Daikin UATYA-BBAY1, UATYA-BBC2Y1, UATYA-BBC3Y1 Installation manuals [nl]

Handleiding voor installatie,
gebruik en onderhoud
Eenheid monoblok-rooftop
R-32 Rooftop-serie - Basis-, 2-, 3- en 4-demperversies
Made-To-Stock-modellen
UATYA-BBAY1 UATYA-BBC2Y1 UATYA-BBC3Y1
Made-To-Order-modellen
BASEREN FC2 FC3 FC4
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
Eenheid monoblok-rooftop
Nederlands
Inhoudsopgave
1 Introductie 7
1.1 Conformiteit 7
1.2 Beschrijving 7
1.2.1 Symbolen 7
1.2.2 Etiketten 8
2 Veiligheid 9
2.1 Algemene waarschuwingen 9
2.1.1 Afvoer van de veiligheidskleppen 10
2.1.2 Noodstop 10
2.2 Fundamentele regels 11
2.2.1 Gebruiksbeperkingen - Minimale ruimte met airconditioning en maximale lading van koelmiddel 13
2.2.2 Koelmiddel lekdetector 15
2.2.3 Waterdebiet naar de warmtewisselaars 16
2.2.4 Watersamenstelling 16
2.2.5 Waarschuwingen voor brandbare koelmiddelen 17
2.3 Geluid 23
2.4 Blijvende risico's 23
2.5 Veiligheidsinformatie over de koelvloeistof 24
2.5.1 Gevaren en gevolgen voor de gezondheid 24
3 Ontvangst van het product en opslag 25
3.1 Ontvangst 25
3.2 Vervoer 25
3.3 Verplaatsing 26
4 Beschrijving product 28
4.1 Beoogd gebruik 28
4.2 Niet beoogd gebruik 28
4.3 Controle- en veiligheidsvoorzieningen 29
4.4 Beginselen van de werking 29
4.5 Structuur 29
4.6 Technische kenmerken 29
4.7 Gasvermogenscircuit 30
4.7.1 Ventilatoren interne lucht 30
4.7.2 Debietsensor voor de ventilatoren 30
4.7.3 Sensor lters vuil 31
4.7.4 Luchtlters 31
4.7.5 Bevochtiger 31
4.8 Bedieningspaneel 32
4.8.1 Het apparaat aan- en uitschakelen via het display 32
4.8.2 Het apparaat aan- en uitschakelen via een extern vrijgavesignaal 32
4.8.3 Setpoints wijzigen 33
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
3
4.8.4 Tijdsintervallen instellen 33
4.8.5 Taalinstelling 33
4.8.6 Wijziging van tijd en datum 33
4.9 Elektrisch schema 33
5 Installatie 34
5.1 Afmetingen en gewicht 34
5.2 Plaats van installatie 34
5.3 Montage 35
5.3.1 Externe plaatsing 35
5.3.2 Montage regenwerende kap 36
5.3.3 Antitrilelementen 36
5.3.4 Geluidsdemping 37
5.3.5 Minimum afstanden 37
5.4 Hydraulische aansluitingen 38
5.4.1 Aansluiting warmwaterbatterij 38
5.4.2 Condensafvoer van de interne luchtbatterij 38
5.4.3 Condensafvoer van de externe luchtbatterij 39
5.4.4 Aansluiting op de luchtbevochtiger 39
5.5 Elektrische aansluitingen 40
5.6 Gasaansluitingen 42
5.6.1 Retour- en uitblaaskanalen 42
5.6.2 Aansluiting van de kanalen 43
6 Indienststelling 44
6.1 Handelingen vooraf 44
6.2 Eerste inwerkingstelling 45
6.2.1 Controles vooraf 45
6.2.2 Functionele controles 45
6.3 IJking veiligheidsonderdelen 46
6.4 Controles tijdens de werking 46
6.5 Alarmen en storingen 47
6.5.1 Algemene probleemoplossing 47
6.6 Tijdelijke stilstand 49
6.7 Langdurige stilstand 49
7 Onderhoud 50
7.1 Afstellingen 50
7.2 Externe reiniging 51
7.2.1 Batterijreiniging met traditionele Cu/Al vinnen 51
7.2.2 Reiniging van de installatieplaats 52
7.3 Interne reiniging 52
7.3.1 Reiniging van de eenheid 52
7.4 Periodieke controles 53
7.5 Buitengewoon onderhoud 54
7.5.1 Speciale ingrepen 54
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
4
UAT YA
4P645202-1
8 Buitendienststelling 55
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
5
DANK U
Wij bedanken u voor de keuze van een van onze producten.
Dit product is de vrucht van jarenlange ervaring en accuraat ontwerp en is gebouwd met de beste materialen en geavanceerde technologieën.
De verklaring of het certicaat van overeenstemming garandeert bovendien dat de apparaten voldoen aan de eisen
van de Europese Machinerichtlijn op het gebied van de veiligheid.
Het kwaliteitsniveau staat onder constant toezicht en onze producten zijn dan ook synoniem voor Veiligheid, Kwaliteit en Betrouwbaarheid.
De vermelde gegevens kunnen op ieder moment en zonder de plicht tot voorgaande kennisgeving de benodigde wijzigingen ondergaan voor de verbetering van het product.
Wij bedanken u opnieuw
Lees deze handleiding met aandacht alvorens deze eenheid te installeren, te testen of te starten.
Overhandig deze handleiding en alle aanvullende documenten aan de bediener van de installatie, die verantwoordelijk voor de bewaring daarvan zal zijn, zodat ze in geval van nood altijd voorhanden zijn.
De afbeeldingen en tekeningen die in dit document staan, dienen uitsluitend als voorbeeld.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
6
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1

