUWINGEN: Maak een reservekopie van uw bestanden voordat u met
deze procedure begint, als u een harde schijf vervangt met gegevens die u wilt bewaren.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Koppel de voedings- en gegevenskabels los van de vaste schijf.
OPMERKING: Als u de vaste schijf op dit moment niet vervangt, moet u de
stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het moederbord verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een vaste schijf te installeren.
Vaste schijven 45
Page 46
4
Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan het chassis is bevestigd.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat u geen krassen op het circuitbord van de
vaste schijf maakt wanneer de vaste schijf verwijdert of terugplaatst.
5
Schuif de schijf naar buiten in de richting van de achterkant van de computer.
3
2
1
4
1 stroomkabel 2 gegevenskabel
3 schroeven (4) 4 primaire vaste schijf
6
Als door verwijdering van de vaste schijf de stationconfiguratie wordt gewijzigd, moet u ervoor zorgen dat deze wijzigingen opgenomen worden in de systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
46 Vaste schijven
Page 47
De kooi van de vaste schijf verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder de primaire vaste schijf (zie "De primaire vaste schijf verwijderen" op pagina 45).
4
Verwijder de drie schroeven waarmee de stationkooi aan het chassis is bevestigd.
5
Koppel indien van toepassing de voedings- en gegevenskabels los van de secondaire vaste schijf (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
6
Schuif de stationkooi in de richting van de achterkant van het chassis.
3
2
1
4
5
Vaste schijven 47
Page 48
1 stroomkabel 2 gegevenskabel
3 schroeven (3) 4 stationkooi
5 secundaire vaste schijf
De secundaire vaste schijf verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder de primaire vaste schijf (zie "De primaire vaste schijf verwijderen" op pagina 45).
4
Verwijder de stationkooi (zie "De kooi van de vaste schijf verwijderen" op pagina 47).
5
Verwijder de vier schroeven waarmee de secundaire vaste schijf aan de stationkooi is bevestigd.
6
Schuif de secundaire vaste schijf weg van de stationkooi.
48 Vaste schijven
Page 49
1
3
1 schroeven (4) 2 stationkooi
3 secundaire vaste schijf
De secundaire vaste schijf terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Raadpleeg de documentatie bij de vaste schijf om te verifiëren dat deze geconfigureerd is voor uw computer.
3
Schuif de secundaire vaste schijf in de stationkooi.
4
Lijn de schroefgaten in de vaste schijf uit met de schroefgaten in de stationkooi.
5
Plaats de vier schroeven terug waarmee de secundaire vaste schijf aan de stationkooi is bevestigd.
2
Vaste schijven 49
Page 50
De stationkooi terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de schroefgaten in de stationkooi uit met de gaten in het chassis.
3
Plaats de drie schroeven terug waarmee de stationkooi aan het chassis is bevestigd.
4
Sluit indien van toepassing de voedings- en gegevenskabels aan op de secundaire vaste schijf (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
De primaire vaste schijf terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Raadpleeg de documentatie bij de vaste schijf om te verifiëren dat deze geconfigureerd is voor uw computer.
3
Schuif de primaire vaste schijf in de stationkooi.
4
Lijn de schroefgaten in de primaire vaste schijf uit met de gaten in het chassis.
5
Plaats de vier schroeven terug waarmee de primaire vaste schijf aan het chassis is bevestigd.
6
Sluit de voedings- en gegevenskabel aan op de primaire vaste schijf (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
7
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
8
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
9
Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het functioneren van de vaste schijf.
10
Raadpleeg de systeeminstellingen om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).
50 Vaste schijven
Page 51

