z Lees eerst de voorzorgen in de aparte Instelgids. Zie de
Instelgids voor details omtrent de eerste instellingen van de
projector.
z Bewaar alle documentatie op een veilige plaats voor latere
naslag.
z DLP is een gedeponeerd handelsmerk van Texas Instruments uit de Verenigde Staten.
z Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en in andere landen.
z HDMI, het HDMI Logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
z XGA is een gedeponeerd handelsmerk van IBM Corporation uit de Verenigde Staten.
z Voor PJLink is een registratie als handelsmerk aangevraagd of inmiddels verleend in Japan, de
Verenigde Staten van Amerika en andere landen en gebieden.
z Creston is een gedeponeerd handelsmerk van Creston Electronics, Inc. uit de Verenigde Staten.
z AMX is een gedeponeerd handelsmerk van AMX LLC uit de Verenigde Staten.
z Andere namen van bedrijven en producten zijn mogelijk gedeponeerde namen of
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
z Gedeelten van dit product zijn gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG
Group.
z De inhoud van deze “Gebruiksaanwijzing” kan zonder kennisgeving gewijzigd worden.
z Kopiëren van deze handleiding, geheel of gedeeltelijk, is verboden. U mag deze handleiding
gebruiken voor uw eigen persoonlijk gebruik. Enig ander gebruik zonder toestemming van
CASIO COMPUTER CO., LTD is verboden.
z CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige gederfde winst, of
claims van derden voortkomend uit het gebruik van dit product of deze handleiding.
z CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of gederfde
winst als gevolg van gegevensverlies veroorzaakt door een storing of onderhoud aan dit
product, noch om enige andere reden.
z De voorbeeldschermen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en het is
daarom mogelijk dat ze niet exact overeenkomen met de beelden zoals die daadwerkelijk door
het product weergegeven worden.
B
2
Inhoudsopgave
Over deze handleiding............................................................................5
Overzicht van de projector............................................. 6
Kenmerken en belangrijkste functies van de projector ..........................6
Toetsen op de afstandsbediening en op de projector ...........................8
Aansluitingen op de achterkant..............................................................9
Bediening tijdens projectie ..........................................10
Selecteren van de signaalbron .............................................................10
Selecteren van een andere signaalbron..................................................................... 10
z Een hybride lichtbron met laser en LED geeft een zeer hoge helderheid van 2500 tot 3000 lumen bij
een laag stroomverbruik en met weinig opgewekte warmte.
z Een grote verscheidenheid aan mogelijke signaalbronnen:
Ondersteuning voor analoog RGB, composiet video, S-video, component video (Y·Cb·Cr, Y·Pb·Pr)
en HDMI signaalbronnen.
z Intelligente helderheidsbedieningsfunctie (Eco modus):
De projector detecteert het omgevingslicht en past de helderheid van de projectie automatisch aan
om op een efficiënte manier energie te kunnen besparen. (Hiervoor moet “Eco Mode” worden
ingesteld op “On (Auto)”.)
z Ondersteuning voor de projectie van 3D-beelden:
Ondersteuning voor de projectie van een 3D-beeldsignaal (60 Hz/120 Hz veld sequentieel protocol)
via een van drie signaalbronnen (analoog RGB, composiet video, S-video).
* Er is een los verkrijgbare 3D-bril vereist (YA-G30) vereist om 3D-beelden driedimensionaal te
kunnen waarnemen. Er is ook los verkrijgbare, speciale software (CASIO 3D Converter) vereist
om 3D-beelden te kunnen projecteren met de projector wanneer een computer (analoog RGB)
wordt gebruikt als signaalbron.
* 3D-projectie wordt niet ondersteund via HDMI of component videoverbindingen.
z Aanwijzer:
De afstandsbediening kan worden gebruikt om een aantal verschillende aanwijzers te selecteren
voor gebruik tijdens projectie.
z Directe stroominschakeling:
De projector kan zo worden ingesteld dat deze automatisch wordt ingeschakeld en begint te
projecteren zodra de stekker in het stopcontact wordt gedaan.
