Probleemoplossing bij koelmiddelsystemen met platenwarmtewisselaars .................................................. 9
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
wisselaars
1
Warmte-
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microkanaalwarmtewisselaar
(MCHE) – Constructie
De afbeelding rechts geeft de basisstructuur weer
van een microkanaalwarmtewisselaar ofwel MCHE.
De werkelijke constructie hangt af van de specifieke
toepassing.
Stromingsconfiguratie
De microkanaalcondensor wordt vaak uitgevoerd
met meerdere doorgangen (multi-pass) in
parallelle doorstroming, waarbij iedere volgende
doorgang weer minder buizen bevat.
Aansluiting van de afvoerleiding op de
afvoerverdeler van de MCHE kan leiden tot een
aanzienlijk drukverlies aan de koelmiddelzijde en
slechte prestaties van de warmtewisselaar.
De toevoer- en afvoerbuizen zijn uitsluitend
bedoeld voor aansluiting en om het eigen
gewicht te dragen. Ze bevinden zich waar
handvaten zouden moeten zitten en ze lijken er
ook op. Til nooit een MCHE op aan de toevoer-
of afvoerbuis.
Eindplaat Zijplaat Vin Buis
Schot
Verdeelleiding
Toevoer
Veel
buizen
Afvoer
Minder
buizen
Montage
Bevestigingsbeugel
De bevestigingsbeugels waarmee de MCHE
wordt gemonteerd, moeten altijd enige
beweging toelaten. Dit voorkomt dat de
warmtewisselaar of de aansluitingen bij krimp
en uitzetting worden blootgesteld aan overmatige spanningen of belasting.
Laat de bevestigingsbeugels van de MCHE
bij voorkeur alleen in contact komen met
pakkingringen, rondsels of schokdempers van
rubber of plastic. Door rechtstreeks contact
met metalen bevestigingsmaterialen en/of
frames kan galvanische corrosie optreden,
tenzij voorzorgsmaatregelen worden genomen zoals een zorgvuldige selectie van
legeringen, lak/coating enz.
Verschillende types montagemateriaal zijn
leverbaar, afgestemd op de verschillende
toepassingsvereisten.
2
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microkanaalwarmtewisselaar
(MCHE) – Constructie
Toevoer-/afvoeraansluitingen
Ontwerp aansluitingen voor toevoer en afvoer
zodanig dat spanningen door thermische
uitzetting niet op de leidingen overgedragen
worden.
Zorg er ook voor dat de toevoer- en af-
voeraansluitingen zodanig gepland en ondersteund worden dat de soldeernaden vrij zijn
van spanning of belasting.
De toevoer-/afvoerbuizen zijn vervaardigd uit
dunwandig aluminium en kunnen makkelijk
knikken of beschadigen. U kunt dit voorkomen door de aan te sluiten leidingen
vooraf te buigen of gereed te maken, zodat u
tijdens de installatie geen krachten dient uit te
oefenen.
Bij aansluiting van koperen op aluminium bui-
zen kan galvanische corrosie van het aluminium optreden. Bescherm daarom de naad met
verf/lak, kunsthars of een kunststof krimpkous.
Vermijd spanningen op of
knikken van de buis
Laat enige
beweging door
thermische
uitzetting toe
Ter bescherming van de Cu-Al-soldeernaad en
de krimpkous moet de buislengte na de naad op
de toevoer-/afvoerleidingen meer dan 70 mm
bedragen. Wanneer u de spiraal aan uw systeem
soldeert, kunt u de naad extra beschermen met
droge stikstof en/of door een natte doek om het
koperen aansluitstuk te wikkelen. De aluminium
toevoer-/afvoerbuizen van de MCHE moeten ook
minstens 70 mm lang zijn, ter bescherming van
de soldeernaad aan het uiteinde van de buis.
De leiding achter de soldeernaad moet minstens 70 mm lang zijn.
≥70 mm
≥70 mm
wisselaars
Warmte-
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
3
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microkanaalwarmtewisselaar
(MCHE) – Reiniging
Microkanaalspiralen zijn in vergelijking met buiswarmtewisselaars eenvoudiger te reinigen, omdat het
vuil zich over het algemeen meer op het oppervlak en minder in het systeem zelf ophoopt.
