Dell 2230d, 2230dn User Manual [nl]

Dell™ Gebruikershandleiding Laserprinter 2330d/2330dn
U bestelt als volgt inkt of supplies bij Dell:
1. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad.
2. Bezoek de website van Dell of bestel Dell printersupplies per telefoon.
www.dell.com/supplies
Voor optimale service moet u ervoor zorgen dat u de servicecode van de Dell printer bij de hand hebt.
Informatiebronnen Bezig met afdrukken van Over de printer Printer onderhouden Menu's op het bedieningspaneel Beheerdersondersteuning Optionele hardware installeren Problemen met de printer oplossen Papier plaatsen Specificaties Lokaal afdrukken instellen Bijlage Afdrukken via het netwerk instellen Informatie over licenties Softwareoverzicht
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
OPMERKING: met OPMERKING wordt belangrijke informatie aangegeven waarmee u beter gebruik kunt maken van
uw printer.
KENNISGEVING: met een KENNISGEVING wordt aangegeven hoe u vermijdt dat de hardware beschadigd wordt of
dat er gegevens verloren gaan.
LET OP: met LET OP wordt aangegeven dat handelingen schade aan eigendommen, persoonlijk letsel of de
dood tot gevolg kunnen hebben.
Informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. © 2008 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Reproductie op welke manier dan ook zonder de schriftelijke toestemming van Dell Inc. is uitdrukkelijk verboden. Handelsmerken die worden gebruikt in deze tekst: Dell, het DELL- logo, Dell Toner Management System en OpenManage zijn handelsmerken van
Dell Inc.; Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Windows
Vista is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen. Linux is het gedeponeerde handelsmerk van Linus Torvalds in de Verenigde Staten en andere landen. SuSE is een handelsmerk van Novell, Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen. Red Hat is een handelsmerk van Red Hat, Inc. Debian is een gedeponeerde handelsmerk van Software in the Public Interest, Inc. en wordt beheerd door het Debian-project. Linspire is een handelsmerk van Linspire, Inc. Ubuntu is een handelsmerk van Canonical Limited. Red Flag is een handelsmerk van Red Flag Software Co., Ltd.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Andere handelsmerken en handelsnamen worden in dit document gebruikt om te verwijzen naar de entiteiten die aanspraak maken op de merken
en namen, of naar de producten. Dell Inc. doet geen aanspraak op eigendomsrechten van de handelsmerken en handelsnamen van anderen.
BEPERKTE RECHTEN MET BETREKKING TOT DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN
Op deze software en documentatie zijn BEPERKTE RECHTEN van toepassing. Gebruik, vermenigvuldiging of openbaarmaking door de Amerikaanse
overheid is onderhevig aan beperkingen zoals opgenomen in subartikel (c)(1)(ii) van de "Rights in Technical Data and Computer Software" - clausule onder DFARS 252.227- 7013 en in van toepassing zijnde FAR - bepalingen: Dell Inc., One Dell Way, Round Rock, Texas, 78682, Verenigde Staten.
Model 2330d-2330dn
Juli 2008 SRV HX750 Rev. A00

Informatiebronnen

gebruikers of technici
Informatie zoeken over de printer
Gewenste informatie Bron
De printer instellen Poster Printer instellen
Afdrukken De printer onderhouden Contact opnemen met Dell™
OPMERKING: De Handleiding voor eigenaren is mogelijk
niet beschikbaar in uw land of regio.
Veiligheidsinformatie voordat u begint met printen Informatie over regelgeving Garantieverklaring
Ondersteunde papiersoorten en -formaten Afdrukmateriaal selecteren en opslaan Afdrukmateriaal plaatsen Printerinstellingen configureren De printersoftware installeren en gebruiken De printer onderhouden Problemen oplossen
Handleiding voor eigenaren
Productinformatiegids
Gebruikershandleiding
Software en stuurprogramma's - Officiële stuurprogramma's voor uw printer en installatietoepassingen voor de Dell printersoftware Leesmij-bestanden - Veranderingen op technisch gebied of geavanceerd technisch referentiemateriaal voor ervaren
De cd Drivers and Utilities
OPMERKING: Als u tegelijkertijd een Dell computer en
printer hebt aangeschaft, zijn de printerstuurprogramma's en hulpprogramma's al geïnstalleerd.
Express-servicecode en -nummer
Bepaal welke printer u hebt voordat u de website
support.dell.com
technische ondersteuning. De Express-servicecode vinden zodat u door wordt verbonden wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning
bezoekt of contact opneemt met de
Express-servicecode en -nummer Deze labels staan op uw printer.
