Daikin RZAG71M7V1B, RZAG100M7V1B, RZAG125M7V1B, RZAG140M7V1B, RZAG71M7Y1B Installer reference guide [nl]

...
Uitgebreide handleiding
voor de installateur
Sky Air Alpha-series
RZAG71M7V1B RZAG100M7V1B RZAG125M7V1B RZAG140M7V1B     RZAG71M7Y1B RZAG100M7Y1B RZAG125M7Y1B RZAG140M7Y1B
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Sky Air Alpha-series
Nederlands

Inhoud

Inhoud
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 3
1.1 Over de documentatie ............................................................... 3
1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 3
1.2 Voor de installateur ................................................................... 3
1.2.1 Algemeenheden.......................................................... 3
1.2.2 Plaats van installatie ................................................... 4
1.2.3 Koelmiddel .................................................................. 5
1.2.4 Pekel........................................................................... 6
1.2.5 Water .......................................................................... 6
1.2.6 Elektrisch .................................................................... 6
2 Over de documentatie 7
2.1 Over dit document ..................................................................... 7
2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur.. 7
3 Over de doos 7
3.1 Overzicht: Over de doos............................................................ 7
3.2 Buitenunit .................................................................................. 8
3.2.1 De buitenunit uitpakken .............................................. 8
3.2.2 Omgaan met de buitenunit.......................................... 8
3.2.3 Accessoires van de buitenunit verwijderen................. 8
4 Over de units en opties 8
4.1 Overzicht: Over de units en opties ............................................ 8
4.2 Identificatie ................................................................................ 8
4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit ........................................ 8
4.3 Units en opties combineren....................................................... 9
4.3.1 Mogelijke opties voor de buitenunit............................. 9
5 Voorbereiding 9
5.1 Overzicht: Voorbereiding........................................................... 9
5.2 Installatieplaats voorbereiden.................................................... 9
5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 9
5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van
de buitenunit in koude klimaten .................................. 10
5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 11
5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ....................... 11
5.3.2 De koelleidingen isoleren............................................ 12
5.4 De elektrische bedrading voorbereiden..................................... 12
5.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading . 12
6 Installatie 13
6.1 Overzicht: Installatie .................................................................. 13
6.2 De units openen ........................................................................ 13
6.2.1 Over het openen van de units..................................... 13
6.2.2 De buitenunit openen.................................................. 13
6.3 De buitenunit monteren ............................................................. 13
6.3.1 Over de montage van de buitenunit............................ 13
6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de
buitenunit .................................................................... 13
6.3.3 De installatiestructuur voorzien................................... 14
6.3.4 De buitenunit installeren ............................................. 14
6.3.5 Afvoer voorzien........................................................... 14
6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..... 15
6.4 De koelmiddelleiding aansluiten................................................ 15
6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ........ 15
6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen .................................................... 15
6.4.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen 16
6.4.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen ................... 16
6.4.5 Het uiteinde van een buis verbreden .......................... 16
6.4.6 Het uiteinde van een buis solderen............................. 16
6.4.7 Gebruik van de afsluiter en servicepoort .................... 16
6.4.8 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten................. 17
6.5 De koelmiddelleiding controleren .............................................. 18
