Dell Vostro 3450 User Manual [nl]

Dell Vostro 3450 Eigenaarhandleiding
Regelgevingsmodel P19G Regelgevingstype P19G001

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen

OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
GEVAAR: EEN WAARSCHUWING duidt op een risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2011 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document, op welke wijze dan ook, zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Merken in deze tekst: Latitude ON Core Verenigde Staten en andere landen. AMD Sempron Inc. Office Outlook
,
Atom
Microsoft
,
OptiPlex
,
Centrino
®
,
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. en in licentie is gegeven voor gebruik op schijven en spelers. Bluetooth
®
SIG, Inc., en elk gebruik van dit merk door Dell Inc. geschiedt op basis van een licentie.
Dell
,
®
AMD Athlon
, Windows
Blu-ray Disc
, het Dell-logo,
Vostro en
Celeron
ATI Radeon
,
®
MS-DOS
,
is een merk dat het eigendom vormt van de Blu-ray Disc Association (BDA)
Dell Precision
en
Wi-Fi Catcher
®
zijn merken of gedeponeerde merken van Intel Corporation in de
®
is een gedeponeerd merk en
AMD
en
®
Windows Vista
,
een gedeponeerd merk van de Wireless Ethernet Compatibility Alliance, Inc.
Overige merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt kunnen verwijzen naar de rechtspersonen die aanspraak maken op het eigendom van de merken en namen van hun producten. Dell Inc. maakt geen aanspraak op het eigendom van merken en handelsnamen van derden.
,
Precision ON
zijn merken van Dell Inc.
ATI FirePro
zijn merken van Advanced Micro Devices,
®
, het logo van de startknop van Windows Vista en
Bluetooth
,
ExpressCharge
Intel
AMD Opteron
®
is een gedeponeerd merk van
®
,
Pentium
,
AMD Phenom
,
Latitude
®
,
Xeon
Wi-Fi
,
®
,
,
®
is
2011 – 06
Rev. A00