XJ-M240/XJ-M245/XJ-M250/XJ-M255
z WXGA resolutie:
De XJ-M240/XJ-M245/XJ-M250/XJ-M255 modellen ondersteunen WXGA (1280 × 800) resolutie
voor optimale weergave van materiaal dat bestemd is voor de breedbeelddisplays van vandaag de
dag. Dit maakt dit toestel de perfecte keuze voor de projectie van beelden van breedbeeld laptops
en HD-videobronnen.
D
6
XJ-M145/XJ-M155/XJ-M245/XJ-M255
z Projectie van gegevens van USB-geheugen of een geheugenkaart zonder computer:
U kunt een USB-geheugen of een geheugenkaart (via een in de handel verkrijgbare USB-kaartlezer)
direct aansluiten op de USB-aansluiting van de projector. De projector wordt geleverd met speciale
software voor het converteren van PowerPoint presentaties naar een formaat dat kan worden
opgeslagen op een USB-geheugen of geheugenkaart en dat kan worden geprojecteerd zonder een
computer te moeten gebruiken. Beelden en video’s kunnen ook direct van een USB-geheugen of
geheugenkaart worden geprojecteerd.
z Multiprojectiecamera (YC-400, YC-430) aansluiting:
Een CASIO Multi Projection Camera kan direct worden aangesloten op de USB-aansluiting van de
projector om documenten en andere beelden met een fijne resolutie te kunnen projecteren. De
mogelijkheden van een dergelijk documentencamera betekenen dat gegevens kunnen worden
geprojecteerd zonder tussenkomst van een computer.
z Aansluiting van een grafische wetenschappelijke functiecalculator:
Bepaalde grafische wetenschappelijke CASIO rekenmachines kunnen direct worden aangesloten
op de USB-aansluiting van de projector om de inhoud van het scherm van de rekenmachine te laten
projecteren.
z Projectie van de inhoud van het computerscherm via een draadloos LAN:
De projector wordt geleverd met een draadloze LAN-adapter. Nadat er een draadloze
LAN-verbinding tot stand is gebracht, kan de inhoud van het computerscherm naar de projector
worden gestuurd om te worden geprojecteerd.
z Ondersteuning voor draadloze projectie via MobiShow:
U kunt MobiShow van AWIND installeren (client-software voor draadloze projectie) op een
smartphone of mobiele terminal en de projector gebruiken om foto’s en presentaties te projecteren
die zijn opgeslagen in het geheugen van de smartphone of mobiele terminal.
* Let op, want het type apparatuur en de versie van MobiShow kan bepaalde functies beperken of
zelfs projectie onmogelijk maken.
z Projectorbediening via bedraad of draadloos LAN:
Afstandsbediening van de projector wordt ondersteund via netwerkbedrading naar de
LAN-aansluiting op de achterkant van de projector, of via een draadloos LAN.
7
Toetsen op de afstandsbediening en op de projector
In deze handleiding wordt de bediening uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening die met de
projector wordt meegeleverd. De belangrijkste bedieningstoetsen zijn echter ook aanwezig op de
projector zelf, dus de meeste handelingen kunt u ook direct op de projector uitvoeren.
* Deze aansluiting is bedoeld voor het bedienen van de projector via externe apparatuur. Normaal
gesproken wordt deze niet gebruikt. Zie “RS-232C bediening van de projector” (bladzijde 58) voor
informatie over het gebruiken van bedieningscommando’s en andere details.
B
9
Bediening tijdens projectie
Selecteren van de signaalbron
Wanneer de projector aan wordt gezet, wordt dezelfde signaalbron geselecteerd als wanneer de
projector de laatste keer werd uitgeschakeld.
Selecteren van een andere signaalbron
1.
Druk op de [INPUT] toets.
z Hiermee opent u het keuzescherm voor de signaalbron.
2.
