Daikin EKRTCTRL1, EKRTCTRL2, EKWHCTRL0, EKWHCTRL1, EKPCBO User reference guide [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
Daikin Altherma
Warmtepompconvector opties
EKRTCTRL1 EKRTCTRL2 EKWHCTRL0 EKWHCTRL1 EKPCBO
We willen u eerst en vooral bedanken om voor een van onze producten te kiezen.
U
I
S
We zijn ervan overtuigd dat u er tevreden mee zal zijn, want het behoort tot de top in airconditioningstechnologie voor huizen.
Door de adviezen in deze handleiding op te volgen, zal het product dat u hebt gekocht probleemloos werken en u optimale kamertemperaturen aan minimale energiekosten bieden.
DAIKIN EUROPE N.V.
Deze unit voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
• Laagspanning 2014/35/EU; • Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU;
Pictogrammen
De pictogrammen in het volgende hoofdstuk bieden op een snelle en ondubbelzinnige manier de nodige informatie
Redactionele pictogrammen
Gebruiker
- Verwijst naar pagina's die instructies of informatie voor de gebruiker bevatten.
Installateur
- Verwijst naar pagina's die instructies of informatie voor de installateur bevatten.
Veiligheidspictogrammen
Waarschuwing
- De beschreven handeling kan fysiek letsel veroorzaken indien niet uitgevoerd volgens de veiligheidsvoorschriften.
Gevaarlijke elektrische stroom
- Maak personeel ervan bewust dat de beschreven handeling kan leiden tot elektrische schokken indien niet uitgevoerd volgens de veiligheidsvoorschriften.
voor een correct en veilig gebruik van het toestel.
Service
- Verwijst naar pagina's die instructies of informatie voor de installateur van de TECHNISCHE KLANTENONDERSTEUNINGSDIENST bevatten.
Gevaar voor hoge temperatuur
- Van veiligheidsvoorschriften, het risico op brandwonden als gevolg van contact met onderdelen die een hoge temperatuur hebben.
Verbod
- Verwijst naar verboden handelingen.
2
1 ALGEMEEN
1.1
1.2
Algemene waarschuwingen ........................................................... 5
Fundamentele veiligheidsvoorschriften .................................................... 5
2 EKRTCTRL1
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
2.10
2.11
2.12
2.13
2.14
2.15
2.16
2.17
2.18
SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met continue modulatie aan toestelzijde ............... 6
Weergeven .......................................................................6
Toetsfunctie .......................................................................6
Algemene Aan-schakelaar ............................................................7
Activatie .......................................................................... 7
Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi ...............................................7
Stand By ......................................................................... 7
Temperatuurselectie .................................................................7
Automatisch ...................................................................... 8
Stille werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Nachtstand ....................................................................... 8
Werking aan maximale ventilatiesnelheid ..................................................8
Sleutelvergrendeling .................................................................8
Helderheid tot minimum beperken ....................................................... 8
Deactivatie ........................................................................ 9
Afwijking regeling kamertemperatuursonde ................................................9
Uitschakelen voor lange periodes ....................................................... 9
Foutsignalen ......................................................................9
3 EKWHCTRL1
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
3.13
3.14
3.15
3.16
3.17
3.18
Wandgemonteerd SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met kamersonde .................10
Weergeven ......................................................................10
Toetsfunctie ......................................................................10
Algemene Aan-schakelaar ...........................................................11
Activatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi ..............................................11
Stand By ........................................................................ 11
Temperatuurselectie ................................................................11
Automatisch .................................................................... 12
Stille werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Nachtstand ..................................................................... 12
Werking aan maximale ventilatiesnelheid ................................................ 12
Sleutelvergrendeling ................................................................12
Helderheid tot minimum beperken ...................................................... 12
Deactivatie ....................................................................... 13
Afwijking regeling kamertemperatuursonde ...............................................13
Uitschakelen voor lange periodes ...................................................... 13
Foutsignalen .....................................................................13
3
4 EKRTCTRL2
4.1 SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met vaste snelheidsmodulatie ..................... 14
4.2 Weergeven ......................................................................14
4.3 Toetsfunctie ...................................................................... 14
4.4 Algemene Aan-schakelaar ...........................................................15
4.5 Activatie ......................................................................... 15
4.6 Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi ..............................................15
4.7 Stand By ........................................................................ 15
4.8 Temperatuurselectie ................................................................ 15
4.9 Regeling ventilatiesnelheid ...........................................................16
4.10 Sleutelvergrendeling ................................................................16
4.11 Helderheid tot minimum beperken ......................................................16
4.12 Deactivatie .......................................................................16
4.13 Afwijking regeling kamertemperatuursonde ............................................... 17
4.14 Uitschakelen voor lange periodes ...................................................... 17
4.15 Foutsignalen .....................................................................17
5 EKPCBO
5.1 Geïntegreerde snelheidskeuzeschakelaar voor het aansluiten op een standaardthermostaat. ........... 18
5.2 LED-indicatielampjes ...............................................................18
5.3 Algemene Aan-schakelaar ...........................................................18
5.4 Activatie ......................................................................... 19
5.5 Stand By ........................................................................ 19
5.6 Regeling ventilatiesnelheid ..........................................................19
5.7 Deactivatie ....................................................................... 19
5.8 Uitschakelen voor lange periodes ...................................................... 19
5.9 Waarschuwingen storingstatus ........................................................ 19
6 ONDERHOUND
6.1 De buitenkant reinigen .............................................................. 20
6.2 Luchtfilter reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
6.3 Tips om energie te besparen .........................................................22
7 PROBLEEMOPLOSSING
7.1 Probleemoplossing ................................................................. 23
7.2 Probleemoplossingstabel ............................................................ 23
4
SIU
ALGEMEEN
1.1
Deze instructie maakt integraal deel uit van de brochure van
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor
Alle handelingen moeten zorgvuldig worden uitgevoerd
Controleer na het uitpakken of de inhoud intact is en alle
1.2
Denk eraan dat bepaalde fundamentele
Algemene waarschuwingen
het toestel waarop de kit wordt geïnstalleerd. Raadpleeg deze brochure voor algemene waarschuwingen en fundamentele veiligheidsvoorschriften.