Op de volgende afbeelding wordt de locatie van het label op de printer aangegeven.
Voor meer informatie over de plaats waar u ze kunt vinden, gaat u naar Informatie over printeronderdelen
.
Oplossingen - Hints en tips voor het oplossen van problemen, veelgestelde vragen, documentatie, stuurprogramma's downloaden en upgrades voor het product Upgrades - Informatie over upgrades van onderdelen als geheugen, netwerkkaarten en optionele apparatuur Klantenservice - Contactinformatie, servicetelefoon en bestelstatus, garantie en informatie over reparaties
Supplies voor mijn printer Accessoires voor mijn printer Tonercartridges en reserveonderdelen voor mijn printer
Dell Website voor ondersteuning - support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio of bedrijfssector om de
betreffende ondersteuningswebsite te bekijken.
Dell Website voor printersupplies - www.dell.com/supplies U kunt uw printersupplies online, per telefoon of bij
bepaalde detailhandels aanschaffen.

Bezig met afdrukken van

Documenten afdrukken Op enveloppen afdrukken
Afdrukken met behulp van de universeellader Afdrukken op briefhoofdpapier
Een document op beide zijden afdrukken (Dubbelzijdig afdrukken) Poster afdrukken
Meerdere paginabeelden afdrukken op één vel Op transparanten afdrukken
Boekjes afdrukken Afdruktaak annuleren
Documenten afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Plaats het papier in de printer. Zie Papier plaatsen
3. Open het gewenste document en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op Voorkeuren, Eigenschappen, Opties of Instellen (afhankelijk van het programma of besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
5. Breng op de tabbladen Afdrukinstellingen en Geavanceerd de noodzakelijke wijzigingen voor uw document aan.
6. Klik na het aanpassen van de instellingen op OK.
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt gesloten
7. Klik op OK of Afdrukken.
voor meer informatie.
Afdrukken met behulp van de universeellader
In de universeellader aan de voorkant van de printer kunt u per keer tot wel 50 vellen afdrukmateriaal invoeren. Ga voor meer informatie over het configureren van de universeellader naar De universeellader configureren
1. Open het gewenste document en klik op Bestand® Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Klik op de tab Papier.
4. Selecteer U-lader in de vervolgkeuzelijst voor de papierlade.
OPMERKING: U-lader verschijnt in de papierbron als cassetteconfiguratie is geselecteerd.
5. Selecteer de juiste papiersoort.
6. Voer eventuele wijzigingen door in uw document.
7. Klik op OK.
8. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Een document op beide zijden afdrukken (Dubbelzijdig afdrukken)
Afdrukken op beide zijden van het papier verlaagt de afdrukkosten. U kunt kiezen op welke wijze de taak dubbelzijdig wordt afgedrukt: lange zijde of korte zijde.
Lange zijde Korte zijde Met Lange zijde vindt inbinding aan de lange zijde van de
pagina plaats (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend).
1. Open het gewenste document en klik op Bestand® Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Klik op de tab Page Layout (Pagina-indeling).
4. Selecteer, afhankelijk van uw afdrukfrequentie, 2-sided long edge (2-zijdig lange zijde) of 2-sided short edge (2­zijdig korte zijde) onder 2-sided printing (2-zijdig afdrukken).
Met Korte zijde vindt inbinding aan de korte zijde van de pagina plaats (de bovenzijde bij de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend).
5. Klik op OK.
6. Klik op OK.
Meerdere paginabeelden afdrukken op één vel
De instelling Multipage Printing (N-up) (N/vel afdrukken [N per vel]) wordt gebruikt om meerdere paginabeelden af te drukken op één vel papier. 2-up (2 per vel) betekent bijvoorbeeld dat twee paginabeelden op één vel worden afgedrukt.
De printer gebruikt de instellingen Multipage Order (N/vel-volgorde), Multipage View (N/vel-beeld) en Multipage Border (N/vel-rand) om de volgorde en de afdrukstand van de paginabeelden te bepalen en om te bepalen of er een rand rond elk paginabeeld moet worden afgedrukt.
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Geef in het gedeelte Multipage printing (N-up) (N/vel afdrukken [N per vel]) het aantal pagina's op dat u op een vel wilt afdrukken door een nummer te typen of door de pijlen in de keuzelijst te gebruiken.
4. Klik op OK.
5. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Boekjes afdrukken
Met de instelling Booklet (Boekje) kunt u meerdere pagina's in de vorm van een boekje afdrukken zonder dat u het document opnieuw hoeft op te maken om de pagina's in de juiste volgorde af te drukken. De pagina's worden zodanig afgedrukt dat het uiteindelijke, gesorteerde document langs het midden van elke pagina kan worden gevouwen zodat een boekje ontstaat.