Stap 1: vuil van het oppervlak verwijderen.
Verwijder vuil, bladeren, vezels e.d. van het oppervlak. Gebruik hiervoor een stofzuiger (liefst met een
borstelmond of ander zacht accessoire), perslucht (van binnen naar buiten blazen) en/of een zachte
borstel (geen staalborstel!). Let erop dat u niet met de stofzuigerbuis of de mond van de luchtblazer
tegen de spiraal stoot of schraapt.
Stap 2: afspoelen
Gebruik voor natte reiniging van MCHE’s geen chemicaliën, ook niet als die worden aangeprezen als
reinigingsmiddelen voor spiralen. Gebruik van dergelijke producten kan corrosie veroorzaken. Spoel
het alleen af.
Spuit de MCHE voorzichtig schoon, liefst van binnen naar buiten en van boven naar beneden. Laat het
water door iedere vinopening stromen totdat het aan de andere zijde schoon naar buiten komt. De
vinnen in de microkanalen zijn weliswaar sterker dan die van traditionele buisspiralen, maar u dient ze
toch voorzichtig te behandelen. Let er op dat de slang niet tegen de spiraal slaat.
Het wordt aanbevolen om de waterstraal te regelen door uw duim op het uiteinde van de waterslang
te houden. Als u een spuitmond gebruikt, kan de kracht van de waterstraal de spiraal beschadigen.
Step 3: Optioneel droogblazen
Door de vormgeving van hun vinnen blijft in MCHE’s meer water staan dan bij traditionele
buisspiralen. Afhankelijk van het specifieke ontwerp en de installatiewijze van uw apparaat kan het
nuttig zijn om het spoelwater uit de spiraal te blazen of te zuigen. Dit voorkomt dat water blijft staan
dat mogelijk het materiaal aantast.
Waarschuwing!
Een warmtewisselaar kan voorzichtig worden gereinigd met een hogedrukreiniger. Met een
hogedrukreiniger kunt u echter ook de spiraal volledig vernielen. Gebruik van dergelijke
apparatuur wordt daarom ten sterkste afgeraden.
4
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Condensers
Q1
Q2Q3
Q4
Condensers
Evaporators
Q1
Q2
Q3
Q4
Q5
Q6
Q1
Q2Q3
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q5
Q6
Q1
Q2Q3
Q4
Q1
Q2Q3
Q4
Microplatenwarmtewisselaar
– MPHE
Instructies
Algemene informatie
In een droge omgeving bij een temperatuur van
17-50 °C bewaren.
Danfoss MHPE’s leveren de beste prestaties
indien zij worden geïnstalleerd, onderhouden
en gebruikt conform de instructies in de
handleiding. Danfoss aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor MHPE’s waarbij van de
instructies is afgeweken. Plaats de MHPE verticaal
(zie afbeeldingen rechts).
Condensors
Sluit het koelmiddel (gas) aan op de aansluiting
linksboven - Q4 (dubbel circuit: linksboven - Q4,
en rechtsboven - Q6) en het condensaat op
de aansluiting linksonder - Q3 (dubbel circuit:
linksonder - Q3, en rechtsonder - Q5). Sluit de
toevoer van het water-/pekelcircuit aan op
de aansluiting rechtsonder - Q2, en de afvoer
op de aansluiting rechtsboven - Q1 (dubbel
circuit: toevoer middenonder - Q2, en afvoer
middenboven - Q1).
Verdampers
Sluit het koelmiddel (vloeistof) aan op de
aansluiting linksonder - Q3 (dubbel circuit:
linksonder - Q3, en rechtsonder - Q5) en het
koelmiddelafvoer (gas) op de aansluiting
linksboven - Q4 (dubbel circuit: linksboven Q4, en rechtsboven - Q6). Sluit de toevoer van
het water-/pekelcircuit aan op de aansluiting
rechtsboven - Q1, en de afvoer op de aansluiting
rechtsonder - Q2 (dubbel circuit: toevoer
middenboven - Q1, en afvoer middenonder - Q2).