gekwalificeerde en bevoegde installateurs, die voldoende opgeleid moeten zijn en moeten voldoen aan alle wettelijke psycho-fysieke vereisten.
volgens beste praktijken en in overeenstemming met de werkplekveiligheidsvoorschriften.
onderdelen aanwezig zijn. Als dat niet het geval is, neem dan contact op met de agent die u het toestel heeft verkocht.
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
veiligheidsvoorschriften moeten worden gevolgd bij gebruik van een product dat gebruik maakt van elektriciteit en water, zoals:
Het is verboden om de beveiligings- of
afstellingsapparatuur te wijzigen zonder toestemming en aanwijzingen van de fabrikant.
Het is verboden om het verpakkingsmateriaal dat risico's
met zich kan meebrengen, te verwijderen of binnen het bereik van kinderen achter te laten.
Reparatie of onderhoud moet worden uitgevoerd
door de technische ondersteuningsdienst of door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met deze handleiding. Wijzig niets aan het toestel aangezien dat gevaarlijke situaties kan veroorzaken en de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld voor eventuele schade.
Het is verboden om de elektrische kabels die uit het
toestel komen te knippen, in een knoop te leggen of eraan te trekken, zelfs als deze losgekoppeld zijn van de netvoeding.
De unit mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door personen met verminderde fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij supervisie of instructies krijgen over het veilige gebruik van de unit en als zij het
gevaar in betrekking hiermee begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en onderhoud die moeten worden
uitgevoerd door de gebruiker, mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder supervisie.
Het is verboden om het toestel aan te raken met
natte handen of een nat lichaam zonder schoenen te
dragen.
Het is verboden om reinigingswerkzaamheden uit te
voeren voordat het toestel is losgekoppeld van de
netvoeding door de hoofdschakelaar van het systeem
"UIT" te schakelen.
Het is verboden om de beveiligings- of
afstellingsapparatuur te wijzigen of aan te passen
zonder toestemming en aanwijzingen van de fabrikant.
Het is verboden om tegen voorwerpen of andere
zaken te duwen door de inlaat- of uitlaatroosters.
Het is verboden om de deuren die toegang geven
tot de interne onderdelen van het toestel te openen zonder eerst de hoofdschakelaar van het systeem "UIT" te schakelen.
Het is verboden om het verpakkingsmateriaal dat
risico's met zich kan meebrengen, te verwijderen of binnen het bereik van kinderen achter te laten.
Het is verboden om op het toestel te klimmen of er
een voorwerp op te laten rusten.
De externe onderdelen van het toestel kunnen meer
dan 70°C warm worden.
5
SUI
A
B
EKRTCTRL1
2.1
Deze bedieningselementen maken de regeling van de kamertemperatuur (met afwijking instelbaar via het toetsenbord) volledig autonoom met behulp van de programma's AUTO, SILENT, NIGHT en MAX door middel van een sonde die zich in het onderste deel van het toestel bevindt, waardoor bevriezing wordt voorkomen, zelfs in stand-by. Het bedieningspaneel heeft een geheugen, dus de instellingen zullen niet verloren gaan als het toestel wordt uitgeschakeld of de voeding onderbroken wordt.
2.2
Alle statussen en alarmen worden ook weergegeven op het display met behulp van 8 specifieke symbolen:
SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met continue modulatie aan toestelzijde
Er kunnen geen bedieningselementen worden geïnstalleerd op de FWXM-serie.
A Weergeven
B Toetsen
Weergeven
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd voor een hoger comfortniveau 's nachts, en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display. Druk op een willekeurige toets om de maximale helderheid te herstellen.
De watertemperatuursonde van 10 kΩ in de batterij van het toestel regelt het minimumniveau bij verwarming (30°C) en het maximumniveau bij koeling (20°C).
Automatisch
Stille werking
Maximale ventilatiesnelheid
Nachtstand
Verwarming aan
2.3
De verschillende functies worden ingesteld met behulp van 8 toetsen met achtergrondverlichting:
Toetsfunctie
Temp + dient voor het verhogen van de ingestelde temperatuur
Temp - dient voor het verlagen van de ingestelde temperatuur
Verwarming/koeling: voor het schakelen van de bedieningsmodus tussen verwarming en koeling
Koeling aan
Supervisie bij knipperen met aanwezigheidsschakelaar CP gesloten.
Alarmindicatielampje (lampje brandt continu)
Paneel uit-indicatielampje
Weerstand actief-indicatielampje
Nachtstand: beperkt de ventilatiesnelheid tot een laag niveau en de ingestelde temperatuur wordt automatisch geregeld.
Werking aan maximale snelheid: laat toe om de maximale ventilatiesnelheid in te stellen
AAN/Stand-by: om het toestel te activeren of in stand-by te zetten.