6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen....... 18
6.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van
koelmiddelleidingen ..................................................... 18
6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling.................... 19
6.5.4 Op lekkages controleren.............................................. 19
6.5.5 Vacuümdrogen............................................................. 19
6.6 Koelmiddel bijvullen.................................................................... 19
6.6.1 Over het toevoegen van koelmiddel ............................ 19
6.6.2 Over het koelmiddel..................................................... 20
6.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van
koelmiddel.................................................................... 21
6.6.4 Definities: L1~L7, H1, H2............................................. 21
6.6.5 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden... 21
6.6.6 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te
vullen............................................................................ 22
6.6.7 Koelmiddel bijvullen: Opstelling ................................... 22
6.6.8 Extra koelmiddel bijvullen ............................................ 22
6.6.9 Lokale instelling vacuümstand inschakelen/
uitschakelen ................................................................. 22
6.6.10 Volledig opnieuw vullen met koelmiddel ...................... 23
6.6.11 De label voor fluorhoudende broeikasgassen
bevestigen.................................................................... 23
6.7 De elektrische bedrading aansluiten .......................................... 23
6.7.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading....... 23
6.7.2 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit... 23
6.7.3 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
elektrische bedrading................................................... 23
6.7.4 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische
bedrading ..................................................................... 24
6.7.5 Specificaties van standaard
bedradingscomponenten ............................................. 24
6.7.6 De elektrische bekabeling op de buitenunit
aansluiten..................................................................... 24
6.8 De installatie van de buitenunit voltooien ................................... 25
6.8.1 De installatie van de buitenunit voltooien..................... 25
6.8.2 De buitenunit sluiten .................................................... 26
6.8.3 Isolatieweerstand van de compressor controleren ...... 26
7 Inbedrijfstelling 26
7.1 Overzicht: Inbedrijfstelling .......................................................... 26
7.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling............................. 26
7.3 Checklist voor de inbedrijfstelling ............................................... 26
7.4 Proefdraaien............................................................................... 27
7.5 Foutcodes bij het proefdraaien................................................... 28
8 Aan de gebruiker overhandigen 28
9 Onderhoud en service 28
9.1 Overzicht: onderhoud en service................................................ 28
9.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ................................. 28
9.2.1 Elektrische gevaren voorkomen................................... 28
9.3 Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit ..................... 29
10 Opsporen en verhelpen van storingen 29
10.1 Overzicht: Probleemoplossing.................................................... 29
10.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van
storingen..................................................................................... 29
11 Als afval verwijderen 29
11.1 Overzicht: Als afval verwijderen ................................................. 29
11.2 Over afpompen........................................................................... 29
11.3 Afpompen ................................................................................... 30
12 Technische gegevens 31
12.1 Overzicht: Technische gegevens ............................................... 31
12.2 Serviceruimte: Buitenunit ........................................................... 31
12.3 Leidingschema: Buitenunit ......................................................... 33
12.4 Bedradingsschema: Buitenunit................................................... 34
13 Verklarende woordenlijst 35
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
RZAG71~140M_V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P486046-1A – 2017.08