1 INTRODUCTIE

1.1 Conformiteit

Zie voor de referentienormen en -richtlijnen de verklaring van overeenstemming die integraal onderdeel uitmaakt van de handleiding.

1.2 Beschrijving

1.2.1 Symbolen

Hierna volgt de beschrijving van de voornaamste symbolen die in deze handleiding staan, alsmede op de etiketten die op de eenheid aangebracht zijn.
Gevarensymbool; let bijzonder goed op.
Gevarensymbool; mechanische onderdelen in beweging.
Gevarensymbool; onderdelen onder elektrische spanning.
Aandachtssymbool; belangrijke informatie.
Symbool van de opmerkingen; tips en adviezen.
Gevarensymbool; aanwezigheid van ontvlambare gassen
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
7

1.2.2 Etiketten

Raadpleeg het technisch dossier voor de bouwkenmerken, beschikbare modellen en de technische gegevens.
Het model, het serienummer, de kenmerken, de voedingsspanning, enz. staan op de etiketten die op de eenheid aangebracht zijn (de volgende afbeeldingen dienen als voorbeeld).
De fabrikant voert een beleid van continue ontwikkeling en behoudt zich in deze optiek het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen op de documentatie en de eenheden aan te brengen.
Het technisch dossier, de etiketten die rechtstreeks op de eenheid aangebracht zijn en de diverse schema's waarna verderop verwezen wordt, moeten als integraal deel van deze handleiding beschouwd worden.
Het is verboden de etiketten die op de eenheid aangebracht zijn te verwijderen of te veranderen.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
8
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1

