Daikin EKSV21P, EKSV26P, EKSH26P Installation manuals [nl]

Page 1
Plannings- en
installatiehandleiding
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
EKSV21P EKSV26P EKSH26P Solar montagepakketten
Plannings- en installatiehandleiding
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
Page 2
Inhoudsopgave
1 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1.1 De handleiding in acht nemen . . . . . . . . . . . . . . . 3
2 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.1 Waarschuwingen en verklaring van
pictogrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . .4
2.1.2 Aanwijzingen voor handelingen . . . . . . . . . . . . . . . .4
2.2 Gevaren vermijden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.3 Beoogd gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2.4 Veiligheidsaanwijzingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2.4.1 Werkzaamheden op het dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
2.4.2 Vóór u werkzaamheden aan de CV-installatie
uitvoert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
2.4.3 Elektrische installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
2.4.4 Opstelplaats, waterkwaliteit, aansluiting verwarming
en sanitair . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
2.4.5 Instructies geven aan de gebruiker. . . . . . . . . . . . . .5
2.4.6 Relevante nationale voorschriften. . . . . . . . . . . . . . .5
3 Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.1 Opbouw en onderdelen van de Solar-installatie
(drukloos systeem). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.2 Beknopte beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3.3 Systeemcomponenten voor drukloze systemen . 7
3.3.1 Systeemcomponenten voor alle systemen . . . . . . . .7
3.3.2 Systeemcomponenten voor systemen op het dak
(ADM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
3.3.3 Systeemcomponenten voor systemen in het dak
(IDM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
3.3.4 Systeemcomponenten voor platte daksystemen
(FDM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
7 Trefwoordenlijst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
4 Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4.1 Transport en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
4.1.1 Transport. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
4.1.2 Opslag. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
4.2 Installatieconcepten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4.2.1 Parallelschakeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
4.2.2 Serieschakeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
4.3 Verbindingsleiding leggen . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4.4 Platte collectoren monteren . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4.5 Drukloze Solar-installatie hydraulisch
aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
4.6 Potentiaalvereffening aanbrengen . . . . . . . . . . . 24
4.7 Collectortemperatuursensor installeren . . . . . . . 24
5 Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling . . 25
5.1 Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5.2 Buiten bedrijf stellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5.2.1 Tijdelijke bedrijfsonderbreking. . . . . . . . . . . . . . . . .25
5.2.2 Definitief buiten bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . .25
6 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
6.1 Product Fiche. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
6.2 Algemene technische informatie . . . . . . . . . . . . 27
6.3 Systeem op het dak – max. toegestane sneeuwlast (montage op het dak) conform
EN 1991-1-3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
6.4 Plat dak systeem – vereiste verzwarings­gewichten (montage op platte daken) conform
EN 1991-1-4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
6.5 Plat dak systeem – overschaduwing . . . . . . . . . 30
Plannings- en installatiehandleiding
2
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 3
1 Algemene informatie
1.1 De handleiding in acht nemen
Deze handleiding is een >> vertaling van de originele versie << naar het Nederlands.
Alle taken die nodig zijn om het systeem te monteren, in bedrijf te stellen, te bedienen en in te stellen staan in deze en mede gel­dende documenten beschreven. Voor gedetailleerde informatie over de aangesloten componenten van uw CV-installatie ver­wijzen wij u naar de desbetreffende documentatie.
● Werkzaamheden aan het DAIKIN Solar-systeem (als bijv. de hydraulische en elektrische aansluiting en de eerste inbedrijf­stelling) alleen laten uitvoeren door personen die gemachtigd zijn en voor de betreffende handelingen een bevoegdheids­technische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten en aan vakkundige, door de bevoegde instanties erkende vervolgopleidingen hebben deelgenomen. Hierbij horen met name verwarmingsinstallateurs die vanwege hun opleiding en hun kennis, ervaring met de deskundige installatie en het onderhoud van verwarmings- en zonnenpaneelsystemen hebben.
● Lees deze installatie- en gebruiksaanwijzing aandachtig door voor u met de montage en de inbedrijfstelling begint of voor u aan het systeem gaat werken.
● Neem beslist de waarschuwingen in acht!
1 x Algemene informatie
Documenten, welke eveneens van toepassing zijn
De hierna vermelde documenten maken deel uit van de technische documentatie van de DAIKIN-zonne-energie-instal­latie. Houd er ook rekening mee. De documenten zijn met de desbetreffende componenten meegeleverd. – DAIKIN Solar EKSRPS4A: Gebruiks- en installatiehandlei-
ding
– DAIKIN warmwaterboiler (EKHWP of Altherma EHS(X/H)):
Gebruiks- en installatiehandleidingen
– Beknopte handleidingen voor de collectormontage en het
hiervoor noodzakelijke montagemateriaal dat met de betref­fende bouwkits zijn meegeleverd, voor de montage op het dak, in het dak en op platte daken
Mocht koppeling plaatsvinden met externe warmtebronnen of voorraadvaten, welke niet bij de levering zijn inbegrepen, dan zijn de desbetreffende bedrijfs- en installatiehandleidingen van toe­passing.
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
3
Page 4
2 x Veiligheid
2 Veiligheid
2.1 Waarschuwingen en verklaring van pictogrammen
2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen
In deze handleiding zijn de waarschuwingen in­gedeeld naar de ernst van het gevaar en de kans dat een dergelijk gevaar zich voordoet.
GEVAAR!
Wijst op een onmiddellijk dreigend gevaar.
Het negeren van de waarschuwing leidt tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING!
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
LET OP!
Wijst op een mogelijk schadelijke situatie.
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot materiële schade of tot milieuschade.
2.1.2 Aanwijzingen voor handelingen
● Aanwijzingen voor te verrichten handelingen worden getoond in de vorm van een lijst. Als u handelingen in een bepaalde volgorde moet uitvoeren, dan zijn die handelingen genummerd.
Resultaten van een handeling worden met
een pijl aangeduid.
2.2 Gevaren vermijden
DAIKIN-zonne-energie-installaties zijn volgens de laatste stand van de techniek en de erkende technische regels gebouwd. Desondanks kan bij ondeskundig gebruik lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan. Ter voorkoming van gevaren, het DAIKIN-systeem alleen monteren en bedienen: – conform het beoogde gebruik en mits de rege-
laars in onberispelijke staat verkeren,
– als u zich bewust bent van de veiligheidsas-
pecten en de mogelijke gevaren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze hand­leiding, de toepasselijke voorschriften met be­trekking tot het voorkomen van ongevallen en de erkende veiligheidstechnische en arbeidsge­neeskundige regels kent en naleeft.
2.3 Beoogd gebruik
Dit symbool duidt op een tip en nuttige informatie voor de gebruiker. Het is dus geen waarschuwing voor mogelijke geva­ren.
Speciale waarschuwingssymbolen
Enkele mogelijke gevaren worden met een spe­ciaal waarschuwingssymbool weergegeven.
Elektrische stroom
Gevaar voor brandwonden
Valgevaar
Gevaar voor vallende onderdelen
De DAIKIN-zonne-energie-installatie mag uit­sluitend als bijverwarming voor CV-installaties op basis van heet water worden gebruikt. De DAIKIN-zonne-energie-installatie mag enkel volgens de aanwijzingen in deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden gemonteerd, aange­sloten en gebruikt.
Elk ander gebruik geldt als niet-beoogd. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Het beoogde gebruik veronderstelt ook het na­leven van de vereisten ten aanzien van on­derhoud en inspectie. Vervangende onderdelen moeten voldoen aan de door de fabrikant vast­gelegde technische eisen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij originele vervangende onderdelen.
Plannings- en installatiehandleiding
4
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 5
2 x Veiligheid
2.4 Veiligheidsaanwijzingen
2.4.1 Werkzaamheden op het dak
● Montagewerkzaamheden op het dak mogen uitsluitend door erkende en geschoolde vaklieden (cv-installateurs, dakdekkers enz.) en met inachtneming van alle geldende veilig­heidsvoorschriften voor dakwerkzaamheden worden uitgevoerd.
● Borg alle montagematerialen en gereedschap tegen vallen.
● Voorts moeten ze de zone onder het dakop­pervlak ontoegankelijk maken voor onbevoegden.
2.4.2 Vóór u werkzaamheden aan de CV-
installatie uitvoert
● Uitsluitend erkende en opgeleide verwar­mingsmonteurs mogen werkzaamheden uitvoeren aan het verwarmingsysteem (zoals installeren, aansluiten en eerste inbedrijf­stelling).
● Schakel voorafgaand aan alle werkzaam­heden aan de verwarminginstallatie de hoofd­schakelaar uit en borg die tegen onbedoeld inschakelen.
2.4.3 Elektrische installatie
● De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd door elektrotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde elektrotechnische richtlijnen en de voorschriften van het elektri­citeitsbedrijf (EVU).
