Daikin RQYQ8PY1B, RQYQ10PY1B, RQYQ12PY1B, RQYQ14PY1B, RQYQ16PY1B Operation manuals [nl]

...
Page 1
OPERATION MANUAL
System air conditioner
Series
English
Français
Español
MODELS
RQYQ8PY1B RQYQ10PY1B RQYQ12PY1B RQYQ14PY1B RQYQ16PY1B RQYQ18PY1B RQYQ20PY1B RQYQ22PY1B RQYQ24PY1B RQYQ26PY1B RQYQ28PY1B
RQYQ30PY1B RQYQ32PY1B RQYQ34PY1B RQYQ36PY1B RQYQ38PY1B RQYQ40PY1B RQYQ42PY1B RQYQ44PY1B RQYQ46PY1B RQYQ48PY1B
Italiano
ΕλληνικÜ
Nederlands
Portugues
Рóссêий
Türkçe
Page 2
Page 3
Thank you for purchasing this Daikin air conditioner. Carefully read this operation manual before using the air conditioner. It will tell you how to use the unit properly and help you if any trouble occurs. After reading the manual, keep it in your custody for future reference. See also the operation manual included with the indoor unit for details on the indoor unit. Store the operation manual included with the indoor unit together with this operation manual in a safe place. After receiving the warranty card from the dealer, store it in a safe place.
Wir möchten uns bei Ihnen dafür bedanken, daß Sie sich für ein Klim­agerät von Daikin entschieden haben. Lesen Sie sich diese Bedienung­sanweisung sorgfältig durch, bevor Sie das Klimagerät in Betrieb nehmen. Hier erfahren Sie, wie Sie das Gerät korrekt betreiben. Zudem hilft sie Ihnen, falls Störungen auftreten sollten. Bewahren Sie die Anweisung gut auf, wenn Sie sie durchgelesen haben, damit Sie auch später noch darin nachschlagen können. Schlagen Sie bezüglich Einzelheiten über das Innengerät auch in der Bedienungsanleitung des Innengerätes nach. Bewahren Sie die Bedienungsanleitung des Innengerätes zusammen mit dieser Bedienungsanleitung an einem sicheren Ort auf. Nachdem Sie die Garantiekarte von Ihrem Händler erhalten haben, bewahren Sie sie an einem sicheren Ort auf.
Nous vous remercions d’avoir acheté ce climatiseur Daikin. Lisez soi­gneusement ce manuel d’utilisation avant d’utiliser le climatiseur. Il vous enseignera à utiliser correctement l’unité et vous aidera en cas de panne. Après avoir lu le manuel, rangez-le en vue d’une utilisation ultérieure. Pour plus de détails concernant l’unité intérieure, reportez-vous égale­ment au manuel d’utilisation accompagnant l’unité intérieure. Conservez le manuel d’utilisation accompagnant l’unité intérieure avec ce manuel d’utilisation dans un endroit sûr. Après avoir reçu la carte de garantie du revendeur, conservez-la dans un endroit sûr.
Σαò ευχαριστοýìε που αγορÜσατε αυτü το κλιìατιστικü Daikin. ÄιαβÜστε προσεκτικÜ αυτü το εγχειρßδιο χειρισìοý πριν χρησιìοποιÞσετε το κλιìατιστικü. Θα σαò ενηìερþσει σχετικÜ ìε τον τρüπο χρÞσηò τηò ìονÜδαò και θα σαò βοηθÞσει αν προκýψουν προβλÞìατα. Αφοý διαβÜσετε το εγχειρßδιο, φυλÜξτε το σε ασφαλÝò ìÝροò, για ìελλοντικÞ αναφορÜ. Για λεπτοìÝρειεò σχετικÜ ìε την εσωτερικÞ ìονÜδα, δεßτε επßσηò το εγχειρßδιο χειρισìοý που περιλαìβÜνεται ìαζß ìε την εσωτερικÞ ìονÜδα. ΦυλÜξτε ìαζß σε ασφαλÝò ìÝροò, τüσο αυτü το εγχειρßδιο χειρισìοý üσο και το εγχειρßδιο χειρισìοý που περιλαìβÜνεται ìαζß ìε την εσωτερικÞ ìονÜδα. Αφοý λÜβετε την κÜρτα εγγýησηò απü τον αντιπρüσωπο, φυλÜξτε την σε ασφαλÝò ìÝροò.
Hartelijk dank voor uw keuze van een Daikin airconditioner. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de airconditioner in gebruik neemt. In de gebruiksaanwijzing kunt u lezen hoe u het apparaat op de juiste manier gebruikt en wat u kunt doen bij storingen. Bewaar de gebruiksaanwijz­ing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft. Zie ook de gebruiksaanwijzing behorend bij de binnenunit voor bijzonder­heden over de binnenunit. Bewaar de gebruiksaanwijzing behorend bij de binnenunit samen met deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats. Nadat u de garantiekaart van de dealer heeft ontvangen, deze op een veilige plaats bewaren.
Obrigado por comprar este aparelho de ar condicionado Daikin. Leia atentamente este manual de funcionamento antes de usar o aparelho de ar condicionado. O manual indica como utilizar a unidade correctamente e poderá ajudá-lo caso ocorra algum problema. Depois de ler o manual, mantenha-o acessível para futura referência. Consulte também o manual de funcionamento da unidade interior para obter informações relativas à mesma. Guarde o manual de funcionamento da unidade interior em conjunto com este manual de funcionamento num local seguro. Depois de receber o cartão de garantia do vendedor, guarde-o num local seguro.
Gracias por adquirir este sistema de climatización Daikin. Lea detenida­mente este manual de funcionamiento antes de utilizar el sistema de cli­matización. En él encontrará indicaciones acerca de cómo utilizar la unidad correctamente y le ayudará en caso de que se produzca algún problema. Tras leerlo, consérvelo para futura referencia. Consulte también el manual de funcionamiento que se incluye con la unidad interior para obtener detalles sobre ésta. Guarde el manual de funcionamiento incluido con la unidad interior junto con este manual de funcionamiento en un lugar seguro. Una vez que reciba la tarjeta de garantía del concesionario, guárdela en un lugar seguro.
Grazie per avere acquistato questo condizionatore d’aria Daikin. Prima di utilizzare quest’ultimo, leggere attentamente il presente manuale d’uso, che illustra le modalità di utilizzo corretto e fornisce un supporto nell’eventualità di problemi di funzionamento. Dopo averlo letto, conservare il presente manuale per potervi fare riferimento in seguito. Si veda inoltre il manuale delle istruzioni in dotazione all’unità interna per ulteriori dettagli relativi all’unità interna. Conservare il manuale delle istruzioni in dotazione all’unità interna con l’unità interna in un luogo sicuro. Dopo aver ricevuto il documento di garanzia dal rivenditore, conservarlo in un luogo sicuro.
Спасибо за поêóпêó данноãо êондиционера фирмы Daikin. До начала работы с êондиционером внимательно изóчите данное рóêоводство по эêсплóатации. В нем излаãаются правила надлежащеãо пользования óстройством и приводятся реêомендации пользователю по поисêó и óстранению неисправностей. После изóчения рóêоводства сохраните еãо для обращений в бóдóщем. Подробная информация по внóтреннемó блоêó приведена в рóêоводстве по эêсплóатации, прилаãаемомó ê внóтреннемó блоêó. Храните рóêоводство по эêсплóатации, прилаãаемое ê внóтреннемó блоêó, вместе с данным рóêоводством по эêсплóатации в надежном месте. Полóчив ãарантийный талон от дилера, спрячьте еãо в надежное место.
Daikin klimalarýný satýn aldýðýnýz için teþekkür ederiz. Klimayý kullan­madan önce kullanma kýlavuzunu dikkatlice okuyunuz. Bu size üniteyi nasýl kullanmanýz gerektiði ve eðer herhangi bir sorun oluþursa yardým konusunda bilgi verecektir. Kullanma kýlavuzunu okuduktan sonra, ileride baþvurmak için saklayýnýz. Ayrýca iç mekan ünitesi ile birlikte bulunan iç mekan ünitesinin detaylarýna iliþkin kullaným kýlavuzunu da okuyunuz. Ýç mekan ünitesi kullaným kýlavuzu ve kullaným kýlavuzunu birlikte, güvenli bir yerde saklayýnýz. Satýcýdan garanti belgesini aldýktan sonra, güvenli bir yerde sak­layýnýz.
