Daikin CTXM15M2V1B, FTXM20M2V1B, FTXM25M2V1B, FTXM35M2V1B, FTXM42M2V1B Operation manuals [nl]

DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
GEBRUIKSAANWIJZING
R32
MODELLEN
CTXM15M2V1B FTXM20M2V1B FTXM25M2V1B FTXM35M2V1B FTXM42M2V1B
Eigenschappen
INTELLIGENT OOG
De sensor INTELLIGENT OOG detecteert menselijke bewegingen in een kamer. Als er langer dan 20 minuten niemand in een kamer is, schakelt de werking automatisch om naar de energiezuinige stand.
WEEKKLOK
Er kunnen max. 4 klokinstellingen worden opgeslagen voor iedere dag van de week volgens de levensstijl van uw gezin. Met de WEEKKLOK kunt u de tijd en de gewenste temperatuur in-/uitschakelen.
FLASH STREAMER
De streamer en fi ltreertechnologieën verwijderen zwevende allergenen zoals schimmel, mijten en stuifmeel, alsook toevoegsubstancies, virussen en bacteriën.
Pagina 15
Pagina 24
Pagina 21
Overige functiesOverige functies
COMFORT LUCHTSTROOM
De blaasrichting is opwaarts in de stand KOELEN en neerwaarts in de stand VERWARMEN. Deze functie voorkomt dat koude of warme lucht rechtstreeks op uw lichaam blazen.
1
Pagina 15
BUITENUNIT STIL
Het bedrijf BUITENUNIT STIL verlaagt het geluidsniveau van de buitenunit. Deze functie is nuttig, wanneer u het geluid in uw buurt binnen de perken moet houden.
Pagina 19
Inhoud
Te lezen vooraleer te gebruiken
Veiligheidsmaatregelen  .................................. 3
Naam van de onderdelen ............................... 5
Voorbereiding voor bedrijf ............................... 9
Bediening
AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR ..........
De blaasrichting
en het debiet afstellen ........................
COMFORT LUCHTSTROOM/
INTELLIGENT OOG ..........................
Werking met KRACHT .......................18
Stand ECONO/BUITENUNIT STIL .... 19
LUCHTZUIVERING MET
FLASH STREAMER ..........................
Stand TIMER UIT ...............................22
11
13
15
21
ECONO
Met deze functie is een effi ciënte werking mogelijk door het maximale stroomverbruik te beperken. Deze is nuttig bij gelijktijdig gebruik van de airconditioner en andere elektrische apparatuur.
Pagina 19
Stand TIMER AAN ............................. 23
Stand WEEKKLOK ............................ 24
Multi-verbinding
Noot voor multi-systeem  ..............................  30
Zorg
Zorg en reiniging ..........................................  32
Storingen opsporen en oplossen
Probleemoplossing  ......................................  37
De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
2
Veiligheidsmaatregelen
Lees de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding zorgvuldig door voordat u de unit bedient.
• Bewaar deze handleiding waar de operator deze gemakkelijk kan vinden.
• Lees zorgvuldig de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding voordat u de unit bedient.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel, door niet gespecialiseerde personen.
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan 70 dB (A).
• De in deze handleiding beschreven maatregelen worden onderverdeeld in WAARSCHUWING en VOORZICHTIG. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsmaatregelen nauwkeurig in acht.
WAARSCHUWING
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan ernstig lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Probeer dit nooit. Leef de instructies na.
• Bewaar deze handleiding op een geschikte plaats nadat u deze hebt gelezen, zodat u deze later, indien nodig, nog kunt terugvinden. Als het toestel aan een nieuwe gebruiker wordt overgedragen, moet deze handleiding bij het toestel blijven.
WAARSCHUWING
• Stel het toestel op in een kamer waar er geen ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals open vuur, een gastoestel of elektrische verwarming die aanstaat enz.).
• Bedien de unit nooit wanneer er schadelijk gassen (bijv. ontvlambare of corrosieve) in de buurt van de unit worden ontdekt om brand, explosie of letsel te voorkomen.
• Houd er rekening mee dat langdurige directe blootstelling aan koele of warme lucht van de airconditioner of aan lucht die te koel of te warm is, schadelijk kan zijn voor uw lichamelijke conditie en gezondheid.
• Plaats geen voorwerpen, zoals staven, uw vingers, enz. in de luchtinlaat of luchtuitlaat. Het aanraken van de snel draaiende ventilatorschoepen van de airconditioner kan een storing in het product doen ontstaan of kan het beschadigd worden of kan iemand zich verwonden.
• Probeer niet zelf de airconditioner te repareren, ontmantelen, opnieuw te installeren of te veranderen. Dat kan namelijk leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of brandgevaar.
