Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen, en
waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de
computer.
WAARSCHUWING: EEN WAARSCHUWING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel
gegevensverlies aan en vertelt u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade aan eigendommen,
lichamelijk letsel of overlijden.
auteursrecht en intellectueel eigendom binnen en buiten de VS. Dell™ en het Dell-logo zijn handelsmerken van Dell
Inc. in de Verenigde Staten en/of andere jurisdicties. Alle overige merken en namen in dit documenten kunnen
handelsmerken van hun respectieve eigenaren zijn.
2014 -10
Rev. A01
Inhoudsopgave
1 Aan de computer werken.................................................................................... 6
Voordat u in de computer gaat werken............................................................................................... 6
6 Contact opnemen met Dell.............................................................................. 76
1
Aan de computer werken
Voordat u in de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen en de computer tegen
mogelijke schade te beschermen. Tenzij anders aangegeven, wordt er bij elke procedure in dit document
van de volgende veronderstellingen uitgegaan:
•U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is geleverd.
•Een onderdeel kan worden vervangen of, indien afzonderlijk aangeschaft, worden geïnstalleerd door
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
GEVAAR: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent.
Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle
panelen en schroeven terug voordat u de computer weer aansluit op de voedingsbron.
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u
werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over
veiligheidsrichtlijnen onze webpagina over wet- en regelgeving op
regulatory_compliance .
WAARSCHUWING: Een groot aantal reparaties mag alleen door een erkend servicemonteur
worden uitgevoerd. U mag alleen probleemoplossing en eenvoudige reparaties uitvoeren zoals
toegestaan volgens de documentatie bij uw product of zoals geïnstrueerd door het on line of
telefonische team voor service en ondersteuning. Schade die het gevolg is van onderhoud dat
niet door Dell is geautoriseerd, wordt niet gedekt door uw garantie. Lees de veiligheidsinstructies
die bij het product zijn geleverd en leef deze na.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met een
aardingspolsbandje of door regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan te raken, zoals een
connector aan de achterkant van de computer.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de componenten en
de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten vast bij de uiteinden of bij de metalen
bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een processor, vast aan de uiteinden, niet aan
de pinnen.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan de kabelontlastingslus te trekken
en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector met borglippen. Als u
dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel verwijdert.
Trek connectoren in een rechte lijn uit elkaar om te voorkomen dat connectorpinnen verbuigen.
Ook moet u voordat u een kabel verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
OPMERKING: De kleur van uw computer en bepaalde onderdelen kunnen verschillen van de kleur
die in dit document is afgebeeld.
www.dell.com/
6
Om schade aan de computer te voorkomen, moet u de volgende instructies opvolgen voordat u in de
computer gaat werken.
1.Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is, om te voorkomen dat de computerkap bekrast
raakt.
2.Schakel uw computer uit (zie Uw computer uitschakelen).
3.Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los.
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de connector
van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de netwerkkabel loskoppelen
van het netwerkapparaat.
4.Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
5.Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
6.Sluit het beeldscherm en zet de computer ondersteboven op een plat werkoppervlak neer.
OPMERKING: U voorkomt schade aan het moederbord door de hoofdbatterij te verwijderen
voordat u de computer een onderhoudsbeurt geeft.
7.Verwijder de hoofdbatterij.
8.Zet de computer met de bovenzijde omhoog.
9.Klap het beeldscherm open.
10. Druk op de aan-uitknop om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWING: U beschermt zich tegen elektrische schokken door altijd eerst de stekker
uit het stopcontact te halen voordat u de computerbehuizing opent.
WAARSCHUWING: Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd
metalen oppervlak van de behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen
voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw
computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
11. Verwijder eventueel geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de sleuven.
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te
slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de
computer uitzet.
1.Sluit het besturingssysteem af:
•In Windows 8:
– Het gebruik van een apparaat met aanraakfunctie:
a.Beweeg vanaf de rechterrand van het scherm om het Charms-menu te openen en
selecteer Settings (Instellingen).
b.Selecteer het en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
– Het gebruik van een muis:
a.Wijs naar de hoek rechtsboven in het scherm en klik op Settings.(Instellingen).
7
b.Klik op het en selecteer Shut down (Afsluiten).