Page 4
1
2
4
5
3
6
7.1
7.2
7.3
Page 5
8
9
10 11

 
 
 
13
12
14
Page 6
Page 7
RQYQ8PY1B RQYQ10PY1B RQYQ12PY1B RQYQ14PY1B RQYQ16PY1B
RQYQ18PY1B RQYQ20PY1B RQYQ22PY1B RQYQ24PY1B RQYQ26PY1B
RQYQ28PY1B RQYQ30PY1B RQYQ32PY1B RQYQ34PY1B RQYQ36PY1B
RQYQ38PY1B RQYQ40PY1B RQYQ42PY1B RQYQ44PY1B RQYQ46PY1B
RQYQ48PY1B
Airconditioner met VRV Systeem
Gebruiksaan-
III
-Q
wijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .................. 1
2. SPECIFICATIES ............................................. 4
3. WAT TE DOEN VOORDAT U HET
APPARAAT INSCHAKELT .............................. 4
4. AFSTANDSBEDIENING EN KEUZESCHAKELAAR KOELEN/ VERWARMEN: NAAM EN FUNCTIE VAN
DE SCHAKELAARS EN DISPLAY ................. 4
5. WERKBEREIK................................................ 6
6. BEDIENINGSPROCEDURE........................... 6
7. OPTIMALE BEDIENING................................. 9
8. SEIZOENSONDERHOUD............................ 10
DE VOLGENDE SYMPTOMEN ZIJN GEEN
9. STORINGEN AAN DE AIRCONDITIONER
..... 11
10. STORINGEN VERHELPEN.......................... 13
Belangrijke informatie over het gebruikte koelm­iddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het Kyoto-protocol vallen.
Koelmiddeltype R410A
(1)
GWP
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal
waarde
1975
opwarmingspotentieel)
Afhankelijk van de Europese of lokale wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddelle­kken vereist zijn. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met uw lokale dealer.
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Om de functies van de airconditioner ten volle te kunnen benutten en om defecten als gevolg van verkeerde behandeling te voorkomen, raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing voor gebruik zorgvuldig te lezen. Deze airconditioner staat geklasseerd als “apparaat
niet toegankelijk voor het algemeen publ
De hierin beschreven veiligheidsinstructies
zijn ingedeeld in WAARSCHUWING en VOOR­ZORGSMAATREGELEN. Beide bevatten belangrijke informatie betreffende de veilig­heid. Neem alle veiligheidsinstructies nau­wkeurig in acht.
iek”.
WAARSCHUWING
... Het niet
correct opvolgen van deze instructies kan ernstig lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroor
zaken.
VOORZORGSMAATREGELEN...
Het n
iet correct opvolgen van deze instructies kan schade aan eigendommen of lichamelijk let­sel tot gevolg hebben, dat naargelang de omstandigheden ernstig kan zijn
Bewaar na het lezen deze gebruiksaanwijzing op
.
een handige plaats, zodat u deze telkens wanneer dit nodig is kunt raadplegen. Als het apparaat overgedragen wordt aan een nieuwe gebruiker, moet u ook de gebruiksaanwijzing meegeven.
WAARSCHUWING
Houd er rekening mee dat langdurige directe blootstelling aan koele of warme lucht van de airconditioner of aan lucht die te koel of te warm is, schadelijk kan zijn voor uw licha­melijke conditie en gezondheid.
Wanneer de airconditioner niet correct func­tioneert (een brandlucht verspreidt, enz.), moet u het apparaat uitschakelen en contact opne­men met uw plaatselijke dealer.
Wanneer u de airconditioner onder deze omstan­digheden blijft gebruiken, kan dit defecten, elek­trische schokken of brand tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer betreffende het installatiewerk.
Wanneer u het werk zelf doet, kan dit waterlekk­age, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer betreffende wijzigingen, reparatie en onder­houd van de airconditioner.
Ondeskundig uitgevoerd werk kan waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Plaats geen voorwerpen zoals staven, vingers, enz., in de luchtinlaat of luchtuitlaat.
Het aanraken van de hoge-snelheid ventilator­bladen van de airconditioner kan letsel ontstaan.
Raak nooit de luchtuitlaat of de horizontale kleppen aan, terwijl de zwenkflap in bedrijf is.
U vingers kunnen gekneld raken of de unit kan defect raken.
1 Nederlands
Page 8
Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brand­gevaar.
Als de airconditioner niet correct functioneert, d.w.z. geen koele of warme lucht produceert, kan lekkage van koelmiddel de oorzaak zijn. Neem contact op met uw dealer voor bijstand. Het koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg. Bij lekkage, contact met een open vlam, verwarm­ingstoestel of kookapparaat, kunnen echter schadelijke gassen geproduceerd worden. Schakel de airconditioner uit totdat een deskundige onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de lekk­age is gerepareerd.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer over wat te doen in het geval van koelmiddelle­kkage.
Wanneer de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten de juiste maatregelen worden genomen zodat in het geval van koelmid­dellekkage de hoeveelheid weggelekt koelmiddel de concentratielimiet niet overschrijdt. Anders kan dit ongelukken ten gevolge van zuurstoftekort vero­orzaken.
Raadpleeg deskundig personeel over de beves­tiging van accessoires en gebruik enkel acces­soires die door de fabrikant zijn gespecificeerd.
Als er een defect ontstaat ten gevolge van werken die u zelf heeft uitgevoerd, kan dit waterlekkage, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer bij het verplaatsen en opnieuw installeren van de airconditioner.
Fouten bij installatie kunnen lekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Gebruik zekeringen met de juiste ampère­capaciteit.
Gebruik in de plaats geen ongeschikte zekeringen, koper- of andere draad, aangezien dit gevaar voor elektrische schokken, brand, letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg kan hebben.
Voorzie het apparaat van een aardleiding.
Aard het apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-aardkabel. Onvol­doende aarding kan elektrische schokken of brand veroorzaken. Een plotselinge schok van inslaande bliksem of andere stroombron kan de airconditioner beschad­igen.
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw dealer als de aircondi­tioner onder water is komen te staan als gevolg van een natuurramp zoals een overstroming of een storm.
Gebruik In een dergelijk geval de airconditioner niet, omdat dit defecten, elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
De airconditioner niet starten of stopzetten door de circuitonderbreker AAN of UIT te zetten.
Anders kan brand of waterlekkage ontstaan. Bov­endien zal de ventilator plotseling beginnen te draaien als de stroomuitvalcompensatie wordt geactiveerd, wat kan resulteren in lichamelijk letsel.
Gebruik het product niet in een atmosfeer die verontreinigd is met oliedampen, zoals bakolie­of machineoliedampen.
Oliedampen kunnen beschadiging, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Gebruik het product niet op plaatsen met een grote hoeveelheid vette rook, zoals kook­ruimten of op plaatsen met ontbrandbare gas­sen, bijtende gassen of metaalstof.
Gebruik van het product op dergelijke plaatsen kan brand of defecten veroorzaken.
Gebruik geen ontvlambare stoffen (bijv. haarspray of insecticide) in de buurt van het product. Reinig het product niet met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Het gebruik van organische oplosmiddelen kan beschadiging van het product, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Gebruik een aparte stroomvoorziening voor de airconditioner.
Het gebruik van een andere stroomvoorziening kan warmteontwikkeling, brand of defecten veroorza­ken.
Raadpleeg uw dealer als u de binnenkant van de airconditioner wilt schoonmaken.
Verkeerd schoonmaken kan beschadiging van plastic onderdelen, waterlekkage, andere schade en elektrische schokken veroorzaken.
VOORZORGSMAATREGELEN
Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd is.
Gebruik de airconditioner niet voor het koelen van precisie-instrumenten, voedsel, dieren, planten of kunstvoorwerpen, aangezien dit de prestaties, kwaliteit en/of levensduur van het betreffende voor­werp nadelig kan beïnvloeden.
De ventilatorbeschermplaat van de buitenunit niet verwijderen.
De beschermplaat beveiligt tegen letsels die vero­orzaakt kunnen worden door de hoge-snelheid ventilator van de unit.
Plaats voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht niet direct onder de binnen- of buitenunits.
Onder bepaalde omstandigheden kan condens­vorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfilter of een verstopte afvoer water­lekkage veroorzaken, waardoor het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
Nederlands 2
Page 9
Om zuurstofgebrek te voorkomen moet u ervoor zorgen dat de ruimte voldoende geventi­leerd wordt als apparatuur zoals een brander samen met de airconditioner gebruikt wordt.
Controleer na langdurig gebruik de steun van het apparaat en de bevestiging ervan op besch­adiging.
Als deze in beschadigde toestand wordt gelaten, kan het apparaat vallen en letsel veroorzaken.
Plaats of gebruik geen ontvlambare sprays of spuitbussen in de buurt van het apparaat, aangezien dit brand kan veroorzaken.
Alvorens te reinigen moet u het apparaat stopzetten, de hoofdschakelaar uitzetten of het netsnoer losmaken.
Anders kan dit elektrische schokken en letsel vero­orzaken.
Bedien het apparaat niet met natte handen om elektrische schokken te voorkomen.
Plaats geen apparatuur die open vuur produ­ceert op plaatsen die blootstaan aan de lucht­stroom van het apparaat aangezien dit de verbranding van de brander nadelig kan beïnv­loeden.