• Gebruik geen ontvlambare spray in de buurt van de airconditioner, omdat er anders brand kan ontstaan.
• Bij installatie, verplaatsing of reparatie, gebruik geen ander koelmiddel dan dat vermeld op de buitenunit (R32). Andere koelmiddelen kunnen voor storingen in de unit zorgen of deze beschadigen en mensen verwonden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen om elektrische schokken te voorkomen.
• Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brandgevaar. Als de airconditioner niet correct functioneert, d.w.z. geen koele of warme lucht produceert, kan lekkage van koelmiddel de oorzaak zijn. Neem contact op met uw leverancier voor assistentie. Het gebruikte koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg. Maar ingeval van een lek kan een schadelijk gas vrijkomen bij contact met een naakte brander, verwarming of fornuis. Stop met het gebruik van de airconditioner totdat een deskundige onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de lekkage is gerepareerd.
• Probeer de airconditioner niet zelf te installeren of te repareren. Een slechte installatie of reparatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of bevoegd personeel voor installatie en onderhoud.
• Wanneer de airconditioner niet correct functioneert (een brandlucht afgeeft, enz.), schakel dan het apparaat uit en neem contact op met uw plaatselijke leverancier. Wanneer u de airconditioner onder deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit defecten, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Plaats een aardlekschakelaar. Het niet plaatsen van de aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Voorzie het apparaat van een aardaansluiting. Aard de unit niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafl eider of telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan schade aan eigendommen of lichamelijk letsel tot gevolg hebben, dat ernstig kan zijn al naar gelang de omstandigheden.
Dit toestel is gevuld met R32.
VOORZICHTIG
Zorg dat er een verbinding met de aarde is.
3
VOORZICHTIG
Stel planten of dieren niet rechtstreeks bloot aan de luchtstroming uit de unit, aangezien dit nadelige gevolgen kan hebben.
• Plaats geen apparatuur die open vuur produceert, op plaatsen die blootstaan aan de luchtstroom van het apparaat, aangezien dit de verbranding van de brander nadelig kan beïnvloeden.
• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde of belemmerde luchtstroom kan verminderde prestaties of defecten veroorzaken.
• Ga niet op de buitenunit zitten, leg geen voorwerpen op de unit of trek niet aan de unit. Als u dat wel doet, kan dat ongevallen tot gevolg hebben, zoals vallen of omkantelen, waardoor letsel, een verkeerde werking van het product of productschade kan ontstaan.
• Plaats geen voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht, direct onder de binnen- of buitenunits. Onder bepaalde omstandigheden kan condensvorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfi lter of een verstopte afvoer waterlekkage veroorzaken, waardoor het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
• Controleer na langdurig gebruik de standaard van het apparaat en de bevestiging ervan op beschadiging. Als ze beschadigd zijn, kan de unit vallen en letsel veroorzaken.
• Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit niet aan om letsels te voorkomen.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend. Lichamelijk letsel of schade voor de gezondheid kan het gevolg zijn.
• Dit toestel mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien ze onder toezicht staan of onderricht zijn in het veilige gebruik van het toestel en de mogelijke gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
• Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
• Zorg dat iets tegen de binnen- en buitenunits kan stoten, omdat deze anders kunnen worden beschadigd.
• Plaats geen ontvlambare middelen, zoals spuitbussen, binnen 1 meter afstand van de luchtuitlaat. De spuitbussen kunnen ontploffen door hete lucht die afkomstig is van de binnen- en buitenunits.
Laat huisdieren niet op de airconditioner plassen. Plassen op de airconditioner kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Zorg voor een degelijke ventilatie van de kamer als samen met de airconditioner een brander en dergelijke wordt gebruikt om zuurstofgebrek te voorkomen.
• Vooraleer de unit schoon te maken, schakel deze uit en schakel tevens de stroomonderbreker uit of trek de stekker uit het stopcontact. Anders dreigt u elektrische schokken te krijgen en letsel op te lopen.
• Sluit de airconditioner alleen aan op het gespecifi ceerde stroomcircuit. Stroomvoorzieningen anders dan de gespecifi ceerde kunnen elektrische schokken, oververhitting en branden veroorzaken.
Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte afvoer kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
• Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of andere overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Plaats geen voorwerpen rondom de binnenunit. Dat kan namelijk een negatieve invloed hebben op de prestaties, productkwaliteit en levensduur van de airconditioner.
• Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en laat ze niet met het apparaat spelen.
Plaats van installatie
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
Leef de onderstaande instructies na.
