Afhankelijk van de Europese of lokale wetgeving kunnen
periodieke inspecties voor koelmiddellekken vereist zijn.
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met
uw lokale dealer.
gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen.
Laat de gassen niet vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype
(1)
:
GWP
(2)
-waarde voor R410A is 2087,5
GWP
(2)
-waarde voor R32 is 675
R410A of R32
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot
gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de
koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven
zowel in gewicht als in CO2-equivalent.
Formule om de hoeveelheid in ton
CO2-equivalent te berekenen: GWP-waarde
koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Neem contact op met uw installateur voor meer
informatie.
DE AIRCONDITIONER................................. 13
10. IN GEVAL VAN PROBLEMEN...................... 15
11. VEREISTEN VOOR VERWIJDERING.......... 17
De oorspronkelijke handleiding is geschreven in het
Engels. Alle andere talen zijn vertalingen van de
oorspronkelijke instructies.
* Enkel van toepassing wanneer dit toestel op de
volgende modellen van buitenunits is aangesloten:
RZAG35~140, RZASG71~140, RXM35~60,
3MXM40~68, 4MXM68~80, 5MXM90
Belangrijke informatie over het
1.VEILIGHEIDSMAATREGELEN
We adviseren u om deze gebruiksaanwijzing voor gebruik
zorgvuldig door te nemen om alle functies van de airconditioner
optimaal te kunnen benutten en om storingen als gevolg van
verkeerde bediening te voorkomen.
Dit product is ingedeeld in de categorie "apparaten niet voor
algemeen gebruik".
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte
industrie en in boerderijen door deskundige of
geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de
handel en in huishoudens, door niet gespecialiseerde
personen.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of
gebrek aan ervaring en kennis als zij supervisie of
instructie krijgen over het veilige gebruik van het
apparaat en als zij de gevaren in betrekking hiermee
begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Het apparaat mag niet zonder toezicht worden gebruikt
door jongere kinderen of personen die niet bevoegd
zijn om airconditioners te bedienen.
Dit leiden tot elektrische schokken of verwondingen.
•
In deze handleiding wordt onderscheid gemaakt tussen
WAARSCHUWINGEN en VOORZORGSMAATREGELEN.
Leef alle onderstaande veiligheidsmaatregelen steeds na,
omdat ze allemaal voor de veiligheid belangrijk zijn.
Nederlands1
WAARSCHUWING ..... Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien niet
vermeden, de dood of ernstige
verwonding kan veroorzaken.
OPGELET...................Geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die, indien niet
vermeden, lichte of matige
verwonding kan veroorzaken.
Deze aanduiding wordt ook
gebruikt om de aandacht te
vestigen op onveilige werkwijzen.
• Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een plaats waar hij
voor elke gebruiker goed bereikbaar is. Zorg er tevens
voor, dat elke nieuwe gebruiker deze gebruiksaanwijzing
overhandigd krijgt.
Schakel de netspanning van de airconditioning
onmiddellijk uit wanneer u iets ongewoons opmerkt
(zoals een brandlucht) en neem contact op met uw
dealer.
Wanneer u de airconditioner onder dergelijke
omstandigheden blijft gebruiken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schokken of brand.
Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door uw
dealer uitvoeren.
Door onoordeelkundige aanpassingen, reparaties en
onoordeelkundig uitgevoerd onderhoud kunnen storingen,
waterlekkage en elektrische schokken en brand ontstaan.
Page 3
Gebruik alleen zekeringen van het juiste amperage.
OPGELET
Het vervangen van zekeringen door een stukje ijzerdraad
of soortgelijke voorwerpen kan elektrische schokken,
brand, verwonding of schade aan de airconditioner tot
gevolg hebben.
Neem contact op met uw verdeler als de airconditioner
een natuurramp, zoals een overstroming of harde
storm, heeft moeten doorstaan.
In een dergelijk geval mag u de airconditioner niet
gebruiken, omdat dit anders defecten, elektrische
schokken of brand kan veroorzaken.
Start of stop de airconditioner met de
afstandsbediening. Gebruik hiervoor nooit de
stroomonderbreker.
Dit kan brand of waterlekkage veroorzaken. Als er
bovendien een automatische resetregeling voorzien is
tegen stroomuitval en er opnieuw stroom is, zal de
ventilator plots gaan draaien, waardoor u gewond kunt
raken.
Gebruik de airconditioner niet in een omgeving met
veel olienevel, zoals de dampen van bakolie of
machineolie.
Olienevel kan barsten veroorzaken aan de airconditioner of
elektrische schokken of brand.
Gebruik geen ontvlambare materialen (bijv. haarspray
of insectenverdelger) in de buurt van de airconditioner.
Maak de airconditioner niet schoon met organische
oplosmiddelen zoals witte spiritus.
Gebruik van organische oplosmiddelen kan resulteren in
barsten in de airconditioner, elektrische schokken of brand.
Gebruik de airconditioner niet op plaatsen met
buitensporig veel vettige rook, zoals in keukens,
of op plaatsen met ontvlambare of corrosieve gassen,
of metaalstofdeeltjes.
Gebruik van de airconditioner in dergelijke ruimten kan
resulteren in brand of een defect aan de airconditioner.
Let op voor brand in geval van koelmiddellekkage.
Als de airconditioner niet correct werkt, d.w.z. geen koude
of warme lucht genereert, kan dit het gevolg zijn van
koelmiddellekkage. Neem contact op met uw lokale dealer
voor hulp. Het gebruikte koelmiddel in de airconditioner is
veilig en lekt gewoonlijk niet weg. Als het toch weglekt en in
contact komt met een onbedekte brander, verwarmingsof kooktoestel, kunnen er giftige gassen ontstaan. Zet de
airconditioner uit, neem contact op met uw plaatselijke
verdeler en verlucht onmiddellijk de ruimte. Zet de
airconditioner pas terug aan wanneer de erkende
onderhoudstechnicus bevestigd heeft dat de lek
gerepareerd is.
Steek geen voorwerpen of vingers in de luchtinlaat,
de luchtuitlaat of de luchtroosters.
Het aanraken van de zeer snel draaiende ventilatorbladen
van de airconditioner kan letsel veroorzaken.
Raadpleeg uw plaatselijke verdeler over de reiniging
van de binnenkant van de airconditioner.
Verkeerde reiniging kan de plastic onderdelen beschadigen
of een storing, lekkage of elektrische schok veroorzaken.
Een langdurige rechtstreekse blootstelling aan koude
of warme lucht uit de airconditioner is niet bevorderlijk
voor de gezondheid. Dit kan namelijk uw fysieke
conditie verslechteren en uw gezondheid aantasten.
Vraag aan uw plaatselijke verdeler de installatie uit te
voeren.
Als u de werkzaamheden zelf uitvoert, kan dit leiden tot
waterlekkage, elektrische schokken en brand.
Laat los verkrijgbare accessoires door vakbekwaam
personeel installeren. Gebruik alleen de
voorgeschreven los verkrijgbare accessoires.
Als een defect ontstaat door uw eigen werkzaamheden,
kan dit leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of
brand.
Laat de apparatuur door uw dealer verplaatsen
of verwijderen.
Door een niet volledig uitgevoerde installatie kunnen
storingen, waterlekkage, elektrische schokken en brand
ontstaan.
De airconditioner moet geaard worden.
Aard de airconditioner niet op een gas- of waterpijp,
bliksemafleider of telefoon-aardkabel.
Onvoldoende aarding kan kortsluiting of brand
veroorzaken.
Een plotselinge schok van inslaande bliksem of iets anders
kan de airconditioner beschadigen.
Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan
elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Gebruik altijd een apart stopcontact voor deze
airconditioner.
Indien dit niet wordt gedaan, kan er grote warmte ontstaan,
brand of een defect aan de airconditioner.
Neem bij lekkage van de koelvloeistof contact op met
uw verdeler.
Wanneer de airconditioner in een kleine kamer wordt
geplaatst, moeten de nodige maatregelen getroffen worden
om ervoor te zorgen dat er te weinig zuurstof in de kamer
zou zijn in geval van koelmiddellekkage.