•In Windows 7:
1.Klik op Start.
2.Klik op Shutdown (Afsluiten).
of
1.Klik op Start.
2.Klik op de pijl in de linkeronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en
klik vervolgens op Shutdown (Afsluiten).
2.Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop
vier seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten,
kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die
voor deze specifieke Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Dellcomputer zijn ontworpen.
1.Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten,
zoals een ExpressCard, terug.
2.Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING: Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het
netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
3.Plaats de batterij terug.
4.Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5.Zet de computer aan.
8
Het verwijderen en installeren van
onderdelen
Deze paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe de onderdelen moeten worden verwijderd uit, of worden
geïnstalleerd in uw computer.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
Afbeelding 2. Bovenaanzicht: toetsenbord en polssteun verwijderd
1.kaart van de wifischakelaar2.luidspreker
3.ExpressCard-houder4.moederbord
5.luidspreker6.harde-schijfcompartiment
7.VGA-kaart8.beeldscherm
De SD-kaart verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Druk op de SD-kaart om deze van de systeemkast los te koppelen. Schuif de SD-kaart uit de
systeemkast.
De SD-kaart (Secure Digital) plaatsen
1.Schuif de SD-kaart in de sleuf totdat de kaart op zijn plaats klikt.
2.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
11
De ExpressCard-kaart verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Druk op de ExpressCard-kaart om deze los te koppelen van de computer. Schuif de ExpressCard-
kaart uit de computer.
De ExpressCard-kaart plaatsen
1.Schuif de ExpressCard-kaart in de sleuf totdat de kaart vastklikt.
2.Volg de procedures in Nadat u aan de computer hebt gewerkt.
De batterij verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Schuif de vergrendelingspalletjes weg om de batterij te ontgrendelen.
12
3.Draai de batterij uit de computer.
13
De batterij plaatsen
1.Schuif de batterij in de sleuf totdat deze vastklikt.
2.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De onderplaat verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de schroeven waarmee de onderplaat aan de computer is bevestigd.
14
3.Til de onderplaat op om deze uit de computer te verwijderen.
15
De onderplaat plaatsen
1.Plaats de onderplaat zo dat deze wordt uitgelijnd met de schroefgaten op de computer.
2.Draai de schroeven vast waarmee de onderplaat aan de computer wordt bevestigd.
3.Plaats de batterij.
4.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De hoekbeschermers aan de onderkant verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de batterij.
3.Verwijder de onderplaat.
4.Verwijder de schroeven waarmee de linkerhoekbeschermer van de onderkant is bevestigd, til en
verwijder het uit de computer.
16
5.Verwijder de schroeven waarmee de rechterhoekbeschermer van de onderkant is bevestigd, til en
verwijder het uit de computer.
De hoekbeschermers aan de onderkant plaatsen
1.Plaats de linker- en rechterhoekbeschermers van de onderkant, en lijn deze uit met de schroefgaten
in de computer.
2.Draai de schroeven vast om de hoekbeschermers aan de onderkant op de computer te bevestigen.
3.Plaats:
a. afdekplaat onderkant
b. batterij
4.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het geheugen verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder:
17
a. batterij
b. afdekplaat onderkant
3.Wrik de borgklemmen weg van de geheugenmodule tot deze omhoog komt en verwijder de
geheugenmodule uit de connector op het moederbord.
Het geheugen plaatsen
1.Plaats het geheugen in de geheugensleuf.
2.Druk op de borgklemmen om de geheugenmodule te bevestigen op het moederbord.
3.Plaats:
a. afdekplaat onderkant
b. batterij
4.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De harde schijf verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de batterij.
3.Verwijder de schroeven waarmee de harde schijf op de computer is bevestigd. Schuif de harde schijf
uit de computer.
4.Verwijder de schroef waarmee de hardeschijfhouder aan de harde schijf is bevestigd. Verwijder de
hardeschijfhouder van de harde schijf.
18
5.Buig de harde-schijfisolatie om. Trek de harde-schijfisolatie van de harde schijf.
De harde schijf plaatsen
1.Plaats de harde-schijfisolatie op de harde schijf.
2.Bevestig de harde-schijfhouder aan de harde schijf.
