Danfoss EKC 202A, EKC 202 B, EKC 202 C User guide [nl]

User Guide
Meubel-celregelaar
EKC 202A, B, C
ADAP-KOOL® Refrigeration control systems
Introductie
Toepassing
• De regelaar wordt gebruikt voor temperatuurregeling van koelobjecten in bijvoorbeeld supermarkten.
• Regeling van ontdooiing, ventilatoren, alarm en licht
Principe
De regelaar bevat een temperatuurregeling waarbij het signaal ontvangen kan worden van één temperatuursensor. De temperatuursensoren worden of geplaatst in de koude lucht­stroom na de verdamper of in de warme luchtstroom voor de verdamper. De regelaar kan een natuurlijke of elektrische ontdooiing uitvoeren. Inschakelen van de koeling na een ontdooiing kan op basis van tijd of temperatuur. Een meting van de ontdooisensor kan direct verkregen worden door gebruik van een S5 sensor. Twee tot vier relais zullen de vereiste functies in- en uitschakelen ­de toepassing bepaald welke. De opties zijn als volgt:
• Koeling (compressor of magneetklep)
• Ontdooiing
• Ventilator
• Alarm
• Licht
De verschillende toepassingen worden op de volgende pagina beschreven.
Voordelen
• Intelligente koeltechnische functies
• Ontdooien naar ‘behoefte’ voor 1:1 systemen
• Toetsen en pakking geïntegreerd in voorpaneel
• IP65 dichtheidsklasse voorpaneel
• Digitale ingang te programmeren voor:
- Deurcontactfunctie met alarm
- Ontdooistart
- Start/stop regeling
- Nachtbedrijf
- Overschakeling tussen twee temperatuurreferenties
- Schoonmaakfunctie
• Snel programmeren door middel van kopieersleutel
• HACCP Fabriekkalibratie garandeert een meetnauwkeurigheid beter dan vereist in de EN ISO 23953-2 zonder dat de Pt1000 sensor verder gekalibreerd behoeft te worden.
• Extra module
De regelaar kan naderhand worden uitgerust met een insteek-
kaart als de toepassing hierom vraagt. De regelaar is uitgerust met een plug zodat de kaart makkelijk gemonteerd kan worden.
Inhoud
Introductie .......................................................................................................... 2
Bediening ............................................................................................................ 5
Menuoverzicht .................................................................................................. 6
Functieoverzicht ............................................................................................... 8
2 Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10 EKC 202
Master control .................................................................................................15
Aansluitingen...................................................................................................16
Bestellen ............................................................................................................ 17
Specificaties ...................................................................................................... 18
EKC 202A
Regelaar met twee relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en een digitale ingang
Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of magneetklep Ontdooisensor Elektrische ontdooiing /heetgas ontdooiing
Alarmfunctie Als een hardwarematige alarmuitgang nodig is, kan relais twee hiervoor gebruikt worden. Ontdooiing wordt nu op natuurlijke wijze uitgevoerd.
EKC 202B
Regelaar met drie relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en een digitale ingang. Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of magneetklep Ontdooisensor Elektrische ontdooiing / heetgas ontdooiing Relaisuitgang drie wordt gebruikt voor de ventilatorregeling
EKC 202C
Regelaar met vier relaisuitgangen, twee temperatuursensoren en een digitale ingang.
Temperatuurregeling door middel van start/stop compressor of magneetklep Ontdooisensor Elektrische ontdooiing / heetgas ontdooiing Ventilatorregeling
Relaisuitgang 4 kan gebruikt worden voor een alarm- of lichtfunctie.
EKC 202 Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10 3
Ontdooistart
Een ontdooiing kan op de volgende wijzen worden gestart: Interval: Een ontdooiing wordt op vaste intervallen gestart, bijvoorbeeld iedere acht uur. Koeltijd: Een ontdooiing wordt na een vaste koeltijd (thermostaat) gestart, met andere woorden, een
lage belasting zal een volgende ontdooiing dus ‘uitstellen’.
Contact Een ontdooiing kan worden gestart door een puls
op de digitale ingang. Handmatig: Een extra ontdooiing kan worden geactiveerd door onderste toets op de regelaar in te drukken S5-temp. Bij 1:1 systemen kan de effectiviteit van de verdamper worden gevolgd. Bij ijsvorming zal
een ontdooiing worden gestart. Schema Een ontdooiing kan op maximaal 6 vaste tijden
worden uitgevoerd (RTC) Netwerk het ontdooicommando wordt ontvangen van de
systeemunit via de datacommunicatie. Alle genoemde methoden kunnen willekeurig worden toegepast
- als één methode wordt geactiveerd zal een ontdooiing worden gestart. Zodra een ontdooiing wordt gestart worden alle ontdooi­timers op nul gezet.
