LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG DOOR VOOR INSTALLATIE. BEWAAR DEZE HANDLEINDING WAAR U HEM KUNT TERUGVINDEN VOOR LATERE NASLAG.
LEIA COM ATENÇÃO ESTAS INSTRUÇÕES ANTES DE REALIZAR A INSTALAÇÃO.
MANTENHA ESTE MANUAL AO SEU ALCANCE PARA FUTURAS CONSULTAS.
Español
Italiano
Nederlands
Portugues
Russ ian
ПЕРЕД НАЧАЛОМ МОНТАЖА ВНИМАТЕЛЬНО ОЗНАКОМЬТЕСЬ С ДАННЫМИ
ИНСТРУКЦИЯМИ. СОХРАНИТЕ ДАННОЕ РУКОВОДСТВО В МЕСТЕ, УДОБНОМ ДЛЯ
ОБРАЩЕНИЯ В БУДУЩЕМ.
Hiroshi JinnoManager Quality Control DepartmentSakai, 1st of January 2003
CE - DECLARATION OF CONFORMITYCE - CONFORMITEITSVERKLARINGCE -
H-2.fmPage 1Friday,May 23,2003 10:30 PM
CE - FÖRSÄKRAN OM ÖVERENSTÄMMELSE
CE - KONFORMITÄTSERKLÄRUNGCE - DECLARACION DE CONFORMIDADCE - DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE CE - ERKLÆRING OM SAMSVAR
CE - DECLARATION DE CONFORM ITECE - DICHIARAZIONE DI CONFORMITA’CE - OPFYLDELSESERKLÆRINGCE - ILMOITUS YHDENM UKAISUUDESTA
DAIKIN INDUSTRIES, LTD.
declares under its sole resp onsibility that the air conditioning m odels to which this declaration relates :
erklär t auf seine alleinige Verantwortung daß die Modelle der K lim age rät e für die die se Er k lär u ng bestimmt ist:
déclare sous sa seu le responsabilité que les appareils d’air conditionné visés par la pré sen t e déc laration :
verklaart hierbij op eigen exclusieve verantwoordelijkheid dat de airconditioning un its waaro p deze verklaring betrekking heeft :
declara baja su única responsabilidad que los modelos de aire acondicionado a los cuales hace referenc ia la dec laración:
dichiara sotto sua respons ab ilità che i co ndiz ionatori modello a cui è riferita questa dichiarazione:
declara sob sua exclusiva responsab ilidade que os modelos de ar con dic iona do a que esta declaração se refere:
erklærer under en eansvar, at klimaanlægmodellerne, som denne deklaration vedrører:
deklarerar i egenskap av huvudansvarig, att luftkonditionerings m ode llerna som berörs av denn a de kla ration innebär att:
erklærer et fullstend ig ans var for at de luftkondisjoner in gs m odeller som berøres av denne deklarasjon inneb ær er at:
ilmoittaa yksinomaan omalla vastuullaan, että tämän ilm oit uk se n tar koitta m at ilmas toint ilaitt eide n m allit:
FFQ25BV1B
FFQ35BV1B
FFQ50BV1B
FFQ60BV1B
are in conformity with the following stand ard (s) or oth er no r m a tive docu m ent (s ), provided that these are used in accor dan ce w ith our instructions:
der/den folgenden Nor m ( en) ode r eine m anderen Normd oku m ent oder -dokumenten en ts pr ic ht/ ents pre ch en, unter der Voraussetzung, daß sie gemä ß uns er en A nwe isu ngen eingesetzt werden:
sont conformes à la/au x no r m e(s) ou autre(s) document(s) normatif(s), po ur autant qu’ils soie nt ut ilisés co nform ém e nt à nos instructions:
conform de volgende norm(en) of één of meer ande re bindende documen te n zijn , op voorwaarde dat ze worden gebruikt overeenkoms tig onze instructies:
están en conformida d co n la(s ) siguiente(s) norma (s) u otro (s ) doc um e nt o(s) n ormativo(s), siempre que sea n utiliza dos de ac uerdo con nuestras instrucciones:
sono conformi al(i) segu en te (i) standard(s) o altro(i) document o(i) a caratter e no r m ativo, a patto che vengano usati in conformità alle nostre is tr uzio ni:
eatão em conformid ade com a(s) seguinte(s) norma(s) ou outro(s ) do cu m ento( s) normativo(s), desde que es tes s ejam utiliza dos de acordo com as nossas instruções:
overholder følgende standard(er) eller andet/andre re tnings givend e dok ument(er), forudsat at disse anvendes i henhold til vore instrukser:
respektive utrustning är utförd i överensstämmels e med och följer följande standard(er) eller andra no r m givande dokument, under förutsättning att användning sker iöverensstämme lse me d vära instruktioner:
respektive utstyr er i overensstemmelse med følgende stan dar d( er) eller andre normgivende dok um ent(er), under forutssetning av at disse br ukes i henhold til våre instrukser :
vastaavat seuraavien standardien ja muiden oh jeellis ten dokumenttien vaatimuksia ede llyttäen, että niitä käytetään ohjeidemm e m ukaisesti:
EN60335-2-40,
following the provisions of:Directives, as amended.
gemäß den Vorschriften der:Direktiven, gemäß Änderun g.
conformément aux stipulati ons des :Directives, telles que modifiées.
overeenkomstig de bepalingen van:Richtlijnen, zoals geamendeerd.
siguiendo las disposicione s de:Directivas, según lo enmendado.
secondo le prescrizioni per:Direttive, come da modifica.
de acordo com o previsto em:Directivas, conforme alteração em.
under iagttagelse af bestemm else r n e i:Direktiver, med senere ændringer.
enligt villkoren i:Direktiv, med företagna ändringar.
gitt i henhold til bestemmelsene i:Direktiver, med foretatte endringer.
noudattaen määräyksiä:Direktilvejä, sellaisina kuin ne ovat muutettuina.
*Noteas set out in the Technical Construction File
*Hinweiswie in der Technischen Konstruktionsakte
*Remarquetel que stipulé dans le Fichier de Construction Technique
*Bemerkzoals vermeld in het Technisch Constructiedossier
*Notatal como se expone en el Archivo de Construcción Técnica
*Notadelineato nel File Tecnico di Costruzione
Lees deze “VEILIGHEIDSO VERWEGINGEN” zorgvuldig door voordat u de aircondit ioner inst alleert en zorg
ervoor , dat u het toestel op de juiste wijze installe ert. Nadat u de installatie heeft voltooid dient u te controleren of de unit goed functioneert. Instrueer de cliënt in het gebruik en onderhoud van de unit.
Maak uw klanten erop attent dat het aanbeveling verdient om deze installatiehandleid ing en de
bedieningshandleiding bij elkaar te bewaren, zodat deze later opnieuw kunnen worden nagelezen.
Deze airconditioner is ingedeeld in de categorie “apparaten niet voor algemeen gebruik”.
Instrueer de cllënt in het gebruik en onderhoud van de unit.
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING
• Laat de installatie door uw dealer of door v akbekwaam personeel uitvoeren. Probeer het toestel niet zelf
te installeren.
Fouten bij installa tie kunnen waterlekkage, elektrische schokk en of brand tot gevolg hebben.
• Voer de installatie uit conform de instructies van deze installatiehandleiding.
Fouten bij installa tie kunnen waterlekkage, elektrische schokk en of brand tot gevolg hebben.
• Gebruik uitsluitend de voorgenschreven accessoires en onderdelen om het toestel te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan waterlekkage, elektrische
schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen
hebben.
Op een te zwakke fundering kan de unit omv a llen en ernstig lichamelijk letsel en schade tot gevolg
hebben.
• Houd bij het installen van de unit rekening met natuurkrachten, zoals harde wind, stormen en aardbevingen, waar van toepassing.
Bij verkeerde installtie kan de unit vallen en ongevallen ver oorzaken.
....................... Het negeren van waarschuwingen kan dodelijke ongevallen tot
gevolg hebben.
..... Het negeren van voorzorgsmaatregelen kan li chamelijk letsel of
schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
2
Nederlands
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een gescheiden voedingssystem en dat al het werk aan elek-
VOORZORGSMAATREGELEN
NL.fm Page 2 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
trische bedrading wordt uitgevoerd door erkende elektriciens en comform de landelijik geldende
voorschriften en de instructies van deze installatiehandleiding.