● De netaansluiting moet conform IEC 60335-1 via een scheidingsvoorziening worden gemaakt die de scheiding van iedere pool met een contactopeningswijdte conform de voorwaarden van overspanningscategorie III voor volle scheiding heeft en een aardlek­schakelaar (FCD) met een reactietijd van ≤ 0,2 s inbouwen.
● Vergelijk voor het aansluiten van de stroom­toevoer de netspanning op het typeplaatje van de CV-installatie (230 V, 50 Hz) met de voedingsspanning.
● Scheid de voeding alvorens werkzaamheden aan onder spanning staande onderdelen uit te voeren (schakel de hoofdschakelaar en de zekering uit en borg deze tegen onbedoeld herinschakelen).
● Breng - na het voltooien van de werkzaam­heden - toestelbekleding en onderhouds­roosters onmiddellijk weer aan.
2.4.4 Opstelplaats, waterkwaliteit,
aansluiting verwarming en sanitair
De eisen voor de plaatsing van de warmwater­boiler (EKHWP of Altherma EHS(X/H)) aan de waterkwaliteit en aan de aansluiting van ver­warming en sanitair staan uitvoerig beschreven in de handleidingen van de warmwaterboiler. Die moeten beslist nageleefd worden.
2.4.5 Instructies geven aan de gebruiker
● Instrueer de gebruiker hoe deze het zonne­energiesysteem moet bedienen en kan inspecteren alvorens u dit zonne-energiesy­steem aan hem overdraagt.
● Documenteer de overdracht door samen met de gebruiker het bijgevoegde installatie- en instructieformulier in te vullen en te onderte­kenen.
2.4.6 Relevante nationale voorschriften
● DIN 1055-4: 2005/ EN 1991-1-4 windbelsa­tingen
● DIN 1055-5: 2005/ EN 1991-1-3 sneeuwbe­lastingen
● DIN 18338 dakbedekking- en dakafdichting­werkzaamheden
● DIN 18451 werkzaamheden op steigers
● DGUV informatie 208-016
● DGUV informatie 201-054
● DGUV regel 112-198
Bij werkzaamheden op het dak moeten de onge­vallenpreventievoorschriften in acht worden ge­nomen.
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
5
Page 6
3 x Productbeschrijving
3 Productbeschrijving
3.1 Opbouw en onderdelen van de Solar-installatie (drukloos systeem)
7
T
K
≤12 m
A
1
B
T
T
S
R
≥0,5 %
2
>2%
55
66
FLS
T
V
8
4
EKSRPS4A
P
S
3
2
1
T
S
9
T
R
FLS
T
V
B
M
A
AB
AB
A
M
B
T
K
8
4
EKSRPS4A
9
P
S
3
EKHWP
1 Koud wateraansluiting 2 Warmwater verdeelleiding 3 Vul- en leegkraan (toebehoren KFE BA) 4 Solar R4-regeling 5 Zonne-energie-retourleiding (onder aan de collector) 6 Zonne-energie-aanvoerleiding (boven aan de collector) 7 Zonne-energie-collectorveld 8 Zonne-energie-aanvoer gelaagde buis 9 Zonne-energie-retouraansluiting
A Warmwaterzone B Zonne-energie-zone FLS Solar FlowSensor (debietmeting) PSSolar bedrijfspomp EKSRPS4A
Regel- en pompmodule TKSolar Collectortemperatuursensor TRSolar Retourtemperatuursensor TSSolar Boilertemperatuursensor
EHS(X/H)
TVSolar Aanvoertemperatuursensor
EHS(X/H)
Zonne-energievoorraadvat met ingebouwde binnenwarmtepomp EKHWP
Energiereservoir EKHWP
Afb. 3-1 Standaardopbouw van een DAIKIN Solar installatie (de wisselzijdige aansluiting wordt door DAIKIN aanbevolen)
Plannings- en installatiehandleiding
6
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 7
3 x Productbeschrijving
3.2 Beknopte beschrijving
De DAIKIN-zonne-energie-installatie is een thermisch zonne­energiesysteem voor warmwaterproductie en bijverwarming.
Het drukloze systeem (DrainBack) mag alleen met de regelings- en pompeenheid EKSRPS4A gebruikt wor­den.
Voorwaarde voor de storingsvrije werking in het DrainBack-sy­steem is dat de verbindingsleidingen met continue helling omlaag (ten minste 2 %) gelegd wordt en de onderranden van de collectoren bij wisselzijdige aansluiting met een continue helling omlaag naar de retouraansluiting resp. bij gelijkzijdige aansluiting horizontaal wordt gemonteerd.
Werkwijze
De platte collectoren Solar EKSV21P, EKSV26P en EKSH26P met hoge capaciteit vormen de zoninstraling met een hoog ren­dement om in warmte. Warmtedrager is het water waarmee de warmwaterboiler conform de bijbehorende installatiehandleiding wordt gevuld.
Als de collectoren een bruikbaar temperatuurpeil halen, wordt het drukloze bufferwater in de boiler rechtstreeks door de collectoren gepompt. Anders valt de voedingspomp uit en loopt het systeem automatisch leeg. Deze werkwijze biedt heel wat voordelen: – Grote bedrijfsveiligheid omdat er geen onderdelen die gevoe-
lig zijn voor schade of storingen (als bijv. expansievat, veilig­heidsklep, ontluchtingskleppen) aan te pas komen
– Goede warmteoverdracht en warmteopslagcapaciteit (werkt
zonder antivriesmiddel) – Weinig onderhoudsbehoefte – Vorstbestendigheid – Geen extra zonne-energie warmtewisselaar vereist – Geen stagnatieproblemen
Modulaire constructie
Het systeem bestaat uit verschillende componenten die groten­deels op voorhand zijn geassembleerd. Door het gebruik van steektechniek en verregaande prefabricage kunt u het systeem snel een gemakkelijk monteren.
3.3 Systeemcomponenten voor drukloze systemen
3.3.1 Systeemcomponenten voor alle systemen
Platte collectoren met hoge capaciteit
EKSV21P
H x B x T: 2000 x 1006 x 85 mm, Gewicht: ca. 35 kg
EKSV26P H x B x T: 2000 x 1300 x 85 mm, Gewicht: ca. 42 kg
EKSH26P H x B x T: 1300 x 2000 x 85 mm, Gewicht: ca. 42 kg
B
1a
V21P
H
V26P
T
1a Platte collector met hoge capaciteit EKSV21P / EKSV26P 1b Platte collector met hoge capaciteit EKSH26P
Afb. 3-2 Platte collector
Collectormontagerails FIX MP
FIX MP100 voor een platte EKSV21P collector
FIX MP130 voor een platte EKSV26P collector
FIX MP200 voor een platte EKSH26P collector
2a (2x)
B
H26P
H
1b
Boiler
De volgende boilers kunt u in combinatie met de DAIKIN-zonne­energie-installatie gebruiken: – DAIKIN EKHWP: goed warmtegeïsoleerde, drukloze gelaagd
zonne-energiereservoir (met aansluitingsmogelijkheid voor een DAIKIN lucht-water-warmtepomp).
– Daikin Altherma integrated solar unit: gelaagd zonne-ener-
giereservoir met geïntegreerd binnentoestel van een lucht­water-warmtepomp.
Opbouw, werkwijze, inbedrijfstelling en werking van de boilers en verdere, niet in hoofdstuk 3.3 vermelde Solar­componenten worden in deze handleiding niet beschre­ven. Gedetailleerde informatie bij deze componenten
staat in de bijbehorende gebruiks- en installatiehandleidingen.
De in deze handleiding vermelde handelingsinstructies en be­schrijvingen gelden principieel voor alle bij deze zonne-energie­installatie toepasbare DAIKIN boilers, ook als voor de duide­lijkheid slechts één type wordt beschreven. Bij afwijkingen van andere boilers wordt hierop apart attent gemaakt.
Elektronische regelaar
De volelektronische DAIKIN Solar R4-regeling zorgt voor een op­timale benutting van zonne-energie (waterverwarming, onder­steuning van de verwarming) en de naleving van alle veiligheids­aspecten voor het gebruik. Alle parameters die een comfortabel gebruik garanderen, zijn al af-fabriek ingesteld.
2b (2x)
2a Montageprofielrail 2b Collectorborghaken
Afb. 3-3 FIX MP
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
7
Page 8
3 x Productbeschrijving
Collectorverbinding Solar
FIX VBP
3a (2x)
3a Dubbel schaarblokje voor de collectorbevestiging 3b Montageprofielverbinder 3c Compensator voor de collectorverbinding met montagesteun
Afb. 3-4 FIX VBP
3b (2x)
3c (2x)
Verbindingsleidingen CON 15 en CON 20
CON 15, L=15 m
en CON 20, L=20 m
Verbindingsleidingen tussen collectorveld en EKSRPS4A (warm­tegeïsoleerde aanvoer- en retourleiding (Al-PEX-verbin­dingsbuis) met geïntergreerde sensorkabel).