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1 Algemene
veiligheidsmaatregelen

1.1 Over de documentatie

▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer
belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding
en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen moeten door een erkende installateur worden uitgevoerd.

1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
OPMERKING
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbool Verklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds­en servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.

1.2 Voor de installateur

1.2.1 Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, contacteer uw dealer.
RZAG71~140M_V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P486046-1A – 2017.08
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product vereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgende zaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, de reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de stilstandperioden, enz.
Bovendien dienen minstens volgende informaties op een toegankelijke plaats bij het product voorzien te worden:
▪ Instructies om het systeem uit te schakelen in gevallen van nood ▪ De naam en het adres van de brandweer, de politie en een
ziekenhuis
▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts
om onderhoud te bekomen
In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit logboek.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
Contains fluorinated greenhouse gases
2
1
1
1
2
2
kg
tCO2eq
1000
GWP × kg
= =
+
kg
=
kg
=
GWP: xxx
R32

1.2.2 Plaats van installatie

▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen: ▪ In mogelijke explosieve omgevingen. ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan werken.
▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat lekken.
Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel
Indien van toepassing.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden. ▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval
van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
(bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)
▪ Leidingen in ruimtes zonder ventilatie
Minimum vloeroppervlakte bepalen
1 Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem
(= fabrieksvulling koelmiddel
+ extra bijgevulde
hoeveelheid koelmiddel).
2 Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.
▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of
vloermodel?
▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits,
en lokale leidingen in ruimtes zonder ventilatie hangt dit af van de installatiehoogte:
Bij een installatiehoogte van…
Gebruik de grafiek of tabel voor…
<1,8m Vloerunits 1,8≤x<2,2m Units voor muurmontage ≥2,2m Units voor plafondmontage
3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte
te bepalen.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET
opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen
van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
Vereisten voor de installatieruimte
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade. ▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
RZAG71~140M_V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P486046-1A – 2017.08
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
m (kg)
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
370
380
390
400
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
550
1
1.2
1.4
1.6
1.822.2
2.4
2.6
2.833.2
3.4
3.6
3.844.2
4.4
4.6
4.855.2
5.4
5.6
5.866.2
6.4
6.6
6.877.2
7.4
7.6
7.8
7.956
A
min
(m2)
Floor-standing unit
(c)
Wall-mounted unit
(b)
Ceiling-mounted unit
(a)
Ceiling-mounted
unit
(a)
4.6 13.5
<1.224
<1.224
4.6 182
1.225 0.956
4.8 14.7
1.225 12.9
4.8 198
1.4 1.25
5.0 16.0
1.4 16.8
5.0 215
1.6 1.63
5.2 17.3
1.6 22.0
5.2 232
1.8 2.07
5.4 18.6
1.8 27.8
5.4 250
2.0 2.55
5.6 20.0
2.0 34.3
5.6 269
2.2 3.09
5.8 21.5
2.2 41.5
5.8 289
2.4 3.68
6.0 23.0
2.4 49.4
6.0 309
2.6 4.31
6.2 24.5
2.6 58.0
6.2 330
2.8 5.00
6.4 26.1
2.8 67.3
6.4 351
3.0 5.74
6.6 27.8
3.0 77.2
6.6 374
3.2 6.54
6.8 29.5
3.2 87.9
6.8 397
3.4 7.38
7.0 31.3
3.4 99.2
7.0 420
3.6 8.27
7.2 33.1
3.6 111
7.2 445
3.8 9.22
7.4 34.9
3.8 124
7.4 470
4.0 10.2
7.6 36.9
4.0 137
7.6 496
4.2 11.3
7.8 38.8
4.2 151
7.8 522
4.4 12.4
7.956 40.8
4.4 166
7.956 549
m (kg)
A
min
(m2)
<1.224
4.6 20.2
1.225 1.43
4.8 22.0
1.4 1.87
5.0 23.8
1.6 2.44
5.2 25.8
1.8 3.09
5.4 27.8
2.0 3.81
5.6 29.9
2.2 4.61
5.8 32.1
2.4 5.49
6.0 34.3
2.6 6.44
6.2 36.6
2.8 7.47
6.4 39.1
3.0 8.58
6.6 41.5
3.2 9.76
6.8 44.1
3.4 11.0
7.0 46.7
3.6 12.4
7.2 49.4
3.8 13.8
7.4 52.2
4.0 15.3
7.6 55.1
4.2 16.8
7.8 58.0
4.4 18.5
7.956 61.0
Wall-mounted
unit
(b)
m (kg)
A
min
(m2)
Floor-standing
unit
(c)
m (kg)
A
min
(m2)
A
Minimum vloeroppervlakte
min
(a) Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage)
(b) Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)
(c) Floor-standing unit (= Vloerunit)

1.2.3 Koelmiddel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Controleer of de lokale leidingen en aansluitingen niet aan spanningen onderhevig (kunnen) zijn.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪ Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten
ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
▪ Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas
ontstaan.
m Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
RZAG71~140M_V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P486046-1A – 2017.08
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Vang steeds het koelmiddel op. Laat ze NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪ Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag
u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
▪ Als het koelmiddelsysteem moet worden geopend, dan
dient het koelmiddel te worden behandeld volgens de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer koelmiddel in het systeem
moet worden aangevuld. Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Als Dan
Er is een sifonbuis (d.w.z. er zou iets zoals “Met
vloeistofvulsifon” op de fles moeten staan)
Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in
gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of tijdens een pauze, moet u de klep van de koelmiddeltank onmiddellijk sluiten. Als de klep niet onmiddellijk gesloten wordt, kan door de resterende druk extra koelmiddel worden bijgevuld. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.
Vul bij met rechtopstaande fles.
staande fles.