Stelt de regeling van de ventilatiesnelheid tussen een minimum- en maximumwaarde in door middel van een volautomatische modus
Stil: stelt de ventilatiesnelheid in op een lagere waarde
6
SUI
2.4
Algemene Aan-schakelaar
Om het toestel te regelen via het bedieningspaneel, moet het aangesloten zijn op de netvoeding. Als een algemene schakelaar is geïnstalleerd op de
2.5
Om het toestel te activeren
Toets Bediening Weergeven
2.6
Toets Bediening Weergeven
Activatie
Druk op de toets AAN/Stand-by Van uit naar aan
Selecteer een van de 4 bedieningsmodi door op de betreffende toets te drukken.
Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi
Houd de Verwarming/Koeling-toets ca. 2 seconden ingedrukt om van modus (verwarming/koeling) te veranderen, wat wordt aangegeven door de 2 symbolen die verschijnen als verwarming of koeling actief is.
voedingskabel, moet deze ook ingeschakeld zijn.
- Schakel het toestel in door de algemene schakelaar in te schakelen
Bij verwarming wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt hoger is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt lager is.
Bij koeling wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt lager is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt hoger is.
Wanneer een van de twee symbolen knippert, betekent dit dat de watertemperatuur (warm of koud) onvoldoende is, en stopt de ventilator tot de temperatuur een niveau bereikt dat geschikt is om de gewenste temperatuur te verkrijgen.
2.7
Toets Bediening Weergeven
Wanneer de regeling in deze bedrijfsmodus staat, is vorstbeveiliging in elk geval gegarandeerd. Als de omgevingstemperatuur onder 5°C zakt, worden de
2.8
Toets Bediening Weergeven
Stand-by
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
Temperatuurselectie
Als de plaat na het inschakelen van de voeding de H2­sonde detecteert, start het toestel normaal op binnen de minimum- en maximumdrempelwaarden. In gevallen waarin er geen H2-sonde is, heeft de plaat ook een functie om de ventilatiestopdrempelwaarden te negeren.
Uit
elektromagnetische kleppen op de warmwateruitgang en de boiler geopend.
Stel de gewenste kamertemperatuur in met behulp van de twee verhoog/verlaagtoetsen om de temperatuurwaarde in te stellen op het display met 3 cijfers.
Het instelbereik gaat van 16 tot 28°C in intervallen van 0,5°C, maar waarden die buiten het bereik vallen worden ook aanvaard, van 5°C tot 40°C (behalve in automatische modus).
Stel deze waarden alleen voor korte periodes in en stel daarna een gemiddelde waarde in. De controller is uiterst precies - stel deze in op de gewenste waarde en wacht tot de controller zich aanpast volgens de huidige gedetecteerde kamertemperatuur.
20.5
7
SUI
2.9
Toets Bediening Weergeven
Automatisch
Houd de AUTO-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
De regeling van de ventilatiesnelheid wordt automatisch uitgevoerd tussen de minimum- en maximumwaarden, in overeenstemming met de afstand tussen de huidige
2.10
Toets Bediening Weergeven
De ventilatiesnelheid is beperkt tot een bepaalde maximumwaarde.
2.11
Toets Bediening Weergeven
Door deze modus te selecteren, wordt de ventilatiesnelheid beperkt tot een zeer laag niveau en wordt de ingestelde temperatuur automatisch geregeld als volgt:
- verlaagt na één uur met 1°C en met nog een graad na
2.12
Stille werking
Houd de Stil-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
Nachtstand
Houd de Nachtstand-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
Werking aan maximale ventilatiesnelheid
kamertemperatuur en het instelpunt op basis van een algoritme van het PI-type.
twee uur in verwarmingsmodus;
- verhoogt na één uur met 1°C en met nog een graad na twee uur in koelingmodus;
Toets Bediening Weergeven
Houd de Max werking-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
In deze bedrijfsmodus wordt het maximale vermogensniveau geactiveerd, voor verwarming of koeling. Zodra de gewenste kamertemperatuur is bereikt, raden we aan om een van de andere 3 bedrijfsmodi te selecteren
2.13
Toets Bediening Weergeven
2.14
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd voor een hoger comfortniveau 's nachts, en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display.
Toets Bediening Weergeven
Sleutelvergrendeling
Door zowel de + als de - toetsen 3 seconden ingedrukt te houden, worden alle toetsen lokaal vergrendeld, wat wordt aangegeven door "bL" op het display. Alle handelingen worden geblokkeerd voor de gebruiker en telkens wanneer er een toets wordt ingedrukt, verschijnt "LOC". Herhaal de sequentie om de toetsen te ontgrendelen.
Helderheid tot minimum beperken
Houd met het display uitgeschakeld de + toets 5 seconden ingedrukt tot "01" wordt weergegeven. Gebruik de - toets om de waarde te wijzigen naar 00 en wacht 20 seconden om te controleren of de instelling is aanvaard.
voor een hoger comfort en aangenamer geluidsniveau.
bL
Als deze helderheid storend is, kan het display volledig worden uitgeschakeld.
00
8
SUI
2.15
Toets Bediening Weergeven
Deactivatie
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
De controller zorgt ook voor vorstbeveiliging in stand-by.
2.16
Aangezien de detectiesonde zich onderaan het toestel bevindt, kan de gedetecteerde temperatuur soms verschillen van de werkelijke kamertemperatuur. Met behulp van deze functie kan de weergegeven waarde worden aangepast binnen een bereik van -9/+12 K in intervallen van 0,1°C.
Toets Bediening Weergeven
2.17
Ga als volgt te werk om uit te schakelen voor een seizoen of voor vakantie:
- Deactiveer het toestel
Afwijking regeling kamertemperatuursonde
Ga voorzichtig om met deze functie en gebruik ze alleen nadat u een verschil hebt gemeten met de werkelijke kamertemperatuur met behulp van een betrouwbaar toestel!
