1.1Over dit document..........................................................................................................................................................4
2 Algemene veiligheidsmaatregelen5
2.1Over de documentatie....................................................................................................................................................5
2.1.1Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..........................................................................................5
3.2Instructies voor veilig gebruik.........................................................................................................................................8
4.2Over de gebruikersinterface........................................................................................................................................... 13
4.2.3Gebruik van de gebruikersinterface............................................................................................................... 16
5 Voor het gebruik17
5.1Overzicht: Voor het gebruik............................................................................................................................................ 17
5.4Over de klok .................................................................................................................................................................... 18
5.5Helderheid van het scherm van de binnenunit.............................................................................................................. 19
5.5.1Helderheid van het scherm van de binnenunit instellen .............................................................................. 19
6.3Bedrijfsstand en temperatuurinstelpunt........................................................................................................................ 22
6.3.1Het systeem starten/stoppen en de temperatuur instellen ......................................................................... 22
6.5.3Gebruik van 3-D uitblaasrichting.................................................................................................................... 25
6.6Comfort airflow en Intelligent eye.................................................................................................................................. 25
6.8Econo en geluidsarme stand buitenunit ........................................................................................................................ 27
6.8.2Geluidsarme stand buitenunit ....................................................................................................................... 28
6.8.3Econo en geluidsarme stand buitenunit starten/stoppen ............................................................................ 28
6.9Werking van de Flash Streamer (luchtzuivering) ........................................................................................................... 28
6.9.1Werking van de Flash Streamer (luchtzuivering) starten/stoppen ............................................................... 29
6.13.3Blokkering koel-/verwarmingsstand in multi-systeem .................................................................................. 40
7 Energie besparen en optimale werking41
8 Onderhoud en service43
8.1Overzicht: onderhoud en service ................................................................................................................................... 43
8.2Binnenunit en gebruikersinterface schoonmaken......................................................................................................... 44
8.5Over de luchtfilters ......................................................................................................................................................... 45
8.7Titaniumapatiet geurfilter en allergenenfilter met zilverdeeltjes reinigen................................................................... 47
8.8Titaniumapatiet geurfilter en allergenenfilter met zilverdeeltjes vervangen ............................................................... 47
8.9Voorpaneel weer aanbrengen........................................................................................................................................ 48
8.10Aandachtspunten voor een lange periode van stilstand ............................................................................................... 48
9 Opsporen en verhelpen van storingen50
9.1Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ................................................................................................... 52
9.1.1Symptoom: U hoort een geluid zoals stromend water ................................................................................. 52
9.1.2Symptoom: U hoort een blaasgeluid ............................................................................................................. 52
9.1.3Symptoom: U hoort een tikgeluid .................................................................................................................. 52
9.1.4Symptoom: U hoort een fluitgeluid ............................................................................................................... 53
9.1.5Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl de unit werkt of stilstaat ............................................................ 53
9.1.6Symptoom: U hoort een klapgeluid ............................................................................................................... 53
9.1.7Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit, buitenunit) ......................................................... 53
9.1.8Symptoom: De units geven een geur af......................................................................................................... 53
9.1.9Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait terwijl de airconditioner niet wordt gebruikt.............. 53
9.1.10Symptoom: Ventilatorsnelheid binnenunit komt niet overeen met instelpunt (bij koelen bij lage
omgevingstemperatuur in multi-systeem) .................................................................................................... 53
9.2Problemen op basis van storingscodes oplossen........................................................................................................... 53
9.3Problemen oplossen voor de verbinding met het draadloos netwerk.......................................................................... 55
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product. Verzoek:
▪ Bewaar de documentatie voor latere raadpleging.
Bedoeld publiek
Eindgebruikers
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen
door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in
huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
▪ Algemene veiligheidsmaatregelen:
- Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer uw systeem te bedienen
- Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Gebruiksaanwijzing:
- Snelle gids voor basisgebruik
- Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de gebruiker:
- Gedetailleerde stap per stap instructies en achtergrondinformatie voor basis-
en gevorderd gebruik
- Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/support-and-
manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale
Daikin-website of via uw installateur beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn
vertalingen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
4
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
2 Algemene veiligheidsmaatregelen
2.1 Over de documentatie
▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen
zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en
dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de
uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN
door een erkende installateur worden uitgevoerd.
2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge
of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen
berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
2 | Algemene veiligheidsmaatregelen
SymboolVerklaring
Symbolen gebruikt in de documentatie:
SymboolVerklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het
instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de
installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en
servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij
servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar
aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3
in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in
hoofdstuk 1".
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
6
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
3 | Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
3 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
Leef de volgende veiligheidsinstructies en -voorschriften te allen tijde na.
3.1 Algemeen
WAARSCHUWING
Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem
contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen,
inclusief kinderen, met verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale mogelijkheden, of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij onderricht zijn in het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Zie erop toe dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
▪ Units dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen
met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te
ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende
installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een
gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door ervoor te zorgen
dat dit product op de juiste manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het
voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke
gezondheid. Voor meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke
overheid.
▪ Batterijen dragen het volgende symbool:
Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd huishoudelijk afval
gemengd mogen worden. Indien onder het symbool een scheikundig symbool
afgebeeld staat, betekent dit scheikundig symbool dat de batterij een zwaar
metaal bevat boven een bepaalde concentratie.
Mogelijke chemische symbolen: Pb: lood (>0,004%).
Lege batterijen moeten voor hergebruik door een gespecialiseerde installatie
worden verwerkt. Door ervoor te zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste
manier worden weggeworpen, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor milieu
en menselijke gezondheid te voorkomen.
3.2 Instructies voor veilig gebruik
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
VOORZICHTIG
De binnenunit bevat radio-apparatuur; houd een afstand
van minimaal 10 cm tussen het stralingsgedeelte van de
apparatuur en de gebruiker.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer
de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of
installatie een elektrische schok of brand kan
veroorzaken. Neem contact op met uw dealer.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
8
▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van een
koelmiddellek. Het koelmiddel zelf is helemaal veilig,
niet-giftig en matig ontvlambaar, maar er zal wel een
giftig gas vrijkomen wanneer het koelmiddel per
ongeluk lekt in een kamer met lucht van een
ventilatorkachel, gasfornuis, enz. Laat de reparatie van
een lek altijd controleren door erkend servicepersoneel
voordat u de unit weer in gebruik neemt.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
3 | Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
VOORZICHTIG
Verander de stand van de horizontale en verticale kleppen
ALLEEN met een gebruikersinterface. Wanneer u de
horizontale en verticale kleppen met de hand verplaatst
terwijl ze draaien, geraakt het mechanisme defect.
VOORZICHTIG
Stel kleine kinderen, planten of dieren NOOIT rechtstreeks
bloot aan de luchtstroom.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de
binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie
op de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op het luchtfilter
of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken,
waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden
of schade oplopen.
WAARSCHUWING
Zet GEEN brandbare sprays bij de airconditioner en
gebruik GEEN sprays in de buurt van de unit. Anders kan er
brand ontstaan.
