Dell XPS 8300 Service Manual [nl]

Dell™ XPS™ 8300
Onderhoudshandleiding
Model: D03M-serie Type: D03M001
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar­kennisgevingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter
gebruik van de computer.
WAARSCHUWINGEN: EEN WAARSCHUWINGEN duidt potentiële schade aan
hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: GEVAAR duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of overlijden.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dell™, het DELL-logo en XPS™ zijn handelsmerken van Dell Inc.; zijn handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen; Bluetooth® is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie door Dell Inc. gebruikt.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Wettelijk model: D03M-serie Wettelijk type: D03M004
December 2010 Rev. A00
Microsoft®, Windows®, en het logo op de startknop van Windows

Inhoud

1 Technisch overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De binnenkant van uw computer . . . . . . . . . . . . . 9
Moederbordcomponenten
. . . . . . . . . . . . . . . 10
2 Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Technische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Aanbevolen hulpmiddelen
Uw computer uitschakelen
Veiligheidsinstructies
. . . . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3 Computerkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De computerkap verwijderen . . . . . . . . . . . . . 17
De computerbehuizing terugplaatsen
. . . . . . . . . 18
4 Geheugenmodule(s) . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De geheugenmodule(s) verwijderen . . . . . . . . . . 21
De geheugenmodule(s) terugplaatsen
. . . . . . . . . 22
5 Montagekader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het montagekader verwijderen . . . . . . . . . . . . . 27
Inhoud 3
Het montagekader terugplaatsen . . . . . . . . . . . . 29
6 Beugel voor de grafische kaart . . . . . . . 31
De beugel voor de grafische kaart verwijderen . . . . 31
De beugel voor de grafische kaart terugplaatsen
. . . 32
7 Draadloze minikaart . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 34
De minikaart vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . . 35
8 PCI Express-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . 37
De kaartbevestigingsbeugel verwijderen . . . . . . . 37
De kaartbevestigingsbeugel terugplaatsen
De PCI Express-kaarten verwijderen
PCI Express-kaarten terugplaatsen
. . . . . . 38
. . . . . . . . . . 39
. . . . . . . . . . . 41
De computer configureren na het verwijderen of installeren van een PCI Express-kaart
. . . . . . . . . 42
9 Vaste schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
4 Inhoud
Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
De primaire vaste schijf verwijderen
De kooi van de vaste schijf verwijderen
De secundaire vaste schijf verwijderen
De secundaire vaste schijf terugplaatsen
De stationkooi terugplaatsen
. . . . . . . . 45
. . . . . . 47
. . . . . . 48
. . . . . 49
. . . . . . . . . . . . 50
De primaire vaste schijf terugplaatsen . . . . . . 50
Optisch station
Het optisch station verwijderen
Het optische station terugplaatsen
Mediakaartlezer
De mediakaartlezer verwijderen
De mediakaartleesapparaat terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
. . . . . . . . . . 51
. . . . . . . . 52
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
. . . . . . . . . . 55
. . . . 57
10 Kap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De kap verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De kap terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
11 I/O-bovenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Het I/O-bovenpaneel verwijderen . . . . . . . . . . . 63
Het I/O-bovenpaneel terugplaatsen
. . . . . . . . . . 65
12 USB-voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Het USB-voorpaneel verwijderen . . . . . . . . . . . 67
Het USB-voorpaneel terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 69
13 Bluetooth-module . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
De Bluetooth-module verwijderen . . . . . . . . . . . 71
De Bluetooth-module terugplaatsen
. . . . . . . . . . 73
Inhoud 5
14 Aan-uitknopmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De aan-uitknopmodule verwijderen . . . . . . . . . . 75
De aan-uitknopmodule terugplaatsen
. . . . . . . . . 77
15 Ventilatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Chassisventilator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De chassisventilator verwijderen
De chassisventilator vervangen
processorventilator/warmteafleider
De processorventilator/warmteafleider vervangen
De processorventilator en warmteafleiding terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
. . . . . . . . . 79
. . . . . . . . . . 80
. . . . . . . . . . 81
16 Processor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De processor verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De processor terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 87
17 Knoopcelbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
18 Voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
6 Inhoud
De knoopcelbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . 91
De knoopcelbatterij terugplaatsen
De voedingseenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . 95
. . . . . . . . . . . 92
De voeding terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 97
19 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 99
Het moederbord terugplaatsen
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
. . . . . . . . . . . . . 101
. . . . . . . . 103
20 Hulpprogramma voor
systeeminstellingen
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Hulpprogramma voor systeeminstellingen starten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
System Setup-opties
Bootsequence (Opstartvolgorde)
Vergeten wachtwoorden wissen
CMOS-wachtwoorden wissen . . . . . . . . . . . . . 117
105
. . . . . . . . . . . . . . . . 106
. . . . . . . . . 113
. . . . . . . . . . . . 115
21 Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Inhoud 7
8 Inhoud