2 VEILIGHEID

2.1 Algemene waarschuwingen

Toegang tot de zone rondom de eenheid moet belemmerd worden door een speciale bescherming als het zich onbeschermde gebieden bevindt en toegankelijk is voor onbevoegden.
De operator van de apparatuur is verantwoordelijk voor de naleving van de plichten die voortkomen uit de normen.
De operator van de apparatuur is degene die de daadwerkelijke controle over de technische werking heeft en vrij toegang heeft, wat de mogelijkheid biedt toezicht te houden op de onderdelen en de werking daarvan, alsmede om toegang aan anderen te verlenen.
De operator van de apparatuur heeft de bevoegdheid om beslissingen te nemen over technische wijzigingen, controles en reparaties.
De operator van de apparatuur kan instructies geven aan werknemers of externe bedrijven voor de uitvoering van onderhoud en reparaties.
Alleen technici die door de operator van de apparatuur zijn geautoriseerd, hebben toegang tot het apparaat.
De installatie en het onderhoud of de reparatie van de apparatuur moeten worden uitgevoerd door personeel en
bedrijven die in het bezit zijn van een certicaat dat is afgegeven door een certiceringsinstantie. In de Europese
context moet deze instantie worden aangewezen door een lidstaat die voldoet aan de eisen van Verordening (EG) nr.
517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake geuoreerde broeikasgassen.
De operator die toegang heeft tot het apparaat moet geautoriseerd en gekwaliceerd zijn in overeenstemming met
de eisen van bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018, lokale regelgeving en, in de Europese context, EN378-4 en EN13313 ", en moet over voldoende kennis beschikken om de verschillende activiteiten uit te voeren tijdens de fasen van de technische levensduur van de machine.
Het verwijderen van de afsluitpanelen "waar aanwezig" geeft toegang tot de binnenkant van de eenheid.
Om geen enkele reden mag toegang verleend worden tot de binnenkant van de eenheid aan niet gekwaliceerd
personeel en voordat de spanning weggenomen is.
De gebruiker kan alleen met de eenheid interageren via de controle en de externe toestemmingen.
Iedere toegang tot de eenheid is alleen toegestaan aan geautoriseerd personeel dat kennis heeft van de voorschriften inzake de veiligheid op de werkplek en die kennis toepast. Zie in de Europese context richtlijn 89/391/EEG van de Raad, van 12 juni 1989, inzake de uitvoering van maatregelen die gericht zijn op de bevordering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het werk.
De kennis en het begrip van de handleiding vormen bovendien een onmisbaar instrument voor de beperking van risico's, de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
De operator moet geïnstrueerd zijn over het optreden van mogelijke anomalieën, functionele storingen of gevaarlijke situaties, voor zichzelf of voor anderen, en moet in ieder geval de volgende voorschriften naleven:
De eenheid onmiddellijk stoppen door op het bedieningsorgaan voor de noodstop in te grijpen.
Geen ingrepen uitvoeren die buiten zijn taken en technische kennis liggen.
Het verantwoordelijke hoofd onmiddellijk informeren en persoonlijk initiatief vermijden.
Controleren of de elektrische voeding weggenomen is alvorens ongeacht welke ingreep op de eenheid uit te voeren. De paragraaf over de onderhoudsingrepen raadplegen.
Voordat u werkzaamheden aan de eenheid uitvoert, dient u zich ervan te vergewissen dat er geen potentieel ontvlambare atmosfeer aanwezig is; zorg ervoor dat er geen ontvlammingsbronnen zijn; voldoen aan de eisen van bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018, lokale regelgeving en, in de Europese context, EN378-4 en EN13313 "en de geldende lokale regelgeving".
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
9
In de eenheid die condensatoren en/of inverters bevat, kunnen enkele onderdelen enkele minuten onder spanning blijven, zelfs nadat de hoofdschakelaar geopend is.
Wacht 10 minuten voordat u de elektrische onderdelen van de eenheid bereikt.
De circuits die door externe bronnen gevoed worden (tot stand gebracht met oranje draad), kunnen ook onder spanning staan nadat de elektrische voeding naar de eenheid weggenomen is.
Bedien de eenheid alleen als het verlichtingsniveau geschikt is voor het type uit te voeren ingreep.
Het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding en elke wijziging aangebracht aan de eenheid die niet eerder schriftelijk is geautoriseerd, zal de garantie onmiddellijk ongeldig maken.
De wet betre󰀨ende de regulering van het gebruik van sto󰀨en die schadelijk zijn voor de ozonlaag,
bepaalt dat het verboden is koelgassen in het milieu te lozen en verplicht de eigenaren daarvan om de koelgassen die het einde van de nuttige gebruiksduur bereikt hebben, terug te winnen en aan de verkoper of speciale verzamelcentra te overhandigen.
Het koelmiddel dat in het koelcircuit zit, wordt genoemd bij de sto󰀨en die aan speciale controles onderworpen
worden, zoals bepaald wordt door de wet, en moet dus aan de hiervoor vermelde plichten onderworpen worden.
Bijzondere aandacht wordt aanbevolen tijdens onderhoudswerkzaamheden om het lekken van koelmiddel zo veel mogelijk te beperken.

2.1.1 Afvoer van de veiligheidskleppen

Indien aanwezig op het koelmiddelcircuit, schrijven installatievereisten en/of nationale normen voor dat de afvoer van de veiligheidskleppen naar buiten toe plaatsvindt.
Deze afvoer moet plaatsvinden met een leiding waarvan de diameter gelijk is aan minstens de afvoer van de klep en het gewicht van de leiding mag niet op de klep rusten.
Laat de afvoer altijd plaatsvinden naar zones waarin deze geen schade aan mensen kan berokkenen.
Gevaar voor brandwonden na aanraking van hete en koude onderdelen.
De afvoer van de veiligheidskleppen moet in overeenstemming met de nationale en/of Europese richtlijnen plaatsvinden, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de afvoer niet in de buurt komt van putten, afvoerkanalen of andere openingen die koelmiddel kunnen bevatten; de afvoer niet in de buurt van de luchtinlaten, deuren of soortgelijke openingen plaatsen; De afvoer niet in de buurt van
ontstekingsbronnen plaatsen zoals gedenieerd in EN378-2.
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om een ontvlambaarheidsbeoordeling en een gevarenzone-indeling voor de installatielocatie uit te voeren, zoals vereist door de EN378-3 en/of de toepasselijke nationale richtlijnen.