VOORZICHTIG
Gebruik het systeem NIET wanneer een rookvormig
insecticide in de ruimte wordt verspreid. Anders zouden de
chemische stoffen zich in de unit kunnen ophopen, met
gevaar voor de gezondheid van mensen die overgevoelig
zijn voor chemische stoffen.
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt
normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in
contact komt met vuur van een brander, een verwarming
of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een
schadelijk gas worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit,
verlucht de kamer en neem contact op met de dealer waar
u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst
heeft bevestigd dat het deel met het koelmiddellek
gerepareerd is.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
9
3 | Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de
koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die
aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos
is.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden
(bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een
draaiende elektrische verwarming).
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Wanneer u de airconditioner of het luchtfilter wilt
schoonmaken, moet u de unit eerst stilleggen en alle
voedingen uitschakelen. Anders dreigt u elektrische
schokken en letsel op te lopen.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en
bevestiging niet beschadigd zijn. Bij beschadiging dreigt de
unit te vallen en letsel te veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de lamellen van de warmtewisselaar NIET aan. Deze
lamellen zijn scherp en kunnen snijwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met ladders wanneer u op een
hoogte werkt.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
10
WAARSCHUWING
Verkeerde schoonmaakproducten of een verkeerde
manier van schoonmaken kan plastic onderdelen
beschadigen of waterlekken veroorzaken. Spatten van
schoonmaakproducten op elektrische componenten (bv.
motoren) kan een defect, rook of brand veroorzaken.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
3 | Veiligheidsinstructies voor de gebruiker
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Leg de unit stil, schakel de stroomonderbreker uit of trek
het netsnoer uit alvorens de unit schoon te maken. Anders
kunt u een elektrische schok of een letsel oplopen.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets
abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
VOORZICHTIG
De binnenunit bevat radio-apparatuur; houd een afstand van minimaal 10 cm tussen
het stralingsgedeelte van de apparatuur en de gebruiker.
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden. Gebruik de unit NIET voor het
koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om te
voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat.
Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
WAARSCHUWING
▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit NIET zelf
aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand
kan veroorzaken. Neem contact op met uw dealer.
▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van een koelmiddellek. Het
koelmiddel zelf is helemaal veilig, niet-giftig en matig ontvlambaar, maar er zal
wel een giftig gas vrijkomen wanneer het koelmiddel per ongeluk lekt in een
kamer met lucht van een ventilatorkachel, gasfornuis, enz. Laat de reparatie van
een lek altijd controleren door erkend servicepersoneel voordat u de unit weer in
gebruik neemt.
INFORMATIE
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en komen mogelijk NIET volledig
overeen met de lay-out van uw systeem.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
12
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
4 | Over het systeem
j
h
i
b
a
l
m
d
f
g
e
c
ON/
OFF
a
b
c
d
e
a Luchtinlaat
b Luchtuitlaat
c Voorpaneel
d Servicedeksel
e Display binnenunit
f Intelligent eye sensor
g Kamertemperatuursensor
h Alleen voor klasse 20~35: Titaniumapatiet geurfilter (zonder frame)
i Alleen voor klasse 50: Titaniumapatiet geurfilter en allergenenfilter met zilverdeeltjes (met frame)
j Luchtfilter
k Horizontale kleppen
l Verticale kleppen
4.1.1 Display binnenunit
a Signaalontvanger voor gebruikersinterface
b Bedrijfslampje
c Timerlampje
d Intelligent eye lampje
e ON/OFF-toets
AAN/UIT-knop
4.2 Over de gebruikersinterface
Als er geen gebruikersinterface is, kunt u de unit starten/stoppen met de AAN/UITknop op de binnenunit. Wanneer de unit met deze knop wordt gestart, worden de
volgende instellingen gebruikt:
a Gebruikersinterface
b Schroeven (lokaal te voorzien)
c Houder gebruikersinterface
1Kies een plaats binnen het bereik van de unit.
2Bevestig de houder met schroeven op de muur of een gelijkaardige plaats.
3Hang de gebruikersinterface op de houder.
5.4 Over de klok
5.4.1 Klok instellen
Als de interne klok van de binnenunit NIET op de juiste tijd is ingesteld, werken de
inschakel-, uitschakel en weektimer niet juist. Stel de klok opnieuw in:
▪ Nadat een onderbreker de unit heeft uitgeschakeld.
▪ Na een stroompanne.
▪ Na het vervangen de batterijen in de gebruikersinterface.
Let op: Als de tijd niet is ingesteld, knipperen , en .
1Druk op .
Gevolg: en knipperen
2Druk op of om de huidige dag van de week in te stellen.
WeergevenDag van de week
maandag
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
18
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
3Druk op .
Gevolg: knippert.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
4Druk op of om de juiste tijd in te stellen.
Let op: Houd of ingedrukt om de tijdinstelling snel te verhogen of te
verlagen.
5Druk op .
Gevolg: De instelling is klaar. knippert.
5.5 Helderheid van het scherm van de binnenunit
Stel de helderheid van het scherm van de binnenunit naar wens in of schakel het
scherm UIT.
5.5.1 Helderheid van het scherm van de binnenunit instellen
5 | Voor het gebruik
1Houd minstens 2seconden ingedrukt als u de instelling wilt veranderen.
Gevolg: De helderheid verandert als volgt: hoog, laag, uit.
5.6 Voeding inschakelen
1Zet de stroomschakelaar aan.
Gevolg: De klep van de binnenunit gaat open en dicht om de referentiepositie in te
Wanneer. Stel de bedrijfsstand van het systeem in en stel de temperatuur in
wanneer u wil:
▪ Een kamer verwarmen of koelen
▪ Lucht in een kamer blazen zonder te verwarmen of te koelen
▪ De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen
Wat. De werking van het systeem verschilt naar gelang van de selectie van de
gebruiker.
INFORMATIE
Bedrijfsstanden: koelen, drogen en automatisch zijn NIET beschikbaar op de versie
voro alleen verwarmen van het product.
InstellingBeschrijving
Automatisch
Het systeem koelt of verwarmt een kamer tot
op het temperatuurinstelpunt. Het schakelt
indien nodig automatisch om tussen koelen en
verwarmen.
Drogen
Het systeem verlaagt de vochtigheid in een
kamer.
Verwarmen
Het systeem verwarmt een kamer tot op het
temperatuurinstelpunt.
Koelen
Het systeem koelt een kamer tot op het
temperatuurinstelpunt.
Ventilator
Het systeem regelt alleen de luchtstroom
(luchtstroomsnelheid en uitblaasrichting).
Het systeem regelt de temperatuur NIET.
Bijkomende informatie:
▪ Buitentemperatuur. Het koel- of verwarmingsvermogen van het systeem neemt
af bij een te hoge, respectievelijk te lage buitentemperatuur.
▪ Ontdooien. Bij het verwarmen kan er ijs worden gevormd op de buitenunit,
waardoor het verwarmingsvermogen afneemt. In dat geval schakelt het systeem
automatisch over naar ontdooien om het ijs te verwijderen. Bij het ontdooien
blaast de binnenunit GEEN warme lucht uit.