Onvoldoende capa cititeit van de voedin g en fouten in de bedrading kunnen elektrische schrokken en
brand tot gevolg hebben.
• Zorg ervoor dat alle bekabeling ste vi g is v ast gez et, het ju iste typ e kabel w ordt gebruikt en dat de aanslui tpunten en kabels niet mechanisch kunnen worden belast.
Fouten bij aansluiting of installatie kunnen brandgevaar opleveren.
• Leidt, wanneer de voedingskabel en de bekabeling tussen de binnen- en buitenuni ts verbonden worden,
de kabels zodanig dat het deksel van de besturingskast goed bevestigd kan worden.
Als het deksel van de besturingskast niet correct bevestigd wordt, kan gevaa r voor elektrische schokken,
brand of ove rverhi tting van de aansluitingen ontstaan.
• Als er tijdens installatie koelmiddel ontsnapt dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden.
Als het koelmiddel tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
• Controleer na installatie of er geen koelmiddel ontsnapt.
Er kunnen giftige gassen vrijkomen als het koelmiddel in contact komt met warmtebronnen, zoals gasfornuizen, kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen.
• Schakel de unit uit alvorens elektrische onderdelen aan te raken.
• Aard de airconditioner.
• Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een
telefooninstallatie.
Onjuiste aarding kan ge vaar op elektrische schrokken tot gevolg hebben.
• Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar op elektrische tot gevol g hebben.
• Installeer volgens de aanwijzingen v an deze in stallati ehandleidung afvoerleidingen om voor goede afv oer
te zorgen en isoleer de leidingen om condensvorming te voorkomen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer kan waterlekkage en schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
• Installeer de binnen- en buitenunits, de voedingskabels en de verbindingsbekabeling tenminste 1 meter
verwijderd van televisies of radio’s om vervorming van het te ontvangen (beeld)signaal te voorkomen.
(Bij sommige radiofrequenties kan een afs tand va n 1 meter in v oorkomende gevallen onvoldoende bl ijk en
te zijn om vervorming van het radiosignaal te voorkomen.)
• Het bereik van de (draadloze) afstandsbediening kan in kamers met TL-verlichting (vooral bij snelstarts)
aanzienlijk korter dan normaal zijn.
Installeer de binnen-unit zo ver uit de buurt van TL-verli chting als mogelijk.
• Installeer de airconditioner niet in de volgende plaatsen:
(a) waar dampen van minerale oliën voork omen, waar sprays worden gebruikt of stoom voorkomt, zoals
in een keuken.
Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en losrak en of waterlekkage tot gevolg hebben.
(b) waar bijtende gassen voorkomen, zoals zwavalzuurgas.
De koperen leidingen of de gesoldeerde verbindingen kunnen worden aangetast een lekkage van
koelvloeistof tot gevolg hebben.
(c) in de buurt van maschines die elektromagnetische golven opwekken.
Elektromagnetisch golven kunnen de werking van het besturingssystem beinvloeden en storing
veroorzaken.
(d) waar ontvlambare gassen voorkomen, waar glasvez e lstof of andere ontvlambare stoffen in de luch t
hangen, og waar licht ontvlambare materialen woorkomen, zo als ververdunner of benzine.
Het gebruik van de unit onder dergelijke omstandigheden kan brand tot gevolg hebben.
Nederlands
3
2.VOOR INSTALLATIE
(12)Afdicht materiaal
1 stuks
(Groot)
1 stuks
(Klein)
2
stuks
Naam
(1) Afvoerslang
(2) Klem(4) Klem
(
3)
Carrosseriering
voor hangbeugel
Hoeveelheid
Hoeveelheid
Vorm
1 stuks1 stuks8 stuks
6 stuks
(5) Papieren
pasmal
Dient ook als
verpakkingsmateriaal
Naam
Vorm
Leidingisolatie
Afdichtmiddel
1 elk
1 elk
Leidingisolatie
(6) Bouten
(M5)
(7) Montagehulp
voor borgring
4
stuks
4
stuks
(8) voor
gasleidingen
(9) voor
waterleidingen
(
10) Groot
(
11) Klein
(Overigen)
Bedieningshandleiding
Installatiehandleiding
NL.fm Page 3 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
• Z org er v oor dat, w annee r het apparaat a an de vier hijsogen wordt opgetild uit de kartonnen ver pakking, de a ndere delen va n h et a ppar a at, met name d e koelmiddelle iding, de afvoer leiding en
and e re kunststof delen, niet be last w orden.
• Controleer, voordat u begint met de installatiewerkzaamheden, of het te gebruiken koelmiddel R410A is.
(Wanneer het verkeerde koelmiddel wordt gebruikt, zal het apparaat niet normaal werken.)
• Bewaar de voor de installatie benodigde hulpmiddelen tot alle instal latiewerkzaamheden voltooid zijn.
Gooi ze niet weg!
• Kies een transportmethode.
• Laat de unit in de verpakking totdat deze op de plaats v an installatie is aangekomen. Gebruik een draagriem van zacht materiaal of t ouw met beschermde platen wanneer het onvermijdelijk is dat de unit moet
worden verplaatst nadat de verpakking verwijderd is.
• M aa k d e verpakking van de bestur ingsk a st (top) pas open op het moment dat u het appa r aat gaa t
ophangen.
• Raadpleeg de papieren pasmal bij het kiezen van een plaats.
• Zie voor de installatie van een buitenunit, de installatiehandleiding bij de buitenunit.
• Gebruik het apparaat niet op locaties waar veel zout in de lucht aanwezig is, zoals vlakbij het strand, niet
op locaties waar de werkspanning fluct ueert, zoals in fabrieken, of in auto’s of schepen.
2-1ACCESSOIRES
C ontrolee r o f de vo lgende a ccessoires met de unit z ijn bijgeleverd.
2-2OPTIONELE ACCESSIORES
• Voor deze unit zijn een afstandsbediening en decoratiepaneel (niet meegeleverd) benodigd. (Zie Tabel 1,2.)
Tabel 1
ApparaattypeOptioneel decoratiepaneel
FFQ25·35·50·60BV1B
BYFQ60BW1
Kleur : Wit
4
Nederlands
• Er zijn twee vers chillende soorten afstandsbedieningen afstandsbedieningen met snoer en draadloze
De items in de gebruiksaanwijzing die zijn gemarkeerd met WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATEREGELEN hebben betrekking op situaties waaruit lichameli jk letsel en materiële s chade
kan voortvioeien. Bovendien bevat de gebruiksaanwizing instructi es vooe het normale gebruik van het
systeem. Het is van balang dat u de cliënt een volledinge beschrijving geeft van de werking van het
systeem en beveel de cliënt aan om de gebruiksaanwijzing goed te lezen.
NL.fm Page 4 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
afstandsbedieningen. Selecteer een afstandsbediening uit Tabel 2 die de instemming van de klant heeft
en monteer deze op een daartoe geschikte plaats.
Tabel 2
EuropaAustralië
Type afstandsbediening
Alleen voor
koelunits
Model met
warmtepomp
Alleen voor
koelunits
Model met
warmtepomp
Met draadBRC1C517BRC1C61
DraadloosBRC7E531WBRC7E530WBRC7E531WBRC7E530W
OPMERKING
• Wanneer de klant een afstandsbediening wil gebruiken die niet in “Tabel 2” op pagina 4 is opgenomen,
kunt u een geschikte afstandsbediening selecteren op basis van catalogi en technische informatie.
BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AANDACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN
INSPECTEER NA INSTALLATIE
a. Inspe ctiepunt na voltooiing van installatie.
Inspectiepunt
Zijn de binnen- en buitenunit stevig gemon-
teerd?
Wat kan gebeuren als het niet goed is
uitgevoerd.
De unit kan vallen, trillen of bijgeluiden pro-
ceduren
Is de gaslektest goed uitgevoerd?Er kan onvoldoende gekoeld worden.
Is de unit goed geïsoleerd?Er kan condenswater gaan druppen.