3.Draai de schroeven vast waarmee de harde-schijfhouder aan de harde schijf wordt bevestigd.
4.Schuif de harde schijf in de computer.
5.Draai de schroeven vast waarmee de harde schijf aan de computer wordt bevestigd.
6.Plaats de batterij.
7.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
Het optische station verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder de batterij.
3.Druk op de vergrendeling van het optische station om het optische statio los te maken en uit de
computer te verwijderen.
19
4.Verwijder de schroef waarmee de vergrendeling van het optische station op het optische station is
bevestigd. Schuif de vergrendeling van het optische station en verwijder hem van het optische
station.
5.Verwijder de schroeven waarmee de vergrendelingsbracket van het optische station aan het optische
station is bevestigd. Verwijder de vergrendelingsbracket van het optische station.
Het optische station plaatsen
1.Lijn de vergrendelingsbracket van het optische station uit met zijn positie op het optische station.
2.Draai de schroef vast om de vergrendelingsbracket van het optische station te bevestigen.
3.Schuif de vergrendeling van het optische station in de vergrendelingsbracket van het optische
station.
20
4.Draai de schroeven vast om de vergrendeling van het optische station aan de vergrendelingsbracket
van het optische station te bevestigen.
5.Schuif het optische station in het stationcompartiment.
6.Druk op de vergrendeling van het optische station om het optische statio vast te zetten.
7.Plaats de batterij.
8.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De WLAN-kaart (wireless local area network) verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder:
a. batterij
b. afdekplaat onderkant
3.Koppel de antennekabels los, verwijder de schroef waarmee de WLAN-kaart aan de computer is
bevestigd en til de WLAN-kaart uit de computer.
De WLAN-kaart plaatsen
1.Steek de WLAN-kaart in de connector met een hoek van 45 graden in de sleuf.
2.Draai de schroef aan waarmee de WLAN-kaart aan de computer is bevestigd.
3.Sluit de antennekabels aan op de bijbehorende connectoren die gemarkeerd zijn op de WLAN-kaart.
4.Plaats:
a. afdekplaat onderkant
b. batterij
5.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De WWAN-kaart (wireless wide area network) verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder:
a. batterij
b. afdekplaat onderkant
3.Voer de volgende stappen uit zoals wordt getoond in de afbeelding:
a. Koppel de antennekabels los van de WWAN-kaart.
b. Verwijder de schroef waarmee de WWAN-kaart aan de computer is bevestigd.
21
c. Verwijder de WWAN-kaart uit de computer.
De WWAN-kaart plaatsen
1.Plaats de WWAN-kaart in de sleuf op het moederbord.
2.Druk de WWAN-kaart naar beneden en draai de schroef vast waarmee de WWAN-kaart aan de
computer vastzit.
3.Sluit de antennekabels aan op de connectoren op de WWAN-kaart.
4.Plaats:
a. afdekplaat onderkant
b. batterij
5.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De netwerkconnector verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder:
a. batterij
b. afdekplaat onderkant
c. hoekbeschermer onderkant (links)
3.Voer de volgende stappen uit zoals wordt getoond in de afbeelding:
a. Koppel de kabel los van het moederbord.
b. Maak de kabel los uit de geleiders.
c. Verwijder de schroef waarmee de beugel van de netwerkconnector aan de computer is
bevestigd.
4.Til de netwerkconnectorbracket uit de computer. Til de netwerkconnector uit de computer.
22
De netwerkconnector plaatsen
1.Lijn de netwerkconnector uit op zijn positie in de computer.
2.Plaats de netwerkconnectorbracket op de netwerkconnector.
3.Draai de schroef aan om de bracket van de netwerkconnector aan de computer te bevestigen.
4.Leid de kabel door de geleiders.
5.Sluit de kabel aan op het moederbord.
6.Plaats:
a. hoekbeschermer onderkant (links)
b. afdekplaat onderkant
c. batterij
7.Volg de procedures in nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer heeft verricht.
De knoopbatterij verwijderen
1.Volg de procedures in Voordat u in de computer gaat werken.
2.Verwijder:
a. batterij
b. afdekplaat onderkant
3.Koppel de kabel van de knoopbatterij los. Wrik de knoopbatterij omhoog en verwijder hem uit de
computer.
23
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.