6.3.1 Het systeem starten/stoppen en de temperatuur instellen
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
22
: De unit draait.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6 | Functie
1Druk één of meerdere keren op om de bedrijfsstand te selecteren.
Gevolg: De stand wordt als volgt ingesteld:
2Druk op om te starten.
Gevolg: en de geselecteerde stand worden op het scherm weergegeven.
3Druk één of meerdere keren op of om de temperatuur te verlagen of
te verhogen.
KoelenVerwarmenAutomatischDrogen of alleen
ventileren
18~32°C10~30°C18~30°C—
Opmerking: In de droogstand of de stand alleen ventilator kan de temperatuur
niet worden ingesteld.
4Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm. Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
6.4 Luchtstroomsnelheid
1Druk op om te selecteren:
INFORMATIE
▪ Als de unit het temperatuurinstelpunt in de stand koelen of verwarmen heeft
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET worden ingesteld.
6.4.1 Luchtstroomsnelheid regelen
1Druk op om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
5 luchtstroomsnelheden, van " " tot " "
Werking met automatische luchtstroomsnelheid
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op " " is ingesteld, werkt de unit stiller.
bereikt, stopt de ventilator met draaien.
6.5 Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De horizontale of verticale kleppen worden hiervoor
bewogen.
Beweegt afwisselend omhoog en omlaag en van
links naar rechts
[—]Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
Verander de stand van de horizontale en verticale kleppen ALLEEN met een
gebruikersinterface. Wanneer u de horizontale en verticale kleppen met de hand
verplaatst terwijl ze draaien, geraakt het mechanisme defect.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de bedrijfsstand. De
horizontale klep stopt in de bovenste stand wanneer de luchtstroomsnelheid bij
het omhoog en omlaag draaien op laag wordt ingesteld.
a Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
6.5.1 Verticale uitblaasrichting regelen
1Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm. De horizontale kleppen beginnen te
draaien.
2Om de horizontale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg: verdwijnt van het scherm. De horizontale kleppen stoppen.
6.5.2 Horizontale uitblaasrichting regelen
1Druk op .
Gevolg: verschijnt op het scherm. De verticale kleppen beginnen te
draaien.
2Om de verticale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op wanneer
zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg: verdwijnt van het scherm. De verticale kleppen stoppen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
24
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is geïnstalleerd, mogen de verticale
kleppen niet naar een muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6.5.3 Gebruik van 3-D uitblaasrichting
1Druk op en .
Gevolg: en verschijnen op het scherm. De horizontale en verticale
kleppen beginnen te draaien.
2Om de kleppen niet meer te laten bewegen, druk op en wanneer
zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg: en verdwijnen van het scherm. De horizontale en verticale
kleppen stoppen.
6.6 Comfort airflow en Intelligent eye
Comfort en Intelligent eye kunnen afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt.
6.6.1 Comfort-functie
Deze functie kan worden gebruikt bij verwarmen of koelen. Het resultaat is een
comfortabele luchtstroom die NIET in rechtstreeks contact met mensen komt. Het
systeem stelt de positie van de vaste luchtstroomrichting naar omhoog in bij
koelen en naar omlaag bij verwarmen.
6 | Functie
6.6.2 Intelligent eye
KoelstandVerwarmstand
INFORMATIE
De Powerful- en Comfort-functie kunnen niet tegelijk worden gebruikt. De laatst
geselecteerde functie heeft voorrang. Als automatisch verticaal draaien is
geselecteerd, wordt de Comfort-functie geannuleerd.
Het systeem detecteert beweging in de kamer en past automatisch de
uitblaasrichting en de temperatuur aan om te voorkomen dat lucht rechtstreeks op
mensen wordt uitgeblazen. Als er 20minuten geen beweging wordt gedetecteerd,
gaat het systeem in de energiebesparingstand:
WerkingEnergiebesparing
VerwarmenTemperatuur wordt met 2°C verlaagd.
Koelen en drogenBij een temperatuur in de kamer van:
▪ Klop of duw niet op de Intelligent eye sensor. Anders kan dit een defect
veroorzaken.
▪ Plaats GEEN grote voorwerpen in de buurt van de Intelligent eye sensor.
INFORMATIE
De Powerful- of Nachtfunctie kunnen NIET tegelijk met de Intelligent eye functie
worden gebruikt. De laatst geselecteerde functie heeft voorrang.
▪ Detectiebereik. Tot 7m.
Verticale hoek (zijaanzicht)
▪ Detectiegevoeligheid. Verandert naargelang van de plaats, het aantal personen
in de kamer, het temperatuurbereik, etc.
▪ Detectiefouten. De sensor kan per ongeluk huisdieren, zonlicht, bewegende
gordijnen, etc. detecteren.
6.6.3 Comfort en Intelligent eye starten/stoppen
1Druk één of meerdere keren op .
Gevolg: De instelling verandert als volgt:
WeergaveWerking
Horizontale hoek (bovenaanzicht)
Comfort
6.7 Powerful-functie
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
26
Intelligent eye
+
Comfort en Intelligent eye
—Beide uitgeschakeld
Opmerking: Gebruike beide functies tegelijk als er zich mensen bevinden bij de
voorkant van de binnenunit of als er te veel mensen zijn.
2Druk op tot beide symbolen op het scherm van de gebruikersinterface
verdwijnen om te stoppen.
Deze functie maximaliseert snel het koel-/verwarmingseffect in een willekeurige
stand. U krijgt het maximale vermogen.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6 | Functie
StandLuchtstroomsnelheid
Koelen/verwarmen▪ Om het koel-/verwarmingseffect te
maximaliseren, wordt het vermogen
van de buitenunit verhoogd.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt
ingesteld op de maximale stand.
▪ De instellingen voor de temperatuur
en luchtstroom kunnen NIET worden
veranderd.
Drogen▪ De temperatuurinstelling wordt
verlaagd met 2,5C.
▪ De luchtstroomsnelheid wordt licht
verhoogd.
Alleen ventilatorDe luchtstroomsnelheid wordt ingesteld
op de maximale stand.
INFORMATIE
Powerful kan NIET worden gecombineerd met Econo, Comfort, Intelligent eye en
geluidsarme stand buitenunit. De laatst geselecteerde functie heeft voorrang.
De Powerful-functie vergroot het vermogen van de unit NIET als de unit al op
maximaal vermogen draait.
6.7.1 Powerful-functie starten/stoppen
1Druk op om te starten.
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm. De Powerful-functie werkt
20minuten; hierna gaat het systeem verder in de eerder ingestelde stand.
2Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm.
Opmerking: Powerful kan alleen worden ingesteld wanneer de unit draait. Als u op
drukt of als u de bedrijfsstand verandert, wordt de werking geannuleerd;
verdwijnt van het scherm.
6.8 Econo en geluidsarme stand buitenunit
6.8.1 Econo-functie
Dit is een functie die een efficiënte werking mogelijk maakt door het maximale
stroomverbruik te beperken. Deze functie is nuttig voor gevallen waarbij een
stroomonderbreker zou worden geactiveerd wanneer het product samen met
andere toestellen wordt gebruikt.