Als het document uit een groot aantal pagina's bestaat, bevat een boekje mogelijk te veel pagina's en kan het niet goed worden gevouwen. Als u een vrij groot boekje afdrukt, kunt u de optie Sheets per Bundle (Vellen per bundel) gebruiken om op te geven hoeveel fysieke pagina's u in één bundel wilt opnemen. De printer drukt het benodigde aantal bundels af en vervolgens kunt u de bundels samenvoegen tot één boekje. Wanneer u in bundels afdrukt, wordt de buitenste rand van de pagina's regelmatiger uitgelijnd.
U dient op te geven of u wilt afdrukken met opties voor dubbelzijdig afdrukken voordat u kunt opgeven of u wilt afdrukken met de functie Booklet (Boekje). Wanneer u Print Using Booklet (Afdrukken via Boekje) kiest, worden de besturingselementen voor de opties voor dubbelzijdig afdrukken inactief en wordt de laatst gebruikte instelling voor deze opties gebruikt.
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Klik op More Page Layout Options (Meer pagina-indelingsopties).
4. Klik op Booklet (Boekje).
5. Klik tweemaal op OK.
6. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Op enveloppen afdrukken
1. Zet de computer en de printer aan en controleer of ze op elkaar zijn aangesloten.
2. Open het gewenste document en klik op Bestand® Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
3. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op de tab Papier.
5. Selecteer Envelop in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6. Voer eventuele wijzigingen door voor uw document.
7. Klik op OK.
8. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Afdrukken op briefhoofdpapier
1. Controleer of het briefhoofdpapier correct is geplaatst op basis van de papierbron die u gebruikt:
Lade 1 of 2 - Plaats het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden. De bovenkant van het papier met het logo moet zich aan de voorkant van de lade bevinden.
Universeellader - Plaats het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven, zodat de bovenzijde van het vel als eerste in de printer wordt gevoerd.
2. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
3. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op de tab Paper (Papier).
5. Selecteer Letterhead (Briefhoofdpapier) in de vervolgkeuzelijst Paper Type (Papiersoort).
6. Selecteer het juiste papierformaat en de lade.
7. Klik op OK.
8. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Poster afdrukken
Met de instelling Poster kunt u één afbeelding afdrukken over meerdere pagina's heen. Nadat u de pagina's hebt afgedrukt, kunt u deze samenvoegen tot één grote afbeelding.
1. Open het gewenste bestand en klik op Bestand ® Afdrukken.
2. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
3. Klik op More Page Layout Options (Meer pagina-indelingsopties).
4. Klik op Poster.
5. Selecteer het gewenste posterformaat door het aantal pagina's te kiezen dat u wilt gebruiken voor de poster.
6. Als u bijsnijdmarkeringen wilt afdrukken op de pagina, selecteert u Print crop marks (Bijsnijdmarkeringen afdrukken).
7. Selecteer de hoeveelheid overlapping voor elke pagina.
8. Klik twee keer op OK.
9. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
Op transparanten afdrukken
1. Plaats de transparanten in de lade.
2. Open het gewenste document en klik op Bestand ® Afdrukken.
3. Klik op Eigenschappen (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing of het besturingssysteem).
Het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
4. Klik op de tab Papier.
5. Selecteer Transparant in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6. Klik twee keer op OK.
7. Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
OPMERKING: Verwijder elk transparant dat uit de printer komt en laat het drogen voordat u het opstapelt om vlekken
te voorkomen. Transparanten hebben tot wel 15 minuten nodig om te drogen.
Afdruktaak annuleren
Via het bedieningspaneel van de printer
Druk tweemaal op de knop Annuleren om de huidige afdruktaak te stoppen.
Via de computer
1. Voor Windows Vista™ (standaard Start-menu):
a. Klik op ® Configuratiescherm.
b. Klik op Hardware en geluiden.
c. Klik op Printers.
®
Voor Windows
a. Klik op Start ® Configuratiescherm.
b. Dubbelklik op Printers en andere hardware.
c. Dubbelklik op Printers en faxapparaten.
Voor Windows XP (klassiek Start-menu): Klik op Start® Instellingen® Printers en faxapparaten. Voor Windows Vista (klassiek Start-menu) en alle andere versies van Windows: klik op Start® Instellingen®
Printers.
2. Dubbelklik op de printer die u gebruikt voor de afdruktaak in kwestie.
Er wordt een lijst met afdruktaken weergegeven.