Zeef
Als één van de media deeltjes van 1 mm of groter
bevat, wordt aanbevolen om een zeef (mesh
16–20) te plaatsen vóór de MPHE.
BELANGRIJK:
De randen van MHPE’s zijn scherp. De
oppervlakken van MHPE’s kunnen zeer heet of
zeer koud zijn. MHPE’s kunnen media onder hoge
druk bevatten. Raadpleeg het productlabel voor
meer informatie.
Condensors
Dubbelcircuitcondensors
Verdampers
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Dubbelcircuitverdampers
wisselaars
5
Warmte-
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microplatenwarmtewisselaar
– MPHE
Instructies
Isolatie
Het is aanbevolen het product te isoleren
wanneer het in bedrijf is. Gebruik
isolatiemateriaal van celrubber om een
dampscherm te creëren en warmteverlies te
vermijden.
Mechanische montage
A Montage met beugels (voor versies zonder
montagebouten of -schroeven)
B Montage met bouten
(voor versies met bouten)
C Rubberen bekleding
SchroefboutM61/4”M8M10M12
Max.aandraaimoment
1012151822
Aansluitleidingen
Type223055/62 118117212
Aandraaimoment
Max. Temp. <<<<<<<<<<< 800 °C / 1472 °F >>>>>>>>>
3503504001000 1000 1000
Solderen
Ontvet de aansluitingsoppervlakken en maak ze
schoon.
Vul de MPHE tijdens het solderen met stikstof
ter bescherming tegen oxidatie. Breng flux aan
met een kwastje. Plaats de koperen leiding in de
aansluiting en soldeer met zilversoldeer (min. 45%).
Onderhoud – Backflow-reiniging
Gebruik een zeef of filter en een 5%-oplossing
van een zwak zuur (bv. fosforzuur of citroenzuur).
Keer de normale stroomrichting om en verhoog
de doorstroomsnelheid tot 1,5 maal de normale
waarde.
pomp
6
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microkanaalwarmtewisselaar
– MCHE
Instructies
Opslag/behandeling
Bewaar de warmtewisselaar in een droge,
schone omgeving bij een temperatuur van
0-50 °C. Bewaar de eenheid in de verpakking tot
het moment van installatie. Houd de eenheid
verticaal tijdens opslag en transport. Stapel de
eenheden niet horizontaal op elkaar. De vinnen
buigen gemakkelijk, waardoor ze onherstelbaar
beschadigd kunnen raken. De buiswanden zijn
kwetsbaar: scherpe voorwerpen kunnen ze
doorboren. Til of draag MCHE’s nooit aan hun
toevoer-/afvoerbuizen. Laat een MCHE nooit
tegen een ander object stoten en laat een MCHE
nooit op de rand vallen.
Voorbereiding en installatie
In de Danfoss MCHE-condensor stromen lucht en
koelmiddel in tegenrichting. Configureer de twee
stromen correct.
Om de gespecificeerde capaciteit te realiseren,
moet de luchtstroom gelijkmatig over het
gehele uitwisselingsvlak verdeeld zijn conform
de technische specificaties. Breng daarom een
behuizing rondom de luchtstroom aan en let
er op dat er geen andere paden zijn tussen de
luchtaanzuiging en de afvoeropening. Dicht
de brede spleten aan beide zijden van het
uitwisselingsvlak met afdichttape (zie afb. 2).
Langste afstand
Inlaat
uitlaat
Kortste afstand
Afb. 1
Wikkel bij het solderen van de leidingen aan
de koperen aansluitingen een natte doek om
de onderzijde van het koperen aansluitstuk.
Hierdoor zal de Cu-Al-soldeernaad zo min
mogelijk opwarmen (zie afb. 3).
Wees voorzichtig met de aluminium buizen en
de soldeernaden: buig ze nooit en stel ze niet
bloot aan spanning. MCHE’s van aluminium zijn
sterker onderhevig aan uitzetting en krimp dan
warmtewisselaars van andere materialen.
Afb. 2
Afb. 3
wisselaars
Warmte-
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
7
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Microkanaalwarmtewisselaar
– MCHE
Instructies
Uitzetting en inkrimping door thermische
uitzetting vindt bij de MCHE’s in twee richtingen
plaats (zie afb. 4). De bevestigingsbeugels
moeten deze bewegingen toelaten.