2.1.2 Noodstop

In geval van nood wordt de directe stop gemaakt door middel van de rood gekleurde hoofdschakelaar op het elektrische paneel door deze in stand 0 te zetten. Door de schakelaar in de 0-stand te draaien, wordt voeding van stroom naar de hele eenheid van stroom onderbroken.
Naast de elektrische isolatie van het apparaat is de hoofdschakelaar bedoeld voor gebruik als noodvoorziening en mag deze alleen om deze reden worden gebruikt.
Wanneer er geen noodtoestand aanwezig is, moet de werking van de eenheid worden gestopt met behulp van de besturingssoftware van het apparaat.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
10
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1

2.2 Fundamentele regels

Alle eenheden zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de richtlijn 2014/68/EU van het Europese Parlement en van de Raad, van 15 mei 2014, voor de aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten op het gebied van drukapparatuur.
Om maximale veiligheid te garanderen om mogelijke risico's te vermijden, dient men zich aan de volgende bepalingen te houden:
- dit product bevat onder druk staande recipiënten, onder druk staande onderdelen, bewegende mechanische onderdelen, oppervlakken met hoge en lage temperatuur die in sommige situaties een gevaar kunnen vormen:
iedere ingreep moet uitgevoerd worden door gekwaliceerd personeel dat over de benodigde bevoegdheden
beschikt volgens de van kracht zijnde normen. Voordat ongeacht welke handeling verricht wordt, moet gecontroleerd worden of het betrokken personeel volledige kennis heeft van de documentatie die bij de eenheid gevoegd is;
- bewaar altijd een kopie van de documentatie in de nabijheid van de eenheid;
- de handelingen die in deze handleiding aangeduid worden, moeten aangevuld worden met de procedures die in de handleidingen met instructies voor het gebruik van andere systemen en apparaten staan, die in de eenheid geïncorporeerd zijn. de handleidingen bevatten alle informatie die nodig is voor het veilige beheer van de apparaten en de mogelijke werkwijzen daarvan;
- gebruik de geschikte beschermingen (handschoenen, helm, veiligheidsbril, veiligheidsschoeisel, enz.) voor ongeacht welke handeling, of dit nu onderhoud betreft dan wel controles die op de eenheid uitgevoerd worden;
- draag geen wijde kleding, dassen, kettingen, horloges, die verstrikt kunnen raken in de bewegende onderdelen van de eenheid;
- gebruik instrumenten en beschermingen die altijd in uitstekende staat verkeren;
- de compressoren en de gastoevoerleidingen hebben een hoge temperatuur. Let daarom goed op wanneer gewerkt wordt in de onmiddellijke nabijheid daarvan en raak geen enkel onderdeel van de eenheid aan zonder geschikte beschermingen;
- werk niet in het afvoertraject van de veiligheidskleppen;
- als de groepen opgesteld zijn op niet-beschermde plaatsen die gemakkelijk bereikt kunnen worden door niet-
gekwaliceerde personen, is het verplicht geschikte beschermingen te installeren;
- de gebruiker van de installatie is verplicht de handleidingen voor de installatie en het gebruik van de geïncorporeerde systemen te raadplegen, die bij deze handleiding gevoegd zijn;
- er kunnen niet-evidente potentiële risico's zijn. Er zijn dus waarschuwingen en signaleringen op de eenheid aangebracht;
- het is verboden de waarschuwingen te verwijderen.
Het is uitdrukkelijk verboden om:
- de afschermingen die voor de veiligheid van mensen bedoeld zijn weg te nemen of ondoeltre󰀨end te maken;
- de veiligheidsvoorzieningen die op de eenheid geïnstalleerd zijn onklaar te maken en/of te wijzigen.
In geval van alarmsignaleringen, gevolgd door de inwerkingtreding van de beveiligingen, moet de gebruiker de
onmiddellijke tussenkomst van de gekwaliceerde technici die met het onderhoud belast zijn aanvragen.
