Danfoss VLT 5000 FLUX Operating guide [nl]

Inhoud
VLT®5000 FLUX
Veiligheid
Deze handleiding gebruiken ..................................................................................... 3
Regels voor uw veiligheid ......................................................................................... 4
Installatie van de mechanische rem .......................................................................... 4
.............................................................................................................. 3
Kennismaking .................................................................................................... 5
Afkorting en definitie ................................................................................................. 5
Technologie ............................................................................................................. 8
Technische gegevens ................................................................................... 14
Mechanische afmetingen ........................................................................................ 14
Installatie ............................................................................................................. 17
Veiligheidsaarding ................................................................................................... 20
Elektrische installatie - netvoeding ......................................................................... 20
Aansluiting van de motor ........................................................................................ 20
Elektrische installatie - remkabel ............................................................................ 21
Elektrische installatie - temperatuurschakelaar remweerstand ................................ 21
Elektrische installatie - loadsharing ......................................................................... 21
Elektrische installatie - externe 24 V DC-voeding ................................................... 23
Elektrische installatie - relaisuitgangen ................................................................... 23
Extra beveiliging (RCD) ........................................................................................... 23
Verdeling van klemmen .......................................................................................... 35
Aansluitvoorbeelden ............................................................................................... 39
Elektrische installatie - EMC-voorzorgsmaatregelen ................................................ 41
Het gebruik van EMC-correcte kabels .................................................................... 44
Elektrische installatie - aarding van stuurkabels ..................................................... 45
RFI-schakelaar ....................................................................................................... 46
Bedieningspaneel (LCP) ............................................................................. 49
Bedieningspaneel (LCP) ......................................................................................... 49
Display ................................................................................................................... 49
LEDs ..................................................................................................................... 49
Bedieningstoetsen .................................................................................................. 49
Quick Setup via Quick menu .................................................................................. 52
Modus Menu (parameterinstelling) ......................................................................... 52
Initialisatie volgens fabrieksinstelling ........................................................................ 54
Referentiebeheer ............................................................................................ 55
Lokale en externe bediening .................................................................................. 55
Hantering van een enkele referentie ....................................................................... 56
Hantering van multi-referenties ............................................................................... 58
Programmeren van stop bij koppelbegrenzing ....................................................... 59
Dynamische remfunctie(Remweerstand) ................................................................. 60
Automatische Motor Aanpassing, AMA .................................................................. 61
Inschakeling bij draaiende motor ............................................................................ 64
Normaal/hoog overbelastingsregeling .................................................................... 64
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
1
VLT®5000 FLUX
Programmeren ................................................................................................. 65
Bediening en uitlezingen ......................................................................................... 65
Belasting en motor ................................................................................................. 74
Functionele stopvertraging, par. 163 - Flux ............................................................ 85
Referenties en limieten ........................................................................................... 87
Ingangen en uitgangen ........................................................................................... 97
Speciale functies .................................................................................................. 112
Netstoring, par 407 - Flux .................................................................................... 115
Seriële communicatie ........................................................................................... 119
Technische functies .............................................................................................. 126
Overig ................................................................................................................. 131
Oplossen van problemen ..................................................................................... 131
Statusmeldingen .................................................................................................. 132
Lijst met waarschuwingen en alarmen ................................................................. 136
Waarschuwingen .................................................................................................. 137
Appendix ........................................................................................................... 143
Fabrieksinstellingen .............................................................................................. 143
Algemene technische gegevens ........................................................................... 150
Elektrische gegevens ............................................................................................ 156
Zekeringen ........................................................................................................... 166
Trefwoordenregister .................................................................................... 168
2
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT®5000 FLUX
Deze handleiding gebruiken
Deze handleiding bevat de informatie die u nodig hebt om de frequentieomvormer te installeren, te starten en te bedienen. Wij raden u aan deze handleiding aandachtig door te lezen.
Softwareversie
VLT 5000 FLUX
Bedieningshandleiding
Softwareversie: 5.5x
Raadpleeg de inhoudsopgave wanneer u een kruisverwijzing in de tekst gebruikt. U kunt ook de homepage van Danfoss Drive bezoeken: www.danfoss.com/drives
Veiligheid
175ZA735.15
Deze bedieningshandleiding kan worden gebruikt voor VLT 5000 FLUX frequentieomvormers met softwareversie 5.5x. Het versienummer van de software is te vinden via 624.
Waarschuwing:
Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben - zelfs nadat de netvoeding is uitgeschakeld. Verzeker u er ook van dat de andere spanningsingangen, zoals de externe 24 V DC, load-sharing (verbinding van de DC-tussenkring) en de motoraansluiting voor kinetische back-up zijn afgekoppeld. Bij gebruik van de VLT Bij gebruik van de VLT Bij gebruik van de VLT Bij gebruik van de VLT Bij gebruik van de VLT Bij gebruik van de VLT
5001-5006, 200-240 V: wacht minstens 4 minuten. 5008-5052, 200-240 V: wacht minstens 15 minuten.
5001-5006, 380-500 V: wacht minstens 4 minuten.
5008-5062, 380-500 V: wacht minstens 15 minuten. 5072-5302, 380-500 V: wacht minstens 20 minuten 5350-5500, 380-500 V: wacht minstens 15 minuten
175ZA901.10
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
3
De spanning van de frequentie-omvormer is gevaarlijk wanneer de apparatuur op
het lichtnet is aangesloten. Onjuiste aansluiting van de motor of frequentie-omvormer kan de apparatuur beschadigen en lichamelijk letsel of dodelijke gevolgen met zich mee brengen. Volg daarom de aanwijzingen in deze Design Guide alsmede de lokale en nationale veiligheidsvoorschriften op.