Stroomt de afvoer goed door?Er kan condenswater gaan druppen.
Komt de voedingsspanning overeen met de
spanning die op de kenplaat staat?
Zjin de bedrading en de buizen goed aan-
gelegd?
Er kunnen storingen optreden ofcompo-
nenten doorbranden.
Er kunnen storingen optreden of compo-
nenten doorbranden.
Is de unit goed geaard?Gevaar op elektrische schrokken.
Voldoet de bedrading aan de specificaties?
Worden de luchtinl aat of de lu chtuit la at van
binnen- of buitennuit geblokkeerd?
Is de lengte van de koelleidingen en de lading
van het aanvullende koelmiddel genoteerd?
Er kunnen storingen optreden of compo-
nenten doorbranden.
Er kan onvoldoende gekoeld worden.
De lading van het koelmiddel in het
systeem kan niet goed bepaald worden.
b. Inspectie punt o p moment van opleve ring.
lees ook de paragr aa f “VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN”
Inspectiepunt
InspectiepuntInspectiepunt
Heeft u de cliënt de werking van het systeem uitgelegd en de gebruiksaanwijzing laten zien?
Heeft u de cliënt de gebruiksaanwijzing overhandigd?
c. Items die uitleg be hoeven
Nederlands
5
2-3OPMERKINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
VOORZORGSMAATREGELEN
H
1500
>
2500
>
1500
>
*
1500
>
*
1500
>
*
1500
>
*
1500
>
*
1500
>
*
Voor hoge
installatie
Afb. 1
Afb. 2
[Benodigde ruimte voor montage] (mm)
Luchtuitlaat
Luchtaanvoer
Luchtuitlaat
NL.fm Page 5 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
Geef uw klanten uitgebreide instructies (voor de bediening van de verschillende functies en het instellen
van de temperatuur) door de kla nt z elf het appar aat t e laten bedi enen met behul p v an de in structies i n de
handleiding.
3.HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
Breng extra i solatiemat eriaal aan op de b ehuizing v an het appar aat wanneer de rel atie v e l uchtv ochtighei d in
het plafond mogel ijk hoger dan 8 0 % kan worden . Gebruik glas wol, polye th yleenschuim, of een v ergelijkbaar
materiaal net een dikte van minimaal 10 mm.
Bij deze unit kunt u zelf de richting van de luchtstroom instellen.
Om de lucht in 2 of 3 richtingen af te voeren moet een optionele set “Afdichting voor luchtuitlaat” gebruikt
worden.
(1) Kies e en plaats die aan de volgende voorwaarden voldoet e n d e goe dk eur ing van de cliënt he eft.
• Bovenin (ook boven het plafond) de binnenunit kan geen water omlaag druppelen van de
koelmiddelleiding, de afvoerleiding, de waterleiding enz.
• Waar de lucht optimaal kan cir culeren.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Waar het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen.
• Waar het valse plafond niet duideli jk overhelt.
• Waar geen gevaar voor lekkage van gevaarli jke gassen bestaat.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud gerealiseerd kan worden.
• Waar het buizenwerk tussen de binnen- en buitenunits binnen de voorgeschreven limiet blijft.
(Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
OPMERKING
• De maat met de markering * moet minimaal 200 mm. zijn aan die zijden van de unit w aar de luchtafvoeropening afgedekt is.
Model H
FFQ25·35·50·60285 (Controleer of de ruimte minimaal 295 is.
• Installeer de binnen- en buitenunits, de voedingskabels en de verbindingsbekabeling tenminste
1 meter verwijderd v an televisies of radio’s om vervorming van het te ontvangen (beeld)signaal te
voorkomen.
(Bij sommige radiofrequenties kan een afstand van 1 meter in voorkomende gevallen onvoldoende
blijken te zijn om vervorming van het radiosignaal te voorkomen.)
)
6
Nederlands
(2) Richtingen va n de luc htstroom
700 (
Decoratiepaneel
)
585-660 (
Plafondopening
)
575 (
Binnenunit
)
533 (Hartafstand tussen
de ophangbouten)
700 (
Decoratiepaneel
)
585-660 (Plafondopening)
575 (
Binnenunit
)
533 (
Hartafstand tussen
de ophangbouten
)
Koelmiddelbuizen
Ophangbout
(×4)
585 – *660
(180)
20
A
Afb. 3
Afb. 4
≤
20
≤
Systeem
plafond
Aanzicht A
Ophangbeugel
(Overlap van paneel en plafondmateriaal)
(Afmeting plafondopening)
(mm)
NL.fm Page 6 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
Selecteer de luchtstroom die het best geschikt is voor de ruimte en de plaats waar de unit is gemonteerd.
(Om de in 2 of 3 richtingen af te voeren moet dit ter plaatse ingesteld worden via afstandsbediening en de luchtuitla(a)t(en) gesloten worden. Meer informatie hierover vindt u in de installatiehandleiding van de optionele
afdichtingset en in de paragraaf “10. LOKALE INSTELLINGEN”).
[Luchtstroomrichtingen]
LeidingLeidingLeiding
Luchtuitlaat in 4
richtingen
Luchtuitlaat in 3
richtingen
(Voorbeeld)
Luchtuitlaat in 2
richtingen
(3) Gebr uik ophangboute n voor installatie . Controlee r of he t plafond ste vig genoe g is om he t ge wicht van
de unit te drage n. I n ge va l va n twijfel die nt het pla fond vóór installa tie te wo rde n ve rsterk t.
(De papieren pasmal toont de bevestigingspunten. Houd de mal tegen het plafond om vast te stellen
waar het plafond versterkt moet worden.)
4.VOORBER EIDINGEN VOOR INSTALLATIE
(1) P ositie van plafondopening en unit te n o pzichte van de op ha n gbouten.
OPMERKING
• Installeren is mogelij k in een plaf ondo pening tot 660 mm (gemarkeerd met *). Om een o v erlap v an 20 mm
te realiseren moet de afstand tussen de rand van de plafondopening en het apparaat maxi maal 45 mm
zijn. Breng, als de afstand tussen de rand van de plafondopening en het apparaat groter is dan 45 mm,
een stuk plafondplaataan of gebruik een nieuwe plafondplaat.
Systeem plafond
Plafond-materiaal
Systeem plafond
<
45
<
45
(mm)
Afb. 5
Nederlands
7
(2) Ma ak, indie n nodig, ee n opening in het plafond.
Afb.
6
Plafond
Ophangbout
Lange moer of koppelmoer
Anker
Systeemplafond
<Montagevoorbeeld>
(mm)
Schuiven
Montagehulp voor borgring (7)
(gemonteerd)
[De borgring bevestigen]
NL.fm Page 7 Friday, May 23, 2003 10:26 PM
• Gebruik de aftekenmal (5) om de afmetingen van de plafondopening te bepalen.
• Maak de opening in het plafond. Schuif de buizen voor het koelmiddel en de afvoer door de opening
en breng de kabels voor het bedieningspaneel (niet nodig bij draadloze afstandsbediening) en de
verbinding tussen de binnen- en buitenunit aan. Zie hiervoor de betreffende paragrafen “LEIDINGEN”
en “BEDRADING”.
• Het kan noodzakelijk zijn om het plafond ter plaatse van de opening te versterken om te voorkomen
dat het plafond gaat doorhangen of gaat meetrillen. Raadpleeg ene bouwkundige.
(3) Montee r de ophangbouten.
(Gebruik ophangbouten M8 of M10)
Gebruik een anker voor een bestaand plafond en
keilpluggen of een solide ander ankerproduct voor
een nieuw plafon d z odat het pl afond het gewicht van
het apparaat veilig kan dr agen.
Stel de afstand tot het plaf ond (50 - 100 mm) eerst in
voordat u verder gaat.
OPMERKING
• Alle hierboven weergegeven onderdelen worden niet meegeleverd.
(Voor bestaande plafonds)
5.INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
Gebruik tijdens installatie alleen de bijgeleverde accessoires en de door uw bedrijf voorgeschreven
materialen.
(1) N i euwe plafonds
(1-1) H ang de binne n unit voo r lopig o p hoogte.
• Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Zorg ervoor dat de verbinding deugdelijk is en
plaats zowel onder als boven de ophangbeugel vulringen.