Het toestel moet worden opslagen zodat het niet
mechanisch kan worden beschadigd en in een goed
verluchte kamer zonder doorlopend werkende
ontstekingsbronnen (zoals open vuur, een gastoestel
of een werkende elektrische verwarming); daarbij
moeten de afmetingen van de kamer voldoen aan deze
die in de installatiehandleiding vermeld staan (alleen
voor het R32-koelmiddel).
Houd de kinderen in het oog en zorg ervoor dat ze niet
met de binnenunit of de afstandsbediening spelen.
Wanneer een kind het toestel bij toeval gebruikt, kan dit
elektrische schokken of verwondingen tot gevolg hebben.
Laat geen kinderen op de unit klimmen en plaats er
geen voorwerpen op.
Dit om ongevallen en indeuken te voorkomen.
Laat kinderen niet op of rondom de buitenunit spelen.
Als de buitenunit verkeerd wordt aangeraakt, kan dit
resulteren in letsel.
Stel uw kinderen, huisdieren en kamerplanten niet
rechtstreeks aan de luchtstroom bloot. Dit is niet
bevorderlijk voor hun gezondheid.
Plaats geen spuitbussen bij de airconditioner
en vermijd het gebruik in de buurt ervan.
Dit om brandgevaar te voorkomen.
Spoel de airconditioner of de afstandsbediening niet af
met water, aangezien dit elektrische schokken of brand
kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen met water erin (bloemenvaas,
enz.) op de binnenunit, dit kan resulteren in elektrische
schokken of brand.
2Nederlands
Page 4
Plaats ontvlambare middelen, zoals spuitbussen,
WAARSCHUWING
RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND
VOORZORGSMAATREGELEN! GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
t
minimaal 1 meter van de luchtuitlaat verwijderd.
Dit om ontploffing te voorkomen als gevolg van de warme
lucht die uit de binnen- of buitenunit komt.
Zet de airconditioner volledig uit wanneer het langere
tijd niet wordt gebruikt.
Anders kan hij oververhit raken of vuur vatten ten gevolge
van stofophoping.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen
bladeren en ander afval rond de unit ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen
binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren
storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact
komen met elektrische onderdelen.
Schakel de airconditioner uit voordat u deze
schoonmaakt en schakel de stroomonderbreker uit.
Dit om elektrische schokken of verwonding te voorkomen.
Bedien de airconditioner niet met natte handen,
eveneens om elektrische schokken te voorkomen.
Raak nooit de inwendige onderdelen van de
afstandsbediening aan.
Aanraken van bepaalde interne onderdelen kan resulteren
in een elektrische schok of beschadiging van de
afstandsbediening. Neem contact op met uw lokale dealer
voor het controleren of afstellen van interne onderdelen.
Wanneer de airconditioner tegelijk met een ander
verwarmingstoestel wordt gebruikt, moet er voldoende
ventilatie zijn in de kamer om zuurstofgebrek te
voorkomen.
Houd uw afstandsbediening steeds in een droge plaats.
Als er water in de afstandsbediening terechtkomt, bestaat
er kans op kortsluiting en beschadiging van de elektrische
onderdelen.
Let goed op bij het schoonmaken of nakijken van het
luchtfilter.
De werkzaamheden vinden op grotere hoogte plaats, dus
wees zeer voorzichtig.
Als de stellage onstabiel is, kunt u vallen of uitglijden met
letsel tot gevolg.
Verwijder nooit het luchtuitlaatrooster van de
buitenunit.
Het rooster biedt bescherming tegen de hogesnelheid
ventilator, die letsel kan veroorzaken.
Raak de luchtinlaat of de aluminium vin van de
airconditioner niet aan om persoonlijk letsel te
voorkomen.
Plaats geen dingen onder de binnenunit die gevoelig
zijn voor vochtschade, anders loopt u het risico dat zij
beschadigd raken door water.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen condensatie op
de unit of koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfilter of een
verstopte afvoer lekkage tot gevolg hebben, waardoor het
betrokken voorwerp verstopt of beschadigd kan raken.
Plaats geen verwarmingstoestellen meteen onder de
binnenunit. De hitte ervan kan resulteren in vervorming
van de ombouw.
Plaats geen verbrandingstoestellen in de luchtstroom
van de airconditioner. Dit om onvolledige verbranding
te voorkomen.
Blokkeer de luchtinlaat- en uitlaatopeningen niet.
Een verminderde luchtstroom kan resulteren in inferieure
prestaties of een defect.
Gebruik de airconditioner alleen om de lucht te koelen
of te verwarmen.
Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden,
zoals het bewaren of beschermen van levensmiddelen,
dieren, planten, precisie-instrumenten of kunstwerken,
omdat dergelijke voorwerpen aangetast kunnen worden.
Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar
ontvlambare gassen kunnen voorkomen.
Als er een gaslek optreedt en gas zich ophoopt in de
airconditioner, kan brand ontstaan.
Leg de afvoerleiding correct aan om een volledige
afvoer te garanderen.
Als de afvoerleiding niet correct geplaatst is, zal er geen
afvoer uit de unit plaatsvinden. Er kan zich dan vuil en stof
ophopen in de afvoerleiding, wat waterlekkage tot gevolg
kan hebben. Als dit het geval is, moet u de airconditioner
stopzetten en contact opnemen met uw dealer.
• OPMERKING VOOR SERVICEPERSONEEL
• Als u elektrische componenten controleert
(zoals de binnenkant van de schakeldoos, de
ventilatormotor, de afvoerpomp enz.), moet
u ervoor zorgen dat de elektriciteit voor de
airconditioner volledig is afgesloten (met
inbegrip van zowel de binnen- als buitenunits).
• Als u de warmtewisselaar schoonmaakt,
verwijder dan altijd de elektrische componenten
die zich erboven bevinden; als deze in contact
komen met het reinigingsmiddel, bestaat het
risico dat de isolatie wordt aangetast, waardoor
ze oververhit kunnen raken.
• Schakel de elektriciteit uit voordat u aan het
werk gaat.
•
Open de schakeldoos nooit tijdens de eerste
10 minuten nadat de elektriciteit is
uitgeschakeld; er is nog restspanning aanwezig.
• Meet na het openen van de schakeldoos eerst
de in Afb. 1 getoonde punten op de Printplaat
met een testapparaat (raak daarbij de onder
spanning staande delen niet aan) en verzeker
u ervan dat de restspanning minder dan
50 V DC bedraagt.
Meetpunten voor
de restspanning
0
-
+
+
C
C
–
A1P
Printplaat
X1M
A1P
Schakelkas
Afb. 1
• Na een stroomonderbreking zal de werking
automatisch herstarten.
X2M
Nederlands3
Page 5
2.WAT TE DOEN VOOR GEBRUIK
OPMERKING
A
1
2
BUITENBINNEN
B
BUITENBINNEN
1
1
OPMERKING
Deze bedieningshandleiding is voor de volgende
systemen met standaard besturing.
Voordat u het systeem in gebruik neemt, moet u uw
lokale dealer raadplegen omtrent de juiste werking
van uw systeem.
AParensysteem of systeem voor simultane werking
1Unit met afstandsbediening
Unit zonder afstandsbediening (bij gebruik met
2
gelijktijdige werking)
• Model met warmtepomp
Dit systeem heeft standen voor KOELING,
VERWARMING, AUTOMATISCH,
DROOGPROGRAMMA en ALLEEN VENTILATOR.
• Alleen voor koelunits
Dit systeem heeft standen voor KOELEN,
PROGRAMMA DROOGWERK en VENTILATOR.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
GROEPSBESTURINGSSYSTEMEN OF
BESTURINGSSYSTEMEN MET TWEE
AFSTANDSBEDIENINGEN
Behalve individuele besturing (één
afstandsbediening bestuurt één binnenunit) biedt dit
systeem nog twee andere besturingssystemen.
Bevestig het volgende indien uw unit het volgende
besturingssysteem gebruikt.
• Groepsbesturingssysteem
Eén afstandsbediening bestuurt maximaal
16 binnenunits.
Alle binnenunits hebben dezelfde afstelling.