Houd met het display uitgeschakeld de - toets 5 seconden ingedrukt om naar het instellingsmenu te gaan waarin de weergegeven afwijking van AIR-sonde kan worden aangepast (met de + en - toetsen), van -9 tot +12 K in intervallen van 0,1 K. Na 20 seconden na de laatste handeling schakelt het paneel uit en wordt de instelling opgeslagen.
Uitschakelen voor lange periodes
- Schakel de hoofdschakelaar van de unit uit.
De vorstbeveiligingsfunctie is niet actief.
Uit
00.0
2.18
Storing Weergeven
Defecte kamertemperatuursonde (AIR)
Probleem met ventilatormotor (bv. verstopping veroorzaakt door vreemde voorwerpen, defecte rotatiesensor).
Storing watertemperatuursonde. Zorg in dit geval dat de geïnstalleerde sonde 10 kΩ is.
Activatie van roostermicroschakelaar S1 vanwege filterreiniging
Het knipperen van een van de 2 symbolen geeft aan dat de watertemperatuur (warm of koud) niet op peil is en zorgt dat de ventilator stopt.
Foutsignalen
E1
E2
E3
Gr
9
SUI
EKWHCTRL1
3.1
De wandgemonteerde afstandsbediening EKWHCTRL1 is een elektronische thermostaat met een kamertemperatuursonde voor de besturing van een of meer (maximaal 30) ventilatorspoelen/koeler-radiatoren in broadcastmodus (met gelijktijdige besturingstransmissie) uitgerust met elektronische besturing voor bediening op afstand van EKWHCTRL0. Het bedieningspaneel heeft een geheugen, dus de instellingen zullen niet verloren gaan als het toestel wordt uitgeschakeld of de voeding onderbroken wordt.
3.2
Alle statussen en alarmen worden ook weergegeven op het display met behulp van 8 specifieke symbolen:
Wandgemonteerd SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met kamersonde
Eventuele abnormaliteiten op individuele aangesloten klemmen worden niet aangegeven op het wandpaneel.
Weergeven
Vorstbeveiliging wordt gegarandeerd via de temperatuursonde in stand-by.
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display. Druk op een willekeurige toets om de maximale helderheid te herstellen.
Automatisch
Stille werking
Maximale ventilatiesnelheid
Nachtstand
Verwarming aan
3.3
De verschillende functies worden ingesteld met behulp van 8 toetsen met achtergrondverlichting:
Toetsfunctie
Temp + dient voor het verhogen van de ingestelde temperatuur
Temp - dient voor het verlagen van de ingestelde temperatuur
Verwarming/koeling: voor het schakelen van de bedieningsmodus tussen verwarming en koeling
Koeling aan
Supervisie bij knipperen met aanwezigheidsschakelaar CP gesloten.
Alarmindicatielampje (lampje brandt continu)
Paneel uit-indicatielampje
Weerstand actief-indicatielampje
Nachtstand: beperkt de ventilatiesnelheid tot een laag niveau en de ingestelde temperatuur wordt automatisch geregeld.
Werking aan maximale snelheid: laat toe om de maximale ventilatiesnelheid in te stellen
AAN/Stand-by: om het toestel te activeren of in stand-by te zetten.
Stelt de regeling van de ventilatiesnelheid tussen een minimum- en maximumwaarde in door middel van een volautomatische modus
Stil: stelt de ventilatiesnelheid in op een lagere waarde
10
SUI
3.4
Algemene Aan-schakelaar
Om het toestel te regelen via het bedieningspaneel, moet het aangesloten zijn op de netvoeding. Als een algemene schakelaar is geïnstalleerd op de
Activatie
3.5
Om het toestel te activeren
Toets Bediening Weergeven
Druk op de toets AAN/Stand-by Van uit naar aan
Selecteer een van de 4 bedieningsmodi door op de betreffende toets te drukken.
3.6
Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi
Toets Bediening Weergeven
Houd de Verwarming/Koeling-toets ca. 2 seconden ingedrukt om van modus (verwarming/koeling) te veranderen, wat wordt aangegeven door de 2 symbolen die verschijnen als verwarming of koeling actief is.
voedingskabel, moet deze ook ingeschakeld zijn.
- Schakel het toestel in door de algemene schakelaar in te schakelen
Bij verwarming wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt hoger is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt lager is.
Bij koeling wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt lager is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt hoger is.
3.7
Stand-by
Toets Bediening Weergeven
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
Wanneer de regeling in deze bedrijfsmodus staat, is vorstbeveiliging in elk geval gegarandeerd. Als de omgevingstemperatuur onder 5°C zakt, worden de
3.8
Temperatuurselectie
Toets Bediening Weergeven
Stel de gewenste kamertemperatuur in met behulp van de twee verhoog/verlaagtoetsen om de temperatuurwaarde in te stellen op het display met 3 cijfers.
elektromagnetische kleppen op de warmwateruitgang en de boiler geopend.
Uit
20.5
Het instelbereik gaat van 16 tot 28°C in intervallen van 0,5°C, maar waarden die buiten het bereik vallen worden ook aanvaard, van 5°C tot 40°C (behalve in automatische modus).
Stel deze waarden alleen voor korte periodes in en stel daarna een gemiddelde waarde in. De controller is uiterst precies - stel deze in op de gewenste waarde en wacht tot de controller zich aanpast volgens de huidige gedetecteerde kamertemperatuur.
11
SUI
3.9
Toets Bediening Weergeven
Automatisch
Houd de AUTO-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
De regeling van de ventilatiesnelheid wordt automatisch uitgevoerd tussen de minimum- en maximumwaarden, in overeenstemming met de afstand tussen de huidige
3.10
Toets Bediening Weergeven
De ventilatiesnelheid is beperkt tot een bepaalde maximumwaarde.