▪ De Powerful- en Econo-functie kunnen NIET tegelijk worden gebruikt. De laatst
geselecteerde functie heeft voorrang.
▪ De Econo-functie beperkt de draaisnelheid van de compressor om het
stroomverbruik van de buitenunit te verlagen. Als het stroomverbruik al laag is,
verlaagt de Econo-functie dit niet verder.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
27
6 | Functie
6.8.2 Geluidsarme stand buitenunit
6.8.3 Econo en geluidsarme stand buitenunit starten/stoppen
Gebruik de geluidsarme stand van de buitenunit om het geluidsniveau van de
buitenunit te verlagen. Voorbeeld: 's Nachts.
INFORMATIE
▪ Powerful en geluidsarme stand buitenunit kunnen NIET tegelijk worden gebruikt.
De laatst geselecteerde functie heeft voorrang.
▪ Deze functie is alleen beschikbaar bij automatisch, koelen en verwarmen.
▪ De geluidsarme stand van de buitenunit beperkt de draaisnelheid van de
compressor. Als de draaisnelheid van de compressor al laag is, verlaagt de
geluidsarme stand van de buitenunit de draaisnelheid van de compressor NIET
verder.
1Druk één of meerdere keren op .
Gevolg: De instelling verandert als volgt.
WeergevenWerking
Econo
Geluidsarme stand buitenunit
+Econo en geluidsarme stand buitenunit
—Beide uitgeschakeld
2Druk op tot beide symbolen op het scherm van de gebruikersinterface
verdwijnen om te stoppen.
Let op: Econo kan alleen worden ingesteld wanneer de unit draait. Druk op om
de instelling te annuleren en verdwijnt van het scherm.
Let op: blijft op het scherm staan, ook wanneer de unit wordt uitgeschakeld
met de gebruikersinterface of de ON/OFF-schakelaar van de binnenunit.
6.9 Werking van de Flash Streamer (luchtzuivering)
De Streamer produceert elektronen met een hoge snelheid met een sterk
oxiderend vermogen die slechte geuren verminderen. In combinatie met het
titaniumapatiet geurfilter, het allergenenfilter met zilverdeeltjes en de luchtfilters
zuivert deze functie de lucht in de kamer.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
28
INFORMATIE
▪ De elektronen blijven in de unit om een veilige werking te garanderen.
▪ De Streamer kan een zoemend geluid maken.
▪ Als er weinig lucht wordt uitgeblazen, kan de Streamer even stoppen om een
ozongeur te voorkomen.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6.9.1 Werking van de Flash Streamer (luchtzuivering) starten/stoppen
Voorwaarde: Controleer of de unit draait ( op het scherm van de
gebruikersinterface).
1Druk op .
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm en de lucht in de kamer wordt
gezuiverd wanneer de unit draait.
2Druk op om de werking te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm en de werking stopt.
6.10 In-/uitschakeltimer
Timerfuncties zijn nuttig om de airconditioner 's nachts of 's ochtends automatisch
uit of in te schakelen. De in- en uitschakeltimer kunnen ook worden gecombineerd.
INFORMATIE
Programmeer de timer opnieuw in de volgende gevallen:
▪ De unit werd uitgeschakeld door een stroomonderbreker.
▪ Een stroompanne.
▪ Na het vervangen de batterijen in de gebruikersinterface.
6 | Functie
INFORMATIE
De klok MOET juist worden ingesteld voordat u een timerfunctie gebruikt. Zie
"5.4.1Klok instellen"[418].
6.10.1 Uitschakeltimer starten/stoppen
1Druk op om te beginnen.
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm en knippert. en de
dag van de week verdwijnen van het scherm.
2Druk op of om de tijdinstelling te veranderen.
3Druk opnieuw op .
Gevolg: en de ingestelde tijd verschijnen op het scherm.
Gevolg: Het timerlampje gaat branden.
INFORMATIE
Bij elke druk op of gaat de tijdinstelling met 10minuten vooruit. Houd de
knop ingedrukt om de instelling snel te veranderen.
4Druk op om de werking te stoppen.
Gevolg: en verdwijnen van het scherm en het timerlampje gaat uit. en
Wanneer u de in-/uitschakeltimer instelt, wordt de tijdinstelling opgeslagen in het
geheugen. Het geheugen wordt gereset wanneer de batterijen in de
gebruikersinterface worden vervangen.
Gebruik van de nachtstand in combinatie met de uitschakeltimer
De airconditioner past de temperatuur automatisch aan (0,5°C hoger voor koelen,
2,0°C lager voor verwarmen) om overmatig koelen/verwarmen te voorkomen en
voor een comfortabele slaaptemperatuur te zorgen.
1Druk op om te beginnen.
Gevolg: wordt weergegeven op het scherm en knippert. en de
dag van de week verdwijnen van het scherm.
2Druk op of om de tijdinstelling te veranderen.
3Druk opnieuw op .
Gevolg: en de ingestelde tijd verschijnen op het scherm. Het timerlampje gaat
branden.
INFORMATIE
Bij elke druk op of gaat de tijdinstelling met 10minuten vooruit. Houd de
knop ingedrukt om de instelling snel te veranderen.
4Druk op om de werking te stoppen.
Gevolg: en verdwijnen van het scherm en het timerlampje gaat uit.
en de dag van de week verschijnen op het scherm.
6.10.3 In- en uitschakeltimer combineren
1Voor informatie over het instellen van de timers, zie "6.10.1Uitschakeltimer
starten/stoppen"[429] en "6.10.2Inschakeltimer starten/stoppen"[430].
Gevolg: en verschijnen op het scherm.
Voorbeeld:
WeergaveHuidige tijdInstellen
Werking
wanneer…
6:00de unit draait.Stopt om 7:00 en
begint om 14:00.
6.11 Weektimer
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
30
de unit NIET draait. Begint om 14:00.
Let op: Als de timerinstelling actief is, wordt de huidige tijd NIET op het scherm
weergegeven.
Met deze functie kunt u tot 4 timerinstellingen voor elke dag van de week opslaan.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6 | Functie
6:008:3017:30
25°C27°C25°C
22:00
1234
ONOFFONOFF
6:008:3017:30
25°C27°C25°C
22:00
1234
ONOFFONOFF
8:00 10:0019:00 21:00
27°C27°C25°C
ONOFFOFFON
1234
Voorbeeld: Maak een instelling aan voor maandag tot vrijdag en een andere
instelling voor de weekends.
Dag van de weekVoorbeeld van instelling
maandag
▪ Maak tot 4instellingen.
dinsdag~vrijdag
▪ Gebruik de kopieerfunctie als
de instellingen dezelfde zijn als
voor maandag.
zaterdag
—
▪ Geen timerinstelling
zondag
▪ Maak tot 4instellingen.
▪ AAN-AAN-AAN-AAN-instelling. Maakt het mogelijk om de bedrijfsstand en de
temperatuur te programmeren.