1.2.4 Pekel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
WAARSCHUWING
De gekozen pekel MOET voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen voor het geval pekel zou lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
WAARSCHUWING
De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger oplopen dan die van de kamer, bv. 70°C. In geval van een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke situatie creëren.
WAARSCHUWING
Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheids- en milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering.

1.2.5 Water

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU­richtlijn 98/83EC.

1.2.6 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het
deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit
en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET onder de 50 V DC gevallen zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie­III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de
geldende wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen dienen conform het met het
product meegeleverd bedradingsschema uitgevoerd te worden.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze niet met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen. Controleer of geen externe druk op de klemaansluitingen wordt uitgeoefend.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Als u dit niet doet,
kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
RZAG71~140M_V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P486046-1A – 2017.08

2 Over de documentatie

OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het installeren van voedingskabels:
▪ Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op
de voedingsklemmenstrook (loshangende voedingskabels kunnen abnormaal warm worden).
▪ Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte te
werk zoals hieronder afgebeeld.
▪ Gebruik voor de bedrading de aangegeven
stroomdraad en sluit hem stevig aan; maak dan vast om druk van buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
▪ Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt degelijk vastzetten onmogelijk.
▪ Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.
2 Over de documentatie

2.1 Over dit document

Bedoeld publiek
Erkende installateurs
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op boerderijen, of voor commercieel gebruik door niet­deskundigen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Montagehandleiding buitenunit:
▪ Installatie-instructies ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,… ▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).

2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur

Hoofdstuk Beschrijving
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de
Over de doos Units uitpakken en accessoires
Over de units en opties ▪ Units identificeren
Voorbereiding Wat u moet doen en weten alvorens ter
Installatie Wat u moet doen en weten om het
Inbedrijfstelling Wat u moet doen en weten om het
Overhandiging aan de gebruiker
Onderhoud en service Onderhoud en service van de units Opsporen en verhelpen
van storingen Als afval verwijderen Systeem opruimen Technische gegevens Specificaties van het systeem Verklarende woordenlijst Definitie van termen
Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
installateur
verwijderen
▪ Mogelijke combinaties van units en
opties
plaatse te gaan
systeem te installeren
systeem na de installatie in gebruik te stellen
Wat aan de gebruiker te geven en uit te leggen
Wat te doen ingeval van problemen

3 Over de doos

3.1 Overzicht: Over de doos

In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd.
Het bevat informatie over: ▪ Uitpakken en omgaan met de units ▪ Accessoires van de units verwijderen Denk aan de volgende punten:
RZAG71~140M_V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P486046-1A – 2017.08
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7

4 Over de units en opties

21
ENERG
IJAY IAIE
ENERG
IJAY IAIE
2
3
1
a
b c
d
e
▪ De unit moet bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging moet onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld worden.
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te voorkomen.
▪ Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op
voorhand klaar.

3.2 Buitenunit

3.2.1 De buitenunit uitpakken

3.2.3 Accessoires van de buitenunit verwijderen

a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
b Montagehandleiding buitenunit c Kabelbinder d Label gefluoreerde broeikasgassen e Energielabel

3.2.2 Omgaan met de buitenunit

Draag de unit langzaam zoals weergegeven:
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen.
4 Over de units en opties

4.1 Overzicht: Over de units en opties

Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ De buitenunit identificeren ▪ De buitenunit combineren met opties

4.2 Identificatie

OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.