• De binnenunit dient minstens 1 m te zijn verwijderd van een televisie of radio (de unit kan interferentie van het beeld of geluid veroorzaken).
• De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het geluid of de trillingen niet versterkt wanneer het toestel werkt.
• Een plaats waar de afgevoerde lucht van de buitenunit of het geluid uw buren niet hindert wanneer het toestel werkt.
Werk aan de elektrische bedrading en het systeem naar een andere plaats brengen.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de airconditioner is bestemd.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig. Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
4
Naam van de onderdelen
Binnenunit
Frontpaneel
Luchtuitlaat
Lamellen (verticale bladen)
• De lamellen zitten in de luchtuitlaat.
Kleppen (horizontale bladen)
Signaalontvanger
• Deze ontvangt signalen van de afstandsbediening.
• Wanneer de unit een signaal ontvangt, hoort u een piepgeluid.
Geval Geluidstype
Start bedrijf beep-beep
Instelling gewijzigd piep
Stop bedrijf lange piep
Pagina 13
Pagina 13
Luchtinlaat
Scherm
Sensor INTELLIGENT OOG
• Deze detecteert de bewegingen van mensen en schakelt automatisch om tussen de normale werking en de energiezuinige
Pagina 15
werking.
Kamertemperatuur­sensor
• Deze detecteert de luchttemperatuur rond de unit.
BEDRIJFSLAMPJE
TIMER-lampje
Pagina 22, 23
Lampje INTELLIGENT OOG
Pagina 16
AAN/UIT-schakelaar van de binnenunit
• Druk één keer op deze schakelaar om de werking te starten. Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
• Zie de volgende tabel voor de bedrijfsmodus.
Stand Temperatuurinstelling Luchtdebiet
AUTO 25°C AUTO
• Gebruik deze schakelaar wanneer de afstandsbediening ontbreekt of wanneer u deze even niet vindt.
5
Het frontpaneel openen
Buitenunit
• Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
Streamer
Gereed voor WLAN (optie)
Naamplaatje met model
Luchtfi lter
Fotokatalytische luchtzuiverings­ lter uit titanium­apatiet
Luchtinlaat
(rug en zijkant)
Luchtuitlaat
Buitentemperatuur­sensor (rug)
Afvoerslang
Aardingsaansluiting
• Deze zit achter dit deksel.
Naamplaatje model Koelmiddelleiding en
inter-unit-bedrading
6
Naam van de onderdelen
Afstandsbediening
Signaalzender
Ontvanger
• Richt de zender op de binnenunit om de afstandsbediening te gebruiken. Als er iets de signalen blokkeert tussen de unit en de afstandsbediening, zoals een gordijn, werkt de unit niet.
• Laat de afstandsbediening niet vallen. Laat deze niet nat worden.
• De maximale afstand voor communicatie is ca. 7 m.
Instelknop VENTILATOR
• Deze selecteert de instelling voor het luchtdebiet.
Pagina 14
Knop KRACHT
• Werking met KRACHT.
Pagina 18
Model ARC466A33
Scherm (LCD)
• Geeft de huidige instellingen weer. (Op deze afbeelding wordt elke sectie getoond met zijn schermen ten behoeve van de uitleg.)
Afstelknoppen TEMPERATUUR
• Deze wijzigen de temperatuurinstelling.
Pagina 12
AAN/UIT-knop
• Druk één keer op deze knop om de werking te starten. Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
Pagina 11
Frontdeksel
• Open het frontpaneel.
Pagina 8
7
De voorste schuif openen
Knop voor LUCHTZUIVERING MET FLASH STREAMER
• Zorgt voor afgifte door de streamer.
Pagina 21
Knop COMFORT/ SENSOR
Bedrijf COMFORT LUCHTSTROOM en INTELLIGENT OOG.
knop TIMER UIT
Pagina 15
Pagina 22
Knop TIMER ANNULEREN
• Deze annuleert de tijdklokinstelling.
Het is niet mogelijk om deze te gebruiken voor de bediening van de WEEKKLOK.
Pagina 22, 23
Keuzeknop MODUS
• Deze selecteert de bedrijfsmodus. (AUTO/DROGEN/KOELEN/ VERWARMEN/VENTILATOR)
Pagina 11
Knop ECONO/STIL
• Stand ECONO/BUITENUNIT STIL (stille werking).
Pagina 19
Knop SWING
Deze stelt de blaasrichting in
: knop WEEK
:
knop PROGRAMMA
: knop KOPIJ
: knop RETOUR
: knop VOLGEND
• Bediening van de WEEKKLOK.
Knop TIMER AAN
Pagina 24
Pagina 13
Pagina 23
.
