Danfoss FC 101 Programming guide [nl]

ENGINEERING TOMORROW
Programmeerhandleiding
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
vlt-drives.danfoss.com
Inhoud Programmeerhandleiding
Inhoud
1 Inleiding
1.1 Doel van de handleiding
1.2 Document- en softwareversie
1.3 Veiligheidssymbolen
1.4 Veiligheidsvoorschriften
1.5 Aanvullende hulpmiddelen
1.6 Denities
1.7 Elektrisch overzicht
2 Programmeren
2.1 Inleiding
2.2 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
2.3 Menu's
2.3.1 Statusmenu 10
2.3.2 Quick Menu 10
2.3.3 Main Menu 25
2.4 Snel overzetten van parameterinstellingen naar andere frequentieomvormers
2.5 Geïndexeerde parameters uitlezen en programmeren
10
26
26
2.6 Initialiseren naar standaardinstellingen
3 Parameters
3.1 Hoofdmenu – Bediening/display – Groep 0
3.2 Hoofdmenu – Belasting & motor – Groep 1
3.3 Hoofdmenu – Remmen – Groep 2
3.4 Hoofdmenu – Ref./ramp – Groep 3
3.5 Hoofdmenu – Begr./waarsch. – Groep 4
3.6 Hoofdmenu – Digitaal In/Uit – Groep 5
3.7 Hoofdmenu – Analoog In/Uit – Groep 6
3.8 Hoofdmenu – Comm. en opties – Groep 8
3.9 Hoofdmenu – Smart Logic – Groep 13
3.10 Hoofdmenu – Speciale functies – Groep 14
3.11 Hoofdmenu – Geg. frequentieregelaar – Groep 15
3.12 Hoofdmenu – Data-uitlezingen – Groep 16
3.13 Hoofdmenu – Data-uitlezingen 2 – Groep 18
3.14 Hoofdmenu – FC met terugkoppeling – Groep 20
3.15 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties – Groep 22
26
27
27
32
42
44
47
51
61
67
73
82
87
89
94
94
97
3.16 Hoofdmenu – Toepassingsfuncties 2 – Groep 24
3.17 Hoofdmenu – Speciale functies – Groep 30
4 Problemen verhelpen
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 1
104
107
108
Inhoud
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
4.1 Inleiding tot alarmen en waarschuwingen
4.2 Alarmwoorden
4.3 Waarschuwingswoorden
4.4 Uitgebreide statuswoorden
4.5 Lijst met waarschuwingen en alarmen
4.6 Lijst met LCP-fouten
5 Parameterlijsten
5.1 Parameteropties
5.1.1 Standaardinstellingen 117
5.1.2 0-** Operation/Display (Bediening/display) 118
5.1.3 1-** Load and Motor (Belasting & motor) 118
5.1.4 2-** Brakes (Remmen) 120
5.1.5 3-** Reference/Ramps (Ref./Ramp.) 120
5.1.6 4-** Limits/Warnings (Begr./waarsch.) 121
5.1.7 5-** Digital In/Out (Digitaal In/Uit) 121
5.1.8 6-** Analog In/Out (Analoog In/Uit) 122
5.1.9 8-** Comm. and Options (Comm. en opties) 123
108
110
110
111
112
116
117
117
5.1.10 13-** Smart Logic 124
5.1.11 14-** Special Functions (Speciale functies) 124
5.1.12 15-** Drive Information (Gegevens frequentieregelaar) 125
5.1.13 16-** Data Readouts (Data-uitlezingen) 126
5.1.14 18-** Info & Readouts (Info & uitlezingen) 127
5.1.15 20-** Drive Closed Loop (Frequentieregelaar met terugkoppeling) 128
5.1.16 22-** Appl. Functions (Toepassingsfuncties) 128
5.1.17 24-** Appl. Functions 2 (Toepassingsfuncties 2) 129
5.1.18 30-** Special Features (Speciale functies) 130
Trefwoordenregister
131
2 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Inleiding Programmeerhandleiding
1 Inleiding
1.1 Doel van de handleiding
Deze programmeerhandleiding bevat informatie voor geavanceerde programmering van de frequentieregelaar. Hierin vindt u een volledig overzicht van alle parameters en beschrijvingen voor alle parameters.
De programmeerhandleiding is bedoeld voor gebruik door gekwaliceerd personeel.
Lees en volg de programmeerhandleiding om de frequen­tieregelaar op veilige en professionele wijze te kunnen gebruiken. Let vooral ook op de veiligheidsvoorschriften en algemene waarschuwingen.
1.2 Document- en softwareversie
Deze handleiding wordt regelmatig herzien en bijgewerkt. Alle suggesties voor verbetering zijn welkom.
Versie Opmerkingen Softwareversie
MG18B5xx Bijgewerkt voor de
nieuwe software-
versie.
4.2x
Software-
compatibiliteit
Oude software
(OSS-bestand versie
3.xx en lager)
Nieuwe software
(OSS-bestand versie
4.xx of hoger)
Hardware-
compatibiliteit
Oude voedingskaart
(productieweek 33
2017 of eerder)
Nieuwe
voedingskaart
(productieweek 34
2017 of later)
Tabel 1.2 Software- en hardwarecompatibiliteit
Oude stuurkaart
(productieweek 33
2017 of eerder)
Ja Nee
Nee Ja
Oude stuurkaart
(productieweek 33
2017 of eerder)
Ja (alleen software­versie 3.xx of lager)
Ja (software MOET worden bijgewerkt naar versie 3.xx of
lager, ventilator
werkt continu op
volle toeren)
Nieuwe stuurkaart
(productieweek 34
Nieuwe stuurkaart
(productieweek 34
Ja (software MOET
worden bijgewerkt
naar versie 4.xx of
Ja (alleen software-
versie 4.xx of hoger)
1 1
2017 of later)
2017 of later)
hoger)
Tabel 1.1 Document- en softwareversie
Vanaf softwareversie 4.0x (productieweek 33 2017 en later) is de variabeltoerentalfunctie voor de koelventilator van het koellichaam geïmplementeerd in frequentieregelaars met een vermogensklasse tot 22 kW (30 pk) 400 V IP 20 en een vermogensklasse tot 18,5 kW (25 pk) 400 V IP 54. Voor gebruik van deze functie moeten de software en hardware worden bijgewerkt. De functie legt ook beperkingen op ten aanzien van achterwaartse compatibiliteit voor behuizingsgrootte H1-H5 en I2-I4. Zie Tabel 1.2 voor de beperkingen.
Veiligheidssymbolen
1.3
In dit document worden de volgende symbolen gebruikt:
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot licht of matig letsel. Kan tevens worden gebruikt om te waarschuwen tegen onveilige werkprak­tijken.
LET OP
Geeft belangrijke informatie aan, waaronder situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 3
Inleiding
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
11
1.4 Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
ONTLADINGSTIJD
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
Frequentieregelaars bevatten hoge spanning wanneer ze zijn aangesloten op een netingang, DC-voeding of loadsharing. Als installatie, opstarten en onderhoud niet worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali­ceerd personeel.
Controleer met een geschikt spanningsmeetap-
paraat of er geen spanning meer op de frequentieregelaar staat voordat u service- of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
ONBEDOELDE START
Wanneer de frequentieregelaar is aangesloten op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing, kan de motor op elk moment starten. Een onbedoelde start tijdens programmeer-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel of tot schade aan apparatuur of eigendommen. De motor kan worden gestart door een externe schakelaar, een veldbus­commando, een ingangsreferentiesignaal vanaf het LCP of LOP, via externe bediening met MCT 10 setupsoftware of door het opheen van een foutconditie.
Om een onbedoelde motorstart te voorkomen:
Druk op [O/Reset] op het LCP voordat u
parameters gaat programmeren.
Onderbreek de netvoeding naar de frequentie-
regelaar.
Zorg dat de frequentieregelaar, motor en
eventuele door de motor aangedreven werktuigen volledig bedraad en gemonteerd zijn voordat u de frequentieregelaar aansluit op de netvoeding, DC-voeding of loadsharing.
De frequentieregelaar bevat DC-tussenkringconden­satoren waarop spanning kan blijven staan, ook wanneer de frequentieregelaar niet van spanning wordt voorzien. Er kan hoge spanning aanwezig zijn, ook wanneer de waarschuwingsleds uit zijn. Als u de aangegeven wachttijd na afschakeling niet in acht neemt voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoert, kan dat leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Stop de motor.
Schakel de netvoeding en externe DC-tussen-
kringvoedingen af, inclusief backupvoedingen, UPS-eenheden en DC-tussenkringaansluitingen naar andere frequentieregelaars.
Onderbreek de voeding naar de PM-motor of
vergrendel de motor.
Wacht tot de condensatoren volledig ontladen
zijn. De vereiste minimale wachttijd staat vermeld in Tabel 1.3.
Controleer met een geschikt spanningsmeetap-
paraat of de condensatoren volledig ontladen zijn voordat u service- of reparatiewerk­zaamheden gaat uitvoeren.
Spanning [V] Vermogensbereik [kW
(pk)]
3 x 200 0,25-3,7 (0,33-5) 4 3 x 200 5,5-11 (7-15) 15 3 x 400 0,37-7,5 (0,5-10) 4 3 x 400 11–90 (15–125) 15 3 x 600 2,2-7,5 (3-10) 4 3 x 600 11–90 (15–125) 15
Tabel 1.3 Ontladingstijd
Minimale wachttijd
(minuten)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR LEKSTROOM
De aardlekstroom bedraagt meer dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Zorg dat de apparatuur correct is geaard door
een erkende elektrisch installateur.
4 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Inleiding Programmeerhandleiding
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR
Het aanraken van draaiende assen en elektrische apparatuur kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door hiervoor opgeleid en gekwaliceerd personeel.