Regels voor uw veiligheid
1. De VLT-frequentieomvormer moet worden
losgekoppeld van de netvoeding als reparaties worden uitgevoerd. Controleer of de netvoeding is afgekoppeld en of er genoeg tijd verstreken is, alvorens de motor- en netstekkers te verwijderen.
2. De toets [STOP/RESET] op het bedieningspaneel
van de frequentie-omvormer onderbreekt de netvoeding niet en mag daarom n veiligheidsschakelaar worden gebruikt.
3. De unit moet correct zijn geaard, de gebruiker
moet beschermd zijn tegen voedingsspanning en de motor tegen overbelasting, in overeenstemming met de nationale en lokale voorschriften.
4. De lekstroom naar de aarde is groter dan 3,5 mA.
5. Bescherming tegen overbelasting van de motor
maakt geen deel uit van de fabrieksinstellingen. Parameter 101 instellen op de data-waarde ETR trip of de data-waarde ETR warning, wanneer deze functie wordt gewenst..
pmerking: De functie wordt geactiveerd bij
O 1,16 x nominale motorstroom en het nominale motor toerental. Voor de Noord-Amerikaanse markt: de ETR-functies leveren een bescherming tegen overbelasting van de motor van klasse 20 overeenkomstig NEC.
6. Verwijder i
en netvoeding terwijl de VLT-frequentieomvormer is aangesloten op het lichtnet. Controleer of de netvoeding is afgekoppeld en of er genoeg tijd verstreken is, alvorens de motor­en netstekkers te verwijderen.
7. Denk eraan dat de frequentie-omvormer,
bij gedeelde belasting (koppeling van de DC-tussenkring) en wanneer een externe 24 V DC geïnstalleerd is, meer spanningsingangen heeft dan L1, L2 en L3. Controleer, alvorens met reparatiewerkzaamheden te beginnen, of alle spanningsingangen zijn afgekoppeld en of de vereiste tijd verstreken is.
n geen geval de stekkers naar motor
iet als
VLT®5000 FLUX
Waarschuwing voor onjuiste start
1. Terwijl de frequentie-omvormer op het net is aangesloten, kan de motor worden gestopt met behulp van digitale commandos, buscommandos, referenties of lokale stop. Als het om persoonlijke veiligheidsredenen noodzakelijk is te voorkomen dat een onbedoelde start plaatsvindt, z stopfuncties niet toereikend.
2. De motor kan starten terwijl de parameters worden gewijzigd. Activeer daarom altijd d stoptoets [STOP/RESET], waarna de gegevens kunnen worden gewijzigd.
3. Een gestopte motor kan starten wanneer een storing optreedt in de elektronica van de frequentie-omvormer, na een tijdelijke overbelasting, een storing in de netvoeding of foutieve motoraansluiting.
Installatie van de mechanische rem
Sluit op de uitgang van de frequentie-omvormer
een mechanische rem aan voordat de bijbehorende
g parameters voor regeling van de rem zijn ingesteld.
(Keuze van de uitgang in parameter 319, 321, 323 of 326 en inschakelen van de stroom en frequentie in parameters 223 en 225).
Gebruik op een geïsoleerd net
Zie sectie RFI-schakelaar over het gebruik op een geïsoleerd net.
Het is belangrijk om de aanbevelingen met betrekking tot installatie op IT-net op te volgen, aangezien de complete installatie voldoende moet worden beveiligd. Wanneer er geen relevante bewakingsapparatuur voor IT-net wordt gebruikt, kan er schade ontstaan.
ijn deze
e
4
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Afkorting en definitie
Frequentieomvormer
Afkorting/definitie Beschrijving
I
VLT,MAX
I
VLT,N
U
VLT,MAX
Vermogen
Afkorting/definitie Beschrijving
Losbreekkoppel
VLT®5000 FLUX
De maximale uitgangsstroom van de frequentieomvormer. De nominale uitgangsstroom van de frequentieomvormer. De maximale uitgangsspanning.
f
M
I
M
n
min
n
max
n
JOG
U
M
η
VLT
De frequentie die aan de motor wordt gegeven. De stroom die aan de motor wordt gegeven. Minimumsnelheid [rpm] Maximumsnelheid [rpm] Snelheid per jog-bediening [rpm] De spanning die aan de motor wordt gegeven. Het rendement van de frequentie-omvormer wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en de vermogenstoevoer.
Schakeling NO/NC
Afkorting/definitie Beschrijving NO Normaal open NC Normaal gesloten
Ingang
Afkorting/definitie Beschrijving Stuurcommando Onmiddelijke stop Stopcommando
Door middel van de LCP en de digitale ingangen kan de aangesloten motor worden gestart en gestopt.
Kennismaking
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
5
VLT®5000 FLUX
Motor
Afkorting/definitie Beschrijving f
M,N
I
M,N
I
0
n
M,N
n
slip
P
M,N
P
0
R
Fe
R2’ Ankerweerstand. R
S
T
M,N
U
M,N
X
1σ
X
2σ
X
h
Referenties
Afkorting/definitie Beschrijving Analoge ref. Een signaal dat wordt gestuurd naar ingang 53, 54 of 60. Kan spanning of
Binaire ref. Een signaal dat naar de seriële communicatiepoort wordt gestuurd. Ref
MAX
De nominale motorfrequentie (motorplaatje). De nominale motorstroom (motorplaatje). Ruststroom De nominale motorsnelheid (motorplaatje). Slip in motorsnelheid Het nominaal door de motor geleverde vermogen (motorplaatje). Vermogensverlies bij nullastbedrijf. IJzerverliesweerstand.