• Systeem wordt met twee afstandsbedieningen
bediend
Twee afstandsbedieningen besturen
één binnenunit (of, in het geval van een
groepsbesturingssysteem, één groep binnenunits).
BMultisysteem
1Unit met afstandsbediening
• Lees de bedieningshandleiding van de
afstandsbediening die u gebruikt.
Gebruikt u een draadloze afstandsbediening,
raadpleeg dan de bedieningshandleiding die bij
de draadloze afstandsbedieningsset is geleverd.
Indien uw installatie een speciaal aangepast
besturingssysteem heeft, vraag dan uw lokale
dealer naar de juiste werking van uw systeem.
• Neem contact op met uw plaatselijke verdeler
bij het veranderen van de combinatie of
de instellingen van groepsbesturing en
regelsystemen met twee afstandsbedieningen.
• Wijzig in geen geval zelf de combinatie of de
instellingen van groepsbesturingssystemen
of besturingssystemen met twee afstands-
bedieningen; vraag dit aan uw lokale dealer.
INFORMATIE OM HET OF DE MODELLEN TE IDENTIFICEREN
WAAROP DE INFORMATIE BETREKKING HEEFT:
Picto-
Item
Koelcapaciteit
(voelbaar)
Koelcapaciteit
(latent)
Verwarmingscapaciteit
Contactdetails
Modellen
FHA125AVEB9
FHA140AVEB9
DAIKIN INDUSTRIES CZECH REPUBLIC s.r.o.
U Nové Hospody 1/1155, 301 00 Plzeň Skvrňany,
Tsjechische Republiek
DE TABEL HIERBOVEN HEEFT BETREKKING TOT DE MODELLEN
Waar-deTo es -
gram
P
rated, c
P
rated, c
P
rated, h
EN WAARDEN UIT DEZE TABEL
tel
AkW
BkW
CkW
ABC DE
7.834.2713,500,3762
8.684.7215,500,3964
Item
Totaal
opgenomen
vermogen
Geluidsvermogenniveau (per
snelheidsregeling indien van
toepassing)
Picto-
gram
P
elec
L
WA
Waar-deTo es -
DkW
EdB
tel
4Nederlands
Page 6
Namen en functies van onderdelen
a
1
2
b
cd
e
g
f
a
KOELING [°C]*
BINNEN
BUITENUNIT
RXS35WB13,5~28≤80%*DB–10~46
RXS50~60WB14~28≤80%*DB–10~46
3MXS40~68
4MXS68/80
5MXS90
RZQ200~250WB14~28≤80%*DB–5~46
RZQG71~140WB12~28≤80%*DB–15~50
RZQSG71~140WB14~28≤80%*DB–15~46
RR71~125WB12~28≤80%*DB–15~46
RQ71~125WB12~28≤80%*DB–5~46
h
BUITENUNIT
RXM35~60DB14~28≤80%*DB–10~46
TEMPERATUUR
WB14~28≤80%*DB–10~46
TEMPERATUUR
VOCHTIG-
HEID
BINNEN
VOCHTIG-
HEID
BUITEN-
TEMPERATUUR
BUITEN-
TEMPERATUUR
1Binnenunit
2Buitenunit
3MXM40~68
4MXM68/80
5MXM90
aLuchtuitlaat
bHorizontaal blad (aan de luchtuitlaat)
Aanzuigrooster
c
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 9.)
Luchtfilter (in aanzuigrooster)
d
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 9.)
Afstandsbediening (optie)
Afhankelijk van de configuratie van
e
het systeem is het mogelijk dat de
afstandsbediening niet nodig is.
volgende limieten valt, kan de veiligheidsapparatuur
in bedrijf komen en de airconditioner afslaan,
en soms kan er water uit de binnenunit lekken.
3MXM40~68
4MXM68/80
5MXM90
RZAG35~60DB10~27
RZAG71~140DB10~27
RZASG71~140DB10~27
*
Om condensatie en het druppelen van water uit de binnenunit te
voorkomen.
DB18~37
≤80%*DB–10~46
WB14~28
DB17~38
WB12~28
DB20~38
WB14~28
BINNEN
TEMPERATUUR
DB10~30WB–15~18
BINNEN
TEMPERATUUR
DB10~30
≤80%*DB–20~52
≤80%*DB–15~46
TEMPERATUUR
TEMPERATUUR
DB–15~24
WB–15~18
DB–15~24
WB–15~18
DB–20~24
WB–21~18
DB–20~24
WB–20~18
DB–15~21
WB–15~15,5
BUITEN-
BUITEN-
DB: droge-bol-temperatuur
WB: natte-bol-temperatuur
Het instelbereik van de temperatuur van de afstandsbediening is
16°C tot 32°C, afhankelijk van de verwarmings-/koelingsstand.
Nederlands5
Page 7
4.INSTALLATIELOCATIE
WAARSCHUWING
Met betrekking tot de plaats van installatie
• Is de airconditioner geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte waar er geen obstructies
zijn?
• Installeer de airconditioner niet in de volgende
plaatsen.
a. In ruimten waar veel oliedampen van minerale
oliën hangen.
b. Op plaatsen waar de lucht erg zout is, zoals
een strandgebied.
c. Op plaatsen waar zwaveldampen voorkomen,
zoals bij warmwaterbronnen.
d. In ruimten waar veel spanningsschommelingen
optreden, zoals in fabrieken.
e. In voer- en vaartuigen.
f. In ruimten met veel oliespatten of stoom, zoals
in een keuken.
g. In de buurt van machines die
elektromagnetische golven opwekken.
h. In ruimten waar zuren en/of alkalinedampen
voorkomen.
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door gekwalificeerd personeel
uitvoeren.
Raadpleeg hierover uw lokale dealer. Leg de
bedrading nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een
gescheiden voedingssysteem en dat al het
werk aan elektrische bedrading wordt
uitgevoerd door erkende elektriciens en
conform de landelijk geldende voorschriften
en de instructies van deze
installatiehandleiding.
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk
resetten van de thermische beveiliging te
voorkomen, mag dit toestel NIET worden
gevoed via een externe schakelinrichting
zoals een timer of zijn aangesloten op een
circuit dat regelmatig INen UITgeschakeld
wordt door de voorziening.
Besteed ook aandacht aan het geluid van
het in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a. Een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van de airconditioner te kunnen dragen en
die weinig trillingen en geluid overbrengt.
b. Een plaats waar de warme lucht uit de
luchtuitlaat van de buitenunit en het geluid van
het apparaat geen overlast veroorzaken voor
uw buren.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor
de luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties
verminderen en bijgeluiden veroorzaken.
• Schakel de airconditioner uit wanneer deze
een ongewoon geluid maakt tijdens gebruik
en neem dan hierover contact op met uw
lokale dealer.
Met betrekking tot de afvoerleiding
• Is de afvoerleiding correct aangelegd om een
volledige afvoer te garanderen?
Als de afvoerleiding niet correct is aangelegd, kan
er zich stof of vuil gaan ophopen wat
waterlekkage tot gevolg kan hebben. Als dit het
geval is, moet u de airconditioner stopzetten en
contact opnemen met uw lokale dealer.
5.BEDIENING
•
Lees de handleiding die is meegeleverd met
de afstandsbediening.
• Ter bescherming van de unit moet de
hoofdschakelaar 6 uur voordat de unit in gebruik
wordt genomen worden aangezet.
• Sluit de stroomtoevoer niet af tijdens
seizoensgebruik van de airconditioner.
Dit is om de airconditioner goed te laten werken.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, wordt de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
6.WERKINGSKENMERKEN
KENMERKEN VAN DE STAND KOELEN
(KOELEN EN AUTOMATISCH KOELEN)
• Na lange tijd te werken met een omlaag gerichte
luchtstroom moet u de airconditioner een tijdje in
een andere richting gebruiken om condensatie
op de horizontale rotor te voorkomen.
(De afstandsbediening toont de ingestelde
luchtstroomrichting.)
• Wanneer de KOELFUNCTIE wordt gebruikt bij
een lage binnentemperatuur, zal er rijm gevormd
worden op de warmtewisselaar van de
binnenunit. Hierdoor kan het koelvermogen
afnemen. In dit geval schakelt de airconditioner
gedurende enige tijd automatisch om naar
de stand ONTDOOIEN.
