Handleiding
ECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
1.0Inhoudsopgave
1.0Inhoudsopgave..................................................1
1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie................2
2.0Installatie..........................................................5
2.1Voordatubegint....................................................5
2.2Hetsysteemtypeidentificeren...................................25
2.3Montage.............................................................56
2.4Detemperatuurvoelersplaatsen................................60
2.5Elektrischeaansluitingen.........................................62
2.6DeECL-applicatiesleutelplaatsen..............................81
2.7Controlelijst.........................................................88
2.8Navigatie,ECL-applicatiekeyA214/A314.....................89
3.0Dagelijksgebruik...........................................107
3.1Navigeren.........................................................107
3.2Hetcontrollerdisplaybegrijpen...............................108
3.3Eenalgemeenoverzicht:watbetekenende
symbolen?........................................................111
3.4Temperaturenensysteemonderdelenbewaken...........112
3.5Overzichtinvloed................................................113
3.6Handbediening..................................................114
3.7Programma.......................................................116
4.0Overzichtinstellingen....................................118
5.0Settings.........................................................121
5.1Introductievandeinstellingen................................121
5.2Aanvoertemperatuur/Inlaattemperatuur.................122
5.3KanaalTlimit/Roomlimit.....................................124
5.4Retourgrens......................................................127
5.5GrensTveiligheid................................................129
5.6Compensatie1...................................................131
5.7Compensatie2...................................................133
5.8Besturingsparameters..........................................136
5.9Vent./acc.contr.(regelingventilator/
accessoires).......................................................146
5.10Applicatie.........................................................154
5.11Alarm..............................................................168
6.0Algemenecontrollerinstellingen.....................174
6.1Inleidingopde'Algemenecontrollerinstellin-
gen':................................................................174
6.2Tijd&datum......................................................175
6.3Vakantie...........................................................176
6.4Ingangoverzicht.................................................179
6.5Log.................................................................180
6.6Uitgangoverride.................................................181
6.7Sleutelfuncties...................................................182
6.8Systeem...........................................................184
7.0Diversen........................................................191
7.1ECA30/31instelprocedures..................................191
7.2Meerderecontrollersinhetzelfdesysteem..................199
7.3Veelgesteldevragen.............................................202
7.4Definities..........................................................204
7.5Type(ID6001),overview.......................................208
7.6Automatische/handmatigeupdatevan
firmware...........................................................209
7.7ParameterIDoverview..........................................210
©Danfoss|2021.06AQ146286475947nl-000601|1
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
1.1.1Belangrijkeveiligheids-enproductinformatie
DezeinstallatiehandleidingisgekoppeldaandeECL-applicatiekey
A214(ordercodenr.087H3811).
DeECLapplicatiesleutelA214bevat3subtypes:
A214.1…A214.6(geldigindeECLComfort210,296en310)
A314.1…A314.7(geldigindeECLComfort310)
A314.9(geldigindeECLComfort310)
A214.1iseenkoelengerelateerdeapplicatie
A214.2,A214.3enA214.6zijnverwarmengerelateerdeapplicaties
A214.4enA214.5zijnbasisverwarmen/koelenapplicaties
A314.1enA314.2zijnbasisverwarmen/koelenapplicaties
A314.3isaspecialeverwarmingsapplicatie
A314.4enA314.5zijngeavanceerdeverwarmen/koelen
applicaties
A314.6enA314.7zijngeavanceerdeverwarmen/koelen
applicaties
A314.9iseengeavanceerdeverwarmenapplicatie
DebeschrevenfunctieswordengerealiseerdinECLComfort210
voorbasisoplossingeneninECLComfort310voorgeavanceerde
oplossingen,bijv.M-bus,ModbusenEthernet(Internet)
communicatie.
DeapplicatiekeyA214iscompatiblemetdeECLComfort
controllers210en310vanafsoftwareversie1.11(zichtbaarbij
hetopstartenvandecontrollereninhet‘Algemenecontroller
instellingen’in‘Systeem’).
Eenafstandsbedieningsunit,deECA30ofECA31,kanworden
aangeslotenendegeïntegreerderuimtetemperatuurvoelerkan
wordengebruikt.
DeapplicatiesA314.1…A314.7enA314.9werkenmetdeinterne
I/OmoduleECA32(bestelcodenr.087H3202).
ECA32wordtgeplaatstinhetbasisdeelvoorECLComfort310.
ECLComfort210isleverbaarals:
•ECLComfort210,230VAC(087H3020)
•ECLComfort210B,230VAC(087H3030)
ECLComfort296isleverbaarals:
•ECLComfort210,230VAC(087H3000)
ECLComfort310isleverbaarals:
•ECLComfort310,230volta.c(087H3040)
•ECLComfort310B,230volta.c.(087H3050)
•ECLComfort310,24VAC(087H3044)
DeB-typeshebbengeendisplayendraaiknop.DeB-typesworden
bediendm.b.v.deafstandsbedieningsunitECA30/31:
•ECA30(087H3200)
•ECA31(087H3201)
BasisonderdelenvoorECLComfort
•voorECLComfort210,230Volt(087H3220)
•voorECLComfort296,230Volt(087H3240)
•voorECLComfort310,230Volten24Volt(087H3230)
ExtradocumentatievoorECLComfort210,296-en310-modules
en-accessoiresisbeschikbaarophttp://danfoss.nl/of
http://store.danfoss.com/.
2|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Automatischeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Desoftwarevandecontrollerwordtautomatischgeüpdatetwanneer
desleutelwordtgeplaatst(vanafcontrollerversie1.11(ECL210/
310)enversie1.58(ECL296)).Devolgendeanimatiewordtgetoond
wanneerdesoftwarewordtgeüpdatet:
Voortgangsbalk
Tijdensdeupdate:
•VerwijderdeSLEUTELniet
Alsudesleutelverwijdertvoordatdezandloperzichtbaarwordt,
moetudeprocedurevanvorenafaanbeginnen.
•Onderbreekdevoedingniet
Alsdevoedingwordtonderbrokenterwijldezandloperwordt
getoond,functioneertdecontrollerniet.
•Handmatigeupdatevancontrollersoftware(firmware):
Ziedeparagraaf'Automatische/handmatigeupdatevanfirmware'.
Veiligheidsaanwijzing
Omlichamelijkeletselsofschadeaanhetapparaattevoorkomen,is
hetabsoluutnoodzakelijkdatudezeinstructiesnauwkeurigleest
ennaleeft.