Statorweerstand. Het nominale koppel (motor). De nominale motorspanning (motorplaatje). Statorlekreactantie Ankerlekreactantie Hoofdreactanctie
stroom zijn.
De grootste waarde die het referentiesignaal mag hebben. Ingesteld in parameter 205.
Diversen
Afkorting/definitie Beschrijving
Analoge ingangen De analoge ingangen kunnen worden gebruikt om verschillende functies van de frequentieomvormer te
besturen. Er zijn twee typen analoge ingangen:
Stroomingang en spanningsingang Analoge uitgangen Er zijn twee analoge stroomuitgangen AWG American Wire Gauge, d.w.z. de Amerikaans meeteenheid voor kabeldoorsnede Remweerstand De remweerstand is een module die de remenergie opneemt die gegenereerd wordt bij regeneratief
remmen. Deze regeneratieve remenergie verhoogt de tussenkringspanning en een remchopper zorgt
ervoor dat de energie wordt overgebracht naar de remweerstand ccw Draaiing linksom
CL Gesloten lus
Vrijloop (motor) De motor loopt vrij om te stoppen
CP Constant vermogen
CT-karakteristieken Constante koppelkarakteristieken, gebruikt voor alle toepassingen, zoals transportbanden en kranen.
cw Draaiing rechtsom
DC-koppeling Tussencircuit in de frequentieomvormer
Digitale ingangen De digitale ingangen kunnen worden gebruikt voor het besturen van de verschillende functies van
de frequentieomvormer Digitale uitgange n Er zijn vier digitale uitgangen, twee hiervan activeren relaisschakelaars. DSP Digitale signaalverwerking. De FLUX-processor is gedefinieerd als DSP
6
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT®5000 FLUX
Diversen - vervolg
Afkortingen/definities Beschrijving
ED Werkcyclus
ELCB Earth Leakage Circuit Breaker (aardlekschakelaar) ETR Elektronisch thermisch relais is een berekening van de thermische belasting op
basis van de actuele belasting en de tijd. Het doel hiervan is het bepalen van de motortemperatuur.
Flux Vector In vergelijking met de besturing met een standaardverhouding
spanning/frequentie, verbetert Flux Vector de dynamische prestatie en de stabiliteit, zowel wanneer de snelheidsreferentie wordt gewijzigd als met betrekking tot het belastingskoppel
Incrementele encoder Een externe, digitale pulszender die wordt gebruikt voor het terugrapporteren
van bijvoorbeeld de motorsnelheid. De encoder wordt gebruikt in toepassingen waarvoor een uiterst nauwkeurige snelheidsregeling vereist is
Initialiseren Bij een initialisatie (zie pagina 620), zal de frequentie-omvormer terugkeren naar
de fabrieksinstelling KTY Temperatuursensor halfgeleider LCP Het bedieningspaneel dat een complete interface is voor de besturing en
programmering van de frequentieomvormer. Het bedieningspaneel kan worden
losgekoppeld en op maximaal 3 meter afstand van de frequentieomvormer
worden geïnstalleerd door middel van het bijgeleverde installatiepakket. Handmatige initialisatie Druk voor handmatige initialisatie tegelijkertijd op de toetsen [CHANGE DATA] +
[MENU] + [OK]. Zie ook parameter 620.
De handmatige initialisatie mag alleen worden gebruikt als de reset-funct
werkt!
Kennismaking
ie niet
MCM Staat voor Mille Circular Mil, een Amerikaanse meeteenheid voor de doorsnede
van kabels
1 MCM=0,5067mm
NEC National Electrical Code
NTC Negative Temperature Coefficient-weerstand
On-line/off-line parameters On-line parameters worden na wijziging van de datawaarde geactiveerd. Off-line
parameters worden pas geactiveerd wanneer er op de besturingseenheid OK
wordt ingevoerd
OP Open lus OVC Over Voltage Control
PELV Protective Electrical Low Voltage. Overeenkomstig EN 50178
ppr Puls Per Revolution
TPM Toeren per minuut
Thermistor Een temperatuur-afhankelijke weerstand die wordt geplaatst op plekken waar de
temperatuur moet worden bewaakt (VL Trip (Uitschakeling) Een toestand die zich in verschillend
wanneer de frequentieomvormer is blootgesteld aan een live zero-waarschuwing.
Een trip kan worden geannuleerd door op Reset te drukken Trip locked (Uitschakeling met blokkering) Een toestand die zich in verschillende situaties kan voordoen, bijvoorbeeld
wanneer de frequentieomvormer i
Een uitschakeling met blokkering kan worden opgeheven door de netvoeding uit
te schakelen, de frequentieomvormer opnieuw te starten en op Reset te drukken
2
T of motor)
e situaties kan voordien, bijvoorbeeld
s blootgesteld aan een te hoge temperatuur.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
7
VLT®5000 FLUX
Technologie
Besturingsprincipe
Een frequentie-omvormer zet wisselspanning afkomstig van de netvoeding om in gelijkspanning. Deze
1. Netspanning 3 x 400 - 500 V AC, 50 / 60 Hz
2
. Gelijkrichter Een driefasen gelijkrichterbrug zet wisselspanning om in gelijkspanning.
. Tussenkring
3
wordt vervolgens omgevormd in een wisselspanning met variabele amplitude en frequentie.