Het vulringmontageplaatje (7) voorkomt dat de vulring kan vallen.
Moer (niet meegeleverd)
Borgring (3)
(gemonteerd)
Ophangbeugel
Aandraaien
(en borgen met tweede moer)
[De ophangbeugel bevestigen]
Afb. 7Afb. 8
Gebruik de aftekenmal (5) om de afmetingen van de plafondopening te bepalen.
(1-2)
Overleg zonodig met een timmerman of bouwkundige.
• Op het papieren sjabloon is het midden van de plafondopening weergegeven.
Op het papieren sjabloon is het midden van het apparaat weergegeven.
• Schroef de papieren sjabloon op de behuizi ng met de 4 schroeven (6)(×4).
8
Nederlands
VOORZORGSMAATREGELEN
Aftekenmal (5)
Afb. 10
Waterpas
Waterslang
[Horizontaal houden]
NL.fm Page 8 Tuesday,May 27, 2003 4:45 AM
(gemonteerd)
Bouten (6)
(gemonteerd)
[Monteren van de aftekenmal]
Afb. 9
<Plafond>
Zet de unit neer op de manier zoals deze gemonteerd zal gaan worden.
(1-3)
(Zie
(1-4)
4.VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE-(1)
Controleer of de unit waterpas hangt.
.)
• De binnenunit is voorzien van een ingebouwde afvoerpomp met
vlotterschakelaar. Controleer met een waterpas of slangwaterpas of de apparaat zuiver horizontaal opgehangen is.
(Wanneer de apparaat schuin wordt opgehangen om te voorkomen dat condensaat wegstroomt, zal de vlotterschakelaar niet
goed werken, waardoor water uit de apparaat kan druppelen.)
Bouten (6)
(gemonteerd)
Verwijder de montagehulp voor de borgring (7)
(1-5)
Verwijder de aftekenmal (5).
(1-6)
(2) Be sta ande pla fonds
Hang de binnenunit voorlopig op hoogte.
(2-1)
• Bevesti g de ophangbeugel aan de ophangbout. Zorg ervoor dat de verbinding deugdelijk is en
plaats zowel onder als boven de ophangbeugel vulringen. Het vulringmontageplaatje (7) voorkomt
dat de vulring kan vallen.
Moer (niet meegeleverd)
Borgring (3)
(gemonteerd)
Ophangbeugel
Aandraaien
(en borgen met tweede moer)
[De ophangbeugel bevestigen]
Afb. 11Afb. 1 2
Stel de hoogte en de positie van de unit af.
(2-2)
(Zie
Voer de stappen (1–4) en (1–5) van de paragraaf(1) Nieuwe plaf onds uit.
(2-3)
4.VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE-(1)
.)
Schuiven
Montagehulp voor borgring (7)
(gemonteerd)
[De borgring bevestigen]
Nederlands
9
6.AANLEGGEN VAN DE KOELSTOFLEIDING
VOORZORGSMAATREGELEN
VOORZORGSMAATREGELEN
VOORZORGSMAATREGELEN
Afb. 13
Afb. 14
Momentsleutel
Steeksleutel
Buisverbinding
Trompmoer
Esterolie of etherolie
NL.fm Page 9 Tuesday,May 27, 2003 5:06 AM
<Meer infor matie voor de k oelmidde l buizen voor de buitenunit vind t u in de insta llatieha n dle i ding die
aan de buitenu nit is be v e stigd .>
<B reng a an beide z ijden van zo wel de ga s - a ls de vloeistofleidingen he t isolatiemater iaa l aan. Wanne e r de leidingen niet worden geï so le erd kan dat le iden tot w ate r l e k ka g e>
(Gebruik geschikt isolatiemateriaal omdat bij gebruik van een warmtepomp kan de temperatuur van de
gasleiding oplopen tot ongeveer 120°C.)
<
Breng ook extra isolatiemateriaal om de koelmiddelleiding aan (minimaal 20 mm) in situaties waarbij de
temperatuur om de koelmiddelleidingen hoge r kan worden dan 30 °C of de rela tie ve vochtigheid hoger ka n
worden dan 80 %. Op het oppe r vlak va n de isolatie ka n ande rs conde ns w orde n gevor md.
<Contro le er, voordat de koelmiddelleidingen worden aa ng eslote n, welk type ko e lm iddel wordt
ge br uikt. W anneer verschille nde typen koelmiddel worden gebr uikt zal de installatie nie t g oe d
werken.>
• G e b r uik een pijpsnijder en tromp die ge schikt is v oor het te gebruike n koelmiddel.
• Bre ng, voordat u de trompverbinding aandraait, esterolie of e therolie op de tromp a an.
• Knijp de le iding dicht of plak de ze af me t tape om te v oor komen dat vuil, vloe istof of stof de
leid ing kan binnendr ingen.
• Voorko m dat lucht of a n de re stoffen dan het koelmidde l in d e k oe lmidd elle idingen tere ch t kunne n k omen. Ventile er de r u imte onmiddellijk wanneer ga s vormig koelmiddel ontsnapt tijdens de
installatiewerkzaamheden.
>
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Maak de verbindingen altijd met een steeksleutel en een
momentsleutel, zoals is weergegeven in de afbeelding, wanneer de leidingen worden bevestigd op / losgekoppeld van
het apparaat.
(Zie Afb. 13)
• Zie tabel 3 voor de afmetingen v an de flensmoeren.
• Breng, voordat u de flensverbinding bevestigt, wat ether- of
esterolie aan op de getrompte leid ing, dr aai d ez e drie of vi er
keer rond en draai vervolgens de verbinding aan.
(Zie Afb.
14)
Wanneer de verbinding te strak wordt aangedraaid, kan deze
beschadigen en lekkage van koelmiddel veroorzaken.
OPMERKING
• Gebruik de flensmoer die bij de binnenunit werd meegeleverd.
Tabel 3
PijpdiameteDraaimomentTrompmaat A (mm)Tromp
ø6,4 (1/4”)
ø9,5 (3/8”)
14,2 - 17,2 N·m
(144 - 175 kgf·cm)
32,7 - 39,9 N·m
(333 - 407 kgf·cm)
8,7-9,1
12,8-13,2
,,
ø12,7 (1/2”)
• Zie tabel 3 voor het juiste aandraaimoment.
Wanneer de verbinding te strak wordt aangedraaid, kan deze beschadigen en lekkage van koelmiddel
veroorzaken.
49,5 - 60,3 N·m
(505 - 615 kgf·cm)
16,2 - 16,6
10
Nederlands
Niet aanbe vo len, maar voor noo dgeva llen
VOORZORGSMAATREGELEN
>
NL.fm Page 10 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
In principe dient u altijd een momentsleutel te gebruiken maar als die niet beschi kbaar is, kunt u de
hieronder beschreven installatiemethode toepassen.
Co ntrole er altijd of e r geen lekken z i jn a ls het w er k klaa r is .
Als u de optrompbout met een sleutel aandraait, komt er een punt waarop het aantrekkoppel plotseling
toeneemt. Vanaf dat punt draait u de bout nog verder over de hoek die hieronder wordt aangegeven:
PijpdiameterAantal graden doordraaienAanbevolen armlengte van gereedschap
ø6,4 (1/4”)60 à 90 gradenCirca 150mm
ø9,5 (3/8”)60 à 90 gradenCirca 200mm
ø12,7 (1/2”)30 à 60 gradenCirca 250mm
LET OP DE VOLGENDE PUN TEN BIJ HET MAKEN VAN SOLDEERVERBINDINGEN
“Gebruik geen vloeimiddel bij het mak en van een soldeerverbi nding tussen k ope ren koe lmiddellei dingen.
Gebruik fosfor-kopersoldeer (BCuP), waarvoor geen vloeimiddel nodig is.”
Vloeimiddel is erg schadelijk voor koelmiddelleidingystemen. Wanneer bijvoorbeeld een vloeimiddel op
basis van chloride wordt gebruikt, zullen de lei dingen corro deren; wannee r het vloeimi ddel fluor be vat zal
de koelmiddelolie wor den aangetast.