Digitale ingang
De digitale ingang kan voor de volgende functies gebruikt worden:
- Deurcontactfunctie met alarmering als de deur te lang open is
- Ontdooistart
- Start/stop van regeling
- Overschakelen naar nachtregeling
- Schoonmaakfunctie
- Overschakelen naar andere temperatuurreferentie
- inject on/off
Een pulssignaal start de ontdooiing
Als u gecoördineerde ontdooiing, moet dit worden gedaan via datacommunicatie.
Schoonmaakfunctie
Deze functie maakt het eenvoudig om op een koelobject een schoonmaakactie uit te voeren. Door middel van in totaal drie pulsen op de digitale ingang kan van fase naar fase worden geschakeld. De eerste puls stopt de koeling; de ventilatoren draaien door. De tweede puls stopt de ventilatoren. De derde puls herstart de koeling en ventilatoren weer. De verschillende fasen worden op de display weergegeven.
Er is geen temperatuurbewaking tijdens de schoonmaak.
Op het netwerk wordt een schoonmaakalarm naar de systeemunit gestuurd zodat later altijd kan worden aangetoond dat een schoonmaakactie is uitgevoerd.
Ontdooiing naar ‘behoef te’
1 Op basis van koeltijd
Als de opgetelde koeltijd een ingestelde tijd overschrijdt, zal een ontdooiing worden gestart.
2 Op basis van temperatuur
De regelaar volgt continue de S5 temperatuur. Tussen twee ont­dooiingen zal de S5 temperatuur steeds lager worden als zich meer ijs op de verdamper vormt. Zodra de temperatuur een in te stellen differentie overschrijdt, zal een ontdooiing worden gestart.
Deze functie kan alleen bij 1 op 1 systemen worden gebruikt.
- + + °C
1 ÷ + Fan
2 ÷ ÷ Off
3 + + °C
4 Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10 EKC 202
Bediening
Display De waarden worden getoond met drie karakters. De temperatuur kan in °C of °F worden weergegeven.
LED’s op voorpaneel
De LED’s op het voorpaneel van de regelaar zullen oplichten als het bijbehorende relais is geactiveerd.
= Koeling = Ontdooiing = Ventilator
In alarmsituaties zullen alle LED’s knipperen. De alarmmelding kan getoond en opgeheven worden door de bovenste druktoets kort in te drukken.
Ontdooiing
Tijdens de ontdooiing wordt een '-d-' getoond in de display. Dit blijft zo tot 15 minuten nadat de koeling weer is hervat. Het kan zijn dat de '-d-' al eerder verdwijnt als:
- de temperatuur binnen 15 minuten weer laag is
- de regeling is gestopt door de 'hoofdschakelaar'
- een hoog temperatuur alarm optreedt
Voorbeelden
Wijzigen instelling
1. Houdt de bovenste toets ingedrukt tot parameter r01 zichtbaar is.
2. Zoek de te wijzigen parameter met de bovenste of onderste toets.
3. Druk op de middelste toets om de instelling uit te lezen.
4. Verander de waarde met de bovenste of onderste toets.
5. Druk op de middelste toets om de nieuwe waarde op te slaan.
Uitschakelen alarmrelais / aannemen alarm / zie alarmstatus
• Druk de bovenste toets kort in
Als er meerdere alarmen ‘achter elkaar’ staan, kunnen deze met de bovenste en onderste toets worden uitgelezen.
Instellen setpoint
1. Druk op de middelste toets tot het setpoint zichtbaar wordt
2. Verander het setpoint met de bovenste of onderste toets.
3. Druk nogmaals op de middelste toets om de instelling op te slaan.
Handmatige ontdooistart / stop
• Houdt de onderste toets gedurende vier seconden ingedrukt
Uitlezing temperatuur ontdooi sensor
• Druk kort op de onderste toets
Als geen sensor is aangesloten, zal ‘non’ in de display verschijnen.
De bedieningstoetsen
Wanneer een instelling gewijzigd moet worden, zullen de bo­venste en onderste toetsen een hogere of lagere waarde geven. Voordat een waarde veranderd kan worden moet eerst het menu geopend worden door de bovenste toets een aantal seconden ingedrukt te houden. Zoek nu de te wijzigen parameter en druk de middelste toets in om de huidige waarde te zien. Wanneer de waarde is gewijzigd kan deze worden opgeslagen door nogmaals de middelste toets in te drukken.
100 % dicht
De toetsen en pakking zijn geïntegreerd in het voorpaneel. Een speciaal gietproces verenigd het harde plastic voorpaneel met de zachtere toetsen en pakking zodat ze een geïntegreerd onderdeel van het voorpaneel worden. Er zijn geen openingen waar vuil of vocht door naar binnen kan.