Verlengingsset voor aanvoerleiding CON XV
CON XV80, L=8 m
UV-bestendige, warmtegeïsoleerde aanvoerleiding met geïnte­greerde sensorkabel, zadelklemmen, kabelverbindingsarmatuur en verbindingsnelkoppeling.
Afb. 3-7 CON XV (optioneel)
Draagschaalset (TS) voor verbindingsleidingen CON 15 en CON 20
TS, L=1,30 m
Draagschalen als steun voor de verbindingsleidingen CON 15 en CON 20 (voorkoming van waterzakken).
L
Afb. 3-5 CON 15 / CON 20
Verlengingssets voor verbindingsleiding CON X
CON X25, L=2,5 m
CON X50, L=5 m
CON X100, L=10 m
Warmtegeïsoleerde aanvoer- en retourleiding met geïntegreerde sensorkabel, zadelklemmen en verbindingsnelkoppelingen.
4a (5x)
4b
4a Draagschalen 4b Beknopte handleiding
Afb. 3-8 TS (optioneel)
Afb. 3-6 CON X (optioneel)
Plannings- en installatiehandleiding
8
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 9
3.3.2 Systeemcomponenten voor systemen op het dak (ADM)
3 x Productbeschrijving
Doorvoerpakketten voor op het dak
EKSRCAP (antraciet)
EKSRCRP (steenrood)
Collector-Serieverbinder
CON RVP
Voor het verbinden van twee collectorrijen boven elkaar.
5a
5h ( x)2
5w
5i ( x)2
5a
5i Enkel schaarblokje 5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5c Eindstop 5a Collectoraansluitboog 5w 1 m warmtegeïsoleerde Al-PEX-verbindingsbuis
Afb. 3-10 CON RVP
Montagekits voor montage op het dak
FIX ADDP voor dakpannen
5c (2x)
5a Collectoraansluitboog retour 5b Collectoraansluitboog aanvoer 5c Eindstop 5e-g Buisklemmen met stokschroeven 5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5i Enkel schaarblokje 5j Kabelbinder 5k Collectortemperatuursensor 5l-n Losmaakgereedschap met inzetstukken voor Ø 15 mm en
Ø 18 mm 5o Plannings- en installatiehandleiding 5p Beknopte handleiding 5q Kabelverbindingsarmatuur 5r Dakdoorvoer 5s Spieschuimstof 5v HT-Armaflex ø22x13 UV-vast (2 m)
Afb. 3-9 EKSRCAP, EKSRCRP
12a (2x)
12d (4x)
12a Haken voor op het dak 12b Onderlegplaatje 2 mm 12c Onderlegplaatje 5 mm 12d Zeskant-houtschroeven M8 x100 12e Beknopte handleiding
Afb. 3-11 FIX ADDP
12e
FIX ADS voor vlakke afdekking (bijv. leisteen)
12f (4x)
12g
12f Haken voor op het dak 12g Beknopte handleiding
Afb. 3-12 FIX ADS
12b (2x)
12c (2x)
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
9
Page 10
3 x Productbeschrijving
FIX WD voor golvende afdekking
12h
4(x)
12h Montageprofieldrager 12i Beknopte handleiding
Afb. 3-13 FIX WD
FIX BD voor gevouwen plaatafdekking
12i
12j
4(x)
12j Montageprofieldrager 12k Beknopte handleiding
Afb. 3-14 FIX BD
12k
Plannings- en installatiehandleiding
10
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 11
3.3.3 Systeemcomponenten voor systemen in het dak (IDM)
3 x Productbeschrijving
Collector-aansluitset
RCIP
Collector-Serieverbinder
CON RVP
Voor het verbinden van twee collectorrijen boven elkaar.
5a
5h ( x)2
5w
5i ( x)2
5a
5i Enkel schaarblokje 5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5c Eindstop 5a Collectoraansluitboog 5w 1 m warmtegeïsoleerde Al-PEX-verbindingsbuis
Afb. 3-16 CON RVP
5c (2x)
5a Collectoraansluitboog retour 5b Collectoraansluitboog aanvoer 5c Eindstop 5e-g Buisklemmen met stokschroeven 5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5i Enkel schaarblokje 5j Kabelbinder 5k Collectortemperatuursensor 5l-n Losmaakgereedschap met inzetstukken voor Ø 15 mm en
Ø 18 mm 5o Plannings- en installatiehandleiding 5p Beknopte handleiding 5q Kabelverbindingsarmatuur
Afb. 3-15 RCIP
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
11
Page 12
3 x Productbeschrijving
Montagekits voor montage in het dak
Basispakket IB V21P
voor twee platte EKSV21P collectoren
Basispakket IB V26P voor twee platte EKSV26P collectoren
10b
10c
10a
10d
10i
10t (2x)
10p (6x)
10m (2x)
10q (14x)
10r
10a Bovenste linkerafdekplaat 10b Bovenste rechterafdekplaat 10c Bovenste afdekrail 10d Linkerzijgedeelte 10e Rechterzijgedeelte 10f Inschuifrail 10g Onderste linkerafdruipplaat 10h Onderste rechterafdruipplaat 10i Onderste linkerafschermplaat 10k Onderste rechterafschermplaat 10l Zakje met toebehoren 10m Zakje met toebehoren 10n Borgplaat 10o Spijker 10p Houders voor afdruipplaten 10q Plaatschroef 10r Loodgieterschroef 10t Schuimrubber plakstrips 10u Beknopte handleiding
Afb. 3-17 IB V21P / IB V26P
10f
10e
10k
10g
10u
10h
10l
10n (10x)
10o (12x)
Uitbreidingspakket IE V21P voor iedere verdere platte EKSV21P collector (3 tot 5)
Uitbreidingspakket IE V26P voor iedere verdere platte EKSV26P collector (3 tot 5)
11a
11c
10t (2x)
11b
10c
10f
10s
10p (3x)
11a Bovenste middelste afdekplaat 10c Bovenste afdekrail 10f Inschuifrail 11b Onderste middelste afdruipplaat 11c Onderste middelste afschermplaat 10p Houders voor afdruipplaten 10q Plaatschroef 10r Loodgieterschroef 10s Zakje met toebehoren 10t Schuimrubber plakstrips
Afb. 3-18 IE V21P / IE V26P
10q (5x)
10r
Uitbreidingspakket FIX IES voor vlakke afdekkingen (bijv. leisteen) en twee platte collectoren
Plannings- en installatiehandleiding
12
Afb. 3-19 FIX IES
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 13
3.3.4 Systeemcomponenten voor platte daksystemen (FDM)
3 x Productbeschrijving
Collectoraansluitset en dakdoorvoer voor wisselzijdige aansluiting van 2 collectoren
RCFP
Dakdoorvoer CON FE
voor wisselzijdige aansluiting (vanaf 3 collektoren dwingend noodzakelijk)
13b
13c
13d
13a
13a Doorvoer plat dak CON F 13b Dichtingsluiting voor kabelschroefverbinding M40 13c Dichtingsluiting voor kabelschroefverbinding M16 13d Dichtingsluiting voor kabelschroefverbinding M32
Afb. 3-21 CON FE
5a Collectoraansluitboog retour 5b Collectoraansluitboog aanvoer 5c Eindstop 5e-g Buisklemmen met stokschroeven 5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5i Enkel schaarblokje 5j Kabelbinder 5k Collectortemperatuursensor 5l-n Losmaakgereedschap met inzetstukken voor Ø 15 mm en
Ø 18 mm 5o Plannings- en installatiehandleiding 5p Beknopte handleiding 5q Kabelverbindingsarmatuur 13a Doorvoer plat dak CON F 5u HT-Armaflex ø18x13 UV-vast (6,5 m) 5v HT-Armaflex ø22x13 UV-vast (2 m)
Afb. 3-20 RCFP
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
13
Page 14
3 x Productbeschrijving
Montagekits voor montage op platte daken
Basispakket FB V26P
voor twee platte EKSV26P collectoren
6b
6e (8x)
6g
6p
GE1 (3x)
66c+ d
6f (2x)
6a
6h (6x)
6i (4x)
6k (10x)
6m (16x)
6n (6x)
6o (16x)
Uitbreidingspakket FE V26P voor iedere verdere platte EKSV26P collector (3 tot 5)
7e (x)4
7g
GE1
66c+ d
6b
6a
6h (x)2
6i (x)2
6k (x)4
6m (x)8
6n (x)2
6o (x)8
GE1 Voorgemonteerd basiselement 6a Basisrail EKSV26P 6b Oplegrail EKSV26P 6c Telescooprail buiten EKSV26P 6d Telescooprail binnen EKSV26P
6e Dwarsdrager EKSV26P 6f Diagonale drager EKSV26P 6g Zakje met toebehoren EKSV26P 6h Schaarblokje M8 6i Zeskantbout M8 6k Zeskantmoer M8 6m Zeskantmoer M8 met blokkeervertanding 6n Plaatje 6o Platkopschroef M8 6p Beknopte handleiding
Afb. 3-22 Plat-dakframe basispakket FB V26P
GE1 Voorgemonteerd basiselement 6a Basisrail EKSV26P 6b Oplegrail EKSV26P 6c Telescooprail buiten EKSV26P 6d Telescooprail binnen EKSV26P