Selecteer de Normale ingangsmodus of de 3D ingangsmodus, afhankelijk van
het soort beelden dat u wilt projecteren.
z Zie voor details “3D ingangsmodus” (bladzijde 11).
3.
Gebruik de [T] en [S] toetsen om de naam van de gewenste signaalbron te
selecteren en druk dan op [ENTER].
z De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt een paar seconden lang in de rechter
bovenhoek van het geprojecteerde beeld.
z De melding “No signal input.” zal verschijnen wanneer er geen ingangssignaal kan worden
geselecteerd.
Resolutie
Afhankelijk van het model projector, is de videoresolutie vastgesteld op XGA (1024 × 768 pixels) of
WXGA (1280 × 800 pixels). Wanneer het ingangssignaal dat ontvangen wordt van de computer niet
overeenkomt met de videoresolutie van de projector, kan het beeld grof lijken, kunnen tekst en andere
tekens moeilijk te lezen zijn of kan er een moiré-patroon verschijnen. Als dit gebeurt, kunt u het
volgende proberen.
z Verander de uitgangsresolutie van de computer zodat deze overeenkomt met de videoresolutie van
de projector.
Zie het “DLP chip” item van “Technische gegevens” (bladzijde 60) voor informatie over de
videoresolutie van uw projector. Raadpleeg de documentatie van uw computer voor details omtrent
het wijzigen van de instellingen daarvan.
z Zet de “Aspect Ratio” op “True” (alleen van toepassing op modellen die WXGA-videoresolutie
ondersteunen).
Met de “True” instelling zal de projector het ingangssignaal op de ware grootte weergeven (1 pixel
van het ingangssignaal correspondeert dan met 1 pixel in het door de projector weergegeven
beeld).
Zie “Veranderen van de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld” (bladzijde 16) voor
informatie over het instellen van de beeldverhouding (de horizontale-verticale verhouding).
D
10
3D ingangsmodus
g
Uw projector biedt ondersteuning voor het projecteren van 3D-beelden. Om 3D-beelden te kunnen
projecteren, moet u eerst de 3D ingangsmodus van de projector openen en de signaalbron selecteren.
Belangrijk!
z Er is een los verkrijgbare 3D-bril vereist (YA-G30) vereist om 3D-beelden driedimensionaal te
kunnen waarnemen.
z Er is ook los verkrijgbare, speciale software (CASIO 3D Converter) vereist om 3D-beelden te
kunnen projecteren met de projector wanneer een computer (analoog RGB) wordt gebruikt als
signaalbron.
z 3D-projectie wordt niet ondersteund via HDMI of component videoverbindingen.
De hieronder vermelde signaalbronnen kunnen worden geselecteerd voor projectie in de 3D
ingangsmodus.
SignaalbronProjectie-omstandigheden
Computer (analoog RGB)z Een van de volgende typen 3D-beeldgegevens, afgespeeld met los verkrijgbare,
Composiet video, S-video z Field sequential 3D geformatteerde bestanden opgenomen met field sequential
Opmerkin
Zie “3D-signalen (3D ingangsmodus)” (bladzijde 52) voor een lijst van 3D-beeldsignalen die
worden ondersteund door deze projector.
speciaal daarvoor bestemde software (CASIO 3D Converter).
– 2D-beeldbestand omgezet naar een 3D-beeldbestand met CASIO 3D Converter
– Naast-elkaar 3D-formaat bestanden
z Signaal 60 Hz/120 Hz verticale scanfrequentie
DVD-software, enz.
z Signaal 60 Hz verticale scanfrequentie
Openen van de 3D ingangsmodus
1.
Druk op de [INPUT] toets om het keuzescherm voor de signaalbron te openen.
2.
Selecteer Computer (RGB), S-video of Video als signaalbron.
3.
Gebruik de [T] en [S] toetsen om “To 3D input mode” te markeren en druk dan
op [ENTER].
z Hiermee wordt de 3D ingangsmodus geopend en het keuzescherm voor de signaalbron
gesloten.