Tijdens het ONTDOOIEN wordt een lage
ventilatorsnelheid gebruikt om te voorkomen dat
er smeltwater vrijkomt. (De afstandsbediening
toont de ingestelde ventilatorsnelheid.)
• Bij hoge buitentemperaturen duurt het soms even
voordat de binnentemperatuur de ingestelde
waarde bereikt.
6Nederlands
Page 8
KENMERKEN VAN DE STAND
VERWARMEN (VERWARMEN
EN AUTOMATISCH VERWARMEN)
START VAN DE WERKING
• Het duurt gewoonlijk langer om met de stand
VERWARMEN de ingestelde binnentemperatuur
te bereiken dan met de stand KOELEN. Het is
aanbevolen om de werking vooraf te starten
door de TIMER te gebruiken.
Doe het volgende om te voorkomen dat het
verwarmingsvermogen afneemt en er koude
lucht ontsnapt.
BIJ DE START VAN DE WERKING EN NA
HET ONTDOOIEN
• In dit systeem wordt de warme lucht gecirculeerd,
zodat het enige tijd kan duren voordat het in de
gehele ruimte warm wordt.
• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien,
totdat de temperatuur in de airconditioner een
bepaalde hoogte bereikt. Op dat moment
verschijnt "" op het scherm van de
afstandsbediening. Laat het systeem ongemoeid
en wacht rustig af.
(De afstandsbediening toont de ingestelde
ventilatorsnelheid.)
• De lucht wordt horizontaal uitgeblazen om tocht
van koude lucht op de aanwezige personen
te voorkomen.
(De afstandsbediening toont de ingestelde
luchtstroomrichting.)
ONTDOOIEN
(Rijmverwijdering voor de buitenunit)
•
Naarmate op de warmtewisselaar van een
buitenunit rijm wordt gevormd, vermindert het effect
van de verwarming en wordt de airconditioner in de
stand ONTDOOIEN geschakeld.
• De ventilator van de binnenunit stopt en op het
scherm van de afstandsbediening is ""
te zien.
Bij een draadloze afstandsbediening stopt de
warme lucht en gaat het lampje ONTDOOIEN
voor de licht ontvangende unitindicator gaat
branden. (De afstandsbediening toont de
ingestelde ventilatorsnelheid.)
• Na maximaal 10 minuten ONTDOOIEN, schakelt
de airconditioner terug naar VERWARMEN.
• De richting van de luchtstroom wijzigt naar
horizontaal. (De afstandsbediening toont
de ingestelde luchtstroomrichting.)
• Tijdens of na het ONTDOOIEN, komt witte rook
uit de luchtin- of -uitlaat van de airconditioner.
(Zie "VI." op pagina 14.)
• Er kan tijdens deze werking een "sis"-geluid
hoorbaar zijn.
Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt. Gebruik de airconditioner in dit geval
samen met andere verwarmingssystemen.
(Wanneer er een verbrandingstoestel wordt
gebruikt, moet de ruimte regelmatig worden
geventileerd.)
Gebruik het verbrandingstoestel niet wanneer
de lucht van de airconditioner er rechtstreeks
op wordt geblazen.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator
de lucht in de ruimte te ventileren. Raadpleeg
uw lokale dealer voor details.
• Wanneer de binnentemperatuur de ingestelde
temperatuur overschrijdt, verspreidt de
binnenunit een lichte bries (schakelt over naar
lichte bries). De richting van de luchtstroom wijzigt
naar horizontaal. (De afstandsbediening toont de
ingestelde ventilatorsnelheid en
luchtstroomrichting.)
KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA
DROGEN
• Dit programma vermindert de vochtigheid zonder
de binnentemperatuur te verlagen. De
binnentemperatuur bij het indrukken van de
werkingsknop zal de ingestelde temperatuur zijn.
Op dit moment worden de ventilatorsnelheid en
temperatuur automatisch ingesteld; de
afstandsbediening toont de ventilatorsnelheid en
ingestelde temperatuur dus niet.
Om de binnentemperatuur en vochtigheid
optimaal te verlagen, gebruikt u eerst de stand
KOELEN om de binnentemperatuur te verlagen,
en daarna het PROGRAMMA DROGEN.
Wanneer de binnentemperatuur wordt verlaagd,
kan de luchtstroom uit de airconditioner stoppen.
Na lange tijd te werken met een omlaag gerichte
•
luchtstroom moet u de airconditioner een tijdje in
een andere richting gebruiken om condensatie
op de horizontale rotor te voorkomen.
(De afstandsbediening toont de ingestelde
luchtstroomrichting.)
• Wanneer het PROGRAMMA DROGEN wordt
gebruikt bij een lage binnentemperatuur, zal er
rijm gevormd worden op de warmtewisselaar
van de binnenunit. In dit geval schakelt de
airconditioner gedurende enige tijd automatisch
om naar de stand ONTDOOIEN.
Een lage ventilatorsnelheid of een zachte wind
wordt gebruikt om te voorkomen dat er
smeltwater vrijkomt.
Nederlands7
Page 9
GELUIDSDRUKNIVEAU
A. Omhoog
en omlaag
B. Naar links en naar rechts
Afb. 2
OPMERKING
Buiten-
unit
Buiten-
unit
Triple
Afstandsbediening
Twin
Binnenunit
(Slave)
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan
70 dB(A).
DE RICHTING VAN DE
LUCHTSTROOM INSTELLEN
• Er zijn 2 manieren om de richting
van de luchtstroom in te stellen.
(Als het apparaat stopt, gaan de
luchtstroomkleppen bij de luchtuitlaat
(Regelkleppen verticale luchtstroom)
automatisch dicht.)
1. A. Omhoog en omlaag (automatisch)
2. B. Naar links en naar rechts (handmatig)
A. OMHOOG EN OMLAAG
Bedrijfsstand
Omhoog
en omlaag
• KOELEN
• AUTOMATISCH
KOELEN
• PROGRAMMA
DROGEN
• Bij werking met
continue neerwaartse luchtstroomrichting
(Lucht stroomt
automatisch
enige tijd in de
ingestelde richting om condensatie op de
horizontale kleppen te voorkomen.)
• VERWARMEN
• AUTOMATISCH
VERWARMEN
• Wanneer de
kamertemperatuur hoger is dan
de ingestelde
temperatuur
• Wanneer het
VERWARMEN
start of tijdens
het ONTDOOIEN (als er
zich rijm vormt
op de buitenunit)
(De richting van
de luchtstroom
wordt horizontaal, zodat de
luchtstroom niet
direct op een
van de aanwezigen in de ruimte
gericht is.)
Druk op de toets DE RICHTING VAN
DE LUCHTSTROOM INSTELLEN om de
uitblaashoek van de luchtstroom als volgt te
wijzigen.
Het scherm RICHTING VAN DE
LUCHTSTROOM draait zoals op
de afbeelding links wordt getoond
draaien
en de richting van de luchtstroom
verandert voortdurend.
(Automatische draai-richting)
Druk op de knop DE RICHTING
VAN DE LUCHTSTROOM
AANPASSEN om de gewenste
richting van de luchtstroom te
kiezen.
Het scherm RICHTING VAN
DE LUCHTSTROOM stopt met
draaien en de luchtstroomrichting
blijft ook in één richting staan.
(vaste luchtstroomrichting).
• Als er sprake is van groepsbesturing in systemen
voor gelijktijdig gebruik (twee- en driedubbel) kan
de richting van de luchtstroom niet individueel op
de slave-units worden ingesteld.
Aanbevolen blaasrichtingsstanden
Koeling
Verwarming
BEWEGING VAN HET HORIZONTALE BLAD
Voor de volgende condities wordt de
luchtstroomrichting bestuurd door een
microcomputer. De richting kan daarom van de
display verschillen.
8Nederlands
We adviseren de hierboven genoemde
luchtstroomstand wanneer u een luchtstroom in één
richting wenst.
Page 10
B. LINKS EN RECHTS
OPMERKING
WAARSCHUWING
• De blaasrichting naar links of naar rechts kan in
de gewenste stand handmatig worden vastgezet.
