• De regelaar wordt gebruikt voor temperatuurregeling van
koelobjecten in bijvoorbeeld supermarkten.
• Regeling van ontdooiing, ventilatoren, alarm en licht
Principe
De regelaar bevat een temperatuurregeling waarbij het signaal
ontvangen kan worden van één temperatuursensor.
De temperatuursensoren worden of geplaatst in de koude luchtstroom na de verdamper of in de warme luchtstroom voor de
verdamper.
De regelaar kan een natuurlijke of elektrische ontdooiing
uitvoeren. Inschakelen van de koeling na een ontdooiing kan op
basis van tijd of temperatuur.
Een meting van de ontdooisensor kan direct verkregen worden
door gebruik van een S5 sensor.
Twee tot vier relais zullen de vereiste functies in- en uitschakelen de toepassing bepaald welke. De opties zijn als volgt:
• Koeling (compressor of magneetklep)
• Ontdooiing
• Ventilator
• Alarm
• Licht
De verschillende toepassingen worden op de volgende pagina
beschreven.
Voordelen
• Intelligente koeltechnische functies
• Ontdooien naar ‘behoefte’ voor 1:1 systemen
• Toetsen en pakking geïntegreerd in voorpaneel
• IP65 dichtheidsklasse voorpaneel
• Digitale ingang te programmeren voor:
- Deurcontactfunctie met alarm
- Ontdooistart
- Start/stop regeling
- Nachtbedrijf
- Overschakeling tussen twee temperatuurreferenties
- Schoonmaakfunctie
• Snel programmeren door middel van kopieersleutel
• HACCP
Fabriekkalibratie garandeert een meetnauwkeurigheid beter
dan vereist in de EN ISO 23953-2 zonder dat de Pt1000 sensor
verder gekalibreerd behoeft te worden.
• Extra module
De regelaar kan naderhand worden uitgerust met een insteek-
kaart als de toepassing hierom vraagt.
De regelaar is uitgerust met een plug zodat de kaart makkelijk
gemonteerd kan worden.
Regelaar met twee relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en
een digitale ingang
Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of
magneetklep
Ontdooisensor
Elektrische ontdooiing /heetgas ontdooiing
Alarmfunctie
Als een hardwarematige alarmuitgang nodig is, kan relais twee
hiervoor gebruikt worden.
Ontdooiing wordt nu op natuurlijke wijze uitgevoerd.
EKC 202B
Regelaar met drie relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en
een digitale ingang.
Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of
magneetklep
Ontdooisensor
Elektrische ontdooiing / heetgas ontdooiing
Relaisuitgang drie wordt gebruikt voor de ventilatorregeling
EKC 202C
Regelaar met vier relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en
een digitale ingang.
Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of
magneetklep
Ontdooisensor
Elektrische ontdooiing / heetgas ontdooiing
Ventilatorregeling
Relaisuitgang 4 kan gebruikt worden voor een alarm- of
lichtfunctie.
Een ontdooiing kan op de volgende wijzen worden gestart:
Interval: Een ontdooiing wordt op vaste intervallen gestart,
bijvoorbeeld iedere acht uur.
Koeltijd: Een ontdooiing wordt na een vaste koeltijd
(thermostaat) gestart, met andere woorden, een
lage belasting zal een volgende ontdooiing dus
‘uitstellen’.
Contact Een ontdooiing kan worden gestart door een puls
op de digitale ingang.
Handmatig: Een extra ontdooiing kan worden geactiveerd
door onderste toets op de regelaar in te drukken
S5-temp. Bij 1:1 systemen kan de effectiviteit van de
verdamper worden gevolgd. Bij ijsvorming zal
een ontdooiing worden gestart.
Schema Een ontdooiing kan op maximaal 6 vaste tijden
worden uitgevoerd (RTC)
Netwerk het ontdooicommando wordt ontvangen van de
systeemunit via de datacommunicatie.
Alle genoemde methoden kunnen willekeurig worden toegepast
- als één methode wordt geactiveerd zal een ontdooiing worden
gestart. Zodra een ontdooiing wordt gestart worden alle ontdooitimers op nul gezet.