Breng plastic, rubber of een schuimmateriaal aan
tussen het aluminium van de spiraal en andere
metalen (zie afb. 5).
Koelmiddelvulling
MCHE-condensors van Danfoss vragen
aanzienlijk minder koelmiddelvulling dan
condensors met ronde buizen. Overvulling met
koelmiddel leidt tot een hogere persdruk en een
verlies van systeemcapaciteit.
Vul het systeem conform de specificaties van de
fabrikant. Als deze niet beschikbaar zijn, volg dan
onderstaande instructies.
Afb. 4
Afdichting
Stalen frame
Afdichting
MCHE
Afdichting
Vul het systeem als volgt:
1. Breng het systeem in een toestand van (bijna)
volledige belasting en vul ongeveer 1/3 van
de nominaal vereiste massa koelmiddel in het
systeem. Laat het systeem stabiel worden en
controleer of er gasbellen zichtbaar zijn in het
kijkglas van de vloeistofleiding.
2. Voeg vervolgens telkens kleine hoeveelheden
koelmiddel toe. Laat het systeem na elke
dosis stabiel worden en controleer of er nog
gasbellen ontstaan (zie stap 1).
3. Wanneer er weinig tot geen gasbellen meer
in het expansieventiel komen, is het systeem
waarschijnlijk correct gevuld.
4. Als het systeem in bedrijf een hogere persdruk
aangeeft dan gespecificeerd is, tap dan
koelmiddel af.
Corrosie
Scheid het aluminium van de MCHE van andere
metalen met plastic, rubber of schuimtape
(zie afb. 5). Dit voorkomt corrosie die kan
ontstaan door contact tussen de verschillende
metaalsoorten.
Let er ook op dat de MCHE niet wordt
blootgesteld aan spaanders of stof van andere
metalen, afkomstig van bewerkingen of
productieprocessen in de buurt van het systeem.
Afb. 5
8
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Symptomen
Hoge condensatiedruk Lage condensatiedruk Lage verdampingsdruk
Mogelijke oorzaken van hoge condensatiedruk
Waterstroom in de condensor te laag Temperatuur toevoerwater in de condensor
te hoog
Overvulling van het koelmiddel Intern volume van de condensor te klein ten
opzichte van het verdampervolume
Olie in de condensor Niet-condenseerbaar gas in het koelmiddelcircuit Lucht in de waterzijde van de condensor Vervuiling waterzijde – aanslag in de kanalen
of in de geblokkeerde kanalen
Overbelasting aan de verdamperzijde Temperatuurverschillen aan de condensor-
zijde te groot
Diagnose: water-/pekelstroom te laag
Meet de stroom met het manueel regelventiel
(A).
Meet het drukverschil over de pomp (B) en
controleer de stroom aan de hand van de
pomphandleiding of het selectieprogramma.
Meet het drukverlies over de condensor via
de aflaataansluiting (D) en de ontluchtingsaansluiting (C) en controleer de stroom in het
selectieprogramma.
Meet de bedrijfsomstandigheden van de
compressor en bereken de condensorcapaciteit Qc.
Meet het temperatuurverschil ΔT tussen de
watertoevoer en -afvoer. Bereken het watermassadebiet m.
Qc [kJ/s]
m = ----------------------- = [kg/s]
ΔT [K] × 4.2 kJ/kg K
Danfoss
R64-2071.10
C
A
Danfoss
R64-2065.10
B
D
Diagnose: overvulling met koelmiddel.
Als het systeem te veel koelmiddel bevat,
verkleint dit het interne oppervlak dat beschikbaar is voor condensatie. Hierdoor wordt
niet alleen het temperatuurverschil tussen de
condensatietemperatuur en het koelmedium
groter, maar neemt ook de condensatiedruk
toe.
Meet de condensatiedruk (A) en bepaal de
bijbehorende verzadigingstemperatuur van
de vloeistof.
Meet de vloeistoftemperatuur bij de conden-
sorafvoer (B)
Bereken de onderkoeling (B-A) Een te hoge onderkoeling wijst op overvulling
met koelmiddel.