Optisch station

Het optisch station verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Ontkoppel de stroom- en gegevenskabels van het optische station.
OPMERKING: Als u het optische station op dit moment niet vervangt, moet u
de stekker aan het andere uiteinde van de gegevenskabel uit het moederbord verwijderen en de kabel opzij leggen. U kunt de gegevenskabel gebruiken om op een later tijdstip een optisch station te installeren.
5
Verwijder de twee schroeven waarmee het optische station aan het chassis is bevestigd.
6
Duw en schuif het optische station door de voorzijde van de computer naar buiten.
Vaste schijven 51
Page 52
3
4
2
1
1 stroomkabel 2 gegevenskabel
3 schroeven (2) 4 optisch station
7
Leg het optische station op een veilige plaats.
Het optische station terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de schroef van het oude optische station en gebruik deze voor het nieuwe optische station.
52 Vaste schijven
Page 53
1schroef
3
Plaats voor de installatie van een secundair optisch station een schroevendraaier en draai deze om de metalen plaat te verwijderen.
4
Verwijder de metalen plaat uit het chassis.
Vaste schijven 53
1
Page 54
1
1 verwijderbare metalen
plaat
Schuif het optische station voorzichtig via de voorzijde van de computer in
5
het optischestationcompartiment.
6
Lijn de schroefgaten in het optische station uit met de gaten in het chassis.
7
Breng de twee schroeven opnieuw aan en zet ze vast om het optische station aan het chassis te bevestigen.
54 Vaste schijven
Page 55
8
Sluit de voedings- en gegevenskabel aan op het optische station (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
9
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
10
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
11
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
12
Raadpleeg de documentatie die bij de schijf wordt geleverd voor instructies over het installeren van eventuele software die noodzakelijk is voor het functioneren van de vaste schijf.
13
Raadpleeg de systeeminstellingen om te controleren of de schijfconfiguratie is gewijzigd (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105).

Mediakaartlezer

De mediakaartlezer verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op pagina 51).
5
Verwijder de bovenste kap (zie "De kap verwijderen" op pagina 59).
6
Verwijder de twee schroefjes waarmee het mediakaartleesapparaat aan het voorpaneel is bevestigd. De schroefjes bevinden zich onder het mediakaartleesapparaat.
7
Koppel de kabel van de mediakaartlezer los van de connector F_USB1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
8
Schuif en til de medialezer uit het bovenpaneel.
Vaste schijven 55
Page 56
1
2
3
4
5
6
1 geleiders voor het
mediakaartleesapparaat (2)
3 bovenpaneel 4 mediakaartleesapparaat
5 schroeven (2) 6 voorpaneel
2 sleuven (2)
56 Vaste schijven
Page 57
De mediakaartleesapparaat terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Schuif de geleiders van het mediakaartleesapparaat voorzichtig in de sleuven in het bovenpaneel.
3
Plaats de twee schroefjes terug waarmee het mediakaartleesapparaat aan het voorpaneel is bevestigd.
4
Sluit de kabel van de mediakaartleesapparaat aan op de connector F_USB1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Plaats de bovenste kap terug (zie "De kap terugplaatsen" op pagina 61).
6
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen" op pagina 52).
7
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
8
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
9
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Vaste schijven 57
Page 58
58 Vaste schijven
Page 59
Kap
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De kap verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op pagina 51).
5
Trek aan de tab en schuif de kap in de richting van de voorzijde van de computer om de tabs van de kap los te maken uit de sleuven op het bovenpaneel.
6
Trek de kap weg van het bovenpaneel.
Kap 59
Page 60
5
4
3
2
1
1 sleuven 2 ontgrendellipje
3 tabs van de kap 4 bovenpaneel
5kap
7
Leg de kap op een veilige plaats.
60 Kap
Page 61

De kap terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de tabjes op de kap uit met de sleuven op het bovenpaneel.
3
Druk en schuif de kap in de richting van de achterzijde van de computer, totdat deze op zijn plaats klikt.
4
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen" op pagina 52).
5
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
6
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
Kap 61
Page 62
62 Kap
Page 63

I/O-bovenpaneel

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Het I/O-bovenpaneel verwijderen

OPMERKING: Noteer hoe alle kabels lopen voordat u ze verwijdert, zodat u ze op
dezelfde manier kunt terugplaatsen wanneer u het nieuwe I/O-bovenpaneel installeert.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op pagina 51).
5
Verwijder de bovenste kap (zie "De kap verwijderen" op pagina 59).
I/O-bovenpaneel 63
Page 64
6
Koppel de kabels van het I/O-bovenpaneel los van de connectoren F_USB3 en F_AUDIO1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
7
Verwijder de twee schroefjes waarmee het I/O-bovenpaneel aan het bovenpaneel is bevestigd.
1
2
3
1 schroeven (2) 2 I/O-bovenpaneel
3bovenpaneel
64 I/O-bovenpaneel
Page 65
8
Verwijder het I/O-bovenpaneel van het bovenpaneel.

