Dell Inspiron 15R Owner's Manual [nl]

Dell Inspiron 15R

Gebruikshandleiding

Computermodel: Inspiron 5520/7520

Regelgevingsmodel: P25F

Regelgevingstype: P25F001

Opmerkingen, waarschuwingen en gevaar-kennisgevingen

OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.

WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies niet worden opgevolgd.

VOORZICHTIG: Een GEVAAR-KENNISGEVING duidt op een risico op schade

____________________

De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2012 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.

Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.

Merken die in dit document worden gebruikt: Dell, het DELL-logo en XPSzijn merken van Dell Inc.; Microsoft®, Windows® en het logo op de startknop van Windows zijn merken of gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen; Bluetooth® is een gedeponeerd merk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie door Dell gebruikt.

Overige merken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de

namen van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.

2012 - 04

Rev. A00

Inhoudsopgave

1Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Uw computer en daarmee verbonden

apparaten uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Aanbevolen hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

2Nadat u binnen de computer

hebt gewerkt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

3SWITCH. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

De SWITCH verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 De SWITCH terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

4Batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

De batterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13

5Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Het toetsenbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Het toetsenbord terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . 16

6Onderplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

De onderplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 De onderplaat terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 18

7Geheugenmodule(s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

De geheugenmodule(s) verwijderen . . . . . . . . . . . 19 De geheugenmodule(s) terugplaatsen. . . . . . . . . . 20

8Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

De vaste schijf terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . 21 De vaste schijf vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

9Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Het optisch station verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 25 Het optische station terugplaatsen . . . . . . . . . . . . 26

Inhoud | 3

10 Polssteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

27

De polssteun verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

27

De polssteun terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . .

31

11 Netadapterpoort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

33

De netadapterpoort verwijderen. . . . . . . . . . . . . .

33

De netadapterpoort terugplaatsen . . . . . . . . . . . .

34

12 Beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

35

Het beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . . . . . .

35

Het beeldscherm opnieuw installeren . . . . . . . . . .

37

Het montagekader van het

 

beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

37

Het montagekader terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

38

De scharnierkapjes verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

39

De scharnierkapjes terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

40

Het beeldschermpaneel verwijderen . . . . . . . . . . .

40

Het beeldschermpaneel terugplaatsen . . . . . . . . .

43

13 Cameramodule. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

45

De cameramodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

45

De cameramodule terugplaatsen . . . . . . . . . . . . .

48

14 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

49

Het moederbord verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . .

49

Het moederbord terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . .

52

De Service Tag invoeren in de BIOS . . . . . . . . . . .

53

15 Thermische koeleenheid . . . . . . . . . . . . . . . . .

55

De thermische koeleenheid verwijderen . . . . . . . .

55

De thermische koeleenheid terugplaatsen . . . . . . .

57

16 Processor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

59

De processor verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

59

De processor terugplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . .

61

17 Knoopcel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

63

De knoopcel verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

63

De knoopcel terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . .

65

4 | Inhoud

18 Luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

67

De luidsprekers verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . .

67

De luidsprekers terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . .

69

19 Mediakaartlezer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

71

De mediakaartlezer verwijderen . . . . . . . . . . . . . .

71

De mediakaartlezer terugplaatsen . . . . . . . . . . . .

73

20 Dochterkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

75

De dochterkaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . .

75

De dochterkaart terugplaatsen. . . . . . . . . . . . . . .

77

21 Minikaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

79

De minikaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . .

79

De minikaart terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . .

80

22 De BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

83

Inhoud | 5

6 | Inhoud

1Voordat u begint

Uw computer en daarmee verbonden apparaten uitschakelen

WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.

1Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende programma's af.

2Klik op Start en klik vervolgens op Afsluiten.

Microsoft Windows wordt afgesloten en vervolgens wordt de computer uitgeschakeld.

OPMERKING: Wanneer u een ander besturingssysteem gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw besturingssysteem voor instructies voor het afsluiten hiervan.

3Verwijder de stekker van de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit het stopcontact.

4Koppel alle telefoonkabels, netwerkkabels en aangesloten apparaten los van uw computer.