Plaats geen verwarmingstoestellen direct onder het apparaat, aangezien de resulterende warmte vervorming kan veroorzaken.
Laat kinderen niet op de buitenunit klimmen en plaats er geen voorwerpen bovenop.
Door vallen of omvallen van de voorwerpen kan let­sel veroorzaakt worden.
Plaats de afstandsbediening niet in direct zon­licht.
Daardoor kan het LCD-display verkleuren, waar­door de gegevens niet meer leesbaar zijn.
Veeg het bedieningspaneel niet schoon met benzine, verdunner, chemische reinigings­doekjes, enz.
Daardoor kan het paneel verkleuren of de laklaag loskomen. Als dit bijzonder vuil is, een poetsdoek in water met een neutraal reinigingsmiddel onder­dompelen, de doek goed uitwringen en het paneel schoonvegen. Veeg het paneel vervolgens af met een andere droge doek.
De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren.
Een geblokkeerde luchtstroom kan verminderde prestaties of defecten veroorzaken.
Zorg ervoor dat kinderen, planten of dieren niet direct blootgesteld worden aan de luchtstroom van het apparaat, aangezien dit nadelige gevol­gen kan hebben.
Spoel de airconditioner of de afstandsbedien­ing niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar het risico bestaat op lekkage van ontvlambaar gas.
In het geval van een gaslek kan de opeenhoping van gas in de buurt van de airconditioner brandgev­aar veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare containers zoals spuitbussen binnen 1 m van de uitblaasopen­ing.
De containers kunnen tot ontploffing komen als gev­olg van het effect van de uitvoer van warme lucht van de binnen- of buitenunit.
Leid de afvoerslang zo dat er ongehinderd een volledige afvoer kan plaatsvinden.
Als er geen goede afvoer is via de afvoerleiding wanneer de airconditioner in werking is, is de leiding mogelijk geblokkeerd door vuil. Dit kan ertoe leiden dat er water uit de binnenunit gaat lekken. Schakel de airconditioner in dat geval uit en neem contact op met uw dealer.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik zonder toezicht door jonge kinderen of oud­eren.
Dit kan stoornis van de lichaamsfuncties en schade aan de gezondheid veroorzaken.
Houd kinderen onder toezicht om ervoor te zor­gen dat ze niet met het apparaat of de afstands­bediening kunnen spelen.
Wanneer het apparaat per ongeluk door een kind wordt ingeschakeld, kan dit stoornis van de lichaamsfuncties en schade aan de gezondheid veroorzaken.
Laat kinderen niet op of rondom de buitenunit spelen.
Als zij onvoorzien met het apparaat in aanraking komen, kan dit letsels veroorzaken.
Plaats geen bakken met water (bloemenvazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van het apparaat niet aan aangezien dit letsels kan veroorzaken.
Druk de toetsen van de afstandsbediening nooit in met een hard en puntig voorwerp.
Daardoor kan de afstandsbediening beschadigd worden.
Trek of draai nooit aan de elektrische kabel van een afstandsbediening.
Daardoor kan het apparaat defect raken.
Schakel de airconditioner niet in wanneer u insecticide in een spuitbus gebruikt.
Hierbij kunnen zich namelijk chemicaliën vastzetten in het apparaat waardoor de gezondheid van personen die overgevoelig zijn voor chemi­caliën in gevaar kan worden gebracht.
Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg ervoor dat er zich geen bladeren of andere overblijfselen rond het apparaat ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wan­neer ze in contact komen met elektrische onder­delen.
3 Nederlands
Page 10
Raak nooit de interne onderdelen van de afstandsbediening aan.
Het voorpaneel niet verwijderen. Het aanraken van bepaalde interne onderdelen kan elektrische schokken en beschadiging van het apparaat vero­orzaken. Neem contact op met uw dealer betref­fende het controleren en afstellen van de interne onderdelen.
Laat de afstandsbediening niet achter op plaat­sen waar ze nat kan worden.
Als water in de afstandsbediening terechtkomt, kan dit kortsluiting en beschadiging van de elektrische onderdelen veroorzaken.
Schakel de voeding van de unit uit wanneer deze gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Anders kan de unit warm krijgen of in brand raken door de opstapeling van stof.
Let goed op bij het schoonmaken of nakijken van het luchtfilter.
De werkzaamheden vinden op grotere hoogte plaats, dus wees zeer voorzichtig. Als de ladder onstabiel is, kunt u vallen en letsel oplopen.
2. SPECIFICATIES
[Enkelvoudige unit]
Model RQYQ8PY1B RQYQ10PY1B RQYQ12PY1B
Elektrische voeding
Fas e Frequentie Spanning
Nominale koelcapaciteit Nominale
verwarmingscapaciteit Afmetingen H × B × D Massa Koelmiddeltype Koelmiddelvulling Ontwerpdruk
Hogedrukzijde
Lagedrukzijde
Model RQYQ14PY1B RQYQ16PY1B
Elektrische voeding
Fas e Frequentie Spanning
Nominale koelcapaciteit Nominale
verwarmingscapaciteit Afmetingen H × B × D Massa Koelmiddeltype Koelmiddelvulling Ontwerpdruk
Hogedrukzijde
Lagedrukzijde
(*1)
(*1)
*1: Initiële koelmiddelvulling
[Gecombineerde unit]
RQYQ18~48PY1B is de gecombineerde unit die is samengesteld uit de enkelvoudige units. Voor specificaties, raadpleeg de paragraaf Enkel- voudige unit van de betrokken afzonderlijke unit.
-
(Hz)
(V)
(kW) (kW)
(mm)
(kg)
-
(kg)
(bar)
(MPa)
(bar)
(MPa)
-
(Hz)
(V)
(kW) (kW) (mm) 1680×1240×765 1680×1240×765
(kg)
-
(kg)
(bar)
(MPa)
(bar)
(MPa)
3N 3N 3N
50,0 50,0 50,0
380-415 380-415 380-415
22,4 28,0 33,5 25,0 31,5 37,5
1680×930×765 1680×930×765 1680×930×765
230 284 284
R410A R410A R410A
10,8 11,7 11,7
40 40 40
4,0 4,0 4,0
33 33 33
3,3 3,3 3,3
3N 3N
50,0 50,0
380-415 380-415
40,0 45,0 45,0 50,0
381 381
R410A R410A
11,7 11,7
40 40
4,0 4,0
33 33
3,3 3,3
3. WAT TE DOEN VOORDAT U HET APPARAAT INSCHAKELT
Deze gebruiksaanwijzing is gemaakt voor de vol­gende systemen met standaard bediening. Neem, voordat u het apparaat in gebruik neemt, contact op met uw Daikin-dealer voor de gebruiksaanwijzing die bij uw systeem hoort.
Raadpleeg, wanneer uw installatie voorzien is van een aangepast bedieningssysteem, uw Daikin­dealer voor meer informatie over de bediening ervan.
Buitenunits (Zie afbeelding 1)
Keuzeschakelaar koelen/verwarmen
Inverterunits
“VRVIII-Q” Serie
NNaam en functie van onderdelen
ja nee
Bedrijfsmodi
(Zie afbeelding 1)
1. Buitenunit
2. Binnenunit
3. Afstandsbediening
4. Inlaatlucht
5. Uitvoerlucht
6. Keuzeschakelaar koelen/verwarmen (afbeelding 1 toont het systeem met de koelen/ver­warmen keuzeschakelaar)
4. AFSTANDSBEDIENING EN KEUZ-
ESCHAKELAAR KOELEN/VER­WARMEN: NAAM EN FUNCTIE VAN DE SCHAKELAARS EN DIS­PLAY (Zie afbeeldingen 2 en 3)
1.
Aan/Uit-toets
Druk op deze toets om het systeem in te schakelen. Druk nogmaals op de toets om het systeem uit te schakelen.
2.
Verklikkerlamp (rood)
De verklikkerlamp brandt wanneer het systeem in bedrijf is.
3.
Display keerd)
Omschakeling van koelen/verwarmen is niet mogelijk als de afstandsbediening dit pictogram toont.
4.
Display
Zie hoofdstuk “Bedieningsprocedure - De rich­ting van de luchtstroom instellen”.
“”
“”
(luchtuitblaasliniaal)
(omschakelen geblok-
Nederlands 4
Page 11
5.
Display “” (ventilatie/luchtzuiver- ing)
Deze display toont dat de ventilatie-unit in werk­ing is. (dit zijn optionele accessoires)
20.
Toets voor het instellen van de snelheid van de ventilator
Met deze toets stelt u de snelheid van de ventila­tor in.
6.
Display
“”
(ingestelde temperatuur)
C
Hiermee kunt u de ingestelde temperatuur con­troleren.
7.
Display
“” “” “” “” “”
(werkings-
modus)
Hiermee kunt u zien welke werkingsmodus voor het systeem is geselecteerd.
8.