3. Klik met de rechtermuisknop op het document waarvan u de afdruktaak wilt stoppen en klik op Annuleren.
XP (standaard Start-menu):

Over de printer

Informatie over printeronderdelen Informatie over het bedieningspaneel De juiste kabel kiezen
Informatie over printeronderdelen
Onderdeel Beschrijving
1 Vooruitvoer Sleuf waaruit het papier de printer verlaat. 2 Verlengstuk van de uitvoerlade Ondersteuning voor het papier dat uit de printer komt. 3 Klep van universeellader Klep om toegang te krijgen tot de universeellader. 4 Standaardlade (lade 1) De standaardpapierlade voor 250 vel papier. 5 Optionele lader voor 550 vel
(lade 2)
6 Klep om toegang te krijgen tot
geheugen 7 Ontgrendelingsknop Knop waarmee u de voorklep van de printer kunt openen. 8 Bedieningspaneel Paneel op de printer waarmee u afdruktaken kunt instellen.
Afzonderlijk verkrijgbare lade waarmee u de hoeveelheid wit papier die uw printer kan bevatten, kunt verhogen.
Klep om toegang te krijgen tot het printergeheugen.
9 Universeellader Lade waarin u diverse soorten papier kunt laden, onder andere enveloppen.
10 Lade van
universeellader
11 Uitbreidingslade Extra ondersteuning voor andere afdrukmedia dan papier, bijvoorbeeld enveloppen, om te
12 Breedtegeleiders Geleiders voor de afdrukmedia die in de universeellader zijn geladen. 13 Breedtegeleidertab Verschuif de tab om de breedtegeleiders aan te passen.
Onderdeel Beschrijving
Ondersteuning voor het papier dat in de universeellader wordt geladen.
voorkomen dat deze media worden gebogen of gekreukeld.
14 Express service
code
15 Besteletiket
voor supplies
Onderdeel Beschrijving
16 USB-poort Hierop wordt de USB-kabel (los verkrijgbaar) aangesloten. Sluit het andere uiteinde van de USB-
17 Netwerkpoort
(alleen 2330dn)
Een reeks cijfers die uw printer identificeren wanneer u support.dell.com gebruikt of contact opneemt met de technische ondersteuning.
Geef de Express Service Code op om met de juiste afdeling te worden doorverbonden als u contact opneemt met de technische ondersteuning.
OPMERKING: De Express Service Code is niet in alle landen beschikbaar.
Voor informatie over waar u tonercartridges of papier kunt krijgen, gaat u naar
www.dell.com/supplies
kabel aan op de computer. Hiermee sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer. Aansluiting voor de ethernetkabel (apart verkrijgbaar). Het andere uiteinde van de ethernetkabel
sluit u aan op de netwerkpoort. Hiermee sluit u de printer aan op het netwerk.
.
18 Parallelle poort Aansluiting voor de parallelle kabel (apart verkrijgbaar). Het andere uiteinde van de parallelle kabel
sluit u aan op de computer. Hiermee sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer.
19 Aansluiting Hiermee wordt de printer met het bijgeleverde, landspecifieke netsnoer aangesloten op het
voor het
netsnoer
stopcontact.
(0)20 Aan-
uitschakelaar
21 Vergrendeling
van apparaat
22 Achteruitvoer De klep waarlangs afdruktaken plat uit de printer kunnen komen, zoals taken die op transparanten
Schakelaar waarmee u de printer aan of uit zet.
Beveiligingsvergrendeling waarmee u de printer fysiek kunt vergrendelen.
of karton zijn geprint.
Informatie over het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit:
Stroomindicatielampje
LCD-display met twee regels
Zes knoppen
Onderdeel Pictogram Naar
1 Display Hierop worden het aantal af te drukken exemplaren en eventuele foutcodes
weergegeven.
2 Knop Pijl naar links
3 Knop Terug
4 Knop Menu
5 Knop
Stoppen/Annuleren
6 Knop Pijl naar
rechts
Hiermee bladert u door menu's, submenu's of instellingen in het scherm. Hiermee gaat u naar de vorige of volgende optie. Met elke druk op de knop gaat u naar
het volgende of vorige item in de lijst of selecteert u een andere instelling voor een menu-item.
Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.
Hiermee opent u het menu. Als u op de knop Menu drukt terwijl een menu is geopend, gaat u naar het menuscherm op het hoogste niveau terug.
OPMERKING:
De menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat. Hiermee annuleert u een actieve afdruktaak.
Hiermee sluit u een menu of submenu en gaat u terug naar het standaardscherm. Hiermee bladert u door menu's, submenu's of instellingen in het scherm.
Hiermee gaat u naar de vorige of volgende optie. Met elke druk op de knop gaat u naar het volgende of vorige item in de lijst of selecteert u een andere instelling voor een menu-item.