Montage,inbedrijfstellingenonderhoudswerkzaamhedenmogen
alleendoordeskundigenerkendpersoneeluitgevoerdworden.
Delokaleregelgevingmoetwordenaangehouden.Ditgeldtookvoor
dekabelafmetingenenhettypeisolatie(dubbelgeïsoleerdbij230V).
EenzekeringvoordeECLComfort-installatieisdoorgaansmax.10A.
DeomgevingstemperatuurvoordeECLComfortinbedrijfbedraagt:
ECLComfort210/310:0-55°C
ECLComfort296:0-45°C.
Overschrijdingvandittemperatuurbereikkanleidentotstoringen.
Installatiemoetwordenvermedenwanneereenrisicoopcondensatie
(dauw)bestaat.
Hetwaarschuwingstekenwordtgebruiktvoorhetbenadrukkenvan
specialeomstandighedenwaarmeerekeningmoetwordengehouden.
Ditsymboolgeeftaandatdezespecifiekeinformatiebijzonder
aandachtigmoetwordengelezen.
Applicatiekeyskunnenwordenvrijgegevenvoordatalle
displaytekstenzijnvertaald.InditgevalisdetekstEngels.
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|3
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Omdatdezebedieningshandleidingopverschillendesysteemtypen
betrekkingheeft,wordenspecialesysteeminstellingengemarkeerd
meteensysteemtype.Allesysteemtypenwordenweergegeveninhet
hoofdstuk:'Uwsysteemidentificeren'.
°C(gradenCelsius)iseengemetentemperatuurwaarde;K(Kelvin)is
eenbepaaldaantalgradendateentemperatuurverschilaangeeft.
HetID-nr.isuniekvoordegeselecteerdeparameter.
Voorbeeld
1117411174
12174
AlseenID-beschrijvingmeerdaneenswordtvermeld,betekentdit
daterspecialeinstellingenzijnvooreenofmeersysteemtypes.Dit
wordtgemarkeerdmethetbetreffendesysteemtype(bijv.12174A266.9).
ParametersgemarkeerdmeteenIDnr.zoals"1x607"zijnuniversele
parameters.
xstaatvoorcircuit/parametergroep.
EerstecijferTweedecijfer
-
1
-
Verwijderingsinstructie
Ditsymboolophetproductgeeftaandathetproduct
nietmagwordenafgevoerdalshuishoudelijkafval.
Hetmoetwordenafgegevenbijeeninzamelpunt
voorderecyclingvanelektrischeenelektronische
apparatuur.
•Voerhetproductafviadedaarvooraangewezen
kanalen.
•Zorgdatuvoldoetaanallelokaalgeldendewetten
envoorschriften.
Circuit1Parameternr.
2
Circuit2Parameternr.
Laatstedrie
cijfers
174
4|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
2.0Installatie
2.1Voordatubegint
DeapplicatiekeyA214bevatverschillendeapplicaties,die
voornamelijkventilatiesystemenmetverwarmingofkoeling
betreffen,ofeencombinatievandezefuncties.Deapplicatiesin
deA214-keybiedeneenbreedscalaaanmogelijkheden(ziede
voorbeelden).
DeapplicatieA214.1iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Koelenmetruimtetemperatuurregeling:
Dekanaaltemperatuurwordtstandaardaangepastvolgensuw
vereisten.Debelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewenstebalanstemperatuur' .
DegemotoriseerdestuurklepM2(diedeoverdrachtvankoeling
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdekanaaltemperatuur
hogerisdandegewenstekanaaltemperatuur,ofandersom.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3Comfortperiodes
perdag)kanhetkoelcircuitzichin'Comfortmodus'of'Zuinige
modus'bevinden(tweeverschillendetemperatuurwaardenvoor
degewensteruimtetemperatuur).
Degewensteruimtetemperatuurbepaaltofdegewenste
temperatuurbijS3wordtgecorrigeerd.
Alsderuimtetemperatuurnietwordtgemeten,isdegewenste
ruimtetemperatuurgelijkaandegewenstetemperatuurbijS3.In
ditgevalwordtgeenrekeninggehoudenmetdeinstellingvoor
'Balanstemperatuur'(ofwel:dezeheeftgeeninvloed).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeld
aandehandvanhetprogrammaendekoelvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemper(P2)wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepomp(X3)
wordtgeregeldaandehandvandekoelvraag.
Retourtemperatuur(optioneel):
Alsdegemetenretourtemperatuur(S5)nietgelijkisaande
grenswaarde(meestaldaaltderetourtemperatuurtotonder
degrenswaarde),kandegewenstetemperatuuropS3worden
aangepast(meestalverhoogd).Ditleidttothetgeleidelijksluiten
vandegemotoriseerdestuurklep.
StandaardA214.1-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
S3
S4
S5
S8
F1
P2
X3
M2
A1
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler(niet
weergegeven)
Kanaaltemperatuurvoeler
(Optionele)kamertemperatuurvoeler*
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,koeling
(3–puntsregeling)
Alarm
*Alternatief:ECA30
ViaS5kuntueeneenvoudigevorstbeschermingconfigureren.
Daarnaastwordtervanuitgegaandathetcircuitvande
koelingswisselaar(ventilatorluchtkoeler)isgevuldmetpekel.
Dealarmenendecompensatietemperatuurwordennader
beschrevenindeparagraaf‘A214enA314:eenalgemeen
overzicht’ .
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|5
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatiesA214.2enA214.3zijnheelflexibelenvrijwel
indentiek.Ditzijndebasisprincipes:
A214.2:Verwarmingmetkanaaltemperatuurregeling
A214.3:Verwarmingmetruimtetemperatuurregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwvereisten.DetapwatertemperatuurvoelerS3isdebelangrijkste
voeler.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewenstebalanstemperatuur' .
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedetoevoertemperatuur
voorverwarmingregelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerde
S3-temperatuurlagerisdandegewensteS3temperatuur,en
andersom.
S4temperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4)nietgelijkisaande
gewensteS4-temperatuur,dankandegewenstetemperatuurop
S3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
Comfortperiodesperdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteS4-temperatuur).De
gewensteS4-temperatuurbepaalteencorrectievandegewenste
temperatuurbijS3.