Belangrijk!
z In de 3D ingangsmodus kunt u niet HDMI of USB als signaalbron selecteren. Als u deze
signaalbronnen wilt gebruiken, moet u eerst terug naar de normale ingangsmodus.
z Wanneer Computer wordt geselecteerd als signaalbron in de 3D ingangsmodus, wordt een
component videosignaal dat binnenkomt via de COMPUTER IN-aansluiting van de projector
behandeld als een RGB-signaal en zal het beeld niet correct worden geprojecteerd.
z Behalve wanneer de projector wordt gebruikt voor 3D-projectie, moet u hem in de normale
ingangsmodus laten staan.
D
11
Terugkeren naar de normale ingangsmodus vanuit de 3D ingangsmodus
g
1.
Druk op de [INPUT] toets om het keuzescherm voor de signaalbron te openen.
2.
Gebruik de [T] en [S] toetsen om “To normal input mode” te markeren en druk
dan op [ENTER].
z Hiermee wordt de normale ingangsmodus geopend en het keuzescherm voor de signaalbron
gesloten.
Horizontale omslag in de 3D ingangsmodus
Bij “naast elkaar 3D” bestaat een volledig beeld uit twee helften aan de linker- en de rechterkant, voor
elk oog. In zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de linker- en rechterbeelden verwisseld zijn,
waardoor het 3D-effect niet meer werkt. In een dergelijk geval kunt u het volgende proberen om de
linker- en rechterbeelden weer op de goede plek te krijgen.
Omwisselen van de linker- en rechterbeelden
Druk in de 3D ingangsmodus op [ENTER].
Beeldbediening tijdens projectie
U kunt de volgende handelingen uitvoeren terwijl er een beeld geprojecteerd wordt.
z Instellen van de helderheid van het beeld
z Selectie kleurenmodus
z Zoomen
z Het beeld tijdelijk blanco maken en uitschakelen van de geluidsweergave
z Beeld stilzetten
z Weergeven van de aanwijzer op het geprojecteerde beeld
z Veranderen van de beeldverhouding
Instellen van de helderheid van het beeld
Opmerkin
(voor gebruikers van een model met een USB-aansluiting)
Gebruik het instelmenu (bladzijde 20) om de helderheid van het beeld in te stellen wanneer de
signaalbron een extern apparaat is dat is aangesloten op de USB-aansluiting.
1.
Druk op de [BRIGHT] toets.
z Hiermee opent u het instelvenster voor de helderheid.
2.
Gebruik de [W] en [X] toetsen om de helderheid van het beeld in te stellen.
3.
Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten.
D
12
Selecteren van de kleurenmodus
U kunt kiezen uit verschillende instellingen voor de kleurweergave aan de hand van de getoonde
beelden en de projectie-omstandigheden.
Belangrijk!
De kleurenmodus kan niet worden geselecteerd in de volgende gevallen.
z Wanneer “Off” is ingesteld voor de Eco modus (bladzijde 18).
z Wanneer de projector in de 3D ingangsmodus staat. Zie “3D ingangsmodus” (bladzijde 11).
Veranderen van de kleurenmodus
1.
Druk op de [COLOR MODE] toets.
z Hiermee opent u het keuzevenster voor de kleurenmodus. De knop voor de huidige
kleurenmodus staat geselecteerd (ingevuld).
2.
Gebruik de [T] en [S] toetsen om de gewenste kleurenmodus te selecteren en
druk dan op [ENTER].
z Hiermee selecteert u de knop naast de gemarkeerde kleurenmodus.
z Zie voor details over wat elke kleurenmodus precies inhoudt “Color Mode” (bladzijde 29)
onder “Image Adjustment 1 Hoofdmenu”.
3.
Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten.
Zoomen
1.
Druk op de [D-ZOOM +] toets.
z Hierdoor wordt het midden van het geprojecteerde beeld één stap uitvergroot.
2.