De variabele spanning en frequentie die aan de motor worden afgegeven, maken traploze toerenregeling mogelijk bij standaard driefasen wisselstroommotoren.
5
. Condensator in de tussenkring
Vlakt de spanning van de tussenkring af.
6
. Omvormer Zet gelijkspanning om in variabele wisselspanning met variabele frequentie.
. Motorspanning
7 Variabele wisselspanning, 0-100% van de voedingsspanning. Variabele frequentie: 0 - 300 Hz.
4. Tussenkringspoelen Stabiliseren de stroom van de tussenkring en beperken de belasting op net en onderdelen (nettransformator, bedradingen, zekeringen en magneetschakelaars).
Besturingsprincipe Flux Vector
Het besturingsprincipe Flux Vector is het resultaat van de wens een betrouwbare regeling te maken, die berekend is op veranderingen in de motorgegevens zonder dat er reductie van het motorvermogen nodig is.
De stroom wordt opgesplitst in een magnetiserend en een koppelgenererend deel en wordt gebruikt voor het geven van beduidend betere en snellere schattingen van de feitelijke motorbelasting. Het is nu mogelijk snelle wijzigingen in de belasting te compenseren. Volledig koppel en uiterst nauwkeurige snelheidsregeling zijn nu zelfs bij lage snelheden of stilstand mogelijk.
Een goede regeling van het koppel en zachte overgangen naar stroombegrenzing.
Voordelen van het Flux Vector-besturingssysteem:
- Nauwkeurige snelheidsregeling tot snelheid 0
- Snelle respons van het ontvangen signaal naar volledig motoras-koppel
- Goede compensatie voor stapbelastingen
. Stuurcircuit
8 Op basis van parameters, referentie-instellingen en ingangssignalen worden pulspatronen gegenereerd voor het vormen van de variabele motorspanning en -frequentie.
- Gestuurde overgang van normaal bedrijf naar stroombegrenzing (en vice versa)
- Koppelregeling, met regeling van zowel de koppelgenerende als de magnetiserende component van de stroom
- Volledig stilstandskoppel
rogrammeerbare signaaluitgangen
P De frequentie-omvormer maakt gebruik van een digitale techniek die het mogelijk maakt de signaaluitvoer te programmeren.
De gebruiker kan de gewenste functies gemakkelijk programmeren met behulp van het bedieningspaneel op de frequentie-omvormer of de RS 485/RS 232-gebruikersinterfaces.
eveiliging tegen netstoring
B De frequentie-omvormer wordt beschermd tegen de transiënten in de netvoeding, bijvoorbeeld veroorzaakt door het schakelen van condensatoren die de arbeidsfactor corrigeren of bij het doorbranden van zekeringen.
8
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT®5000 FLUX
De nominale motorspanning en het maximale koppel kunnen worden gehandhaafd tot 10% onderspanning in het net.
inder netvervuiling
M Aangezien de frequentie-omvormer standaard is voorzien van tussenkringspoelen, wordt er weinig harmonische interferentie gegenereerd. Dit garandeert een goede arbeidsfactor en lagere piekstroom, waardoor de belasting van het net wordt gereduceerd.
eavanceerde VLT-beveiliging
G Stroommeting in alle drie de motorfasen zorgt voor perfecte bescherming van de frequentie-omvormer tegen aardings- en kortsluitingsfouten op de motoraansluiting.
Een effectieve bewaking van de drie voedingsfasen zorgtervoordatdeunitinhetgevalvaneen fout stopt. Hierdoor wordt overbelasting van de inverter en van de condensatoren in de tussenkring, die de levensduur van de frequentie-omvormer aanzienlijk zouden verkorten, vermeden.
ingebouwd; deze moet op de thermistor-ingang van de frequentieomvormer worden aangesloten (klem 53 of 54), zie parameters 128, 308 en 311.
Kennismaking
De frequentie-omvormer is standaard voorzien van een ingebouwde thermische beveiliging. In het geval van thermische overbelasting schakelt deze functie de inverter uit.
etrouwbare galvanische isolatie
B In de frequentie-omvormer worden alle stuurcircuits van het netpotentiaal gescheiden door isolatie die voldoet aan de PELV-eisen. Een aantal stuurcircuits, klemmen 01 - 03, zijn van de andere circuits gescheiden door isolatie die ook voldoet aan PELV. Verder zijn de stuurcircuits in blokken geplaatst die van elkaar zijn gescheiden door functionele isolatie (< 100 V), zie Algemene technische gegevens.
eavanceerde motorbeveiliging
G De frequentieomvormer heeft een ingebouwde elektronische, thermische motorbeveiliging.
De frequentieomvormer berekent de motortemperatuur op basis van stroom, frequentie en tijd.
In tegenstelling tot de traditionele thermische bimetaal beveiliging, houdt een elektronische beveiliging rekening met verminderde koeling bij lage frequenties als gevolg van een lagere ventilatorsnelheid (motoren met interne ventilatie).
Voor optimale beveiliging tegen oververhitting van een afgedekte of geblokkeerde motor, of voor het geval de ventilatie uitvalt, kan een thermistor in de motor worden
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
9
VLT®5000 FLUX
Diagram voor VLT 5001-5027 200-240 V, VLT 5001-5102 380-500 V
10
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Diagram voor VLT 5122-5302 380-500V
VLT®5000 FLUX
Kennismaking
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
11
Diagram voor VLT 5032-5052 200-240 V
VLT®5000 FLUX
12
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Diagram voor VLT 5350-5500 380-500 V
VLT®5000 FLUX
Kennismaking
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
13
VLT®5000 FLUX
Mechanische afmetingen
Alle afmetingen worden aangegeven in mm.