Display
“”
(geprogrammeerde tijd)
Hiermee kunt u het tijdstip waarop het systeem in- en uitgeschakeld wordt, controleren.
9.
Display
“”
(controle/testen)
TEST
Wanneer u deze toets indrukt, wordt de huidige modus waarin het systeem werkt weergegeven.
10.
Display
“”
(Centrale bediening)
In het display wordt dit pictogram weergegeven wanneer het systeem vanaf één punt wordt bedi­end. (Dit is geen standaardspecificatie.)
11.
Display
“”
(ventilatorsnelheid)
Hiermee wordt de ingestelde ventilatorsnelheid weergegeven.
12.
Display “” (luchtfilter moet worden gerein- igd)
Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
13.
Display
“”
(ontdooien/warme start)
Zie hoofdstuk “Bedieningsprocedure - Uitleg van de verwarmingsfunctie”.
14.
Toets tijdschakelaar in-/uitschakelen
Zie hoofdstuk “Bedieningsprocedure - Het systeem in- en uitschakelen met de tijdschake­laar”.
15.
Toets tijdschakelaar aan / uit
Zie hoofdstuk “Bedieningsprocedure - Het systeem in- en uitschakelen met de tijdschake­laar”.
21.
Keuzetoets voor het selecteren van de functie
Met deze toets stelt u de manier waarop het apparaat werkt in.
22.
Toets voor het instellen van de richting van de luchtstroom
Zie hoofdstuk “Bedieningsprocedure - De rich­ting van de luchtstroom instellen”.
23.
Keuzeschakelaar Alleen ventilator / Aircondi­tioner
Zet de schakelaar in de stand ventilator in te schakelen. In de stand
“”
om alleen de
“”
kan
het apparaat koelen of verwarmen.
24.
Schakelaar koelen / verwarmen
“”
Zet de schakelaar op “”
voor verwarming.
25.
Thermistor
voor koeling of op
Deze tast de kamertemperatuur af rondom de afstandsbediening.
26.
Deze toetsen worden gebruikt wanneer de ven­tilatie-unit geïnstalleerd is (Dit zijn optionele accessoires).
Zie de gebruiksaanwijzing van de ventilatie-unit.
OPMERKING
• Het display in afbeelding 1 toont de mogelijke functies. In werkelijkheid wordt uiteraard altijd slechts één van de functies weergegeven.
• Afbeelding 2 toont de afstandsbediening met het deksel geopend.
• Bij FXS, FXM, FXL, FXD en FXN is de afsteltoets voor de luchtstroomrichting (22) niet beschikbaar en geeft het display (4) bij het indrukken “NOT AVAILABLE” aan.
16.
Toets Controle / Testen
Deze toets wordt alleen door de onderhouds­monteur bij diens werkzaamheden gebruikt.
17.
Toets voor het instellen van de tijd
Met deze toets stelt u het tijdstip waarop het systeem in- of uitgeschakeld moet worden.
18.
Toets voor het instellen van de temperatuur
Met deze toets stelt u de gewenste temperatuur in.
19.
Toets om waarschuwing vervuild filter te wis­sen
Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
5 Nederlands
Page 12
5. WERKBEREIK
Gebruik het apparaat uitsluitend in een omgeving die voldoet aan de voorwaarden uit onderstaande tabel. In deze omstandigheden werkt het apparaat veilig en optimaal.
KOELEN VERWARMEN
Buitentemperatuur –5°~43°CDB –20°~21°CDB
–20°~15,5°CWB
Binnentemperatuur 21°~32°CDB 15°~27°CDB
14°~25°CWB
80%
Luchtvochtigheid binnen
OPMERKING
Om condensatie en waterlekkage uit de unit te voorkomen. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten dit bereik liggen, kunnen de veiligheidsvoorzieningen in werking treden en werk de airconditioner mogelijk niet.
6. BEDIENINGSPROCEDURE
• De manier waarop het apparaat wordt bediend hangt af van de combinatie van de buitenunit en de afstandsbediening. Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk “Wat te doen voordat u het apparaat inschakelt”.
Ter bescherming van het apparaat moet de hoofd­schakelaar 6 uur voordat het systeem in bedrijf genomen wordt, ingeschakeld worden. Schakel de stroomvoorziening tijdens het gebruiksseizoen van de airconditioner niet uit om het opstarten van het apparaat te verge­makkelijken.
• Als de stroomtoevoer onderbroken wordt terwijl het apparaat in bedrijf is, zal het systeem autom­atisch opnieuw inschakelen zodra de stroomonderbreking opgeheven is.
6-1 DE FUNCTIES: KOELEN, VERWAR-
MEN, EN ALLEEN VENTILATOR
• De werkingsmodus kan niet veranderd worden met de afstandsbediening waarvan het display “” Verander de bedrijfsmodus met de afstandsbedi­ening waarvan het display niet
• Zie het hoofdstuk “Bedieningsprocedure - De masterafstandbediening instellen” wanneer het display knippert.
• Het is mogelijk dat de ventilator na het stopzetten van de verwarmingsfunctie nog ongeveer 1 minuut blijft draaien om de warmte uit de binne­nunit te verwijderen.
(omschakelen geblokkeerd) toont.
“”
“”
(omschakelen geblokkeerd)
toont.
• De luchtstroomsnelheid kan automatisch afgest­eld worden afhankelijk van de kamertemperatuur of de ventilator kan plotseling stoppen. Dit duidt niet op een defect.
• Voor beveiliging van het apparaat kan het systeem de luchtstroomsnelheid automatisch regelen.
• Het kan enige tijd duren voordat de verandering van de luchtstroomsnelheid voltooid is. Dit is normaal.
VOOR SYSTEMEN ZONDER KEUZESCHAKE­LAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 4)
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
1
functie zo vaak in tot de gewenste functie is geselecteerd.
“”
Koelen
“”
Verwarmen
“”
Alleen ventilator
Druk op de aan / uit toets.
2
De verklikkerlamp gaat branden en het systeem wordt ingeschakeld.
VOOR SYSTEMEN MET KEUZESCHAKELAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeeldingen 4 en 7)
Selecteer de bedrijfsmodus als volgt met de
1
keuzeschakelaar koelen/verwarmen: “ ” “ ” Koelen (Zie afbeelding 7.1)
“” “” Verwarmen (Zie afbeelding 7.2) “” “” Alleen ventilator (Zie afbeelding 7.3)
Druk op de aan / uit toets. (Zie afbeelding 4)
2
De verklikkerlamp gaat branden en het systeem wordt ingeschakeld.
INSTELLEN (Zie afbeelding 4)
Voor afstelling van de gewenste temperatuur, ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting (alleen voor de afstandsbediening BRC1C62: FXC, FXF, FXH, FXK, FXA), de onderstaande procedure volgen.
Druk op de temperatuurinsteltoets en stel de
3
gewenste temperatuur in.
Door de toets in te drukken wordt de ingestelde temperatuur 1°C verhoogd, resp. verlaagd.
OPMERKING
Stel de temperatuur in op een verantwoorde waarde.
• In de functie Alleen ventilator kan de temper­atuur niet worden ingesteld.
Druk de toets voor het instellen van de ventila-
4
torsnelheid in en selecteer de gewenste snel­heid.
Nederlands 6
Page 13
ruk op de afsteltoets voor de luchtstroomrich-
5
ting. Zie hoofdstuk “De richting van de luchtstroom instellen” voor details.
STOPZETTEN VAN HET SYSTEEM (Zie afbeelding 4)
Druk nogmaals op de aan / uit toets.
6
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt uitgeschakeld.
Het duurt enige tijd voordat de kamer is opgewarmd vanaf het tijdstip dat het apparaat gestart is, aangezien het apparaat voor het ver­warmen van de gehele kamer gebruik maakt van een heteluchtcirculatiesysteem.
• Als de hete lucht naar het plafond stijgt en het gedeelte boven de vloer koud blijft, wordt het aan­bevolen een luchtcirculator te gebruiken (een bin­nenhuisventilator voor luchtcirculatie). Neem contact op met uw dealer voor bijzonderheden.
OPMERKING
• Nadat het apparaat gestopt is dit niet onmid­dellijk uitschakelen.
• Het systeem heeft minstens 5 minuten nodig voor nawerking van de afvoerpompinrichting. Wanneer het apparaat onmiddellijk wordt uit­geschakeld kan dit waterlekkage of andere storingen veroorzaken.
UITLEG VAN DE VERWARMINGSFUNCTIE
• In het algemeen is er bij de verwarmingsfunctie meer tijd nodig voor het bereiken van de ingest-
.
elde temperatuur dan bij de koelfunctie Het wordt aanbevolen de bediening te starten die gebruikt werd alvorens de tijdschakelaarbedien­ing gebruikt werd.
• De volgende bediening wordt uitgevoerd om te voorkomen dat de verwarmingscapaciteit afneemt of dat er koude lucht wordt uitgeblazen.