Druk nog eens op [D-ZOOM +] om verder in te zoomen op het midden van het
geprojecteerde beeld. Druk op de [D-ZOOM –] toets om uit te zoomen.
z Met elke druk op [D-ZOOM +] zoomt u in (wordt de vergrotingsfactor hoger), terwijl u met
[D-ZOOM –] uitzoomt. U kunt de vergrotingsfactoor doorlopend laten veranderen door elk van
deze toetsen ingedrukt te houden.
3.
Wanneer er is ingezoomd op een beeld, kunt u met de [S], [T], [W] en [X]
toetsen andere delen van het beeld laten uitvergroten (alsof u een vergrootglas
over het oorspronkelijke beeld beweegt).
4.
Druk op [ESC] om het zoomen af te sluiten.
D
13
Het beeld tijdelijk blanco maken en uitschakelen van de
g
geluidsweergave
1.
Druk op de [BLANK] toets.
z Hierdoor zal het beeld tijdelijk blanco worden (er wordt een zwart beeld geprojecteerd) en zal
de geluidsweergave worden uitgeschakeld.
2.
Om de weergave van beeld en geluid te hervatten, drukt u nog eens op [BLANK]
(of op [ESC]).
Opmerkin
U kunt opgeven of er een leeg scherm geprojecteerd moet worden, een blauw scherm, of een
logo. Zie voor details “Blank Screen” (bladzijde 32) onder “Screen Settings Hoofdmenu”.
Het beeld stilzetten
Als u op de [FREEZE] toets drukt, wordt het geprojecteerde beeld stilgezet.
Stilzetten van het geprojecteerde beeld
1.
Druk op de [FREEZE] toets terwijl er een beeld van een signaalbron wordt
geprojecteerd.
z Hierdoor wordt het beeld dat wordt weergegeven op het moment dat u op [FREEZE] drukt in
het geheugen van de projector opgeslagen. Dat beeld blijft vervolgens op het scherm staan.
2.
Om de weergave van de beelden van de signaalbron te hervatten, drukt u op
[ESC].
D
14
Weergeven van een aanwijzer op het geprojecteerde beeld
g
U kunt kiezen uit verschillende stijlen aanwijzers, waaronder verschillende soorten pijlen, om weer te
laten geven op het geprojecteerde beeld. U kunt aanwijzers gebruiken tijdens een presentatie of om
een bepaald gedeelte van het beeld aan te geven of te markeren.
Opmerkin
Afhankelijk van het soort aanwijzer dat u gebruikt, is het mogelijk dat deze niet correct kan
worden weergegeven wanneer u de keystone correctie gebruikt. Gebruik in een dergelijk geval
de [KEYSTONE +] en [KEYSTONE –] toetsen om de keystone correctiewaarde op nul te zetten.
Weergeven van een aanwijzer op het beeld
1.
Druk op de [POINTER] toets.
z Hierdoor zal er een aanwijzer op het beeld verschijnen.
z U kunt ook het instelmenu gebruiken om het soort aanwijzer dat het eerst verschijnt wanneer u
op [POINTER] drukt te veranderen. Zie voor details “Pointer” (bladzijde 35) onder “Option
Settings 2 Hoofdmenu”.
2.
Gebruik de cursortoetsen om de aanwijzer te verplaatsen.
z Houd een cursortoets ingedrukt om de aanwijzer met hoge snelheid te verplaatsen.
3.
Druk op de [STYLE] toets om de aanwijzer te veranderen.
Dit type aanwijzer:Verandert als volgt door op [STYLE] te drukken:
J J
J
J J
J
J J
J
J J
J
Heen en weer schakelen tussen knipperen en niet
knipperen
Selecteren van het type aanwijzer
1.
Druk op [POINTER] om de aanwijzer te laten weergeven.
2.
Blijf op [POINTER] drukken tot de gewenste aanwijzer wordt weergegeven.
z Met elke druk op de [POINTER] toets zal de volgende aanwijzer in de reeks worden
weergegeven.