Zorg dat alle elektrische werkzaamheden
worden uitgevoerd volgens de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften.
Volg de procedures in deze handleiding.
VOORZICHTIG
GEVAAR BIJ INTERNE FOUT
Een interne fout in de frequentieregelaar kan leiden tot ernstig letsel als de frequentieregelaar niet goed is gesloten.
Controleer voordat u de spanning inschakelt of
alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn vastgezet.
1.5 Aanvullende hulpmiddelen
De Snelgids VLT® HVAC Basic Drive FC 101 bevat
basisinformatie over mechanische afmetingen, installatie en programmering.
®
De VLT
bevat informatie over het ontwerpen van motorregelsystemen.
HVAC Basic Drive FC 101 Design Guide
Voer tijdens het installatieproces van de software de toegangscode 81463800 in om de FC 101-functionaliteit te activeren. Om de FC 101-functionaliteit te gebruiken is geen licentiecode vereist.
De nieuwste software bevat niet altijd de laatste updates voor frequentieregelaars. Neem voor de laatste updates (in de vorm van *.upd-bestanden) contact op met een verkoopkantoor bij u in de buurt of download de frequen­tieregelaarupdates op www.danfoss.com/en/service-and-
support/downloads/dds/vlt-motion-control-tool-mct-10/ #Overview.
1.6 Denities
Frequentieregelaar I
VLT, MAX
De maximale uitgangsstroom.
I
VLT,N
De nominale uitgangsstroom die door de frequentiere­gelaar wordt geleverd.
U
VLT, MAX
De maximale uitgangsspanning.
Ingang
De aangesloten motor kan worden gestart en gestopt via het LCP en de digitale ingangen. Functies zijn in 2 groepen verdeeld, zoals beschreven in Tabel 1.4. De functies in groep 1 hebben een hogere prioriteit dan de functies in groep 2.
Groep 1
Groep 2
Reset, vrijloop na stop, reset en vrijloop na stop, snelle stop, DC-rem, stop en de [O]-toets. Start, pulsstart, omkeren, start omkeren, jog en uitgang vasthouden.
1 1
Danfoss VLT® Energy Box-software. Selecteer PC
Software Download op vlt-drives.danfoss.com/ products/engineering-software/software-download/ vlt-energy-box-software/.
Met de VLT® Energy Box-software kunt u het energieverbruik van HVAC-ventilatoren en ­pompen die met behulp van Danfoss frequentieregelaars worden geregeld, vergelijken met het energieverbruik van andere debietrege­lingsmethoden. Gebruik dit hulpmiddel voor een zo nauwkeurig mogelijke prognose van de kosten, besparingen en terugverdientijd bij gebruik van Danfoss frequentieregelaars voor HVAC-ventilatoren, -pompen en -koeltorens.
De technische publicaties zijn online in elektronische vorm beschikbaar via drives.danfoss.com/knowledge-center/ technical-documentation/.
Ondersteuning voor MCT 10 setupsoftware
Download de software op www.danfoss.com/en/service-and­support/downloads/dds/vlt-motion-control-tool-mct-10/.
Tabel 1.4 Stuurcommando's
Motor f
JOG
De motorfrequentie wanneer de jogfunctie is geactiveerd (via digitale klemmen).
f
M
De motorfrequentie.
f
MAX
De maximale motorfrequentie.
f
MIN
De minimale motorfrequentie.
f
M,N
De nominale motorfrequentie (gegevens typeplaatje).
I
M
De motorstroom.
I
M,N
De nominale motorstroom (gegevens typeplaatje).
n
M,N
Het nominale motortoerental (gegevens typeplaatje).
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 5
Inleiding
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
11
P
M,N
Het nominale motorvermogen (gegevens typeplaatje).
U
M
De momentele motorspanning.
U
M,N
De nominale motorspanning (gegevens typeplaatje).
Losbreekkoppel
Afbeelding 1.1 Losbreekkoppel
η
VLT
Het rendement van de frequentieregelaar wordt gede­nieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en
het ingangsvermogen.
Startdeactiveercommando
Een stopcommando behorend tot groep 1 van de stuurcommando's; zie Tabel 1.4.
Stopcommando
Zie Tabel 1.4.
Analoge referentie
Een signaal dat naar analoge ingang 53 of 54 wordt gestuurd, Dit kan spanning of stroom zijn.
Stroomingang: 0-20 mA en 4-20 mA
Spanningsingang: 0-10 V DC
Busreferentie
Een signaal dat naar de seriële-communicatiepoort (FC­poort) wordt gestuurd.
Digitale referentie
Een gedenieerde, vooraf ingestelde referentie die kan worden ingesteld van -100% tot +100% van het referentie­bereik. Selectie van 8 vooraf ingestelde referenties via de digitale klemmen.
Ref
MAX
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een waarde van 100% van de volledige schaal (gewoonlijk 10 V, 20 mA) en de totale referentie. De maximumreferentie die is ingesteld in parameter 3-03 Max. referentie.
Ref
MIN
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een waarde van 0% (gewoonlijk 0 V, 0 mA, 4 mA) en de totale referentie. De minimumreferentiewaarde wordt ingesteld in parameter 3-02 Minimumreferentie.
Analoge ingangen
De analoge ingangen worden gebruikt om diverse functies van de frequentieregelaar te besturen. Er zijn 2 typen analoge ingangen:
Stroomingang: 0-20 mA en 4-20 mA
Spanningsingang: 0-10 V DC
Analoge uitgangen
De analoge uitgangen kunnen een signaal van 0-20 mA, 4-20 mA of een digitaal signaal leveren.
Automatische aanpassing motorgegevens, AMA
Het AMA-algoritme bepaalt de elektrische parameters van de aangesloten motor bij stilstand en compenseert de weerstand op basis van de lengte van de motorkabel.
Digitale ingangen
De digitale ingangen kunnen worden gebruikt voor het besturen van diverse functies van de frequentieregelaar.
Digitale uitgangen
De frequentieregelaar bevat 2 halfgeleideruitgangen die een signaal van 24 V DC (maximaal 40 mA) kunnen leveren.
Relaisuitgangen
De frequentieregelaar heeft 2 programmeerbare relaisuit­gangen.
ETR
Elektronisch thermisch relais is een berekening van de thermische belasting op basis van de actuele belasting en de tijd. Het doel hiervan is het schatten van de motortem­peratuur en het voorkomen van oververhitting van de motor.
Initialisatie
Bij initialisatie (parameter 14-22 Bedrijfsmodus) worden de programmeerbare parameters van de frequentieregelaar teruggezet naar de standaardinstellingen. Communicatieparameters, de foutlog of de brandmoduslog worden niet geïnitialiseerd via Parameter 14-22 Bedrijfsmodus.
Intermitterende belastingscyclus
De nominale intermitterende belasting heeft betrekking op een reeks belastingscycli. Elke cyclus bestaat uit een belaste en een onbelaste periode. De werking kan een periodieke cyclus of een niet-periodieke cyclus zijn.
6 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Inleiding Programmeerhandleiding
LCP
Het lokale bedieningspaneel (LCP) biedt een complete interface voor de bediening en programmering van de frequentieregelaar. Het bedieningspaneel is afneembaar op IP 20-eenheden en vast op IP 54-eenheden. Het kan op maximaal 3 m (9,8 ft) van de frequentieregelaar worden geïnstalleerd, d.w.z. op een frontpaneel, met behulp van de optionele installatieset.
lsb
Minst signicante bit.
MCM
Staat voor Mille Circular Mil, een Amerikaanse meeteenheid voor de doorsnede van kabels. 1 MCM = 0,5067 mm².
msb
Meest signicante bit.
Online-/oineparameters
Wijzigingen van onlineparameters worden meteen na het wijzigen van de gegevenswaarde geactiveerd. Druk op [OK] om oineparameters te activeren.
PI-regelaar
De PI-regelaar handhaaft de gewenste snelheid, druk, temperatuur en dergelijke door de uitgangsfrequentie aan te passen aan wijzigingen in de belasting.
RCD
Reststroomapparaat.
Setup
Parameterinstellingen kunnen worden opgeslagen in 2 setups. Het is mogelijk om tussen de 2 parametersetups te schakelen en 1 setup te bewerken terwijl de andere setup actief is.
Slipcompensatie
De frequentieregelaar compenseert voor het slippen van de motor door verhoging van de frequentie op basis van de gemeten motorbelasting, waardoor het motortoerental vrijwel constant wordt gehouden.
Smart Logic Control (SLC)
De SLC is een reeks door de gebruiker gedenieerde acties die wordt uitgevoerd wanneer de bijbehorende, door de gebruiker gedenieerde gebeurtenissen door de SLC worden geëvalueerd als TRUE
Thermistor
Een temperatuurafhankelijke weerstand die geplaatst wordt op plaatsen waar de temperatuur moet worden bewaakt (frequentieregelaar of motor).
Uitschakeling (trip)
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties, bijvoorbeeld als de frequentieregelaar te maken krijgt met overtemperatuur of wanneer de frequentieregelaar de motor, het proces of het mechanisme beschermt. Een herstart is niet mogelijk totdat de oorzaak van de fout is weggenomen en de uitschakelingsstatus is opgeheven door het activeren van de reset of, in sommige gevallen, doordat een automatische reset is geprogrammeerd. Gebruik een uitschakeling (trip) niet voor persoonlijke veiligheid.