• Maak pas instellingen nadat u de op- en
neerwaartse luchtstroomrichting vast hebt
ingesteld. Uw hand kan klem komen te zitten
als u instellingen probeert te maken terwijl het
horizontale blad draait.
• Stop het draaien van de rotor voordat u probeert
de hoek aan te passen. Uw vingers kunnen
bekneld raken wanneer u de rotor aanpast
terwijl deze draait.
• De vier vinnen voor de linker en rechter
luchtstroomrichting werken samen in dezelfde
richting.
Gebruik geen units naast elkaar wanneer deze
zoals op de tekening zijn opgesteld. Dit kan
leiden tot het druppelen van condensatie.
Unit met verticaal blad (bovenaanzicht)
LuchtLucht
Verticale
bladen
7.OPTIMALE WERKING
Ga als volgt te werk om te controleren of de
airconditioner op de juiste manier werkt.
•
Voorkom direct zonlicht door het raam door
gordijnen of luiken te gebruiken tijdens het
KOELEN.
•
Houd deuren en ramen dicht. Indien de ramen en
deuren open blijven, stroomt de lucht van de kamer
naar buiten en wordt het koel- en verwarmingseffect
verminderd.
•
Plaats nooit voorwerpen in de buurt van
de luchtinlaat en de luchtuitlaat van de
airconditioner. Deze kunnen het effect
negatief beïnvloeden of de unit stoppen.
•
Stel de kamertemperatuur in op een comfortabele
waarde. Voorkom overmatig koelen of verwarmen.
Hiermee wordt enkel elektriciteit verspild.
•
Als "" of "Tijd om het luchtfilter te reinigen"
op het scherm verschijnt, moet een gekwalificeerd
servicetechnicus de filters reinigen.
8. ONDERHOUD
(Zie "
Wanneer de binnenunit wordt gebruikt met een
verontreinigd luchtfilter, kan dit een afname van de
capaciteit of zelfs storingen tot gevolg hebben.
•
Plaats tv's, radio's en stereo's 1 m of verder uit de
buurt van de binnenunit en afstandsbediening.
".)
Het beeld kan onscherp worden en er kan ruis
ontstaan.
•
Zet de stroomonderbreker uit wanneer de unit
langere tijd niet wordt gebruikt. Wanneer de
stroomonderbreker ingeschakeld blijft, verbruikt de
airconditioner toch een kleine hoeveelheid
vermogen, hoewel hij niet in werking is. (*1)
Zet de stroomonderbreker uit om energie te
besparen. Schakel de stroomonderbreker ongeveer
6 uur voordat u het apparaat opnieuw gaat
gebruiken opnieuw in voor een probleemloze
werking.
(Zie "
8. ONDERHOUD
*1 Hoeveel energie wordt verbruikt wanneer de
buitenunit niet in werking is, hangt af van het
model.
*2 De instelling die van kracht was voordat de
stroomonderbreker wordt uitgeschakeld, wordt
opgeslagen. (De timerinstelling wordt gewist.)
•
Maak goed gebruik van de functie voor afstelling
van de luchtstroomrichting.
Koude lucht verzamelt zich op de vloer en warme
lucht onder het plafond.
Stel de luchtrichting op horizontaal tijdens het
KOELEN of het PROGRAMMA DROGEN en richt
deze naar beneden tijdens het VERWARMEN.
Zorg dat de lucht niet rechtstreeks op een persoon
wordt geblazen.
•
Gebruik de werking met de TIMER
op een doeltreffende manier.
Het duurt soms even voordat de
binnentemperatuur de ingestelde waarde bereikt.
Het is aanbevolen om de werking vooraf te starten
door de TIMER te gebruiken.
" op pagina 9.) (*2)
8.ONDERHOUD (VOOR
ONDERHOUDSPERSONEEL)
LAAT ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
UITSLUITEND DOOR ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL UITVOEREN.
• Gebruik geen ontvlambaar gas (zoals haarof insectenspray) in de buurt van de
airconditioner.
• Maak de airconditioner nooit schoon met
wasbenzine of verfverdunner.
Deze kan scheuren, elektrische schokken
of brand tot gevolg hebben.
• Plaats nooit uw vingers of een ander voorwerp
in de luchtinlaat, de luchtuitlaat of tussen de
horizontale kleppen. De ventilator draait met
hoge snelheid, u zou zich kunnen verwonden.
Nederlands9
Page 11
OPGELET
•
OPMERKING
Knop
Knoppen
FHA35·50: 2 plaatsen
FHA60·71·100·125·140: 3 plaatsen
Knop
Luchtfilter
Luchtfilter
Reinig de airconditioner niet met water.
Dit kan leiden tot lekkage en hierdoor tot
elektrische schokken of brand.
• Schakel de airconditioner altijd uit en
ontkoppel de stroomonderbreker wanneer
u werkzaamheden aan het apparaat verricht.
Als de voeding niet uitgeschakeld is, kan dit
elektrische schokken en letsel tot gevolg
hebben.
• Werkt u op een hoge plek, zorg er dan voor dat
u stabiel staat.
Als uw positie niet stabiel is, kan dit leiden tot
letsel als gevolg van vallen en struikelen.
OPMERKING
• Verwijder het luchtfilter uitsluitend ten
behoeve van het reinigen. Anders kan dit
tot storingen leiden.
• Breng geen enkele andere stof dan
de voorgeschreven luchtfilters (bijv.
keukenpapier) op de luchtinlaat aan. Dit kan
de prestaties nadelig beïnvloeden en leiden
tot bevriezing/waterlekkage.
.
2. Verwijder het luchtfilter.
Druk de knoppen op 2 plaatsen omhoog en
verwijder het luchtfilter.
HET REINIGEN VAN HET LUCHTFILTER
Reinig het luchtfilter als de afstandsbediening ""
of "Tijd om het filter te reinigen" aangeeft.
• Deze melding verschijnt als de airconditioner
een tijdlang in werking geweest is.
OPMERKING
• De tijd voordat de aanduiding "" of "Reinig
filter aub" verschijnt, kan worden aangepast.
Vraag uw lokale dealer om een oplossing als
de binnenunit gebruikt moet worden in een
ruimte met sterk vervuilde lucht.
Vervuiling
Normaal
Sterker vervuild
• Als de vervuiling moeilijk van het luchtfilter
te verwijderen is, vervang dan het luchtfilter.
(Vervangend luchtfilter verkrijgbaar als optie)
1. Open het aanzuigrooster.
Schuif de knop in de richting van de pijl en open
het rooster langzaam
Tijd voordat aanduiding
verschijnt
2500 uur (komt overeen met
een jaar)
1250 uur (komt overeen met
een half jaar)
3. Reinig het luchtfilter.
Verwijder het vuil met een stofzuiger of met
water.
Was het
luchtfilter met een
zachte borstel
met neutraal
reinigingsmiddel
als het extreem
vuil is.
Laat het water
weglopen en
laat het
luchtfilter in
de schaduw
drogen.
• Was het luchtfilter niet met water van 50°C
of warmer. Dit kan leiden tot ontkleuring
en vervorming.
• Gebruik geen vuur om het filter te verwarmen.
Dit kan brandplekken veroorzaken.
10Nederlands
4. Bevestig het luchtfilter.
Breng het luchtfilter na het reinigen weer
op dezelfde plaats aan als voordien.
Page 12
5. Sluit het aanzuigrooster.
Schuif alle knoppen in de omgekeerde volgorde van
stap 1 weer terug en maak het rooster goed vast.
6. Schakel de afstandsbediening in en verwijder
de aanduiding "" of "Reinig filter aub" van
de display.
U kunt de melding altijd uitschakelen, zowel
tijdens de werking of bij stilstand.
<In geval van BRC1E>
• Zie voor details de gebruiksaanwijzing die bij
de afstandsbediening wordt geleverd.
HET REINIGEN VAN HET
AANZUIGROOSTER
1. Open het aanzuigrooster.
Schuif de knop in de richting van de pijl en open
het aanzuigrooster langzaam.