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaan
dehandvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemper(P2)wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepomp(X3)
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA214.2-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler(niet
weergegeven)
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
Aanvoertemperatuurvoeler
Kanaaltemperatuurvoeler
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,
3–puntsregeling
A1
Alarm
6|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
StandaardA214.3-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
A1
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler(niet
weergegeven)
Kanaaltemperatuurvoeler
Ruimtetemperatuurvoeler*
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,
3–puntsregeling
Alarm
*Alternatief:ECA30
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|7
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA214.4iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingenkoelingmetkanaaltemperatuurregeling
Deverwarmings-/koeltemperatuurwordtstandaardaangepast
volgensuwvereisten.
Debelangrijkstesensorisdeflow-temperatuurvoelerS3in
hetverwarmingscircuit.DegewenstetemperatuuropS3
wordtindeECLComfort-controlleringesteldalsde'Gewenste
balanstemperatuur'.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeflow-temperatuur
lagerisdandegewenstebalans-temperatuur,ofandersom.
TijdenshetkoelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM2de
koeltemperatuurbijS4.
Luchtkanaaltemperatuur:
Eentelagekanaaltemperatuur(S4)activeerthetverwarmingscircuit
M1;eentehogekanaaltemperatuuractiveerthetkoelcircuitM2.
Bijeenverwarmingsvraag,kandeluchtkanaaltemperatuurS4de
gewenstetemperatuurbijS3aanpassen.Tijdenshetkoelenwordt
dekanaaltemperatuurS4geregeldaandehandvandegewenste
luchtkanaaltemperatuur.Een"Dodezone"(=aantalgraden)kan
wordeningesteld,ominstabielewijzigingentussenverwarmingsenkoelingsbedrijftevermijden.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3Comfortperiodes
perdag)kanhetverwarmings-/koelingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteluchtkanaaltemperatuur).
Inde“Opslaan“modus,bepaaltdegewenstekanaaltemperatuur
eencorrectievandegewenstetemperatuurbijS3inde
verwarmingsmodus.IndekoelmodusisdekoelingUITtijdens
“OPSLAAN“ .
Hetin-ofuitschakelenvandeventilatorF1wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmings-/koelvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemperP2wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA214.4-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler(niet
weergegeven)
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
Tapwaterverwarmingstemperatuurvoeler
Luchtkanaaltemperatuurvoeler
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,
3–puntsregeling
M2
Gemotoriseerdestuurklep,koeling
(3–puntsregeling)
A1
Alarm
8|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA214.5iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingenkoelingmetruimtetemperatuurregeling
Deverwarmings-/koeltemperatuurwordtstandaardaangepast
volgensuwvereisten.
DetemperatuurvoelerS3inhetluchtkanaalisdebelangrijkste
sensor.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewenstebalanstemperatuur' .
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeflow-temperatuur
lagerisdandegewenstebalans-temperatuur,enandersom.
TijdenshetkoelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM2de
koeltemperatuur.
Ruimtetemperatuur:
Eentelageruimtetemperatuuractiveerthetverwarmingscircuit
M1;eentehogeruimtetemperatuuractiveerthetkoelcircuitM2.
Een"Dodezone"(=aantalgraden)kanwordeningesteld,om
instabielewijzigingentussenverwarmings-enkoelingsbedrijfte
vermijden.
Bijeenverwarmings-/koelvraag,kanderuimtetemperatuurS4
wordenaangepastaandegewenstetemperatuurbijS3.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3‘Comfort‘
periodesperdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteruimtetemperatuur).
Inde“Opslaan“modus,bepaaltdegewensteruimtetemperatuur
eencorrectievandegewenstetemperatuurbijS3inde
verwarmingsmodus.IndekoelmodusisdekoelingUITtijdens
“OPSLAAN“ .
Hetin-ofuitschakelenvandeventilatorF1wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmings-/koelvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemperP2wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA214.5-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler(niet
weergegeven)
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
Kanaaltemperatuurvoeler
Ruimtetemperatuurvoeler*
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,
3–puntsregeling
M2
Gemotoriseerdestuurklep,koeling
(3–puntsregeling)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|9
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA214.6iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingmetruimtetemperatuurregeling:
Deaanvoertemperatuurwordtstandaardaangepastvolgensuw
vereisten.Debelangrijkstesensorisdeaanvoer-temperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewenstebalanstemperatuur' .
DegemotoriseerderegelklepM1wordtgeleidelijkgeopend
wanneerdeflowtemperatuurlagerisdandegewensteflow
temperatuurenomgekeerd.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
Comfortperiodesperdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteruimtetemperatuur).De
gewensteruimtetemperatuurbepaaltofdegewenstetemperatuur
bijS3wordtgecorrigeerd.
Decirculatiepomp(F1)isAAN/UITgeregeldovereenkomstig
schema1.Deaccessoire(P2)wordtAAN/UITgeregeldaande
handvanschema1of2.
Raadpleegvooreenbeschrijvingvandealarmen,
compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens(S5)en
vorstbescherming(S6enS7)enhetbrandalarma.u.b.paragraaf
‘A214enA314:Algemeenoverzicht’.
StandaardA214.6-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL210/310
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
ElektronischecontrollerECLComfort210of310
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
Aanvoertemperatuurvoeler
Ruimtetemperatuurvoeler*
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
Compensatietemperatuurvoeler(nietweergegeven)
(Optionele)Vorstthermostaat(nietweergegeven)
(Optionele)Vorstthermostaat(nietweergegeven)
Circulatiepomp(AAN/UIT)
Accessoireuitgang(AAN/UIT)
Optioneleuitgang(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,
3–puntsregeling
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
10|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA314.1iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingen(passieve)koelingmetkanaaltemperatuurregeling
Deverwarmings-/koeltemperatuurwordtstandaard
aangepastvolgensuwwensenDebelangrijkstesensorisde
aanvoer-temperatuurvoelerS3.DegewenstetemperatuuropS3
wordtindeECLComfort-controlleringesteldalsde'Gewenste
balanstemperatuur'.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeaanvoer-temperatuur
lagerisdandegewenstetemperatuur,ofandersom.Tijdenshet
koelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM2dekoeltemperatuur.
Dekoelsectiekanpassieffunctioneren(recirculatie)ofactief.
Luchtkanaaltemperatuur:
EentelagekanaaltemperatuurbijS4activeerthet
verwarmingscircuit(M1);eentehogekanaaltemperatuuractiveert
hetkoelcircuit(M2).
Bijeenverwarmingsvraag,kandetemperatuurbijS4de
gewenstetemperatuurbijS3aanpassen.Tijdenshetkoelen
wordtdeS4-temperatuurgeregeldaandehandvandegewenste
S4-temperatuur.Een"Dodezone"(=aantalgraden)kanworden
ingesteld,ominstabielewijzigingentussenverwarmings-en
koelingsbedrijftevermijden.