7e Dwarsdrager EKSV26P uitbreiding 7g Zakje met toebehoren EKSV26P 6h Schaarblokje M8 6i Zeskantbout M8 6k Zeskantmoer M8 6m Zeskantmoer M8 met blokkeervertanding 6n Plaatje 6o Platkopschroef M8
Afb. 3-23 Plat-dakframe uitbreidingspakket FE V26P
Plannings- en installatiehandleiding
14
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 15
3 x Productbeschrijving
Basispakket FB H26P
voor een platte EKSH26P collector
8p
8e (x)2
GE2 (2x)
8 +8dc
8f
8b
8a
8g
6h (x)4
6i (x)3
6k (x)7
6m (x)4
6n (x)4
6o (x)4
Uitbreidingspakket FE H26P voor iedere verdere platte EKSH26P collector (2 tot 5)
9e
8 +8dc
GE2
(x)2
9f
8b
8g
6n (x)4
8a
6o (x)4
6h (x)4
6i
(x)3
6k (x)7
6m (x)4
GE2 Voorgemonteerd basiselement 8a Basisrail EKSH26P 8b Oplegrail EKSH26P 8c Telescooprail buiten EKSH26P 8d Telescooprail binnen EKSH26P
8e Dwarsdrager EKSH26P 8f Diagonale drager EKSH26P 8g Zakje met toebehoren EKSH26P 6h Schaarblokje M8 6i Zeskantbout M8 6k Zeskantmoer M8 6m Zeskantmoer M8 met blokkeervertanding 6n Plaatje 6o Platkopschroef M8 6p Beknopte handleiding
Afb. 3-24 Plat-dakframe basispakket FB H26P
GE2 Voorgemonteerd basiselement 8a Basisrail EKSH26P 8b Oplegrail EKSH26P 8c Telescooprail buiten EKSH26P 8d Telescooprail binnen EKSH26P
9e Dwarsdrager EKSH26P uitbreiding 9f Diagonale drager EKSH26P uitbreiding 8g Zakje met toebehoren EKSH26P 6h Schaarblokje M8 6i Zeskantbout M8 6k Zeskantmoer M8 6m Zeskantmoer M8 met blokkeervertanding 6n Plaatje 6o Platkopschroef M8
Afb. 3-25 Plat-dakframe uitbreidingspakket FE H26P
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
15
Page 16
4 x Montage
4 Montage
Deze handleiding beschrijft de collectorbevestiging en de hy­draulische aansluiting van het drukloze Solar-systeem en de bij­behorende elektrotechnische maatregelen.
Alle montage-informatie voor de onderconstructie resp. de integratie in het dak van de platte DAIKIN Solar collectoren staat vermeld in de betreffende beknopte handleidingen die met de
● Montagekits voor montage op het dak
● Montagekits voor montage in het dak
● Montagekits voor montage op platte daken zijn meegeleverd.
Alle stappen in deze handleiding zijn bij wijze van voor­beeld voor een collectorveld in één rij met wisselzijdige aansluiting (zonne-energie retour linksonder, zonne-
energie-aanvoer rechtsboven) beschreven. Bij wissel­zijdige aansluiting met omgekeerde hydraulische koppeling (zonne-energie retour rechtsonder, zonne-energie-aanvoer linksboven) moeten de stappen navenant uitgevoerd worden.
De helling van het collectorveld moet altijd op de onderste aan­sluiting uitgelijnd zijn. Bij een aansluiting aan dezelfde kant moet het collectorveld (onderste rand) precies horizontaal uitgelijnd zijn.
4.1 Transport en opslag
4.1.1 Transport
LET OP!
De platte DAIKIN Solar-collectoren zijn onge­voelig voor geringe mechanische belastingen. Uiteraard moeten slag-, stoot- en loopbelas­tingen worden voorkomen.
● Platte DAIKIN Solar-collectoren voorzichtig en uitsluitend in de originele fabrieksver­pakking transporteren en opslaan en pas kort voor de montage uit de verpakking verwij­deren.
● Platte DAIKIN Solar-collectoren liggend op een vlakke en droge ondergrond plaatsen en transporteren. – Het transport met heftrucks of kranen is
alleen bij pallets toegestaan.
– Er kunnen max. 10 platte collectoren
boven op elkaar opgeslagen en getrans­porteerd worden.
De platte DAIKIN Solar-collectoren worden in folie verpakt op pallets aangeleverd. Alle transportmiddelen voor de werkvloer, zoals vorkheftruck en steekwagen zijn geschikt voor het vervoer. Overige DAIKIN Solar-componenten worden afzonderlijk verpakt aangeleverd.
4.1.2 Opslag
Wanneer componenten van de DAIKIN Solar-systemen worden opgeslagen, moeten onderstaande aanwijzingen in acht worden genomen:
● alle componenten mogen uitsluitend in droge en vorstvrije ruimten worden opgeslagen.
● gedemonteerde hydraulische componenten moeten voor het opslaan volledig worden geleegd.
● de opslag van alle componenten mag uitsluitend in afgekoelde toestand worden uitgevoerd.
● stroomgeleidende componenten moeten voor het opslaan van de voedingsspanning worden afgesloten (zekering, hoofdschakelaar uitschakelen, bekabeling demonteren) en tegen het per ongeluk opnieuw inschakelen worden beveiligd.
● de componenten moeten zodanig worden opgeslagen dat er geen personen in gevaar kunnen worden gebracht.
Voor het transport en de opslag van andere verwarmingscompo­nenten gelden de voorschriften in de desbetreffende documen­tatie van deze producten.
Plannings- en installatiehandleiding
16
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 17
4 x Montage
4.2 Installatieconcepten
DAIKIN-zonne-energie-installaties worden meestal conform de hierna weergegeven installatieconcepten opgebouwd.
4.2.1 Parallelschakeling
T
K
≥2%
98
Afb. 4-1 Wisselzijdig aangesloten zonnecollectorveld
(aanbevolen)
T
K
98
Afb. 4-2 Gelijkzijdig aangesloten zonnecollectorveld
(max. 3 zonnecollectoren)
≥0,5%
1 Collectorverbinder 2 Montage-profielrail 2b Collectorborghaken 4 Zonnecollector 5 Collectoraansluitboog retour 6 Collectoraansluitboog aanvoer 7 Eindstop 8 Zonne-retourleiding 9 Zonne-aanvoerleiding 10 Collector-serieverbinder 11 Zonnecollectorveld (2x 2 collectoren)
Solar Collectortemperatuursensor
T
K
Tab. 4-1 Legenda bij afb. 4-1 t/m afb. 4-3 en afb. 4-8
De platte collectoren EKSV21P, EKSV26P en EKSH26P kunnen op daken met een dakhelling van 15° tot 80° gemonteerd worden (montage op het dak).
De platte collectoren EKSV21P en EKSV26P kunnen in het dak­oppervlak geïntegreerd worden als het een helling van 15° tot 80° heeft (montage in het dak).
De platte collectoren EKSV26P en EKSH26P kunnen op platte daken met een helling van minder dan 5° gemonteerd worden (montage op platte daken).
Verdere informatie over de uitlijning van het collectorveld en over de bevestiging op het dakoppervlak of voor de integratie in de dakbedekking staat vermeld in de beknopte handleidingen die met de montagekits worden meegeleverd.
4.2.2 Serieschakeling
Alternatief voor de in deze handleiding beschreven zuivere paral­lelschakeling van de zonnecollectoren kunnen desgewenst 3 col­lectorrijen ook boven elkaar gemonteerd worden. Boven elkaar liggende collectoren of collectorvelden moeten in serie worden geschakeld (afb. 4-3).
6
9
7
2b
5
T
K
4
12
7
10
11
7
8
Afb. 4-3 Alternatieve zonnecollectorplaatsing
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
17
Page 18
4 x Montage
4.3 Verbindingsleiding leggen
LET OP!
Op de hele verbindingssectie tussen warmwa­terboiler en platte collector mag zich nergens een sifoneffect voordoen. Dit kan immers leiden tot slechte werking en beschadiging van het ma­teriaal.
Op langere horizontale leidingtrajecten met klein verval kunnen zich door warmteuitzetting van de kunststoffen pijpen tussen de bevesti­gingspunten eveneens waterzakken met sifon­werking vormen.