Uitschakeling met blokkering
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties waarbij de frequentieregelaar zichzelf beschermt en fysiek ingrijpen noodzakelijk is, bijvoorbeeld als de frequentieregelaar wordt kortgesloten op de uitgang. Een uitschakeling met blokkering kan alleen worden opgeheven door de netvoeding te onderbreken, de oorzaak van de fout weg te nemen en de frequentieregelaar opnieuw aan te sluiten op het net. Een herstart is niet mogelijk totdat de uitschakel­ingsstatus is opgeheven door het activeren van de reset of, in sommige gevallen, doordat een automatische reset is geprogrammeerd. Gebruik een uitschakeling met blokkering niet voor persoonlijke veiligheid.
VT-karakteristieken
Variabel-koppelkarakteristieken die worden gebruikt voor pompen en ventilatoren.
+
VVC
In vergelijking met een standaardregeling van de spanning-frequentieverhouding zorgt Voltage Vector Control (VVC+) voor betere dynamische prestaties en stabiliteit, zowel bij een wijziging van de toerentalrefe­rentie als met betrekking tot het belastingskoppel.
1 1
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 7
L1 L2 L3
3-phase power input
PE
PE
+10 V DC
0-10 V DC-
0-10 V DC-
50 (+10 V OUT)
54 (A IN)
53 (A IN)
55 (COM A IN/OUT)
0/4-20 mA
0/4-20 mA
42 0/4-20 mA A OUT / D OUT
45 0/4-20 mA A OUT / D OUT
18 (D IN)
19 (D IN)
27 (D IN/OUT)
29 (D IN/OUT)
12 (+24 V OUT)
24 V (NPN)
20 (COM D IN)
O V (PNP)
24 V (NPN) O V (PNP)
24 V (NPN) O V (PNP)
24 V (NPN) O V (PNP)
Bus ter.
Bus ter.
RS485 Interface
RS485
(N RS485) 69
(P RS485) 68
(Com RS485 ) 61
(PNP)-Source (NPN)-Sink
ON=Terminated
OFF=Unterminated
ON
1 2
240 V AC 3 A
Not present on all power sizes
Do not connect shield to 61
01
02
03
relay 1
relay 2
UDC+
UDC-
Motor
U V
W
130BD467.12
06
05
04
240 V AC 3 A
Inleiding
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
11
1.7 Elektrisch overzicht
Afbeelding 1.2 Eenvoudig bedradingsschema
LET OP
Houd er rekening mee dat UDC- en UDC+ niet toegankelijk zijn op de volgende eenheden:
IP 20, 380-480 V, 30-90 kW (40-125 pk)
IP 20, 200-240 V, 15-45 kW (20-60 pk)
IP 20, 525-600 V, 2,2-90 kW (3,0-125 pk)
IP 54, 380-480 V, 22-90 kW (30-125 pk)
8 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
B
a
c
k
Com.
1-20 Motor Power
[5] 0.37kW - 0.5HP
Setup 1
AB1
12
131415
11
11
109876
5
432
C
D
Sta
tus
M
ain
M
enu
Q
uick
M
enu
Hand
On
OK
M
enu
Off
Reset
Auto
On
Alarm
Warn.
On
11
Programmeren Programmeerhandleiding
2 Programmeren
2.1 Inleiding
De frequentieregelaar kan worden geprogrammeerd via het LCP of vanaf een pc via de RS485-COM-poort. Voor dit laatste moet u MCT 10 setupsoftware installeren. Zie hoofdstuk 1.5 Aanvullende hulpmiddelen voor meer informatie over de software.
2.2 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
De functies van het LCP zijn onderverdeeld in 4 groepen.
A. Display
B. Menutoets
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes
1 Nummer en naam van de parameter. 2 Parameterwaarde.
Het setupnummer toont het nummer van de actieve setup en het nummer van de setup die wordt gewijzigd. Als de actieve setup ook de setup is die wordt bewerkt, wordt alleen het nummer van deze setup getoond (fabrieksin-
3
stelling). Als de actieve en de te wijzigen setup niet dezelfde zijn, worden beide nummers op het display weergegeven (setup 12). Het nummer van de te bewerken setup zal knipperen. De draairichting van de motor wordt linksonder op het
4
display aangegeven door middel van een pijltje dat rechtsom of linksom wijst. Het driehoekje geeft aan of het LCP de status, het
5
snelmenu of het hoofdmenu weergeeft.
Tabel 2.1 Legenda bij Afbeelding 2.1, deel I
B. Menutoets
Druk op [Menu] om te schakelen tussen status, snelmenu en hoofdmenu.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes
6 Com.-led: knippert tijdens buscommunicatie. 7 Groene led/On: de besturingssectie werkt correct. 8 Gele led/Warn.: geeft een waarschuwing aan. 9 Knipperende rode led/Alarm: geeft een alarm aan.
[Back]: dient om terug te keren naar de vorige stap of laag
10
in de navigatiestructuur.
[▲] [▼] []: dienen om te navigeren tussen parameter­groepen en parameters en binnen parameters. Ze kunnen
11
ook worden gebruikt voor het instellen van de lokale referentie. [OK]: dient om een parameter te selecteren en wijzigingen
12
van de parameterinstelling te accepteren.
2 2
Tabel 2.2 Legenda bij Afbeelding 2.1, deel II
Afbeelding 2.1 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes
[Hand On]: start de motor en maakt het mogelijk om de
A. Display
Het lcd-display is verlicht en heeft 2 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden op het LCP weergegeven.
Afbeelding 2.1 beschrijft de gegevens die kunnen worden uitgelezen via het display.
frequentieregelaar via het LCP te besturen.
LET OP
[2] Coast inverse (Vrijloop geïnverteerd) is de
13
standaardoptie voor parameter 5-12 Klem 27 digitale ingang. [Hand On] start de motor niet als er geen
24 V is aangesloten op klem 27. Verbind klem 12 met klem 27.
[O/Reset]: stopt de motor (O). Een eventueel aanwezig
14
alarm wordt gereset. [Auto On]: de frequentieregelaar wordt bestuurd via
15
stuurklemmen of seriële communicatie.
Tabel 2.3 Legenda bij Afbeelding 2.1, deel III
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 9
FC
+24 V
DIG IN DIG IN
DIG IN DIG IN
COM DIG IN
A UIT / D UIT A UIT / D UIT
18 19
27 29
42
55
50 53 54
20
12
01 02 03
04 05 06
R2
R1
0-10 V
Referentie
Start
+10 V A IN A IN
COM
130BB674.10
45
+
-
130BB629.10
Press OK to start Wizard Push Back to skip it Setup 1
Programmeren
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
2.3 Menu's
2.3.1 Statusmenu
22
De selectiemogelijkheden in het menu Status zijn:
Motorfrequentie [Hz], parameter 16-13 Frequentie.
Motorstroom [A], parameter 16-14 Motorstroom.
Referentie motortoerental als percentage [%],
parameter 16-02 Referentie [%].
Terugkoppeling, parameter 16-52 Terugk. [Eenh].
Motorvermogen, parameter 16-10 Verm. [kW] voor
kW, parameter 16-11 Verm. [pk] voor pk. Als parameter 0-03 Regionale instellingen is ingesteld
op [1] Noord-Amerika, wordt het motorvermogen niet in kW maar in pk weergegeven.
Uitlezing gebruiker, parameter 16-09 Standaard
uitlez..
Motortoerental [tpm], parameter 16-17 Snelh.
[RPM].
2.3.2 Quick Menu
Afbeelding 2.2 Bedrading frequentieregelaar
De wizard wordt na inschakeling weergegeven totdat er een parameter is gewijzigd. De wizard kan altijd opnieuw worden opgestart via het snelmenu. Druk op [OK] om de wizard te starten. Druk op [Back] om terug te keren naar de statusweergave.
Gebruik het snelmenu om de meestgebruikte functies te programmeren. Via [Quick Menu] hebt u toegang tot de volgende onderdelen:
Opstartwizard voor toepassingen zonder
terugkoppeling. Zie Afbeelding 2.4 voor meer informatie.
Wizard voor toepassingen met terugkoppeling.
Zie Afbeelding 2.5 voor meer informatie.
Motorsetup. Zie Tabel 2.6 voor meer informatie.
Gemaakte wijzigingen.
De ingebouwde wizard leidt de installateur op duidelijke en gestructureerde wijze door de setup van de frequentie­regelaar voor het congureren van toepassingen met of zonder terugkoppeling en voor een snelle conguratie van de motorinstellingen.
Afbeelding 2.3 Wizard voor opstarten/afsluiten
10 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Power kW/50 Hz
OK
Motor Power
Motor Voltage
Motor Frequency
Motor Current
Motor nominal speed
if
Select Regional Settings
... the Wizard starts
200-240V/50Hz/Delta
Grid Type
Asynchronous motor
Asynchronous
Motor Type
Motor current
Motor nominal speed
Motor Cont. Rated Torque
Stator resistance
Motor poles
Back EMF at 1000 rpm
Motor type = IPM
Motor type = SPM
d-axis Inductance Sat. (LdSat)
[0]
[0]
3.8
A
3000
RPM
5.4
Nm
0.65
Ohms
8
Start Mode
Rotor Detection
[0]
Position Detection Gain
%
Off
100
Locked Rotor Detection
[0]
s
Locked Rotor Detection Time[s]
0.10
57
V
5
mH
q-axis Inductance (Lq)
5
mH
1.10
kW
400
V
50
Hz
Max Output Frequency
65
Hz
Motor Cable Length
50
m
4.66
A
1420
RPM
[0]
PM motor
Set Motor Speed low Limit
Hz
Set Motor Speed high Limit
Hz
Set Ramp 1 ramp-up time
s
Set Ramp 1 ramp-down Time
s
Active Flying start?