▪ UIT-UIT-UIT-UIT-instelling. Alleen de uitschakeltijd kan voor elke dag worden
ingesteld.
Let op: Richt de gebruikersinterface op de binnenunit en controleer of u bij het
instellen van de weektimer een ontvangsttoon hoort.
INFORMATIE
De klok MOET juist worden ingesteld voordat u een timerfunctie gebruikt. Zie
"5.4.1Klok instellen"[418].
INFORMATIE
▪ Weektimer en uit-/inschakeltimer kunnen NIET tegelijk worden gebruikt. De uit-/
inschakeltimer heeft voorrang. De weektimer gaat in stand-by,
verdwijnt van het scherm. Wanneer de uit-/inschakeltimer afgelopen is, wordt de
weektimer actief.
▪ De dag van de week, uit-/inschakeltimer, tijd en temperatuur (alleen voor
inschakeltimer) kunnen met de weektimer worden ingesteld. Andere instellingen
zijn gebaseerd op vorige instellingen van de inschakeltimer.
wilt bevestigen te selecteren en de details te controleren.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
33
6 | Functie
6.11.4 Weektimer uitschakelen en weer inschakelen
6.11.5 Reserveringen verwijderen
1Druk op terwijl op het scherm staat om de weektimer uit te
schakelen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm en het timerlampje gaat uit.
2Druk opnieuw op om de weektimer weer in te schakelen.
Gevolg: De laatst ingestelde reserveringsstand wordt gebruikt.
Individuele reserveringen verwijderen
Gebruik deze functie om een individuele reservering te verwijderen.
1Druk op .
Gevolg: De dag van de week en het reserveringsnummer worden
weergegeven.
2Druk op of om de te verwijderen dag van de week te selecteren.
3Druk op .
Gevolg: , en knipperen.
4Druk op of en selecteer "blanco".
Gevolg: De instelling verandert als volgt:
5Druk op .
Gevolg: De geselecteerde reservering wordt verwijderd.
6Druk op om af te sluiten.
Gevolg: De overblijvende reserveringen zijn actief.
Reserving voor elke dag van de week verwijderen
Gebruik deze functie om alle reserveringen voor een dag van de week te
verwijderen. Dit kan worden gebruikt in de bevestigings- of de instelstand.
1Druk op .
2Druk op of om de te verwijderen dag van de week te selecteren.
3Houd ongeveer 5seconden ingedrukt.
Gevolg: Alle reserveringen voor de geselecteerde dag worden verwijderd.
4Druk op om af te sluiten.
Gevolg: De overblijvende reserveringen zijn actief.
Alle reserveringen verwijderen
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
34
Gebruik deze functie om alle reserveringen voor alle dagen van de week in één
keer te verwijderen. Deze procedure kan NIET in de instelstand worden gebruikt.
1Houd in de standaardweergave ongeveer 5seconden ingedrukt.
Gevolg: Alle reserveringen worden verwijderd.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
6.12 Draadloze LAN-verbinding
De klant staat in voor:
▪ Smartphone of tablet met minimum ondersteunde versie van Android of iOS,
gespecificeerd op http://www.onlinecontroller.daikineurope.com
▪ Internetverbinding en communicatietoestel zoals modem, router, etc.
3Houd minstens 2seconden ingedrukt om de selectie te bevestigen.
Gevolg: knippert. De bedrijfs-led en de timer-led knipperen tegelijk om de
1seconde. De instelling is op de fabriekswaarden ingesteld.
4Druk op om het menu te verlaten.
Gevolg: Het standaardscherm wordt weergegeven.
Draadloze verbinding uitschakelen
Als u de functie draadloze verbinding wilt uitschakelen:
1Houd in het thuisschermmenu minstens 5 seconden ingedrukt terwijl de
unit niet draait.
Gevolg: Het SP-menu verschijnt. knippert.
2Druk één keer op of enkele keren op om naar het SP-menu te
gaan.
3Houd minstens 2seconden ingedrukt om de selectie te bevestigen.
Gevolg: knippert. De bedrijfs-led en de timer-led knipperen afwisselend
om de 1seconde. De communicatie staat UIT.
4Druk op om het menu te verlaten.
Gevolg: Het standaardscherm wordt weergegeven.
6.13 Over multisysteem
In een multisysteem is 1 buitenunit aangesloten op meerdere binnenunits.
6.13.1 Instelling voorrangskamer
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
38
De instelling van de voorrangskamer moet tijdens de installatie eerst worden
geprogrammeerd. Raadpleeg uw erkende dealer voor meer informatie.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
Wanneer de instelling van de voorrangskamer niet actief of niet aanwezig is
Wanneer meer dan 1 binnenunit werkt, heeft de eerst ingeschakelde unit
voorrang. Zet andere units in dezelfde bedrijfsstand. Anders gaan zij in stand-by en
gaat het bedrijfslampje knipperen (dit duidt NIET op een storing).
Uitzonderingen: Als de eerst ingeschakelde unit op alleen ventilator is ingesteld,
en in de andere kamer verwarmen wordt ingesteld, dan krijgt de op verwarmen
ingestelde unit voorrang. De eerste unit gaat in stand-by en het bedrijfslampje
knippert.
INFORMATIE
▪ Koelen, drogen en alleen ventilator kunnen tegelijk worden gebruikt.
▪ De automatische bedrijfsstand selecteert automatisch koelen of verwarmen,
afhankelijk van de kamertemperatuur en de temperatuurinstelling. Als de
automatische bedrijfsstand op alle units wordt ingesteld, werken alle units in de
stand van de eerst ingeschakelde unit.
Voorrang bij gebruik van geluidsarme stand buitenunit
Zie "6.8.2Geluidsarme stand buitenunit"[428].
1Stel in alle kamers de geluidsarme stand buitenunit in met de
gebruikersinterfaces van de units.
6 | Functie
2Om de geluidsarme stand buitenunit uit te schakelen, stopt u de werking in 1
kamer met een gebruikersinterface.
Gevolg: De werking stopt in alle kamers. blijft op het scherm van de
andere gebruikersinterfaces staan.
3Om het symbool van de andere gebruikersinterfaces te verwijderen, schakel
de geluidsarme stand buitenunit uit in alle kamers afzonderlijk.
Gevolg: Het symbool verdwijnt.
Wanneer de instelling van de voorrangskamer actief is
U kunt voor elke kamer een verschillende bedrijfsstand selecteren.
Voorbeeld: Kamer A heeft voorrang, koelen is geselecteerd.
Bedrijfsstand in kamer B, C, DStatus van kamer B, C en D
Koelen, drogen of alleen
Actuele bedrijfsstand behouden
ventilator
VerwarmenStand-bystand. De werking wordt hervat
wanneer kamer A stopt met werken.
AutomatischAls het koelen verdergaat. Als
verwarmingsunits in de stand-bystand gaan. De
werking wordt hervat wanneer kamer A stopt
met werken.
Voorrang bij Powerful-functie
Voorbeeld: Kamer A heeft voorrang. Kamer B, C en D werken.
