1.1Over de documentatie....................................................................................................................................................4
1.1.1Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..........................................................................................4
1.2Voor de installateur ........................................................................................................................................................5
1.2.2Plaats van installatie .......................................................................................................................................6
2.1Over dit document.......................................................................................................................................................... 15
2.2Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur..................................................................................... 16
3 Over de doos17
3.1Overzicht: Over de doos ................................................................................................................................................. 17
3.2.2Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen ..................................................................................... 18
4 Over de units en opties20
4.1Overzicht: Over de units en opties ................................................................................................................................. 20
5.3.1Vereisten voor de koelmiddelleidingen ......................................................................................................... 25
6.2Openen van de unit ........................................................................................................................................................ 29
6.2.1Over openen van de unit................................................................................................................................ 29
6.3.1Over de montage van de buitenunit .............................................................................................................. 30
6.3.2Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de buitenunit ........................................................................... 30
6.4.1Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen .......................................................................................... 33
6.4.2Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ............................................................. 34
6.4.3Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ................................................................................. 35
6.4.4Richtlijnen voor het buigen van leidingen ..................................................................................................... 36
6.4.5Het uiteinde van een buis verbreden ............................................................................................................ 36
6.4.6Verbindingen tussen buiten- en binnenunit met verloopstukken ................................................................ 36
6.4.7Gebruik van de afsluiter en servicepoort....................................................................................................... 39
6.4.8Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten .................................................................................................. 40
6.6.1Over het toevoegen van koelmiddel.............................................................................................................. 43
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
Inhoudsopgave
6.6.2Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ............................................................................... 44
6.6.3Over het koelmiddel ....................................................................................................................................... 44
6.6.4Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden .............................................................................. 45
6.6.5De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen .............................................................................. 46
6.7.1Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................................................................................ 47
6.7.2Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van elektrische bedrading........................................................... 47
6.7.3Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading ...................................................................... 49
6.7.4Specificaties van de standaardcomponenten van de bedrading .................................................................. 50
6.7.5De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten ................................................................................. 50
6.8De installatie van de buitenunit voltooien ..................................................................................................................... 52
6.8.1De installatie van de buitenunit voltooien..................................................................................................... 52
6.8.2Over de functie energiebesparende stand-by ............................................................................................... 52
6.8.3Over de functie voorrangskamer ................................................................................................................... 53
7.2Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling ............................................................................................................... 56
7.3Checklist voor de inbedrijfstelling .................................................................................................................................. 56
7.4Checklist tijdens inbedrijfstelling.................................................................................................................................... 57
7.5Proefdraaien en testen ................................................................................................................................................... 57
7.7Storingsdiagnose met behulp van de led op de printplaat van de buitenunit.............................................................. 59
8 Aan de gebruiker overhandigen61
9 Onderhoud en service62
9.1Overzicht: onderhoud en service ................................................................................................................................... 62
9.3Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit ...................................................................................................... 62
9.4Over de compressor........................................................................................................................................................ 63
10.2Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen.......................................................................... 64
10.3Problemen op basis van symptomen oplossen.............................................................................................................. 64
10.3.1Symptoom: Binnenunits vallen, trillen of maken lawaai ............................................................................... 64
10.3.2Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals verwacht......................................................................... 65
11.3Een gedwongen koeling starten en stoppen.................................................................................................................. 67
12.2Schema van de leidingen: Buitenunit ............................................................................................................................. 71
▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen
zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en
dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de
uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN
door een erkende installateur worden uitgevoerd.
1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen
GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge
of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen
hebben.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen
berokkenen.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbolen gebruikt op de unit:
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
SymboolVerklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het
instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de
installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds- en
servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de
installateur en de gebruiker.
De unit bevat draaiende onderdelen. Wees voorzichtig bij
servicewerkzaamheden of inspectie van de unit.
Symbolen gebruikt in de documentatie:
SymboolVerklaring
Geeft de titel van een afbeelding of een verwijzing ernaar
aan.
Voorbeeld: " 1–3 Titel afbeelding" betekent "Afbeelding 3
in hoofdstuk 1".
Geeft de titel van een tabel of een verwijzing ernaar aan.
1.2 Voor de installateur
1.2.1 Algemeenheden
Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact
op met uw dealer.
Voorbeeld: " 1–3 Titel tabel" betekent "Tabel 3 in
hoofdstuk 1".
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN koelmiddelleidingen, waterleidingen of
interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om
terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken,
draag dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan
elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of
uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en
uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden,
voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikindocumentatie).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende
handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of
onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen
in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als
schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
VOORZICHTIG
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek
te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van
tests, periodes van stand-by, …
Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het
product:
▪ Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen
▪ Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis
▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts om onderhoud
te bekomen
In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.
1.2.2 Plaats van installatie
▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is tegen het
gewicht en de trillingen van de unit.
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om
waterinsijpeling te voorkomen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen.
▪ Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ In mogelijke explosieve omgevingen.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische golven uitzenden.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem storen, waardoor de
apparatuur slecht kan werken.
▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare gassen (zoals
verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas) geproduceerd wordt.
Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn
dat koelmiddel gaat lekken.
Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel
WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of manieren om het ontdooien te
versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan
oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die
voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een
werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de
instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale
gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
Als één of meerdere ruimten via een kanaalsysteem verbonden zijn met de unit,
moet u ervoor zorgen dat:
▪ er geen werkende ontstekingsbronnen zjin (bijvoorbeeld open vuur, een werkend
gastoestel of een werkende elektrische verwarming) als de vloerruimte kleiner is
dan de minimum vloeroppervlakte A (m²);
▪ er geen hulptoestellen, die een potentiële ontstekingsbron kunnen vormen, in
het leidingwerk zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld hete oppervlakken met een
temperatuur van meer dan 700°C en elektrische schakeltoestellen);
▪ in het leidingwerk uitsluitend door de fabrikant goedgekeurde hulptoestellen
worden gebruikt;
▪ de luchtinlaat EN -uitlaat rechtstreeks op dezelfde kamer zijn aangesloten door
kanaalwerk. Gebruik GEEN ruimten zoals een vals plafond als leiding voor de
luchtinlaat of -uitlaat.
▪ Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om overmatig trillen of pulseren op
▪ Beschermende apparatuur, leidingen en fittingen moeten zo goed mogelijke
▪ Denk eraan dat lange leidingen kunnen uitzetten of krimpen.
▪ Bij het ontwerp en de installatie van leidingen in koelsystemen moet de kans op
▪ Binnentoestellen en leidingen moeten stevig gemonteerd en bewaakt worden
VOORZICHTIG
Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van
koelmiddellekken.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen van het koelmiddelsysteem
koelmiddelleidingen te voorkomen.
tegen slechte omgevingseffecten worden beschermd.
hydraulische schokken zo veel mogelijk te beperken.
zodat zij niet per ongeluk kunnen breken door meubels die worden verplaatst of
door verbouwingen.
worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
Vereisten voor de installatieruimte
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte
waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de
minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval van binnenunits met
koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits (bijvoorbeeld: oranjerie,
garage, machineruimte)
▪ Leidingen in ruimtes zonder ventilatie
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade.
▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
Minimum vloeroppervlakte bepalen
1Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem (= fabrieksvulling
koelmiddel + extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
2Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
370
380
390
400
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
550
1.822.2
2.4
2.6
2.833.2
3.4
3.6
3.844.2
4.4
4.6
4.855.2
5.4
5.6
5.866.2
6.4
6.6
6.877.2
7.4
7.6
7.8
1.8437.956
8.0
A
min
(m2)
Floor-standing unit
(c)
Wall-mounted unit
(b)
Ceiling-mounted unit
(a)
m (kg)
▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of vloermodel?
▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits, en lokale
leidingen in ruimtes zonder ventilatie hangt dit af van de installatiehoogte:
Bij een installatiehoogte van…Gebruik de grafiek of tabel voor…
<1,8mVloerunits
1,8≤x<2,2mUnits voor muurmontage
≥2,2mUnits voor plafondmontage
3Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte te bepalen.
(a) Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage)
(b) Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)
(c) Floor-standing unit (= Vloerunit)
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of
de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende
wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal
toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte
onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een
zuurstofgebrek veroorzaken.
▪ In geval van R410A- of R32-koelmiddel: Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer
het koelgas in contact komt met vuur.
▪ In geval van CO
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in
het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel
uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding
en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor
terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de compressor van de unit NIET
moet draaien.
-koelmiddel: In hoge concentraties is koelgas giftig.
2
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik
een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik
stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om te voorkomen dat de
compressor defect geraakt.
▪ Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend, MOET het koelmiddel
worden behandeld zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er pas
koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een
vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en ontploffing van de compressor omdat er
zuurstof in de compressor terechtkomt terwijl deze aan het werken is.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden. Daarop staan
het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten,
afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel
worden gevuld.
▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort koelmiddel
bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en om te
beletten dat vreemde stoffen in het systeem terechtkomen.
▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
AlsDan
Er is een sifonbuis
Vul bij met rechtopstaande fles.
(d.w.z. er zou iets zoals “Met
vloeistofvulsifon” op de fles moeten
staan)
Er is GEEN sifonbuisVul bij met de ondersteboven staande
fles.
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag.
▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in gasvormige fase
toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet
u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien. Als de klep NIET
onmiddellijk wordt gesloten, kan er extra koelmiddel worden bijgevuld door de
resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.
1.2.4 Pekel
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of
de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
WAARSCHUWING
De gekozen pekel MOET voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen voor het geval pekel zou lekken. Indien pekel lekt,
ventileer onmiddellijk de zone en neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
WAARSCHUWING
De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger oplopen dan die van de kamer,
bv. 70°C. In geval van een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke
situatie creëren.
WAARSCHUWING
Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheidsen milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering.