Disable
Set T53 low Voltage
V
Set T53 high Voltage
V
Set T53 Low Current
A
Set T53 High Current
A
Voltage
AMA Failed
AMA Failed
Automatic Motor Adaption
Auto Motor Adapt OK Press OK
Select Function of Relay 2 No function
Off
Select Function of Relay 1 [0] No function
Set Max Reference
Hz
Hz
Set Min Reference
AMA running
-----
Do AMA
(Do not AMA)
AMA OK
[0]
[0]
[0]
Select T53 Mode
Current
Current
Motor type = Asynchronous
Motor type = PM motor
0000
0050
0010
0010
[0]
[0]
04.66
13.30
0050
0220
0000
0050
B
a
c
k
Status Screen
The Wizard can always be reentered via the Quick Menu
At power-up, select the preferred language.
The next screen is the Wizard screen.
Wizard Screen
if
OK
Power-up Screen
Status
Main Menu
Quick Menu
Hand
On
OK
Menu
Reset
Off
Auto
On
Alarm
Warn.
On
Select language [1] English
Setup 1
B
a
c
k
Com.
Status
Main Menu
Quick Menu
Hand
On
OK
Menu
Reset
Off
Auto
On
Alarm
Warn.
On
Press OK to start Wizard Press Back to skip it
Setup 1
B
a
c
k
Com.
Status
Main Menu
Quick Menu
Hand
On
OK
Menu
Reset
Off
Auto
On
Alarm
Warn.
On
0.0 Hz
0.0 kW
Setup 1
B
a
c
k
Com.
130BC244.16
q-axis Inductance Sat. (LqSat)
5
mH
Current at Min Inductance for d-axis
100
%
Current at Min Inductance for q-axis
100
%
d-axis Inductance (Lq)
5
mH
... the Wizard starts
Programmeren Programmeerhandleiding
2 2
Afbeelding 2.4 Setupwizard voor toepassingen zonder terugkoppeling
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 11
Programmeren
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
Setupwizard voor toepassingen zonder terugkoppeling
Parameter Optie Standaard Gebruik
22
Parameter 0-03 Regionale instel-
lingen
Parameter 0-06 Type net [0] 200–240 V/50 Hz/IT-
Parameter 1-10 Motorcon-
structie
[0] International (Interna-
tionaal)
[1] US ( VS)
grid
[1] 200–240 V/50 Hz/Delta
[2] 200–240 V/50 Hz
[10] 380–440 V/50 Hz/IT-
grid
[11] 380–440 V/50 Hz/
Delta
[12] 380–440 V/50 Hz
[20] 440–480 V/50 Hz/IT-
grid
[21] 440–480 V/50 Hz/
Delta
[22] 440–480 V/50 Hz
[30] 525–600 V/50 Hz/IT-
grid
[31] 525–600 V/50 Hz/
Delta
[32] 525–600 V/50 Hz
[100] 200–240 V/60 Hz/IT-
grid
[101] 200–240 V/60 Hz/
Delta
[102] 200–240 V/60 Hz
[110] 380–440 V/60 Hz/IT-
grid
[111] 380–440 V/60 Hz/
Delta
[112] 380–440 V/60 Hz
[120] 440–480 V/60 Hz/IT-
grid
[121] 440–480 V/60 Hz/
Delta
[122] 440–480 V/60 Hz
[130] 525–600 V/60 Hz/IT-
grid
[131] 525–600 V/60 Hz/
Delta
[132] 525–600 V/60 Hz
*[0] Asynchron
(Asynchroon)
[1] PM, non-salient SPM
(PM, niet-uitspringende
SPM)
[3] PM, salient IPM (PM,
uitspringende IPM)
[0] Internationaal
Afhankelijk van grootte
[0] Asynchron
(Asynchroon)
Selecteer de bedieningsmodus die bij het starten actief moet zijn wanneer de frequentieregelaar na een uitscha­keling weer wordt aangesloten op de netvoeding.
Door het instellen van deze parameter kan de instelling van de volgende parameters wijzigen:
Parameter 1-01 Motorbesturingsprincipe.
Parameter 1-03 Koppelkarakteristiek.
Parameter 1-08 Motor Control Bandwidth (Bandbreedte
motorregeling).
12 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Optie Standaard Gebruik
Parameter 1-20 Motorverm. 0,12-110 kW/0,16-150 pk Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-14 Verst. demping.
Parameter 1-15 Filtertijdconstante lage snelh.
Parameter 1-16 Filtertijdconstante hoge snelh.
Parameter 1-17 Filtertijdconstante spanning
Parameter 1-20 Motorverm..
Parameter 1-22 Motorspanning.
Parameter 1-23 Motorfrequentie.
Parameter 1-24 Motorstroom.
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
Parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel.
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-33 Statorlekreactantie (X1).
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh).
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
Parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq).
Parameter 1-39 Motorpolen.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
Parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat).
Parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
Parameter 1-46 Verst. positiedetectie.
Parameter 1-48 Current at Min Inductance for d-axis
(Stroom bij min. inductantie voor d- as).
Parameter 1-49 Current at Min Inductance for q-axis
(Stroom bij min. inductantie voor q- as).
Parameter 1-66 Min. stroom bij lage snelh..
Parameter 1-70 Startmodus.
Parameter 1-72 Startfunctie.
Parameter 1-73 Vlieg. start.
Parameter 1-80 Functie bij stop.
Parameter 1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz].
Parameter 1-90 Thermische motorbeveiliging.
Parameter 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.
Parameter 2-01 DC-remstroom.
Parameter 2-02 DC-remtijd.
Parameter 2-04 Inschakelsnelh. DC-rem.
Parameter 2-10 Remfunctie.
Parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
Parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
Parameter 4-58 Motorfasefunctie ontbreekt.
Parameter 14-65 Toerentalreductie dodetijdcompensatie.
Stel het motorvermogen in volgens de gegevens van het typeplaatje
2 2
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 13
Programmeren
Parameter Optie Standaard Gebruik
Parameter 1-22 Motorspanning 50-1000 V Afhankelijk van
22
Parameter 1-23 Motorfrequentie 20-400 Hz Afhankelijk van
Parameter 1-24 Motorstroom 0,01-10000,00 A Afhankelijk van
Parameter 1-25 Nom.
motorsnelheid
Parameter 1-26 Cont. nom.
motorkoppel
50-9999 tpm Afhankelijk van
0,1-1000,0 Nm Afhankelijk van
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
Stel de motorspanning in volgens de gegevens van het
grootte
grootte
grootte
grootte
grootte
typeplaatje. Voer de motorfrequentie in volgens de gegevens van het typeplaatje. Stel de motorstroom in volgens de gegevens van het typeplaatje. Voer het nominale motortoerental in volgens de gegevens van het typeplaatje. Deze parameter is alleen beschikbaar als parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op een optie die het gebruik van een permanentmagneetmotor mogelijk maakt.
LET OP
Het wijzigen van deze parameterwaarde beïnvloedt de instelling van andere parameters.
Parameter 1-29 Autom.
aanpassing motorgeg. (AMA)
Parameter 1-30 Statorweerstand
(Rs)
Parameter 1-37 Inductantie d-as
(Ld)
Parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq) Parameter 1-39 Motorpolen 2–100 4 Stel het aantal motorpolen in.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij
1000 TPM
Parameter 1-42 Lengte
motorkabel:
Parameter 1-44 Inductantie d-as
verz. (LdSat)
Parameter 1-45 q-axis
Inductance Sat. (LqSat)
Parameter 1-46 Verst. positiede-
tectie
Parameter 1-48 Current at Min
Inductance for d-axis (Stroom
bij min. inductantie voor d-as)
Zie
parameter 1-29 Autom.
aanpassing motorgeg. (AMA).
0,000-99,990 Ω
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
10-9000 V Afhankelijk van
0-100 m 50 m Voer de lengte van de motorkabel in.
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
20–200% 100% Past de hoogte van de testpuls tijdens positiedetectie bij
20–200% 100% Voer het verzadigingspunt van de inductantie in.
O (Uit) Het uitvoeren van een AMA optimaliseert de motorpres-
taties.
Afhankelijk van grootte
grootte
grootte
grootte
grootte
grootte
Stel de statorweerstandswaarde in.
Stel de waarde voor de inductantie van de d-as in. Raadpleeg het datablad voor de permanentmagneetmotor voor de juiste waarde. Stel de waarde voor de inductantie van de q-as in.
Lijnspanning (rms-waarde) tegen-EMK bij 1000 tpm.
Deze parameter komt overeen met de inductantieverza­diging van Ld. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde. Deze parameter komt overeen met de inductantieverza­diging van Lq. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde.
het starten aan.
14 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Optie Standaard Gebruik
Parameter 1-49 Current at Min
Inductance for q-axis (Stroom
bij min. inductantie voor q-as)
Parameter 1-70 Startmodus [0] Rotor Detection
Parameter 1-73 Vlieg. start [0] Disabled (Uitgesch.)
Parameter 3-02 Minimumrefe-
rentie Parameter 3-03 Max. referentie -4999,000-4999,000 50 De maximumreferentie is de hoogste waarde die wordt
Parameter 3-41 Ramp 1
aanlooptijd
Parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd
Parameter 4-12 Motorsnelh.
lage begr. [Hz]
Parameter 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz]
Parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
Parameter 5-40 Functierelais Zie
Parameter 5-40 Functierelais Zie
Parameter 6-10 Klem 53 lage
spanning
Parameter 6-11 Klem 53 hoge
spanning
Parameter 6-12 Klem 53 lage
stroom
Parameter 6-13 Klem 53 hoge
stroom
20–200% 100% Deze parameter speciceert de verzadigingscurve van de
d- en q-inductantiewaarden. Bij een waarde van deze parameter van 20-100% wordt een lineaire benadering van de inductanties toegepast, vanwege de parameters
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld), parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq), parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat) en parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
[0] Rotor Detection
(Rotordetectie)
[1] Parking (Parkeren)
[1] Enabled (Ingesch.)