Inhoudsopgave

Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en waarschuwingen.................2
Hoofdstuk 1: Aan de computer werken.....................................................7
Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................7
Aanbevolen hulpmiddelen.................................................................................................9
Uw computer uitschakelen...............................................................................................9
Nadat u aan de computer hebt gewerkt.........................................................................10
Hoofdstuk 2: Batterij...................................................................................11
De batterij verwijderen....................................................................................................11
De batterij plaatsen.........................................................................................................12
Hoofdstuk 3: Geheugenkaart.....................................................................13
De geheugenkaart verwijderen.......................................................................................13
De geheugenkaart plaatsen............................................................................................14
Hoofdstuk 4: ExpressCard..........................................................................15
De ExpressCard verwijderen...........................................................................................15
De ExpressCard plaatsen................................................................................................16
Hoofdstuk 5: Geheugendeur......................................................................17
Het klepje van het geheugen verwijderen......................................................................17
Het klepje van het geheugen plaatsen............................................................................18
Hoofdstuk 6: Geheugen..............................................................................19
De geheugenmodule verwijderen...................................................................................19
De geheugenmodule plaatsen........................................................................................20
Hoofdstuk 7: Optisch station......................................................................21
Het optische station verwijderen....................................................................................21
Het optische station plaatsen.........................................................................................23
Hoofdstuk 8: Toetsenbord..........................................................................25
Het toetsenbord verwijderen..........................................................................................25
Het toetsenbord plaatsen................................................................................................28
Hoofdstuk 9: Polssteun...............................................................................29
De polssteun verwijderen...............................................................................................29
De polssteun plaatsen.....................................................................................................35
Hoofdstuk 10: Scharnierkap......................................................................37
De scharnierkap verwijderen..........................................................................................37
De scharnierkap plaatsen...............................................................................................38
Hoofdstuk 11: Beeldscherm.......................................................................41
Het beeldscherm verwijderen.........................................................................................41
Het beeldscherm plaatsen..............................................................................................44
Hoofdstuk 12: Montagekader van het beeldscherm.............................47
Het montagekader van het beeldscherm verwijderen....................................................47
Het montagekader van het beeldscherm plaatsen.........................................................48
Hoofdstuk 13: Camera.................................................................................51
De camera verwijderen...................................................................................................51
De camera plaatsen........................................................................................................52
Hoofdstuk 14: Beeldschermpaneel..........................................................55
Het beeldschermpaneel verwijderen..............................................................................55
Het beeldschermpaneel plaatsen...................................................................................58
Hoofdstuk 15: Beeldschermkabel.............................................................61
De beeldschermkabel verwijderen.................................................................................61
De beeldschermkabel plaatsen.......................................................................................62
Hoofdstuk 16: Beeldschermbeugels en -scharnieren...........................65
De brackets en scharnieren van het beeldscherm verwijderen.....................................65
De brackets en scharnieren van het beeldscherm plaatsen..........................................67
Hoofdstuk 17: VGA-kaart............................................................................69
De VGA-kaart verwijderen..............................................................................................69
De VGA-kaart plaatsen....................................................................................................70
Hoofdstuk 18: WLAN-kaart (Wireless Local Area Network)................73
De WLAN-kaart (Wireless Local Area Network) verwijderen........................................73
De WLAN-kaart (wireless local area network) plaatsen................................................74
Hoofdstuk 19: Systeemventilator..............................................................75
De systeemventilator verwijderen..................................................................................75
De systeemventilator plaatsen........................................................................................76
Hoofdstuk 20: Moederbord........................................................................79
Het moederbord verwijderen..........................................................................................79
Het moederbord plaatsen................................................................................................81
Hoofdstuk 21: Gelijkspanningsingang......................................................83
De DC-in-poort verwijderen............................................................................................83
De DC-in-poort plaatsen..................................................................................................85
Hoofdstuk 22: Ingangs-/uitgangskaart.....................................................87
Het I/O-paneel verwijderen.............................................................................................87
Het I/O-paneel plaatsen..................................................................................................88
Hoofdstuk 23: Luidspreker.........................................................................91
De luidsprekers verwijderen...........................................................................................91
De luidsprekers plaatsen................................................................................................93
Hoofdstuk 24: Vaste schijf..........................................................................95
De vaste schijf verwijderen.............................................................................................95
De vaste schijf plaatsen..................................................................................................98
Hoofdstuk 25: Warmteafleider................................................................101
De warmteafleider verwijderen....................................................................................101
De warmteafleider plaatsen..........................................................................................102
Hoofdstuk 26: Processor..........................................................................105
De processor verwijderen.............................................................................................105
De processor plaatsen..................................................................................................106
Hoofdstuk 27: Knoopcelbatterij...............................................................109
De knoopcelbatterij verwijderen...................................................................................109
De knoopcelbatterij plaatsen........................................................................................110
Hoofdstuk 28: Systeeminstellingen........................................................113
Overzicht System Setup................................................................................................113
System Setup openen...................................................................................................113
System Setup-schermen...............................................................................................114
Opties voor System Setup.............................................................................................115
Hoofdstuk 29: Diagnostiek.......................................................................119
Statuslampjes van het apparaat...................................................................................119
Batterijstatuslampjes....................................................................................................119
Diagnostische pieptooncodes.......................................................................................119
Hoofdstuk 30: Specificaties.....................................................................121
Hoofdstuk 31: Contact opnemen met Dell.............................................131
Contact opnemen met Dell............................................................................................131
1

Aan de computer werken

Voordat u in de computer gaat werken

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
U hebt de stappen uitgevoerd in Aan de computer werken.
U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op www.dell.com/ regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
7
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert. Trek connectors in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur die in dit document is afgebeeld.
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de computer gaat werken.
1. Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de
computerkap bekrast raakt.
2. Schakel uw computer uit (zie
uitschakelen)
3. Als de computer is verbonden met een dockingapparaat (gekoppeld), zoals de
optionele mediabasis of batterijblok, moet u deze ontkoppelen.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
4. Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
5. Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het
stopcontact.
6. Sluit het beeldscherm en zet de computer ondersteboven op een plat
werkoppervlak neer.
OPMERKING: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij te verwijderen voordat u de computer een onderhoudsbeurt geeft.
7. Verwijder de hoofdbatterij.
8. Zet de computer weer rechtop.
9. Klap het beeldscherm open.
10. Druk op de aan-/uit-knop om de systeemkaart te aarden.
WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door altijd eerst de stekker uit het stopcontact te halen voordat u de computerbehuizing opent.
).
Turning Off Your Computer (Uw computer
8
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
11. Verwijder alle geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de desbetreffende
sleuven.