1Stel de Powerful-functie in in kamer A.
Gevolg: Het vermogen in kamer A wordt verhoogd. Koelen of verwarmen in kamer
B, C en D kan iets minder efficiënt zijn.
Voorrang bij gebruik van geluidsarme stand buitenunit
6.13.3 Blokkering koel-/verwarmingsstand in multi-systeem
2Stel de geluidsarme stand buitenunit in op één unit.
Gevolg: Alle units worden onmiddellijk in de geluidsarme stand buitenunit
geschakeld.
De fluisterstille nachtstand moet tijdens de installatie eerst worden
geprogrammeerd. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie. Deze stand verlaagt
het koelvermogen om het lawaai van de buitenunit 'snachts te verminderen.
De fluisterstille nachtstand wordt automatisch ingeschakeld zodra de temperatuur
minstens 5°C onder de hoogst gemeten temperatuur op die dag daalt.
De blokkering van de koel-/verwarmingsstand kan via de multi-buitenunit worden
ingesteld. Raadpleeg uw erkende dealer voor meer informatie. Bij de blokkering
van de koel-/verwarmingsstand wordt de unit vast ingesteld op koelen of
verwarmen. Schakel deze functie in als u alle in een multi-systeem aangesloten
binnenunits op 1 bedrijfsstand wilt instellen.
INFORMATIE
De blokkering van de koel-/verwarmingsstand kan NIET tegelijk met de instelling van
de voorrangskamer worden ingeschakeld.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
40
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
7 | Energie besparen en optimale werking
7 Energie besparen en optimale werking
INFORMATIE
▪ De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is.
▪ Wanneer de stroom wordt hersteld na een stroompanne, werkt de unit verder in
de eerder geselecteerde stand.
VOORZICHTIG
Stel kleine kinderen, planten of dieren NOOIT rechtstreeks bloot aan de luchtstroom.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de binnenunit en/of
buitenunit. Anders kunnen condensatie op de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op
het luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken, waardoor
voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of schade oplopen.
WAARSCHUWING
Zet GEEN brandbare sprays bij de airconditioner en gebruik GEEN sprays in de buurt
van de unit. Anders kan er brand ontstaan.
VOORZICHTIG
Gebruik het systeem NIET wanneer een rookvormig insecticide in de ruimte wordt
verspreid. Anders zouden de chemische stoffen zich in de unit kunnen ophopen, met
gevaar voor de gezondheid van mensen die overgevoelig zijn voor chemische stoffen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking
van het systeem te zorgen.
▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp van gordijnen
of jaloezieën.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor verluchting.
▪ Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open blijven, zal er lucht
uit de kamer stromen, met een kleiner koel- of verwarmeffect tot gevolg.
▪ Koel of verwarm NIET te sterk. Om zuinig om te gaan met energie houdt u de
temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
▪ Plaats NOOIT voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat van de unit.
Anders kan het verwarmings-/koeleffect afnemen of het systeem uitgeschakeld
worden.
▪ Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit gedurende langere tijd
NIET zal worden gebruikt. Zolang de hoofdvoedingsschakelaar niet uitgeschakeld
is, verbruikt de unit stroom. Zet de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik
aan alvorens de unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking te
garanderen.
▪ Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoeruitlaat verstopt is,
▪ Pas de kamertemperatuur aan voor een aangename omgeving. Voorkom te sterk
verwarmen of koelen. Het kan even duren alvorens de kamertemperatuur de
ingestelde temperatuur bereikt. U kunt hiervoor de timermogelijkheden
gebruiken.
▪ Stel de luchtstroomrichting in om te voorkomen dat er bij de vloer koude lucht
blijft hangen of warme lucht tegen het plafond. (Omhoog bij koelen of drogen
naar het plafond en omlaag bij verwarmen.)
▪ Voorkom dat de lucht rechtstreeks op de personen in de kamer wordt geblazen.
▪ Gebruik het systeem binnen het aanbevolen temperatuurbereik (26~28°C voor
koelen en 20~24°C voor verwarmen) om energie te besparen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
42
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
8 Onderhoud en service
8.1 Overzicht: onderhoud en service
De installateur moet een jaarlijks onderhoud uitvoeren.
Over het koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de
atmosfeer.
Koelmiddeltype: R32
Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat
de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO2equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO2-equivalent te berekenen: GWP-waarde
koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Neem contact op met uw installateur voor meer informatie.
8 | Onderhoud en service
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het
koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een
verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas
worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit, verlucht de kamer en neem
contact op met de dealer waar u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst heeft bevestigd dat het deel
met het koelmiddellek gerepareerd is.
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of manieren om het ontdooien te
versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die
voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een
draaiende elektrische verwarming).
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een
servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving
kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
43
8 | Onderhoud en service
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Wanneer u de airconditioner of het luchtfilter wilt schoonmaken, moet u de unit
eerst stilleggen en alle voedingen uitschakelen. Anders dreigt u elektrische schokken
en letsel op te lopen.
WAARSCHUWING
Om elektrische schokken of brand te vermijden:
▪ Spoel de unit NIET af.
▪ Bedien de unit NIET met natte handen.
▪ Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en bevestiging niet beschadigd zijn.
Bij beschadiging dreigt de unit te vallen en letsel te veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de lamellen van de warmtewisselaar NIET aan. Deze lamellen zijn scherp en
kunnen snijwonden veroorzaken.
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk met ladders wanneer u op een hoogte werkt.
De volgende symbolen kunnen voorkomen op de binnenunit:
SymboolVerklaring
Meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren
van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een
onderhoud uitvoert.
8.2 Binnenunit en gebruikersinterface schoonmaken
WAARSCHUWING
Verkeerde schoonmaakproducten of een verkeerde manier van schoonmaken kan
plastic onderdelen beschadigen of waterlekken veroorzaken. Spatten van
schoonmaakproducten op elektrische componenten (bv. motoren) kan een defect,
rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
▪ Gebruik GEEN benzine, benzeen, verdunner, schuurpoeder of vloeibaar
insecticide. Mogelijk gevolg: Verkleuring en vervorming.
▪ Gebruik GEEN water of lucht van 40°C of warmer. Mogelijk gevolg: Verkleuring
en vervorming.
▪ Gebruik GEEN schuurproducten.
▪ Gebruik GEEN schuurborstel. Mogelijk gevolg: Anders kan de coating er
afkomen.
▪ De eindgebruiker mag NOOIT de interne delen van de unit zelf schoonmaken;
alleen een bevoegde servicemedewerker mag dit doen. Neem contact op met uw
dealer.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
44
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
a
Leg de unit stil, schakel de stroomonderbreker uit of trek het netsnoer uit alvorens
de unit schoon te maken. Anders kunt u een elektrische schok of een letsel oplopen.
1Maak schoon met een zachte doek. Gebruik water of een neutraal
schoonmaakmiddel voor moeilijk te verwijderen vlekken.
8.3 Voorpaneel schoonmaken
1Maak het voorpaneel schoon met een zachte doek. Gebruik water of een
neutraal schoonmaakmiddel voor moeilijk te verwijderen vlekken.