Knop KIEZEN
• Deze wijzigt de instellingen van TIMER AAN/UIT en WEEKKLOK.
Pagina 22, 23, 24
Knop KLOK
Pagina 10
Knop om de helderheid van de lampjes in te stellen
Pagina 9
8
Voorbereiding voor bedrijf
2
3
1
Afstandsbediening
Schroeven Houder voor de
afstandsbediening
Plaats + en – juist!
Batterijen plaatsen
1. Verschuif het frontpaneel om het te
verwijderen.
2. Plaats twee droge batterijen AAA.LR03
(alkaline).
3. Plaats het frontpaneel terug, zoals dat
eerst was.
De houder van de afstandsbediening aan de muur bevestigen
1. Kies een plaats waar de signalen de unit
bereiken.
2. Bevestig de houder aan een muur, een
pilaar, of vergelijkbare plaats met de ter plaatse gekochte schroeven.
3. Plaats de afstandsbediening in zijn houder.
De herderheid van het scherm instellen
• Het is mogelijk om de verlichting van het binnenunitdisplay in te stellen.
Druk 2 seconden op .
Hoog Laag Uit
OPMERKING
Noot over batterijen
• Gebruik batterijen van hetzelfde type en vervang beide oude batterijen tegelijkertijd, wanneer u de batterijen vervangt.
• Verwijder de batterijen, wanneer het systeem gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ca. 1 jaar mee. Als het display van de afstandsbediening vager wordt en de ontvangstprestaties binnen een jaar minder worden, dient u beide batterijen echter door nieuwe, formaat AAA.LR03 (alkaline) te vervangen.
• De meegeleverde batterijen zijn bestemd voor het eerste gebruik van het systeem. De levensduur van de batterijen kan kort zijn afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
Noot over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
• Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de gevoeligheid. Veeg stof weg met een zachte doek.
• De signaalcommunicatie kan worden uitgeschakeld, als er in de kamer een TL-lamp met een elektronische starter aanwezig is (zoals inverterlampen). Raadpleeg de leverancier of dat het geval is.
• Als het signaal van de afstandsbediening een ander toestel bedient, verplaats dat toestel dan naar elders of raadpleeg de serviceleverancier.
9
De onderbreker aandraaien
• Nadat de airconditioner onder spanning werd gezet, worden de kleppen van de binnenunit één keer geopend en gesloten om de referentiepositie in te stellen.
De klok instellen
1. Druk op .
• " " verschijnt op het LCD-scherm. ” en “ ” knipperen.
• “
2. Druk op om de huidige dag van de week in
te stellen.
3. Druk op .
• “ ” knippert.
4. Druk op om de klok op de huidige tijd in
te stellen.
• Door of ingedrukt te houden neemt de tijd op het display snel toe of af.
5. Druk op .
• Richt de afstandsbediening op de binnenunit, wanneer u op de knoppen drukt.
• “ ” knippert.
OPMERKING
Noot over het instellen van de klok
• Als de interne klok van de binnenunit niet op de juiste tijd is ingesteld, werken TIMER AAN, TIMER UIT en WEEKKLOK niet punctueel.
10
De standen AUT O · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN · VENTILATOR
De airconditioner werkt in de stand van uw keuze. Vanaf de volgende keer werkt de airconditioner met dezelfde bedrijfsmodus.
De werking starten
1. Druk op en selecteer een bedrijfsmodus.
• Met elke druk op de knop gaat de stand naar de volgende instelling.
AUTO DROGEN KOELEN VERWARMEN VENTILATOR
2. Druk op .
• “ ” verschijnt op het LCD-scherm.
• Het lampje BEDRIJF is groen verlicht.
Scherm
De werking stoppen
Druk opnieuw op .
• “ ” verdwijnt van het LCD-scherm.
• Het lampje BEDRIJF gaat uit.
OPMERKING
MODUS Noot over elke bedrijfsmodus
VERWARMEN
KOELEN
DROGEN
AUTO
VENTILATOR • Deze stand is alleen geldig voor de ventilator.
• Aangezien deze airconditioner de kamer verwarmt door warmte van de buitenlucht naar binnen te brengen, wordt de verwarmingscapaciteit minder bij lagere buitentemperaturen. Als het verwarmingseffect onvoldoende is, is het raadzaam om een ander verwarmingstoestel te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
• Het warmtepompsysteem verwarmt de kamer door warme lucht in alle delen van de kamer te laten circuleren. Nadat de stand VERWARMEN is gestart, duurt het enige tijd voordat de kamer warmer wordt.
• In de stand VERWARMEN kan er vorst op de buitenunit optreden en de verwarmingscapaciteit verlagen. In dat geval schakelt het systeem naar de ontdooiwerking om de vorst te verwijderen.