• Blaas, voordat u sol deerverbindingen maakt in koelmiddelleidinge n, stikstof door de leidingen om aanwezige lucht uit de leidingen te verdringen. Als u de soldeerverbinding maakt zonder de beschermende
stikstofatmosfeer, zal een grote hoeveelheid oxidefilm in de leidingen ontstaan die een systeemstoring
zou kunnen veroorzaken.
• V erv ang, wanneer de k oelmi ddelleidi ngen moeten word en gesoldeerd, eerst het aanwezige k oel middel in
de koelmiddelleidingen door stikstof. Sluit de binnenunit met een flens- of trompverbinding aan zodra dit
gebeurd is.
• De stikstofdruk moet met behulp van een reduceerventi el w ord en ingestel d op 0,2 MPa (0,2 kg/cm2) wanneer tijdens het vullen van leidingen een soldeerverbinding moet worden gemaakt
(Zie Afb. 15)
Koelmiddelleidingen
Te solderen
onderdeel
Stikstof
Tape
handafsluiter
Reduceerventiel
Stikstof
Afb. 15
• Breng, nadat u de v er binding heef t getes t o p gasl ekkage , z orgv uldi g de wa rmte-isolat ie om de v er bin ding
aan volgens de specificati es uit de volgende grafiek en breng deze aan op de punten (8) en (9).
(Zet de beide uiteinden vast met de klemmen (4) .)
• Wikkel de afdichtmat (11) alleen om de isolatie voor de verbindingen aan de gaszijde.
Klein
afdichtmat
(gemonteerd)
(Zie Afb. 16)
(Zie Afb. 1 6)
(11)
(Wikkel de afdichtmat
om de koppeling.)
Klem (4)
(Groot ×4)
(gemonteerd)
Isolatie voor aansluiting
(gemonteerdd)(9)
(voor de vloeistofleiding)
Isolatie voor aansluiting
(gemonteerd)(8)
Vloeistofleidingen
(voor de gasleiding)
Gasleidingen
Afb. 16
Nederlands
11
VOORZORGSMAATREGELEN
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde le idingen helemaal tot aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat.
NL.fm Page 11 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
Wanneer iemand een niet- geïso leerde leiding aanraakt kan deze een brandw ond oplopen of condensvorming op de leiding optreden.
7.AANLEGGEN VAN DE AFVOERLEIDING
Installeer de afvoerleiding.
(1)
• Installeer de leidingen zodanig dat het condensaat zonder moeite kan worden afgevoerd
• Zorg ervoor dat de diameter van de leidingen o vereenkomt met die van de verbindingsl eidingen (PVCbuis, nomina le di ameter 20 mm, buitendiameter 26 mm) of groter is (behalve de stijgleiding).
• Zorg ervoor dat de afv oerleidin g zo kort mogelijk is en afloopt met tenminste 1/100 om lucht belvorming te
voorkomen.
• Bekijk, wanneer er onvoldoende mogelijkheden zijn om de slang af te laten lopen, de aanwijzingen in
AANDACHTSPUNTEN BIJ OMHOOGBRENGEN VAN DE AFVOERLEIDING op pagina 11.
• Hang de afvoerslang op regelmatige afstanden, elke 1 tot 1,5 m, op om te voorkomen dat deze gaat
doorhangen.
Ophangbeugel
,
Verval minimaal
1/100
GOED
Afb. 17
FOUT
Afb. 18
FOUT
• Gebruik de meegeleverde slang ( 1) en klem (2) .
• Steek de afvoerslang in de aansluiting van de afvoerschaal tot de grijs tape en klem de slang vast. Draai
de klem vast tot de kop van de bout minder dan 4 mm is verwijderd van de slang .
• Breng zorgvuldig de warmte-isolatie aan op de v olgende twee plaatsen op de manier zoals is weergegeven in de onderstaande afbeelding om te voorkomen dat wa terlekkage of condensvorming kan ontstaan.
• Afvoerleiding binnen
• De aansluiting voor de afvoerleiding
• Wikkel de meegeleverde afdichtmat (10) over de klem en de afvoerslang om deze te isoleren.
Klem (2)
(gemonteerd)
Klem (2)
(gemonteerd)
Grote afdichtmat (10)
(gemonteerd)
Tape (Grijs)
Afvoerslang (1)
(gemonteerd)
4mm
Afb. 19Afb. 20
<AANDACHTSPUNTEN BIJ OMHOOGBRENGEN VAN DE AFVOERLEIDING>
• Breng de afvoerleiding maximaal 545 mm. omhoog.
• Breng de leiding altijd met een haakse bocht vanaf de unit omhoog en altijd op maximaal 300 mm. vanaf
de unit.
12
Nederlands
Plafond
NL.fm Page 12 Tuesday,May 27, 2003 6:27 AM
Ophangbeugel
Afvoerslang (1) (gemonteerd)
(gemonteerd)
Klem
(2)
300
1-1,5m
205
Haakse bocht
Variabel
(
750
545)
≥
(mm)
Til het apparaat hier op
Afb. 21
OPMERKING
• Buig of tordeer de meegeleverde afvoerslang (1) niet om te voorkomen dat deze te zwaar belast wordt
tijdens de installatie. (Hierdoor kan lekkage ontstaan.)
• Monteer de slangen op de manier zoals in onder staande af beeldin g w anneer meerder e afvoerslangen bij
elkaar komen.
Zorg ervoor dat het verval minstens
1/100 is zodat er geen luchtbellen in
de leidingen kunnen ontstaan.
100mm
T-stuk (driezijdig gelijk)
Afb. 22
Gebruik afvoerslang met een diameter die voldoende groot is voor de hoeveelheid af te voeren vloeistof.
Controleer na het installeren van de afvoer of deze goed afwat ert.
(2)
• Giet langzaam ongeveer 1000 cc water in de lekschaal en controleer of de afvoer goed werkt.
NA DAT DE ELEKTRISCHE BEKABELING IS GEÏNSTALLEERD
• Controleer de werking van de afvoer tijdens koelen.
VOORDAT DE ELEKTRISCHE BEKABE LING IS GEÏNSTALLEERD
• Verwijder het deksel van de besturingskast. Sluit de enkelfase voeding (ENKELFASE 50 Hz, 220/240 V)
aan op de klemmen 1 en 2 op het aansluitingenblok. Klem 3 van het aansluitingenblok voor de voeding
niet gebruiken. (De afv oerpomp zal dan niet werken.)Let er bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de
besturingskast op dat geen verbindingen lo sk omen. Be v esti g eerst het deksel v a n de besturingskast v oordat u de netvoeding inschakelt.
• Schakel, nadat u de werking van de afvoer heeft gecontroleerd
(Afb. 23, Afb. 24)
, het apparaat uit en
onderbreek de voedingsspanning.
• Monteer het deksel van de besturingskast weer op de oorspronkelijke manier.
Afvoerleiding
Afb. 23
Plastic bakje om water
mee te gieten
(Slang moet ongeveer
100 mm lang zijn.)
(mm)
100
Aftapopening voor onderhoud (met rubber stop)
(Via deze aftapopening kan het
afvoerreservoir geleegd worden)
<
Om water aan te voeren via de luchtuitlaat
[Methoden om unit te vullen met water]
>
Nederlands
13
VOORZORGSMAATREGELEN
1
23
Eenfasige voeding
(50Hz 220-240V)
No.1 No.2
No.3
Voedingsaansluitingenblok
Afb. 24
Deksel van
de besturingskast
Verwijder het deksel van het elektrische
aansluitingencompartiment.
(verwijder de 2 schroeven).
NL.fm Page 13 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
Aansluitingen voor afvoerleidingen
Sluit de afvoerleidingen nooit dir ect aan op een rioolb uis die naar ammoniak ruikt. De ammoniak in het riool
kan dan de binnenunit binnenunit binnendringen via de afvoerleidingen, waardoor de w armtewi sselaar gaat
corroderen
Hierdoor zal de afvoerleiding geblokkeerd worden omdat het water in afvoerleiding zal blijven staan.
Alle transmissieleidingen met uitzondering van die van de afstandsbediening zjin gepolariseerd en
1.
moeten overeenkomen met het symbool op het klemmenbord.
