Voor comfort en energiebesparingVoor comfort en energiebesparing
INTELLIGENT OOG
De sensor INTELLIGENT OOG detecteert menselijke bewegingen in een
kamer. Als er langer dan 20 minuten niemand in een kamer is, schakelt de
werking automatisch om naar de energiezuinige stand.
WEEKKLOK
Er kunnen max. 4 klokinstellingen worden opgeslagen voor iedere dag van de
week volgens de levensstijl van uw gezin. Met de WEEKKLOK kunt u de tijd
en de gewenste temperatuur in-/uitschakelen.
FLASH STREAMER
De streamer en fi ltreertechnologieën verwijderen zwevende allergenen
zoals schimmel, mijten en stuifmeel, alsook toevoegsubstancies, virussen
en bacteriën.
Pagina 15
Pagina 24
Pagina 21
Overige functiesOverige functies
COMFORT LUCHTSTROOM
De blaasrichting is opwaarts in de stand
KOELEN en neerwaarts in de stand
VERWARMEN. Deze functie voorkomt
dat koude of warme lucht rechtstreeks
op uw lichaam blazen.
1
Pagina 15
BUITENUNIT STIL
Het bedrijf BUITENUNIT STIL verlaagt
het geluidsniveau van de buitenunit.
Deze functie is nuttig, wanneer u het
geluid in uw buurt binnen de perken
moet houden.
Naam van de onderdelen ............................... 5
Voorbereiding voor bedrijf ............................... 9
■
Bediening
AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR ..........
De blaasrichting
en het debiet afstellen ........................
COMFORT LUCHTSTROOM/
INTELLIGENT OOG ..........................
Werking met KRACHT .......................18
Stand ECONO/BUITENUNIT STIL .... 19
LUCHTZUIVERING MET
FLASH STREAMER ..........................
Stand TIMER UIT ...............................22
11
13
15
21
ECONO
Met deze functie is een effi ciënte werking
mogelijk door het maximale stroomverbruik
te beperken. Deze is nuttig bij gelijktijdig
gebruik van de airconditioner en andere
elektrische apparatuur.
Pagina 19
Stand TIMER AAN ............................. 23
Stand WEEKKLOK ............................ 24
■
Multi-verbinding
Noot voor multi-systeem .............................. 30
■
Zorg
Zorg en reiniging .......................................... 32
De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn
vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
2
Veiligheidsmaatregelen
Lees de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding
zorgvuldig door voordat u de unit bedient.
• Bewaar deze handleiding waar de operator deze gemakkelijk kan vinden.
• Lees zorgvuldig de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding voordat u de unit bedient.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers
gebruikt te worden of, in de handel, door niet gespecialiseerde personen.
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan 70 dB (A).
• De in deze handleiding beschreven maatregelen worden onderverdeeld in WAARSCHUWING en VOORZICHTIG.
Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsmaatregelen nauwkeurig in acht.
WAARSCHUWING
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan ernstig
lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Probeer dit nooit.Leef de instructies na.
• Bewaar deze handleiding op een geschikte plaats nadat u deze hebt gelezen, zodat u deze later, indien nodig, nog kunt
terugvinden. Als het toestel aan een nieuwe gebruiker wordt overgedragen, moet deze handleiding bij het toestel blijven.
WAARSCHUWING
• Stel het toestel op in een kamer waar er geen ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals open vuur, een
gastoestel of elektrische verwarming die aanstaat enz.).
• Bedien de unit nooit wanneer er schadelijk gassen (bijv. ontvlambare of corrosieve) in de buurt van de unit worden
ontdekt om brand, explosie of letsel te voorkomen.
• Houd er rekening mee dat langdurige directe blootstelling aan koele of warme lucht van de airconditioner of aan lucht
die te koel of te warm is, schadelijk kan zijn voor uw lichamelijke conditie en gezondheid.
• Plaats geen voorwerpen, zoals staven, uw vingers, enz. in de luchtinlaat of luchtuitlaat. Het aanraken van de snel
draaiende ventilatorschoepen van de airconditioner kan een storing in het product doen ontstaan of kan het
beschadigd worden of kan iemand zich verwonden.
• Probeer niet zelf de airconditioner te repareren, ontmantelen, opnieuw te installeren of te veranderen. Dat kan
namelijk leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of brandgevaar.