Een eventueel ongeval kan ernstig letsel of de dood veroorzaken.
De veiligheidsvoorzieningen moeten gecontroleerd worden volgens de aanwijzingen die in deze handleiding staan.
De fabrikant stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor schade aan mensen, huisdieren of voorwerpen als gevolg van het hergebruik van de afzonderlijke onderdelen van de eenheid voor andere functies of montages dan de oorspronkelijke. Het is verboden een of meer onderdelen van de eenheid onklaar te maken/te vervangen zonder geautoriseerd te zijn.
Het gebruik van accessoires, werktuigen of verbruiksmaterialen die anders zijn dan die door de fabrikant aanbevolen
worden, onthe󰀨en de fabrikant van civiele en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
De werkzaamheden die verband houden met de deactivering en de sloop van de eenheid mogen alleen toevertrouwd worden aan personeel dat daarvoor op passende wijze opgeleid en toegerust is.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
11
De eenheden behoren niet tot het toepassingsveld van Richtlijn 2014/34/EU van het Europese Parlement en van de Raad, van 26 februari 2014, inzake de aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten met betrekking tot de apparaten en de systemen die bestemd zijn om gebruikt te worden in een potentieel explosieve atmosfeer.
De operator die toegang heeft tot het apparaat moet geautoriseerd en gekwaliceerd zijn in
overeenstemming met de eisen van bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018, lokale regelgeving en, in de Europese context, EN378-4 en EN13313, en moet over voldoende kennis beschikken om de verschillende activiteiten uit te voeren tijdens de fasen van de technische levensduur van de machine.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
12
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1
2.2.1 Gebruiksbeperkingen - Minimale ruimte met airconditioning en maximale lading
[m²]
m
[kg]
van koelmiddel
Clausule GG.9 van bijlage GG van IEC 60335-2-40:2018 (Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 2-40: Bijzondere eisen voor elektrische warmtepompen, airconditioners en ontvochtigers) denieert
de maximaal toegestane laadniveaus afhankelijk van de oppervlakte van de geklimatiseerde omgeving en de ventilatie-eisen voor het gebruik van A2L-koelmiddelen in het geval van eenheden voorzien van kanalen. Raadpleeg IEC 60335-2-40:2018 voor alle details.
De minimale totale oppervlakte van de geconditioneerde ruimte "TA # p # min # pp #" van het geïnstalleerde apparaat met koelmiddelvulling "m # p # c # pp #" (kg) moet in overeenstemming zijn met het volgende:
Voor eenheden zonder naverwarming met heet gas Voor eenheden met naverwarming met heet gas
m
Eenheid
Circuit 1 Circuit 2 Circuit 1 Circuit 2
UATYA25 7 - 20,7 8,3 - 24,4 UATYA30 10 - 29,6 11,3 - 33,5 UATYA40 12 - 35,5 13,7 - 40,6 UATYA50 15 - 44,4 17 - 50,4 UATYA60 18 - 53,3 21 - 62 UATYA70 18 - 53,3 21 - 62 UATYA80 23 - 68,1 26,9 - 79,6
UATYA90 24 - 71,1 28 - 83 UATYA100 28 - 82,9 32,3 - 95,7 UATYA110 30 - 88,8 34,7 - 102,8 UATYA120 36 - 106,6 41,2 - 122,1 UATYA140 19 19 56,3 23,1 23,1 68,4 UATYA150 19 19 56,3 23,1 23,1 68,4 UATYA160 23 23 68,1 27,9 27,9 82,6 UATYA180 25 25 74 25 25 74 UATYA190 25 25 74 25 25 74
[kg]
c
TA
min
2
m
m
[kg]
c
TA
min
2
m
Er mogen geen zonekleppen worden geïnstalleerd in de ruimten die bij de berekening van de minimumoppervlakte in aanmerking worden genomen, tenzij deze kleppen in geval van lekkage volledig kunnen worden geopend door het besturingssignaal van het apparaat.
Als de lading wordt gevarieerd, moet de minimumoppervlakte opnieuw worden geëvalueerd, zodat deze altijd groter is dan het resultaat dat met de volgende formule wordt verkregen:
Waar:
- m
is de lading van koelmiddel in kilogrammen die tijdens de installatie wordt toegevoegd.