Digitale ingang
De digitale ingang kan voor de volgende functies gebruikt
worden:
- Deurcontactfunctie met alarmering als de deur te lang open is
- Ontdooistart
- Start/stop van regeling
- Overschakelen naar nachtregeling
- Schoonmaakfunctie
- Overschakelen naar andere temperatuurreferentie
- inject on/off
Een pulssignaal
start de
ontdooiing
Als u gecoördineerde ontdooiing, moet dit worden gedaan via
datacommunicatie.
Schoonmaakfunctie
Deze functie maakt het eenvoudig om op een koelobject een
schoonmaakactie uit te voeren. Door middel van in totaal drie
pulsen op de digitale ingang kan van fase naar fase worden
geschakeld.
De eerste puls stopt de koeling; de ventilatoren draaien door.
De tweede puls stopt de ventilatoren.
De derde puls herstart de koeling en ventilatoren weer.
De verschillende fasen worden op de display weergegeven.
Er is geen temperatuurbewaking tijdens de schoonmaak.
Op het netwerk wordt een schoonmaakalarm naar de systeemunit
gestuurd zodat later altijd kan worden aangetoond dat een
schoonmaakactie is uitgevoerd.
Ontdooiing naar ‘behoef te’
1 Op basis van koeltijd
Als de opgetelde koeltijd een ingestelde tijd overschrijdt, zal
een ontdooiing worden gestart.
2 Op basis van temperatuur
De regelaar volgt continue de S5 temperatuur. Tussen twee ontdooiingen zal de S5 temperatuur steeds lager worden als zich
meer ijs op de verdamper vormt. Zodra de temperatuur een in
te stellen differentie overschrijdt, zal een ontdooiing worden
gestart.
Deze functie kan alleen bij 1 op 1 systemen worden
gebruikt.
Display
De waarden worden getoond met drie karakters. De temperatuur
kan in °C of °F worden weergegeven.
LED’s op voorpaneel
De LED’s op het voorpaneel van de regelaar zullen oplichten als
het bijbehorende relais is geactiveerd.
= Koeling
= Ontdooiing
= Ventilator
In alarmsituaties zullen alle LED’s knipperen. De alarmmelding kan
getoond en opgeheven worden door de bovenste druktoets kort
in te drukken.
Ontdooiing
Tijdens de ontdooiing wordt een '-d-' getoond in de display. Dit
blijft zo tot 15 minuten nadat de koeling weer is hervat.
Het kan zijn dat de '-d-' al eerder verdwijnt als:
- de temperatuur binnen 15 minuten weer laag is
- de regeling is gestopt door de 'hoofdschakelaar'
- een hoog temperatuur alarm optreedt
Voorbeelden
Wijzigen instelling
1. Houdt de bovenste toets ingedrukt tot parameter r01 zichtbaar
is.
2. Zoek de te wijzigen parameter met de bovenste of onderste
toets.
3. Druk op de middelste toets om de instelling uit te lezen.
4. Verander de waarde met de bovenste of onderste toets.
5. Druk op de middelste toets om de nieuwe waarde op te slaan.
Als er meerdere alarmen ‘achter elkaar’ staan, kunnen deze met
de bovenste en onderste toets worden uitgelezen.
Instellen setpoint
1. Druk op de middelste toets tot het setpoint zichtbaar wordt
2. Verander het setpoint met de bovenste of onderste toets.
3. Druk nogmaals op de middelste toets om de instelling op te
slaan.
Handmatige ontdooistart / stop
• Houdt de onderste toets gedurende vier seconden ingedrukt
Uitlezing temperatuur ontdooi sensor
• Druk kort op de onderste toets
Als geen sensor is aangesloten, zal ‘non’ in de display verschijnen.
De bedieningstoetsen
Wanneer een instelling gewijzigd moet worden, zullen de bovenste en onderste toetsen een hogere of lagere waarde geven.
Voordat een waarde veranderd kan worden moet eerst het menu
geopend worden door de bovenste toets een aantal seconden
ingedrukt te houden. Zoek nu de te wijzigen parameter en druk
de middelste toets in om de huidige waarde te zien. Wanneer de
waarde is gewijzigd kan deze worden opgeslagen door nogmaals
de middelste toets in te drukken.
100 % dicht
De toetsen en pakking zijn geïntegreerd in het voorpaneel. Een
speciaal gietproces verenigd het harde plastic voorpaneel met de
zachtere toetsen en pakking zodat ze een geïntegreerd onderdeel
van het voorpaneel worden. Er zijn geen openingen waar vuil of
vocht door naar binnen kan.