● Leg de leidingen nooit horizontaal, maar altijd met een constant verval (min. 2 %).
● DAIKIN adviseert bij langere horizontale leidingstrajecten principieel de toepassing van een draagschaalset (TS ) of van een stevige hulpconstructie (bijv. profielrail, buis e.d.).
Meer informatie over de verbindingsleiding
Wanneer u om bouwtechnische redenen de verbindingsleiding niet of moeilijk op de hierboven manier kan leggen en aansluiten, mag u de uitvoeringsmethode lichtjes aanpassen. De diameter van de aanvoerleiding mag maximum 18 x 1 bedragen.
● Indien reeds stijgleidingen van koperbuis in het huis geïnstal­leerd zijn, kunnen die leidingen worden gebruikt, wanneer de verbindingsleiding over de gehele lengte een doorlopend verval laat zien.
● Wanneer bij wisselzijdige collectoraansluiting geen doorlopend verval van de tweede dakdoorvoer naar alle leidingsdelen kan worden gegarandeerd, kan voor de dakdoorvoer van de aanvoerleiding (bijv. d.m.v. een ventila­tiedakpan) deze naar boven toe worden gelegd, wanneer: – het hoogste punt van de aanvoerleiding niet meer dan
12 m boven de plek ligt waar de boiler staat,
– de binnendiameter van de aanvoerleiding niet meer dan
16 mm bedraagt.
– de aanvoerleiding constant stijgt naar het hoogste punt en
dat er een constant verval naar de warmwaterboiler is.
● Als er op bepaalde leidingsecties slechts een klein verval zit, moet u die met koperbuizen uitvoeren. U heeft dan geen starre hulpconstructie nodig en u voorkomt waterophopingen die door het uitzetten van de kunststofleidingen kunnen optreden.
Aanwijzingen voor de dakdoorvoer van de verbindingsleiding
● Prefab verbindingsleidingen (aanvoer- en retourleiding) met geïntegreerde sensorkabel (zie hoofdst. ) 3) tussen de geplande installatieplaats van het collectorveld aan de binnenkant van het dak en de opstellingsplaats van de warmwaterboiler met regel- en pompunit EKSRPS4A aanbrengen. – Let op voldoende lengte tussen de aansluiting van de boi-
ler en de platte collectoren.
– Let op een continue helling van de verbindingsleidingen
(min. 2 %).
– Maximaal mogelijke totale leidinglengte (zie tab. 4-2) mag
niet worden overschreden. Als de verbindingsleidingen CON 15 resp. CON 20 niet lang genoeg zijn, adviseert DAIKIN de verlengleidingen CON X25, CON X50, CON X100 resp. CON XV80.
Wanneer grotere afstanden moeten worden overbrugd, moeten de afmetingen van de ver­bindingsleiding worden berekend.
Neem contact op met de DAIKIN-service.
– Aanvoerverbindingsleiding (VA15 Solar) moet boven en
retourverbindingsleiding (VA18 Solar) moet onder op de collector worden aangesloten (zie afb. 4-1 t/m afb. 4-3 en afb. 4-8).
Aantal collectoren Maximale totale leidinglengte
2 45 m
3 30 m
4 17 m
5 15 m
LET OP!
Lekken in het dampscherm kunnen schade aan de constructie veroorzaken.
● Isoleer het dampscherm ter hoogte van de doorvoeren voor verbindingsleidingen en kabels langs de binnenzijde.
LET OP!
Bij beschadigde kunststofleidingen bestaat gevaar voor breken.
● Beschadig bij het wegsnijden van de isolatie nooit het oppervlak van de VA Solar-verbin­dingsleidingen.
Voer de volgende stappen uit:
1. De dakdoorvoerpunten moeten zo dicht mogelijk onder de aansluitpunten van de collectoren vastgelegd worden. Let er hierbij op dat er een effectieve afdichting van het uitwendige dakoppervlak gegarandeerd kan worden. Speciale dakdoor­voeren voor de montage op het dak en op vlakke daken zijn als systeemcomponenten verkrijgbaar (zie hoofdst. 3.3).
Tab. 4-2 Maximale lengtes van de DAIKIN-verbindingsleidingen
Plannings- en installatiehandleiding
18
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 19
4 x Montage
2. De verbindingsleiding tot aan de dakdoorvoer verleggen en bevestigen (bijv. met zadelklemmen).
T
K
5. Snijd de isolatie van de verbindingsleidingen zo weg dat u de verbindingsleidingen door de desbetreffende dakdoorvoer kunt voeren.
Afb. 4-5 Stap 5
6. Aanvoer- (boven aan de platte collector / VA15 Solar) en re­tourleiding (onder aan de platte collector / VA18 Solar) door de M32-schroefverbinding van de betreffende dakdoorvoer trekken. Schuif vervolgens de equipotentiaalverbinding of de kabel van de collectortemperatuursensor van binnenuit door de M16 schroefverbinding.
Afb. 4-4 Stap 2
De verbindingskabel voor de collectortemperatuur­sensor is samen met de aanvoerverbindingsleiding in de warmte-isolatieslang getrokken. Hij moet op
het scheidingspunt van aanvoer- en retourverbin­dingsleiding uit de prefab verbindingsleiding CON… ge­trokken en langs de retourverbindingsleiding naar de on­derste collectoraansluiting geleid worden.
Bij montage op platte daken:
Om het leidingstraject in het vorstgevaarlijke ge-
deelte (buiten) zo kort mogelijk te houden, adviseert DAIKIN om bij een wisselzijdige aansluiting van het collec­torveld voor de dakdoorvoer van aanvoer- en retourleiding twee van elkaar gescheiden doorvoeringen voor het platte dak te installeren.
Bij 3 en meer collectoren moet het collectorveld wisselzijdig met 2 doorvoeren voor het platte dak aangesloten worden. De hiervoor noodzakelijke dakdoorvoer CON FE is met af­dichtsluitingen voor de kabelschroefverbindingen uitge­voerd. De moeten passend bij de montagemanier omge­bouwd worden.
3. Snijd de dakisolatie onder de dakdoorvoer weg of open, zo­dat u de retourleiding (VA18 Solar) er doorheen kunt halen en u ze met voldoende helling naar de dakdoorvoer kunt plaat­sen.
4. Voer de verbindingsleidingen op de geplande plaatsen door de dakbedekking. Om een ononderbroken isolatie te garan­deren (ook in het dak) moet u de isolatie ter hoogte van de verbindingspunten afsluiten (bijv. met plakband).
Afb. 4-6 Stap 6
7. Bij montage op het dak: Dakdoorvoeren terugleggen.
– De aan de zijkant en daarboven liggende dakpannen
moeten de dakdoorvoer overlappen.
– Het daklood moet de daaronder liggende dakpan overlap-
pen en worden aangepast aan de vorm van de dakpan.
Afb. 4-7 Stap 7
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
19
Page 20
4 x Montage
4.4 Platte collectoren monteren
LET OP!
Bij speciale dakbedekkingen, zoals sterk gol­vende dakpannen (grote hoogteverschillen) kan het gebruik van de universele dakdoorvoer af­dichtingsproblemen opleveren.
● Doe in dit geval - ook bij beverstaartdak­pannen of leien - een beroep op een dakdekker.
Bij montage op platte daken:
De doorvoer voor het platte dak moet deskundig in de dakbe­dekking afgedicht worden (bijv. met lasbanen). Gebruik hier­voor indien nodig een dakpan. Afhankelijk van de aansluiting moeten de niet gebruikte kabelschroefverbindingen in de doorvoeren van het platte dak met de passende afdichtingssluitingen afgedicht worden.
8. Kabelschroefverbindingen in de dakdoorvoeren (voor aansl­uitleidingen en kabels) vastdraaien.
De montage van de collectoren en van de hydraulische aansluiting wordt pas na de installatie van de vereiste onderconstructie uitgevoerd. Alle montage-informatie
voor de onderconstructie resp. de integratie in het dak van de platte DAIKIN Solar collectoren staat vermeld in de betreffende beknopte handleidingen die met de
● Montagekits voor montage op het dak
● Montagekits voor montage in het dak
● Montagekits voor montage op platte daken zijn meegeleverd.
● Bevestig het bovenste montageprofiel zodanig dat de
zijwaartse uitlijning nog gecorrigeerd kan worden.
Voer de volgende stappen uit:
1. Collectorborghaken in de geleidegroef van het onderste mon­tageprofiel vasthaken en omlaag kantelen. Nadat u de borghaken heeft vastgehaakt, kunt u ze zijwaarts verschuiven (zie afb. 4-8 en tab. 4-3).