Sluit, wanneer een afgeschermde kabel wordt gebruikt, de afscher mi ng aan op op het
2.
aansluitingenblok van een afstandsbediening.(Sluit ook de aardingsdraad voor de afstandsbediening
aan op een geaard metalen voorwerp.)
Gebruik bij groepsbediening de afstandsbediening voor de binnenunit met de meeste mogelijkheden
3.
(zoals bijv. met de jalo e z iemotor).
Nederlands
15
9.ELEKTRISCHE BEDRADING
VOORZORGSMAATREGELEN
NL.fm Page 15 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
• Alle ter plaatse verkregen onder delen en materialen dienen aan de landelijk geldende v o orschriften te v ol doen.
• Gebruik alleen koperdraad.
• Meer informatie over de elektrische aansluitingen vindt u in “Elektrisch schema” dat is bevestigd op het
deksel van het aansluitingencompartiment.
• Zie de installatiehandleiding v an de afstandsbedi ening v oor detai ls ov e r het aansluite n v an de afs tandsbediening.
• Alle bedrading dient door een erkend elektricien te wo rden aangelegd.
• In het elektrische systeem moet een onderbreker worden geïnstalleerd waarmee het gehele systeem in
één keer spanningsloos kan worden geschakeld.
• Raadpleeg de installatiehandleiding v an de b uiten-unit v o or inf ormatie o ver de draadd ikte v an de stroomkabel naar de buiten-unit, de capaciteit van de circuitonderbreker en -schakelaar en instructies voor het
aanleggen van de bedrading.
• Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
• Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een
telefooninstallatie.
• Waterleidingen: aarding niet mogelijk wanneer PVC-buis is gebruikt.
• Telefoonaardkabels of li chtl eidingen : mogel ijk abnormaal hoge spanni ngen in d e aarde al s gevolg van
blikseminslagen.
•
Specificatie s voo r te r plaatse ve rkre gen bedrading
Tabel 4
Draaddikte
Verbindingsbekabeling tussen units
Kabel van de afstandsbediening
Bekabeling naar aardingaansluiting
Draad
(mm2)
H05VV – U4G (OPMERKING 1)2,5–
Vinylsnoer met mantel of kabel
(2-draads) (OPMERKING 2)
Aardingkabel conform ter plaatse gel dende voor-
schriften
0,75-1,25
2,0–
Lengte
Max. 500 m
*
*Dit is de totale extra lengte in het systeem bij groepsbediening.
OPMERKING
Alleen in geval van beschermde leidingen. Gebruik H07RN-F bij geen bescherming.
1.
Voor Europa en Azië: afgeschermd PVC-snoer of kabel ( Dikte isolatiemateriaal: minimaal 1 mm)
2.
Voor Australië: standaard afgeschermde kabel (Dikte isolatiemateriaal: minimaal 1 mm)
• Bundel de draden altijd nadat de aansluitingen zijn gemaakt om te voorkomen dat het deksel va n het
elektrische aansluitingencompartiment omhoogkomt.
• Klem de draden voor de afstandsbediening niet vast onder dezelfde klem als die gebruikt wordt voor het
vastzet ten van de verbindingskabels tussen de units. Wann eer u dat doet, kan dat leiden tot storingen.
• Zorg ervoor dat de afstand tussen de draden voor de afstandsbediening en de verbindingskabels tussen
de units en andere kabels ten minste 50 mm is. Wanneer deze afstand kleiner is, kan dat leiden t ot st oringen als gevolg van elektrische interferentie.
Aansluiting van de verbindingskabels tussen units, de aa rdingskabe l en de ka bel va n de a fsta ndsbe die ning ( Zie Afb. 2 9)
• Verbindingsbekabeling tussen units en de aardingskabel
Verwijder het deksel van de besturingskast en sluit de met elkaar corresponderende genummerde fasedraden aan op het aansluitingenb lok (4P) in het apparaat. En sluit de aardingkabel aan op het aansluiti ngenblok. Trek de kabels vanaf de buitenzijde naar binnen en zet deze vervolgens stev ig vast met de
meegeleverde klem (4).
16
Nederlands
• Zorg ervoor dat de bekabeling tussen de klem (4) en het aansluitingenblok voor de voeding niet strak
Aansluitingenblok voor
afstandsbediening (6P)
Bekabeling voor de afstandsbediening
Kabel van de afstandsbediening
Aard de afscherming van de afgeschermde kabel.
Zie opmerking 2 in paragraaf “8. V OORBEELD VAN BEDRADING”
( )
Verwijder het deksel van het elektrische aansluitingen compartiment. (verwijder de 2 schroeven).
Deksel van de besturingskast
Etiket met elektrisch schema
(Achterzijde van het deksel van
de besturingskast)
Verbindingsbekabeling
tussen units
Voedingsaansluitingenblok
Verbindingsbekabeling
tussen units
Afb.
29
Afdichtmateriaal (12)
Vul de gehele
opening om de kabel
en zorg ervoor
dat er geen
lekkage kan
ontstaan.
Bekabeling
naar buiten
10~15mm
Afdichtmateriaal(12)
(Verbindingsbekabeling
tussen units)
Zo sluit u aansluitingenblok
(4P) aan op de aardingkabel.
Buitenuit
Binnenunit
Opmerking)
Vergeet niet om de afdichtmat aan te brengen om te
voorkomen dat water, insecten of andere kleine
dieren het apparaat kunnen binnendringen.
Daardoor kan kortsluiting ontstaan in het
aansluitingencompartiment.
Bekabeling
(Binnenzijde)
(Buitenzijde)
[Zo bevestigt u de afdichtmatten]
Opmerking
10~15mm
Vergeet niet de kabelmantel vest te
zetten. Knip het overtollige materiaal
weg nadat u dit heeft vastgezet.
Klem (4) (Klein)
Klem
Klem
Klem (4)
(Groot)
Klem (4)
(Groot)
Opmerking
(gemonteerd)(gemonteerd)
(gemonteerd)
Vergeet niet de
kabelmantel vest te
zetten. Knip het
overtollige materiaal
weg nadat u dit heeft
vastgezet.
(gemonteerd)
(gemonteerd)
Bevestig, nadat u de
klem (4) (klein) heeft
bevestigd op de
kabelafscherming, de
kabelafscherming met
de klem (4) (groot) op
de klem.
NL.fm Page 16 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
gespannen is. (Bekijk Afb. 30 en strip de kabel ten minste over een lengte van 80 mm.)
• Verwijder het deksel van de besturingskast, trek de kabel door de opening naar binnen en sluit deze vervolgens aan op het aanslui ti ngenblok voor de afstand sbediening (6P). (geen polariteit) Bevestig de kabel
van de afstandsbediening stevig met de meegeleverde klem (4) (op 2 punten).
• Zorg ervoor dat de bekabeling tussen de klem (4) en het aansluitingenb lok v oor de afst andsbediening niet
strak gespannen is.
• Bevestig, nadat u de verbinding heeft gemaakt, het afdichtmateriaal (12).
• Vergeet niet om de afdichtmat aan te brengen om te voorkomen dat water, insecten of andere kleine
dieren het apparaat kunnen binnendringen. Daardoor kan kortsluiting ontstaan in het aansluitingencompartiment.
Nederlands
17
Let op de onderstaande opmerkingen wanneer u de voedingskabel aansluit op het aansluitingenblok.
VOORZORGSMAATREGELEN
80 mm of meer
Afb. 30
Verbindingsbekabeling tussen units
Aansluitoog
Monteer een isolatiemof
NL.fm Page 17 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
• Aantre kmome nte n voor de a ansluitingen
• Gebruik een passende schroev endr aaier v oor het aandraai en van de sc hroe v en v an de aa nsluitin gen.
Als de schroev endraaier te smal is zult u de koppen van de schro even beschadigen en de aansluiti ngen niet strak genoeg aan kunnen draaien.
• Als de aansluitschroeven te strak worden aangedraaid kunnen de schroev en beschadigen.
• In de onderstaande tabel vindt u de aantrekmomenten voor de schroeven van de aansluitingen.