EKC 202 Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10 5
Menuoverzicht
EKC 202: SW = 1.3x
Parameters Regelaar
Functie Codes
Normale weergave
Temperatuur (setpoint) --- -50°C 50°C 2°C
Thermostaat
Differentie r01 0,1 K 20 K 2 K Maximale temperatuurinstelling r02 -49°C 50°C 50°C Minimale temperatuurinstelling r03 -50°C 49°C -50°C Correctie temperatuuruitlezing display r04 -20 K 20 K 0.0 K Temperatuureenheid (°C/°F) r05 °C °F °C Correctie signaal sensor Sair r09 -10 K 10 K 0 K Handbediening (-1), stop regeling (0), start regeling (1) r12 -1 1 1 Nachtverschuiving r13 -10 K 10 K 0 K Activeer verschuiving referentie r40 r39 OFF on OFF Waarde voor verschuiving referentie (activeer via r39 of DI) r40 -50 K 50 K 0 K
Alarm
Vertraging temperatuuralarm A03 0 min 240 min 30 min Vertraging deuralarm A04 0 min 240 min 60 min Vertraging temperatuuralarm na ontdooiing A12 0 min 240 min 90 min Hoge temperatuur alarmgrens A13 -50°C 50°C 8°C Lage temperatuur alarmgrens A14 -50°C 50°C -30°C Vertraging DI1 alarm A27 0 min 240 min 30 min Hoog temperatuur alarm condenser (o70) A37 0°C 99°C 50°C
Compressor
Minimum AAN-tijd c01 0 min 30 min 0 min Minimum UIT-tijd c02 0 min 30 min 0 min Omgekeerde functie DO1 relais (NC) c30 0 / OFF 1 / on 0 / OFF
Ontdooien
Ontdooimethode (geen/EL/gas) d01 no gas EL Ontdooistoptemperatuur d02 0°C 25°C 6°C Interval tussen ontdooistarts d03 0 uren 48 uren 8 uren Maximum ontdooitijd d04 0 min 180 min 45 min Tijdverschuiving ontdooistart d05 0 min 240 min 0 min Afdruiptijd d06 0 min 60 min 0 min Ventilatorvertraging d07 0 min 60 min 0 min Ventilator starttemperatuur d08 -15°C 0°C -5°C Ventilator tijdens ontdooien 0: Uit
EKC
202A
d09 0 2 1
EKC
202B
202C
EKC
Min.
waarde
Max.
waarde
Fabrieks-
instel.
1: Hardlopen tijdens de gehele fase 2: Hardlopen tijdens de opwarmfase alleen
Ontdooisensor (0=tijd, 1=S5, 2=Sair) d10 0 2 0 Maximale opgetelde koeltijd tussen twee ontdooiingen d18 0 uren 48 uren 0 uren Ontdooien naar ‘behoefte’ - maximale variatie S5 tijdens ijsopbouw. Kies 20 K (=uit) voor centrale installaties)
Ventilator
Ventilatorstop bij thermostaatuitschakeling F01 no yes no Vertraging ventilatorstop F02 0 min 30 min 0 min Ventilatorstoptemperatuur (S5) F04 -50°C 50°C 50°C
Real-time klok
Zes starttijden voor ontdooien Instelling uren 0=OFF Zes starttijden voor ontdooien Instelling minuten 0=OFF Klok – instelling uren t07 0 uren 23 uren 0 uren Klok – instelling minuten t08 0 min 59 min 0 min Klok – instelling datum t45 1 31 1 Klok – instelling maand t46 1 12 1 Klok – instelling jaar t47 0 99 0
Diversen
Vertraging uitgangen na stroomstoring o01 0 s 600 s 5 s Ingangssignaal DI1. Functies: 0=niet gebruikt. 1=status DI1. 2=deurfunctie met deur open alarm. 3=deuralarm. 4=ontdooistart (puls). 5=externe start/stop. 6=nachtfunctie. 7=verschuiven referentie (activering van r40) 8=alarmfunctie als gesloten. 9=alarmfunctie als open. 10=schoon­maakfunctie (puls). 11=Inject off als open. Netwerkadres o03 0 240 0 Aan/uit schakelaar (service-pin melding) o04 OFF ON OFF Toegangscode 1 (alle instellingen) o05 0 100 0 Sensortype (Pt/PTC/NTC) o06 Pt ntc Pt Nauwkeurigheid display (normaal 0,1 bij Pt sensor) o15 no yes no Max. stand-by tijd na gecoördineerde ontdooiing o16 0 min 60 min 20 Configuratie van lichtfunctie (relais 4) 1=AAN gedurende tagconditie. 2=AAN/UIT via datacommunicatie. 3=AAN volgt de DI functie als deze is geselecteerd als deurfunctie of deuralarm Activering van lichtrelais (alleen als o38=2) o39 OFF ON OFF Schoonmaakfunctie. 0=geen schoonmaak. 1=alleen vent. 2=alle uitg. uit o46 0 2 0 Toegangscode 2 (gedeeltelijke toegang) o64 0 100 0 Kopiëren van instellingen naar kopieersleutel. Selecteer een nummer. o65 0 25 0
d19 0 K 20 K 20 K
t01-t06 0 uren 23 uren 0 uren
t11-t16 0 min 59 min 0 min
o02 0 11 0
o38 1 3 1
Huidige
instel.
6 Handleiding RS8DZ910 © Danfoss 2018-10 EKC 202
Loading...
+ 12 hidden pages