(9)
2b
2b
(8)
A
Afb. 4-8 Stap 1: Uitlijning van de borghaken (Legenda zie tab. 4-1, afmetingen zie tab. 4-3)
A0 100 – 250
A1 650 – 850 800 – 1100 1600 – 1800
A2 240 – 440
Tab. 4-3 Afstandsmaten borghaken
2. De platte collector met behulp van een kraan op het dak tillen. Als u geen kraan ter beschikking heeft, moet u de platte col­lector met een touw, dat over een ladder loopt die tegen de dakrand is geplaatst, op het dak trekken. Afhankelijk van de montage-omstandigheden de platte collector voor of na het transport op het dak uitpakken en de verzamelbuisstoppen verwijderen.
van het collectorglas. De stoppen voor de collectortemperatuur­sensor en de ronde aansluitingsafdichting van de collector moe­ten tijdens het uitlijnen van de platte collector aan de onderkant zitten.
A
0
1
Hijs de platte collector onmiddellijk in de juiste positie op het dak (om fouten bij de montage en complexe draaimanoeuvres te vermijden). De bovenkant van de collector (DB) is aangegeven op de beschermafdekking
A
2
EKSV21P EKSV26P EKSH26P
A
A
1
0
Plannings- en installatiehandleiding
20
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 21
3. Bedekte collector boven het montageprofiel tillen, neerleggen en voorzichtig in de borghaken vasthaken. Begin altijd met de collector linksbuiten.
0mm
4 x Montage
5i
b
c
ADM
a+c+d
IDM / FDM
a+b+c
2b
2b
2b Collectorborghaken
Afb. 4-9 Stap 3
4. Verschuif de platte collector vervolgens zijwaarts ten opzichte van het uiteinde van de montagerail tot de afstand tussen het collectorframe en het uiteinde van de montagerail 25 mm is.
Corrigeer indien nodig de uitlijning van het bovenste monta­geprofiel en draai het definitief vast.
LET OP!
5h
a
5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5i Enkel schaarblokje
Afb. 4-10 Stap 4
5. Bij 2 en meer collectoren schaarstenen en compensatoren monteren.
b
d
c
ADM
b
IDM / FDM
d
!
3c 3a
3c
a
1.
3a
d
Om torsiespanningen en bevestigingspro­blemen tijdens de collectormontage te voor­komen,
● zelfborgende schroeven van de schaar­blokjes slechts iets vastdraaien
● beide montageprofielen precies vlak en evenwijdig t.o.v. elkaar uitlijnen. indien nodig de montageprofielen op passende wijze versterken.
De equipotentiaalklem is bij het systeem voor op het dak (ADM) in de buurt van de aanvoeraansluiting (boven) aangebracht, bij het systeem voor in het dak (IDM) en het und platte dak (FDM) daarentegen in de
buurt van de retouraansluiting (onder).
Afzonderlijke schaarblokjes in de montageprofielen schuiven (aansluiting moet afsluiten) en aandraaien (afb. 4-10).
2.
3a (2x)
3.
3c (2x)
3a Dubbel schaarblokje voor collectorbevestiging 3c Compensator voor de collectorverbinding met montagesteunen
Afb. 4-11 Stap 5 bij 2 en meer collectoren
Click
Click
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
21
Page 22
4 x Montage
6. Verdere bedekte collector boven het montageprofiel neerleggen, voorzichtig in de borghaken vasthaken en in elkaar schuiven.
LET OP!
Als de verbindingen (FIX VBP, pos. 3c) op de platte collector niet erg voorzichtig gemonteerd worden, kan de afdichtring beschadigd raken. Daardoor zal het systeem gaan lekken.
● De compensatoren op de platte collector altijd uiterst voorzichtig monteren.
● De volgende platte collector tijdens het in elkaar schuiven in lijn brengen met de aansluitbuizen van de voorgaande platte collector.
LET OP!
Wanneer de bevestigingsklemmen niet hoorbaar vastklikken, kan het DAIKIN Solar -sy­steem gaan lekken, waardoor de bedrijfsvei­ligheid wordt beperkt.
8. Na de montage van de laatste collector van een parallel ge­schakeld collectorveld de enkele schaarblokjes vanaf de rechterzijkant in de montageprofielen schuiven en vastdraai­en.
ADM
a+c+d
IDM / FDM
a+b+c
ADM
b
IDM / FDM
d
5h Enkel schaarblokje met equipotentiaalklem 5i Enkel schaarblokje
Afb. 4-14 Stap 8
9. Montagesteunen van de compensatoren lostrekken.
5h
5i
b
a
c
≥0 mm
d
Oorzaken voor niet vastgeklikte bevestigings­klemmen:
● niet volledig in elkaar geschoven platte collectoren.
● de absorber is verschoven (de absorber tegen de tegenover liggende aansluitingen in de juiste positie drukken, daarbij moeten beschermende handschoenen worden gedragen.
3c
3a
Click
3c
3a
Afb. 4-12 Stap 6 bij 2 en meer collectoren
7. Dubbele schaarblokjes tussen de platte collectoren vast­draaien.
Click
Afb. 4-15 Stap 9
Afb. 4-13 Stap 7
Plannings- en installatiehandleiding
22
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 23
4 x Montage
4.5 Drukloze Solar-installatie hydraulisch
aansluiten
In deze handleiding wordt alleen de leidingmontage voor een tegenoverliggende aansluiting met twee dak­doorvoeren beschreven.
Principieel bestaat ook de mogelijkheid om een tegenoverlig­gende aansluiting met slechts één dakdoorvoer te realiseren.
● Let er hierbij beslist op dat de aanvoerleiding altijd met de nodige helling langs het frame wordt gelegd, om deze dan eveneens op de zijde van de retourleiding door de dakdoorvoer te geleiden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden! De aansluitingen en het frame van de collector kunnen zeer warm worden.
● Collectorafdekking pas na beëindiging van de werkzaamheden aan de hydraulische aansluitingen verwijderen.
● Raak warme onderdelen niet aan.
● Draag veiligheidshandschoenen.
3. Warmte-isolatieslangen stuiken en collectoraansluitbogen op de passende verbindingsleiding steken.
Afb. 4-18 Stap 3
4. Collectoraansluitbogen in de collectoraansluitbuizen steken tot de bevestigingsklem hoorbaar vastklikt.
Click
1. Noodzakelijke lengte van de aanvoer- (boven / VA15 Solar) en retourleiding (onder / VA18 Solar) markeren en afsnijden. Dan de buisuiteinden ontbramen.
Afb. 4-16 Stap 1
2. Warmte-isolatieslangen op de verbindingsleidingen schuiven en op de noodzakelijke lengte inkorten.
Afb. 4-19 Stap 4
5. De gestuikte warmte-isolatieslang over de collectoraansluit­boog schuiven.
Afb. 4-20 Stap 5
6. De eindstoppen in de nog open collectoraansluitbuizen ste­ken, tot de bevestigingsklemmen hoorbaar vastklikken.
Afb. 4-17 Stap 2
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Click
Afb. 4-21 Stap 6
Plannings- en installatiehandleiding
23
Page 24
4 x Montage
4.6 Potentiaalvereffening aanbrengen
WAARSCHUWING!
De potentiaalvereffening is geen vervanging voor een bliksemafleider. Hij is slechts voor de bescherming van de collectortemperatuursen­sor en de regeling bedoeld. De plaatselijke voorschriften voor bliksembeveiliging moeten in acht worden genomen.
De equipotentiaalklem is bij het systeem voor op het dak (ADM) in de buurt van de aanvoeraansluiting (boven) aangebracht, bij het systeem voor in het dak (IDM) en het platte dak (FDM) daarentegen in de buurt van de retouraansluiting (onder).
1. Sleufbouten aan de gemonteerde equipotentiaalklem los­draaien en de leiding van de potentiaalvereffening (niet in de leveringsomvang inbegrepen) op de klem aansluiten. Vervol­gens de bouten weer aandraaien.
2. Potentiaalvereffeningsleiding tot aan de potentiaalvereffe­ningsrail (in het gebouw) leggen en daar aansluiten.
Potentiaalvereffeningsleiding met kabelbinders aan de aan­voer- resp. retourleiding bevestigen.
2. Collectortemperatuursensor tot de aanslag in de montage­opening van de platte collector schuiven. Daarbij moet de sensor op de absorberplaat worden vastge­klemd.
T
2.
1.
TKSolar Collectortemperatuursensor
Afb. 4-23 Stap 1+2
K
2.
1.
Afb. 4-22 Stap 1+2
Wanneer u twee of meer collectorrijen plaatst, moeten deze via een potentiaalvereffening met elkaar worden verbonden. Equipotentiaalklemmen zijn in het pakket CON RVP inbegrepen.
4.7 Collectortemperatuursensor installeren
De montageopeningen voor de collectortemperatuur­sensor bevinden zich links en rechts aan het collector­frame aan de zijkant en zijn bij de aanlevering met stoppen afgesloten.