Differentier010,1 K20 K2 K
Maximale temperatuurinstellingr02-49°C50°C50°C
Minimale temperatuurinstellingr03-50°C49°C-50°C
Correctie temperatuuruitlezing displayr04-20 K20 K0.0 K
Temperatuureenheid (°C/°F)r05°C°F°C
Correctie signaal sensor Sairr09-10 K10 K0 K
Handbediening (-1), stop regeling (0), start regeling (1)r12-111
Nachtverschuivingr13-10 K10 K0 K
Activeer verschuiving referentie r40r39OFFonOFF
Waarde voor verschuiving referentie (activeer via r39 of DI)r40-50 K50 K0 K
Alarm
Vertraging temperatuuralarmA030 min240 min30 min
Vertraging deuralarmA040 min240 min60 min
Vertraging temperatuuralarm na ontdooiingA120 min240 min90 min
Hoge temperatuur alarmgrensA13-50°C50°C8°C
Lage temperatuur alarmgrensA14-50°C50°C-30°C
Vertraging DI1 alarmA270 min240 min30 min
Hoog temperatuur alarm condenser (o70)A370°C99°C50°C
Compressor
Minimum AAN-tijdc010 min30 min0 min
Minimum UIT-tijdc020 min30 min0 min
Omgekeerde functie DO1 relais (NC)c300 / OFF1 / on0 / OFF
Ontdooien
Ontdooimethode (geen/EL/gas)d01nogasEL
Ontdooistoptemperatuurd020°C25°C6°C
Interval tussen ontdooistartsd030 uren48 uren8 uren
Maximum ontdooitijdd040 min180 min45 min
Tijdverschuiving ontdooistartd050 min240 min0 min
Afdruiptijdd060 min60 min0 min
Ventilatorvertragingd070 min60 min0 min
Ventilator starttemperatuurd08-15°C0°C-5°C
Ventilator tijdens ontdooien
0: Uit
EKC
202A
d09021
EKC
202B
202C
EKC
Min.
waarde
Max.
waarde
Fabrieks-
instel.
1: Hardlopen tijdens de gehele fase
2: Hardlopen tijdens de opwarmfase alleen
Ontdooisensor (0=tijd, 1=S5, 2=Sair)d10020
Maximale opgetelde koeltijd tussen twee ontdooiingend180 uren48 uren0 uren
Ontdooien naar ‘behoefte’ - maximale variatie S5 tijdens ijsopbouw. Kies 20 K (=uit) voor
centrale installaties)
Ventilator
Ventilatorstop bij thermostaatuitschakelingF01noyesno
Vertraging ventilatorstopF020 min30 min0 min
Ventilatorstoptemperatuur (S5)F04-50°C50°C50°C
Vertraging uitgangen na stroomstoringo010 s600 s5 s
Ingangssignaal DI1. Functies:
0=niet gebruikt. 1=status DI1. 2=deurfunctie met deur open alarm. 3=deuralarm.
4=ontdooistart (puls). 5=externe start/stop. 6=nachtfunctie. 7=verschuiven referentie
(activering van r40) 8=alarmfunctie als gesloten. 9=alarmfunctie als open. 10=schoonmaakfunctie (puls). 11=Inject off als open.
Netwerkadreso0302400
Aan/uit schakelaar (service-pin melding)o04OFFONOFF
Toegangscode 1 (alle instellingen)o0501000
Sensortype (Pt/PTC/NTC)o06PtntcPt
Nauwkeurigheid display (normaal 0,1 bij Pt sensor)o15noyesno
Max. stand-by tijd na gecoördineerde ontdooiingo160 min60 min20
Configuratie van lichtfunctie (relais 4)
1=AAN gedurende tagconditie. 2=AAN/UIT via datacommunicatie. 3=AAN volgt de DI
functie als deze is geselecteerd als deurfunctie of deuralarm
Activering van lichtrelais (alleen als o38=2)o39OFFONOFF
Schoonmaakfunctie. 0=geen schoonmaak. 1=alleen vent. 2=alle uitg. uito46020
Toegangscode 2 (gedeeltelijke toegang)o6401000
Kopiëren van instellingen naar kopieersleutel. Selecteer een nummer.o650250