Ontdooien
• Bij gebruik van de verwarmingsfunctie neemt de bevriezing van de warmtewisse­laar van de buitenunit toe. De verwarming­scapaciteit neemt af en het systeem gaat over op ontdooien.
• De ventilator van de binnenunit stopt en op de afstandsbediening verschijnt Na maximaal 10 minuten ontdooien keert het
”.
systeem terug naar de verwarmingsmodus.
Warme start
• Om te voorkomen dat een binnenunit koude lucht de ruimte inblaast bij het inschakelen van de verwarmingsfunctie, wordt de ventila­tor van de binnenunit niet ingeschakeld. In het display van de afstandsbediening wordt
“”
weergegeven.
OPMERKING
• De verwarmingscapaciteit neemt af naarmate de buitentemperatuur daalt. Gebruik in dit geval een ander verwarmingsapparaat samen met dit appa­raat. (Wanneer apparatuur die open vuur produ­ceert samen met dit apparaat wordt gebruikt, de kamer continu ventileren.) Plaats geen apparatuur die open vuur produceert op plaatsen die blootstaan aan de luchtstroom van het apparaat of onder het apparaat.
6-2 HET DROOGPROGRAMMA PROGRAM-
MEREN
• Het doel van deze functie is het verlagen van de vochtigheid in de kamer met een zo klein mogelijke temperatuurdaling.
• De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de ventilatorsnelheid.
• Het systeem treedt niet in werking als de kamertemperatuur laag is.
• De microcomputer regelt automatisch de temperatuur en de ventilatorsnelheid; deze kunnen dus niet met de afstandsbediening ingesteld worden.
• Deze functie is niet beschikbaar als de kamertemperatuur 20°C of lager is.
VOOR SYSTEMEN ZONDER KEUZESCHAKE­LAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 5)
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
1
functie zo vaak in tot gramma programmeren) wordt weergegeven.
Druk op de aan / uit toets.
2
De verklikkerlamp gaat branden en het systeem wordt ingeschakeld.
Druk de toets voor het instellen van de richting
3
van de luchtstroom in (alleen voor FXC, FXF, FXK, FXH en FXA). Zie hoofdstuk “De richting van de luchtstroom instellen” voor details.
Druk nogmaals op de aan / uit toets.
4
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
• Nadat het apparaat gestopt is dit niet onmid­dellijk uitschakelen.
• Het systeem heeft minstens 5 minuten nodig voor nawerking van de afvoerpompinrich­ting. Wanneer het apparaat onmiddellijk wordt uitgeschakeld kan dit waterlekkage of andere storingen veroorzaken.
“”
(het droogpro-
7 Nederlands
Page 14
VOOR SYSTEMEN MET KEUZESCHAKELAAR KOELEN/VERWARMEN (Zie afbeelding 8)
Selecteer de koelmodus met de keuzeschake-
1
laar koelen/verwarmen. Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
2
functie zo vaak in tot het Droogprogramma is
“”
geselecteerd Druk op de aan / uit toets.
3
.
De verklikkerlamp gaat branden en het systeem wordt ingeschakeld.
Druk de toets voor het instellen van de richting
4
van de luchtstroom in (alleen voor FXC, FXF, FXK, FXH en FXA). Zie hoofdstuk “De richting van de luchtstroom instellen” voor details.
Druk nogmaals op de aan / uit toets.
5
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
• Nadat het apparaat gestopt is dit niet onmid­dellijk uitschakelen.
• Het systeem heeft minstens 5 minuten nodig voor nawerking van de afvoerpompinrich­ting. Wanneer het apparaat onmiddellijk wordt uitgeschakeld kan dit waterlekkage of andere storingen veroorzaken.
6-3 DE RICHTING VAN DE LUCHTSTROOM
INSTELLEN (Zie afbeelding 6) (alleen voor FXC, FXF, FXK, FXH en FXA)
Druk de toets voor het selecteren van
1
de richting van de luchtstroom in. In het display beweegt het pictogram luchtuitblaasliniaal, zoals hieronder is afgebeeld en de richting van de lucht­stroom verandert continu. (Automa­tische beweging luchtuitblaasliniaal)
Druk de toets voor het instellen van
2
de richting van de luchtstroom in.
In het display stopt de beweging van de luchtuitblaasliniaal. De richting van de luchtstroom is nu ingesteld. (Instelling vaste richting van de lucht­stroom)
BEWEGING VAN DE LUCHTUITBLAASLINIAAL
Onder de volgende omstandigheden bestuurt een plc de richting van de luchtstroom. Deze richting kan afwijken van de richting die in het display wordt weergegeven.
KOELEN VERWARMEN
Bij inschakelen.
Wanneer de ruimtetemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur.
Bij ontdooien.
Wanneer de lucht constant horizontaal uitgeblazen wordt.
Wanneer het apparaat de lucht continu omlaag uitblaast tijdens koelen en het apparaat aan het plafond of tegen de wand is gemonteerd, kan de richting van de luchtstroom door de plc worden aangepast. De weergave in het display wordt dan ook gewijzigd.
De richting van de luchtstroom kan op één van de volgende manieren worden gewijzigd.
• De luchtuitblaasliniaal stelt haar positie zelf in.
• De luchtstroomrichting kan door de gebruiker vast worden ingesteld.
Automatisch
” of gewenste positie
“”.
(Zie afbeelding 13)
OPMERKING
• De draaihoek van de liniaal is instelbaar. Contact uw Daikin-dealer voor details. (alleen voor FXC, FXF, FXK, FXH en FXA)
Voorkom dat het apparaat de lucht uitsluitend horizontaal uitblaast
“”
. Daardoor kan
dauw- en stofvorming op het plafond ont­staan.
6-4 HET SYSTEEM IN- EN UITSCHAKELEN
MET DE TIJDSCHAKELAAR (Zie afbeelding 9)
De timer kan op de volgende manieren gebruikt worden. De uitschakeltijd instellen “ ”. Het systeem wordt uitgeschakeld nadat de ingest­elde tijd verstreken is. De inschakeltijd instellen “ ”. Het systeem schakelt in nadat de ingestelde tijd verstreken is.
• De maximale insteltijd van de tijdschakelaar is 72 uur.
• De in- en uitschakeltijden kunnen gelijktijdig geprogrammeerd worden.
Druk de tijdschakelaartoets in en selecteer de
1
gewenste functie in het display. Het display knippert.
• Voor het uitschakeltijdstip
• Voor het inschakeltijdstip
“”
“”
Nederlands 8
Page 15
Druk op de toets voor het instellen van de tijd
2
en stel het tijdstip in waarop het systeem in- of uitgeschakeld moet worden.
Door de toets in te drukken wordt de tijd 1 uur later, resp. vroeger ingesteld.
Druk op de toets Tijdschakelaar aan / uit.
3
De timerinstelprocedure wordt afgesloten. Het pictogram
“”
of
“”
houdt op te knip-
peren en brandt nu continu.
OPMERKING
• Om de in- en uitschakeltijd in één keer te
1
programmeren herhaalt u de stappen tot en met
3
“”
.
“”
• Zodra de timer geprogrammeerd is wordt de resterende tijd op het display weergegeven.
• Om het programmeren van de tijdschake­laar te annuleren drukt u nogmaals op de toets Tijdschakelaar aan / uit. Het pictogram wordt niet meer in het display weergegeven.
Voorbeeld: (Zie afbeelding 11)
Wanneer de tijdschakelaar is ingesteld om het systeem na drie uur uit te schakelen en het systeem na 4 uur weer in te schakelen, wordt het systeem na drie uur uitgeschakeld en ver­volgens één uur later weer ingeschakeld.
6-5 DE MASTERAFSTANDSBEDIENING
INSTELLEN (Zie afbeelding 10)
• Wanneer een buitenunit is aangesloten op meer­dere binnenunits zoals weergegeven in afbeeld­ing 14, is het nodig een van de afstandsbedieningen aan te duiden als de hoofdafstandsbediening.
Druk de keuzetoets voor het selecteren van de
2
functie in op de afstandsbediening die u wilt instellen als master. De instelling is dan vol­tooid. De afstandsbediening is ingesteld als master en het knipperende pictogram
“”
(omschakelen geblokkeerd) verd­wijnt. In het display van de overige afstandsbedien-
ingen wordt het pictogram
“”
(omschakelen geblokkeerd) weergegeven.
6-6 AANDACHTSPUNTEN BIJ SYSTEEM
MET GROEPSBEDIENING OF BEDIEN­INGSSYSTEEM MET TWEE AFSTANDS­BEDIENINGEN
Dit systeem kan, naast individueel (een afstandsbedi­ening bedient een binnenunit) nog op twee andere manieren bediend worden. Raadpleeg uw Daikin dealer betreffende uw systeem.
Systeem met groepsbediening Een afstandsbediening bedient maximaal 16 binnenunits. Alle binnenunits hebben dezelfde instelling.