• Gebruik geen ontvlambare spray in de buurt van de airconditioner, omdat er anders brand kan ontstaan.
• Bij installatie, verplaatsing of reparatie, gebruik geen ander koelmiddel dan dat vermeld op de buitenunit (R32).
Andere koelmiddelen kunnen voor storingen in de unit zorgen of deze beschadigen en mensen verwonden.
• Bedien het apparaat niet met natte handen om elektrische schokken te voorkomen.
• Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
•
Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brandgevaar. Als de airconditioner niet correct functioneert, d.w.z. geen koele
of warme lucht produceert, kan lekkage van koelmiddel de oorzaak zijn. Neem contact op met uw leverancier voor
assistentie. Het gebruikte koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg.
Maar ingeval van een lek kan een schadelijk gas vrijkomen bij contact met een naakte brander, verwarming of
fornuis. Stop met het gebruik van de airconditioner totdat een deskundige onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de
lekkage is gerepareerd.
• Probeer de airconditioner niet zelf te installeren of te repareren. Een slechte installatie of reparatie kan waterlekken,
elektrische schokken of brand veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of bevoegd personeel
voor installatie en onderhoud.
• Wanneer de airconditioner niet correct functioneert (een brandlucht afgeeft, enz.), schakel dan het apparaat uit en
neem contact op met uw plaatselijke leverancier. Wanneer u de airconditioner onder deze omstandigheden blijft
gebruiken, kan dit defecten, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
•
Plaats een aardlekschakelaar. Het niet plaatsen van de aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand
tot gevolg hebben.
• Voorzie het apparaat van een aardaansluiting. Aard de unit niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafl eider of
telefoon-aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Het niet correct opvolgen van deze instructies kan schade
aan eigendommen of lichamelijk letsel tot gevolg hebben,
dat ernstig kan zijn al naar gelang de omstandigheden.
Dit toestel is gevuld met R32.
VOORZICHTIG
Zorg dat er een verbinding
met de aarde is.
3
VOORZICHTIG
•
Stel planten of dieren niet rechtstreeks bloot aan de luchtstroming uit de unit, aangezien dit nadelige gevolgen kan hebben.
• Plaats geen apparatuur die open vuur produceert, op plaatsen die blootstaan aan de luchtstroom van het apparaat,
aangezien dit de verbranding van de brander nadelig kan beïnvloeden.
• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde of belemmerde luchtstroom kan verminderde
prestaties of defecten veroorzaken.
• Ga niet op de buitenunit zitten, leg geen voorwerpen op de unit of trek niet aan de unit. Als u dat wel doet, kan dat
ongevallen tot gevolg hebben, zoals vallen of omkantelen, waardoor letsel, een verkeerde werking van het product of
productschade kan ontstaan.
• Plaats geen voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht, direct onder de binnen- of buitenunits. Onder bepaalde
omstandigheden kan condensvorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfi lter of een
verstopte afvoer waterlekkage veroorzaken, waardoor het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
• Controleer na langdurig gebruik de standaard van het apparaat en de bevestiging ervan op beschadiging.
Als ze beschadigd zijn, kan de unit vallen en letsel veroorzaken.
• Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit niet aan om letsels te voorkomen.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend. Lichamelijk letsel
of schade voor de gezondheid kan het gevolg zijn.
• Dit toestel mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale
mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien ze onder toezicht staan of onderricht zijn in het
veilige gebruik van het toestel en de mogelijke gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
• Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
• Zorg dat iets tegen de binnen- en buitenunits kan stoten, omdat deze anders kunnen worden beschadigd.
• Plaats geen ontvlambare middelen, zoals spuitbussen, binnen 1 meter afstand van de luchtuitlaat.
De spuitbussen kunnen ontploffen door hete lucht die afkomstig is van de binnen- en buitenunits.
•
Laat huisdieren niet op de airconditioner plassen. Plassen op de airconditioner kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
•
Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Zorg voor een degelijke ventilatie van de kamer als samen met de airconditioner een brander en dergelijke wordt
gebruikt om zuurstofgebrek te voorkomen.
• Vooraleer de unit schoon te maken, schakel deze uit en schakel tevens de stroomonderbreker uit of trek de stekker
uit het stopcontact. Anders dreigt u elektrische schokken te krijgen en letsel op te lopen.