Het I/O-bovenpaneel terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de schroefgaten op het I/O-bovenpaneel uit met de schroefgaten op het bovenpaneel.
3
Verwijder de twee schroefjes waarmee het I/O-bovenpaneel aan het bovenpaneel is bevestigd.
4
Sluit de kabels van het I/O-bovenpaneel aan op de connectoren F_USB3 en F_AUDIO1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Plaats de bovenste kap terug (zie "De kap terugplaatsen" op pagina 61).
6
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen" op pagina 52).
7
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
8
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
9
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
I/O-bovenpaneel 65
Page 66
66 I/O-bovenpaneel
Page 67

USB-voorpaneel

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Het USB-voorpaneel verwijderen

OPMERKING: Noteer hoe alle kabels lopen voordat u ze verwijdert, zodat u deze
op dezelfde manier kunt terugplaatsen wanneer u het nieuwe USB-voorpaneel installeert.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
WAARSCHUWINGEN: Wees zeer voorzichtig wanneer u het USB-voorpaneel uit
de computer schuift. Als u dit niet doet, kunnen de kabelconnectoren en de kabelklemmen beschadigd raken.
4
Koppel de kabels van het USB-voorpaneel los van de aansluiting F_USB2 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Verwijder het schroefje waarmee het USB-voorpaneel aan het voorpaneel is bevestigd.
USB-voorpaneel 67
Page 68
6
Schuif het USB-voorpaneel omlaag om de klemmen los te maken van het voorpaneel en trek het naar achteren.
3
4
1
2
3
4
1 klemsleuf van het USB-voorpaneel 2 klemmen (2)
3 USB-voorpaneel 4 schroef
68 USB-voorpaneel
Page 69

Het USB-voorpaneel terugplaatsen

WAARSCHUWINGEN: Schuif het USB-voorpaneel in de klemsleuf van het USB-
voorpaneel om beschadiging van de kabelconnectors en de geleidende kabelklemmen te voorkomen.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de klemmen van het USB-voorpaneel los en schuif het paneel in de sleuf van het USB-voorpaneel.
3
Verwijder het schroefje waarmee het USB-voorpaneel aan het voorpaneel is bevestigd.
4
Sluit de kabels van het USB-voorpaneel aan op de aansluiting F_USB2 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
6
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
7
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
USB-voorpaneel 69
Page 70
70 USB-voorpaneel
Page 71

Bluetooth-module

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De Bluetooth-module verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Koppel de kabel van de Bluetooth-module los van het moederbord F_USB4 (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Druk op het lipje van de Bluetooth-module zoals getoond in de afbeelding en trek de module weg van het voorpaneel.
6
Schuif de kabel van de Bluetooth-module voorzichtig door de sleuf in het voorpaneel en verwijder deze.
Bluetooth-module 71
Page 72
2
1
1 Bluetooth-module 2 lipje van de Bluetooth-module
3 kabel van de Bluetooth-module 4 voorpaneel
7
Leg de Bluetooth-module op een veilige plaats.
3
4
72 Bluetooth-module
Page 73

De Bluetooth-module terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Schuif de kabel van de Bluetooth-module door de sleuf in het voorpaneel.
3
Lijn het lipje van de Bluetooth-module uit met de sleuf van de Bluetooth­module in het voorpaneel.
4
Druk op het lipje van de Bluetooth-module en druk het in de richting van het voorpaneel, totdat het vastklikt.
5
Sluit de kabel van de Bluetooth-module aan op de connector op het moederbord, F_USB4 (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
6
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
7
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
8
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Bluetooth-module 73
Page 74
74 Bluetooth-module
Page 75