Technisch overzicht

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De binnenkant van uw computer

1
2
9
8
7
3
4
5
6
Technisch overzicht 9
1 montagekader vooraan 2 primaire vaste schijf
3 beugel grafische kaart (optioneel) 4 secundaire vaste schijf
5 moederbord 6 kaartbevestigingsklem
7 voeding 8 primaire optische schijf
9 secundair optisch station

Moederbordcomponenten

1
27
26
25
24
23
22
2 3
6
4
7
5
8
9
10
11
12
10 Technisch overzicht
18
192021
15
16
17
13
14
1 voedingsconnector (PWR2) 2 processorsocket
3 connector processorventilator
(CPU_FAN)
5 aansluiting geheugenmodule
(DIMM1)
7 aansluiting geheugenmodule
(DIMM2)
9 wachtwoordresetjumper (PSWD) 10 CMOS reset jumper (RTCRST)
11 connector SATA-station (SATA 0) 12
13 connector SATA-station (SATA 1) 14
15 connector SATA-station (SATA 2) 16 USB-connector voorpaneel
17 connector SATA-station (SATA 3) 18 batterijhouder (BATTERY)
19 USB-connector voorpaneel
(F_USB2)
21 audioaansluiting voorpaneel
(F_AUDIO1)
23 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_2)
25 PCI Express x16 kaartsleuf
(PCI-EX16_1)
27 connector chassisventilator
(SYS_FAN 1)
4 aansluiting geheugenmodule
(DIMM3)
6 connector voor geheugenmodule
(DIMM4)
8 hoofdvoedingsaansluiting
(PWR1)
aansluiting voor de aan-uitknop (F_PANEL)
USB-connector voorpaneel (F_USB1)
(F_USB3)
20 USB-connector voorpaneel
(F_USB4)
22 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_3)
24 PCI Express x1 kaartsleuf
(PCI-EX1_1)
26 Mini-Card-sleuf
(PCIE_MINICARD)
Technisch overzicht 11
12 Technisch overzicht

Voordat u begint

In deze handleiding vindt u procedures voor het installeren en verwijderen van computeronderdelen. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke procedure uitgegaan van de volgende condities:
U hebt de stappen in "Uw computer uitschakelen" op pagina 13 en "Veiligheidsinstructies" op pagina 14 uitgevoerd.
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd
U kunt componenten vervangen of, wanneer u deze los hebt aangeschaft, installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.

Technische specificaties

Zie de installatiehandleiding op support.dell.com/manuals voor informatie over technische specificaties van uw computer.

Aanbevolen hulpmiddelen

Voor de procedures die in deze handleiding worden beschreven hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
Kleine kruiskopschroevendraaier
•Plastic pennetje
Updateprogramma voor BIOS beschikbaar op
.
support.dell.com

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWINGEN: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in
geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Sla geopende bestanden op en sluit deze en eventueel geopende programma's af.
Voordat u begint 13
2
U sluit het besturingssysteem af door op
Afsluiten
3
Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch
te klikken.
Start
en vervolgens op
wordt uitgeschakeld nadat u het besturingssysteem uitschakelt, houdt u de aan-uitknop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld.

Veiligheidsinstructies

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Verwijder kabels door aan de stekker of aan het treklipje
te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de connectorpennen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWINGEN: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de
volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat de computerbehuizing bekrast raakt.
2
Schakel de computer (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 13) en alle op de computer aangesloten apparaten uit.
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u
eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
14 Voordat u begint
3
Verwijder alle stekkers van telefoonsnoeren en netwerkkabels uit de computer.
4
Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
5
Koppel alle op de computer aangesloten apparaten los van de computer.
6
Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
7
Houd de aan-uitknop ingedrukt om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWINGEN: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard
door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
Voordat u begint 15
16 Voordat u begint

Computerkap

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Om een elektrische schok, verwonding door bewegende
ventilatorschoepen of ander onverwacht letsel te voorkomen, moet u de stekker van de computer altijd uit het stopcontact verwijderen alvorens u de computerkap verwijdert.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Zorg ervoor dat er minimaal 30 cm ruimte op het
bureaublad aanwezig is voor de computer en de verwijderde computerkap.