• Sluit de airconditioner alleen aan op het gespecifi ceerde stroomcircuit. Stroomvoorzieningen anders dan de
gespecifi ceerde kunnen elektrische schokken, oververhitting en branden veroorzaken.
•
Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte afvoer kunnen
meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
• Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of andere
overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen
binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact
komen met elektrische onderdelen.
• Plaats geen voorwerpen rondom de binnenunit.
Dat kan namelijk een negatieve invloed hebben op de prestaties, productkwaliteit en levensduur van de airconditioner.
• Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en laat ze niet met het apparaat spelen.
Plaats van installatie
■
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
■
Leef de onderstaande instructies na.
• De binnenunit dient minstens 1 m te zijn verwijderd van een televisie of radio (de unit kan interferentie van het beeld of
geluid veroorzaken).
• De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
■
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het geluid of de trillingen niet versterkt wanneer het toestel werkt.
• Een plaats waar de afgevoerde lucht van de buitenunit of het geluid uw buren niet hindert wanneer het toestel werkt.
Werk aan de elektrische bedrading en het systeem naar een andere plaats brengen.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de airconditioner is bestemd.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig. Raadpleeg de leverancier
als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
4
Naam van de onderdelen
Binnenunit
Frontpaneel
Luchtuitlaat
Lamellen (verticale bladen)
• De lamellen zitten in de luchtuitlaat.
Kleppen (horizontale bladen)
Signaalontvanger
• Deze ontvangt signalen van de
afstandsbediening.
• Wanneer de unit een signaal ontvangt,
hoort u een piepgeluid.
GevalGeluidstype
Start bedrijfbeep-beep
Instelling gewijzigdpiep
Stop bedrijflange piep
Pagina 13
Pagina 13
Luchtinlaat
Scherm
Sensor
INTELLIGENT OOG
• Deze detecteert de
bewegingen van mensen en
schakelt automatisch om
tussen de normale werking
en de energiezuinige
Pagina 15
werking.
Kamertemperatuursensor
• Deze detecteert de
luchttemperatuur
rond de unit.
BEDRIJFSLAMPJE
TIMER-lampje
Pagina 22, 23
Lampje INTELLIGENT OOG
Pagina 16
AAN/UIT-schakelaar van de binnenunit
• Druk één keer op deze schakelaar om de werking te starten.
Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
• Zie de volgende tabel voor de bedrijfsmodus.
StandTemperatuurinstellingLuchtdebiet
AUTO25°CAUTO
• Gebruik deze schakelaar wanneer de afstandsbediening ontbreekt
of wanneer u deze even niet vindt.
5
■
Het frontpaneel openen
Buitenunit
• Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
Streamer
Gereed voor
WLAN (optie)
Naamplaatje
met model
Luchtfi lter
Fotokatalytische
luchtzuiveringsfi lter uit titaniumapatiet
Luchtinlaat
(rug en zijkant)
Luchtuitlaat
Buitentemperatuursensor (rug)
Afvoerslang
Aardingsaansluiting
• Deze zit achter dit deksel.
Naamplaatje model
Koelmiddelleiding en
inter-unit-bedrading
6
Naam van de onderdelen
Afstandsbediening
Signaalzender
Ontvanger
• Richt de zender op de binnenunit om
de afstandsbediening te gebruiken.
Als er iets de signalen blokkeert
tussen de unit en de
afstandsbediening, zoals een
gordijn, werkt de unit niet.
• Laat de afstandsbediening niet
vallen. Laat deze niet nat worden.
• De maximale afstand voor
communicatie is ca. 7 m.
Instelknop VENTILATOR
• Deze selecteert de instelling voor het
luchtdebiet.
Pagina 14
Knop KRACHT
• Werking met KRACHT.
Pagina 18
ModelARC466A33
Scherm (LCD)
• Geeft de huidige instellingen weer.
(Op deze afbeelding wordt elke
sectie getoond met zijn schermen
ten behoeve van de uitleg.)
Afstelknoppen
TEMPERATUUR
• Deze wijzigen de
temperatuurinstelling.
Pagina 12
AAN/UIT-knop
• Druk één keer op deze knop om
de werking te starten.
Druk opnieuw één keer om deze
te stoppen.
Pagina 11
Frontdeksel
• Open het frontpaneel.