4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit

Plaats
Modelidentificatie Voorbeeld: R Z A G 140 M7 V1 B [*]
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
Code Verklaring
R Luchtgekoelde split-buitenunit Z Inverter A Koelmiddel R32 G Topsegment-reeks 71~140 Capaciteitsklasse
RZAG71~140M_V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P486046-1A – 2017.08

5 Voorbereiding

b
a
c
df e
(mm)
1500
1500
1000≥1000
1000≥1000
Code Verklaring
M7 Modelreeks V1 Voeding: 1~, 220~240 V, 50 Hz Y1 Voeding: 3N~, 380~415 V, 50 Hz B Europese markt [*] Aanduiding kleine modelwijziging

4.3 Units en opties combineren

4.3.1 Mogelijke opties voor de buitenunit

Koelmiddelaftakset
Wanneer meerdere binnenunits op de buitenunit worden aangesloten, zijn één of meerdere koelmiddelaftaksets vereist. De combinatie van buiten- en binnenunit bepaalt het type en het aantal van de koelmiddelaftaksets.
Lay-out Modelnaam
Tweevoudig KHRQ(M)58T Drievoudig KHRQ(M)58H Dubbel tweevoudig KHRQ(M)58T (3×)
Voor meer informatie over de selectie, zie de catalogi. Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de koelmiddelaftakset.
Bodemplaatverwarming (EKBPH140L7)
▪ Voorkomt opvriezen van de bodemplaat. ▪ Aanbevolen in streken met een lage buitentemperatuur en een
hoge vochtigheidsgraad.
▪ Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
bodemplaatverwarming.
Vraagadapterkit (SB.KRP58M52)
▪ Omvat de bijkomende montageplaat (EKMKSA2) ▪ Kan worden gebruikt voor het volgende:
▪ Geluidsarm: Verlaagt het bedrijfsgeluid van de buitenunit. ▪ I-demand-functie: Beperkt het stroomverbruik van het systeem
(bijvoorbeeld budgetcontrole, beperking stroomverbruik op piekmomenten, …).
▪ Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
vraagadapterkit.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).

5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt

INFORMATIE
Lees ook de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie het
hoofdstuk "Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid".
▪ Vereisten voor de serviceruimte. Zie het hoofdstuk
"Technische gegevens".
▪ Vereisten koelmiddelleiding (lengte, hoogteverschil).
Zie verder in dit hoofdstuk "Voorbereiding".
VOORZICHTIG
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor commerciële als kleinindustriële toepassingen.
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.
5 Voorbereiding

5.1 Overzicht: Voorbereiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over: ▪ Installatieplaats voorbereiden ▪ Koelmiddelleiding voorbereiden ▪ Elektrische bedrading voorbereiden

5.2 Installatieplaats voorbereiden

Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen dragen.
RZAG71~140M_V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P486046-1A – 2017.08
a Aardlekbeveiliging b Zekering c Buitenunit d Binnenunit e Gebruikersinterface
f Pc of radio
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3m of meer bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
▪ Kies een plaats waar de unit zoveel mogelijk uit de regen staat. ▪ Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade
kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
▪ De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunnen
iemand verwonden. Kies een installatieplaats waar er geen risico is dat iemand zich kan verwonden (in het bijzonder in omgevingen waar kinderen spelen).
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9
5 Voorbereiding
b
c
a
a
b
c
d
c
d
a
b
c
b
a
b
c
c
d
▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het
geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van omgevingsgeluiden en geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder Geluidspectrum vermeld geluidsdrukniveau.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de
lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪ Waar de spanning veel schommelt ▪ In voertuigen of schepen ▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET
rechtstreeks aan zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door het hoge zoutgehalte van de lucht te voorkomen (kan de levensduur van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind. Voorbeeld: Achter het gebouw.
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muur gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
a Geleideplaat b Belangrijkste windrichting c Luchtuitlaat
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld.
▪ Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit ▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de
vereisten inzake de serviceruimte.
a Zeewind b Gebouw c Buitenunit d Afscherming tegen wind
Hevige wind (≥18km/u) die tegen de luchtuitlaat van de buitenunit blaast, veroorzaakt kortsluiting (luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan de volgende gevolgen met zich meebrengen:
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf; ▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen; ▪ stilvallen door een te lage of een te hoge druk; ▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10