-4999,000-4999,000 0 De minimumreferentie is de laagste waarde die wordt
0,05-3600,00 s Afhankelijk van
0,05-3600,00 s Afhankelijk van
0,0-400,0 Hz 0 Hz Stel de minimumbegrenzing voor een laag toerental in.
0,0-400,0 Hz 100 Hz Stel de maximumbegrenzing voor een hoog toerental in.
0,0-400,0 Hz 100 Hz Stel de waarde voor de maximale uitgangsfrequentie in.
parameter 5-40 Functie­relais.
parameter 5-40 Functie­relais.
0,00-10,00 V 0,07 V Voer de spanning in die overeenkomt met de lage referen-
0,00-10,00 V 10 V Voer de spanning in die overeenkomt met de hoge
0,00-20,00 mA 4 mA Voer de stroom in die overeenkomt met de lage referen-
0,00-20,00 mA 20 mA Voer de stroom in die overeenkomt met de hoge referen-
(Rotordetectie)
[0] Disabled
(Uitgesch.)
grootte
grootte
[9] Alarm Selecteer de functie voor het besturen van uitgangsrelais
[5] Drive running
(Frequentieregelaar
actief)
Selecteer de startmodus voor de PM-motor.
Selecteer [1] Enabled (Ingesch.) als de frequentieregelaar in staat moet zijn een draaiende motor op te vangen bij een netstoring. Selecteer [0] Disabled (Uitgesch.) als deze functie niet vereist is. Als deze parameter is ingesteld op
[1] Enabled (Ingesch.), zijn parameter 1-71 Startvertraging en parameter 1-72 Startfunctie niet van toepassing. Parameter 1-73 Vlieg. start is alleen actief in de modus VVC
+
.
bepaald door de som van alle referenties.
bepaald door de som van alle referenties. Bij gebruik van een asynchrone motor bedraagt de aanlooptijd 0 tot de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie. Bij gebruik van een PM­motor bedraagt de aanlooptijd 0 tot parameter 1-25 Nom. motorsnelheid. Voor asynchrone motoren geldt een uitlooptijd vanaf de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie tot 0. Voor PM-motoren geldt een uitlooptijd vanaf parameter 1-25 Nom. motorsnelheid tot 0.
Als parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. wordt ingesteld op een waarde lager dan parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz], wordt parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] automatisch ingesteld op de waarde in parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
1.
Selecteer de functie voor het besturen van uitgangsrelais
2.
tiewaarde.
referentiewaarde.
tiewaarde.
tiewaarde.
2 2
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 15
Programmeren
Parameter Optie Standaard Gebruik
Parameter 6-19 Terminal 53
mode
22
Parameter 30-22 Beveiliging
geblokkeerde rotor
Parameter 30-23 Locked Rotor
Detection Time [s]
Tabel 2.4 Setupwizard voor toepassingen zonder terugkoppeling
[0] Current (Stroom)
[1] Voltage (Spanning)
[0] O (Uit)
[1] On (Aan)
0,05-1 s 0,10 s
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
[1] Spanning Selecteer of klem 53 wordt gebruikt als stroom- of als
spanningsingang.
[0] O (Uit)
16 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
6-29 Terminal 54 Mode
[1]
Voltage
6-25 T54 high Feedback
0050
Hz
20-94 PI integral time
0020.00
s
Current
Voltage
This dialog is forced to be set to [1] Analog input 54
20-00 Feedback 1 source
[1]
Analog input 54
3-10 Preset reference [0]
0.00
3-03 Max Reference
50.00
3-02 Min Reference
0.00
Asynchronous motor
1-73 Flying Start
[0]
No
1-22 Motor Voltage
400
V
1-24 Motor Current
04.66
A
1-25 Motor nominal speed
1420
RPM
3-41 Ramp 1 ramp-up time
0010
s
3-42 Ramp1 ramp-down time
0010
s
0-06 Grid Type
4-12 Motor speed low limit
0016
Hz
4-13 Motor speed high limit
0050
Hz
130BC402.14
1-20 Motor Power
1.10
kW
1-23 Motor Frequency
50
Hz
6-22 T54 Low Current
A
6-24 T54 low Feedback
0016
Hz
6-23 T54 high Current
13.30
A
6-25 T54 high Feedback
0050
0.01
s
20-81 PI Normal/Inverse Control
[0]
Normal
20-83 PI Normal/Inverse Control
0050
Hz
20-93 PI Proportional Gain
00.50
1-29 Automatic Motor Adaption
[0]
Off
6-20 T54 low Voltage
0050
V
6-24 T54 low Feedback
0016
Hz
6-21 T54 high Voltage
0220
V
6-26
T54 Filter time const.
1-00 Configuration Mode
[3]
Closed Loop
0-03 Regional Settings
[0]
Power kW/50 Hz
3-16 Reference Source 2
[0]
No Operation
1-10 Motor Type
[0]
Asynchronous
[0]
200-240V/50Hz/Delta
1-30 Stator Resistance
0.65
Ohms
1-25 Motor Nominal Speed
3000
RPM
1-24 Motor Current
3.8
A
1-26 Motor Cont. Rated Torque
5.4
Nm
1-38 q-axis inductance(Lq)
5
mH
4-19 Max Ouput Frequency
0065
Hz
1-40 Back EMF at 1000 RPM
57
V
PM motor
1-39 Motor Poles
8
%
04.66
Hz
Motor type = Asynchronous
Motor type = PM motor
Motor type = IPM
Motor type = SPM
1-44 d-axis Inductance Sat. (LdSat)
(1-70) Start Mode
Rotor Detection
[0]
1-46 Position Detection Gain
%
Off
100
30-22 Locked Rotor Detection
[0]
s
30-23 Locked Rotor Detection Time[s]
0.10
5
mH
1-42 Motor Cable Length
50
m
(1-45) q-axis Inductance Sat. (LqSat)
5
mH
(1-48) Current at Min Inductance for d-axis
100
%
1-49 Current at Min Inductance for q-axis
100
%
1-37 d-axis inductance(Lq)
5
mH
... the Wizard starts
... the Wizard starts
Programmeren Programmeerhandleiding
Setupwizard voor toepassingen met terugkoppeling
2 2
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 17
Afbeelding 2.5 Setupwizard voor toepassingen met terugkoppeling
Programmeren
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 0-03 Regionale instel-
lingen
22
Parameter 0-06 Type net [0]–[132] Zie Tabel 2.4. Geselecteerde
Parameter 1-00 Congura-
tiemodus
Parameter 1-10 Motorcon-
structie
[0] International (Interna-
tionaal)
[1] US ( VS)
[0] Open loop (Zonder
terugkoppeling)
[3] Closed loop (Met
terugkoppeling)
*[0] Asynchron
(Asynchroon)
[1] PM, non-salient SPM
(PM, niet-uitspringende
SPM)
[3] PM, salient IPM (PM,
uitspringende IPM)
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
[0] Internationaal
Selecteer de bedieningsmodus die bij het starten actief
grootte
[0] Open loop
(Zonder terugkop-
peling)
[0] Asynchron
(Asynchroon)
moet zijn wanneer de frequentieregelaar na een uitscha­keling weer wordt aangesloten op de netvoeding. Selecteer [3] Closed loop (Met terugkoppeling).
Door het instellen van deze parameter kan de instelling van de volgende parameters wijzigen:
Parameter 1-01 Motorbesturingsprincipe.
Parameter 1-03 Koppelkarakteristiek.
Parameter 1-08 Motor Control Bandwidth (Bandbreedte
motorregeling).
Parameter 1-14 Verst. demping.
Parameter 1-15 Filtertijdconstante lage snelh.
Parameter 1-16 Filtertijdconstante hoge snelh.
Parameter 1-17 Filtertijdconstante spanning
Parameter 1-20 Motorverm..
Parameter 1-22 Motorspanning.
Parameter 1-23 Motorfrequentie.
Parameter 1-24 Motorstroom.
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
Parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel.
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-33 Statorlekreactantie (X1).
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh).
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
Parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq).
Parameter 1-39 Motorpolen.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
Parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat).
Parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
Parameter 1-46 Verst. positiedetectie.
Parameter 1-48 Current at Min Inductance for d-axis
(Stroom bij min. inductantie voor d- as).
Parameter 1-49 Current at Min Inductance for q-axis
(Stroom bij min. inductantie voor q- as).
Parameter 1-66 Min. stroom bij lage snelh..
Parameter 1-70 Startmodus.
18 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-20 Motorverm. 0,09-110 kW Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-22 Motorspanning 50-1000 V Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-23 Motorfrequentie 20-400 Hz Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-24 Motorstroom 0-10000 A Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-25 Nom.
motorsnelheid
Parameter 1-26 Cont. nom.
motorkoppel
50-9999 tpm Afhankelijk van
grootte
0,1-1000,0 Nm Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-72 Startfunctie.
Parameter 1-73 Vlieg. start.
Parameter 1-80 Functie bij stop.
Parameter 1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz].
Parameter 1-90 Thermische motorbeveiliging.
Parameter 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.
Parameter 2-01 DC-remstroom.
Parameter 2-02 DC-remtijd.
Parameter 2-04 Inschakelsnelh. DC-rem.
Parameter 2-10 Remfunctie.
Parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
Parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
Parameter 4-58 Motorfasefunctie ontbreekt.
Parameter 14-65 Toerentalreductie dodetijdcompensatie.
Stel het motorvermogen in volgens de gegevens van het typeplaatje Stel de motorspanning in volgens de gegevens van het typeplaatje. Voer de motorfrequentie in volgens de gegevens van het typeplaatje. Stel de motorstroom in volgens de gegevens van het typeplaatje. Voer het nominale motortoerental in volgens de gegevens van het typeplaatje. Deze parameter is alleen beschikbaar als parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op een optie die het gebruik van een permanentmagneetmotor mogelijk maakt.