7 Knop Selecteren Hiermee selecteert u een item in een menu of submenu dat in het scherm wordt
weergegeven. Hiermee verzendt u een gekozen waarde of instelling voor de printer.
8 Indicatielampje
Dit lampje geeft de status van de printer aan:
Groen: de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. Geel: er is een handeling van de gebruiker nodig.
De juiste kabel kiezen
De aansluitkabel van uw printer moet aan de volgende vereisten voldoen:
Verbinding Kabelcertificering
USB USB 2.0 Parallel IEEE-1284 10/100/1000 Ethernet CAT-5E

Printer onderhouden

Supplies bestellen Supplies bewaren Supplies vervangen De printer reinigen
LET OP: Lees eerst de veiligheidsinstructies in de Gebruikershandleiding en volg deze op voordat u een van
de procedures uitvoert die in dit gedeelte worden beschreven.
Dell™-tonercartridges zijn alleen verkrijgbaar via Dell. U kunt extra toner online bestellen op www.dell.com/supplies.
LET OP: wij adviseren u tonercartridges van Dell te gebruiken in uw printer. Herstel van problemen die zijn
veroorzaakt door het gebruik van supplies of onderdelen die niet door Dell zijn geleverd, valt niet onder de garantie van Dell.
Supplies bestellen
Printer aangesloten op een netwerk
1. Typ het IP-adres van de printer in uw webbrowser om het Dell Configuration Web Tool te starten.
2. Klik op www.dell.com/supplies
.
Printer lokaal aangesloten op een computer
1. In Windows Vista™ (standaard Start-menu):
a. Klik op ® Programma's.
b. Klik op Dell Printers.
c. Klik op Dell laserprinter 2330d/2330dn.
®
In Windows
Klik op Start® Programma's of Alle programma's® Dell Printers® Dell laserprinter 2330d/2330dn.
2. Klik op Dell Printer Supplies Reorder Application (Toepassing voor het bijbestellen van printersupplies van Dell)
XP en 2000,
Het venster Order Toner Cartridges (Tonercartridges bestellen) wordt weergegeven.
3. Kies uw printermodel in de lijst.
4. Voer de servicecode van uw Dell printer in.
OPMERKING: Uw servicecode is te vinden aan de binnenzijde van de voorklep van de printer.
5. Klik op Visit Dell's cartridge ordering web site (Website van Dell bezoeken voor bestellen van cartridges).
Supplies bewaren
Afdrukmateriaal bewaren
Gebruik de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van afdrukmateriaal. Hiermee voorkomt u problemen met de papierdoorvoer en een onregelmatige afdrukkwaliteit.
U kunt afdrukmateriaal het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de 21 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 40%.
Plaats dozen met afdrukmateriaal liever niet direct op de vloer, maar op pallets of op planken aan de muur.
Als u losse pakken afdrukmateriaal niet in de oorspronkelijke doos bewaart, legt u de pakken op een vlakke ondergrond, zodat de randen niet omkrullen of kreuken.
Plaats niets boven op de pakken afdrukmateriaal.
Tonercartridge bewaren
Bewaar de tonercartridge in de originele verpakking zolang u de cartridge nog niet nog niet hoeft te gebruiken. Bewaar de toner niet op de volgende plaatsen:
Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40 °C.
Een omgeving met een sterk wisselende luchtvochtigheidsgraad en temperatuur.
In direct zonlicht.
Op stoffige plaatsen.
Gedurende langere tijd in een auto.
Een omgeving waar zich bijtende stoffen bevinden.
Een omgeving met zilte lucht.
Supplies vervangen
Belichtingstrommel vervangen
U kunt controleren of de belichtingstrommel bijna vol is door het configuratieblad met printerinstellingen af te drukken. Zo kunt u nagaan of u nieuwe supplies dient te bestellen.
Om problemen met de afdrukkwaliteit en beschadiging van de printer te voorkomen, kunnen geen afdrukken meer worden gemaakt met de printer wanneer de belichtingstrommel een maximum van 30.000 pagina's heeft bereikt. De printer waarschuwt u automatisch voordat de belichtingstrommel dit aantal bereikt.
Wellicht blijft de printer goed functioneren nadat het einde van de levensduur van de belichtingstrommel officieel is bereikt,
maar de afdrukkwaliteit neemt aanzienlijk af en uiteindelijk werkt de belichtingstrommel niet meer als het maximum van
30.000 pagina's is bereikt.