Aantrekmoment
Aansluitingenblok voor afstandsbediening (6P)
Voedingsaansluitingenb lok (4P)
0,79~0,97 N·m
1,18~1,44 N·m
Aa ndachtspunten bij het aa nsluiten van de voedingskabel
Gebruik een aansluitoog voor de ver bindin g met het aansluiti ngenb l ok. Let op de v o lgende punt en wanneer
dat om onoverkomelijke redenen niet mogelijk is instructie.
Strip de kabelmantel van de v erbindingskabel over ten minste 80 mm.
(Zie Afb. 30)
• Maak de aansluitingen altijd met kabel van de voorgeschreven dikte, maak de aansluitingen altijd
helemaal af en bev est ig de kabels zo dat, w anneer er aan de kabel w ordt getrokk en, de aans luit ingen zel f
niet worden belast.
Zorg er bij het vastz e tten van de leidingen voor dat de verbindingen onbelast blijven en gebruik het juiste
beves tigingsmateriaal. Zorg er bij het aanslu iten v an de bedradi ng voor dat het deksel van de besturingskast
goed aansluit; leg de kabels netjes neer en schroef het deksel v an de besturingskast vervolgens stevi g vast.
Let er bij het bevestigen van het deksel van de besturingskast op dat de bekabeling niet wordt afgeklemd.
Voer kabels voorzichtig door openingen om te voorkomen dat ze beschadigen.
Voer de kabel voor de afstandsbediening, verbindingskabels en andere elektrische bekabeling ook buiten
het apparaat niet door dezelfde buis en houdt daarbij een minimale afstand aan van 50 mm om elektrische
interferenti e te voorkomen.
18
Nederlands
10. LOKALE INSTELLINGEN
NL.fm Page 18 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
(1) Zorg ervoor dat de deksels van de controle eenheiden van de bin nen- en buiten units zijn gesloten.
(2) De v e lding stellinge n m oete n co nfor m de omstandighede n van installa tie vanaf de afstandbedien-
ing worden uitgevoerd.
• Instelling gebeurt door wijziging van het “Functienr.”, het “EERSTE CODENR.” en het “TWEEDE
CODENR.
• In de paragraaf “Lokale instellingen” bij de afstandsbediening vindt u de volgorde van de instellingen en
de manier waarop deze moeten worden door gevoerd.
10-1 Zo selectee rt u de uitblaa srichting
• Zie voor het wijzigen van de luchtstroom (2 of 3 richtingen) de bij de afdichtset voor de luchtuitlaat meegeleverde installatiehandleiding of de onderhoudshandleiding. (De fabrieksinstelling voor het tweede
codenummer (SECOND CODE NO.) is “01” voor uitblazen in 4 richtingen)
10-2 Instellin ge n voor opties
• Raadpleeg de installatiehandleiding van de optie voor details over de instelling ervan.
10-3 Instellen van de luchtfilterdispla y
• De afstandsbedieningen zijn v oorzien v a n een LDC-scherm waarop kan worden aan gege v en w anneer de
luchtfilters gereinigd moeten worden.
• Stel het TWEEDE CODENR. Afhankelijk va n de hoeveelheid stof in de ruimte volgens “Tabel 5” in.
(Het TWEEDE CODENR. is op de fabriek ingesteld op “01” voor lichte vervuiling van het luchtfilter.)
Tabel 5
InstellingInterval tussen luchtfilterdisplayFunctienr.
Lichte vervuiling van
het luchtfilt er
Zware vervuiling van
het luchtfilt er
EERSTE
CODENR.
Ca. 2500 uren
10 (20)0
Ca. 1250 uren02
TWEEDE
CODENR.
01
10-4 Groepsb e diening gebruike n
• Met het apparaat als gecombineerde apparaat wor dt gebruikt, kunt u maximaal 16 apparaten met de
afstandsbediening besturen.
• In dat geval zullen alle binnenunits werk en op de manier zoals wordt ingesteld met de afstandsbediening.
• Selecteer een afstandsbediening waarmee zoveel mogelijk functies di e in de groep beschikbaar zijn,
kunnen worden bediend.
Buitenuit 1Buitenuit 2Buitenuit 3
Binnenunit 1
Aa nsluitingen ma k en
Verwijder het deksel van besturingskast.
(1)
(2) Ve rb ind de a ansluitingen in het e l ektrische a ansluitingencompartime n t ( P1 P2) doo r.
(Geen polarite it.) ( Zie A fb. 2 7 op pagina 1 4 en Ta bel 4 op pagina 1 5)
(Zie 9. ELEKTRISCHE BEDRADING op pagina 15)
Binnenunit 2Binnenunit 3
Afstandsbediening voor groepsbediening
Nederlands
19
10-5 Twee afstandsbedieningen (Besturen van 1 binnenuit door 2 afstandsbedieningen)
(Fabrieksinstelling)
(Als de fabrieksinstellingen
ongewijzigd zijn gebleven,
hoeft u slechts één van de
afstandsbedieningen te
veranderen.)
M
S
M
S
Printplaat
afstandsbediening
NL.fm Page 19 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
• Wanneer u 2 afstandsbedieningen gebruikt, moet u de ene op “HOOFD” instellen en de andere op
“HULP”.
HOOFD/HULP-OMSCHAKELING
Steek een rechte schroevendraaier in de sleuf tussen het onderste en het bovenste deel van de
(1)
afstandsbediening (op 2 plaatsen) en haal zo het bovenste deel van afstandsbediening los. (De printplaat van de afstandsbediening is bevestigd aan het bovenste deel van de afstandsbediening.)
(Zie Afb. 31)
Zet de
(2)
hoofd/hulp-omschakelaar
schakelaar van de andere afstandsbediening op “M” staan.)
Afb. 3 1Afb. 3 2
Bovenste deel van
de afstandsbediening
Steek de schroevendraaler hierin
en verwijder het bovenste deel van
de afstandsbediening voorzichtig.
op de printplaat van één v an d e afst andsbedieni ngen op “S”. (Laat de
(Zie Afb. 32)
Onderste deel van
de afstand bediening
Aansluiten
Verwijder het deksel van het elekt rische aanslu itingencompartiment.
(3)
(Zie 9. ELEKTRISCHE BEDRADING op pagina 15)
(4) S lu it afsta ndsbediening 2 aa n op het a ansluitingenblok (P1 P2) v oor de a fstands be d iening in het
elektr ische aa ns luitingencompa rtiment.
(Gee n pola rite it.) (Zie A fb. 28 op pagina 14 en Tabel 4 op pagina 15)
11. INSTALLEREN VAN HET DECORATIEPANEEL
<Lees paragraaf “12. TESTEN” voordat u de werking van het apparaat controleert en de sierpanelen
bevestigt.>
Zie de installatiehandleiding bij het decoratiepaneel.
Controleer na het monteren van het decoratiepaneel of het decoratiepaneel vlak tegen de behuizing van de
unit aanligt.
12. TESTEN
(1) Zorg er voor da t de de ksels va n de controle ee nheide n van de binne n- en buiten units z ijn ge slote n.
(2) Zie BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA AANDACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN EN
INSPECTEER NA INSTALLATIE op pagina 4.
• Nadat de aanleg van de koel leidingen, de afvoerleidingen en de elektrische bedrading i s v oltooid dient u
het systeem uit veiligheid te testen.
20
Nederlands
12-1 T ESTEN
NL.fm Page 20 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
Open de stopklep van de gasleiding.
1.
Open de stopklep van de vloeistofleiding.
2.
Schakel de voedi ng gedurende 6 uur in.
3.
Zet de unit met de afstandsbediening på koelen en druk de AAN/UIT-toets is om de unit in werking te
4.
zetten ( ).
Druk de INSPECTIE/TEST-toets ( ) 4 keer in (2 keer bij draadloze afstandsbedieningen) en test de
5.
unit gedurende 3 minuten.
Druj de LUCHTSTROOMRICHTINGREGELAAR ( ) in om te controleren of de unit functioneert.
6.
Druk de INSPECTIE/TEST-toets ( ) in en laat de unit normaal werken.
7.
Controleer de werking van de unit conform de gebruiksaanwijzing
8.
VOORZORGSMAATREGELEN
Als het apparaat niet of niet goed werkt vindt u meer informatie in paragraaf “12-2 DIA GNOSES BIJ
1.