1.2.5 Water
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of
de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU-richtlijn 98/83EC.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
1.2.6 Elektrisch
1 | Algemene veiligheidsmaatregelen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het deksel van de schakelkast
verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit en meet de spanning op
de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de
hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET onder de
50 V DC gevallen zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken.
Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te
schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze
schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact
van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de
overspanning-categorie-III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd
bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of
scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik NOOIT een elektrische
voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat het gevaar dat iemand een
elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of deze met de inverter
compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
VOORZICHTIG
▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de
stroomvoerende draden worden aangesloten.
▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de stroomvoerende draden los vóór
de aarding wordt losgemaakt.
▪ De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de
klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten
vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken
van de trekontlasting.
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:
▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op de klemmenstrook voor de
▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte, volgt u de aanwijzingen in de
▪ Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze stevig aan, borg ze
▪ Gebruik een passende schroevendraaien voor het vastdraaien van de schroeven
▪ Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt u ze breken.
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 m afstand van televisietoestellen en
radio's om geen interferenties te hebben. Afhankelijk van de radiogolven volstaat
een afstand van 1m soms niet.
voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
bovenstaande afbeelding.
vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden
uitgeoefend.
van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de
schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en
aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een
AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat
aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een
beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te
laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
2 Over de documentatie
2.1 Over dit document
Bedoeld publiek
Erkende installateurs
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen
door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in
huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten
overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende
wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa
en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke
norm.
2 | Over de documentatie
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid:
- Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
- Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Montagehandleiding buitenunit:
- Installatie-instructies
- Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur:
- De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
- Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/support-and-
manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale
Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn
vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale
3.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen
1Hef de buitenunit op.
VOORZICHTIG
Ga alleen als volgt om met de buitenunit:
2Verwijder de accessoires op de bodem van de verpakking.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
3 | Over de doos
a Montagehandleiding buitenunit
b Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
c Label gefluoreerde broeikasgassen
d Meertalig label gefluoreerde broeikasgassen
e Afvoeraansluiting
f Zakje met schroeven. De schroeven worden gebruikt voro het vastleggen van de kabelbevestigingen van de
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de
servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
5 Voorbereiding
5.1 Overzicht: Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens
u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
5.2 Installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt.
Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt
geproduceerd, MOET de unit worden afgedekt.
5 | Voorbereiding
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te
kunnen dragen.
▪ Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht van de unit
geen overlast veroorzaakt.
WAARSCHUWING
Installeer de airconditioner NIET op een plaats waar een lek van ontvlambaar gas
mogelijk is. Als het gas weglekt en rond de airconditioner blijft hangen, kan brand
ontstaan.
▪ Installeer de units, voedingskabels en communicatiebedrading op minstens 3m
van televisietoestellen of radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de
radiogolven volstaat een afstand van 3m soms niet.
▪ Voorwerpen onder de unit kunnen schade oplopen door water van de afvoer.
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte
waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de
minimum vloeroppervlakte. Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval van binnenunits met
koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits (bijvoorbeeld: oranjerie,
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die
voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een
draaiende elektrische verwarming).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
21
5 | Voorbereiding
≤1200
>100
>100
>50
>350
>350
(mm)(mm)
a
b
b
a
>250
>300
(mm)
5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie hoofdstuk “Algemene
veiligheidsmaatregelen”.
▪ Vereisten voor de koelmiddelleidingen (lengte, hoogteverschil). Zie ook verder in
dit hoofdstuk over de voorbereiding.
Let op de volgende richtlijnen voor de benodigde ruimte:
a Luchtuitlaat
b Luchtinlaat
Voorzie een werkruimte van 300 mm onder het plafond en 250 mm voor
servicewerkzaamheden aan de leidingen de elektriciteit.
OPMERKING
▪ Stapel de units NIET op elkaar op.
▪ Hang de unit NIET aan een plafond.
Hevige wind (≥18 km/u) die tegen de luchtuitlaat van de buitenunit blaast,
veroorzaakt kortsluiting (luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan de volgende
gevolgen met zich meebrengen:
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf;
▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het verwarmen;
▪ stilvallen door een te lage of een te hoge druk;
▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de ventilator blaast, kan
deze beginnen zeer snel te draaien en na een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan
wind blootgesteld is.
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtinlaat naar de muur gericht en
NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1B – 2020.05
5 | Voorbereiding
b
a
b
c
b
c
a
a Geleideplaat
b Belangrijkste windrichting
c Luchtuitlaat
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd
geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt.
Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden wordt
gemeten, kan de gemeten waarde omwille van omgevingsgeluiden en
geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder Geluidspectrum
vermeld geluidsdrukniveau.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze
plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪ Waar de spanning veel schommelt
▪ In voertuigen of schepen
▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET rechtstreeks aan
zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door het hoge zoutgehalte van de
lucht te voorkomen (kan de levensduur van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind.
Voorbeeld: Achter het gebouw.
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse
zeewind wordt blootgesteld.