M1isdriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3Comfortperiodes
perdag)kanhetverwarmings-/koelingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteluchtkanaaltemperatuur).
Inde“Opslaan“modus,bepaaltdegewenstekanaaltemperatuur
eencorrectievandegewenstetemperatuurbijS3inde
verwarmingsmodus.IndekoelmodusisdekoelingUITtijdens
“OPSLAAN“ .
Hetin-ofuitschakelenvandeventilatorF1wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmings-/koelvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemperP2wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA314.1-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
M2
A1
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
Aanvoertemperatuurvoeler
Kanaaltemperatuurvoeler
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
Gemotoriseerdedemper(0-10Voltgeregeld)
Alarm
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|11
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA314.2iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingen(passieve)koelingmetkanaaltemperatuurregeling
Deverwarmings-/koeltemperatuurwordtstandaard
aangepastvolgensuwwensenDebelangrijkstesensorisde
kanaaltemperatuurvoelerS3.DegewenstetemperatuuropS3
wordtindeECLComfort-controlleringesteldalsde'Gewenste
balanstemperatuur'.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdekanaaltemperatuur
lagerisdandegewenstetemperatuur,enandersom.Tijdenshet
koelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM2dekoeltemperatuur.
Dekoelsectiekanpassieffunctioneren(recirculatie)ofactief.
Ruimtetemperatuur:
EentelagekanaaltemperatuurbijS4activeerthet
verwarmingscircuit(M1);eentehogekanaaltemperatuuractiveert
hetkoelcircuit(M2).Een"Dodezone"(=aantalgraden)kanworden
ingesteld,ominstabielewijzigingentussenverwarmings-en
koelingsbedrijftevermijden.
Bijeenverwarmings-/koelvraag,kandetemperatuurbijS4de
gewenstetemperatuurbijS3aanpassen.
M1isdriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3‘Comfort‘
periodesperdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteruimtetemperatuur).
Inde“Opslaan“modus,bepaaltdegewensteruimtetemperatuur
eencorrectievandegewenstetemperatuurbijS3inde
verwarmingsmodus.IndekoelmodusisdekoelingUITtijdens
“OPSLAAN“ .
Hetin-ofuitschakelenvandeventilatorF1wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmings-/koelvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemperP2wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA314.2-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
S1
S2
S3
S4
S5
S6
S7
S8
F1
P2
X3
M1
M2
A1
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
Buitentemperatuurvoeler
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
Kanaaltemperatuurvoeler
Ruimtetemperatuurvoeler*
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
(Optionele)Vorstthermostaat
(Optionele)Brandthermostaat
Ventilator(AAN/UIT)
Damper(AAN/UIT)
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
Gemotoriseerdedemper(0-10Voltgeregeld)
Alarm
*Alternatief:ECA30
12|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA314.3iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingmetruimtetemperatuurregeling
Dekanaaltemperatuurwordtstandaardaangepastvolgensuw
wensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoelerS3.
DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECLComfort-controller
ingesteldalsde'Gewenstebalanstemperatuur' .
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdekanaaltemperatuur
lagerisdandegewenstekanaaltemperatuur,enandersom.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
Comfortperiodesperdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteruimtetemperatuur).
Inde“Opslaan“modus,bepaaltdegewensteruimtetemperatuur
eencorrectievandegewenstetemperatuurbijS3.
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaan
dehandvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Hetin-of
uitschakelenvandedemperP2wordtgeregeldaandehandvan
hetprogramma.Hetin-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3
wordtgeregeldaandehandvandeverwarmingsvraag.
Variabeleventilatorsnelheid(optioneel):
DesnelheidvandeventilatorV1kanwordengeregeldaande
handvandegemetenwindsnelheidS10.Hetstuursignaalvoor
deventilatorsnelheidiseen0–10V-signaal,gegenereerddoor
deinternein-/uitvoermoduleECA32.IneenmenuindeECL
Comfort310kuntuderelatietussendeactuelewindsnelheiden
degewensteventilatorsnelheidconfigureren.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA314.3-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ElektronischeregelaarECLComfort310
ECA32
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S10
Windsnelheidssignaal(0-10Volt)
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Damper(AAN/UIT)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Gemotoriseerdedemper(0-10Voltgeregeld)
V1
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|13
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DeapplicatieA314.4iszeerflexibel.Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtdrukregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwwensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewensteinlaattemperatuur' .
Hetwarmteterugwinningscircuit,geregelddoorM2,wordt
beschouwdalshethoofdcircuit,terwijlhetverwarmingscircuit,
geregelddoorM1,hetaanvullendecircuitis.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeS3-temperatuur
lagerisdandegewensteS3-temperatuur,enandersom.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
‘Comfortperiodes‘perdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteinlaattemperatuuren
tweeverschillendetemperatuurwaardenvoordegewenste
ruimtetemperatuur).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Eendemper
P2iswordtAAN/UITgeregeldopbasisvanhetprogramma.Het
in-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3wordtgeregeldaan
dehandvandeverwarmingsvraag.
Luchtdrukregeling:
DeventilatorenV2enV3zijnindividueelsnelheidgeregeldin
relatietotdegewenstedrukken(Pascal)bijS11enS12.Designalen
opS11enS12wordengemetenals0-10Voltengeconverteerd
inPascalindeECLComfort310.Daarnaastkandesnelheidvan
deventilatorenwordenverlaagdbijlagebuitentemperaturen
teneindehetintredenvankoudeluchttereduceren.
Warmteterugwinning:
Omwarmtetebenuttenuithetafvoerluchtkanaal,kaneen
roterendewarmtewisselaar,eenkruis-warmtewisselaarofeenfluid
batterywordengeregelddoorM2Opbasisvanbuitentemperatuur
S1,intredekanaaltemperatuurS13enuitlaatkanaaltemperatuur
S14kandeterugwinefficiency(in%)wordenaangegeven.
Nachtkoelen:
TijdensOpslaanmoduskaneenpassievekoeling(ventilatoren
inschakelen)wordengeregeld,voornamelijkonderdevolgende
omstandigheden:
•ruimtetemperatuurishogerdandegewenstelagerisdande
gewenstezuinigeruimtetemperatuur.