5Houd de aan-uitknop 5 seconden lang ingedrukt nadat de stekker van de computer uit het stopcontact is gehaald om het moederbord te aarden.

Veiligheidsinstructies

Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw persoonlijke veiligheid te garanderen en de computer en werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op www.dell.com/regulatory_compliance.

VOORZICHTIG: Koppel alle voedingsbronnen los voordat u de computerbehuizing of -panelen opent. Zodra u klaar bent met de werkzaamheden binnen de computer, plaatst u de behuizing en alle panelen en schroeven terug voordat u de computer weer aansluit op de voedingsbron.

WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het werkoppervlak plat en schoon is om schade aan de computer te voorkomen.

WAARSCHUWING: Pak de componenten en kaarten bij de rand vast en kom niet aan pinnetjes en contactpunten om beschadigingen te voorkomen.

WAARSCHUWING: Alleen opgeleide onderhoudsmonteurs zijn bevoegd om de computerkap te verwijderen en met de componenten in de computer te werken. Raadpleeg de veiligheidinstructies voor volledige informatie over voorzorgsmaatregelen, werken in de computer en bescherming tegen elektrostatische ontlading.

Voordat u begint

|

7

WAARSCHUWING: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.

WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben connectoren met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat connectorpinnetjes verbuigen. Zorg er bij het aansluiten van kabels voor dat de connectoren en poorten de juiste richting hebben en correct zijn uitgelijnd.

WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst de stekker van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en de stekker van de netwerkkabel uit het netwerkcontact verwijderen.

Aanbevolen hulpmiddelen

Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:

Kruiskopschroevendraaier

Plastic pennetje

Kleine sleufkopschroevendraaier

8| Voordat u begint

2Nadat u binnen de computer hebt gewerkt

Nadat u de vervangingsprocedures hebt voltooid, gaat u als volgt te werk:

Plaats alle schroeven terug en zorg ervoor dat er geen losse schroeven in uw computer achterblijven

Sluit alle externe apparaten, kabels, kaarten en eventuele andere componenten die u hebt verwijderd weer aan voordat u met uw computer aan de slag gaat

Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact

WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de computer beschadigd raakt.

Nadat u binnen de computer hebt gewerkt

|

9

10

|

Nadat u binnen de computer hebt gewerkt

3SWITCH

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De SWITCH verwijderen

1Schuif het batterijontgrendelingsmechanisme opzij. De SWITCH zal hierdoor omhoog klappen.

2Til de SWITCH uit de computer.

3

1

2

1 beeldschermkap 2 SWITCHontgrendelingsmechanisme

3SWITCH

SWITCH | 11

De SWITCH terugplaatsen

Procedure

1Lijn de lipjes aan de onderzijde van de SWITCH uit met de sleuven op de beeldschermkap en klik de SWITCH op zijn plaats.

4

3

2

1

1

beeldschermkap

2

sleuven

 

 

 

 

3

lipjes

4

SWITCH

 

 

 

 

2Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

12 | SWITCH

4Batterij

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De batterij verwijderen

1Klap het beeldscherm dicht en zet de computer op zijn kop.

2Schuif het ontgrendelingsschuifje van het batterijcompartiment open.

3Haal de batterij uit de houder.

2

1

1 batterijvergrendelingsschuifjes (2)

2 (batterij)

 

 

De batterij vervangen

1Lijn de lipjes op de batterij uit met de sleuven in het batterijcompartiment en druk licht op de batterij totdat hij op zijn plek klikt.

2Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

Batterij | 13

14 | Batterij

Dell Inspiron 15R Owner's Manual

5Toetsenbord

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

Het toetsenbord verwijderen

Vereisten vooraf

1Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwijderen” op pagina 13.

Procedure

WAARSCHUWING: De toetsen van het toetsenbord zijn kwetsbaar. Ze raken snel los en het is veel werk om ze terug te plaatsen. Wees voorzichtig met het verwijderen van het toetsenbord en met het toetsenbord zelf.

1Keer de computer om en klap het beeldscherm zo ver mogelijk naar achter.