3.11
Toets Bediening Weergeven
Door deze modus te selecteren, wordt de ventilatiesnelheid beperkt tot een zeer laag niveau en wordt de ingestelde temperatuur automatisch geregeld als volgt:
- verlaagt na één uur met 1°C en met nog een graad na
3.12
Stille werking
Houd de Stil-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
Nachtstand
Houd de Nachtstand-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
Werking aan maximale ventilatiesnelheid
kamertemperatuur en het instelpunt op basis van een algoritme van het PI-type.
twee uur in verwarmingsmodus;
- verhoogt na één uur met 1°C en met nog een graad na twee uur in koelingmodus;
Toets Bediening Weergeven
Houd de Max werking-toets ingedrukt. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
In deze bedrijfsmodus wordt het maximale vermogensniveau geactiveerd, voor verwarming of koeling. Zodra de gewenste kamertemperatuur is bereikt, raden we aan om een van de andere 3 bedrijfsmodi te selecteren
3.13
Toets Bediening Weergeven
3.14
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd voor een hoger comfortniveau 's nachts, en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display.
Toets Bediening Weergeven
Sleutelvergrendeling
Door zowel de + als de - toetsen 3 seconden ingedrukt te houden, worden alle toetsen lokaal vergrendeld, wat wordt aangegeven door "bL" op het display. Alle handelingen worden geblokkeerd voor de gebruiker en telkens wanneer er een toets wordt ingedrukt, verschijnt "LOC". Herhaal de sequentie om de toetsen te ontgrendelen.
Helderheid tot minimum beperken
Houd met het display uitgeschakeld de + toets 5 seconden ingedrukt tot "01" wordt weergegeven. Gebruik de - toets om de waarde te wijzigen naar 00 en wacht 20 seconden om te controleren of de instelling is aanvaard.
voor een hoger comfort en aangenamer geluidsniveau.
bL
Als deze helderheid storend is, kan het display volledig worden uitgeschakeld.
00
12
SUI
3.15
Toets Bediening Weergeven
Deactivatie
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
De controller zorgt ook voor vorstbeveiliging in stand-by.
3.16
Aangezien de detectiesonde zich onderaan het toestel bevindt, kan de gedetecteerde temperatuur soms verschillen van de werkelijke kamertemperatuur. Met behulp van deze functie kan de weergegeven waarde worden aangepast binnen een bereik van -9 tot +12 K in intervallen van 0,1°C.
Toets Bediening Weergeven
3.17
Afwijking regeling kamertemperatuursonde
Ga voorzichtig om met deze functie en gebruik ze alleen nadat u een verschil hebt gemeten met de werkelijke kamertemperatuur met behulp van een betrouwbaar toestel!
Houd met het display uitgeschakeld de - toets 5 seconden ingedrukt om naar het instellingsmenu te gaan waarin de weergegeven afwijking van AIR-sonde kan worden aangepast (met de + en - toetsen), van -9 tot +12 K in intervallen van 0,1 K. Na 20 seconden na de laatste handeling schakelt het paneel uit en wordt de instelling opgeslagen.
Uitschakelen voor lange periodes
Uit
00.0
Ga als volgt te werk om uit te schakelen voor een seizoen of voor vakantie:
- Deactiveer het toestel
3.18
Storing Weergeven
Storing kamertemperatuursonde (op de thermostaat).
Storing of aansluiting van een dubbele kamersonde op afstand op plaat één van de aangesloten ventilatorspoelunits.
Foutsignalen
- Schakel de hoofdschakelaar van de unit uit.
De vorstbeveiligingsfunctie is niet actief.
E1
E2
13
SUI
A
B
EKRTCTRL2
4.1
Deze bedieningselementen maken de regeling van de kamertemperatuur (met afwijking instelbaar via het toetsenbord) volledig autonoom met behulp van de vier snelheden door middel van een sonde die zich in het onderste deel van het toestel bevindt, waardoor bevriezing wordt voorkomen, zelfs in stand-by. Het bedieningspaneel heeft een geheugen, dus de instellingen zullen niet verloren gaan als het toestel wordt uitgeschakeld of de voeding onderbroken wordt.
A Weergeven
B Toetsen
4.2
Alle statussen en alarmen worden ook weergegeven op het display met behulp van 8 specifieke symbolen:
SMART TOUCH elektronisch bedieningspaneel met vaste snelheidsmodulatie
Er kunnen geen bedieningselementen worden geïnstalleerd op de FWXM-serie.
Weergeven
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd voor een hoger comfortniveau 's nachts, en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display. Druk op een willekeurige toets om de maximale helderheid te herstellen.
De watertemperatuursonde van 10 kΩ in de batterij van het toestel regelt het minimumniveau bij verwarming (30°C) en het maximumniveau bij koeling (20°C).
Automatische werking in stappen
Minimale werking
Maximale ventilatiesnelheid
Superstille werking
Verwarming aan
4.3
De verschillende functies worden ingesteld met behulp van 8 toetsen met achtergrondverlichting:
Toetsfunctie
Temp + dient voor het verhogen van de ingestelde temperatuur met 1 K
Temp - dient voor het verlagen van de ingestelde temperatuur met 1 K
Verwarming/koeling: voor het schakelen van de bedieningsmodus tussen verwarming en koeling
Koeling aan
Supervisie actief (knipperend lampje)
Alarmindicatielampje (lampje brandt continu)
Paneel uit-indicatielampje
Weerstand actief-indicatielampje
De superstille instelling activeert een krachtige ontvochtigingsfunctie bij koeling en alleen straling bij verwarming.