Aan-uitknopmodule

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De aan-uitknopmodule verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder het montagekader aan de voorzijde (zie "Het montagekader verwijderen" op pagina 27).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op pagina 51).
5
Verwijder de bovenste kap (zie "De kap verwijderen" op pagina 59).
6
Koppel de kabel van de aan-uitknopmodule los van de connector FP1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
7
Druk op de lipjes van de aan-uitknopmodule en til de module op om deze uit het bovenpaneel te verwijderen.
Aan-uitknopmodule 75
Page 76
1
2
4
3
1kabel 2aan-uitknopmodule
3 sleuf 4 lipjes van de aan-uitknopmodule (4)
8
Leg de aan-uitknopmodule op een veilige plaats.
76 Aan-uitknopmodule
Page 77

De aan-uitknopmodule terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de lipjes van de aan-uitknopmodule uit met de sleuven in het bovenpaneel en druk deze vast.
3
Sluit de kabel van de aan-uitknopmodule aan op de connector op het moederbord, F_PANEL (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Plaats de kap terug (zie "De kap terugplaatsen" op pagina 61).
5
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen" op pagina 52).
6
Plaats het montagekader terug (zie "Het montagekader terugplaatsen" op pagina 29).
7
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
8
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
Aan-uitknopmodule 77
Page 78
78 Aan-uitknopmodule
Page 79

Ventilatoren

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Chassisventilator

De chassisventilator verwijderen
WAARSCHUWINGEN: Raak de ventilatorbladen niet aan wanneer u de
chassisventilator verwijdert, dit kan de ventilator beschadigen.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Koppel de kabel van de chassisventilator los van de aansluiting SYS_FAN1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Verwijder de vier schroefjes waarmee de chassisventilator aan het chassis is bevestigd.
5
Schuif en til de chassisventilator van de computer af, zoals in de afbeelding.
Ventilatoren 79
Page 80
2
1
1 schroeven (4) 2 chassisventilator
De chassisventilator vervangen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Lijn de schroefgaten van de chassisventilator uit met de schroefgaten in het chassis.
3
Plaats de vier schroefjes terug waarmee de chassisventilator aan het chassis is bevestigd.
4
Sluit de kabel van de chassisventilator aan op de aansluiting SYS_FAN1 op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
5
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
80 Ventilatoren
Page 81

processorventilator/warmteafleider

GEVAAR: Ondanks de aanwezigheid van een plastic schild kunnen de
processorventilator en warmteafleider tijdens normale werking zeer heet worden. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken.
WAARSCHUWINGEN: De processorventilator en warmteafleider vormen een
geheel. Probeer de ventilator niet afzonderlijk te verwijderen.
De processorventilator/warmteafleider vervangen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Koppel de kabel van de processorventilator los van de aansluiting CPU_FAN op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Gebruik een platte schroevendraaier om de vier geborgde schroeven, waarmee de processorventilator en de warmteafleider op het moederbord zijn bevestigd, los te draaien.
WAARSCHUWINGEN: Leg de processorventilator en warmteafleider na
verwijdering ondersteboven neer om te voorkomen dat de thermische interface van de warmteafleider beschadigd raakt.
5
Til de processorventilator en de warmteafleider uit de computer.
Ventilatoren 81
Page 82
1
2
3
1 kabel van de processorventilator 2 geborgde schroeven (4)
3 processorventilator en warmteafleider
82 Ventilatoren
Page 83
De processorventilator en warmteafleiding terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de koelpasta aan de onderzijde van de warmteafleider.
WAARSCHUWINGEN: Breng nieuwe koelpasta aan. Koelpasta is van essentieel
belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een optimale werking van de processor.
3
Breng de nieuwe koelpasta aan op de bovenzijde van de processor.
4
Plaats de processorventilator en warmteafleider over de processor.
5
Lijn de vier geborgde schroeven op de processorventilator en warmteafleider uit met de schroefgaten op het moederbord.
6
Draai de vier geborgde schroeven vast waarmee de processorventilator en warmteafleider op het moederbord zijn bevestigd.
OPMERKING: Controleer of de processorventilator en de warmteafleider op juiste
wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
7
Sluit de kabel van de processorventilator aan op de aansluiting CPU_FAN op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
8
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
9
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Ventilatoren 83
Page 84
84 Ventilatoren
Page 85

Processor

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, voorpaneelinzetstukken, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voer de onderstaande stappen alleen uit als u vertrouwd
bent met het verwijderen en vervangen van hardware. Wanneer u deze stappen onjuist uitvoert, kan het moederbord beschadigd raken. Zie de
installatiehandleiding