Aanbevolen hulpmiddelen

Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Kleine sleufkopschroevendraaier
#0 Phillips schroevendraaier
#1 Phillips schroevendraaier
Klein plastic pennetje
Een cd met het Flash BIOS-updateprogramma

Uw computer uitschakelen

WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
In Windows Vista:
Klik op Start en vervolgens op de pijl in de linkeronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op Afsluiten.
In Windows XP: Klik op Start Computer afsluitenAfsluiten . De computer wordt uitgezet
nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan/uit-knop vier seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
9

Nadat u aan de computer hebt gewerkt

Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computer zijn ontworpen.
1. Sluit externe apparaten aan, zoals een poortreplicator, een batterijblok of mediabasis en plaats alle kaarten terug, zoals een ExpressCard.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
3. Plaats de batterij terug.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Zet de computer aan.
10

Batterij

De batterij verwijderen

2
1. Volg de procedures in
2. Schuif de linker- en rechterlipjes van de batterijvergrendeling naar de ontgrendelde positie.
3. Verschuif de batterij en verwijder deze uit de computer.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
11

De batterij plaatsen

1. Schuif de batterij in de sleuf totdat deze vastklikt.
2. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
12

Geheugenkaart

De geheugenkaart verwijderen

3
1. Volg de procedures in
2. Druk op de geheugenkaart om deze los te maken van de computer.
3. Schuif de geheugenkaart uit de computer.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
13

De geheugenkaart plaatsen

1. Duw de geheugenkaart in het compartiment totdat deze volledig is vastgeklikt.
2. Volg de procedures in
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
14

ExpressCard

De ExpressCard verwijderen

4
1. Volg de procedures in
2. Druk op de ExpressCard om deze los te maken van de computer.
3. Schuif de ExpressCard uit de computer.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
15

De ExpressCard plaatsen

1. Druk de ExpressCard in de sleuf totdat hij op zijn plaats klikt.
2. Plaats de
3. Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
16

Geheugendeur

Het klepje van het geheugen verwijderen

5
1. Volg de procedures in
2. Draai de schroef los waarmee het klepje van het geheugen is bevestigd.
3. Wrik het klepje van het geheugen bij het schroefgat omhoog en verwijder hem.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
17

Het klepje van het geheugen plaatsen

1. Plaats het klepje van het geheugen op de achterzijde van de computer.
2. Draai de schroef vast om het klepje van het geheugen vast te zetten.
3. Plaats de
4. Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
18

Geheugen

De geheugenmodule verwijderen

6
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder het
4. Duw de borgklemmen van de geheugenmodule naar buiten totdat de module loskomt.
5. Verwijder de geheugenmodule uit de connector op het moederbord.
batterij.
klepje van het geheugen
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
19

De geheugenmodule plaatsen

1. Plaats de geheugenmodule in de geheugensocket.
2. Druk de geheugenmodule omlaag totdat deze met het klemmetje wordt vastgeklikt.
3. Plaats het
4. Plaats de
5. Volg de procedures in
klepje van het geheugen
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
20

Optisch station

Het optische station verwijderen

7
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder het
4. Verwijder de schroef waarmee het optische station aan de computer is bevestigd.
5. Gebruik een schroevendraaier om het optische station voorzichtig uit de computer te wrikken.
batterij.
klepje van het geheugen
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
21
6. Verwijder de schroeven waarmee de bracket van het optische station is bevestigd.
7. Verwijder de bracket voor het optische station van de module van het optische station.
22

Het optische station plaatsen

1. Draai de schroeven vast waarmee de bracket van het optische station wordt bevestigd.
2. Schuif het optische staiton in het compartiment op het chassis.
3. Draai de schroef vast waarmee het optische station op de computer wordt bevestigd.
4. Plaats het
5. Plaats de
6. Volg de procedures in
klepje van het geheugen
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
.
23
24

Toetsenbord

Het toetsenbord verwijderen

8
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Druk het toetsenbord omlaag. Duw het toetsenbord met behulp van een platte schroevendraaier in de richting van het beeldscherm om het eerste klemmetje van het toetsenbord.
4. Wrik het tweede klemmetje van het toetsenbord los.
batterij.
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
25
5. Wrik het derde klemmetje van het toetsenbord los.
6. Wrik het vierde klemmetje van het toetsenbord los.
26
7. Trek het toetsenbord omhoog van de polssteun.
8. Maak de vergrendeling op de connector van het moederbord los en koppel vervolgens de toetsenbordkabel los.
27

Het toetsenbord plaatsen

1. Druk het toetsenbord omlaag om de vergrendeling van het toetsenbord vast te maken.
2. Plaats de
3. Volg de procedures in
batterij
.
Nadat u aan de computer hebt gewerkt
.
28

Polssteun

De polssteun verwijderen

9
1. Volg de procedures in
2. Verwijder de
3. Verwijder het
4. Verwijder het
5. Verwijder het
6. Verwijder de schroeven in het batterijcompartiment
7. Verwijder de schroeven in het compartiment van het optische station.
batterij.
toetsenbord. klepje van het geheugen optische station
Voordat u binnen de computer gaat werken
.
.
.
29
8. Verwijder het rubber op de rechterzijde van de onderplaat.
9. Verwijder het rubber op de linkerzijde van de onderplaat.
30
Loading...
+ 101 hidden pages