Werking aan maximale snelheid: laat toe om de maximale ventilatiesnelheid in te stellen
AAN/Stand-by: om het toestel te activeren of in stand-by te zetten.
In automatische modus voert de ventilator een "stapsgewijze" aanpassing uit om de kamertemperatuur dichter bij het instelpunt te brengen.
Minimum: stelt de ventilatiesnelheid in op een zeer lage waarde
14
SUI
4.4
Algemene Aan-schakelaar
Om het toestel te regelen via het bedieningspaneel, moet het aangesloten zijn op de netvoeding. Als een algemene schakelaar is geïnstalleerd op de
4.5
Om het toestel te activeren
Toets Bediening Weergeven
4.6
Toets Bediening Weergeven
Activatie
Druk op de toets AAN/Stand-by Van uit naar aan
Selecteer een van de vier snelheden door op de betreffende toets te drukken.
Instelling verwarming/koelingbedieningsmodi
Houd de Verwarming/Koeling-toets ca. 2 seconden ingedrukt om van modus (verwarming/koeling) te veranderen, wat wordt aangegeven door de 2 symbolen die verschijnen als verwarming of koeling actief is.
voedingskabel, moet deze ook ingeschakeld zijn.
- Schakel het toestel in door de algemene schakelaar in te schakelen
Bij verwarming wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt hoger is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt lager is.
Bij koeling wordt het symbool weergegeven wanneer het instelpunt lager is dan de omgevingstemperatuur, en zijn beide symbolen uit wanneer het instelpunt hoger is.
Wanneer een van de twee symbolen knippert, betekent dit dat de watertemperatuur (warm of koud) onvoldoende is, en stopt de ventilator tot de temperatuur een niveau bereikt dat geschikt is om de gewenste temperatuur te verkrijgen.
4.7
Toets Bediening Weergeven
Wanneer de regeling in deze bedrijfsmodus staat, is vorstbeveiliging in elk geval gegarandeerd. Als de
4.8
Toets Bediening Weergeven
Stand-by
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
Temperatuurselectie
Als de plaat na het inschakelen van de voeding de H2­sonde detecteert, start het toestel normaal op binnen de minimum- en maximumdrempelwaarden. In gevallen waarin er geen H2-sonde is, heeft de plaat ook een functie om de ventilatiestopdrempelwaarden te negeren.
Van aan naar uit
omgevingstemperatuur tot onder 5°C zakt, wordt de elektromagnetische uitgang geopend.
Stel de gewenste kamertemperatuur in met behulp van de twee verhoog/verlaagtoetsen om de temperatuurwaarde in te stellen op het display met 3 cijfers.
Het instelbereik gaat van 16 tot 28°C in intervallen van 1°C, maar waarden die buiten het bereik vallen worden ook aanvaard, van 5°C tot 40°C (behalve in automatische
modus). Stel deze waarden alleen voor korte periodes in en stel daarna een gemiddelde waarde in.
20
15
SUI
4.9
Toets Bediening Weergeven
Regeling ventilatiesnelheid
De ventilatiesnelheid wordt geselecteerd met behulp van een van de 4 toetsen (automatisch, minimum, superstil en maximum). De activatie van de functie wordt aangegeven door het betreffende symbool op het display.
In automatische modus voert de ventilator een "stapsgewijze" aanpassing uit om de kamertemperatuur dichter bij het instelpunt te brengen. De superstille instelling activeert een krachtige ontvochtigingsfunctie bij koeling en alleen straling (met de ventilator uit, elektromagnetische klep) bij verwarming. Door de hoogste snelheid in te stellen, wordt het maximale vermogensniveau onmiddellijk geactiveerd, voor
4.10
Toets Bediening Weergeven
4.11
Na 20 seconden vanaf de laatste handeling, zal de helderheid van het paneel worden verlaagd voor een hoger comfortniveau 's nachts, en zal de kamertemperatuur worden weergegeven op het display.
Sleutelvergrendeling
Door zowel de + als de - toetsen 3 seconden ingedrukt te houden, worden alle toetsen lokaal vergrendeld, wat wordt aangegeven door "bL" op het display. Alle handelingen worden geblokkeerd voor de gebruiker en telkens wanneer er een toets wordt ingedrukt, verschijnt "LOC". Herhaal de sequentie om de toetsen te ontgrendelen.
Helderheid tot minimum beperken
verwarming of koeling. Zodra de gewenste kamertemperatuur is bereikt, raden we aan om een van de andere 3 bedrijfsmodi te selecteren voor een hoger comfort en aangenamer geluidsniveau. In de "minimum"-modus is het aantal ventilatorrotaties beperkt, zowel bij verwarming als koeling.
bL
Als deze helderheid storend is, kan het display volledig worden uitgeschakeld.
16
Toets Bediening Weergeven
Houd met het display uitgeschakeld de + toets 5 seconden ingedrukt tot "01" wordt weergegeven. Gebruik de - toets om de waarde te wijzigen naar 00 en wacht 20 seconden om te controleren of de instelling is aanvaard.
4.12
Toets Bediening Weergeven
De controller zorgt ook voor vorstbeveiliging in stand-by.
Deactivatie
Houd de AAN/Stand-bytoets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
00
Van aan naar uit
SUI
4.13
Afwijking regeling kamertemperatuursonde
Aangezien de detectiesonde zich onderaan het toestel bevindt, kan de gedetecteerde temperatuur soms verschillen van de werkelijke kamertemperatuur. Met behulp van deze functie kan de weergegeven waarde worden aangepast binnen een bereik van -9 tot +12 K in intervallen van 1°C.