KENNISGEVING: Wanneer u de belichtingstrommel vervangt, mag u deze niet langere tijd blootstellen aan
rechtstreeks licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
1. Zet de printer uit.
2. Open de voorklep door op de ontgrendelingsknop aan de rechterkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
3. Druk op de knop aan de onderkant van de belichtingstrommel en trek het tonercartridgemechanisme aan de handgreep omhoog en uit de printer.
4. Plaats de tonercartridge-eenheid op een vlakke, schone ondergrond.
5. Til de onderzijde van de belichtingstrommel voorzichtig op en schuif deze uit de printer.
6. Haal de nieuwe belichtingstrommelkit uit de verpakking.
KENNISGEVING: Stel de nieuwe belichtingstrommelkit niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht.
Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
7. Plaats het tonercartridgemechanisme in de nieuwe belichtingstrommelkit door de witte rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de witte pijlen op de rails van de belichtingstrommelkit en de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen te schuiven. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd.
8. Installeer de belichtingstrommelkit met het tonercartridgemechanisme door de blauwe pijlen van de belichtingstrommelkit uit te lijnen met de blauwe pijlen in de printer, en de belichtingstrommel zover mogelijk in de printer te drukken. De belichtingstrommelkit klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd.
9. Nadat u de belichtingstrommel hebt vervangen, moet u de teller voor de belichtingstrommel op nul zetten. Raadpleeg de instructies die bij de nieuwe belichtingstrommelkit zijn geleverd voor informatie over het resetten van de teller.
KENNISGEVING: Als u de teller van de belichtingstrommel op nul zet zonder de belichtingstrommel te
vervangen, kan de printer beschadigd raken en uw garantie komen te vervallen.
10. Sluit de klep.
Tonercartridge vervangen
U kunt bij benadering vaststellen hoeveel toner er nog in de cartridge zit door het configuratieblad met printerinstellingen af te drukken. Zo kunt u nagaan of u nieuwe supplies dient te bestellen.
Wanneer het bericht Toner bijna op wordt weergegeven of wanneer de afdrukken vaag zijn, verwijdert u de tonercartridge. Schud de cartridge een aantal malen flink heen en weer, van voor naar achter en van links naar rechts, om de toner opnieuw te verdelen. Plaats de cartridge vervolgens terug en ga verder met afdrukken. Herhaal deze procedure enkele keren om te zien of de afdrukken vaag blijven. Vervang in dat geval de tonercartridge.
OPMERKING: U kunt nog een korte tijd afdrukken nadat het bericht Toner bijna op is weergegeven, maar de
afdrukkwaliteit neemt af naarmate het tonerniveau afneemt.
KENNISGEVING: Stel de tonercartridge tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht.
Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
1. Zet de printer uit.
2. Open de voorklep door op de knop aan de rechterkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
3. Druk op de knop aan de onderzijde van de belichtingstrommel, en trek het tonercartridgemechanisme met de hendel omhoog en eruit.
4. Pak het nieuwe tonercartridgemechanisme uit.
KENNISGEVING: Stel het tonercartridgemechanisme tijdens de vervanging niet gedurende langere tijd bloot aan
direct licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
5. Draai de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen.
6. Zorg dat de witte rolletjes op het nieuwe tonercartridgemechanisme op één lijn zijn met de pijlen op de geleiders van de belichtingstrommelkit en druk de tonercartridge zo ver mogelijk in de printer. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd.
7. Sluit de klep.
De printer reinigen
Lens van printerkop reinigen
LET OP: Het gebruik van besturingen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van procedures die
niet zijn beschreven in de gebruikersdocumentatie of in de instructies die door Dell zijn gegeven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle kabels los voordat u verdergaat.
2. Open de voorklep door op de knop aan de rechterkant van de printer te drukken en de klep te laten zakken.
3. Terwijl de tonercartridge nog is aangesloten, tilt u de onderkant van de belichtingstrommelkit op en trekt u deze voorzichtig omhoog en uit de printer.
OPMERKING: Druk niet op de knop aan de onderkant van de belichtingstrommelkit.
Plaats de belichtingstrommelkit met het tonercartridgemechanisme op een vlak en schoon oppervlak.
KENNISGEVING: Stel de belichtingstrommel en tonercartridge niet gedurende langere tijd bloot aan direct licht.
Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden.
4. Zoek de glazen lens van de printkop; deze bevindt zich in de uitgespaarde ruimte boven in de printer.
5. Veeg de lens van de printerkop voorzichtig af met een schone, droge en pluisvrije doek.
KENNISGEVING: Als u geen schone, droge en pluisvrije doek gebruikt, kan de lens van de printerkop
beschadigd raken.