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
A
Danfoss
R64-2068.10
B
wisselaars
Warmte-
9
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Diagnose: condensorvolume te klein.
Kan voorkomen bij chillers en warmtepompen
die geen vloeistofvat met relatief groot intern
verdampervolume hebben.
Bij nominale bedrijfsomstandigheden kunnen
de condensatiedruk en onderkoeling normale
waarden hebben.
Bij lage belasting en lage verdampingstem-
peraturen zal zich meer koelmiddel in de
condensor ophopen. Hierdoor nemen de
condensatietemperatuur en de onderkoeling
toe, net als bij overvulling.
Controleer de interne volumes van de verdam-
per en de condensor.
Overweeg of het noodzakelijk is om een vloei-
stofvat aan te brengen.
Diagnose: olie in de condensor.
Kan voorkomen bij chillers en warmtepompen
zonder vloeistofvat.
Door lage overhitting van het zuiggas en korte
looptijden van de compressor zal deze meer
olie verliezen aan het systeem.
Deze hoeveelheid olie kan groter zijn dan het
interne condensorvolume.
Doordat zich olie in de condensor ophoopt,
wordt het voor condensatie beschikbare
oppervlak kleiner. Hierdoor stijgt de condensatietemperatuur.
Controleer, indien mogelijk, het oliepeil van de
compressor. Controleer de looptijden en zuiggasoververhitting van de compressor.
Danfoss
R64-2066.10
Danfoss
R64-2069.10
Diagnose: niet-condenseerbare gassen.
Niet-condenseerbare gassen hebben dezelfde
uitwerking als overvulling met koelmiddel.
De condensatiedruk neemt toe en er is te veel
onderkoeling.
De hogedrukmanometer trilt soms vanwege
de niet-condenseerbaar gassen.
De niet-condenseerbare gassen hopen zich
op in het bovenste deel van de condensor.
Ontgassen kan daarom het beste daar worden
uitgevoerd.
Diagnose: vervuiling aan de waterzijde van de
condensor.
Onzuiverheden in het water of pekel kunnen
aanslag aan de binnenzijde van de kanalen
veroorzaken en deze zelfs blokkeren. Hierdoor
stijgt de condensatiedruk.
Reinig de condensor door water rond te
pompen in de tegengestelde richting. Eventueel kunt u hierbij ook reinigingsmiddelen
gebruiken.
Het wordt aanbevolen om filters te plaatsen
vóór de platenwarmtewisselaars.
Danfoss
R64-2067.10
Danfoss
R64-2080.10
10
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Diagnose: lucht in de waterzijde van de condensor.
Lucht in de waterzijde van de condensor
vermindert de warmteoverdracht.
Lucht in de circulatiepomp reduceert de
water- of pekelstroom.
Hierdoor stijgt de condensatietemperatuur;
daarnaast veroorzaakt de lucht ook een karakteristiek geluid dat het makkelijker maakt de
oorzaak van het probleem te bepalen.
Controleer of het expansievat (A) is aangeslo-
ten aan de zuigzijde van de circulatiepomp en
of de druk in het vat correct is.
Diagnose: hoge belasting vanaf de zuigzijde.
Bij warm weer met een hoge luchtvochtig-
heid kan de hoeveelheid koelmiddel vanuit
het airconditioningsysteem groter zijn dan de
koelmiddelcapaciteit van de chiller.
Als het expansieventiel (A) geen MOP-functie
heeft, neemt de zuigdruk (B) sterk toe. Hierdoor stijgt de koelmiddelcapaciteit, wat leidt
tot een hogere belasting van de condensor en
daardoor tot een hoge condensatietemperatuur (C).
Danfoss
R64-2086.10
A
C B
Danfoss
R64-2076.10
A
Mogelijke oorzaken van lage condensatiedruk
Waterstroom in de condensor te hoog Temperatuur toevoerwater te laag Defecte compressorventielen
Diagnose: water-/pekelstroom te hoog.
Meet de stroom met het manueel regelventiel
(A).
Meet het drukverschil over de pomp (B) en
controleer de stroom aan de hand van de
pomphandleiding of het selectieprogramma.