Toets Bediening Weergeven
Houd met het display uitgeschakeld de - toets 5 seconden ingedrukt om naar het instellingsmenu te gaan waarin de weergegeven afwijking van AIR-sonde kan worden aangepast (met de + en - toetsen), van -9 tot +12 K in intervallen van 1 K. Na 20 seconden na de laatste handeling schakelt het paneel uit en wordt de instelling opgeslagen.
4.14
Ga als volgt te werk om uit te schakelen voor een seizoen of voor vakantie:
- Deactiveer het toestel
4.15
Storing Weergeven
Uitschakelen voor lange periodes
Foutsignalen
Ga voorzichtig om met deze functie en gebruik ze alleen nadat u een verschil hebt gemeten met de werkelijke kamertemperatuur met behulp van een betrouwbaar toestel!
00
- Schakel de hoofdschakelaar van de unit uit.
De vorstbeveiligingsfunctie is niet actief.
Defecte kamertemperatuursonde (AIR)
Probleem met ventilatormotor (bv. verstopping veroorzaakt door vreemde voorwerpen, defecte rotatiesensor).
Storing watertemperatuursonde voor versies met 2 buizen (H2). Zorg in dit geval dat de geïnstalleerde sonde 10 kΩ is.
Activatie van roostermicroschakelaar S1 vanwege filterreiniging
E1
E2
E3
Gr
17
SUI
A
EKPCBO
5.1
Het commando dient voor het aan- en uitzetten en selecteren van de 4 snelheden, rechtstreeks van de ventilatorspoel. Aan- en uitzetten gebeurt via het sluiten van het contact van de externe thermostaat. Het bedieningspaneel heeft een geheugen, dus de instellingen zullen niet verloren gaan als het toestel wordt uitgeschakeld of de voeding onderbroken wordt.
Geïntegreerde snelheidskeuzeschakelaar voor het aansluiten op een standaardthermostaat.
Er kunnen geen bedieningselementen worden
geïnstalleerd op de FWXM-serie.
Na 20 seconden na de laatste handeling zal de LED-
helderheid worden verminderd voor een hoger comfort 's nachts. Druk op een willekeurige toets om de maximale helderheid te herstellen.
A
B
mode
A
Waarschuwings-LED
snelheidsselectietoets
o
B
5.2
De 5 LED's geven de bedrijfstoestand aan:
5.3
Om de ventilatorspoel te beheren via de keuzeschakelaar, moet deze aangesloten zijn op de netvoeding en op een kamerthermostaat met één 230 V AC-contact. Als een algemene schakelaar is geïnstalleerd op de
LED-indicatielampjes
Minimumsnelheid geselecteerd
Gemiddelde snelheid geselecteerd
Maximumsnelheid geselecteerd
Algemene Aan-schakelaar
Superstille functie geselecteerd
Ventilatorspoel uit of TA-contact open (knipperend)
voedingskabel, moet deze ook ingeschakeld zijn.
- Schakel het toestel in door de algemene schakelaar in te schakelen
18
SUI
5.4
Toets Bediening Weergeven
Activatie
Druk op de modus/uit-toets Uit Aan
Selecteer een van de 4 bedrijfssnelheden door op de betreffende modus/uit-toets te
drukken. Als het rode
symbool knippert, betekent dit dat de kamerthermostaat niet aangesloten is; daarom moet deze worden geactiveerd.
5.5
Toets Bediening Weergeven
5.6
Toets Bediening Weergeven
Door de hoogste snelheid in te stellen, wordt het maximale vermogensniveau onmiddellijk geactiveerd, voor verwarming of koeling. Zodra de gewenste kamertemperatuur is bereikt, raden we
5.7
Toets Bediening Weergeven
Stand-by
Houd de modus/uit-toets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
Regeling ventilatiesnelheid
Telkens wanneer de modus/uit-toets wordt ingedrukt, schakelt de ventilatorsnelheid tussen superstil, minimum, gemiddeld en maximum. De functie die wordt geactiveerd, wordt aangegeven door het bijbehorende symbool dat op het display verschijnt.
aan om een van de andere 3 bedrijfsmodi te selecteren voor een hoger comfort en aangenamer geluidsniveau.
Deactivatie
Houd de modus/uit-toets ca. 2 seconden ingedrukt. Geen verlichte signalen op het display betekent dat het systeem in stand-by is (geen werking).
Uit Aan
Uit
5.8
Ga als volgt te werk om uit te schakelen voor een seizoen of voor vakantie:
5.9
De plaat levert diagnostische gegevens in het geval van abnormaliteiten, die kunnen worden geïnterpreteerd aan de hand van LED-combinaties. De volgende tabel biedt een overzicht van de waarschuwingen.
• Knipperende LED : TERM-contact open
• Knipperende LED : TERM-contact gesloten;
• 4 knipperende LED's: ROOSTER-contact open;
LED aan: superstille snelheid actief (400 t/min).
Uitschakelen voor lange periodes
- Deactiveer het toestel
- Schakel de hoofdschakelaar van de unit uit.
Waarschuwingen storingstatus
LED aan: minimumsnelheid actief (680 t/min).
LED aan: gemiddelde snelheid actief (1100 t/min).
LED aan: maximumsnelheid actief (1500 t/min).
19
SUI
ONDERHOUD
6.1
Voor elke reinigings- en onderhoudsinterventie moet
Wacht tot de onderdelen zijn afgekoeld om
De buitenkant reinigen
u het toestel loskoppelen van de netvoeding door de hoofdschakelaar uit te zetten.
brandwonden te voorkomen.
Gebruik geen schuursponsjes of schuurmiddelen
aangezien deze de geverfde onderdelen kunnen beschadigen.
Reinig indien nodig de buitenste oppervlakken van de DAIKIN koeler-convector met een zachte vochtige doek.