8.4 Voorpaneel verwijderen
8 | Onderhoud en service
1Houd het voorpaneel vast aan de paneeltabs aan weerszijden en open het
paneel.
2Schuif het voorpaneel naar links of naar rechts en trek het naar u toe om het
te verwijderen.
Gevolg: De as van het voorpaneel komt aan 1 kant los.
3Maak de as van het voorpaneel aan de andere kant op dezelfde manier los.
1Verwijder het filter van de tabs (klasse 20~35) of het frame (klasse 50) en
vervang het filter door een nieuw.
Klasse 20~35Klasse 50
INFORMATIE
▪ Gooi het filterframe NIET weg; hergebruik het.
▪ Gooi het oude filter weg bij het niet-brandbaar afval.
Bestel een titaniumapatiet geurfilter en allergenenfilter met zilverdeeltjes via uw
dealer.
ItemOnderdeelnummer
Titaniumapatiet geurfilter - 1 setKAF970A46
Allergenenfilter met zilverdeeltjes - 1
KAF057A41
set
8.9 Voorpaneel weer aanbrengen
1Breng het voorpaneel aan. Lijn de assen op met de openingen en duw ze er
helemaal in.
2Sluit het voorpaneel langzaam; druk aan weerszijden en op het midden.
8.10 Aandachtspunten voor een lange periode van stilstand
Laat de unit enkele uren in de stand alleen ventilator draaien om de binnenkant
van de unit te drogen.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
48
1Druk op en selecteer .
2Druk op en begin de werking.
3Zet de stroomonderbreker uit wanneer de unit stopt.
4Maak de luchtfilters schoon en plaats ze terug op hun oorspronkelijke plaats.
5Verwijder de batterijen uit de gebruikersinterface.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
8 | Onderhoud en service
INFORMATIE
Er wordt geadviseerd periodiek onderhoud door een specialist te laten uitvoeren.
Neem contact op met uw dealer voor gespecialiseerd onderhoud. De klant staat in
voor de onderhoudskosten.
In sommige bedrijfsomstandigheden kan de binnenkant van de unit na enkele
seizoenen vuil worden. Dit leidt tot slechte prestaties.
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande
maatregelen en neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet
(brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een
defect, elektrische schok of brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
StoringMaatregel
Als een beveiliging zoals een zekering,
Schakel de hoofdvoeding UIT.
onderbreker of aardlekschakelaar vaak in
werking treedt, of als de AAN/UIT-schakelaar
NIET goed werkt.
Als water uit de unit lekt.Stop de werking.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed.Schakel de voeding UIT.
De bedrijfs-led knippert en u kunt de foutcode
controleren op de gebruikersinterface. Zie
Verwittig uw installateur en
geef hem de foutcode door.
"9.2Problemen op basis van storingscodes
oplossen"[453] voor het weergeven van de
foutcode.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor vermelde gevallen, en
geen van de vermelde storingen van toepassing is, volg dan de volgende
procedures om na te gaan wat er misloopt.
StoringMaatregel
Als het systeem helemaal
NIET werkt.
▪ Controleer of er geen stroomonderbreking is.
Wacht tot de stroom is hersteld. Als de stroom
tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de stroom is
hersteld.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
50
▪ Controleer of er geen zekering is doorgebrand of
een onderbreker in werking is gesteld. Vervang
indien nodig de zekering of reset de onderbreker.
▪ Controleer de batterijen van de
gebruikersinterface.
▪ Controleer de timerinstelling.
Het systeem stopt plots.▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit NIET geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
▪ De airconditioner kan na plotse grote
spanningsschommelingen worden stilgelegd om
het systeem te beschermen. Na een 3-tal minuten
wordt de werking automatisch hervat.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
9 | Opsporen en verhelpen van storingen
StoringMaatregel
De ventilator stopt tijdens
het uitblazen.
De horizontale kleppen
beginnen NIET onmiddellijk
te draaien.
De unit begint NIET meteen
te werken.
Het systeem werkt, maar
koelt of verwarmt
onvoldoende.
Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt,
wordt luchtstroomsnelheid verlaagd en stopt de
werking. De werking wordt automatisch hervat
wanneer de binnentemperatuur stijgt of daalt.
De binnenunit regelt de stand van de horizontale
kleppen. De horizontale kleppen beginnen weldra te
draaien.
Als u meteen na het stoppen op de ON/OFF-knop
hebt gedrukt of als de stand is veranderd. De unit
begint na 3minuten te draaien (dit is een beveiliging
van het systeem).
▪ Controleer de instelling van de
luchtstroomsnelheid. Zie
"6.4Luchtstroomsnelheid"[423].
▪ Controleer de temperatuurinstelling. Zie
"6.3.1 Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen"[422].
▪ Controleer de instelling van de uitblaasrichting. Zie
"6.5Uitblaasrichting"[423].
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de
buitenunit of de binnenunit NIET geblokkeerd is.
Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat
de lucht vrij kan circuleren.
Het systeem werkt, maar
verwarmt onvoldoende (er
wordt GEEN lucht uit de
unit geblazen).
De in-/uitschakeltimer
werkt NIET volgens de
instellingen.
▪ Controleer of de luchtfilters verstopt zijn. Reinig
de luchtfilters. Zie "8Onderhoud en
service"[443].
▪ Controleer of er geen deuren of ramen openstaan.
Sluit alle deuren en ramen om te voorkomen dat
er wind binnenkomt.
▪ Controleer of de unit in Econo of de stand
geluidsarme buitenunit draait. Zie "6.8 Econo en
geluidsarme stand buitenunit"[427].
▪ Controleer of er direct onder of naast de
binnenunit meubels staan. Verplaats de meubels.
▪ De airconditioner wordt mogelijk opgewarmd om
te verwarmen. Wacht 1 tot 4minuten.
▪ Als u een stromend geluid hoort, draait de
buitenunit mogelijk in de ontdooistand. Wacht 4
tot 12minuten.
▪ Controleer of de weektimer en in-/uitschakeltimer
op hetzelfde tijdstip zijn ingesteld. Verander de
instelling of schakel ze uit. Zie "6.10 In-/
uitschakeltimer"[429] en
"6.11Weektimer"[430].
▪ Controleer of de klok en de dag van de week juist
zijn ingesteld. Zie "5.4Over de klok"[418].
Controleer of uw systeem GEEN versie voor alleen
verwarmen is.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
51
9 | Opsporen en verhelpen van storingen
StoringMaatregel
Tijdens de werking kan iets
abnormaals gebeuren.
De unit ontvangt GEEN
signalen van de
gebruikersinterface.
Er staat niets op het
scherm van de
gebruikersinterface.
Een foutcode kan worden
weergegeven op de
gebruikersinterface.
Andere elektrische
apparaten beginnen te
werken.
De airconditioner kan slecht werken door bliksem of
radiogolven. Draai de onderbreker op OFF en weer
op ON.
▪ Controleer de batterijen van de
gebruikersinterface. Zie "5.2Batterijen
plaatsen"[417].