•buitentemperatuurislagerdanderuimtetemperatuur
StandaardA314.4-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S9
Ventilatormonitor
S10
Filtermonitor
S11
Inlaatdrukvoeler
S12
Uitlaatdrukvoeler
S13
Íntredekanaaltemperatuurvoeler
S14
Eindekanaaltemperatuurvoeler
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Damper(AAN/UIT)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
X4
Programma3
P7
Terugwincircuitpomp,AAN/UIT,(nietweergegeven)
P8
Nachtdemper,AAN/UIT,(nietweergegeven)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Roterendewarmewisselaar(0-10Voltgeregeld)
V2
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
V3
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
14|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtdrukregeling
(vervolg)
VentilatietijdensOpslaanperiode:
Eengewensteverlaagdedrukkanwordeningesteld.
•Ruimtetemperatuursingaalmoetaanwezigzijn
•DenachtdemperP8zalopenzijn
•DeventilatorV2zaldraaienmetgereduceerdesnelheid
•DeventilatorV3isUIT
•P2isUIT
•M2isUIT
ZomerCut-out
Wanneerdebuitentemperatuureeninstelbarewaardeoverschrijdt,
dansluithetverwarmingssysteemvolledig.
M1isdriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|15
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DegeavanceerdeverwarmingsapplicatieA314.5iszeerflexibel.
Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtkwaliteitsregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwwensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewensteinlaattemperatuur' .
Hetwarmteterugwinningscircuit,geregelddoorM2,wordt
beschouwdalshethoofdcircuit,terwijlhetverwarmingscircuit,
geregelddoorM1,hetaanvullendecircuitis.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeS3-temperatuur
lagerisdandegewensteS3-temperatuur,enandersom.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
‘Comfortperiodes‘perdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteinlaattemperatuuren
tweeverschillendetemperatuurwaardenvoordegewenste
ruimtetemperatuur).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Eendemper
P2iswordtAAN/UITgeregeldopbasisvanhetprogramma.Het
in-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3wordtgeregeldaan
dehandvandeverwarmingsvraag.
Luchtkwaliteitscontrole(CO2gemetenin"ppm"):
DeventilatorenV2enV3wordenintoerentalverhoogdwanneer
deppmwaarde(0-10VsignaalgemetendoorS11)eeninstelbare
limietoverschrijdt.SnelheidrelatietussenV2enV3kanworden
ingesteld.AlternatiefkanhetS11signaaleenrV-signaal(relatieve
vochtigheid)uitdrukken).
Warmteterugwinning:
Omwarmtetebenuttenuithetafvoerluchtkanaal,kaneen
roterendewarmtewisselaar,eenkruis-warmtewisselaarofeenfluid
batterywordengeregelddoorM2Opbasisvanbuitentemperatuur
S1,intredekanaaltemperatuurS13enuitlaatkanaaltemperatuur
S14kandeterugwinefficiency(in%)wordenaangegeven.
Nachtkoelen:
TijdensOpslaanmoduskaneenpassievekoelingwordengeregeld,
voornamelijkonderdevolgendeomstandigheden:
•ruimtetemperatuurishogerdandegewenstelagerisdande
gewenstezuinigeruimtetemperatuur.
•buitentemperatuurislagerdanderuimtetemperatuur
StandaardA314.5-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S9
Ventilatormonitor
S10
Filtermonitor
S11
Luchtkwaliteit(CO2)signaal(ppm).Alternatief:Relatieve
vochtigheidsignaal
S13
Íntredekanaaltemperatuurvoeler
S14
Eindekanaaltemperatuurvoeler
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Damper(AAN/UIT)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
X4
Programma3
P7
Terugwincircuitpomp,AAN/UIT,(nietweergegeven)
P8
Nachtdemper,AAN/UIT,(nietweergegeven)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Roterendewarmewisselaar(0-10Voltgeregeld)
V2
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
V3
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
16|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtkwaliteitsregeling(vervolg)
VentilatietijdensOpslaanperiode:
Eengewensteventilatorsnelheidkanwordeningesteld.
•Ruimtetemperatuursingaalmoetaanwezigzijn
•DenachtdemperP8zalopenzijn
•DeventilatorV2zaldraaienmetgereduceerdesnelheid
•DeventilatorV3isUIT
•P2isUIT
•M2isUIT
ZomerCut-out
Wanneerdebuitentemperatuureeninstelbarewaardeoverschrijdt,
dansluithetverwarmingssysteemvolledig.
M1isdriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|17
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DegeavanceerdeverwarmingsapplicatieA314.6iszeerflexibel.
Ditzijndebasisprincipes:
Verwarming/koelingmetruimtetemperatuur-en
luchtdrukregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwwensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewensteinlaattemperatuur' .
Hetwarmteterugwinningscircuit,geregelddoorM2,wordt
beschouwdalshethoofdcircuit,terwijlhetverwarmingscircuit
(geregelddoorM1)enhetkoelcircuit(geregelddoorM3),de
aanvullendecircuitszijn.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdekanaaltemperatuur
lagerisdandegewenstetemperatuur,enandersom.
TijdenshetkoelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM3de
koeltemperatuur.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
EentelagetemperatuurbijS4activeerthetverwarmingscircuit
(M1);eentehogekanaaltemperatuuractiveerthetkoelcircuit
(M3).Een"Dodezone"(=aantalgraden)kanwordeningesteld,
ominstabielewijzigingentussenverwarmings-enkoelingsbedrijf
tevermijden.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
‘Comfortperiodes‘perdag)kanhetverwarmings-koelingscircuit
zichin'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(twee
verschillendetemperatuurwaardenvoordegewenste
inlaattemperatuurentweeverschillendetemperatuurwaarden
voordegewensteruimtetemperatuur).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Eendemper
P2iswordtAAN/UITgeregeldopbasisvanhetprogramma.Het
in-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3wordtgeregeldaan
dehandvandeverwarmingsvraag.
Luchtdrukregeling:
DeventilatorenV2enV3zijnindividueelsnelheidgeregeldin
relatietotdegewenstedrukken(Pascal)bijS11enS12.Designalen
opS11enS12wordengemetenals0-10Voltengeconverteerdin
PascalindeECLComfort310.
Warmteterugwinning:
Omwarmtetebenuttenuithetafvoerluchtkanaal,kaneen
roterendewarmtewisselaar,eenkruis-warmtewisselaarofeenfluid
batterywordengeregelddoorM2Opbasisvanbuitentemperatuur
S1,intredekanaaltemperatuurS13enuitlaatkanaaltemperatuur
S14kandeterugwinefficiency(in%)wordenaangegeven.