6.2
Na een periode van continu gebruik en in functie van de concentratie verontreinigingen in de lucht, of wanneer u
Luchtfilter reinigen
Verwijder de filtercellen in de versies met aanzuigrooster met kleppen
- verwijder het frontrooster door het een beetje op te tillen en te draaien tot het uit de zitting komt;
het toestel opnieuw wilt opstarten na een periode van inactiviteit, gaat u als volgt te werk.
- verwijder de filter en trek deze horizontaal naar buiten.
20
SUI
A B
Frontrooster Zie rooster
Filter
C
C
A
B
A
C
Filterzittingen reinigen
- zuig het stof op met een stofzuiger
- was de filter met lopend water zonder gebruik van detergenten of oplosmiddelen en laat de filter drogen.
Het is verboden om de unit te gebruiken zonder de
netfilters.
Het toestel is uitgerust met een veiligheidsschakelaar
die de werking van de koeler verhindert wanneer het mobiele paneel ontbreekt of niet goed zit.
Controleer na de reiniging van de filter of het paneel
correct is gemonteerd.
21
SUI
C
B
A
A
C
B
A
A
Reinigingswerkzaamheden voltooien
- Plaats voor de versies met een rooster met kleppen de twee ogen in de speciale sleuven, draai het rooster
en haak het vast met een kleine tik op het bovenste gedeelte.
A B
6.3
Filter Haak
Tips om energie te besparen
A D
C D
Frontrooster Filter zitting
- Houd altijd de filter schoon;
- houd de deuren en ramen in de kamer met
airconditioning zo veel mogelijk gesloten;
- beperk waar mogelijk het effect van direct zonlicht in de kamers met airconditioning (gebruik gordijnen, jaloezieën, enz.)
22
SIU
PROBLEEMOPLOSSING
7.4
Ontkoppel in geval van waterlekken of abnormale
Als zich een van de volgende abnormaliteiten voordoet,
7.5
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerd installateur of een gespecialiseerd
Effect Oorzaak Oplossing
Het duurt lang voordat ventilatie start wanneer nieuwe temperatuurinstellingen zijn uitgevoerd of een nieuwe modus is geactiveerd.
Het toestel start niet met ventileren.
Ventilatie start niet, zelfs als er warm of koud water in het hydraulisch circuit aanwezig is.
Er lekt water uit het toestel bij verwarming.
Er treedt roestvorming op op het frontpaneel.
Er vormen zich waterdruppels op het rooster en de luchtuitlaat.
Er lekt alleen water uit het toestel bij koeling.
Het toestel maakt veel lawaai.
Probleemoplossing
werking onmiddellijk de netvoeding en sluit alle waterkranen.
neem dan contact op met een erkend servicecentrum of gekwalificeerd personeel; probeer zelf geen reparaties uit te voeren.
Probleemoplossingstabel
Het duurt even voordat de circuitklep opent om koud of warm water te laten circuleren.
Geen warm of koud water in het systeem.
De hydraulische klep blijft gesloten.
De ventilatormotor is vastgelopen of doorgebrand.
De microschakelaar die de ventilatie stopt bij het openen van het filterrooster sluit niet correct.
Elektrische aansluitingen zijn onjuist. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waterlekkage uit de systeemleidingen.
Lekken van de kleppengroep. Controleer de afdichtingen.
Thermische isolatoren losgekomen.
Bij een hoge relatieve luchtvochtigheid (>60%) kan er condensatie optreden, in het bijzonder wanneer de ventilator aan minimumsnelheid draait.
De condensatietank is verstopt.
De condensatieafvoer heeft een te lage hellingshoek om te kunnen afvoeren.
De verbindingsleidingen en kleppengroep zijn niet goed geïsoleerd.
De ventilator raakt de structuur.
De ventilator is uit balans.
Controleer of er vuil aanwezig is in de filters en reinig deze indien nodig.
- Ventilatie start niet, zelfs als er warm of koud water in het hydraulisch circuit aanwezig is.
- Er lekt water uit het toestel bij verwarming.
- Er lekt alleen water uit het toestel bij koeling.
- Het toestel maakt veel lawaai.
- Er treedt roestvorming op op het frontpaneel.
servicecentrum.
Wacht 2 à 3 minuten om de circuitklep te laten openen.
Controleer of de boiler of de waterkoeler werken.
Demonteer het kleppenhuis en controleer en herstel de watercirculatie.
Controleer of de klep werkt door deze op een afzonderlijke 230 V-voeding aan te sluiten. Als ze begint te werken, kan het probleem bij de elektronische controller liggen.
Controleer de motorwikkelingen en of de ventilator vrij kan draaien.
Controleer of bij het sluiten van het rooster het contact op de microschakelaar sluit.
Controleer op lekken en span alle aansluitingen aan.
Controleer of de thermische geluidsisolatoren correct gepositioneerd zijn en let daarbij vooral op de isolator die zich vooraan boven de ribbenbuis­batterij bevinden.
Zodra de relatieve vochtigheid vermindert, zal het probleem vanzelf verdwijnen. In elk geval zullen enkele waterdruppels die in de units vallen geen storing veroorzaken.
Giet traag een fles water in het onderste deel van de batterij om de afvoer te controleren. Reinig indien nodig de tank en/of zorg voor een grotere hellingshoek van de afvoerbuis.
Controleer de leidingisolatie.
Controleer of er vuil aanwezig is in de filters en reinig deze indien nodig.
Een ventilator die uit balans is veroorzaakt overmatige trillingen in de machine; vervang de ventilator.
Maak de filters schoon.
23
Copyright 2019 Daikin
Loading...