1. Sensorstop aan de kant van de retouraansluiting (zie afb. 4­10 en afb. 4-11, pos. a) aan de onderste collectorrand verwij­deren.
LET OP!
Indringend vocht kan de sensor beschadigen.
● Let er bij het doorvoeren van de kabel op, dat er geen regenwater naar de insteekplaats van de sensor kan lopen (met druppelbocht installeren zie afb. 4-24).
3. Leg de siliconenkabel van de collectortemperatuursensor naar de dakdoorvoer en bevestig hem met kabelbinders aan een leiding of de montagerail.
Verbind vervolgens de siliconenkabel in het dak met de aan­sluitkabel van de collectortemperatuursensor van de rege­lings- en pompeenheid.
Plannings- en installatiehandleiding
24
Afb. 4-24 Stap 3
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 25
5 x Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
5 Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
5.1 Inbedrijfstelling
De handleidingen voor de hydraulische systeemkoppeling, de in­bedrijfstelling, de bediening van de regelaar, alsmede het ver­helpen van fouten en storingen zijn opgenomen in de installatie­en onderhoudshandleiding van de regel- en pompunit (EKSRPS4A).
WAARSCHUWING!
De zonne-energie-installatie kan pas in bedrijf worden gesteld, nadat alle hydraulische en elektrische aansluitingen in orde zijn gemaakt.
Een ondeskundige inbedrijfstelling heeft een nadelig invloed op de werking en kan tot schade aan de complete installatie leiden. De installatie en inbedrijfstelling mag alleen worden uitge­voerd door verwarmingsmonteurs die door DAIKIN geautoriseerd en opgeleid zijn.
Voor de inbedrijfstelling moet de weerstand van de randaarde en de juiste aansluiting gecontro­leerd worden.
LET OP!
5.2 Buiten bedrijf stellen
5.2.1 Tijdelijke bedrijfsonderbreking
LET OP!
Een buiten bedrijf gestelde verwarminginstal­latie kan bij vorst bevriezen en beschadigt raken.
● Laat een buiten bedrijf gestelde verwarming­installatie bij gevaar voor vorst leeglopen.
LET OP!
Pompen die gedurende een langere periode uitgeschakeld waren kunnen vastzitten. Bij tijdelijk uitgeschakelde zonne-energie-instal­laties is ook de beschermingsfunctie tegen vastzittende pompen (pompknikfunctie) gedeactiveerd.
● Controleer de pompfunctie bij het opnieuw in bedrijf stellen. Vastzittende pompen kunnen meestal met de hand weer soepel gemaakt worden.
Inbedrijfstelling tijdens vriestemperaturen kan tot schade aan het volledige systeem leiden.
● Inbedrijfstelling bij buitentemperaturen van beneden de 0 °C alleen bij een gegaran­deerde watertemperatuur van ten minste 5 °C in het zonne-energie-circuit (bijv. voorverwarmen van de warmwaterboiler).
DAIKIN raadt aan om het systeem bij extreme vorst niet in bedrijf te stellen.
Door de hoofdschakelaar van de Solar R4-regeling uit te scha­kelen of de stekker van de voeding te scheiden kan de DAIKIN zonne-energie-installatie worden stilgelegd.
Bij vorstgevaar moet:
– de DAIKIN zonne-energie-installatie weer in bedrijf wor-
den gesteld of
– de nodige vorstbeveiligingsmaatregelen genomen wor-
den voor de aangesloten CV-installatie en de warmwater­boiler (bijv. ledigen).
Wanneer het vorstgevaar slechts enkele dagen bestaat, hoeft op grond van de zeer goede warmte-iso­latie de DAIKIN warmwaterboiler niet te worden afge-
tapt, wanneer de boilertemperatuur regelmatig gecon­troleerd wordt en niet tot onder de +3 °C daalt. Hierdoor is het aangesloten warmtedistributiesysteem uiteraard niet tegen vorst beschermd.
5.2.2 Definitief buiten bedrijf stellen
● DAIKIN zonne-energie-installatie buiten bedrijf stellen (zie hoofdstuk 5.2.1 "Tijdelijke bedrijfsonderbreking").
● DAIKIN zonne-energie-installatie van alle elektrische aanslui­tingen en wateraansluitingen scheiden.
● DAIKIN zonne-energie-installatie overeenkomstig de monta­gehandleiding (hoofdstuk 4 "Montage") in omgekeerde volgorde demonteren.
● DAIKIN zonne-energie-installatie op de juiste manier afvoeren.
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
25
Page 26
5 x Inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling
Aanwijzingen voor de afvalverwijdering
DAIKIN maakt het, dankzij de milieuvriendelijke constructie van de installatie, mogelijk de opgebruikte installatie milieuvriendelijk af te voeren. Bij de afvoer
treedt er alleen afval op dat ofwel hergebruikt kan worden of thermisch behandel kan worden. De gebruikte materialen die geschikt zijn voor hergebruik kunnen gesorteerd worden.
Het label op het product geeft aan dat elektrische en
elektronische producten niet bij het ongesorteerde
huisafval horen.
De deskundige afvalverwijdering die aan de betref-
fende van toepassing zijnde nationale bepalingen in het
land van toepassing voldoet, ligt in de verantwoorde-
lijkheid van de exploitant.
● De demontage van het systeem en de hantering van koelmiddelen, olie en andere onderdelen mogen uitsluitend door een gekwalificeerde monteur worden uitgevoerd.
● Afvoering uitsluitend bij een inrichting die is gespecialiseerd in hergebruik en recycling.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de installatiefirma of de bevoegde plaatselijke overheid.
Plannings- en installatiehandleiding
26
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 27
6 Technische gegevens
6 x Technische gegevens
6.1 Product Fiche
Energy labelling Regulation: (EU) 811/2013
Ecodesign Regulation: (EU) 813/2013
Solar devices
/ Model names EKSRPS4A
pumps + controls
Auxiliary
Annual auxiliary electricity
Solpump [W] 37,3
Solstandby [W] 2
[kWh/a] 92
consumption Qaux
Details and precautions on installation, maintenance and assembly can be found in the installation and or operation manuals. Energy labels and product fiches for addition combinations, packages and other products can be found on www.rotex-heating.com.
Sound power in heating mode, measured according to the EN12102 under conditions of the EN14825.
This data is for comparison of Energy efficiencies according to Energy label directive 2010/30/EC, for correct selection of products for your application, contact your dealer. Depending on your application and the product selected an additional supplementary heater may have to be installed.
Tab. 6-1 Kengegevens voor de bepaling van de waarde voor de energie-efficiëntie-aanduiding
6.2 Algemene technische informatie
Eenheid Solar Platte collector
EKSV21P EKSV26P EKSH26P
Algemeen
Afmetingen L x B x H mm 2000 x 1006 x 85 2000 x 1300 x 85 1300 x 2000 x 85
Materiaal kader Aluminium
Gewicht collector kg 35 42 42
Inhoud collector l 1,3 1,7 2,1
Hellingshoek ° 15-80
Absorber
Materiaal Aluminium
Dikte mm 0,4
Coating MIRO-THERM
Verbinding met buisregister Laser gelast
Materiaal buisregister Koper
Vorm buisregister Harp
Glas
Materiaal Eenlaags veiligheidsglas
Dikte mm 3,2
Min. hagelweerstand HW 3
Referentieoppervlakte
Bruto-oppervlakte m
Apertuuroppervlakte m
Absorberoppervlakte m
2
2
2
Isolatie
Materiaal Minerale wol
Warmtegeleidbaarheid W/(m K) 0,037
Dikte [mm] mm 50
2,01 2,60
1,80 2,36
1,80 2,36
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
27
Page 28
6 x Technische gegevens
Eenheid Solar Platte collector
EKSV21P EKSV26P EKSH26P
Prestatiekenmerken
Conversiefactor bij (T
Lineair collectorrendementfactor a1 W/m
Vierkante collectorrendementfactor a2 W/m
Instraalhoek-correctiefactor K(50°) 0,94
Effectieve warmtecapaciteit c
Max. drukdaling bij 100l/h mbar 3,5 3,0 0,5
Grensgegevens voor de werking
Max. bedrijfsdruk bar 6
Stagnatietemperatuur °C 192
Montagemethode
=0) 0,781 0,784
m-Ta
* kJ/m2K 4,98 5,04
eff
2
K 4,24 4,25
2
K 0,006 0,007
Op het dak
In het dak
Op het dak
Plat dak
In het dak
Op het dak
Plat dak
De platte Solar collector is duurzaam bestand tegen stilstanden en gekeurd op thermische schokken. Minimumopbrengst collector meer dan 525 kWh/m
*) met betrekking tot het bruto oppervlak van de collector / collector met vloeistof gevuld
Tab. 6-2 Technische gegevens van platte collectoren
2
per jaar bij 40 % dekkingsaandeel (in Würzburg)
25,0
EKSV21P
EKSV26P
20,0
EKSH26P
15,0
10,0
p / mbarD
5,0
0,0
0 100 200 300 400 500
m / L/h
K
Afb. 6-1 Hydraulische weerstand platte collectoren
6.3 Systeem op het dak – max. toegestane sneeuwlast (montage op het dak) conform EN 1991-1-3
Sneeuwlast s
k
1 collector 4
2 collectoren 6
< 1,6 kN/m
2 1)
3 collectoren 8
4 collectoren 12
5 collectoren 14
1 collector 4
2 collectoren 6
< 2,6 kN/m
2 2)
3 collectoren 8
4 collectoren 12
5 collectoren 14
> 2,6 kN/m
1) Bij een spantafstand van 1000 mm, een dakhelling van 30° en een gebouwhoogte < 10 m *
2) Bij een spantafstand van 650 mm, een dakhelling van 30° en een gebouwhoogte < 10 m *
3) Neem voor gedetailleerde uitvoeringsinformatie contact op met de DAIKIN-service *) geldt niet voor in EN 1991-1-3 genoemde uitzonderlijke regio´s
Tab. 6-3 Benodigd aantal dakhaken
Plannings- en installatiehandleiding
2
28
Min. aantal dakhaken
Extra montagerail vereist
3)
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 29
6 x Technische gegevens
6.4 Plat dak systeem – vereiste verzwaringsgewichten (montage op platte daken) conform EN 1991-1-4
● alleen voor windbelastingen tot 1,3 kN/m
● alleen voor sneeuwlasten tot 1,1 kN/m
WAARSCHUWING!