Knop
Verende
klem
Verende klemmen
FHA35·50: 2 plaatsen
FHA60·71·100·125·140: 3 plaatsen
3. Verwijder het luchtfilter.
Zie stap 2 voor "HET REINIGEN VAN HET
LUCHTFILTER". (pagina 10)
4. Reinig het aanzuigrooster.
Was het aanzuigrooster met een zachte borstel
met water of een neutraal reinigingsmiddel en
laat het daarna drogen.
Knoppen
FHA35·50: 2 plaatsen
FHA60·71·100·125·140: 3 plaatsen
2. Verwijder het aanzuigrooster.
1 Verwijder het riempje terwijl u het
aanzuigrooster open houdt.
Riem
2 Pak de verende klemmen aan het bovenste
gedeelte van het aanzuigrooster vast en trek
ze naar voren.
Reinigingsmiddel
Als het aanzuigrooster extreem vuil is
• Spuit het reinigingsmiddel voor ventilatoren
en uitlaten direct op het rooster en laat het
ca. 10 minuten intrekken.
Was het aanzuigrooster vervolgens zorgvuldig
met water.
OPMERKING
• Was het aanzuigrooster niet met water van
50°C of warmer.
Dit kan leiden tot ontkleuring en vervorming.
• Gebruik geen vuur als u het aanzuigrooster
droogt. Dit kan brandplekken veroorzaken.
• Gebruik geen normaal in de handel
verkrijgbare producten zoals benzine,
wasbenzine, verfverdunner, schuurpoeder
en vloeibare insecticide.
Dit kan leiden tot ontkleuring en vervorming.
5. Bevestig het luchtfilter.
Zie stap 4 voor "HET REINIGEN VAN HET
LUCHTFILTER". (pagina 10)
6. Bevestig het aanzuigrooster.
Bevestig het rooster in de omgekeerde volgorde
van stap 2.
7. Sluit het aanzuigrooster.
Schuif alle knoppen in de omgekeerde volgorde
van stap 1 weer terug en maak ze goed vast.
Nederlands11
Page 13
DE LUCHTUITLAAT, HET BUITENPANEEL
EN DE AFSTANDSBEDIENING
SCHOONMAKEN
• Wrijf ze schoon met een droge zachte doek.
• Als een vlek zo niet kan worden verwijderd, dip
de doek dan in een met water verdund neutraal
reinigingsmiddel en wring de doek uit. Verwijder
de vlek met deze doek en wrijf het vervolgens
droog met een droge doek.
OPMERKING
• Gebruik geen normaal in de handel
verkrijgbare producten zoals benzine,
wasbenzine, verfverdunner, schuurpoeder en
vloeibare insecticide.
Dit kan leiden tot ontkleuring en vervorming.
• Was het filter niet met water van 50°C of
warmer. Dit kan leiden tot ontkleuring en
vervorming.
REINIGEN VOOR EN NA SEIZOENSGEBRUIK
ONDERHOUD NA EEN LANGE PERIODE
VAN STILSTAND
Bevestig het volgende
• Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de
binnen- en buitenunit niet zijn geblokkeerd.
Verwijder mogelijke obstakels.
Obstakels kunnen de ventilatorsnelheid
belemmeren, waardoor de prestaties afnemen
en de toestellen stuk kunnen gaan.
Reinig het luchtfilter.
• Vergeet het luchtfilter na het reinigen niet
opnieuw te bevestigen.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 9.)
• Zie voor informatie over de installatie,
verwijdering of reiniging van een optioneel
verkrijgbaar luchtfilter de gebruiksaanwijzing van
het betreffende filter.
• Schakel de afstandsbediening in en verwijder
de aanduiding "" of "Reinig filter aub" van
de display.
U kunt de melding altijd uitschakelen, zowel
tijdens de werking of bij stilstand.
<In geval van BRC1E>
• Zie voor details de gebruiksaanwijzing die bij
de afstandsbediening wordt geleverd.
Zet de stroomonderbreker minstens 6 uur
voordat u de unit opnieuw gaat gebruiken
opnieuw aan.
• Dit is nodig om de airconditioner goed te laten
werken en om hem te beschermen.
• De display op de afstandsbediening wordt
getoond wanneer de stroom wordt aangezet.
VERWARMEN binnen de 6 uur nadat de stroom
van de airconditioner is aangezet.
• Sommige modellen doen het volgende om de
units te beschermen.
Als er binnen de 6 uur nadat de stroom weer is
aangezet wordt VERWARMD, stopt de ventilator
van de binnenunit ongeveer 10 minuten tijdens de
werking van de buitenunit om de toestellen te
beschermen.
Dit gebeurt niet enkel op het moment van
installatie, maar telkens wanneer de
stroomonderbreker wordt AAN-/UIT-geschakeld.
Schakel de stroomonderbreker voor uw eigen
comfort niet uit tijdens seizoensgebruik of tijdens
VERWARMEN.
WAT TE DOEN ALS U DE AIRCONDITIONER
VOOR LANGE TIJD STOPT
Laat de unit op een mooie dag een halve dag in
de stand VENTILATOR draaien om de binnenunit
te drogen.
• Dit kan schimmelvorming voorkomen.
Zet de stroomonderbreker uit.
• Terwijl de stroom is ingeschakeld, wordt er een
klein wattage gebruikt, ook al is de airconditioner
niet in bedrijf.
Zet de stroomonderbreker uit om energie te
besparen.
• De display op de afstandsbediening zal
verdwijnen wanneer de stroomonderbreker
wordt uitgezet.
Reinig het luchtfilter en het buitenpaneel
• Zorg ervoor dat het luchtfilter, nadat het is
gereinigd, weer op de oorspronkelijke plaats
wordt teruggeplaatst. (Zie "8. ONDERHOUD"
op pagina 9.)
Zie voor informatie over de installatie,
verwijdering of reiniging van een optioneel
verkrijgbaar luchtfilter de gebruiksaanwijzing van
het betreffende filter.
OPMERKING
De binnenkant van de airconditioner kan na een
aantal seizoenen vuil worden. Dit kan leiden tot
prestatieverlies en waterlekkage.
Vraag uw lokale dealer om meer informatie over het
reinigen van de binnenkant van de unit. Dit moet
door een erkend onderhoudstechnicus worden
gedaan.
12Nederlands
Page 14
9.GEEN STORING VAN DE
AIRCONDITIONER
Volgende symptomen duiden niet op een
probleem met de airconditioner
• VERWARMEN binnen de 6 uur nadat de stroom
van de airconditioner is aangezet.
Sommige modellen doen het volgende om de
units te beschermen.
Als er binnen de 6 uur nadat de stroom weer is
aangezet wordt VERWARMD, stopt de ventilator
van de binnenunit ongeveer 10 minuten tijdens de
werking van de buitenunit om de toestellen te
beschermen.
Dit gebeurt niet enkel op het moment van
installatie, maar telkens wanneer de
stroomonderbreker wordt AAN-/UIT-geschakeld.
Voor comfortverwarming is het aanbevolen om de
stroomonderbreker niet uit te zetten tijdens het
VERWARMEN.
I. DE AIRCONDITIONER WERKT NIET
•
De airconditioner start niet onmiddellijk
opnieuw nadat de AAN/UIT-toets is
ingedrukt.
• De airconditioner wordt niet direct in
werking gesteld als de toets
TEMPERATUURINSTELLING in de vorige
stand wordt teruggezet nadat de toets is
ingedrukt.
Als de BEDRIJFS-indicator gaat branden,
functioneert de airconditioner normaal.
De airconditioner wordt niet direct in werking
gesteld omdat er een beveiliging is
geactiveerd om overbelasting te voorkomen.
De airconditioner wordt na ongeveer 3
minuten automatisch weer in werking
gesteld.
• De airconditioner start niet wanneer
de display "" toont en enkele
seconden knippert nadat een
bedieningstoets is ingedrukt.
Dit komt doordat de airconditioner centraal
bestuurd wordt.
Als de display knippert, betekent
dit dat de airconditioning niet met de
afstandsbediening bestuurd kan worden.
• VERWARMEN binnen de 6 uur nadat de
stroom van de airconditioner is aangezet.
Sommige modellen doen het volgende
om de units te beschermen.