Bedieningssysteem met twee afstandsbedi-
eningen
Één binnenunit kan bediend worden vanaf twee afstandsbedieningen (bij systemen met groeps­bediening een groep apparaten). De unit wordt individueel bediend.
OPMERKING
• Neem, wanneer u de combinatie of de instelling voor groepsbediening met twee afstandsbedieningen wijzigt, contact op met uw Daikin-dealer.
• De functie, verwarmen, koelen of automatisch bedrijf, kan alleen worden ingesteld vanaf de masterafstandsbediening.
• In het display van de overige afstandsbedienin­gen wordt
“”
(omschakelen geblok­keerd) en de op de master ingestelde functie weergegeven. Het is echter mogelijk over te schakelen op de droog­programma functie met gebruik van hulpafstandsbe­dieningen als het systeem op koelen is ingesteld door de masterafstandsbediening aan te zetten en over te schakelen op alleen ventilator functie.
De afstandsbediening instellen als master
Houd op de huidige masterafstandsbediening
1
de keuzetoets voor het selecteren van de func­tie 4 seconden ingedrukt.
Het display dat
“”
(omschakelen geblokkeerd) toont van alle afstandsbedienin­gen die op dezelfde buitenunit zijn aangeslo­ten gaat knipperen.
7. OPTIMALE BEDIENING
Neem de volgende punten in acht om te voorkomen dat het systeem niet goed werkt.
• Stel de luchtuitlaat correct in en voorkom dat de luchtstroom rechtstreeks op gebruikers van de ruimte wordt geblazen.
• Stel de kamertemperatuur in op een comfortabele waarde. Vermijd te sterk verwarmen of koelen.
• Sluit de gordijnen of jaloezieën om tijdens koelen te voorkomen dat de zon de kamer opwarmt.
• Vaak ventileren. Goed ventileren wanneer het apparaat intensief gebruikt wordt.
• Houd deuren en ramen niet geopend. Als deuren en ramen geopend blijven, stroomt lucht uit uw kamer waardoor het effect van de koeling of ver­warming verminderd wordt.
9 Nederlands
Page 16
• Plaats nooit voorwerpen voor de luchtaan- of afvoeropening van het apparaat. De werking van het apparaat wordt daardoor nadelig beïnvloedt en het apparaat kan zelfs weigeren te werken.
• Schakel de voedingsspanning van het apparaat uit wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Wanneer de hoofdschakelaar is ingeschakeld, verbruikt het apparaat stroom. Schakel de hoofdschakelaar 6 uur voordat u het apparaat in gebruik neemt in (ter bescherming van het apparaat). (Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk “Onderhoud” van de gebruik­saanwijzing van de binnenunit.)
• Wanneer in het display het pictogram (luchtfilter moet worden gereinigd) brandt, moet het luchtfilter worden gereinigd. Laat dit doen door gekwalificeerd personeel. (Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk “Onderhoud” van de gebruiksaanwijzing van de binnenunit.)
• Zorg ervoor dat de binnenunit en de afstandsbe­diening ten minste 1 m verwijderd zijn van televi­sies, radio’s, stereo-installaties en andere vergelijkbare apparatuur. Wanneer de afstand kleiner is kan het apparaat ruis veroorzaken of het beeld vervormen.
• Gebruik geen andere verwarmingsapparatuur direct onder de binnenunit. Als dit gebeurt, kunnen deze door de hitte ver­vormd raken.
“”
8-1 AAN HET BEGIN VAN HET SEIZOEN
Controle
• Zijn de inlaat- en uitlaatluchtroosters van de bin­nen- en buitenunit geblokkeerd? Verwijder alle materialen die blokkering kunnen veroorzaken.
Maak het luchtfilter en de buitenkant schoon.
• Let erop dat u het luchtfilter weer precies op dezelfde plek terugzet nadat u het heeft schoongemaakt. Zie de gebruiksaanwijzing behorend bij de binne­nunit voor bijzonderheden betreffende de reinig­ing ervan.
Schakel het apparaat in.
• Zodra het apparaat wordt ingeschakeld, ver­schijnen de lettertekens op het display van de afstandsbediening. (Schakel voor bescherming van het apparaat dit tenminste 6 uur van te voren in alvorens dit te gaan gebruiken. Dit maakt het gebruik gemakkelijker.)
8-2 AAN HET EINDE VAN HET SEIZOEN
Laat op een heldere dag de ventilator gedurende een halve dag draaien in om de binnenzijde van het apparaat grondig te drogen.
• Zie pagina 6 voor bijzonderheden betreffende het gebruik van de ventilator.
8. SEIZOENSONDERHOUD
VOORZORGSMAATREGELEN
Raak de luchtinlaten of aluminium vinnen van de buiten- of binnenunit niet aan.
Aanraking hiervan kan letsel veroorzaken.
De buiten- of binnenunit niet met water schoonspoelen.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
Wees voorzichtig wanneer u het luchtfilter, enz. gaat reinigen.
Als de ladder onstabiel is, kunt u vallen en letsel oplopen.
Zet de airconditioner stop en schakel de cir­cuitonderbreker uit alvorens u het apparaat gaat reinigen.
Dit kan elektrische schokken en letsel veroorzaken.
Neem contact op met uw dealer voor het rein­igen van de binnenkant van de binnenunits.
Door verkeerd reinigen kunnen de plastic onder­delen beschadigd raken en kunnen er defecten ontstaan, zoals waterlekkage en bestaat er de kans op elektrische schokken.
Schakel het apparaat uit.
• Zodra het apparaat wordt uitgeschakeld, verd­wijnen de lettertekens op het display van de afstandsbediening.
• Wanneer het apparaat is ingeschakeld, verbruikt dit enkele tientallen hoeveelheden watt aan stroom. Schakel het apparaat uit om energie te sparen.
Maak het luchtfilter en de buitenkant schoon.
• Let erop dat u het luchtfilter weer precies op dezelfde plek terugzet nadat u het heeft schoongemaakt. Zie de gebruiksaanwijzing behorend bij de binne­nunit voor bijzonderheden betreffende de reinig­ing ervan.
Nederlands 10
Page 17
9. DE VOLGENDE SYMPTOMEN ZIJN GEEN STORINGEN AAN DE AIRCONDITIONER
9-1 HET SYSTEEM WERKT NIET
De airconditioner start niet onmiddellijk wan-
neer deze opnieuw gestart wordt na het stopzetten, of verandert niet van werkingsmo­dus wanneer een andere werkingsmodus wordt ingesteld.
Wanneer de verklikkerlamp gaat branden, is er geen storing aan het systeem. Om overbelasting van de compressormotor te voorkomen start de airconditioner pas na ongev­eer 5 minuten wanneer deze even tevoren werd uitgeschakeld.
Als “Centralized Control” op de afstandsbedi-
ening wordt getoond en door het indrukken van de bedieningstoets het display gedurende enkele seconden gaat knipperen.
Dit betekent dat de centrale apparaat het appa­raat bestuurt. Het knipperende display betekent dat de afstandsbediening niet gebruikt kan worden.
Het systeem start niet onmiddellijk opnieuw
wanneer de voeding ingeschakeld wordt.
Wacht een minuut tot de microcomputer klaar voor gebruik is.
9-2 APPARAAT STOPT SOMS
Het display van de afstandsbediening toont
“U4” of “U5” en stopt, maar start daarna opnieuw na enkele minuten.
Dit gebeurt omdat de afstandsbediening storing ondervindt van andere elektrische apparatuur dan de airconditioner en dit verhindert communi­catie tussen de units waardoor deze stoppen. Het apparaat wordt automatisch weer gestart zodra de storing wegvalt.
9-3 HET IS NIET MOGELIJK OM OM TE
SCHAKELEN TUSSEN KOELEN EN VERWARMEN
Wanneer in het display van een afstandsbedi-
ening het pictogram geblokkeerd) wordt weergegeven.
Is deze afstandsbediening niet de masteraf­standsbediening. Zie “De masterafstandbediening instellen”.
“”
(omschakelen
Wanneer de koelen/verwarmen keuzeschake-
laar geïnstalleerd is en het display (omschakelen geblokkeerd) toont.
Dit is omdat de koelen/verwarmen overschakeling bestuurd wordt door de koelen/verwarmen keuze­schakelaar. Vraag uw Daikin dealer waar de afstandsbedieningsschakelaar is geïnstalleerd.
“”
9-4 HET IS WEL MOGELIJK OM TE VENTIL-
EREN, MAAR KOELEN EN VERWAR­MEN KUNNEN NIET INGESCHAKELD WORDEN
Onmiddellijk nadat de voedingsspanning
ingeschakeld is.
De microcomputer voert een zelftest uit. Wacht 10 minuten.
9-5 DE VENTILATORSNELHEID KOMT NIET
OVEREEN MET DE INSTELLING
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer
de insteltoets voor de ventilatorsnelheid inge­drukt wordt.
