Casio QV-R4 Owner's Manual [nl]

Digitale Camera
QV-R3/QV-R4
Gebruiksaanwijzing
D
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit CASIO product. Voordat u het in gebruik neemt dient u eerst de voorzorgsmaatregelen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een veilige plaats voor latere naslag.
Alle afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing laten de QV-R4 zien. Zie de tekst die bij de afbeeldingen staat voor meer informatie over hoe de QV-R3 en QV-R4 van elkaar verschillen.
K862PCM1DMX
QV-R4

INLEIDING

INLEIDING

Uitpakken

Controleer dat alle hier getoonde items inderdaad meegeleverd zijn met de camera. Mocht er iets missen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de dealer.
Camera Oplaadbare lithium-ion accu (NP-30)
Polsriem CD-ROM Speciale USB kabel Basisreferentie
Oplaadeenheid (BC-20)
CHARGE
2
INLEIDING

Inhoudsopgave

2 INLEIDING
Uitpakken ..................................................................... 2
Inhoudsopgave............................................................. 3
Kenmerken ................................................................... 8
Voorzorgsmaatregelen................................................. 9
Algemene voorzorgsmaatregelen 9 Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen 11 Voorwaarden voor juiste werking 11 Condens 12 LED achtergrondverlichting 12 Lens 12 Overige 13
14 SNELSTARTGIDS
Voorbereidingen......................................................... 14
Opnemen van een beeld............................................ 14
Bekijken van een opgenomen beeld ......................... 15
Wissen van een beeld................................................ 15
16 VOORBEREIDINGEN
Algemene gids ........................................................... 16
Voorkant 16 Onderkant 16 Achterkant 17
Inhoud van het beeldscherm ..................................... 18
Opnamefunctie 18 Weergavefunctie 19 Veranderen van de inhoud van het beeldscherm 20
Indicators.................................................................... 20
Vastmaken van de polsriem....................................... 21
Gebruik van het étui (los verkrijgbaar) ...................... 21
Spanningsvereisten ................................................... 23
Gebruik van de oplaadeenheid 23 Accu in de camera plaatsen 25 Levensduur accu 26 Voorzorgsmaatregelen voor stroomtoevoer 28 Gebruik van netspanning 31 In- en uitschakelen van de camera 32 Configureren van de stroomspaarinstellingen 33
Gebruik van de in-beeld menu’s ................................ 34
Configureren van de displaytaal en de klokinstellingen ...
38 ELEMENTAIRE BEELDOPNAME
Opnemen van een beeld............................................ 38
Opname voorzorgsmaatregelen 40
3
36
INLEIDING
Aangaande autofocus 41 Aangaande het beeldscherm van de opnamefunctie 41
Voorvertoning van het laatst opgenomen beeld........ 42
Wissen van een beeld tijdens de opnamefunctie 42
Gebruiken van de optische zoeker ............................ 43
Bijstellen van het zicht van de optische zoeker 43
Gebruiken van de zoom............................................. 44
Optische zoom 44 Digitale zoom 45
Gebruiken van de flitser ............................................. 46
Flitsereenheid status 47 Veranderen van de flitssterkte instelling 48 Voorzorgsmaatregelen voor de flitser 48
Gebruiken van de zelfontspanner.............................. 49
Specificeren van beeldgrootte en beeldkwaliteit....... 51
Beeldgrootte specificeren 51 Beeldkwaliteit specificeren 52
53 OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Selecteren van de scherpstelfunctie ......................... 53
Gebruik van autofocus 53 Gebruik van de macrofunctie 54 Gebruik van de oneindig-functie 55 Gebruik van handmatig scherpstellen 55 Gebruik van de scherpstelvergrendeling 56
Belichtingscompensatie (EV verschuiving) ............... 57
Opnemen van opeenvolgende beelden
(doorlopende sluiterfunctie) ....................................... 59
Combineren van shots van twee mensen tot een enkel
beeld (Coupling Shot (combinatieshot)) .................... 60
Opnemen van een onderwerp over een bestaand
achtergrondbeeld (Pre-shot (vooropname)) .............. 62
Gebruiken van de beste shotfunctie .......................... 64
Creëren van uw eigen beste shot instelling 65
Gebruiken van de nachtdecor functie........................ 67
Shots maken met handmatige belichting .................. 67
Gebruiken van de filmfunctie ..................................... 69
Shots maken met regelmatige tussenpozen ............. 70
Bijstellen van de witbalans......................................... 72
Handmatig bijstellen van de witbalans 73
Selecteren van de meetfunctie .................................. 74
Gebruiken van het histogram..................................... 75
Opnamefunctie instellingen ....................................... 76
Specificeren van de gevoeligheid 77 Versterken van bepaalde kleuren 77 Gebruiken van de filterfunctie 78 Specificeren van kleurverzadiging 78 Specificeren van het contrast 79 Speciferen van de contourscherpte 79 In- en uitschakelen van het in-beeld raster 80 Specificeren van de defaultinstellingen bij
inschakelen van de spanning 80
Terugstellen (reset) van de camera 81
4
INLEIDING
82 WEERGAVE
Elementaire weergavebediening ............................... 82
Inzoomen op het weergegeven beeld ....................... 83
Afmetingen van een beeld heraanpassen................. 84
Trimmen van een beeld ............................................. 85
Weergeven van een film ............................................ 86
Tonen van een 9-beelden scherm ............................. 87
Selecteren van een specifiek beeld in het
9-beelden scherm 88
89 WISSEN VAN BESTANDEN
Wissen van een enkel bestand.................................. 89
Wissen van alle bestanden........................................ 90
91 BEHEER VAN BESTANDEN
Mappen....................................................................... 91
Geheugenmappen en -bestanden 91