ABCDabab/beType
Bookstyle IP 20
5001 - 5003 200 - 240 V
5001 - 5005 380 - 500 V 5004 - 5006 200 - 240 V
5006 - 5011 380 - 500 V
Compact IP 00
5032 - 5052 200 - 240 V 800 370 335 780 270 225 B 5122 - 5152 380 - 500 V 1046 408 375 5202 - 5302 380 - 500 V 1327 408 375 5350 - 5500 380 - 500 V 1896 1099 494 1847 1065 400
Compact IP 20
5001 - 5003 200 - 240 V
5001 - 5005 380 - 500 V 5004 - 5006 200 - 240 V
5006 - 5011 380 - 500 V 5008 200 - 240 V
5016 - 5022 380 - 500 V 5011 - 5016 200 - 240 V
5027 - 5032 380 - 500 V 5022 - 5027 200 - 240 V
5042 - 5062 380 - 500 V 5072 - 5102 380 - 500 V 800 370 335 780 330 225 D
Compact Nema 1/IP20/IP21
5032 - 5052 200 - 240 V 954 370 335 780 270 225 E 5122 - 5152 380 - 500 V 1208 420 373 5202 - 5302 380 - 500 V 1588 420 373 5350 - 5500 380 - 500 V 2010 1200 600 - - 400
Compact IP 54/Nema 12
5001 - 5003 200 - 240 V
5001 - 5005 380 - 500 V 5004 - 5006 200 - 240 V
5006 - 5011 380 - 500 V 5008 - 5011 200 - 240 V
5016 - 5027 380 - 500 V 5016 - 5027 200 - 240 V
5032 - 5062 380 - 500 V 5032 - 5052 200 - 240 V 937 495 421 - 830 374 225 G 5072 - 5102 380 - 500 V 940 400 360 70 690 375 225 F 5122 - 5152 380 - 500 V 1208 420 373 5202 - 5302 380 - 500 V 1588 420 373 5350 - 5500 380 - 500 V 2010 1200 600 - - - 400 ab: minimale ruimte boven behuizing
be: minimale ruimte onder behuizing
1: Alleen boven behuizing (ab) IP 00 indien
ingebouwd in een Rittal-behuizing.
2: met uitschakelaar, voeg 42 mm toe.
395 90 260 384 70 100 A
395 130 260 384 70 100 A
2)
2)
1001 304 225 J 1282 304 225 J
395 220 160 384 200 100 C
395 220 200 384 200 100 C
560 242 260 540 200 200 D
700 242 260 680 200 200 D
800 308 296 780 270 200 D
2)
2)
1154 304 225 J 1535 304 225 J
460 282 195 85 260 258 100 F
530 282 195 85 330 258 100 F
810 350 280 70 560 326 200 F
940 400 280 70 690 375 200 F
2)
- 1154 304 225 J
2)
1535 304 225 J
1)
I
1
H
1)
H
14
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Mechanische afmetingen, vervolg
VLT®5000 FLUX
gegevens
Technische
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
15
Mechanische afmetingen. (verv.)
VLT®5000 FLUX
Type H, IP 20, IP 54
Type I, IP 00
Type J, IP 00, IP 21, IP 54
16
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Houd rekening met de aanwijzingen m.b.t. het inbouwen en de veldmontageset
(zie lijst hierna). De informatie in deze lijst moet in acht genomen worden om ernstige beschadigingen of letsel, met name bij de installatie van grote units, te voorkomen.
De frequentie-omvormer moet verticaal worden geïnstalleerd.
De frequentie-omvormer wordt gekoeld door middel van luchtcirculatie. Er dient boven en onder de unit een vrije ruimte te zijn van minstens 100 mm, zodat de koellucht van het apparaat kan worden afgevoerd (zie illustratie hierna). Om oververhitting van de eenheid te voorkomen, dient de omgevingstemperatuur nooit hoger te zijn
dan de maximumtemperatuur die is opgegeven voor de frequentie-omvormer en mag de gemiddelde temperatuur over 24 uur niet worden overschreden.
De maximumtemperatuur en de gemiddelde temperatuur over 24 uur zijn te vinden in de sectie Algemene technische gegevens. Bij een omgevingstemperatuur van 45° C - 55° C is reductie van de frequentie-omvormer nodig. Zie De rat i ng in de Design Guide. Als bij de bovenstaande omgevingstemperatuur geen reductie plaatsvindt, wordt de gebruiksduur van de frequentie-omvormer verkort.
VLT®5000 FLUX
Koeling
Bij alle Bookstyle- en Compact-eenheden dient boven en onder de behuizing een minimale vrije ruimte te zijn.
Naast elkaar/flens tegen flens
Alle frequentieomvormers kunnen naast elkaar/met de flenzen tegen elkaar worden geïnstalleerd.
Inbouwen
IP 00 IP 20/Nema 1 IP 54 Bookstyle - OK ­Compact OK OK OK
Installatie van VLT 5001-5302
requentieomvormers moeten zo worden
Alle f geïnstalleerd dat een goede koeling mogelijk is.