Nachtkoelen:
TijdensOpslaanmoduskaneenpassievekoelingwordengeregeld,
voornamelijkonderdevolgendeomstandigheden:
•ruimtetemperatuurishogerdandegewenstelagerisdande
gewenstezuinigeruimtetemperatuur.
•buitentemperatuurislagerdanderuimtetemperatuur
•programma3isindeComfortmodus
StandaardA314.6-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S9
Ventilatormonitor
S10
Filtermonitor
S11
Inlaatdrukvoeler
S12
Uitlaatdrukvoeler
S13
Íntredekanaaltemperatuurvoeler
S14
Eindekanaaltemperatuurvoeler
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Damper(AAN/UIT)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
X4
Programma3
X5
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
P7
Terugwincircuitpomp,AAN/UIT,(nietweergegeven)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Roterendewarmewisselaar(0-10Voltgeregeld)
M3
Gemotoriseerdestuurklep,koeling(3–puntsregeling)
V2
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
V3
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
18|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtdrukregeling
(vervolg)
M1enM3zijndriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|19
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DegeavanceerdeverwarmingsapplicatieA314.7iszeerflexibel.
Ditzijndebasisprincipes:
Verwarming/koelingmetruimtetemperatuur-en
luchtkwaliteitsregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwwensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewensteinlaattemperatuur' .
Hetwarmteterugwinningscircuit,geregelddoorM2,wordt
beschouwdalshethoofdcircuit,terwijlhetverwarmingscircuit
(geregelddoorM1)enhetkoelcircuit(geregelddoorM3),de
aanvullendecircuitszijn.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeS3-temperatuur
lagerisdandegewensteS3-temperatuur,enandersom.
TijdenshetkoelenregeltdegemotoriseerdestuurklepM3de
koeltemperatuur.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
EentelagetemperatuurbijS4activeerthetverwarmingscircuit
(M1);eentehogekanaaltemperatuuractiveerthetkoelcircuit
(M3).Een"Dodezone"(=aantalgraden)kanwordeningesteld,
ominstabielewijzigingentussenverwarmings-enkoelingsbedrijf
tevermijden.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
‘Comfortperiodes‘perdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteinlaattemperatuuren
tweeverschillendetemperatuurwaardenvoordegewenste
ruimtetemperatuur).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Eendemper
P2iswordtAAN/UITgeregeldopbasisvanhetprogramma.Het
in-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3wordtgeregeldaan
dehandvandeverwarmingsvraag.
Luchtkwaliteitscontrole(CO2gemetenin"ppm"):
DeventilatorenV2enV3wordenintoerentalverhoogdwanneer
deppmwaarde(0-10VsignaalgemetendoorS11)eeninstelbare
limietoverschrijdt.SnelheidrelatietussenV2enV3kanworden
ingesteld.AlternatiefkanhetS11signaaleenrV-signaal(relatieve
vochtigheid)uitdrukken).
Warmteterugwinning:
Omwarmtetebenuttenuithetafvoerluchtkanaal,kaneen
roterendewarmtewisselaar,eenkruis-warmtewisselaarofeenfluid
batterywordengeregelddoorM2Opbasisvanbuitentemperatuur
S1,intredekanaaltemperatuurS13enuitlaatkanaaltemperatuur
S14kandeterugwinefficiency(in%)wordenaangegeven.
Nachtkoelen:
TijdensOpslaanmoduskaneenpassievekoelingwordengeregeld,
voornamelijkonderdevolgendeomstandigheden:
•ruimtetemperatuurishogerdandegewenstelagerisdande
gewenstezuinigeruimtetemperatuur.
•buitentemperatuurislagerdanderuimtetemperatuur
•programma3isindeComfortmodus
StandaardA314.7-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S9
Ventilatormonitor
S10
Filtermonitor
S11
Luchtkwaliteit(CO2)signaal(ppm).Alternatief:Relatieve
vochtigheidsignaal
S13
Íntredekanaaltemperatuurvoeler
S14
Eindekanaaltemperatuurvoeler
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Damper(AAN/UIT)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
X4
Programma3
X5
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
P7
Terugwincircuitpomp,AAN/UIT,(nietweergegeven)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Roterendewarmewisselaar(0-10Voltgeregeld)
M3
Gemotoriseerdestuurklep,koeling(3–puntsregeling)
V2
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
V3
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
20|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
Verwarming/koelenmetruimtetemperatuur-en
luchtkwaliteitsregeling(vervolg)
M1enM3zijndriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|21
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
DegeavanceerdeverwarmingsapplicatieA314.9iszeerflexibel.
Ditzijndebasisprincipes:
Verwarmingmetruimtetemperatuur-enluchtkwaliteitsregeling
Deverwarmingstemperatuurwordtstandaardaangepastvolgens
uwwensenDebelangrijkstesensorisdekanaaltemperatuurvoeler
S3.DegewenstetemperatuuropS3wordtindeECL
Comfort-controlleringesteldalsde'Gewensteinlaattemperatuur' .
Hetluchtmengcircuit,geregelddoorM2,wordtbeschouwdalshet
hoofdcircuit,terwijlhetverwarmingscircuit,geregelddoorM1,
hetaanvullendecircuitis.
DegemotoriseerdestuurklepM1(diedeverwarmingstemperatuur
regelt)wordtgeleidelijkgeopendwanneerdeS3-temperatuur
lagerisdandegewensteS3-temperatuur,enandersom.
Ruimtetemperatuur:
Alsdegemetenruimtetemperatuur(S4ofECA30)nietgelijkisaan
degewensteruimtetemperatuur,kandegewenstetemperatuur
opS3wordenaangepast.
Doormiddelvaneenweekprogramma(mettot3
‘Comfortperiodes‘perdag)kanhetverwarmingscircuitzichin
'Comfortmodus'of'Zuinigemodus'bevinden(tweeverschillende
temperatuurwaardenvoordegewensteinlaattemperatuuren
tweeverschillendetemperatuurwaardenvoordegewenste
ruimtetemperatuur).
Hetin-ofuitschakelenvandeventilator(F1)wordtgeregeldaande
handvanhetprogrammaendeverwarmingsvraag.Eendemper
P2iswordtAAN/UITgeregeldopbasisvanhetprogramma.Het
in-ofuitschakelenvandecirculatiepompX3wordtgeregeldaan
dehandvandeverwarmingsvraag.