Meet de het drukverlies over de condensor via
de aflaataansluiting (D) en de ontluchtingsaansluiting (C) en controleer de stroom in het
selectieprogramma.
Meet de bedrijfsomstandigheden van de
compressor en bereken de condensorcapaciteit Qc. Meet het temperatuurverschil ΔT
tussen de watertoevoer en -afvoer. Bereken
het watermassadebiet m.
C
A
Danfoss
R64-2074.10
B
D
wisselaars
Warmte-
Qc [kJ/s]
m = ----------------------- = [kg/s]
ΔT [K] × 4.2 kJ/kg K
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
11
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Corrigeren: condensatiedruk te laag.
Een mogelijke oplossing voor dit probleem is
het installeren van een drukbediend waterventiel (A) in de water-/pekeltoevoerleiding.
Het ventiel beschermt tevens de warmtewis-
selaar tegen drukschokken, die in industriële
watersystemen kunnen ontstaan wanneer
ventielen snel worden gesloten of geopend.
Mogelijke oorzaken van lage verdampingsdruk
Expansieventiel niet correct geïnstalleerd Expansieventiel niet correct afgesteld Expansieventiel niet correct gedimensioneerd Onvoldoende onderkoeling Water-/pekelstroom te laag Gedeeltelijke bevriezing Lucht in de waterzijde Vervuiling de waterzijde – aanslag in kanalen
of geblokkeerde kanalen
Ongelijkmatige verdeling van het koelmiddel
Danfoss
R64-2077.10
A
Danfoss
R64-2070.10
Diagnose: het expansieventiel is niet correct
geïnstalleerd.
De leiding tussen het expansieventiel en de
warmtewisselaar moet recht zijn.
Een bocht in deze leiding functioneert als cen-
trifugale afscheider. Aan de buitenzijde van de
bocht is de verhouding vloeistof/damp hoger
dan aan de binnenzijde van de bocht. Dit leidt
tot een verkeerde koelmiddelverdeling in de
verdamper.
Het gevolg is een lagere verdampingsdruk en
capaciteit.
Vooral thermostatische expansieventielen
zijn gevoelig voor een juiste plaatsing van de
voeler.
12
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
drukvereffening ondersteboven wordt geïnstalleerd, kunnen zich boven het membraan
vuil en olie ophopen. Daardoor kan de oververhitting toenemen en het ventiel langzamer
functioneren.
Bij expansieventielen met externe drukver-
effening bestaat het risico dat olie zich
ophoopt in de vereffeningsleiding, waardoor
het ventiel slecht gaat functioneren.
Bij ventielen met MOP bestaat het risico dat
koelmiddel verdampt vanaf het membraan,
wat kan leiden tot migratie van de vulling.
Diagnose: het expansieventiel is niet correct
afgesteld.
Na installatie worden expansieventielen vaak
niet afgesteld. Dit kan leiden tot een lagere
efficiëntie van het systeem en een kortere
levensduur van de compressor.
Een hoge oververhitting leidt tot een lagere
verdampingsdruk (A) en daardoor tot een
lagere capaciteit en prestatiecoëfficiënt (COP)
van het systeem.
Een lage oververhitting leidt tot een hogere
verdampingsdruk (B). Mogelijk ontstaat
dan nat zuiggas, wat de levensduur van de
compressor verkort. De koelmiddelcapaciteit
en COP van het systeem kunnen ook lager
liggen wanneer een deel van het koelmiddel
in de compressor verdampt in plaats van in de
verdamper.
B
Danfoss
A
R64-2072.10
Diagnose: het expansieventiel is niet correct
gedimensioneerd.
Als de doorlaat in het expansieventiel te klein
is, zal de verdampingstemperatuur te laag
liggen. Dit verlaagt de koelmiddelcapaciteit
en de systeem-COP.
Een te grote doorlaat veroorzaakt instabiliteit
van de oververhitting. Daarnaast kan pendelen de levensduur van het expansieventiel
verkorten en nat zuiggas kan uitval van de
compressor veroorzaken.
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
13
wisselaars
Warmte-
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Diagnose: onvoldoende onderkoeling.