● Hoogte van de plaats van opstelling boven omliggend terrein tot 25m
Bij een te grote belasting van het dakoppervlak is er gevaar voor instorten.
● Controleer de toegestane dakbelasting
Vraag bij grotere windbelastingen of sneeuwlasten of gebouw­hoogtes de DAIKIN-service om gedetailleerde uitvoeringsinfor­matie.
voordat het systeem voor het platte dak wordt geïnstalleerd.
● Als de toegestane dakbelasting door het gewicht zou worden overschreden, moet het collectorveld via een geschikte staalkabel­constructie gespannen worden.
Platte collector EKSV26P
Opstel-
lingshoek
30° 65 170 80 200 100 265 120 315 140 365 150 400 165 435
40° 40 170 45 200 60 265 70 315 80 365 90 400 95 435
50° 10 170 10 200 10 265 10 315 10 365 10 400 10 435
55° 15 170 15 200 25 265 25 315 30 365 35 400 35 435
60° 90 225 110 270 145 360 175 425 200 490 220 540 235 580
0,5 0,65 0,8 0,95 1,1 1,2 1,3
Verzwaringsgewichten in kg/collector
voorzijdeachter
zijde
voorzijdeachter
zijde
voorzijdeachter
Windbelasting [kN/m2]
voorzijdeachter
zijde
zijde
voorzijdeachter
zijde
voorzijdeachter
2
2
voorzijdeachter
zijde
zijde
Platte collector EKSH26P
Opstel-
lingshoek
30° 250 320 395 470 545 595 640
40° 215 280 345 410 475 515 560
50° 180 235 290 345 400 435 470
55° 160 205 255 300 345 375 410
60° 150 195 235 280 325 355 385
Tab. 6-4 Verzwaringsgewichten
0,5 0,65 0,8 0,95 1,1 1,2 1,3
Verzwaringsgewichten in kg/collector
Windbelasting [kN/m2]
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Plannings- en installatiehandleiding
29
Page 30
6 x Technische gegevens
6.5 Plat dak systeem – overschaduwing
EKSV26P EKSH26P
Breedte-
graad
56 7,13 8,47 9,55 9,99 10,35 4,63 5,50 6,21 6,49 6,72
54 6,24 7,33 8,20 8,54 8,81 4,06 4,77 5,33 5,55 5,73
52 5,60 6,50 7,21 7,48 7,70 3,64 4,23 4,69 4,86 5,00
50 5,11 5,87 6,46 6,68 6,85 3,32 3,82 4,20 4,34 4,45
48 4,72 5,37 5,86 6,04 6,18 3,07 3,49 3,81 3,93 4,01
46 4,41 4,97 5,38 5,53 5,63 2,86 3,23 3,50 3,59 3,66
44 4,15 4,64 4,98 5,10 5,18 2,70 2,01 3,24 3,32 3,37
42 3,93 4,35 4,65 4,74 4,80 2,55 2,83 3,02 3,08 3,12
40 3,74 4,11 4,36 4,43 4,47 2,43 2,67 2,83 2,88 2,91
38 3,57 3,90 4,11 4,16 4,19 2,32 2,53 2,67 2,71 2,72
36 3,43 3,71 3,89 3,93 3,94 2,23 2,41 2,53 2,55 2,56
Tab. 6-5 Afmeting z bij overschaduwing
Afstand z [m] afhankelijk van hellingshoek Afstand z [m] afhankelijk van hellingshoek
30° 40° 50° 55° 60° 30° 40° 50° 55° 60°
α
z
Afb. 6-2 Overschaduwing
α
Plannings- en installatiehandleiding
30
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P
DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
Page 31
7 Trefwoordenlijst
7 x Trefwoordenlijst
A
Aanvoerleiding . . . . . . . . . . . . . . . .23
Aardlekschakelaar (FCD) Afvalverwijdering Afzonderlijk schaarblokje
. . . . . . . . . . . . . . . 26
. . . . . . . . . 5
. . .9, 11, 13
B
Bedrijfsonderbreking . . . . . . . . . . . . 25
Definitief
Tijdelijk Beknopte beschrijving Boiler
Toepasbare modellen Bufferwater Buiten bedrijf stellen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
. . . . . . . . . . . . 7
. . . . . . . . . . .7
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
. . . . . . . . . . . . 25
C
Collectoraansluitboog . . .9, 11, 13, 17 Collectorborghaken Collector-Serieverbinder Collectortemperatuursensor Collectorverbindingspakket Compensator Constructie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
. . . . . . . . . . . . . . 7
. . . .9, 11, 17
. . . . . . 24
. . . 8, 9, 11
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
D
Dakdoorvoer . . . . . . . . . . . . . 9, 18, 19
Debiet
Via Metingen Doorvoer voor het platte dak Draagschaal-Set Dubbel schaarblokje
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
. . . 13, 20
. . . . . . . . . . . . . . . . 8
. . . . . . . . . . . . . 8
E
Eindstop . . . . . . . . . .9, 11, 13, 17, 22
Elektriciteitsbedrijf (EVU)
. . . . . . . . . 5
F
FlowSensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
G
Gevaar voor vorst . . . . . . . . . . . . . . 25
P
Parallelschakeling . . . . . . . . . . . . . .17
Platte collectoren met hoge capaciteit
Productbeschrijving
Productbeschrijving
. . . . . . . . . . . . .7
. . . . . . . . . . . . . . 6
R
Regel- en pompmodule
Montage
Regeling
Beknopte beschrijving
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
. . . . . . . . . . . 7
S
Schaarblokje . . . . . . . . . . . . . . .14, 15
Sensorstop Serieschakeling Sneeuwlast Solar-Boileruitbreidingsset Systeem voor in het dak (IDM)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Systeem voor op het dak (ADM)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Systeem voor plat dak (FDM)
. . . . . . . . . . . . . . . . 13
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
. . . . . . . . . . . . . . . . 17
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
. . . . . . . .8
, 21, 24
, 21, 24, 28
, 21, 24, 29, 30
T
Technische specificaties . . . . . . . . .27
Telescooprail Transport
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
U
Uitlijning van het collectorveld . . . . . 17
V
Verbindingsleiding . . . . . . . . . . . . 8, 18
Verzwaringsgewichten
. . . . . . . . . .29
W
Werkstukliniaal . . . . . . . . . . . . . . . .14
Werkwijze Windbelasting
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
. . . . . . . . . . . . . . . . .29
H
Helling van het collectorveld . . . . . .16
I
Installatieconcepten . . . . . . . . . . . .17
K
Kabelschroefverbinding . . . . . . . 13, 20
M
Montage
Collectortemperatuursensor
Dakdoorvoer
Potentiaalvereffening Montageprofielverbinder Montagerail
. . . . . . . . . . . . . . . . .19
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
. . . . . 24
. . . . . . . . . .24
. . . . . . . . . .8
O
Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Opstellingshoek Overschaduwing
EKSV21P + EKSV26P + EKSH26P DAIKIN Zonne-energie-installatie DrainBack
008.1629499_02 – 07/2020 – NL
. . . . . . . . . . . . . . . . 29
. . . . . . . . . . . . . . . 30
Plannings- en installatiehandleiding
31
Page 32
Copyright © Daikin
008.1629499_02
07/2020 – NL
Loading...