De processor verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
voor informatie over technisch onderhoud.
WAARSCHUWINGEN: Ondanks het plastic scherm kan de warmteafleider
tijdens normaal gebruik heet zijn. Laat de onderdelen enige tijd afkoelen alvorens ze aan te raken.
3
Verwijder de processorventilator en warmteafleider uit de computer (zie "De processorventilator/warmteafleider vervangen" op pagina 81).
OPMERKING: Tenzij er een nieuwe warmteafleider voor de nieuwe processor
nodig is, kunt u de oorspronkelijke warmteafleider opnieuw gebruiken wanneer u de processor vervangt.
Processor 85
Page 86
4
Druk de ontgrendelingshendel omlaag en trek hem naar buiten zodat hij loskomt van het lipje waarmee hij vastzit.
5
Trek de ontgrendelingshendel helemaal uit om het processorafdekplaatje te openen.
3
1
1 afdekplaatje van processor 2 tab 3 ontgrendeling
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de processor verwijdert, mag u geen pinnen
binnen de processorhouder aanraken, en mogen er geen objecten op de pinnen in de houder vallen.
6
Til de processor voorzichtig omhoog uit de houder.
2
Laat de ontgrendeling uitgeklapt staan, zodat de nieuwe processor in de socket kan worden geplaatst.
86 Processor
Page 87
2
1
1 processor 2 socket

De processor terugplaatsen

WAARSCHUWINGEN: Zorg dat u geaard bent door een van de ongeschilderde
metalen oppervlakken aan de achterzijde van de computer aan te raken.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u de processor vervangt, mag u geen pinnen
binnen de processorsocket aanraken, en mogen er geen objecten op de pinnen in het contact vallen.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Pak de nieuwe processor uit en zorg dat u daarbij de onderzijde van de processor niet aanraakt.
WAARSCHUWINGEN: Plaats de processor op de juiste wijze in de socket; zo
voorkomt u blijvende schade aan de processor en de computer wanneer u de computer inschakelt.
3
Als de ontgrendeling op de socket niet volledig is uitgeklapt, moet u deze alsnog in deze positie plaatsen.
4
Breng de uitlijninkepingen van de processor op een lijn met de uitlijnlipjes van de socket.
5
Lijn de pin1-hoeken van de processor uit met die van de socket.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom schade door de processor op juiste wijze uit te
lijnen met de socket en geen onnodige kracht te gebruiken tijdens het aanbrengen van de processor.
Processor 87
Page 88
Schuif de processor voorzichtig in de houder en controleer of de processor op juiste wijze is aangebracht.
4
5
3
2
1
1 socket 2 processor 3 uitlijnlipjes (2)
4 uitlijninkepingen (2) 5 pin1-indicator op de
processor
WAARSCHUWINGEN: Let erop dat de inkeping op het afdekplaatje van de
processor onder de uitlijnpen is geplaatst.
6
Wanneer de processor goed op zijn plek zit, dient u de processorkap te sluiten.
7
Draai de vergrendelingshendel omlaag en plaats hem onder het lipje op het afdekplaatje van de processor.
88 Processor
Page 89
4
5
2
1
1 uitlijningspunt 2 afdekplaatje van
processor
4 processor 5 inkeping op afdekplaatje
van processor
8
Verwijder de koelpasta aan de onderzijde van de warmteafleider.
WAARSCHUWINGEN: Breng nieuwe koelpasta aan. Koelpasta is van essentieel
belang voor een goede warmteoverdracht en dus voor een optimale werking van de processor.
9
Breng nieuwe koelpasta op de bovenzijde van de processor aan.
10
Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug (zie "De
3 ontgrendeling
3
processorventilator en warmteafleiding terugplaatsen" op pagina 83).
WAARSCHUWINGEN: Controleer of de processorventilator en de
warmteafleider op juiste wijze zijn geplaatst en goed vastzitten.
Processor 89
Page 90
11
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
12
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
90 Processor
Page 91