addaed
De som "m # p # c # pp # + m # p # added # pp #" moet lager zijn dan 79,8 kg voor elk circuit.
Hieronder staat de minimale oppervlakte als functie van de oppervlakte van de geconditioneerde omgeving
90
80
70
c
60
50
40
30
20
10
0
50
Afb. 1 Totale minimale installatieoppervlakte
100 150 200 2500
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
13
De eenheid is uitgerust met een lekdetectiesysteem voor koelmiddelfen volgens bijlage LL van IEC 60335-2-40:2018,
waarvan de plaatsing is geverieerd volgens bijlage MM van IEC 60335-2-40:2018.
In het geval dat het lekdetectiesysteem van de koelmiddel een lek detecteert, gaat de eenheid over tot:
• het uitschakelen van de compressoren;
• het instellen van de inlaat- en uitlaatventilatie (indien aanwezig) in constante stroomregeling op een vaste waarde. Het uitschakelen van de ventilatoren met behulp van tijdslots wordt uitgeschakeld. Dit om te voorkomen dat de luchtstroom onder "Qmin" komt (zie hieronder);
• het activeren van een relais in het elektrische paneel om eventuele externe zonekleppen te openen;
• het besturen van de kleppen (indien geïnstalleerd op de eenheid) voor een volledige aanzuiging van externe lucht en een volledige afvoer van de uitlaatlucht;
Als externe zonekleppen aanwezig zijn, moeten deze worden aangesloten op het in het laatste punt aangegeven relais, zodat ze kunnen worden geopend in het geval van lekkage van koelmiddel.
Zonekleppen die zijn geïnstalleerd in ruimten die zijn opgenomen in de berekening van de minimale installatieruimte, moeten na de installatie altijd elektrisch worden gevoed, met uitzondering van onderhoudswerkzaamheden, om de veiligheid van de installatie te waarborgen.
De regelaar houdt bovenstaande acties nog 5 minuten actief nadat het door het lekdetectiesysteem gemeten koelmiddelniveau weer onder de interventiedrempel is gekomen. De brand- en rooksystemen van de faciliteit kunnen voorrang hebben op deze functie.
Als de lekdetector een lek detecteert, zullen de bovenstaande handelingen worden uitgevoerd, zelfs als de eenheid wordt uitgeschakeld door de regelaar, het BMS of de digitale ingang.
Naast het bovenstaande is er een relais in het elektrische paneel van de eenheid dat is aangesloten op de lekdetector. Dit relais kan worden gebruikt om het alarm van de lekdetector te bewaken, zelfs als de besturingsprintplaat van de eenheid uitvalt.
Het minimale luchtdebiet (Qmin) dat door het apparaat in de geconditioneerde omgeving wordt verwerkt, uitgedrukt in m3⁄h, is in overeenstemming met de waarden die in de volgende tabel worden weergegeven:
Voor eenheden zonder naverwarming met heet gas Voor eenheden met naverwarming met heet gas
Eenheid
UATYA25 7 - 1368 8,3 - 1613 UATYA30 10 - 1954 11,3 - 2208 UATYA40 12 - 2345 13,7 - 2680 UATYA50 15 - 2932 17 - 3326 UATYA60 18 - 3518 21 - 4095 UATYA70 18 - 3518 21 - 4095 UATYA80 23 - 4495 26,9 - 5255
UATYA90 24 - 4691 28 - 5479 UATYA100 28 - 5472 32,3 - 6315 UATYA110 30 - 5863 34,7 - 6783 UATYA120 36 - 7036 41,2 - 8059 UATYA140 19 19 3713 23,1 23,1 4515 UATYA150 19 19 3713 23,1 23,1 4515 UATYA160 23 23 4495 27,9 27,9 5453 UATYA180 25 25 4886 25 25 4886 UATYA190 25 25 4886 25 25 4886
m
c
[kg] m3/h [kg] m3/h
Q
min
m
c
Q
min
In het geval dat de door de drukverschiltransducer van de eenheid gemeten luchtstroom onder de bovenstaande waarden valt, wordt het alarm voor de luchtstroom van de drukverschiltransducer op de gebruikersinterface van de eenheid weergegeven en wordt het apparaat uitgeschakeld.
De luchttoevoer- en luchtafvoerkanalen moeten rechtstreeks op de geklimatiseerde ruimte worden aangesloten. Open ruimtes, zoals verlaagde plafonds, mogen niet worden gebruikt als luchtafvoerkanalen.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
14
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1