LET OP
Het wijzigen van deze parameterwaarde beïnvloedt de instelling van andere parameters.
2 2
Parameter 1-29 Autom.
aanpassing motorgeg. (AMA)
Parameter 1-30 Statorweerstand
(Rs)
Parameter 1-37 Inductantie d-as
(Ld)
Parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq) Parameter 1-39 Motorpolen 2–100 4 Stel het aantal motorpolen in.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij
1000 TPM
Parameter 1-42 Lengte
motorkabel:
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 19
O (Uit) Het uitvoeren van een AMA optimaliseert de motorpres-
taties.
0-99,990 Ω
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
10-9000 V Afhankelijk van
0-100 m 50 m Voer de lengte van de motorkabel in.
Afhankelijk van grootte
grootte
grootte
grootte
Stel de statorweerstandswaarde in.
Stel de waarde voor de inductantie van de d-as in. Raadpleeg het datablad voor de permanentmagneetmotor voor de juiste waarde. Stel de waarde voor de inductantie van de q-as in.
Lijnspanning (rms-waarde) tegen-EMK bij 1000 tpm.
Programmeren
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-44 Inductantie d-as
verz. (LdSat)
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
22
Parameter 1-45 q-axis
Inductance Sat. (LqSat)
Parameter 1-46 Verst. positiede-
tectie
Parameter 1-48 Current at Min
Inductance for d-axis (Stroom
bij min. inductantie voor d-as)
Parameter 1-49 Current at Min
Inductance for q-axis (Stroom
bij min. inductantie voor q-as)
Parameter 1-70 Startmodus [0] Rotor Detection
Parameter 1-73 Vlieg. start [0] Disabled (Uitgesch.)
Parameter 3-02 Minimumrefe-
rentie Parameter 3-03 Max. referentie -4999,000-4999,000 50 De maximumreferentie is de hoogste waarde die wordt
Parameter 3-10 Ingestelde ref. -100–100% 0 Voer het setpoint in.
Parameter 3-41 Ramp 1
aanlooptijd
Parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd
Parameter 4-12 Motorsnelh.
lage begr. [Hz]
Parameter 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz]
Parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
20–200% 100% Past de hoogte van de testpuls tijdens positiedetectie bij
20–200% 100% Voer het verzadigingspunt van de inductantie in.
20–200% 100% Deze parameter speciceert de verzadigingscurve van de
(Rotordetectie)
[1] Parking (Parkeren)
[1] Enabled (Ingesch.)
-4999,000-4999,000 0 De minimumreferentie is de laagste waarde die wordt
0,05-3600,0 s Afhankelijk van
0,05-3600,0 s Afhankelijk van
0,0-400,0 Hz 0,0 Hz Stel de minimumbegrenzing voor een laag toerental in.
0,0-400,0 Hz 100 Hz Stel de maximumbegrenzing voor een hoog toerental in.
0,0-400,0 Hz 100 Hz Stel de waarde voor de maximale uitgangsfrequentie in.
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
Deze parameter komt overeen met de inductantieverza-
grootte
grootte
[0] Rotor Detection
(Rotordetectie)
[0] Disabled
(Uitgesch.)
grootte
grootte
diging van Ld. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde. Deze parameter komt overeen met de inductantieverza­diging van Lq. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde.
het starten aan.
d- en q-inductantiewaarden. Bij een waarde van deze parameter van 20-100% wordt een lineaire benadering van de inductanties toegepast, vanwege de parameters
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld), parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq), parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat)
en parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat). Selecteer de startmodus voor de PM-motor.
Selecteer [1] Enabled (Ingesch.) als de frequentieregelaar in staat moet zijn een draaiende motor op te vangen, bijvoorbeeld in ventilatortoepassingen. Als PM is geselecteerd, is deze parameter ingeschakeld.
bepaald door de som van alle referenties.
bepaald door de som van alle referenties.
Aanlooptijd vanaf 0 tot de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie voor asynchrone motoren. Aanlooptijd vanaf 0 tot parameter 1-25 Nom. motorsnelheid voor PM-motoren. Uitlooptijd vanaf de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie tot 0 voor asynchrone motoren. Uitlooptijd vanaf parameter 1-25 Nom. motorsnelheid tot 0 voor PM-motoren.
Als parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. wordt ingesteld op een waarde lager dan parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz], wordt parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] automatisch ingesteld op de waarde in parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
20 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 6-20 Klem 54 lage
spanning
Parameter 6-21 Klem 54 hoge
spanning
Parameter 6-22 Klem 54 lage
stroom
Parameter 6-23 Klem 54 hoge
stroom
Parameter 6-24 Klem 54 lage
ref./terugkopp. waarde
Parameter 6-25 Klem 54 hoge
ref./terugkopp. waarde
Parameter 6-26 Klem 54 lter
tijdconstante
Parameter 6-29 Klem 54 modus [0] Current (Stroom)
Parameter 20-81 PI normaal/inv
regeling
Parameter 20-83 PI startsnelheid
[Hz]
Parameter 20-93 PI prop.
versterking
Parameter 20-94 PI Integral
Time
Parameter 30-22 Beveiliging
geblokkeerde rotor
Parameter 30-23 Locked Rotor
Detection Time [s]
0,00-10,00 V 0,07 V Voer de spanning in die overeenkomt met de lage referen-
tiewaarde.
0,00-10,00 V 10,00 V Voer de spanning in die overeenkomt met de hoge
referentiewaarde.
0,00-20,00 mA 4,00 mA Voer de stroom in die overeenkomt met de lage referen-
tiewaarde.
0,00-20,00 mA 20,00 mA Voer de stroom in die overeenkomt met de hoge referen-
tiewaarde.
-4999–4999 0 Voer de terugkoppelingswaarde in die overeenkomt met de in parameter 6-20 Klem 54 lage spanning/ parameter 6-22 Klem 54 lage stroom ingestelde spanning of stroom.
-4999–4999 50 Voer de terugkoppelingswaarde in die overeenkomt met de in parameter 6-21 Klem 54 hoge spanning/ parameter 6-23 Klem 54 hoge stroom ingestelde spanning of stroom.
0,00-10,00 s 0,01 Stel de ltertijdconstante in.
[1] Spanning Selecteer of klem 54 wordt gebruikt als stroom- of als
[1] Voltage (Spanning)
[0] Normal (Normaal)
[1] Inverse (Geïnverteerd)
0-200 Hz 0 Hz Stel het motortoerental in dat moet worden bereikt als
0,00-10,00 0,01 Stel de proportionele versterking voor de procesregelaar
0,1-999,0 s 999,0 s Stel de integratietijd voor de procesregelaar in. Een korte
[0] O (Uit)
[1] On (Aan)
0,05-1,00 s 0,10 s
[0] Normal
(Normaal)
[0] O (Uit)
spanningsingang. Selecteer [0] Normal (Normaal) om de procesregeling zo in te stellen dat de uitgangssnelheid wordt verhoogd wanneer de procesfout positief is. Selecteer [1] Inverse (Geïnverteerd) om de uitgangssnelheid te verlagen.
startsignaal voor de PI-regeling.
in. Een hoge versterking zorgt voor een snelle regeling. Als de versterking echter te hoog is, kan het proces instabiel worden.
integratietijd zorgt voor een snelle regeling. Als de integra­tietijd echter te kort is, kan het proces instabiel worden. Een extreem lange integratietijd schakelt de integratieactie uit.
2 2
Tabel 2.5 Setupwizard voor toepassingen met terugkoppeling
Motorsetup
De motorsetupwizard leidt gebruikers stap voor stap door de benodigde motorparameters.
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 0-03 Regionale instel-
lingen
Parameter 0-06 Type net [0]–[132] Zie Tabel 2.4. Afhankelijk van
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 21
[0] International (Interna-
tionaal)
[1] US ( VS)
0
grootte
Selecteer de bedieningsmodus die bij het starten actief moet zijn wanneer de frequentieregelaar na een uitscha­keling weer wordt aangesloten op de netvoeding.
Programmeren
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-10 Motorcon-
structie
22
*[0] Asynchron
(Asynchroon)
[1] PM, non-salient SPM
(PM, niet-uitspringende
SPM)
[3] PM, salient IPM (PM,
uitspringende IPM)
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
[0] Asynchron
(Asynchroon)
Door het instellen van deze parameter kan de instelling van de volgende parameters wijzigen:
Parameter 1-01 Motorbesturingsprincipe.
Parameter 1-03 Koppelkarakteristiek.
Parameter 1-08 Motor Control Bandwidth (Bandbreedte
motorregeling).
22 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-20 Motorverm. 0,12-110 kW/0,16-150 pk Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-22 Motorspanning 50-1000 V Afhankelijk van
grootte
Parameter 1-15 Filtertijdconstante lage snelh.
Parameter 1-16 Filtertijdconstante hoge snelh.
Parameter 1-17 Filtertijdconstante spanning
Parameter 1-20 Motorverm..
Parameter 1-22 Motorspanning.
Parameter 1-23 Motorfrequentie.
Parameter 1-24 Motorstroom.
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
Parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel.
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-33 Statorlekreactantie (X1).
Parameter 1-35 Hoofdreactantie (Xh).
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
Parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq).
Parameter 1-39 Motorpolen.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
Parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat).
Parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
Parameter 1-46 Verst. positiedetectie.
Parameter 1-48 Current at Min Inductance for d-axis
(Stroom bij min. inductantie voor d- as).
Parameter 1-49 Current at Min Inductance for q-axis
(Stroom bij min. inductantie voor q- as).
Parameter 1-66 Min. stroom bij lage snelh..
Parameter 1-70 Startmodus.