Luchtkwaliteitscontrole(CO2gemetenin"ppm"):
Wanneerdeppmwaarde(0-10Voltsignaal,gemetendoorS11)
eeninstelbaregrenswaardeoverschrijdt,danopentdemperM2
geleidelijk,ommeerverseluchttoetevoeren.
WanneerM2vollediggeopendis,zullenventilatorenV2enV3
geleidelijkmeertoerengaanmakentotdatdeppm-waarde
acceptabelis.SnelheidrelatietussenV2enV3kanworden
ingesteld.
AlternatiefkanhetS11signaaleenrV-signaal(relatieve
vochtigheid)uitdrukken).
VentilatietijdensOpslaanperiode:
Eengewensteventilatorsnelheidkanwordeningesteld.
•Ruimtetemperatuursingaalmoetaanwezigzijn
•DenachtdemperP8zalopenzijn
•DeventilatorV2zaldraaienmetgereduceerdesnelheid
•DeventilatorV3isUIT
•P2isUIT
•M2isUIT
M1isdriepuntsgeregeld;M2heefteen0-10V-regeling.
Dealarmen,compensatietemperatuur,retourtemperatuurgrens
(S5)envorstbescherming(S6enS7)wordennaderbeschrevenin
deparagraaf‘A214enA314:eenalgemeenoverzicht’ .
StandaardA314.9-toepassing:
Hetweergegevenschemaiseenfundamenteelenvereenvoudigd
voorbeeldenbevatnietalleonderdelendienodigzijnineensysteem.
Allegenoemdeonderdelenwordenaangeslotenopde
ECL-comfortcontroller.
Lijstvanonderdelen:
ECL310
ECA32
ElektronischeregelaarECLComfort310
Ingebouwdeexenstiemodule
S1
Buitentemperatuurvoeler
S2
(Optionele)Compensatietemperatuurvoeler
S3
Kanaaltemperatuurvoeler
S4
Ruimtetemperatuurvoeler*
S5
(Optionele)Retourtemperatuurvoeler
S6
(Optionele)Vorsttemperatuurvoeler
S7
(Optionele)Vorstthermostaat
S8
(Optionele)Brandthermostaat
S9
Ventilatormonitor
S10
Filtermonitor
S11
Luchtkwaliteit(CO2)signaal(ppm).Alternatief:Relatieve
vochtigheidsignaal
F1
Ventilator(AAN/UIT)
P2
Demper,AAN/UIT,(nietweergegeven)
X3
Circulatiepomp,verwarming,(AAN/UIT)
X4
Programma3
P8
Nachtdemper,AAN/UIT,(nietweergegeven)
M1
Gemotoriseerdestuurklep,verwarming,3–puntsregeling
M2
Gemotoriseerdedemper(0-10Voltgeregeld)
V2
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
V3
Ventilatorsnelheid(0-10Voltgeregeld)
A1
Alarm
*Alternatief:ECA30
22|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214enA314inhetalgemeen:
Compensatietemperatuur(optioneel):
Alsdegemetencompensatietemperatuur(S1ofS2)hogerof
lagerisdandegrenswaarde,kandegewenstetemperatuurop
S3wordenaangepast.Decompensatietemperatuurkanworden
gemetendoordebuitentemperatuurvoelerof(bijvoorbeeld)een
extraruimtetemperatuurvoeler.
Override-mogelijkheden:
Eenongebruikteingangkanmetbehulpvaneen
override-schakelaargebruiktwordenomhetprogrammate
overschrijvenmeteenvaste'comfortmodus'of'zuinigemodus' .
Alarmfuncties:
Hetalarm(ECL210:relais4;ECL310:relais6)wordtgeactiveerd:
1.alseenonaanvaardbareafwijkingtussendegewensteende
actueletemperatuuropS3optreedt;
2.alseenvorstthermostaat(S7)wordtgeactiveerd;
3.alseenvorsttemperatuurwordtgedetecteerdopS5ofS6;
4.alshetbrandalarm(S8)wordtgeactiveerd;
5.alseentemperatuurvoelerofdeverbindingdaarvanwordt
ontkoppeldofdaarinkortsluitingoptreedt.
A214.2,A214.3,A214.4,A214.5,A314.1,A314.2enA314.3:
Retourtemperatuur(optioneel):
Alsdegemetenretourtemperatuur(S5)nietgelijkisaande
grenswaarde(meestalstijgtderetourtemperatuurtotboven
degrenswaarde),kandegewenstetemperatuuropS3worden
aangepast(meestalverlaagd).Ditleidttothetgeleidelijksluiten
vandegemotoriseerdestuurklep.
Vorstbescherming(optioneel):
TemperatuurvoelerS6en/ofvorstthermostaatS7kunnende
warmtewisselaarbeschermentegenvorst.
Verderkanookdevorstbeschermingwordengeactiveerdalsde
temperatuuropS5telaagwordt.
Eengeactiveerdevorstbeschermingactiveerdhetalarm,stoptde
ventilatorF1,sluitdedemperP2enopentdegemotoriseerde
stuurklepM1volledig.
Brandalarm(optioneel):
Eengeactiveerdebrandalarminganggeefteenalarm,stoptde
ventilatorF1,sluitdedemperP2ensluitdegemotoriseerde
stuurkleppen.
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|23
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A314.4,A314.5,A314.6enA314.7:
Efficiencyberekening:
x
(Intredekanaal-Buiten)
(Eindekanaal-Buiten)
Voorbeeld:
Buiten(S1)
Intredekanaal
(S13)
Eindekanaal
(S14)
(16-7)
(24-7)
A314.4,A314.5,A314.6enA314.7:
=
=
=
x
100
7
16
24
=
100
=
%
°C
°C
°C
53%
Hetoverzichtdisplayvancircuit1toontuitgangsstatusvoorM1.
Een%-waardebijbenaderingvoordepositievanM1wordtook
aangegevenomderegelproceduretevolgen.
Decontrollerisvoorgeprogrammeerdmetdefabrieksinstellingendie
wordengetoondinde‘ParameterIDoverzicht‘bijlage.
24|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
2.2Hetsysteemtypeidentificeren
Uwapplicatieschetsen
DeECLComfort-controllerserieisontworpenvooreengroot
assortimentverwarmings-,tapwater-enkoelsystemenmet
verschillendeconfiguratiesencapaciteiten.Alsuwsysteem
verschiltvandehierweergegevenschema's,wiltumogelijkeen
schetsmakenvanhetsysteemdatwordtgeïnstalleerd.Ditmaakt
hetgemakkelijkeromdebedieningshandleidingtegebruikendieu
stapsgewijshelpt,vanafdeinstallatietotdelaatsteaanpassingen,
totdeeindgebruikerhetoverneemt.
