Verveelvoudiging van dit document, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell
Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst:
Latitude ON
Core
Verenigde Staten en andere landen.
AMD Sempron
Inc.
Office Outlook
™
,
Atom
Microsoft
™
,
OptiPlex
™
,
Centrino
™
®
,
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
en in licentie is gegeven voor gebruik op schijven en spelers.
Bluetooth
®
SIG, Inc., en elk gebruik van dit merk door Dell Inc. geschiedt op basis van een licentie.
Dell
™
,
®
AMD Athlon
,
Windows
Blu-ray Disc
™
, het Dell-logo,
™
Vostro
en
Celeron
™
ATI Radeon
,
®
MS-DOS
,
™
is een merk dat het eigendom vormt van de Blu-ray Disc Association (BDA)
Dell Precision
en
Wi-Fi Catcher
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation in de
®
is een gedeponeerd merk en
AMD
™
en
®
Windows Vista
,
een gedeponeerd merk van de Wireless Ethernet Compatibility Alliance, Inc.
Overige merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt kunnen verwijzen naar de
rechtspersonen die aanspraak maken op het eigendom van de merken en namen van hun producten. Dell
Inc. maakt geen aanspraak op het eigendom van merken en handelsnamen van derden.
™
,
Precision ON
™
zijn merken van Dell Inc.
ATI FirePro
™
zijn merken van Advanced Micro Devices,
®
, het logo van de startknop van Windows Vista en
Bluetooth
™
,
ExpressCharge
Intel
AMD Opteron
®
is een gedeponeerd merk van
®
,
Pentium
™
,
™
AMD Phenom
,
Latitude
®
,
Xeon
Wi-Fi
™
,
®
,
™
,
®
is
2011 – 8
Rev. A00
Inhoudsopgave
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2
Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................7
Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................7
Hoofdstuk 29: Contact opnemen met Dell...............................................93
Contact opnemen met Dell..............................................................................................93
Aan de computer werken1
Voordat u in de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te
garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij
anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de
volgende veronderstellingen uitgegaan:
•U hebt de stappen uitgevoerd in Aan de computer werken.
•U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is
geleverd.
•Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft,
worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u
werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over
veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/
regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend
servicemonteur worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en
eenvoudige reparaties uitvoeren zoals toegestaan volgens de documentatie bij uw
product of zoals geïnstrueerd door het on line of telefonische team voor service en
ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is
geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies
die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan
te raken, zoals een connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de
componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de
uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een
processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
7
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de
kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u
de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in
een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook
moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste
wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen
verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies
opvolgen voordat u in de computer gaat werken.
1.Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat
de computerkap bekrast raakt.
2.Schakel uw computer uit (zie
uitschakelen)
).
Turning Off Your Computer (Uw computer
3.Als de computer is verbonden met een dockingapparaat (gekoppeld), zoals
de optionele mediabasis of batterijblok, moet u deze ontkoppelen.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de
connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de
netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
4.Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
5.Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het
stopcontact.
6.Sluit het beeldscherm en zet de computer ondersteboven op een plat
werkoppervlak neer.
OPMERKING: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij te
verwijderen voordat u de computer een onderhoudsbeurt geeft.
7.Verwijder de hoofdbatterij.
8.Zet de computer weer rechtop.
9.Klap het beeldscherm open.
10. Druk op de aan-/uit-knop om de systeemkaart te aarden.
WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door altijd eerst
de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de computerbehuizing opent.
8
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een
ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal
rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak
tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak
aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne
componenten, te ontladen.
11. Verwijder alle geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de
desbetreffende sleuven.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen
nodig:
•Kleine sleufkopschroevendraaier
•#0 Phillips schroevendraaier
•#1 Phillips schroevendraaier
•Klein plastic pennetje
•Een cd met het Flash BIOS-updateprogramma
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende
bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende
programma's voordat u de computer uitzet.
1.Sluit het besturingssysteem af:
•In Windows Vista:
Klik op Starten vervolgens op de pijl in de linkeronderhoek van het
menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op
Afsluiten.
•In Windows XP:
Klik op Start → Computer afsluiten → Afsluiten . De computer wordt
uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2.Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld
zijn. Houd de aan/uit-knop vier seconden ingedrukt, indien uw computer en
9
aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u
het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle
externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de
computer inschakelt.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te
gebruiken die voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen
batterijen die voor andere Dell-computer zijn ontworpen.
1.Sluit externe apparaten aan, zoals een poortreplicator, een batterijblok of
mediabasis en plaats alle kaarten terug, zoals een ExpressCard.
2.Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst
aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
3.Plaats de batterij terug.
4.Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5.Zet de computer aan.
10
De SD-kaart (Secure Digital)
verwijderen2
1.Volg de procedures in
2.Druk op de SD-kaart om deze uit de computer te verwijderen.
3.Pak de SD-kaart vast en trek deze uit de computer.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
De SD-kaart (Secure Digital) plaatsen
1.Schuif de SD-kaart in de sleuf totdat deze vastklikt.