2Gebruik een plastic mesje om het toetsenbord uit de lipjes op de polssteun los te maken. Til het toetsenbord omhoog totdat deze uit de polssteun losspringt.

WAARSCHUWING: Wees erg voorzichtig met het verwijderen van het toetsenbord en met het toetsenbord zelf. Als u niet oppast, zou u het beeldscherm kunnen beschadigen.

1

2

3

4

1

lipjes (4)

2

plastic pennetje

 

 

 

 

3

toetsenbord

4

polssteun

 

 

 

 

Toetsenbord | 15

3Draai het toetsenbord om en plaats het op de polssteun.

4Til de connectorvergrendeling op en trek aan het treklipje om de toetsenbordkabel los te koppelen van de connector op het moederbord.

5Til het toetsenbord uit de computer.

12

3

1

toetsenbordkabel

2 connectorvergrendeling

 

 

 

3

lipjes (5)

 

 

 

 

Het toetsenbord terugplaatsen

Procedure

1Schuif de toetsenbordkabel in de connector op het moederbord en druk de connectorvergrendeling omlaag om de kabel vast te zetten.

2Schuif de lipjes aan de onderzijde van het toetsenbord in de sleuven op de polssteun en plaats het toetsenbord op de polssteun.

3Druk voorzichtig op de randen van het toetsenbord om het toetsenbord vast te klikken onder de lipjes op de polssteun.

4Klap het beeldscherm dicht en zet de computer op zijn kop.

Vereisten achteraf

1Breng de batterij opnieuw aan. Zie “De batterij vervangen” op pagina 13.

2Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

16 | Toetsenbord

6Onderplaat

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De onderplaat verwijderen

Vereisten vooraf

1Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwijderen” op pagina 13.

Procedure

1Draai de drie geborgde schroeven los waarmee de onderplaat aan de computerbasis is bevestigd.

2Wrik met uw vingertoppen de onderplaat los van de computerbasis.

3Til de onderplaat van de computerbasis af.

2

1

1 onderplaat

2 borgschroeven (3)

 

 

Onderplaat | 17

De onderplaat terugplaatsen

Procedure

1Lijn de lipjes op de onderplaat uit met de sleuven op de computerbasis en klik de moduleplaat voorzichtig op zijn plaats.

2Draai de drie borgschroeven vast om de onderplaat aan de computerbasis te bevestigen.

Vereisten achteraf

1Breng de batterij opnieuw aan. Zie “De batterij vervangen” op pagina 13.

2Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

18 | Onderplaat

7Geheugenmodule(s)

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

De geheugenmodule(s) verwijderen

Vereisten vooraf

1Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwijderen” op pagina 13.

2Verwijder de onderplaat. Zie “De onderplaat verwijderen” op pagina 17.

Procedure

WAARSCHUWING: Gebruik geen gereedschap om de bevestigingsklemmetjes van de geheugenmoduleconnector uit elkaar te duwen. Zo voorkomt u schade aan de connector.

1Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de geheugenmoduleconnector voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt.

2Verwijder de geheugenmodule uit de connector.

1

3

2

1 geheugenmoduleconnector

2 borgklemmen (2)

3geheugenmodule

Geheugenmodule(s) | 19

De geheugenmodule(s) terugplaatsen

Procedure

1Lijn de inkeping in de geheugenmodule uit met het lipje op de geheugenmoduleconnector.

2Schuif de geheugenmodule stevig in de sleuf onder een hoek van 45 graden en druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.

OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt geplaatst, start de computer mogelijk niet op.

2

1

1

lipje

2

inkeping

 

 

 

 

Vereisten achteraf

1Plaats de onderplaat terug. Zie “De onderplaat terugplaatsen” op pagina 18.

2Breng de batterij opnieuw aan. Zie “De batterij vervangen” op pagina 13.

3Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

4Zet de computer aan.

Bij het opstarten van de computer worden de geheugenmodules gedetecteerd en wordt de systeemconfiguratie automatisch bijgewerkt.

Controleer als volgt hoeveel geheugen in de computer is geïnstalleerd:

Klik op Start → Configuratiescherm→ Systeem en beveiliging→ Systeem.