6. Installeer de belichtingstrommelkit met de tonercartridge door de blauwe pijlen van de belichtingstrommelkit uit te lijnen met de blauwe pijlen in de printer, en de belichtingstrommel zover mogelijk in de printer te drukken. De belichtingstrommelkit klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd.
7. Sluit de klep.
8. Zet de printer weer aan.
Buitenkant van de printer reinigen
1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken.
LET OP: trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels los van de printer
voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen.
2. Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade.
3. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
KENNISGEVING: Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of afwasmiddelen. Deze kunnen het
oppervlak van de printer beschadigen.
4. Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op de papieruitvoerlade.
KENNISGEVING: Als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de printer
beschadigd raken. Schade aan de printer die is veroorzaakt door het niet volgen van de juiste aanwijzingen voor het reinigen van de printer, valt niet onder de garantie.
5. Zorg ervoor dat de papiersteun en papieruitvoerlade droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start.

Menu's op het bedieningspaneel

Ander formaat Uit
Menulijst Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Instellingen
Menulijst
Hoofdmenu
Menu Papier Rapporten Netwerk/poorten Instellingen
1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het hoofdmenu te bladeren.
2. Druk op de knop Selecteren
3. Druk op de knop Pijl-rechts totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op Selecteren .
4. Gebruik de pijltoetsen
5. Als de gewenste instelling op het scherm verschijnt, drukt u op Selecteren
.
om door de beschikbare items in het menu te bladeren.
om de instelling op te slaan.
Menu Papier
Hoofdmenu Hoofdmenu
van modus
Menu Papier Standaardbron Lade <x>*
Hoofdmenu van modus
U-lader Handm. invoer Handm. invoer env.
Configuratie U­lader
Cassette* Handmatig
OPMERKING: Met de instelling Cassette configureert u de
universeellader als automatische papierbron.
Statement/A5 Letter/A4 Alles in lijst*
Aangepaste soorten
form/soort (handm.)
Papierstructuur Normaal*
Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat) Kringlooppapier
Lade <x> U-lader Handm. invoer Handm. invoer envelop Duplex
Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Envelop Ruwe envelop Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Papiergewicht Normaal*
Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Envelop Ruwe envelop Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen
Kringlooppapier Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Papier laden Bankpost
Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Universal­instelling
*Standaardfabrieksinstelling
1. Vanuit de menulijst gebruikt u de pijltoetsen om door het menu Papier te bladeren.
2. Druk op de knop Selecteren
3. Druk op de knop Pijl-rechts totdat de gewenste titel op het scherm verschijnt en druk op Selecteren .
4. Gebruik de pijltoetsen
5. Als de gewenste instelling op het scherm verschijnt, drukt u op Selecteren
Maateenheden Breedte Staand Hoogte Staand Invoerrichting
.
om door de beschikbare items in het menu te bladeren.
om de instelling op te slaan.
Hoofdmenu van papiermodus
Menu: Met de MFP kunt u:
Standaardbron Een standaardpapierbron instellen voor alle afdruktaken.
Configuratie U-lader
Lade <x>* U-lader Handm. invoer Handm. invoer env.
OPMERKING: De items voor de standaardbron verschillen afhankelijk van
het type apparaat en de hulpstukken en/of supplies die op het apparaat zijn geïnstalleerd. De instellingen voor Formaat en Soort worden geconfigureerd voor elke Standaardbron die onder Ladeconfiguratie is vermeld.
Bepalen wanneer de printer papier voor de universeellader selecteert en de werkwijze van de universeellader bepalen.
Cassette*: behandelt de universeellader op dezelfde wijze als elke andere lade. Als voor een afdruktaak een formaat of soort wordt gevraagd dat alleen in de universeellader aanwezig is, gebruikt de MFP afdrukmateriaal uit de universeellader voor de taak. Handmatig: behandelt de universeellader als een lade voor handmatige invoer. Vul handm. invoer wordt weergegeven als één vel afdrukmateriaal
in de universeellader moet worden gelegd.
OPMERKING: Met de instelling Cassette configureert u de universeellader als
automatische papierbron.
Ander formaat Een opgegeven papierformaat vervangen als het gewenste papierformaat niet
beschikbaar is.
Uit Statement/A5 Letter/A4 Alles in lijst*
Aangepaste soorten
*Standaardfabrieksinstelling
De soort afdrukmateriaal opgeven voor elk van de beschikbare aangepaste soorten in het menu Papiersoort.
Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat) Kringlooppapier
form/soort (handm.)
Menu: Met de MFP kunt u:
Formaat lade <x> Het standaardformaat voor elke invoerlade bepalen.
A4* (niet-VS) A5 A6 B5 (JIS) Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal
OPMERKING: Zie Universal-instelling
voor meer informatie.