STORINGEN”.
Druk, nadat de test is uitgevoerd, eenmaal op de toets INSPECTIE / TESTBEDRIJF om het apparaat in
2.
de inspectiemodus te schakelen en contro leer of de code “00” (=normaal) wordt weergegeven.
Raadpleeg, als er een code wordt weergegeven behalve “00”, paragraaf 12-2 DIAGNOSES BIJ STORINGEN .
OPMERKING
• Wanneer het apparaat niet werkt als gevolg van een storing, kunt u een diagnose stellen met behulp van
de onderstaande storingentabel.
12-2 DIAGNOSES BIJ STORINGEN
• Als de airconditioner na de installatie niet goed werkt is de oorzaak daarvan waarschijnlij k één van de
items in de onderstaande tabel.
Display van de afstandsbedieningStoring
• Probleem met netvoeding of fasedraad niet aangesloten
•
Bekabeling tussen de binnen- en buitenunit verkeerd aangesloten
• Pintplaat binnenunit defect
Geen informatie in het display
• Voedingaansluiting printplaatunit niet correct
•
Foutief aangesloten verbindingskabel voor de afstandsbediening
• Afstandsbediening defect
• Zekering defect
• Pintplaat binnenunit defect
88*
• Bekabeling tussen de binnen- en buitenunit v erkeer d aa ngesloten
88 knipperend•
Bekabeling tussen de binnen- en buitenunit verkeerd aangesloten
*De maximale tijd, nadat u de voedingsspanning heeft ingeschakeld, is 90 seconden (het display zal in dat
geval echter “88”. weergeven). Dit is geen defect en de ingestelde tijd zal 90 seconden zijn.
Storingsoorzaken bepalen met behulp van de codes op het LCD-scherm van de afstandsbediening.
Bij de aangesloten afstandsbediening. (Opmerking 1)
1.
Wanneer het systeem stopt als gevolg van probleem knipperen de verklikkerlamp en “ ” en wordt de
storingscode weergegeven op het LCD-scherm.
Zoek in dat geval de weergegeven storings code op in de tabel met storingsodes. Bij groepsbediening
wordt het apparaatnummer weergegeven, zodat u de binnenunit met de storing gemakkelijk kunt
herkennen. (Opmerking 2)
Met de draadloze afstandsbediening.
2.
(Zie ook de bedieningshandleiding van de draadloze afstandsbediening)
OPMERKING
Druk, wanneer geen draadloze afstandsbediening wordt gebruikt, op de toets INSPECTIE/WERKINGST
1.
EST op de afstandsbediening; “ ” gaat knipperen en de afstandsbediening schakelt om naar de
inspectiemodus.
Houdt de toets AAN/UIT minimaal 5 seconden ingedrukt totdat de hierbo ven beschreven storingenlijst ver
2.
dwijnt, nadat de storingcode tweemaal aan en uit is gegaan en de code “00” (normaal) is weergegeven.
Het display schakelt nu om van de inspectiemodus naar de normale bedieningsmodus.
Nederlands
21
12-3 Storingscode
NL.fm Page 21 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
• In gevallen waarvoor geen storingscode aanwezig is wordt de melding “ ” niet weergegeven. Hoewel
het systeem in die gevallen wel zal werken, moet het och worden gecontroleerd en gerepareerd worden.
• Afhankelijk van het type binnen- of buitenunit wordt de foutcode al dan niet weergegeven.
CodeStoring/Opmerkingen
A1Printplaat van de binnenunit van de pc defect
A3Niveau afvoerwater abnormaal
A5Vorstbeveiliging ingeschakeld of gestopt door overdrukbeveiliging.
A6Ventilatormotor binnenunit overbelast, te hoge spanni ng of geblokkeerd.
AH
AJ
C4Temperatuursensor (R2T) voor de warmtewisselaar is defect
C5Temperatuursensor (R3T) voor de warmtewisselaar is defect
C9Sensor voor de aanvoerluchttemperatuur is defect
CJ
E0Beveiliging geactiveerd (buitenunit)
E1Printplaat van de buitenunit defect
E3Hogedruk abnormaal (buitenunit )
E4Lage druk abnormaal (buitenunit)
E5Storing bij blokkeren van de motor van de compressor
E6Compressormotor is vergrendeld als gevolg van te hoge belasting (b uiten)
E7
E8Overdruk inlaat (buitenunit)
E9Elektronische expansieklep defect (buitenunit)
EAStoring in de schakelaar voor koelen/verwarmen (buitenunit)
F3Temperatuur afvoerleiding abnormaal (b uitenunit)
H3Hogedrukschakelaar defec t (buitenunit)
H4Lagedrukschakelaar def ect (buitenunit)
H6Detectiesensor niet op de juiste plaats gemonteerd (buitenunit)
H7Storing positiesignaal buitenmotor
H8CT-Storing (buitenunit)
H9
J3
J5Ther mistor aanvoerleiding defect (buitenunit)
J6
J8Thermistor in vloeistofleidi ng defect (verwarmen) (buiten)
J9Thermistor in gasleiding def ect (koelen) (buiten)
L4
L5
Luchtreiniger defect.
Alleen de luchtreiniger werkt niet.
Ingestelde type niet correct
Capaciteitsgegevens verkeerd ingesteld of niets geprogrammeerd in de datachip
Sensor voor afstandsbediening is defect
De thermistor van de afstandsbediening werkt niet, maar system thermo run kan wel
worden uitgevoerd.
Storing bij blokkeren van de ventilatormotor
Storing door momentane overspanni ng op de buitenventil ator
Buitenluchtthermistor defec t (buitenunit)
Thermistor afvoerleiding defect (buitenunit)
Warmtewisselaar thermistor defect (buitenunit)
Oververhit koelelement (buitenunit)
Koeling omvormer defect.
Momentane overspa nning (buitenunit)
Mogelijk aardingsfout of kortsluiting in de motor van de compressor.
22
Nederlands
Thermische beveiliging (buitenunit)
NL.fm Page 22 Friday,May 23, 2003 10:26 PM
L8
L9
LC
P1Onderbroken fasedraad of te lage voedingsspanning voor hoofdschakeling (buitenunit)
P3Storing temperatuursensor op printplaat (buitenunit)
P4Storing temperatuursensor op koelelement (buitenunit)
PJ
U0
U1
U2
U4
UF
U5
U8
UA
UC
Mogelijk elektrische ov er belasti ng in de compr essor of v e rbroken verbinding in de mot or
van de compressor
Afslagbeveiliging (buitenunit)
Compressor mogelijk geblokkeerd.
Storing bij transmissie tussen de besturingen v an de omvormer van de
buitenunits.(buitenunit)
Ingestelde type niet correct (buitenunit)
Capaciteitsgegevens verkeerd ingesteld of niets geprogrammeerd in de datachip
Temperatuur aanvoerleiding is abnormaal of tekort aan koelmiddel
Faserichting verkeerd
Verwissel twee fasedraadaansluitingen bij L1, L2 en L3.
Storing voedingsspanning (OPMERKING 3)
Mogelijk het defect in 52C
Verbindingsfout (tussen binnenunit en buiten unit)
V erke erd aangesloten bekabel ing tussen bi nnen- en b uitenunits of def ecte printplaat v an
de binnen- en buitenunit.
Wanneer de melding UF wordt weergegeven, is de bedrading tussen de binnenunit en
de buitenunit niet goed aangesloten. Sluit in dat geval direct de voedingsspanning af en
sluit de bekabeling op de juiste manier aan. (De compressor en de ventilator van de
buitenunit kunnen in werking treden zonder dat daarvoor een opdracht via de afstandsbediening noodzakelijk is.)
Transmissiefout. (t ussen binnenunit en buitenunit)
Storing bij transmissie tussen binnenunit en afstandsbediening.
Storing in verbinding tussen hoofd- en hulpafstandsbedieningen.
(Storing in hulpafstandsbediening.)
Verkeerde instelling voor groepensysteem
Verkeerde instelling van keuzeschakelaar van groepensysteem.
(Zie schakelaar SS2 op de printplaat van de hoofdunit) Verk eerd aanges lot en bedr ading
tussen de binnenunit en de buitenunit.