Parameter 1-72 Startfunctie.
Parameter 1-73 Vlieg. start.
Parameter 1-80 Functie bij stop.
Parameter 1-82 Min. snelh. voor functie bij stop [Hz].
Parameter 1-90 Thermische motorbeveiliging.
Parameter 2-00 DC-houd/voorverw.stroom.
Parameter 2-01 DC-remstroom.
Parameter 2-02 DC-remtijd.
Parameter 2-04 Inschakelsnelh. DC-rem.
Parameter 2-10 Remfunctie.
Parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
Parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
Parameter 4-58 Motorfasefunctie ontbreekt.
Parameter 14-65 Toerentalreductie dodetijdcompensatie.
Stel het motorvermogen in volgens de gegevens van het typeplaatje Stel de motorspanning in volgens de gegevens van het typeplaatje.
2 2
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 23
Programmeren
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-23 Motorfrequentie 20-400 Hz Afhankelijk van
22
Parameter 1-24 Motorstroom 0,01-10000,00 A Afhankelijk van
Parameter 1-25 Nom.
motorsnelheid
Parameter 1-26 Cont. nom.
motorkoppel
50-9999 tpm Afhankelijk van
0,1-1000,0 Nm Afhankelijk van
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
Voer de motorfrequentie in volgens de gegevens van het
grootte
grootte
grootte
grootte
typeplaatje. Stel de motorstroom in volgens de gegevens van het typeplaatje. Voer het nominale motortoerental in volgens de gegevens van het typeplaatje. Deze parameter is alleen beschikbaar als parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op een optie die het gebruik van een permanentmagneetmotor mogelijk maakt.
LET OP
Het wijzigen van deze parameterwaarde beïnvloedt de instelling van andere parameters.
Parameter 1-30 Statorweerstand
(Rs)
Parameter 1-37 Inductantie d-as
(Ld)
Parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq) Parameter 1-39 Motorpolen 2–100 4 Stel het aantal motorpolen in.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij
1000 TPM
Parameter 1-42 Lengte
motorkabel:
Parameter 1-44 Inductantie d-as
verz. (LdSat)
Parameter 1-45 q-axis
Inductance Sat. (LqSat)
Parameter 1-46 Verst. positiede-
tectie
Parameter 1-48 Current at Min
Inductance for d-axis (Stroom
bij min. inductantie voor d-as)
Parameter 1-49 Current at Min
Inductance for q-axis (Stroom
bij min. inductantie voor q-as)
Parameter 1-70 Startmodus [0] Rotor Detection
0-99,990 Ω
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
10-9000 V Afhankelijk van
0-100 m 50 m Voer de lengte van de motorkabel in.
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
0,000-1000,000 mH Afhankelijk van
20–200% 100% Past de hoogte van de testpuls tijdens positiedetectie bij
20–200% 100% Voer het verzadigingspunt van de inductantie in.
20–200% 100% Deze parameter speciceert de verzadigingscurve van de
(Rotordetectie)
[1] Parking (Parkeren)
Afhankelijk van grootte
grootte
grootte
grootte
grootte
grootte
[0] Rotor Detection
(Rotordetectie)
Stel de statorweerstandswaarde in.
Stel de waarde voor de inductantie van de d-as in. Raadpleeg het datablad voor de permanentmagneetmotor voor de juiste waarde. Stel de waarde voor de inductantie van de q-as in.
Lijnspanning (rms-waarde) tegen-EMK bij 1000 tpm.
Deze parameter komt overeen met de inductantieverza­diging van Ld. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde. Deze parameter komt overeen met de inductantieverza­diging van Lq. In het ideale geval heeft deze parameter dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq). Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de nominale waarde.
het starten aan.
d- en q-inductantiewaarden. Bij een waarde van deze parameter van 20-100% wordt een lineaire benadering van de inductanties toegepast, vanwege de parameters
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld), parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq), parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat) en parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
Selecteer de startmodus voor de PM-motor.
24 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Programmeren Programmeerhandleiding
Parameter Bereik Standaard Gebruik
Parameter 1-73 Vlieg. start [0] Disabled (Uitgesch.)
[1] Enabled (Ingesch.)
Parameter 3-41 Ramp 1
aanlooptijd
Parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd
Parameter 4-12 Motorsnelh.
lage begr. [Hz]
Parameter 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz]
Parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
Parameter 30-22 Beveiliging
geblokkeerde rotor
Parameter 30-23 Locked Rotor
Detection Time [s]
0,05-3600,0 s Afhankelijk van
0,05-3600,0 s Afhankelijk van
0,0-400,0 Hz 0,0 Hz Stel de minimumbegrenzing voor een laag toerental in.
0,0-400,0 Hz 100,0 Hz Stel de maximumbegrenzing voor een hoog toerental in.
0,0-400,0 Hz 100,0 Hz Stel de waarde voor de maximale uitgangsfrequentie in.
[0] O (Uit)
[1] On (Aan)
0,05-1,00 s 0,10 s
[0] Disabled
(Uitgesch.)
grootte
grootte
[0] O (Uit)
Selecteer [1] Enabled (Ingesch.) als de frequentieregelaar in staat moet zijn een draaiende motor op te vangen. Aanlooptijd vanaf 0 tot de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie. Uitlooptijd vanaf de nominale waarde in parameter 1-23 Motorfrequentie tot 0.
Als parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. wordt ingesteld op een waarde lager dan parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz], wordt parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] automatisch ingesteld op de waarde in parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
2 2
Tabel 2.6 Instellingen Motorsetupwizard
Gemaakte wijzigingen
De functie Changes Made (Gemaakte wijzigingen) toont alle parameters die zijn gewijzigd ten opzichte van de standaardinstelling.
De lijst toont alleen parameters die zijn gewijzigd
in de huidige, te bewerken setup.
Parameters die weer op de standaardwaarde zijn
ingesteld, worden niet vermeld.
De melding Empty (Leeg) geeft aan dat geen van
de parameters is gewijzigd.
Parameterinstellingen wijzigen
1. Om het snelmenu te activeren, drukt u herhaal­delijk op de [Menu]-toets totdat het lampje boven Quick Menu brandt.
2.
Gebruik [▲] [▼] voor het selecteren van de wizard, de setup voor een regeling met terugkoppeling, de motorsetup of de gemaakte wijzigingen.
3. Druk op [OK].
4.
Gebruik [▲] [▼] om door de parameters in het snelmenu te navigeren.
5. Druk op [OK] om een parameter te selecteren.
6.
Gebruik [▲] [▼] om de waarde van de geselec­teerde parameter te wijzigen.
7. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.
8. Druk twee keer op [Back] om naar Status te gaan of druk één keer op [Menu] om naar Main Menu te gaan.
Het hoofdmenu biedt toegang tot alle parameters
1. Druk herhaaldelijk op de [Menu]-toets totdat het lampje boven Main Menu brandt.
2.
Gebruik [▲] [▼] om door de parametergroepen te navigeren.
3. Druk op [OK] om een parametergroep te selecteren.
4.
Gebruik [▲] [▼] om door de parameters binnen een bepaalde groep te navigeren.
5. Druk op [OK] om de parameter te selecteren.
6.
Gebruik [▲] [▼] om de waarde van de geselec­teerde parameter in te stellen of te wijzigen.
7. Druk op [OK] om de wijziging op te slaan.
2.3.3 Main Menu
Druk op [Menu] om toegang te krijgen tot het hoofdmenu en alle parameters te programmeren. De parameters van het hoofdmenu zijn direct toegankelijk, tenzij er een wachtwoord is ingesteld via parameter 0-60 Wachtw. hoofdmenu. Voor de meeste toepassingen is het niet nodig om parameters te selecteren via het hoofdmenu. Het snelmenu biedt de snelste en eenvoudigste manier om toegang te krijgen tot de typisch vereiste parameters.
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 25
Programmeren
2.4 Snel overzetten van parameterinstellingen naar andere
22
frequentieomvormers
Wanneer de setup van een frequentieregelaar voltooid is, kunt u de gegevens het beste in het LCP of met behulp van de MCT 10 setupsoftware op een pc opslaan.
Gegevens overzetten van frequentieregelaar naar LCP
1. Ga naar parameter 0-50 LCP kopiëren.
2. Druk op [OK].
3. Selecteer [1] Alles naar LCP.
4. Druk op [OK].
Sluit het LCP aan op een andere frequentieregelaar en kopieer de parameterinstellingen ook naar die frequentie­regelaar.
Gegevens overzetten van LCP naar frequentieregelaar
1. Ga naar parameter 0-50 LCP kopiëren.
2. Druk op [OK].
3. Selecteer [2] Alles vanaf LCP.
4. Druk op [OK].
Geïndexeerde parameters uitlezen en
2.5 programmeren
Selecteer de parameter, druk op [OK] en gebruik [▲]/[▼] om door de geïndexeerde waarden te schuiven. Wijzig de waarde van de parameter door de geïndexeerde waarde te selecteren en op [OK] te drukken. Wijzig de waarde met behulp van [▲]/[▼]. Druk op [OK] om de nieuwe instelling op te slaan. Druk op [Cancel] om te annuleren. Druk op [Back] om de parameter te verlaten.
Initialiseren naar standaardinstellingen
2.6
Er zijn 2 manieren om de standaardinstellingen van de frequentieregelaar te herstellen.