Pagina 8
7
■
De voorste schuif openen
Knop voor
LUCHTZUIVERING MET
FLASH STREAMER
• Zorgt voor afgifte door de
streamer.
Pagina 21
Knop COMFORT/
SENSOR
•
Bedrijf COMFORT
LUCHTSTROOM en
INTELLIGENT OOG.
knop TIMER UIT
Pagina 15
Pagina 22
Knop TIMER
ANNULEREN
• Deze annuleert de
tijdklokinstelling.
•
Het is niet mogelijk om deze te
gebruiken voor de bediening
van de WEEKKLOK.
Pagina 22, 23
Keuzeknop MODUS
• Deze selecteert de
bedrijfsmodus.
(AUTO/DROGEN/KOELEN/
VERWARMEN/VENTILATOR)
Pagina 11
Knop ECONO/STIL
• Stand ECONO/BUITENUNIT
STIL (stille werking).
Pagina 19
Knop SWING
•
Deze stelt de blaasrichting in
: knop WEEK
:
knop PROGRAMMA
: knop KOPIJ
: knop RETOUR
: knop VOLGEND
• Bediening van de
WEEKKLOK.
Knop TIMER AAN
Pagina 24
Pagina 13
Pagina 23
.
Knop KIEZEN
• Deze wijzigt de instellingen
van TIMER AAN/UIT en
WEEKKLOK.
Pagina 22, 23, 24
Knop KLOK
Pagina 10
Knop om de helderheid
van de lampjes in te
stellen
Pagina 9
8
Voorbereiding voor bedrijf
■
2
3
1
Afstandsbediening
Schroeven
Houder voor de
afstandsbediening
Plaats + en
– juist!
Batterijen plaatsen
1. Verschuif het frontpaneel om het te
verwijderen.
2. Plaats twee droge batterijen AAA.LR03
(alkaline).
3. Plaats het frontpaneel terug, zoals dat
eerst was.
■
De houder van de afstandsbediening aan de
muur bevestigen
1. Kies een plaats waar de signalen de unit
bereiken.
2. Bevestig de houder aan een muur, een
pilaar, of vergelijkbare plaats met de ter
plaatse gekochte schroeven.
3. Plaats de afstandsbediening in zijn houder.
■
De herderheid van het scherm instellen
• Het is mogelijk om de verlichting van het binnenunitdisplay in te stellen.
Druk 2 seconden op .
HoogLaagUit
OPMERKING
■
Noot over batterijen
• Gebruik batterijen van hetzelfde type en vervang beide oude batterijen tegelijkertijd, wanneer u de batterijen vervangt.
• Verwijder de batterijen, wanneer het systeem gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ca. 1 jaar mee. Als het display van de afstandsbediening vager wordt en de ontvangstprestaties binnen een jaar minder
worden, dient u beide batterijen echter door nieuwe, formaat AAA.LR03 (alkaline) te vervangen.
• De meegeleverde batterijen zijn bestemd voor het eerste gebruik van het systeem.
De levensduur van de batterijen kan kort zijn afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
■
Noot over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
• Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de gevoeligheid. Veeg stof weg met een zachte doek.
• De signaalcommunicatie kan worden uitgeschakeld, als er in de kamer een TL-lamp met een elektronische starter aanwezig is
(zoals inverterlampen). Raadpleeg de leverancier of dat het geval is.
• Als het signaal van de afstandsbediening een ander toestel bedient, verplaats dat toestel dan naar elders of raadpleeg de serviceleverancier.
9
■
De onderbreker aandraaien
• Nadat de airconditioner onder spanning werd gezet, worden de kleppen van de
binnenunit één keer geopend en gesloten om de referentiepositie in te stellen.
■
De klok instellen
1. Druk op .
• "" verschijnt op het LCD-scherm.
” en “ ” knipperen.
• “
2. Druk op om de huidige dag van de week in
te stellen.
3. Druk op .
• “ ” knippert.
4. Druk op om de klok op de huidige tijd in
te stellen.
• Door of ingedrukt te houden neemt de tijd op het display snel toe of af.
5. Druk op .
• Richt de afstandsbediening op de binnenunit, wanneer u op de knoppen drukt.
• “ ” knippert.