Installatie
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
17
d[mm] Opmerkingen Bookstyle VLT 5001-5006, 200-240 V 100 VLT 5001-5011, 380-500 V 100
Compact (alle typen behuizingen) VLT 5001-5006, 200-240 V 100 VLT 5001-5011, 380-500 V 100
VLT 5008-5027, 200-240 V 200 VLT 5016-5062, 380-500 V 200 VLT 5072-5102, 380-500 V 225
VLT®5000 FLUX
Installatie op een vlakke, verticale ondergrond (geen afstandstukken)
Installatie op een vlakke, verticale ondergrond (geen afstandstukken)
Installatie op een vlakke, verticale ondergrond (geen afstandstukken)
VLT 5032-5052, 200-240 V 225 VLT 5122-5302, 380-500 V 225
Installatie op een vlakke, verticale ondergrond (geen afstandstukken)
Filtermatten in IP 54-eenheden moeten worden vervangen wanneer deze vuil zijn.
18
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Installatie van VLT 5300-5500 380-500 V Compact
NEMA 1 (IP 20) en IP 54 Koeling
VLT®5000 FLUX
Naast elkaar
Compact NEMA 1 (IP 20) en IP 54
Alle NEMA 1 (IP 20) en IP 54-eenheden in de genoemde serie kunnen naast elkaar worden geïnstalleerd zonder tussenruimte, aangezien deze eenheden geen koeling aan de zijkant vereisen.
Alle eenheden in de genoemde serie vereisen een minimale ruimte van 400 mm boven de behuizing en installatie op een vlakke vloer. Dit geldt voo zowel NEMA 1 (IP 20) als IP 54-eenheden. Voor toegang tot de VLT 5350-5500 is een minimale ruimte van 605 mm vóór de frequentieomvorm
Filtermatten in IP 54-eenheden moeten re worden vervangen afhankelijk van de bedrijfsomgeving.
IP 00 VLT 5350-5500 380-500 V
De IP 00-eenheid is ontworpen voor installatie in een behuizing bij i
nstallatie volgens de aanwijzingen
er vereist.
gelmatig
r
in de VLT 5350-5500 Installatiehandleiding, MG.56.AX.YY. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor NEMA 1/I
P 54.
Installatie
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
19
VLT®5000 FLUX
Elektrische installatie
De spanning op de frequentieomvormer is gevaarlijk wanneer de eenheid op het
lichtnet is aangesloten. Onjuiste installatie van de motor of frequentieomvormer kan de apparatuur beschadigen of ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Het is daarom belangrijk dat u de aanwijzingen in deze handleiding alsmede de lokale en nationale regels en veiligheidsvoorschriften naleeft.. Het aanraken van elektrische onderdelen kan fatale gevolgen hebben, zelfs nadat de installatie is afgesloten van de netvoeding.
Wanneer u de VLT 5001-5006, 200-240 V en 380-500 V gebruikt: wacht minstens 4 minuten. Wanneer u de VLT 5008-5052, 200-240V gebruikt: wacht minstens 15 minuten. Wanneer u de VLT 5008-5062, 380-500V gebruikt: wacht minstens 15 minuten. Wanneer u de VLT 5072-5302, 380-500 V gebruikt: wacht minstens 20 minuten. Wanneer u de VLT 5350-5500, 380-500V gebruikt: wacht minstens 15 minuten.
NB!:
De gebruiker of de gekwalificeerde elektricien is verantwoordelijk voor de correcte aarding en beveiliging van de apparatuur overeenkomstig
de nationale en lokale normen en voorschriften.
Hoogspanningstest
Een hoogspanningstest kan worden uitgevoerd door deklemmenU,V,W,L en één seconde te voeden met max. 2,15 kV DC tussen deze kortsluiting en het chassis.
en L3kort te sluiten
1,L2
Veiligheidsaarding
NB!:
De frequentie-omvormer heeft een hoge lekstroom en moet om veiligheidsredenen
op degelijke wijze geaard worden. Gebruik aardingsklem (zie sectie Elektrische installatie, voedingskabel ), die zorgt voor aarding voor hoge lekstromen. Volg de nationale veiligheidsvoorschriften op.
Verdeling van klemmen
De verdeling van klemmen voor vermogensaansluiting is gelijk voor alle formaten VLT-inverters.
Netklemmen 91
R(L1)
Motorklemmen 96
U
92 S(L2)93T(L3) 97 V
94 95 99Aardingsklemmen
Remweerstand­klemmen Verdeling van de belasting
Elektrische installatie - netvoeding
Sluitdedriefasenvandenetvoe de klemmen L
81 R+ 88
-DC
1,L2,L3
82 R­89 +DC
ding aan op
.
98 W
NB!:
De RFI-schakelaar moet worden gesloten (positie ON) wanneer hoogspanningstests
worden uitgevoerd (zie sectie RFI-schakelaar) . De aansluiting op het net en van de motor moeten worden onderbroken in het geval van hoogspanningstests van de totale installatie als de lekstromen te hoog zijn.
20
Aansluiting van de motor
Met de frequentie-omvormer kunnen alle standaard driefasen asynchrone motoren worden aangestuurd.
Kleine motoren zijn in het algemeen in ster geschakeld (200/400 V, Grote motoren zijn in driehoekschakeling geschakeld (400/690 V, De motorkabel dient afgeschermd te zijn.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
/Y).
/Y).
VLT®5000 FLUX
Thermische motorbeveiliging
Het elektronische thermische relais van UL-goedgekeurde frequentie-omvormers voldoet aan de UL-vereiste voor beveiliging van een enkele motor wanneer de parameter 128 Thermische motorbeveiliging is ingesteld op ETR Trip en parameter 105 is ingesteld op de nominale motorstroom (zie motorplaatje).