DeECLComfort-controlleriseenuniverselecontrollerdiekan
wordengebruiktvoorverschillendesystemen.Hetismogelijk
extrasystementeconfigurerenopbasisvandeweergegeven
standaardsystemen.Indithoofdstukvindtudemeestgebruikte
systemen.Alsuwsysteemnietlijktophetonderstaande,dientu
hetschematezoekendathetbesteovereenkomtmetuwsysteem
omuweigencombinatiestemaken.
Decirculatiepomp(en)inhet(de)verwarmingscircuit(s)kan(kunnen)
indefloweninderetourwordengeplaatst.Plaatsdepompvolgens
despecificatiesvandefabrikant.
A214.1voorbeelda
Ventilatiesysteemmetkoelingenregelingvoorconstanteruimtetemperatuur.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bv.op20°C.
Steldegewenstebalanstemperatuurin,bv.op12°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewenstekanaaltemperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|25
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214.1voorbeeldb
Ventilatiesysteemmetkoelingenregelingvoorconstanteruimtetemperatuur.Dekoelunitheefteenconstanteflow.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bv.op20°C.
Steldegewenstebalanstemperatuurin,bv.op12°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewenstekanaaltemperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
A214.1voorbeeldc
Ventilatiesysteem(ventilatorluchtkoelers)metkoelingenregelingvoorconstanteruimtetemperatuur.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bijv.op5°C.
Steldegewenstebalanstemperatuurin,bijv.op1°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewensteaanvoer-temperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
26|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214.1voorbeeldd
Koelsysteemmetregelingvoorconstanteflow-temperatuur.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bijv.op1°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewensteaanvoer-temperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
Stel‘Vent.aan.vertr.’(ID-nr.11086—‘Instellingen’ ,‘Vent./acc.contr. ’)inop0seconden.
A214.1voorbeelde
Koelsysteeminplafondenregelingvoorconstanteruimtetemperatuurinbv.eenwijnkelder.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bijv.op14°C.
Steldegewenstebalanstemperatuurin,bijv.op10°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewensteaanvoer-temperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
Stel‘Vent.aan.vertr.’(ID-nr.11086—‘Instellingen’ ,‘Vent./acc.contr. ’)inop0seconden.
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|27
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214.2voorbeelda
Ventilatiesysteemmetverwarmingenregelingvoorconstantekanaaltemperatuur.
Adviesvoorvoelers:
VoelersS3enS4moetenzijnaangesloten.Alsdezenietzijnaangesloten,stoptdeventilator(F1)ensluitendedemper(P2)ende
gemotoriseerdestuurklep(M1).
Navigatie:
Specialeinstellingenvoorvoelers/thermostatendiewordengebruiktalsvorstbescherming:
S6*vorsttemperatuurvoeler—MENU\Alarm\Vorstpr.T\Alarmwaarde
S5retourtemperatuurvoeler—MENU\Alarm\GrensTvorst\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*sluiten—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*openen—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
*beidevorstbeschermingsmethoden,zowelviaS6alsS7,kunnenwordengebruikt
Specialeinstellingenvoorthermostatendiewordengebruiktalsbrandalarm:
ContactvandeS8-brandthermostaatsluiten—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
ContactvandeS8-brandthermostaatopenen—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
ID-nr.
11676
11656
116160
11616
116360
11636
Aanbevolen
instelling:
5°C
5°C
1
1
28|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214.2voorbeeldb
Verwarmingvanzwembad,regelingvoorconstantewatertemperatuur
Adviesvoorvoelers:
VoelersS3enS4moetenzijnaangesloten.Alsdezenietzijnaangesloten,stoptdepomp(F1)ensluitdegemotoriseerdestuurklep(M1).
Navigatie:
Specialeinstellingenvoorvoelers/thermostatendiewordengebruiktalsvorstbescherming:
S6*vorsttemperatuurvoeler—MENU\Alarm\Vorstpr.T\Alarmwaarde
S5retourtemperatuurvoeler—MENU\Alarm\GrensTvorst\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*sluiten—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*openen—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
*beidevorstbeschermingsmethoden,zowelviaS6alsS7,kunnenwordengebruikt
Specialeinstellingenvoorthermostatendiewordengebruiktalsbrandalarm:
ContactvandeS8-brandthermostaatsluiten—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
ContactvandeS8-brandthermostaatopenen—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
Overigeinstellingen:
Vent.aan.vertr.—MENU\Instellingen\Vent./acc.contr.
ID-nr.
11676
11656
116160
11616
116360
11636
110860
Aanbevolen
instelling:
5°C
5°C
1
1
AQ146286475947nl-000601
©Danfoss|2021.06|29
HandleidingECLComfort210/296/310,ApplicatieA214/A314
A214.3voorbeelda
Ventilatiesysteemmetverwarmingenregelingvoorconstanteruimtetemperatuur.
Adviesvoorinstellen:
Steldegewensteruimtetemperatuurin,bv.op20°C.
Steldegewenstebalanstemperatuurin,bijv.op20°C.
Alsergeenruimtetemperatuurvoelerisaangesloten,wordtdegewenstekanaaltemperatuuropS3genomenalsdegewenste
ruimtetemperatuur.
Navigatie:
Specialeinstellingenvoorvoelers/thermostatendiewordengebruiktalsvorstbescherming:
S6*vorsttemperatuurvoeler—MENU\Alarm\Vorstpr.T\Alarmwaarde
S5retourtemperatuurvoeler—MENU\Alarm\GrensTvorst\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*sluiten—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
ContactvandeS7-vorstthermostaat*openen—MENU\Alarm\Vorstthermost.\Alarmwaarde
*beidevorstbeschermingsmethoden,zowelviaS6alsS7,kunnenwordengebruikt
Specialeinstellingenvoorthermostatendiewordengebruiktalsbrandalarm:
ContactvandeS8-brandthermostaatsluiten—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
ContactvandeS8-brandthermostaatopenen—MENU\Alarm\Brandbeveiliging\Alarmwaarde
ID-nr.
11676
11656
116160
11616
116360
11636
Aanbevolen
instelling:
5°C
5°C
1
1
30|©Danfoss|2021.06
AQ146286475947nl-000601