Soort lade <x> De soort afdrukmateriaal in elke invoerlade bepalen.
Normaal* Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Formaat U-lader Het formaat van het afdrukmateriaal in de universeellader bepalen.
A4* (niet-VS) A5 A6 B5 (JIS) Letter* (VS) Legal Executive
Folio
Statement Universal
OPMERKING: Zie Universal-instelling
7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop B5-envelop C5-envelop DL-envelop Andere envelop
Soort U-lader De soort van het afdrukmateriaal in de universeellader bepalen.
Normaal Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Envelop Ruwe envelop Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
voor meer informatie.
Papierformaat handm. invoer
Papiersoort handm. invoer
OPMERKING: Aangepast soort 6 is de standaardpapiersoort.
Het formaat bepalen van het afdrukmateriaal dat handmatig in de universeellader is geplaatst.
A4* (niet-VS) A5 A6 B5 (JIS) Letter* (VS) Legal Executive Folio Statement Universal
OPMERKING: Zie Universal-instelling
De soort bepalen van het afdrukmateriaal dat handmatig in de universeellader is geplaatst.
Normaal* Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
voor meer informatie.
Duplex-formaat Het formaat bepalen van het afdrukmateriaal dat is geladen voor
geïntegreerd dubbelzijdig afdrukken.
A4* Folio
Duplex-soort De soort bepalen van het afdrukmateriaal dat is geladen voor
geïntegreerd dubbelzijdig afdrukken.
Normaal* Kringlooppapier Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Envelopformaat handm. invoer
Envelopsoort handm. invoer
*Standaardfabrieksinstelling
Het envelopformaat bepalen dat handmatig is geplaatst.
7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop* (VS) B5-envelop C5-envelop DL-envelop* (niet-VS) Andere envelop
De soort envelop bepalen die handmatig is geplaatst.
Envelop* Ruwe envelop Aangepast soort <x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Papierstructuur
Menu: Met de MFP kunt u:
Normaal Karton Transparanten Etiketten
De relatieve structuur bepalen van het afdrukmateriaal dat in een specifieke lade is geplaatst.
Normaal* Ruw Glad
Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Envelop Ruwe envelop Licht papier Zwaar papier
Ruw/katoen
Kringlooppapier Aangepast soort <x> (waarbij
x voor 1–6 staat)
*Standaardfabrieksinstelling
Papiergewicht
Menu: Met de MFP kunt u:
Normaal Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Envelop Ruwe envelop Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast soort
<x> (waarbij x voor 1–6 staat)
Het relatieve gewicht bepalen van het afdrukmateriaal dat in een specifieke invoerlade is geplaatst om te zorgen dat de toner goed aan de afgedrukte pagina hecht.
Licht Zwaar Normaal*
*Standaardfabrieksinstelling
Papier laden
Menu: Met de MFP kunt u:
Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Kringlooppapier Aangepast soort <x>
(waarbij x voor 1–6 staat)
*Standaardfabrieksinstelling
Bepalen of dubbelzijdig afdrukken plaatsvindt voor alle taken waarvoor een soort afdrukmateriaal is opgegeven.
Duplex Uit*
Universal-instelling
Menu: Met de MFP kunt u:
Maateenheden De hoogte, breedte en invoerrichting bepalen van het universeel papierformaat.
Inch* (VS) Millimeter* (niet-VS)
Breedte Staand
Hoogte Staand
De staande breedte instellen van het universele afdrukmateriaal.
3 – 48 inch 76 – 1219 mm
OPMERKING: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale
breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte.
OPMERKING: In de VS is de standaardfabrieksinstelling 12 inch. Inches
kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch.
OPMERKING: 305 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters
kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
De staande hoogte instellen van het universele afdrukmateriaal.
3 – 48 inch 76 – 1219 mm
OPMERKING: Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte,
gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte.
OPMERKING: In de VS is de standaardinstelling 19 inch. Inches kunnen
worden verhoogd in stappen van 0,01 inch.
OPMERKING: 483 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters
kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
Invoerrichting De invoerrichting van het universele papierformaat opgeven.
Korte zijde* Lange zijde
OPMERKING: Invoerrichting wordt alleen weergegeven als de langste zijde
van het materiaal korter is dan de maximale fysieke breedte van de printer.
*Standaardfabrieksinstelling
Rapporten
Modus Hoofdmenu van modus
Rapporten Pagina Menu-instellingen
Apparaatstatistieken Pag. Netwerkinstell. Profielenlijst Lettertypen afdrukken Directory afdrukken Asset Report (Activarapport)
Loading...
+ 107 hidden pages