De aanwijzer verwijderen van het beeld
Druk op de [ESC] toets.
D
15
Veranderen van de beeldverhouding van het geprojecteerde
g
beeld
Druk op de [ASPECT] toets om door de instellingen voor de beeldverhouding (horizontale-verticale
verhouding) voor het geprojecteerde beeld te bladeren.
De beschikbare instellingen hangen af van welk model projector u heeft, zoals hieronder vermeld
staat. Zie voor details over wat elk van deze instellingen precies inhoudt “Aspect Ratio” (bladzijde 31)
onder “Screen Settings Hoofdmenu”.
XJ-M240/XJ-M245/XJ-M250/XJ-M255
Door op [ASPECT] te drukken bladert u door alle beschikbare instellingen voor de huidige signaalbron,
zoals hieronder vermeld staat.
Door op [ASPECT] te drukken schakelt u heen en weer tussen de beschikbare instellingen voor de
huidige signaalbron, zoals hieronder vermeld staat.
Signaalbron
Video, S-video, Component, HDMI (DTV)Normal
RGB, HDMI (PC)Normal
Door op [ASPECT] te drukken, gaat u één voor één deze
instellingen af:
Door op [ASPECT] te drukken, schakelt u heen en weer tussen
deze instellingen:
16:9
Full
Opmerkin
z Zie “Beeldverhouding en geprojecteerd beeld” (bladzijde 48) voor details over welke invloed
de instellingen voor de beeldverhouding hebben op het geprojecteerde beeld.
z U kunt de beeldverhouding ook veranderen via het instelmenu. Zie voor details “Aspect Ratio”
(bladzijde 31) onder “Screen Settings Hoofdmenu”.
Belangrijk!
Let op, want beelden vergroten of verkleinen met de [ASPECT] toets voor handelsdoeleinden of
openbare presentaties kan inbreuk maken op de auteursrechten van de rechthebbende op het
originele materiaal.
D
16
g
Regelen van het volumeniveau
U kunt de toetsen op de afstandsbediening gebruiken om het volume te regelen van de audio die
wordt geproduceerd via de luidspreker van de projector of via de AUDIO OUT-aansluiting.
Regelen van het volumeniveau
1.
Druk op de [VOLUME] toets.
z Hiermee opent u het [Volume] scherm op het geprojecteerde beeld.
2.
Druk op [X] om het volume te verhogen, of op [W] om het volume te verlagen.
3.
Wanneer u klaar bent, drukt u op [ESC].
z Hierdoor sluit u het [Volume] scherm weer.
Opmerkin
U kunt het volumeniveau ook regelen via het instelmenu. Zie voor details “Volume Adjustment
Hoofdmenu” op bladzijde 30.
Uitschakelen van de geluidsweergave
1.
Druk op de [VOLUME] toets.
2.
Druk op de [ENTER] toets.
z Hierdoor wordt de geluidsweergave via de luidspreker uitgeschakeld.
3.
Druk op nog eens op [VOLUME] om de geluidsweergave weer te hervatten.
D
17
Eco modus (stroomspaarstand, minder geruis)
In de Eco modus zijn de volgende drie instellingen beschikbaar, voor een laag stroomverbruik, voor
minder geruis in bedrijf of voor een aangepaste helderheid.
On (Auto) : Op de projector zit een lichtsensor die het omgevingslicht meet en aan de hand daarvan
On (Manual): Stelt u in staat met de hand de instellingen te bepalen voor stroombesparing,
Off: De helderheid krijgt de hoogste prioriteit.
Belangrijk!
z Wanneer “On (Auto)” is ingesteld voor de Eco modus, moet u ervoor zorgen dat de lichtsensor
z De lichtsensor wordt beïnvloed door de plaatselijke omgeving en de opstelling van het toestel,
Selecteren van de Eco modus
1.