▪ Controleer of de zender NIET is blootgesteld aan
rechtstreeks zonlicht.
▪ Controleer of er fluorescentielampen met een
elektronische starter in de kamer zijn. Neem
contact op met uw dealer.
Vervang de batterijen van de gebruikersinterface.
Raadpleeg uw plaatselijke verdeler. Zie
"9.2Problemen op basis van storingscodes
oplossen"[453] voor de procedure voor de
weergave van de foutcode en een gedetailleerde
lijst met foutcodes.
Als de gebruikersinterface andere apparaten doet
werken, verplaats die apparaten en neem contact
op met uw dealer.
Neem contact op met uw installateur als u na controle van alle bovenstaande
punten het probleem niet zelf kunt oplossen. Geef hem de symptomen door, de
volledige modelnaam van de unit (met indien mogelijk ook het fabricagenummer)
en de installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
9.1 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
9.1.1 Symptoom: U hoort een geluid zoals stromend water
▪ Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel in de unit.
▪ Dit geluid kan worden geproduceerd wanneer bij het koelen of drogen water
wegstroomt van de unit.
▪ Het koelmiddel stroomt in de airconditioner, ook wanneer de binnenunit is
uitgeschakeld en een binnenunit in een andere kamer werkt.
9.1.2 Symptoom: U hoort een blaasgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de koelmiddelstroom van richting
verandert (bijv. bij het omschakelen van koelen naar verwarmen).
9.1.3 Symptoom: U hoort een tikgeluid
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
52
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de unit een beetje uitzet of samentrekt
door temperatuurveranderingen.
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
9 | Opsporen en verhelpen van storingen
9.1.4 Symptoom: U hoort een fluitgeluid
Dit geluid wordt veroorzaakt door het stromend koelmiddel tijdens het ontdooien.
9.1.5 Symptoom: U hoort een klikgeluid terwijl de unit werkt of stilstaat
Dit geluid wordt veroorzaakt door de werking van de regelkleppen van het
koelmiddel of de elektrische onderdelen.
9.1.6 Symptoom: U hoort een klapgeluid
Dit geluid wordt geproduceerd wanneer een extern toestel lucht uit de kamer haalt
(bijv. een afzuigventilator, een dampkap) en de deuren en ramen van de kamer
gesloten zijn. Open de deuren of ramen, of schakel het toestel uit.
9.1.7 Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit, buitenunit)
Wanneer het systeem na het ontdooien wordt omgeschakeld op verwarmen. Het
vocht van het ontdooien wordt omgezet in stoom en wordt uitgeblazen.
9.1.8 Symptoom: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten, enz., en die dan
weer afgeven.
9.1.9 Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait terwijl de airconditioner niet wordt
gebruikt
▪ Nadat de unit is gestopt. De ventilator van de buitenunit blijft nog 30 seconden
draaien om het systeem te beveiligen.
▪ Terwijl de airconditioner niet wordt gebruikt. Bij een heel hoge
buitentemperatuur begint de ventilator van de buitenunit te draaien om het
systeem te beveiligen.
9.1.10 Symptoom: Ventilatorsnelheid binnenunit komt niet overeen met instelpunt (bij koelen bij
lage omgevingstemperatuur in multi-systeem)
▪ Bij koelen bij lage omgevingstemperatuur in een multi-systeem kan de
binnenunit de ventilator met hoge snelheid laten draaien, ongeacht de
gebruikersinstelling, en dit om de warmtewisselaar van de binnenunit te
ontdooien.
9.2 Problemen op basis van storingscodes oplossen
Storingsdiagnose met de gebruikersinterface
Als er een probleem met de unit is, kunt u de storing identificeren aan de hand van
de foutcode op de gebruikersinterface. Het is belangrijk dat u het probleem
begrijpt en maatregelen neemt alvorens de foutcode te resetten. Dit moet worden
gedaan door een erkend installateur of door uw plaatselijke dealer.
9.3 Problemen oplossen voor de verbinding met het draadloos netwerk
In de volgende tabel vindt u een korte omschrijving over hoe om te gaan met
sommige problemen. Als u hieronder geen oplossing voor uw probleem vindt, ga
dan naar http://www.onlinecontroller.daikineurope.com/ voor meer informatie en
een FAQ.
ProbleemMaatregel
Geen verbinding met het draadloos
netwerk mogelijk (geen enkele led op
de binnenunit knippert).
▪ Probeer de unit te gebruiken met de
gebruikersinterface.
▪ Controleer of de unit is ingeschakeld.
▪ Schakel de unit uit en weer in.
Na de configuratie van de WLANadapter (WPS-optie) is het draadloos
netwerk NIET zichtbaar in het
overzichtscherm van de unit
▪ Het draadloos netwerk moet zich
dicht genoeg bij het
communicatietoestel bevinden.
▪ Controleer of de communicatie OK is.
(thuisscherm).
▪ Controleer of het smart toestel
verbonden is met hetzelfde draadloos
netwerk als het draadloos netwerk.
▪ Stel de instelling weer in op de
fabriekswaarden en voer de instelling
opnieuw uit. Zie
"Verbindingsinstellingen instellen op
de fabriekswaarden"[437].
Het draadloos netwerk staat NIET in de
lijst met beschikbare wifi-netwerken op
het smart toestel (optie toegangspunt).
▪ Probeer te schakelen tussen
toegangspunt en WPS-instelling om
het kanaal te veranderen. Het kanaal
MOET tussen 1 en 13 liggen.
fabriekswaarden en voer de instelling
opnieuw uit. Zie
"Verbindingsinstellingen instellen op
de fabriekswaarden"[437].
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
55
9 | Opsporen en verhelpen van storingen
ProbleemMaatregel
De waarde voor de temperatuur
binnen/buiten in Daikin Residential
Controller verschilt van die gemeten
door andere toestellen.
▪ Daikin Residential Controller geeft de
temperatuur binnen/buiten alleen
voor de omgeving van de binnen-/
buitenunit weer.
▪ De gemeten temperatuur voor andere
toestellen kan verschillen door andere
omstandigheden rond de unit (bijv.
rechtstreeks zonlicht., ijsvorming…)
▪ De in Daikin Residential Controller
weergegeven temperatuur dient
alleen alleen ter informatie.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
56
ATXM20~35R2V1B + ATXM50R2V1B + ATXM20~35R5V1B
Daikin kamerairconditioner
4P518786-6F – 2020.06
10 Als afval verwijderen
OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en
het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor
hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product te
installeren.
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product gebruikt.
Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke richtlijnen,
wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende een bepaald product
of domein.
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service voor het product uit te voeren
of te coördineren.
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het configureren en
het onderhouden van een bepaald product of een bepaalde toepassing.
Gebruiksaanwijzing
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde toepassing
waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing moet worden
gebruikt.
Accessoires
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en uitrustingen die met
het product worden meegeleverd en die volgens de instructies in de
meegeleverde documentatie geïnstalleerd moeten worden.
Optionele apparatuur
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met
het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie
gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien
NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product
volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd
mogen worden.