Richting van de motoras
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp van kabelklemmen aan op de geleidende achterplaat van de frequentieomvormer en op de metalen behuizing van de remweerstand. Pas de dwarsdoorsnede van de remweerstand­bekabeling aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies MI.90.FX.YY en MI.50.SX.YY voor meer informatie over een veilige installatie.
NB!:
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 960 V DC op de klemmen kunnen komen te staan, afhankelijk van de voedingsspanning.
Elektrische installatie - temperatuurschakelaar
remweerstand
Koppel: 0,5-0,6 Nm Schroefmaat: M3
Nr. Functie 106, 104, 105
Temperatuurschakelaar remweerstand.
De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze draaiing als de uitgang van de frequentieomvormer als volgt is aangesloten:
CW U 96 V 97 W 98
CCW U 96 V 98 W 97
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee fasen van de motorkabel te verwisselen.
NB!:
Als de toepassing wordt uitgevoerd in
een gesloten lus met een encoder als
terugkoppelingssignaal, moeten de draden A,A/B,B/ van het encodersignaal worden omgewisseld of moet de richting van de encoder worden gewijzigd in parameter 351.
NB!:
Flux vector-besturingen kunnen slechts met
één motor werken. Het is niet mogelijk om
parallel aangesloten motoren te gebruiken op de uitgangszijde van de frequentieomvormer.
NB!:
Deze functie is al VLT 5032-5052 200-240 V en de VLT
5125-5500 380-500 V. Indien de temp hoog wordt en de thermische schakelaar uitvalt, zal de frequentieomvormer stoppen met remmen. De motor za Er moet een KLIXON-schakelaar (verbreekcontact) worden geïnstalleerd. Indien deze functie niet gebruikt wordt, m
Elektrische installatie - loadsharing
(Alleen uitgebreid met typecode EB, EX, DE, DX).
eratuur van de remweerstand te
l gaan vrijlopen.
oeten 106 en 104 samen kortgesloten worden.
leen beschikbaar op de
Nr. Functie 88, 89 Loadsharing
Installatie
Elektrische installatie - remkabel
(Alleen standaard met rem en uitgebreid met rem. Typecode: SB, EB, DE, PB).
Nr. Functie 81, 82 Remweerstandklemmen
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Klemmen voor loadsharing
21
VLT®5000 FLUX
De aansluitkabel moet worden afgeschermd en de max. lengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel is 25 meter. Via loadsharing kunnen de DC-tussenkringen van verschillende frequentieomvormer met elkaar worden verbonden.
Aanhaalkoppels en schroefmaten
De tabel geeft het vereiste koppel weer wanneer klemmen aan de frequentieomvormer worden bevestigd. Voor VLT 5001-5027 200-240 V en VLT 5001-5102 380-500 V moeten de kabels met schroeven worden vastgezet. Voor VLT 5032-5052 200-240 V en VLT 5122-5500 380-500 V moeten
NB!:
Houd er rekening mee dat er spanningen tot 960
de kabels met bouten worden vastgezet. Deze cijfers gelden voor de volgende klemmen:
V DC op de klemmen kunnen komen te staan.
Voor loadsharing is extra apparatuur nodig. Raadpleeg de instructie MI.50.NX.XX voor meer informatie over loadsharing.
VLT-type 200-240 V
5001-5006 0,6 M3 Sleufschroevendraaier 5008 IP20 1,8 M4 Sleufschroevendraaier 5008-5011 IP54 1,8 M4 Sleufschroevendraaier 5011-5022 IP20 3 M5 Inbussleutel 4mm 5016-5022 5027 6 M6 Inbussleutel 4mm 5032-5052
380-500 V
5001-5011 0,6 M3 Sleufschroevendraaier 5016-5022 IP20 1,8 M4 Sleufschroevendraaier 5016-5027 IP54 1,8 M4 Sleufschroevendraaier 5027-5042 IP20 3 M5 Inbussleutel 4mm 5032-5042 5052-5062 6 M6 Inbussleutel 5mm 5072-5102 IP20 15 M6 Inbussleutel 6mm
5122-5302 5350-5500
3)
1)
3)
4)
5)
IP54 3 M5 Inbussleutel 4mm
IP54 3 M5 Inbussleutel 4mm
IP54
Koppel [Nm ] Schroef-/
11,3 M8 (bout en tapeind)
2)
24 M8 Inbussleutel 8mm 19 Bout M10 42 Bout M12
Netklemmen Nrs. 91, 92, 93
L1, L2, L3
Motorklemmen Nrs. 96, 97, 98
U, V, W
Aardklem Nrs. 94, 95, 99
Remweerstandsklemmen 81, 82
Verdeling van de belasting 88, 89
Gereedschap
boutmaat
1) Remklemmen: 3,0 Nm, moer: M6
2) Rem en verdeling van belasting: 14 Nm, inbusschroef M6
3) IP54 met RFI - lijnklemmen 6Nm, schroef: M6 - inbussleutel 5mm
4) Rem en verdeling van belasting: 9,5 Nm; bout M8
5) Remklemmen: 11,3 Nm; bout M8
22
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT®5000 FLUX
Elektrische installatie - externe ventilatorvoeding
Koppel 0,5-0,6 Nm Schroefmaat: M3
Alleen voor IP54-eenhedeninhetvermogensbereik VLT 5016-5102, 380-500 V en VLT 5008-5027, 200-240 V AC. Als de aandrijving door de DC-bus wordt gevoed (verdeling van de belasting), worden de interne ventilatoren niet met AC-stroom gevoed. In dat geval moeten deze met een externe AC-stroom worden gevoed.