OPMERKING
■
Noot over het instellen van de klok
• Als de interne klok van de binnenunit niet op de juiste tijd is ingesteld, werken TIMER AAN, TIMER UIT en WEEKKLOK niet punctueel.
10
De standen AUT O · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR
De airconditioner werkt in de stand van uw keuze.
Vanaf de volgende keer werkt de airconditioner met dezelfde bedrijfsmodus.
■
De werking starten
1. Druk op en selecteer een bedrijfsmodus.
• Met elke druk op de knop gaat de stand naar de volgende instelling.
AUTODROGENKOELEN VERWARMEN VENTILATOR
2. Druk op .
• “” verschijnt op het LCD-scherm.
• Het lampje BEDRIJF is groen verlicht.
Scherm
■
De werking stoppen
Druk opnieuw op .
• “” verdwijnt van het LCD-scherm.
• Het lampje BEDRIJF gaat uit.
OPMERKING
MODUSNoot over elke bedrijfsmodus
VERWARMEN
KOELEN
DROGEN
AUTO
VENTILATOR • Deze stand is alleen geldig voor de ventilator.
• Aangezien deze airconditioner de kamer verwarmt door warmte van de buitenlucht naar binnen te brengen, wordt de
verwarmingscapaciteit minder bij lagere buitentemperaturen. Als het verwarmingseffect onvoldoende is, is het raadzaam
om een ander verwarmingstoestel te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
• Het warmtepompsysteem verwarmt de kamer door warme lucht in alle delen van de kamer te laten circuleren. Nadat de
stand VERWARMEN is gestart, duurt het enige tijd voordat de kamer warmer wordt.
• In de stand VERWARMEN kan er vorst op de buitenunit optreden en de verwarmingscapaciteit verlagen. In dat geval
schakelt het systeem naar de ontdooiwerking om de vorst te verwijderen.
• Tijdens de ontdooiwerking stroomt er geen warme lucht uit de binnenunit.
• Deze airconditioner koelt de kamer door de warmte in de kamer naar buiten af te voeren.
Daarom kunnen de koelprestaties van de airconditioner afnemen als de buitentemperatuur hoog is.
• De computerchip werkt om vochtigheid uit de kamer te verwijderen en tegelijkertijd de temperatuur zoveel mogelijk te
handhaven. Deze regelt automatisch de temperatuur en het luchtdebiet, dus is een handmatige aanpassing van deze
functies niet beschikbaar.
• In de stand AUTO selecteert het systeem een gepaste bedrijfsmodus (KOELEN of VERWARMEN) afhankelijk van de
kamer- en buitentemperaturen en begint te werken.
• Het systeem selecteert periodiek, automatisch opnieuw een instelling om de kamertemperatuur dichter in de buurt van
het niveau van de gebruikersinstelling te brengen.
11
■
De temperatuurinstelling wijzigen
Druk op .
• De weergegeven elementen op het LCD-scherm wijzigen, telkens als er op één van
de knoppen wordt gedrukt.
KOELEN
18-32°C10-30°C18-30°C
om de temperatuur te verhogen en druk op
Druk op
om de temperatuur te verlagen.
■
Bedrijfsomstandigheden
■
Aanbevolen temperatuurinstelling
• Voor koelen: 26 - 28°C
• Voor verwarmen: 20 - 24°C
■
Tips om energie te besparen
• Zorg ervoor dat u de kamer niet teveel koelt (verwarmt).
De temperatuurinstelling op een gemiddeld niveau houden helpt om energie te besparen.
• Bedek ramen met een zonnescherm of een gordijn.
Door zonlicht en lucht van buiten te blokkeren wordt het koel- (verwarmings-) effect verhoogd.
• Verstopte luchtfi lters veroorzaken een ineffi ciënte werking en verspillen energie. Reinig ze circa elke 2 weken.
■
Noot over de bedrijfsomstandigheden
• De airconditioner verbruikt altijd een beetje elektriciteit, zelfs als deze niet in bedrijf is.
• Als u de airconditioner gedurende een lange periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, zet dan de onderbreker uit.
• Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
MODUSBedrijfsomstandighedenAls de werking buiten zijn bereik verder gaat
KOELEN
VERWARMEN
DROGEN
• Bedrijf buiten dit vochtgehalte of temperatuurbereik kan er voor zorgen dat de veiligheidsinrichting het systeem uitschakelt.