Als er binnen de 6 uur nadat de stroom weer
is aangezet wordt VERWARMD, stopt de
ventilator van de binnenunit ongeveer
10 minuten tijdens de werking van de
buitenunit om de toestellen te beschermen.
Dit gebeurt niet enkel op het moment van
installatie, maar telkens wanneer de stroomonderbreker wordt AAN-/UIT-geschakeld.
Schakel de stroomonderbreker voor uw
eigen comfort niet uit tijdens seizoensgebruik
of tijdens VERWARMEN.
• De werking van de buitenunit stopt.
Dit is omdat de binnentemperatuur de
ingestelde waarde heeft bereikt.
De binnenunit staat in de stand
VENTILATOR.
KOELEN
(AUTOMATISCH KOELEN)
Verlaag de ingestelde temperatuur.
VERWARMEN
(AUTOMATISCH VERWARMEN)
Verhoog de ingestelde temperatuur.
De werking wordt na een tijdje ingeschakeld
wanneer de airconditioner in normale
toestand is.
• De afstandsbediening toont "",
en de luchtstroom stopt.
Dit komt doordat de airconditioner
automatisch omschakelt naar de stand
ONTDOOIEN om te voorkomen dat de
verwarmingscapaciteit afneemt wanneer
er zich meer rijm op de buitenunit vormt.
Na maximaal 10 minuten, keert de
airconditioner terug naar zijn oorspronkelijke
werking.
II. DE WERKING STOPT SOMS
• De afstandsbediening toont "U4” en "U5”,
en de werking stopt. Ze zal echter na een
paar minuten worden hervat.
Dit komt doordat de communicatie tussen de
binnen- en buitenunits of de binnenunits en
de afstandsbedieningen wordt onderbroken
en de werking gestopt ten gevolge van ruis
die wordt veroorzaakt door andere
toestellen.
Zodra de elektrische ruis afneemt, start de
airconditioner automatisch weer op.
III. DE VENTILATORSNELHEID VERSCHILT
VAN DE INGESTELDE SNELHEID
• De ventilatorsnelheid verandert niet als
u op de toets voor het regelen van de
ventilatorsnelheid drukt.
Tijdens het KOELEN wordt een lage
ventilatorsnelheid of een zachte wind
gebruikt om te voorkomen dat er smeltwater
vrijkomt.
Tijdens het ONTDOOIEN (VERWARMEN)
stopt de luchtstroom van de airconditioner
om te voorkomen dat de lucht direct op een
van de aanwezigen in de ruimte geblazen
wordt.
Nederlands13
Page 15
Na een tijdje kan de ventilatorsnelheid
worden veranderd.
(De ventilatorsnelheid kan niet worden
ingesteld voor het PROGRAMMA
DROGEN.)
Als tijdens het VERWARMEN de ingestelde
kamertemperatuur wordt bereikt, stopt de
buitenunit en gaat de binnenunit over in
zachte bries.
Het duurt even voordat de ventilatorsnelheid
verandert. Verhoog de ingestelde
temperatuur. Na een tijdje verandert de
ventilatorsnelheid.
IV. DE LUCHTSTROOMRICHTING VERSCHILT
VAN DE INGESTELDE RICHTING OF VAN DE
RICHTING DIE OP DE AFSTANDSBEDIENING
WORDT WEERGEGEVEN
• De horizontale kleppen bewegen niet,
hoewel op de afstandsbediening de
bewegende werking wordt weergegeven.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat
de werking start of wanneer de
binnentemperatuur hoger ligt dan de
ingestelde temperatuur om te voorkomen
dat lucht rechtstreeks op een van de
aanwezigen in de ruimte wordt geblazen.
Na een tijdje start de bewegende werking.
(Zie "BEWEGING VAN DE HORIZONTALE KLEP" op pagina 8.)
• De op de afstandsbediening
weergegeven luchtstroomrichting
verschilt van de reële stand van de
horizontale kleppen.
<KOELEN EN PROGRAMMA DROGEN>
Als het toestel op een neerwaartse
luchtstroomrichting is ingesteld, verschilt de
luchtstroomrichting enige tijd van wat er op
de display wordt getoond. Dit is bedoeld om
te voorkomen dat condensatie vormt op de
horizontale kleppen.
<VERWARMEN>
Dit komt doordat de luchtstroomrichting zo
wordt geregeld dat hij horizontaal is nadat
de werking start of wanneer de
binnentemperatuur hoger ligt dan de
ingestelde temperatuur om te voorkomen
dat lucht rechtstreeks op een van de
aanwezigen in de ruimte wordt geblazen.
Na een tijdje verandert de
luchtstroomrichting naar de ingestelde
richting.
(Zie "BEWEGING VAN DE
HORIZONTALE KLEP" op pagina 8.)
V. DE HORIZONTALE KLEPPEN SLUITEN NIET
• De horizontale kleppen sluiten niet, zelfs
wanneer het toestel niet meer actief is.
Dit komt doordat de horizontale kleppen pas
sluiten wanneer er geen lucht meer uit de
airconditioner stroomt.
De horizontale kleppen sluiten na enige tijd.
VI. ER KOMT WITTE NEVEL UIT DE
AIRCONDITIONER
• Wanneer de vochtigheid hoog is tijdens
het KOELEN (Op vette of stoffige
plaatsen)
Indien de binnenkant van een binnenunit
bijzonder vervuild is, wordt de
temperatuurverspreiding in een kamer
ongelijk. Het is nodig de binnenkant
van de binnenunit te reinigen.
Vraag uw lokale dealer om gegevens
over het reinigen van de binnenunit.
Het reinigen moet door een erkend
onderhoudstechnicus worden gedaan.
Controleer de gebruiksomgeving.
• Wanneer de airconditioner na het
ONTDOOIEN en tijdens het ONTDOOIEN
naar VERWARMEN wordt omgeschakeld.
Vocht dat ontstaat tijdens het ONTDOOIEN
wordt stoom en zal beginnen rondzweven.
Als de symbolen "" worden
weergegeven op de display van de
afstandsbediening, staat de unit in de stand
ONTDOOIEN.
VII. GELUID VAN AIRCONDITIONERS
• Nadat het apparaat is gestart, hoort u een
gonzend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de motoren
die de horizontale kleppen aandrijven.
Na ongeveer een minuut verdwijnt het geluid.
• Als de airconditioner in de stand KOELEN
of ONTDOOIEN staat, is een continu laag
gesis hoorbaar, of als de airconditioner in
de stand ONTDOOIEN staat, een
druppelend geluid.
Dit is het geluid van koelgas dat door
de binnen- en buitenunits stroomt.
• Er is een sisgeluid te horen bij het starten
of onmiddellijk nadat de werking is
gestopt, of dat te horen is aan het begin
of onmiddellijk na het stoppen van het
ONTDOOIEN.
Dit is het geluid van koelmiddel en wordt
veroorzaakt door het stoppen en veranderen
van de stroom.
14Nederlands
Page 16
Tijdens het VERWARMEN schakelt de
airconditioner automatisch om naar de
stand ONTDOOIEN.
Op de afstandsbediening verschijnt "".
Na maximaal 10 minuten, keert de
airconditioner terug naar zijn oorspronkelijke
werking.
• Er is een piepgeluid te horen wanneer de
airconditioner in bedrijf is of nadat het
systeem is gestopt.
Dit geluid wordt veroorzaakt door het
uitzetten en krimpen van kunststof
onderdelen.
VIII. STOF VAN DE BINNENUNITS
• Wanneer het systeem gestart wordt nadat
het langere tijd niet in gebruik is geweest,
kan er stof uit de unit worden geblazen.
Stof dat in de unit terecht is gekomen wordt
naar buiten geblazen.
IX. DE BINNENUNITS GEVEN EEN GEUR AF
• Tijdens de werking
De unit absorbeert geuren van kamers,
meubels, sigaretten, enz. en geeft die dan
weer af.
Als de geur hinderend is, kunt u de
luchtstroom op nul zetten wanneer de
binnentemperatuur de ingestelde waarde
bereikt.
Raadpleeg uw lokale dealer voor details.
X. DE AIRCONDITIONER KOELT NIET GOED
•
De airconditioner werkt in modus
PROGRAMMA DROGEN.