Factoren als onvoldoende onderkoeling, een
vervuilde filterdroger, een nauwe bocht in de
vloeistofleiding of een te klein magneetventiel kunnen leiden tot het ontstaan van ’flash
gas’(smoordamp) in de vloeistofleiding. Dit reduceert de capaciteit van het expansieventiel.
‘Flash gas’ veroorzaakt vaak een hoorbaar pen-
delen van het ventiel, dat ook zichtbaar is op
de zuigdrukmanometer.
De gasbellen zijn zichtbaar in het kijkglas, als
dit vlak voor het expansieventiel is geplaatst.
De toestand van het koelmiddel kan ook
worden afgelezen met een elektronisch kijkglas, zoals de TIFF-4000A.
Diagnose: water-/pekelstroom te laag
Meet de waterstroom in de verdamper met
het manueel regelventiel (A).
Meet het drukverschil over de pomp (B) en
controleer de stroom aan de hand van de
pomphandleiding of het selectieprogramma.
Meet de het drukverlies over de verdamper
via de aflaataansluiting (D) en de ontluchtingsaansluiting (C) en controleer de stroom in het
selectieprogramma.
Meet de bedrijfsomstandigheden van de
compressor en bereken de koelmiddelcapaciteit Qo. Meet het temperatuurverschil ΔT
tussen de watertoevoer en -afvoer. Bereken
het watermassadebiet m.
Danfoss
R64-2085.10
B
C
Danfoss
R64-2078.10
A
D
Qo [kJ/s]
m = ------------------------- = [kg/s]
ΔT [K] × 4.2 kJ/kg K
Diagnose: vuil in de verdamper.
Onzuiverheden in het water of pekel kunnen
aanslag aan de binnenzijde van de kanalen
veroorzaken en deze zelfs blokkeren.
Vuilafzetting leidt tot een lagere verdamp-
ingsdruk en daarmee tot een lagere systeemcapaciteit.
Geblokkeerde kanalen kunnen de werk-
ing van het TEV ernstig aantasten, vermits
koelmiddeldruppels door de verdamper kunnen stromen.
Reinig de verdamper door water in de
tegengestelde richting rond te pompen. Eventueel kunt u hierbij ook reinigingsmiddelen
gebruiken.
Het wordt aanbevolen om filters te plaatsen
vóór de platenwarmtewisselaars.
Danfoss
R64-2079.10
14
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
Tips voor installateurs Warmtewisselaars
Probleemoplossing bij
koelmiddelsystemen met
platenwarmtewisselaars
Diagnose: gedeeltelijke bevriezing.
Bij gebruik van R407C en soortgelijke koel-
middelen met een hoge temperatuurglide
kan bevriezing optreden.
Alhoewel de verdampingstemperatuur boven
0 °C ligt, kan de temperatuur in de verdamperinlaat lager zijn dan 0 °C.
Zelfs gedeeltelijke bevriezing reduceert de
verdampercapaciteit en vergroot het risico dat
de verdamper defect raakt.
U kunt het risico bepalen door de cyclus in
een log p-h-diagram uit te zetten.
Bij pekelsystemen kunt u het vriespunt meten
met goede instrumenten. Ook kunt u een
monster van het koelmiddel in een vriezer
plaatsen en de smelt-/bevriezingstemperaturen bepalen.
Diagnose: koelmiddel ongelijkmatig verdeeld.
De verdampingstemperatuur is lager en de
oververhitting is hoger dan gewenst, ondanks
het feit dat de waterstroom en de temperaturen in de verdamper zich binnen de instellingen van het selectieprogramma bevinden.
De oorzaak kan liggen in een ongelijkmatige
verdeling van de vloeistof in de verdamper.
Verwijder voorzichtig het isolatiemateriaal van
de behuizing van de verdamper. Meet met
een snelle thermometer de oppervlaktetemperatuur op zoveel mogelijk punten.
Temperatuurverschillen in het horizontale vlak
wijzen op een ongelijkmatige verdeling van
vloeistof (of water) in de verdamper.
Danfoss
R64-2081.10
DKRCC.PF.000.G1.10 / 520H7938
15
wisselaars
Warmte-
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.