Aanbevolen initialisatie
1. Selecteer parameter 14-22 Bedrijfsmodus.
2. Druk op [OK].
3. Selecteer [2] Initialisatie en druk op [OK].
4. Onderbreek de voeding naar de frequentiere­gelaar en wacht totdat het display uitgaat.
5. Sluit de netvoeding weer aan. De frequentiere­gelaar is nu gereset, met uitzondering van de volgende parameters:
Parameter 1-06 Richting rechtsom
Parameter 8-30 Protocol
Parameter 8-31 Adres
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
2-vingerige initialisatie
De andere manier om de frequentieregelaar terug te zetten naar de standaardinstellingen is door middel van 2­vingerige initialisatie:
1. Schakel de frequentieregelaar uit.
2. Druk op [OK] en [Menu].
3. Schakel de frequentieregelaar in terwijl u deze
4. De frequentieregelaar is nu gereset, met uitzon-
De initialisatie van de parameters wordt na inschakeling bevestigd door de melding alarm 80, Drive initialised (Omv.
geïnitial.) op het display.
Parameter 8-32 Baudsnelheid
Parameter 8-33 Par./stopbits
Parameter 8-35 Min. responsvertr.
Parameter 8-36 Max. responsvertr.
Parameter 8-37 Max. tss.-tekenvertr.
Parameter 8-70 BACnet Device Voorbld
Parameter 8-72 MS/TP Max Masters (Max.
masters MS/TP)
Parameter 8-73 MS/TP Max Info Frames
(Max. informatieframes MS/TP)
Parameter 8-74 "Startup I am"
Parameter 8-75 Initialisatie wachtw.
Parameter 15-00 Bedrijfsuren tot
parameter 15-05 x Overspann.
Parameter 15-03 Inschakelingen
Parameter 15-04 x Overtemp.
Parameter 15-05 x Overspann.
Parameter 15-30 Alarmlog: foutcode
Parameter group 15-4* Drive identication
(ID frequentieregelaar)
Parameter 18-10 Brandmoduslog: event
toetsen 10 s ingedrukt houdt.
dering van de volgende parameters:
Parameter 1-06 Richting rechtsom
Parameter 15-00 Bedrijfsuren
Parameter 15-03 Inschakelingen
Parameter 15-04 x Overtemp.
Parameter 15-05 x Overspann.
Parameter group 15-4* Drive identication
(ID frequentieregelaar)
Parameter 18-10 Brandmoduslog: event
26 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Parameters Programmeerhandleiding
3 Parameters
De * in parameternummers duidt een groep of subgroep van parameters aan waarbij de eerste 1 of 2 cijfers identiek zijn. Zo verwijst 0-** naar een groep van parameters die allemaal beginnen met 0. 0-0* verwijst naar de subgroep van parameters waarbij de eerste 2 cijfers identiek zijn, namelijk 0-0.
Een asterisk (*) na een optienummer geeft de standaardoptie aan. Zo is [0]* English (Engels) de standaardoptie voor parameter 0-01 Taal.
3.1 Hoofdmenu – Bediening/display – Groep 0
Parameters die betrekking hebben op de basisfuncties van de frequentieregelaar, de functie van de LCP-toetsen en de conguratie van het LCP-display.
3.1.1 0-0* Basic Settings (Basisinstellingen)
0-01 Taal
Option: Functie:
Bepaalt welke taal wordt
gebruikt op het display. [0] * English [1] Deutsch [2] Francais [3] Dansk [4] Spanish [5] Italiano [28] Bras.port [255] Numeric prg. (Numerieke
prog.)
0-04 Bedieningsstatus bij insch.
Option: Functie:
Selecteer de bedieningsmodus voor het moment waarop de netspanning weer wordt ingeschakeld na een uitschakeling in de handmatige (lokale) modus.
[0]*Hervatten Start de frequentieregelaar weer op met de
lokale referentie en start/stop-instellingen (gegeven via [Hand On]/[O] op het LCP of een lokale start via een digitale ingang) die vlak voor uitschakeling van de frequentiere­gelaar van kracht waren.
[1] Gedw.
stop, ref=oud
Gebruikt de opgeslagen referentie [1] om de frequentieregelaar te stoppen, maar slaat tevens de lokale toerentalreferentie die voor de uitschakeling actief was, op in het geheugen. Nadat de netspanning weer is aangesloten en een startcommando is gegeven (via de [Hand On]-toets of een lokaal startcommando via een digitale ingang), wordt de frequentieregelaar weer gestart en werkt hij weer op basis van de opgeslagen toerentalreferentie.
0-06 Type net
Option: Functie:
Selecteer het type net van de voedingsspanning/-frequentie.
LET OP
Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle vermogens.
3 3
0-03 Regionale instellingen
Option: Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
Om tegemoet te komen aan de behoefte aan andere standaardinstellingen in verschillende landen is parameter 0-03 Regionale instellingen in de frequentieregelaar geïmplementeerd. De geselecteerde instelling beïnvloedt de standaardinstelling van de nominale motorfre­quentie.
[0] * Interna-
tionaal
[1] Noord-
Amerika
MG18B510 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. 27
Stelt de standaardwaarde van parameter 1-23 Motorfrequentie in op 50 Hz.
Stelt de standaardwaarde van parameter 1-23 Motorfrequentie in op 60 Hz.
[0] 200-240 V/50 Hz/IT-net [1] 200-240V/50Hz/Delta [2] 200-240 V/50 Hz [10] 380-440 V/50 Hz/IT-net [11] 380-440 V/50 Hz/Delta [12] 380-440 V/50 Hz [20] 440-480 V/50 Hz/IT-net [21] 440-480 V/50 Hz/Delta [22] 440-480 V/50 Hz [30] 525-600 V/50 Hz/IT-net
IT-grid (IT-net) is een voedingsnet waarbij er geen aansluitingen zijn naar aarde.
Delta is een voedingsnet waarbij het tweede deel van de transformator in driehoek is aangesloten en 1 fase is aangesloten op aarde.
Parameters
VLT® HVAC Basic Drive FC 101
0-06 Type net
Option: Functie:
[31] 525-600 V/50 Hz/Delta [32] 525-600 V/50 Hz [100] 200-240 V/60 Hz/IT-net
33
[101] 200-240V/60Hz/Delta [102] 200-240 V/60 Hz [110] 380-440 V/60 Hz/IT-net [111] 380-440 V/60 Hz/Delta [112] 380-440V/60Hz [120] 440-480 V/60 Hz/IT-net [121] 440-480 V/60 Hz/Delta [122] 440-480 V/60 Hz [130] 525-600 V/60 Hz/IT-net [131] 525-600 V/60 Hz/Delta [132] 525-600 V/60 Hz
0-07 Auto DC-remmen
Option: Functie:
Beveiligingsfunctie tegen overspanning bij vrijloop.
LET OP
Gebruik parameter 0-51 Kopie setup om setup 1 te kopiëren naar setup 2, of om setup 2 te kopiëren naar setup 1. Om conicterende instellingen van een bepaalde parameter binnen 2 verschillende setups te voorkomen, moet u de setups koppelen via parameter 0-12 Setup gekoppeld aan. Stop de frequentieregelaar voordat u schakelt tussen setups waarbij parameters die zijn gemarkeerd als niet te wijzigen tijdens bedrijf, verschillende waarden hebben. Parameters die niet te wijzigen zijn tijdens bedrijf, zijn in de parameterlijsten in hoofdstuk 5 Parameterlijsten gemarkeerd als FALSE.
0-10 Actieve setup
Option: Functie:
Selecteer de setup op basis waarvan de frequentieregelaar werkt.
[1] * Setup 1 Setup 1 is actief.
[2] Setup 2 Setup 2 is actief.
[9] Multi
setup
Dient voor externe setupselectie via digitale ingangen en de seriële-communicatiepoort. Deze setup maakt gebruik van de instellingen van parameter 0-12 Setup gekoppeld aan.
Kan leiden tot PWM in geval van vrijlopen.
0-11 Setup wijzigen
[0] Uit Deze functie is niet actief.
[1] * Aan Deze functie is actief.
3.1.2 0-1* Dene and Set-up Operations (Setupafhandeling)
Een complete set parameters waarmee de frequentiere­gelaar wordt bestuurd, heet een setup. De
Option: Functie:
Het nummer van de setup die wordt gewijzigd, wordt knipperend weergegeven op het LCP.
[1] Setup 1 Wijzig setup 1.
[2] Setup 2 Wijzig setup 2.
[9] * Actieve setup Wijzig parameters in de setup die is
geselecteerd via digitale I/O's.
frequentieregelaar bevat 2 setups: setup 1 en setup 2. Daarnaast is het mogelijk om een vaste set fabrieksinstel­lingen naar 1 of beide setups te kopiëren.
Het hebben van meer dan 1 setup in de frequentieregelaar biedt de volgende voordelen:
U kunt de motor laten draaien in de ene setup
(actieve setup) terwijl u de parameters in de andere setup (bewerkingssetup) aanpast.
U kunt 2 motoren (1 tegelijk) aansluiten op de
frequentieregelaar. De motorgegevens voor de 2 motoren kunnen in de 2 setups worden opgeslagen.
U kunt de instellingen van de frequentieregelaar
0-12 Setup gekoppeld aan
Option: Functie:
Wanneer de setups niet zijn gekoppeld, is het niet mogelijk om van setup te wisselen terwijl de motor loopt.
[0] Niet
gekoppeld
[20] * Gekoppeld Kopieert alle niet-te-wijzigen-tijdens-bedrijf-
Als u een andere setup selecteert om te gebruiken, vindt de wijziging van setup pas plaats bij vrijlopen van de motor.
parameters van de ene setup naar de andere. Het is mogelijk om van setup te wisselen terwijl de motor loopt.
en/of de motor snel wijzigen terwijl de motor loopt. Bijvoorbeeld ramp-tijden of digitale referenties via een bus of via digitale ingangen.
De actieve setup kan worden ingesteld op Multi setup, waarbij de actieve setup kan worden geselecteerd via een digitale ingangsklem en/of via het busstuurwoord.
28 Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden. MG18B510
Loading...
+ 108 hidden pages