Tijdens verwarmen, wanneer de ruimtetemperat­uur de ingestelde temperatuur bereikt, schakelt de buitenunit uit en wordt de ventilatorsnelheid van de binnenunit sterk verlaagd. Hiermee wordt voorkomen dat koude lucht recht­streeks op de gebruikers van de ruimte wordt geblazen. De ventilatorsnelheid zal niet veranderen wan­neer een andere binnenunit bezig is met verwar­men, ook al wordt de toets ingedrukt.
9-6 DE DRAAIRICHTING VAN DE VENTILA-
TOR KOMT NIET OVEREEN MET DE INSTELLING
De draairichting van de ventilator komt niet
overeen met wat wordt weergegeven op het display van de afstandsbediening. De draairichting van de ventilator verandert niet.
Dat komt omdat het apparaat bestuurd wordt door de microcomputer. Zie “De richting van de lucht­stroom instellen”.
9-7 UIT HET TOESTEL KOMT WITTE ROOK
Binnenunit
Wanneer de luchtvochtigheid hoog is tijdens koelen.
Wanneer de binnenkant van de binnenunit extreem vervuild is, kan de temperatuur in een ruimte ongelijkmatig worden. De binnenkant van de binnenunit moet worden gereinigd. Neem daarvoor contact op met uw Daikin-dealer. Het reinigen van de binnenunit moet worden uitgev­oerd door gekwalificeerd personeel.
11 Nederlands
Page 18
Binnenunit schakelt direct na koelen uit en de
omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid zijn laag.
De oorzaak hiervan is dat warm gasvormig koelmiddel terugstroomt naar de binnenunit, waardoor stoomontwikkeling ontstaat.
Binnenunit, buitenunit
Wanneer het systeem gaat verwarmen na ont-
dooien.
Vocht dat is ontstaan tijdens het ontdooien wordt stoom en wordt uitgeblazen.
9-8 GELUIDEN VAN AIRCONDITIONERS
Binnenunit
Direct nadat de stroom is ingeschakeld, hoort
u een geluid als een aangeslagen gitaarsnaar.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat de elektro­nische expansieklep in een binnenunit begint te werken. Het geluid verdwijnt na ongeveer één minuut.
Wanner het apparaat wordt uitgeschakeld of
tijdens koelen hoort u een continu diep, donker geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de afvoerpomp (optioneel).
Nadat het apparaat heeft verwarmd hoort u een “piepend” geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat kunststof onderdelen als gevolg van temperatuursverand­eringen krimpen en uitzetten.
Nadat de binnenunit is uitgeschakeld, hoort u
een laag “borrelend” geluid.
U hoort dit geluid wanneer de andere binnenunit wel in bedrijf is. Om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in het systeem achterblijft, wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel rondgepompt.
Buitenunit
Wanneer de toon van het werkingsgeluid
verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door een verander­ing in frequentie.
Binnenunit, buitenunit
Wanneer het apparaat koelt of ontdooit, hoort
u een laag sissend geluid.
Dit is het geluid van gasvormig koelmiddel dat door de binnen- en buitenunits stroomt.
Nadat het apparaat is uitgeschakeld of tijdens
ontdooien hoort u gesis.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmid­del niet meer stroomt of dat de stroomrichting wordt omgekeerd.
9-9 ER KOMT STOF UIT HET APPARAAT
Wanneer het apparaat gebruikt wordt nadat dit
langere tijd stopgezet is geweest.
Dit komt omdat er stof in het apparaat is neergeslagen.
9-10 DE APPARATEN VERSPREIDEN
VERVELENDE LUCHTJES
Tijdens bedrijf. Het apparaat kan de geuren van de ruimte, het meubilair, sigaretten enz. absorberen en vervol­gens weer afscheiden.
9-11 DE VENTILATOR VAN DE BUITENUNIT
DRAAIT NIET
Tijdens bedrijf. De snelheid van de ventilator wordt geregeld voor een optimale effectiviteit van het apparaat.
9-12 IN HET DISPLAY WORDT
“”
WEERGEGEVEN
Dit is het geval onmiddellijk nadat de hoofd­schakelaar wordt ingeschakeld.
Dit betekent dat de afstandsbediening in normale toestand is. Deze uitlezing blijft ongeveer één minuut aanwezig.
9-13 DE COMPRESSOR OF VENTILATOR
IN DE BUITENUNIT STOPPEN NIET
Dit dient om te voorkomen dat er olie en koelmiddel in de compressor achterblijven. Het apparaat zal na ongeveer 5 tot 10 minuten worden uitgeschakeld.
9-14 DE BINNENKANT VAN EEN BUITE-
NUNIT IS WARM, ZELFS NADAT HET APPARAAT IS UITGESCHAKELD
De reden hiervan is dat de carterverwarming de compressor opwarmt, zodat deze op een goede manier kan opstarten.
9-15 APPARAAT STOPT SOMS
Het display van de afstandsbediening toont “U4” en “U5” en stopt, maar start daarna opnieuw na enkele minuten.
Dit gebeurt omdat de afstandsbediening storing ondervindt van andere elektrische apparatuur dan de airconditioner en dit verhindert communi­catie tussen de units waardoor deze stoppen. Het apparaat wordt automatisch weer gestart zodra de storing wegvalt.
Nederlands 12
Page 19
9-16 HETE LUCHT KOMT NAAR BUITEN
ALHOEWEL HET APPARAAT IS STOPGEZET
Hete lucht is voelbaar wanneer het apparaat is
stopgezet.
Enkele verschillende binnenunits worden binnen hetzelfde systeem gebruikt, zodat als de ene unit draait, er nog steeds koelmiddel door de andere unit stroomt.
9-17 APPARAAT KOELT NIET ZO GOED
Het droogprogramma programmeren. De droogprogramma functie dient om de kamer­temperatuur zo weinig mogelijk te verlagen. Zie pagina 7.
10. STORINGEN VERHELPEN
Neem contact op met uw Daikin-dealer en neem onderstaande maatregelen wanneer één van de volgende storingen is opgetreden.
WAARSCHUWING
Stop de unit en schakel de stroom uit, wan­neer zich iets ongebruikelijks voordoet (brandlucht etc.).
Laat u de eenheid onder dergelijke omstandighe­den verder werken, dan kan dit kapotgaan, elek­trische schokken of brand tot gevolg hebben. Neem contact op met uw dealer.
• Wanneer een veiligheidsvoorziening zoals een zekering, contactverbreker of aardlekschakelaar frequent wordt geactiveerd; Maatregel: Niet de hoofdschakelaar inschakelen.
• Wanneer de AAN/UIT knop niet goed werkt; Maatregel: Schakel de hoofdschakelaar uit.
• Wanneer eer water uit het apparaat lekt; Maatregel: Schakel het systeem uit.
• De bedieningsschakelaar werkt niet zo goed. Schakel het apparaat uit.
• Wanneer in het display geven, het nummer van de unit en de verklikker­lamp knipperen en er een storingcode wordt weergegeven; (Zie afbeelding 12)
1. Controledisplay
2. Nummer van de binnenunit waarin de storing is opgetreden
3. Verklikkerlamp
4. Storingscode
Maatregel: Neem contact op met uw Daikin­dealer en vermeld de storingcode.
“”
wordt weerge-
TEST
Wanneer het apparaat niet correct werkt en geen van de hierboven beschreven storingen zijn opgetreden, kunt u het systeem controleren aan de hand van de volgende lijst. Neem contact op met uw dealer als u het probl­eem zelf niet kunt verhelpen nadat u alle boven­staande punten heeft gecontroleerd. Geef de symptomen, de systeemnaam en de modelnaam door (aangegeven op de garantie­kaart).
1. Wanneer het systeem helemaal niets doet;
Controleer of er geen stroomstoring is. Wacht tot de stroomonderbreking verholpen is. Wanneer er tijdens bedrijf een stroomstoring optreedt, zal het apparaat zodra de stroomvoorz­iening weer hersteld is opnieuw inschakelen.
• Controleer of er een zekering doorgebrand is; Schakel de netspanning uit.
• Controleer of de circui­tonderbreker is doorgeslagen. Schakel het apparaat in met de onderbreker-
Onder­breker
AAN
Schakelaar
Uitschakel­positie
UIT
schakelaar in de uit stand. Schakel niet de stroom in met de contactver­breker in de uitschakelpositie. (Neem contact op met uw dealer.)
2. Als het systeem spoedig na het starten stopt;
• Controleer of de luchtaan- of afvoer van een bin­nenunit of buitenunit door een voorwerp wordt geblokkeerd. Verwijder eventuele obstakels en zorg voor vol­doende aan-, resp. afvoermogelijkheid.
• Controleer of in het display het pictogram
“” (luchtfilter moet worden gereinigd) wordt weerge­geven; Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit. En maak het luchtfilter schoon.