20 | Geheugenmodule(s)

8Vaste schijf

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

WAARSCHUWING: Verwijder de vaste schijf niet als de computer aan staat of zich in de slaapstand bevindt om gegevensverlies te voorkomen.

WAARSCHUWING: Vaste schijven zijn ontzettend kwetsbaar. Wees voorzichtig met de vaste schijf.

De vaste schijf terugplaatsen

Vereisten vooraf

1Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwijderen” op pagina 13.

2Verwijder de onderplaat. Zie “De onderplaat verwijderen” op pagina 17.

Vaste schijf

|

21

Procedure

1Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.

2Gebruik het treklipje om de vaste schijf naar de achterzijde van de computer te schuiven en verwijder de vaste schijf op deze manier uit de aansluiting op het moederbord.

3Til de vaste schijf uit de computerbasis.

1

2

3

1 treklipje

2 schroeven (4)

3vaste schijf

22

|

Vaste schijf

4Verwijder de schroeven waarmee de beugel aan de vaste schijf is bevestigd.

5Til de vaste schijf van de beugel.

3

2

1

1 schroeven (4)

2

vaste schijf

3beugel van de vaste schijf

De vaste schijf vervangen

Procedure

1Haal de nieuwe vaste schijf uit de verpakking.

Bewaar de originele verpakking om de vaste schijf in te bewaren of te vervoeren.

2Lijn de schroefgaten in de beugel van de vaste schijf uit met de schroefgaten in de vaste schijf.

3Plaats de twee schroeven terug waarmee de houder aan de vaste schijf wordt bevestigd.

4Plaats de vaste schijf in de computerbasis.

5Gebruik het treklipje om de vaste schijf naar de voorzijde van de computer te schuiven, zodat de vaste schijf uit de aansluiting op het moederbord wordt verwijderd.

6Breng de schroeven opnieuw aan om de vaste schijf aan de computerbasis te bevestigen.

Vaste schijf

|

23

Vereisten achteraf

1Plaats de onderplaat terug. Zie “De onderplaat terugplaatsen” op pagina 18.

2Breng de batterij opnieuw aan. Zie “De batterij vervangen” op pagina 13.

3Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

24

|

Vaste schijf

9Optisch station

VOORZICHTIG: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg

de stappen in “Voordat u begint” op pagina 7. Raadpleeg voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de weten regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.

Het optisch station verwijderen

Vereisten vooraf

1Verwijder de batterij. Zie “De batterij verwijderen” op pagina 13.

2Verwijder de onderplaat. Zie “De onderplaat verwijderen” op pagina 17.

Procedure

1Verwijder de schroef waarmee de vaste schijf aan de computerbasis is bevestigd.

2Schuif het optische station met uw vingertoppen uit het schijfcompartiment.

2

1

1 optische station

2 schroef

 

 

Optisch station

|

25

3Wrik de beugel van het optisch station voorzichtig los en verwijder het uit het stationscompartiment.

4Verwijder de schroeven waarmee het optische station aan de beugel is bevestigd.

5Verwijder de beugel van het optische station.

3

4

2

1

1

montagekader van het

2

optisch station

 

optische station

 

 

 

 

 

 

3

beugel optisch station

4

schroeven (2)

 

 

 

 

Het optische station terugplaatsen

Procedure

1Lijn de schroefgaten op de beugel van het optische station uit met de schroefgaten in het optische station.

2Plaats de schroeven terug waarmee de beugel van het optische station aan het optische station wordt bevestigd.

3Lijn de lipjes op het montagekader van het optische station uit met de sleuven op het optische station en klik de montagebeugel van het optische station op zijn plaats.

4Schuif de optische schijf in het schijfcompartiment totdat de schijf goed vast zit.

5Plaats de schroef terug waarmee de optische schijf aan de computerbasis is bevestigd.

Vereisten achteraf

1Plaats de onderplaat terug. Zie “De onderplaat terugplaatsen” op pagina 18.

2Breng de batterij opnieuw aan. Zie “De batterij vervangen” op pagina 13.

3Volg de instructies in “Nadat u binnen de computer hebt gewerkt” op pagina 9.

26

|

Optisch station

Loading...
+ 58 hidden pages