• Tijdens de ontdooiwerking stroomt er geen warme lucht uit de binnenunit.
• Deze airconditioner koelt de kamer door de warmte in de kamer naar buiten af te voeren. Daarom kunnen de koelprestaties van de airconditioner afnemen als de buitentemperatuur hoog is.
• De computerchip werkt om vochtigheid uit de kamer te verwijderen en tegelijkertijd de temperatuur zoveel mogelijk te handhaven. Deze regelt automatisch de temperatuur en het luchtdebiet, dus is een handmatige aanpassing van deze functies niet beschikbaar.
• In de stand AUTO selecteert het systeem een gepaste bedrijfsmodus (KOELEN of VERWARMEN) afhankelijk van de kamer- en buitentemperaturen en begint te werken.
• Het systeem selecteert periodiek, automatisch opnieuw een instelling om de kamertemperatuur dichter in de buurt van het niveau van de gebruikersinstelling te brengen.
11
De temperatuurinstelling wijzigen
Druk op .
• De weergegeven elementen op het LCD-scherm wijzigen, telkens als er op één van de knoppen wordt gedrukt.
KOELEN
18-32°C 10-30°C 18-30°C
om de temperatuur te verhogen en druk op
Druk op om de temperatuur te verlagen.
Bedrijfsomstandigheden
Aanbevolen temperatuurinstelling
• Voor koelen: 26 - 28°C
• Voor verwarmen: 20 - 24°C
Tips om energie te besparen
• Zorg ervoor dat u de kamer niet teveel koelt (verwarmt). De temperatuurinstelling op een gemiddeld niveau houden helpt om energie te besparen.
• Bedek ramen met een zonnescherm of een gordijn. Door zonlicht en lucht van buiten te blokkeren wordt het koel- (verwarmings-) effect verhoogd.
• Verstopte luchtfi lters veroorzaken een ineffi ciënte werking en verspillen energie. Reinig ze circa elke 2 weken.
Noot over de bedrijfsomstandigheden
• De airconditioner verbruikt altijd een beetje elektriciteit, zelfs als deze niet in bedrijf is.
• Als u de airconditioner gedurende een lange periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, zet dan de onderbreker uit.
• Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
MODUS Bedrijfsomstandigheden Als de werking buiten zijn bereik verder gaat
KOELEN
VERWARMEN
DROGEN
• Bedrijf buiten dit vochtgehalte of temperatuurbereik kan er voor zorgen dat de veiligheidsinrichting het systeem uitschakelt.
Buitentemperatuur: –10-46°C Binnentemperatuur : 18 – 32°C Vochtigheid binnen: max. 80%
Buitentemperatuur: –15-24°C (R.V.=55,4%) Binnentemperatuur: 10 – 30°C
Buitentemperatuur: –10-46°C Binnentemperatuur : 18 – 32°C Vochtigheid binnen: max. 80%
De stand
VERWARMEN
• Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn om het bedrijf te stoppen.
• Er kan condensatie op de binnenunit voorkomen en het kan gaan druppelen.
• Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn om het bedrijf te stoppen.
• Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn om het bedrijf te stoppen.
• Er kan condensatie op de binnenunit voorkomen en het kan gaan druppelen.
AUTO
Bedrijf DROGEN
of VENTILATOR
De temperatuurinstelling is niet variabel.
12
De blaasrichting en het debiet afstellen
U kunt de blaasrichting bijregelen voor meer comfort.
Auto zwenken inschakelen
Opwaartse en neerwaartse blaasrichting
Druk op .
• “ ” verschijnt op het LCD-scherm.
• De kleppen (horizontale bladen) beginnen te bewegen.
Blaasrichting naar rechts en naar links
Druk op .
• “ ” verschijnt op het LCD-scherm.
• De lamellen (verticale bladen) beginnen te bewegen.
De 3-D-blaasrichting
Druk op en .
• " " en " " verschijnen op het LCD-scherm.
• De kleppen en lamellen bewegen om de beurt.
• Druk opnieuw op te annuleren. De kleppen en lamellen bewegen niet meer.
of om de 3-D-luchtstroom
13
De kleppen of lamellen in de gewenste stand zetten
• Deze functie is doeltreffend, als de kleppen of lamellen in de stand Auto zwenken staan.
Druk op en , wanneer de kleppen of lamellen de gewenste stand hebben bereikt.
• In de 3-D-luchtstroom bewegen de kleppen en lamellen om de beurt.
" of " " verdwijnt van het LCD-scherm.
• "
Loading...
+ 30 hidden pages