3. Het systeem werkt wel, maar het koelend of ver­warmend vermogen is onvoldoende;
• Controleer of de luchtaan- of afvoer van een bin-
nenunit of buitenunit door een voorwerp wordt geblokkeerd. Verwijder eventuele obstakels en zorg voor vol­doende aan-, resp. afvoermogelijkheid.
• Controleer of in het display het pictogram
“” (luchtfilter moet worden gereinigd) wordt weerge­geven; Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit. En maak het luchtfilter schoon.
• Controleer de temperatuurinstelling. Zie “Bedieningsprocedure”.
• Controleer op de afstandsbediening de snelhei­dinstelling van de ventilator. Zie “Bedieningsprocedure”.
13 Nederlands
Page 20
• Controleer op open deuren of ramen. Sluit deuren en ramen om te voorkomen dat er wind binnenkomt.
• Controleer of er niet te veel gebruikers in de ruimte die gekoeld moet worden aanwezig zijn.
• Controleer tijdens koeling of de warmtebron van de kamer niet te hoog is ingesteld.
• Controleer tijdens koeling of direct zonlicht de kamer binnenkomt. Gebruik gordijnen of jaloezieën.
• Controleer of de richting van de luchtstroom cor­rect is. Zie “Bedieningsprocedure”.
Reparaties buiten de garantietermijn Neem contact op met uw dealer. Als een reparatie noodzakelijk is, kan die tegen betaling worden uit­gevoerd.
Minimale opslagtermijn van belangrijke
onderdelen
Zelfs nadat de productie van een bepaald type airconditioner beëindigd is, houden wij de belan­grijke onderdelen ervan gedurende minimaal 9 jaar in voorraad. Belangrijke onderdelen zijn die onderdelen die essentieel zijn voor de werking van de aircondi­tioner.
After-sales service en garantie
After-sales service:
WAARSCHUWING
Breng geen aanpassingen aan de unit aan. Dit kan elektrische schokken of brand veroorza­ken.
Demonteer of repareer de unit niet zelf. Dit kan elektrische schokken of brand veroorza­ken. Neem contact op met uw dealer.
Als koelmiddel weglekt, vermijden dat het met
vuur in aanraking komt.
Hoewel het koelmiddel gewoonlijk niet kan ont­snappen, zal het koelmiddel, als het ontsnapt en in contact komt met ontbrandbare lucht in de apparatuur zoals bij een heteluchtkachel, een for­nuis enzovoort, zal giftig gas worden gevormd. De monteur moet, na het repareren van een koelmiddellekkage, controleren of de reparatie deugdelijk is voordat de installatie opnieuw in gebruik genomen wordt.
Verhuis of herinstalleer de unit niet zelf. Onjuiste installatie kan leiden tot gevaar voor ele­ktrische schokken of brand. Neem contact op met uw dealer.
Vermeld de volgende informatie wanneer u
contact opneemt met uw dealer voor een rep­aratie:
• Serienummer van de airconditioner:
Meer informatie vindt u op de garantiekaart.
• Transportdatum en installatiedatum:
Meer informatie vindt u op de garantiekaart.
• Storing:
Meld ook alle informatie die kan samen­hangen met de storing. (De storingscode die op de afstandsbedi­ening wordt getoond.)
• Uw naam, adres en telefoonnummer
Aanbevelingen voor onderhoud en inspectie Omdat stof ophoopt in het apparaat wanneer dat gedurende enkele jaren gebruikt is, zal de capac­iteit van het apparaat enigszins teruglopen. Het demonteren en reinigen van onderdelen vere­ist technische expertise; wij adviseren u om een onderhouds- en inspectiecontract (tegen meerko­sten) af te sluiten.
Aanbevolen cycli voor inspecties en onder-
houd [Opmerking: De onderhoudscyclus is niet gelijk aan de garantieperiode.]
Tabel 1 gaat uit van de volgende gebruiksomstan­digheden.
1. Normaal gebruik zonder frequent starten en
stoppen van de machine. (Hoewel dit verschilt per model, raden wij u aan om de machine in het normale gebruik niet vaker dan 6 keer per uur te starten en te stop­pen.)
2. Er wordt uitgegaan van de volgende werking
van het apparaat: 10 uur/dag, 2.500 uur/jaar.
• Tabel 1 lijsten “Inspectiecyclus” en “Onderhoud­scyclus”
Naam van het hoofdonderdeel
Elektromotor (ventilator, bevochtiger etc.)
PC-kaarten 25.000 uur Warmtewisselaar 5 jaar Sensor (thermistor etc.) 5 jaar Afstandsbediening en
schakelaars Afvoerschaal 8 jaar Expansieventiel 20.000 uur Elektromagnetische
klep
Inspectie­cyclus
1 jaar
Onderhoudscyclus [vervangingen en/ of reparaties]
20.000 uur
25.000 uur
20.000 uur
Opmerking 1
Deze tabel geeft de hoofdcomponenten aan. Raadpleeg het onderhouds- en inspectiecontract voor meer details.
Nederlands 14
Page 21
Opmerking 2
Deze onderhoudscyclus geeft de aanbevolen inter­vallen tussen de noodzakelijke onderhoud­swerkzaamheden aan om te zorgen dat het product zo lang mogelijk operationeel blijft. Gebruiken voor een adequate onderhoudsplanning (budgetteren onderhouds- en inspectievergoedin­gen etc.). Afhankelijk van de inhoud van het onderhouds- en inspectiecontract kunnen de cycli in werkelijkheid korter zijn dan hier vermeld.
In de volgende gevallen moet een verkorting van de “onderhoudscyclus” en “vervangingscy­clus” worden overwogen.
Opmerking 2
Deze onderhoudscyclus geeft de aanbevolen inter­vallen tussen de noodzakelijke onderhoud­swerkzaamheden aan om te zorgen dat het product zo lang mogelijk operationeel blijft. Gebruiken voor een adequate onderhoudsplanning (budgetteren onderhouds- en inspectievergoedin­gen etc.).
Neem contact op met uw dealer voor bijzonderhe­den. Opmerking: Schade door demontage of reiniging van het binnenwerk door andere dan officiële deal­ers vallen niet onder de garantiedekking.
1. Bij gebruik in warme, vochtige ruimten of ruimten waar de temperatuur en vochtigheid sterk schommelen.
2. Bij gebruik in ruimten met een grote energie­schommeling (spanning, frequentie, golfver­vorming, enz.) (Kan niet worden gebruikt bij waarden buiten het toegestane bereik.)
3. Bij installatie en gebruik in ruimten waar er vaak trillingen zijn en tegen de unit kan worden gesto­ten.
4. Bij gebruik in slechte ruimten waar stof, zout, schadelijke gas- of olienevels zoals zwavelzuur en waterstofsulfide in de lucht aanwezig kunnen zijn.
5. Bij gebruik in ruimten waar het apparaat vaak wordt in- en uitgeschakeld of waar er lange werk­ingstijden zijn. (Voorbeeld : 24 uur aircondition­ing)
Aanbevolen vervangingscyclus voor slijtende onderdelen
[De cyclus is niet gelijk aan de garantieperiode.]
• Tabel 2 Lijsten “Vervangingscyclus”
Naam van het hoofdonderdeel
Luchtfilter High Efficiency filter
(optioneel accessoire) Zekering 10 jaar Carterverwarming 8 jaar
Inspectie­cyclus
1 jaar
Vervangingscyclus
5 jaar
1 jaar
Opmerking 1
Deze tabel geeft de hoofdcomponenten aan. Raadpleeg het onderhouds- en inspectiecontract voor meer details.
Vervoeren en afvoeren van de unit
• Neem contact op met uw dealer voor het uitbou­wen en opnieuw inbouwen van de systeemaircon­ditioner aangezien hiervoor technische deskundigheid vereist is.
• De systeemairconditioner maakt gebruik van fluo­rkoolstof koelmiddel. Neem contact op met uw dealer als u de systee­mairconditioner wilt opruimen, omdat de wetgev­ing vereist dat het koelmiddel wordt ingezameld, afgevoerd en verwerkt in overeenstemming met plaatselijk en landelijk geldende bepalingen.
Telefoonnummers
Neem voor de after-salesservice contact op met uw dealer.
Garantieperiode:
• Bij dit product hoort een garantiekaart.
Overhandig de garantiekaart aan de klant nadat de monteur de gegevens op de kaart ingevuld heeft. De klant moet de ingevulde informatie controleren en de kaart zorgvuldig bewaren. Garantieperiode: Binnen een jaar na
installatie. Meer informatie hierover vindt u op de garantiekaart.
Neem contact op met uw dealer en toon de garan­tiekaart als de airconditioner binnen de garantiepe­riode gerepareerd moet worden. Als de garantiekaart niet getoond wordt zal de monteur de reparatie wel uitvoeren, maar daarvoor, ondanks dat de garantietermijn nog niet verstreken is, mogelijk betaling verlangen.
15 Nederlands
Page 22
3P226891-12Q EM10A039
(1012) HT
Loading...