De computerkap verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Leg de computer op zijn zijde met de computerkap naar boven gericht.
3
Verwijder de vingerschroef waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd, desgewenst met behulp van een schroevendraaier.
4
Maak de computerkap los door deze naar de voorkant van de computer te schuiven.
5
Neem de kap van de computer en leg deze op een veilige plaats.
Computerkap 17
1
2
1 vingerschroef 2 computerkap

De computerbehuizing terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Sluit alle kabels aan en haal ze uit de weg.
3
Controleer of er geen gereedschap of extra onderdelen in de computer achterblijven.
4
Lijn de lipjes aan de onderzijde van de computerkap uit met de sleuven langs de zijkant van het chassis.
5
Druk de computerkap naar beneden en schuif hem in de richting van de voorzijde van de computer.
6
Plaats de vingerschroef terug waarmee de computerkap aan het chassis is bevestigd.
18 Computerkap
1
1 vingerschroef 2 sleuven
3 computerkap
7
Zet de computer weer rechtop neer.
3
2
Computerkap 19
20 Computerkap

Geheugenmodule(s)

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

De geheugenmodule(s) verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Zoek de geheugenmodules op het moederbord (zie "Moederbordcomponenten" op pagina 10).
4
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
Geheugenmodule(s) 21
2
1
1 geheugenmoduleconnector 2 borgklem
5
Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u deze voorzichtig heen en weer te bewegen om deze van de aansluiting los te maken.

De geheugenmodule(s) terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleconnector naar buiten.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Installeer geen ECC- of DDR3U-geheugenmodules.
WAARSCHUWINGEN: Als u de originele geheugenmodule(s) tijdens een
geheugenupgrade uit de computer verwijderd, moet u deze uit de buurt van eventuele nieuwe module(s) houden, zelfs als u de nieuwe module(s) bij Dell hebt gekocht. Combineer een originele geheugenmodule, indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Anders start uw computer mogelijk niet goed op. De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn: een gemengd paar geheugenmodules in DIMM-aansluitingen 1 en 2 en een ander een gemengd paar geheugenmodules in DIMM-aansluitingen 3 en 4.
22 Geheugenmodule(s)
2
1
1 een gemengd paar
geheugenmodules in DIMM­aansluitingen 1 en 2 (witte bevestigingsklemmen)
3
Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het
2 een gemengd paar
geheugenmodules in DIMM­aansluitingen 3 en 4 (zwarte bevestigingsklemmen)
lipje in de aansluiting.
Geheugenmodule(s) 23
4
3
2
1
1 uitsparingen (2) 2 tab
3 inkeping 4 geheugenmodule
WAARSCHUWINGEN: Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de
uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de module te voorkomen.
4
Druk de module in de connector totdat deze op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
2
24 Geheugenmodule(s)
1
1 uitsparingen (2) 2 borgklem (vastgeklikt)
5
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
6
Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
7
Meld u aan bij de computer.
Als u wilt controleren of het geheugen correct is geïnstalleerd, klikt u op de knop Start ConfiguratieschermSysteem.
Controleer de vermelde hoeveelheid geheugen (RAM).
Geheugenmodule(s) 25
26 Geheugenmodule(s)

Montagekader

GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door altijd de computer
van het stopcontact lost te koppelen voordat u de kap opent.
GEVAAR: Gebruik de computer niet indien er panelen of afdekkingen ontbreken,
zoals de computerkap, montagekaders, vulbeugels, inzetstukken voor het voorpaneel, enzovoort.
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.

Het montagekader verwijderen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
Verwijder de computerbehuizing (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 17).
3
Zet de computer weer rechtop neer.
4
Pak de lipjes van het montagekader opeenvolgend vast en maak deze dan een voor een los door deze naar voren te bewegen.
5
Draai het montagekader van de voorzijde van de computer weg om de klemmen van het montagekader uit de sleuven van het voorpaneel te verwijderen.
Montagekader 27
1
2
3
4
5
1 montagekader vooraan 2 sleuven van het voorpaneel (3)
3 lipjes montagekader vooraan (4) 4 klemmen van het montagekader (3)
5 voorpaneel
6
Bewaar het montagekader op een veilige locatie.
28 Montagekader

Het montagekader terugplaatsen

1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 13.
2
De klemmen van het montagekader uitlijnen en aanbrengen op de sleuven van het voorpaneel.
3
Draai het montagekader in de richting van de computer totdat de lipjes van het montagekader op hun plaats klikken.
1
2
3
4
5
Montagekader 29
1 montagekader vooraan 2 lipjes montagekader vooraan (4)
3 sleuven van het voorpaneel (3) 4 klemmen van het montagekader (3)
5 voorpaneel
4
Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 18).
30 Montagekader
Loading...
+ 90 hidden pages