2.2.2 Koelmiddel lekdetector

Dit apparaat is uitgerust met een detector van het koelgas.
Om de detector e󰀨ectief te laten werken, moet het apparaat na de installatie altijd elektrisch worden
gevoed, behalve voor onderhoudswerkzaamheden.
De lekdetector van koelvloeistof wordt in de eenheid geïnstalleerd tussen de interne luchtbatterij en de toevoerluchtventilator(en).
Met dit apparaat kunnen lekken van het koelmiddel onmiddellijk worden opgespoord om de vorige paragraaf "Gebruiksbeperkingen - Minimale installatieruimte en maximale koudemiddelvulling" toe te passen.
De detector heeft een interne zelftestroutine. Als deze routine een fout detecteert, zal de regelaar van de eenheid het volgende instellen van de inlaat- en uitlaatventilatie (indien aanwezig) in constante stroomregeling op een vaste waarde. Dit om ervoor te zorgen dat het luchtdebiet niet onder "Q
valt, zoals gedenieerd in de paragraaf "Gebruikslimieten - Minimaal installatieoppervlak en maximale
koudemiddelvulling". Het zal ook mogelijk zijn om het uitschakelen van de toevoer- en afvoerventilator (indien aanwezig) via de tijdbanden uit te schakelen om altijd de minimaal vereiste luchtdebiet te hebben.
min
"
In het geval dat het koelmiddellekdetectiesysteem een storing signaleert en de luchtstroom de minimale "Q
" waarde niet kan bereiken, wordt een speciaal relais, dat zich binnenin het elektrische
min
paneel bevindt, geactiveerd. Dit signaal moet worden gebruikt om de gebruiker te waarschuwen dat de luchtstroom wordt verminderd (bijvoorbeeld door middel van een geluidssignaal en een knipperlicht).
Zodra het gasalarm van het lekdetectiesysteem is vrijgegeven, wordt de uitgang niet gereset, zelfs niet als de gasconcentratie afneemt. Na detectie en reparatie van de lekplek kan een handmatige reset van het alarm worden uitgevoerd. Om de alarmuitgang te resetten, schakelt u de stroomtoevoer naar de gassensor uit en weer in (bijv. Door de kabel los te koppelen en opnieuw aan te sluiten). moet worden vervangen.
De lekdetectorsensor heeft een verwachte levensduur van 10 jaar. Er wordt een aftelling ingesteld in de detector en uitgelezen door de regelaar van de eenheid.
Zes maanden voordat het aftellen aoopt, verschijnt er een waarschuwing op de gebruikersinterface
van de eenheid. Als de kalibratie niet op tijd wordt uitgevoerd, verschijnt er een nieuw bericht op de gebruikersinterface en werkt de eenheid zoals in het geval van een storing in de koelmiddellekdetector die hierboven is beschreven.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
15

2.2.3 Waterdebiet naar de warmtewisselaars

Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat het waterdebiet in bedrijf niet meer dan 1,5 keer en niet minder dan 0,5 keer het nominale debiet van de eenheid dat in de technische handleiding is aangegeven, bedraagt.
Raadpleeg in ieder geval de specieke Technische Handleiding voor de toegestane condities van de
watertoevoer en -afvoer van de warmtewisselaars.

2.2.4 Watersamenstelling

De aanwezigheid van opgeloste sto󰀨en in het water kan corrosie aan de warmtewisselaars veroorzaken.
Het is verplicht om ervoor te zorgen dat de waterparameters binnen de volgende tabel vallen:
Beschrijving Waarden
Totale hardheid 2,0 ÷ 6,0 °f Langelier Index - 0,4 ÷ 0,4 pH 7,5 ÷ 8,5 Elektrische geleidbaarheid 10÷500 µS/cm Organische elementen ­Waterstofcarbonaat (HCO3- ) 70 ÷ 300 ppm Sulfaten (SO42- ) < 50 ppm Waterstofcarbonaat/Sulfaten (HCO3-/SO42- ) > 1 Chloriden ( Cl- ) < 50 ppm Nitraten (NO3- ) < 50 ppm Waterstofsulde (H2S) < 0,05 ppm Ammoniak (NH3) < 0,05 ppm Suleten (SO3), vrij chloor (Cl2) < 1 ppm Kooldioxide (CO2) < 5 ppm Metalen kationen < 0,2 ppm Mangaan-ionen ( Mn++) < 0,2 ppm IJzerionen ( Fe2+ , Fe3+ ) < 0,2 ppm IJzer + Mangaan < 0,4 ppm Fosfaten (PO43-) < 2 ppm Zuurstof < 0,1 ppm
ppm = mg/l
Het gebruik van water met waarden boven de in de tabel aangegeven grenzen maakt de garantie onmiddellijk ongeldig.
Het is verplicht te voorzien in een systeem van eliminatie van de mogelijke organische sto󰀨en die in het water aanwezig zijn en niet door het lter worden vastgehouden, en die op deze manier kunnen worden afgezet in de
warmtewisselaars, wat op termijn leidt tot storingen en/of breuken.
Het gebruik van water dat organische sto󰀨en bevat, maakt de garantie onmiddellijk ongeldig.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
16
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1