Elektrische installatie - externe 24 V DC-voeding
(Alleen uitgebreide versies. Typecode: PS, PB,PD,PF,DE,DX,EB,EX).
Koppel: 0,5-0,6 Nm Schroefmaat: M3
Nr. Functie 35, 36 Externe 24 V DC-voeding
Nr. Functie 1-3 Relaisuitgang, 1+3 verbreek, 1+2
maak; zie parameter 323 in de Bedieningshandleiding. Zie ook
Algemene technische gegevens.
4, 5 Relaisuitgang, 4+5 maak;
zie parameter 326 in de Bedieningshandleiding. Zie ook Algemene technische
gegevens.
Extra beveiliging (RCD)
Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars, nulaarding of aarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de lokale veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstrom een gelijkstroom veroorzaken.
Indien aardlekschakelaars worden gebruikt, dienen deze te voldoen aan de lokale voorschriften. De relais dienen geschikt te zijn om 3-fasen apparatuur met een bruggegelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het inschakelen te beschermen.
Een externe 24 V DC-voeding kan worden gebruikt als laagspanningsvoeding voor de stuurkaart en eventueel geïnstalleerde optiekaarten. Hierdoor kan het LCP (incl. parameterinstelling) volledig functioneren zonder aansluiting op het net. Wanneer 24 V DC is aangesloten, wordt er een waarschuwing voor lage spanning gegeven, maar vindt er geen uitschakeling plaats. Als een externe 24 V DC-voeding wordt aangesloten of ingeschakeld op hetzelfde moment als de netvoeding, moet parameter 120 Startvertraging op een tijd van minimaal 200 ms worden ingesteld. Om de externe 24 V DC-voeding te beschermen, kan een voorzekering van minimaal 6 A (traag) worden geplaatst. De vermogensopname is 15-50 W, afhankelijk van de belasting op de stuurkaart.
NB!:
Gebruik een 24 V DC-voeding van het
type PELV om te zorgen voor een juiste
galvanische scheiding (type PELV) op de stuurklemmen van de frequentieomvormer.
Lekstroom
Lekstroom naar de aarde wordt voornamelijk veroorzaakt door de capaciteit tussen motorfasen en de afgeschermde motorkabel. Het gebruik van een RFI-filter draagt bij tot extra lekstroom, aangezien het filtercircuit door middel van condensatoren is verbonden met de aarde. De omvang van de lekstroom naar de aarde is afhankelijk van de volgende factoren, in volgorde van belangrijkheid:
Installatie
1. Lengte van de motorkabel
2. Motorkabel met of zonder afscherming
3. Schakelfrequentie
4. RFI-filter al of niet gebruikt
5. Motor ter plekke geaard (zou zo moeten zijn) of niet
De lekstroom is van belang voor de veiligheid gedurende het gebruik/de functionering van de frequentie-omvormer indien er (bij vergissing) geen aardverbinding is aangebracht.
Elektrische installatie - relaisuitgangen
Koppel: 0,5 -0,6 Nm Schroefmaat: M3
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
23
NB!:
Aangezien de lekstroom >3,5 mA is, is
aarding voor hoge lekstromen nodig, hetgeen
noodzakelijk is indien moet worden voldaan aan Ontw. EN 50178. Bij driefasefrequentie-omvormers mogen alleen die lekstroomrelais worden gebruikt die bescherming bieden tegen DC-lekstromen (Din VDE
0664). RCD lekstroomrelais van het type B voldoen aan deze vereisten volgens de norm IEC 755-2.
De relais moeten:
- Geschikt zijn om apparatuur met een gelijkstroomcomponent (DC) in de lekstroom te beschermen (driefasebruggelijkrichter).
- Geschikt zijn voor inschakeling met een korte, pulsvormige laadstroom naar de aarde.
- Geschikt zijn voor een hoge lekstroom
VLT®5000 FLUX
24
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Elektrische installatie, voedingskabels
VLT®5000 FLUX
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Installatie
25
Compact VLT 5001-5006 200-240 V VLT 5001-5011 380-500 V
Elektrische installatie, voedingskabels
VLT®5000 FLUX
Compact IP 20/Nema 1 VLT 5008-5027 200-240 V VLT 5016-5062 380-500 V
Compact IP 20 VLT 5072-5102 380-500 V
Compact IP 20/Nema 1 VLT 5008-5027 200-240 V VLT 5016-5102 380-500 V
Installatie
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
27
VLT®5000 FLUX
Compact IP 54 VLT 5008-5027 200-240 V VLT 5016-5062 380-500 V
Compact IP 54 VLT 5072-5102 380-500 V
28
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Bookstyle VLT 5001-5006 200-240 V VLT 5001-5011 380-500 V
VLT®5000 FLUX
Compact IP 54
Compact IP 20/NEMA 1
26
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
VLT®5000 FLUX
Compact IP 00 zonder uitschakelaar en z ekering VLT 5122-5152 380-500 V
Compact IP 00 met uitschakelaar en zekering VLT 5202-5302 380-500 V
Installatie
Compact IP 21/IP54 zonder uitschakelaar en zekering VLT 5122-5152 380-500 V
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
29
VLT®5000 FLUX
Compact IP 00/NEMA 1 (IP 20) VLT 5032-5052 200-240 V
Compact IP 21/IP54 met uitschakelaar en zekering VLT 5202-5302 380-500 V
Elektrische installatie, voedingskabels
30
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Loading...
+ 141 hidden pages