Dit is omdat er met het programma drogen
wordt gewerkt zodat de binnentemperatuur
zo weinig mogelijk afneemt.
Verlaag de binnentemperatuur met de stand
KOELEN, en gebruik dan het PROGRAMMA
DROGEN.
(Zie "KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA DROGEN" op pagina 7.)
•
Lees de kenmerken van de stand KOELEN,
de stand VERWARMEN, en van het
PROGRAMMA DROGEN op pagina 6-7.
10. IN GEVAL VAN PROBLEMEN
Controleer eerst zelf alvorens een
serviceoproep te doen.
1. Indien de airconditioner helemaal niet werkt.
• Controleer of er een zekering doorgebrand is.
Schakel de netspanning uit.
• Controleer of de stroomcircuitonderbreker
is doorgeslagen.
Als het lipje van de stroomcircuitonderbreker
in de stand OFF staat, schakel dan de stroom
in met de stroomcircuitonderbreker.
Als het tabblad van de stroomonderbreker
zich in de struikelpositie bevindt de stroom
niet aanzetten met de
stroomonderbrekerschakelaar.
Neem contact op met uw lokale dealer.
ON
OFF
Lipje
Uitschakelpositie
Stroomonderbreker
(Aardlekschakelaar)
• Controleer of er een stroomstoring is.
Wacht totdat de stroom hersteld is. Indien er
zich tijdens de werking van de airconditioner
een stroomstoring voordoet, start de
airconditioner weer vanzelf onmiddellijk nadat
de stroom hersteld is.
2. Als de airconditioner stopt nadat
de airconditioner gewerkt heeft.
• Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
de buiten- of binnenunit geblokkeerd is door
een voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor
dat de lucht vrij kan stromen.
De horizontale kleppen bij de luchtuitlaat
zijn gesloten wanneer de unit stopt.
• Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een erkend onderhoudstechnicus
om de luchtfilters te reinigen.
Verstoppingen door stof of vuil zullen een
vermindering van het luchtstroomvolume en
toename van het stroomverbruik van de
airconditioner tot gevolg hebben, waardoor
de prestaties zullen afnemen.
Hierdoor kan bovendien dauw van
condensatie ontstaan bij de luchtuitlaat.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 9.)
3. De airconditioner werkt, maar koelt of
verwarmt onvoldoende.
• Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buiten- of binnenunit geblokkeerd is door een
voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan stromen.
De horizontale kleppen bij de luchtuitlaat zijn
gesloten wanneer de unit stopt.
Obstakels belemmeren de ventilatorsnelheid,
waardoor de prestaties afnemen en de units
stuk kunnen gaan wanneer uitgeblazen lucht
wordt aangezogen.
Ze verspillen elektriciteit en kunnen tot gevolg
hebben dat units uitvallen.
• Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Nederlands15
Page 17
Vraag een erkend onderhoudstechnicus om
WAARSCHUWING
Koel
Instellen
28
°C
Fout: druk op knop Menu
bedrijfslampje
Informatie contact
0123–4567–8900
Binnenmodel
–––
/000
Foutcode:A1
Buitenmodel
–––
/000
Terug
de luchtfilters te reinigen.
Verstoppingen door stof of vuil zullen een
vermindering van het luchtstroomvolume en
toename van het stroomverbruik van de
airconditioner tot gevolg hebben, waardoor
de prestaties zullen afnemen.
Hierdoor kan bovendien dauw van
condensatie ontstaan bij de luchtuitlaat.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 9.)
• Controleer of de temperatuur correct is
ingesteld.
Stel een juiste temperatuur, luchtstroom en
uitblaasrichting in.
• Controleer of de VENTILATORSNELHEID
is ingesteld op LAGE SNELHEID.
Stel een juiste temperatuur, luchtstroom en
uitblaasrichting in.
• Controleer of de luchtstroomrichting correct is
ingesteld.
Stel een juiste temperatuur, luchtstroom en
uitblaasrichting in.
• Controleer of deuren of ramen open zijn.
Sluit deuren en ramen om te voorkomen dat
de wind naar binnen waait.
•
Controleer of rechtstreeks zonlicht de kamer
binnen komt (tijdens koeling).
Gordijnen of jaloezieën sluiten.
• Wanneer er te veel mensen in de ruimte
aanwezig zijn (tijdens het koelen).
• Controleer of de warmtebron van de ruimte te
overdadig werkt (tijdens het koelen).
4. Het toestel begint of stopt met functioneren
zonder dat de AAN/UIT-knop is ingedrukt.
• Bent u zeker dat de AAN/UIT-timerwerking
niet in gebruik is?
Zet de AAN/UIT-timer uit.
Zie voor meer informatie de
bedieningshandleiding van de
afstandsbediening.
• Bent u zeker dat er geen afstandsbediening is
aangesloten?
Neem contact op met de centrale
controlekamer vanwaar de stop afkomstig is.
• Bent u zeker dat de display voor
gecentraliseerde controle niet brandt?
Neem contact op met de centrale
controlekamer vanwaar de stop afkomstig is.
Als het probleem niet is opgelost nadat u de
bovengenoemde punten heeft gecontroleerd,
probeer de unit dan niet zelf te repareren.
Vraag in dergelijke gevallen altijd de hulp
van uw lokale verdeler.
Vermeld daarbij het symptoom en het model
(dit staat op het typeplaatje).
Als een van de volgende storingen voorkomt,
neem dan de hierna beschreven maatregelen
en neem contact op met uw lokale dealer.
De airconditioner moet door een erkend
onderhoudsmonteur worden gerepareerd.
Schakel de netspanning van de
airconditioning onmiddellijk uit wanneer
u iets ongewoons opmerkt (zoals een
brandlucht), en neem contact op met
uw lokale dealer.
Wanneer u de airconditioner onder dergelijke
omstandigheden blijft gebruiken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schokken of brand. Neem contact op
met uw lokale dealer.
• Wanneer een veiligheidsvoorziening
zoals een zekering, stroomonderbreker of
aardlekschakelaar frequent wordt geactiveerd.
Maatregel: De hoofdschakelaar niet aanzetten.
• Wanneer de AAN/UIT knop niet goed werkt.
Maatregel: Zet de hoofdschakelaar uit.
• Als water uit de binnenunit lekt.
Maatregel: De werking stilzetten.
5. Bedieningsmethode
•op het basisscherm en het
bedrijfslampje.
•Als er zich een
waarschuwing voordoet,
zal alleen het foutpictogram
knipperen
en niet het bedrijfslampje.
•Om de foutcode en de contactinformatie
weer te geven, drukt u op de Menu/Enterknop.
•De foutcode knippert en het contactadres en
de modelnaam verschijnen.
•Meld de foutcode en de modelnaam aan uw
Daikin-verdeler.
16Nederlands
Page 18
11. VEREISTEN VOOR VERWIJDERING
Uw product en de batterijen die met de
afstandsbediening zijn meegeleverd,
zijn met dit symbool gemarkeerd.
Dit symbool betekent dat u geen
elektrische en elektronische producten
en batterijen mag mengen met niet-gesorteerd,
huishoudelijk afval.
Bij batterijen is mogelijk een scheikundig symbool
onder het symbool gedrukt. Dit scheikundige
symbool betekent dat de batterij een zwaar metaal
bevat boven een bepaalde concentratie. Mogelijke
scheikundige symbolen zijn:
■ Pb: lood (>0,004%)
Probeer het systeem niet zelf te ontmantelen: het
ontmantelen van het product en het behandelen van
het koelmiddel, olie en/of andere onderdelen
moeten gebeuren door een bevoegde monteur
in overeenstemming met de relevante lokale
en nationale wetgeving.
De units en oude batterijen moeten bij een
gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden
behandeld voor hergebruik, recycling en
terugwinning.
Door voor de juiste afvalverwijdering te zorgen,
draagt u bij aan het voorkomen van mogelijke
negatieve gevolgen voor het milieu en de
gezondheid van de mens.
Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen
met de monteur of de lokale overheid.
Nederlands17
Page 19
Page 20
4P465376-1E 2019.02
Copyright 2017 Daikin
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.