Druk op de [ECO] toets.
z Hierdoor opent u het “Eco Mode” venster op het geprojecteerde beeld.
automatisch de helderheid en kleurweergave van de projectie aanpast. In een donkere
omgeving wordt de helderheid verminderd, wat stroom bespaart en geruis en
bijgeluiden vermindert.
vermindering van geruis en helderheid.
bovenop de projector niet wordt afgedekt.
dus de werking van de projector wanneer de Eco modus op “On (Auto)” is ingesteld zal
afhangen van die factoren.
2.
Gebruik de [W] en [X] toetsen om de gewenste instelling te selecteren.
z Als u hier “On (Manual)” selecteert, moet u naar stap 3 gaan. Als u een andere instelling
selecteert, moet u naar stap 4 gaan.
3.
Voer de volgende stappen uit om het “Eco Level” aan te passen (de balans
tussen stroombesparing, geruis en helderheid).
1 Druk op [T] om de markering te verplaatsen naar Eco niveau.
2 Gebruik de [W] en [X] toetsen om het Eco niveau naar wens in te stellen.
Minder tekens geven een hogere prioriteit aan de helderheid. Een groter aantal geeft een
hogere prioriteit aan stroombesparing en minder geruis.
4.
Druk op [ESC] om het venster weer te sluiten.
D
18
Belangrijk!
g
g
z De instelling voor de spaarstand (Eco modus) wordt vastgezet wanneer de projector in de 3D
ingangsmodus staat (“3D ingangsmodus”, bladzijde 11). In deze gevallen kan de instelling van
de Eco modus dus niet worden veranderd.
z De “On (Auto)” instelling kan niet worden geselecteerd voor de Eco modus wanneer “Rear” is
geselecteerd voor de “Screen Settings J Projection Mode” (bladzijde 32) in het instelmenu.
Als de “Projection Mode” instelling wordt veranderd in “Rear” terwijl “On (Auto)” is
geselecteerd voor de Eco modus, dan zal de Eco modus instelling automatisch veranderen in
“On (Manual)”.
Opmerkin
z Wanneer “Off” is geselecteerd voor de Eco modus, kunt u ook bepalen of de nadruk gegeven
moet worden aan de helderheid of aan de kleurweergave. Zie voor details “Eco Off Mode”
(bladzijde 29) onder “Image Adjustment 1 Hoofdmenu”.
z (voor gebruikers van een model met een USB-aansluiting)
Gebruik het instelmenu (bladzijde 20) om de Eco modus te selecteren wanneer de signaalbron
een extern apparaat is dat is aangesloten op de USB-aansluiting.
Gebruiken van de [FUNC] toets
Druk op de [FUNC] toets om het hieronder getoonde menu te openen.
U kunt dit menu gebruiken om de handelingen uit te voeren die hieronder beschreven worden.
z Regelen van de helderheid van het beeld
Markeer “Brightness” en druk dan op [ENTER].
J Dit heeft hetzelfde effect als wanneer u op de [BRIGHT] toets (O toets) drukt zoals beschreven
op bladzijde 12.
z Aan of uit zetten van de Eco modus
Markeer “Eco Mode” en druk dan op [ENTER].
J Dit heeft hetzelfde effect als wanneer u op de [ECO] toets (
bladzijde 18.
z Selecteren van de beeldverhouding van het geprojecteerde beeld
Markeer “Aspect Ratio” en druk dan op [ENTER].
J Dit heeft hetzelfde effect als wanneer u op de [ASPECT] toets (
op bladzijde 16.
toets) drukt zoals beschreven op
f
toets) drukt zoals beschreven
Z
Opmerkin
(voor gebruikers van modellen met een USB-aansluiting)
Wanneer de signaalbron een extern apparaat is dat is aangesloten op de USB-aansluiting, kunt u
het aangesloten apparaat bedienen met de [FUNC], [O], [
“USB-functiegids” en de “Draadloze functiegids” op de meegeleverde CD-ROM.
D
19
] en [Z] toetsen. Zie voor details de
f
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.