2.Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
11
12
De batterij verwijderen3
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Sluif de vergrendelingslipjes weg om de batterij te ontgrendelen.
4.Verwijder de batterij uit de computer.
SD-kaart (Secure Digital)
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
13
De batterij plaatsen
1.Plaats de batterij in het compartiment.
2.Schuif de batterij in de sleuf totdat deze vastklikt.
3.Plaats de
4.Volg de procedures in
SD-kaart
(Secure Digital).
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
14
De simkaart (Subscriber Identity
Module) verwijderen4
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Druk op de simkaart om deze los te maken van de computer.
4.Pak de simkaart vast en trek deze uit de computer.
batterij.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
15
De simkaart (Subscriber Identity Module) plaatsen
1.Steek de simkaart in de sleuf.
2.Plaats de
3.Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
16
Het toetsenbord verwijderen5
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Maak het toetsenbord los met een platte schroevendraaier om de
klemmetjes te verwijderen waarmee het toetsenbord aan de computer is
bevestigd.
4.Draai het toetsenbord om en plaats het op de polssteun.
batterij.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
5.Duw het klemmetje omhoog om de toetsenbordkabel los te maken en
koppel deze los van de computer.
17
6.Til het toetsenbord omhoog en uit de computer.
Het toetsenbord plaatsen
1.Sluit de toetsenbordkabel aan op het moederbord.
2.Plaats het toetsenbord in het compartiment.
3.Druk het toetenbord omlaag totdat hij vastklikt in de computer.
4.Plaats de
5.Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
18
De onderplaat verwijderen6
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Verwijder de schroef waarmee de onderplaat aan de computer is
bevestigd.
4.Schuif de onderplaat naar de achterzijde van de computer. Til de plaat uit
de computer.
batterij.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
19
De onderplaat plaatsen
1.Lijn de rand van de onderplaat met de computer en schuif deze erop.
2.Draai de schroef vast waarmee de onderplaat aan de computer wordt
bevestigd.
3.Plaats de
4.Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
20
Het geheugen verwijderen7
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Verwijder de
4.Wrik de klemmetjes weg van de geheugemodule totdat het geheugen
losklikt.
5.Verwijder de geheugenmodule uit de computer.
batterij.
onderplaat
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
21
Het geheugen plaatsen
1.Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket.
2.Druk op de klemmen om de geheugenmodule op de systeemkaart te
bevestigen.
3.Plaats de
4.Plaats de
5.Volg de procedures in
onderplaat
batterij
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
22
De vaste schijf verwijderen8
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Verwijder de
4.Verwijder de schroef waarmee de vaste schijf is bevestigd.
5.Schuif de vaste-schijfmodule naar links.
batterij.
onderplaat
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
6.Verwijder de vaste schijf voorzichtig uit de computer.
23
7.Verwijder de schroeven waarmee de vaste-schijfbracket aan de vaste
schijf is bevestigd. Maak de bracket los van de vaste schijf.
De vaste schijf plaatsen
1.Lijn de vaste-schijfbracket uit met de vaste schijf.
2.Draai de schroeven op de vaste schijf vast om de vaste-schijfbracket vast
te zetten op de vaste schijf.
3.Schuif de vaste schijf in het compartiment op het moederbord.
4.Plaats de schroeven terug waarmee de vaste schijf aan de computer wordt
bevestigd en draai deze vast.
5.Plaats de
6.Plaats de
7.Volg de procedures in
24
onderplaat
batterij
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
De polssteun verwijderen9
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Verwijder de
4.Verwijder het
5.De
6.Verwijder de schroeven uit de onderzijde van de computer, waarmee de
7.Plaats de schroeven terug op de polssteun.
vaste schijf
polssteun is bevestigd.
batterij.
onderplaat
toetsenbord.
verwijderen
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
8.Koppel de volgende kabels los:
•vingerafdruklezer (1)
25
•mediakaart (2)
•touchpad (3)
9.Maak de zijkanten van de polssteun voorzichtig los met een plastic
pennetje en verwijder de polssteun uit de computer.
De polssteun plaatsen
1.Lijn de polssteun uit met de oorspronkelijke positie in de computer en klik
deze voorzichtig vast.
2.Sluit de volgende kabels aan op de polssteun:
•vingerafdruklezer (1)
•mediakaart (2)
26
•touchpad (3)
3.Draai de schroeven op de polssteun aan om de polssteun vast te zetten.
4.Draai de schroeven aan de onderzijde van de computer aan, waarmee de
polssteun is bevestigd.
5.Plaats de
6.Plaats het
7.Plaats de
8.Plaats de
9.Volg de procedures in
vaste schijf
toetsenbord
onderplaat
batterij
.
.
.
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
27
28
De WLAN-kaart (Wireless Local
Area Network) verwijderen10
1.Volg de procedures in
2.Verwijder de
3.Verwijder de
4.Verwijder het
5.Verwijder de
6.Verwijder de
7.Koppel de antennekabels van de WLAN-kaart los.
8.Verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart aan het moederbord is
bevestigd.
batterij.
onderplaat
toetsenbord.
vaste schijf
polssteun.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
.
29
Loading...
+ 65 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.