Knoopcelbatterij

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Een nieuwe batterij kan exploderen als deze niet goed wordt geplaatst.
Vervang batterijen alleen door batterijen van hetzelfde of een vergelijkbaar type zoals aanbevolen door de fabrikant. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De knoopcelbatterij verwijderen

1
Registreer alle schermen in systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105) zodat u de juiste instellingen kunt herstellen nadat de nieuwe knoopcelbatterij is geïnstalleerd.
2
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
3
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
4
Zoek naar de batterijhouder op de systeemkaart (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
WAARSCHUWINGEN: Als u de batterij met een stomp voorwerp uit de houder
wrikt, dient u op te letten dat u de systeemkaart niet aanraakt met dat voorwerp. Zorg ervoor dat het voorwerp tussen de batterij en de houder is geplaatst voordat u probeert de batterij los te wrikken. Anders beschadigt u mogelijk de systeemkaart door de houder los te wrikken of door de kopersporen te breken.
Knoopcelbatterij 91
Page 92
5
Druk op de batterijontgrendeling om de knoopbatterij te verwijderen.
1
1 batterijontgrendeling 2 knoopcelbatterij
3 batterijhouder
6
Bewaar de batterij op een veilige plaats.
3
2

De knoopcelbatterij terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Plaats de nieuwe knoopcelbatterij (CR2032) in de houder met de "+"­zijde naar boven en druk de knoopcelbatterij vervolgens op zijn plaats.
92 Knoopcelbatterij
Page 93
1
2
1 knoopcelbatterij 2 batterijhouder
3
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
4
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
5
Ga naar systeeminstellingen (zie "Hulpprogramma voor systeeminstellingen" op pagina 105) en herstel de instellingen die u hebt genoteerd in Stap 1.
Knoopcelbatterij 93
Page 94
94 Knoopcelbatterij
Page 95

Voeding

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De voedingseenheid verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Koppel de gelijkstroomkabels los van het moederbord en de stations (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Verwijder de vier schroefjes waarmee de voeding aan het chassis is bevestigd.
5
Druk op de klemmen om de voeding los te koppelen van het chassis.
6
Schuif de voeding en til deze op om deze van het chassis te verwijderen.
Voeding 95
Page 96
2
1
1 schroeven (4) 2 voeding
3 klemmen van voeding (2)
3
96 Voeding
Page 97

De voeding terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Schuif de voedingseenheid naar de achterzijde van het chassis.
3
Lijn de schroefgaten in de voeding uit met de gaten in het chassis.
GEVAAR: Als u niet alle schroeven vervangt en vastdraait, loopt u het risico van
een elektrische schok, omdat deze schroeven een essentieel onderdeel van de aarding van de computer vormen.
4
Plaats de vier schroefjes terug waarmee de voeding aan het chassis is bevestigd.
5
Sluit de gelijkstroomkabels aan op het moederbord en de stations (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
6
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
7
Sluit de computer en alle apparaten aan op het stopcontact en zet deze vervolgens aan.
Voeding 97
Page 98
98 Voeding
Page 99

Moederbord

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Het moederbord verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Verwijder de minikaart, indien van toepassing (zie "De minikaart verwijderen" op pagina 34).
4
Verwijder alle PCI Express-kaarten, indien van toepassing (zie "De PCI Express-kaarten verwijderen" op pagina 39).
5
Verwijder de processorventilator en de warmteafleider (zie "De processorventilator/warmteafleider vervangen" op pagina 81).
6
Verwijder de processor (zie "De processor verwijderen" op pagina 85).
7
Verwijder de geheugenmodules (zie "De geheugenmodule(s) verwijderen" op pagina 21) en noteer welke geheugenmodule is verwijderd uit welke DIMM-sleuf, zodat de geheugenmodules in dezelfde sleuf kunnen worden teruggeplaatst wanneer het moederbord is teruggeplaatst.
Moederbord 99
Page 100
8
Maak alle kabels los die zijn aangesloten op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10). Maak een notitie van alle kabelverbindingen voordat u kabels verwijderd, zodat u deze op eenvoudige wijze correct kunt aanbrengen wanneer u het nieuwe moederbord plaatst.
9
Verwijder de acht schroeven en draai deze vast om het moederbord aan het computerchassis te bevestigen.
2
1
100 Moederbord
Loading...