5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten

Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
a Afdakje tegen de sneeuw b Voetstuk (minimale hoogte=150mm) c Belangrijkste windrichting d Luchtuitlaat
RZAG71~140M_V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P486046-1A – 2017.08
5 Voorbereiding
H1
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L2
L3
L4
H1
H2
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
t
Ø

5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden

5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen

INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.
Let op de volgende punten wanneer meerdere binnenunits op de buitenunit worden aangesloten:
Koelmiddelaftakset Eén of meerdere koelmiddelaftaksets zijn
Leiding naar omhoog en naar omlaag
Afgetakte leidingen ▪ Installeer de aftakleidingen horizontaal
Definities: L1~L7, H1, H2
Paar
vereist. Zie "4.3.1Mogelijke opties voor de
buitenunit"op pagina9.
Leidingen naar omhoog en naar omlaag zijn alleen toegelaten bij de hoofdleiding (L1).
(met een maximale helling van 15°) of verticaal.
▪ Houd de afgetakte leidingen naar de
binnenunits zo kort mogelijk.
▪ Probeer de lengte van de afgetakte
leidingen naar de binnenunits gelijk te houden.
(a)
Tweevoudig
(a)
Koelmiddelaftakset
Materiaal koelmiddelleidingen
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad Dikte (t)
(a)
(Ø)
6,4mm (1/4")
Gegloeid (O) ≥0,8mm 9,5mm (3/8") 12,7mm (1/2")
15,9mm (5/8") Gegloeid (O) ≥1,0mm 19,1mm (3/4") Halfhard (1/2H)
(a) Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de
maximum bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
Diameter koelmiddelleidingen
De diameter van de koelmiddelleiding moet voldoen aan de volgende punten:
Leiding Diameter
L1 (paar, tweevoudig, drievoudig, dubbel tweevoudig)
L2,L3 (tweevoudig) L2~L4 (drievoudig) L4~L7 (dubbel tweevoudig)
L2,L3 (dubbel tweevoudig) Vloeistofleiding: Ø9,5mm
Zie hieronder.
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof, gas) op de binnenunits.
Gasleiding: Ø15,9mm
Drievoudig
(a) Ga ervan uit dat de langste lijn in de afbeelding
L1 Hoofdleiding
L2~L7 Afgetakte leiding
H1 Hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit en de
H2 Hoogteverschil tussen de hoogste en de laagste binnenunit
(a)
overeenkomt met de langste leiding, en de hoogste unit in de afbeelding met de hoogste unit.
buitenunit
Dubbel tweevoudig
(a)
Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten:
Vereiste Limiet
1 Minimale totale leidinglengte in één
RZAG71~140M_V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P486046-1A – 2017.08
richting
Paar: Limiet≤L1 Tweevoudig: Limiet≤L1+L3 Drievoudig: Limiet≤L1+L4 Dubbel tweevoudig: Limiet≤L1+L3+L7
L1 (paar, tweevoudig, drievoudig, dubbel tweevoudig):
Oud
(a)
/
(b)
L1
vloeistofleidin
g
L1 gasleiding
Model Nieuw
RZAG71 Verkleind Ø6,4mm Ø12,7mm
Standaard Ø9,5mm Ø15,9mm Vergroot Ø12,7mm
RZAG100~140 Verkleind Ø6,4mm
Standaard Ø9,5mm Ø15,9mm Vergroot Ø12,7mm Ø19,1mm
(a) Nieuwe leidingen moeten dezelfde diameter hebben als
de aansluitingen op de buitenunits (d.w.z. standaard diameters voor vloeistof- en gasleidingen).
(b) Wanneer u oude leidingen hergebruikt, mogen grotere
of kleinere diameters worden gebruikt, maar in dat geval kan de capaciteit afnemen, en gelden strengere vereisten inzake de leidinglengte. Beoordeel deze beperkingen t.o.v. de volledige installatie.
71 100 125+140
3m
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
Loading...
+ 25 hidden pages