2.2.5 Waarschuwingen voor brandbare koelmiddelen

De installatie van units met licht ontvlambare koelmiddelen (A2L), zoals R32, moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de Europese normen en voorschriften en lokale regelgeving, indien van toepassing.
De volgende informatie wordt gegeven in overeenstemming met IEC 60335-2-40:2018 en de bijlagen (hierna "de bijlage" genoemd) en is vertaald uit de Engelse versie van de norm, die de referentie blijft die moet worden gebruikt.
(Bijlage DD.2) Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen systemen om het ontdooiproces te versnellen of de eenheid te reinigen.
De buitenunit moet in een ruimte zonder ontstekingsbronnen in continubedrijf worden opgeslagen (bijvoorbeeld: open vuur, een gasbrander of een elektrische verwarming).
Niet doorboren of verbranden.
Houd er rekening mee dat koelmiddelen geen geuren mogen bevatten.
(Bijlage DD.3.3) Kwalicatie van de werknemers
Alle installatie-, onderhouds-, reparatie-, de-installatie- en demontagewerkzaamheden aan het apparaat moeten
worden uitgevoerd door gekwaliceerd personeel in overeenstemming met bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018 en
voldoen aan de eisen van de geldende voorschriften.
Voorbeelden van handelingen zijn:
• opening van het koelcircuit;
• opening van verzegelde onderdelen;
• opening van geventileerde compartimenten.
(Bijlage DD.4) Informatie voor operaties
(Bijlage DD.4.2) Controles ter plaatse
Voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd aan systemen die brandbare koelmiddelen bevatten, moeten er op de locatie bepaalde veiligheidscontroles worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het risico van ontbranding tot een minimum wordt beperkt. Voor de reparatie van airconditioningsystemen moeten de DD.4.3 tot en met DD.4.7 worden voltooid voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA 4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
17
Voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd aan systemen die brandbare koelmiddelen bevatten, moeten er op de locatie bepaalde veiligheidscontroles worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het risico van ontbranding tot een minimum wordt beperkt. Voor de reparatie van airconditioningsystemen moeten de DD.4.3 tot en met DD.4.7 worden voltooid voordat er werkzaamheden worden uitgevoerd.
(Bijlage DD.4.3) Werkwijze
Elke handeling wordt uitgevoerd volgens een gecontroleerde procedure om het risico op de aanwezigheid van een brandbaar gas of damp tijdens de handeling tot een minimum te beperken.
(Bijlage DD.4.4) Algemeen werkgebied
Al het personeel dat aan het apparaat werkt en in het werkgebied opereert, moet worden getraind in de aard van de uit te voeren werkzaamheden. Werk in kleine ruimtes moet worden vermeden.
(Bijlage DD.4.5) Controles op de aanwezigheid van koelmiddel
De ruimte moet voor en tijdens de werkzaamheden met een geschikte koelmiddeldetector worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat de technici op de hoogte zijn van mogelijke brandbare atmosferen.
Zorg ervoor dat de gebruikte koelmiddeldetector of lekdetector geschikt is voor gebruik met het koelmiddel van de eenheid, bijv. dat deze geen vonken produceert, goed is afgesloten of intrinsiek veilig is.
(Bijlage DD.4.6) Aanwezigheid van blussystemen
Als er werkzaamheden aan de eenheid moeten worden uitgevoerd waarbij de temperatuur van delen van het apparaat moet worden verhoogd (bijv. hardsoldeerlassen), moet er een geschikt blussysteem aanwezig zijn. Het is verplicht om een poeder- of CO2 blussysteem te hebben naast de ruimte waar de koelmiddelvulling plaatsvindt.
(Bijlage DD.4.7) Geen ontstekingsbronnen
Geen enkele bediener die werkzaamheden op de eenheid uitvoert, mag een ontstekingsbron gebruiken die een risico op brand of een explosie oplevert. Alle mogelijke ontstekingsbronnen, met inbegrip van sigaretten, moeten voldoende ver van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering of afvoer van de eenheid worden bewaard, aangezien tijdens deze fasen koelmiddel in de omringende ruimte kan vrijkomen. Voordat u het apparaat in gebruik neemt, moet het gebied rond het apparaat worden gescand om er zeker van te zijn dat er geen risico is op ontsteking of open vuur. Het bordje "Niet roken" moet worden weergegeven.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
18
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UAT YA
4P645202-1
Loading...
+ 42 hidden pages