Beschermen van bestanden ...................................... 92
Beveiligd en onbeveiligd maken van een enkel bestand 92 Beveiligd maken van alle bestanden in het geheugen 92
DPOF.......................................................................... 93
Configureren van de afdrukinstellingen voor een
enkel beeld 93
Configureren van de afdrukinstellingen voor alle beelden 94
PRINT Image Matching II .............................................95
Exif Print ..................................................................... 95
96 ANDERE INSTELLINGEN
Specificeren van de bestandsnaam serienummer
generatiemethode ...................................................... 96
In- en uitschakelen van de toetstoon......................... 96
Specificeren van een beeld voor het beginscherm ... 97
Gebruiken van het alarm ........................................... 97
Instellen van een alarm 97 Stoppen van het alarm 98
Veranderen van de datum- en tijdinstellingen........... 99
Veranderen van de datumopmaak 99
Gebruiken van wereldtijd ......................................... 100
Overschakelen tussen de thuistijd- en de
wereldtijdschermen 100 Configureren van wereldtijdinstellingen 100 Configureren van de zomertijdinstellingen (DST) 101
Veranderen van de displaytaal ................................ 102
Formatteren van het ingebouwde geheugen........... 103
104 GEBRUIKEN VAN EEN GEHEUGENKAART
Gebruiken van een geheugenkaart ......................... 105
Insteken van een geheugenkaart in de camera 105 Verwijderen van een geheugenkaart uit de camera 105
5
INLEIDING
Formatteren van een geheugenkaart 106 Voorzorgsmaatregelen voor de geheugenkaart 107
Kopiëren van bestanden .......................................... 107
Kopiëren van alle bestanden in het ingebouwde
geheugen naar een geheugenkaart 107
Kopiëren van een bestand van een geheugenkaart naar
het ingebouwde geheugen 108
110 GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
COMPUTER
Installeren van de software van de CD-ROM...........110
Aangaande de gebundelde CD-ROM.......................110
Computersysteem vereisten ..................................... 111
Installeren van de software van de CD-ROM in
Windows ....................................................................112
Voorbereidingen 112 Selecteren van een taal 112 Bekijken van het “Read me” bestand 113 Installeren van een applicatie 113 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden) 114 Verlaten van de menu applicatie 114
Installeren van software van de CD-ROM op een
Macintosh computer..................................................114
Installeren van software 114 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden) 117
Overschrijven van bestanden naar een computer .....118
Overschrijven van bestanden via een USB aansluiting 118
Gebruiken van een geheugenkaart om beelden
over te schrijven 120 Geheugendata 121 Geheugendirectorystructuur 122 Ondersteunde beeldbestanden 123 Voorzorgsmaatregelen voor het ingebouwde
geheugen en geheugenkaart 123
Gebruik van de albumfunctie ................................... 124
Creëren van een album 124 Selecteren van een album layout 125 Configureren van gedetailleerde albuminstellingen 126 Bekijken van albumbestanden 128 Opslaan van een album 130
131 APPENDIX
Menureferentie ......................................................... 131
Opnamefunctiemenu 131 PLAY (weergave) functiemenu 132
Indicator referentie ................................................... 133
Opnamefunctie 133 Weergavefunctie 134 Oplaadeenheid 135
Gids voor het oplossen van moeilijkheden.............. 136
Tonen van boodschappen 139
Technische gegevens .............................................. 140
Belangrijkste technische gegevens 140
6
INLEIDING
BELANGRIJK!
• The inhoud van deze gebruiksaanwijzing is onder voorbehoud en kan zonder voorafgaande mededeling worden veranderd.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen ver­antwoordelijkheid voor schade of verlies voort­vloeiend uit het gebruik van deze gebruiksaanwijzing.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen ver­antwoordelijkheid voor verlies of eisen tot schadever­goeding door derden die voortvloeien uit het gebruik van de QV-R3/QV-R4.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. zal niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of verlies door u of door derden door het gebruik van Photo Loader en of Photohands.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. aanvaardt geen ver­antwoordelijkheid voor schade of verlies door het wis­sen van data als gevolg van een defect, reparaties of het vervangen van de accu. Zorg er altijd voor een reservekopie te maken van belangrijke data op andere media om u in te dekken tegen verlies.
• Het SD logo is een geregistreerd handelsmerk.
• Windows, Internet Explorer en DirectX zijn geregis­treerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
• MultiMediaCardTM is een handelsmerk van Infineon Technologies AG van Duitsland en onder licentie aan MultiMediaCard Association (MMCA).
• Acrobat en Acrobat Reader zijn handelsmerken van Adobe System Incorporated.
• De USB driver (massa-opslag) gebruikt Phoenix Technologies Ltd. software. Compatibility Software Copyright C 1997 Phoenix Technologies Ltd., alle rechten voorbehou­den.
• Namen van andere fabrikanten, producten en service die gebruikt worden in deze gebruiksaanwijzing kun­nen ook handelsmerken of dienst merken zijn van an­deren.
• Photo Loader en Photohands zijn eigendom van CASIO COMPUTER CO., LTD. Met uitzondering van het bovengenoemde, vallen alle auteursrechten en andere gerelateerde rechten van deze applicaties aan CASIO COMPUTER CO., LTD.
7
INLEIDING

Kenmerken

• Hoge-resolutie primaire kleuren CCD Van rijke huidskleuren in portretten tot fijne details in landschapopnamen komt alles in verbazingwekkend rea­listische helderheid tot haar recht.
• Effectieve beeldpunten QV-R3: 3,20 million beeldpunten (3,34 miljoen beeld­punten in het totaal) QV-R4: 4,00 million beeldpunten (4,13 miljoen beeld­punten in het totaal)
• 1,6-inch TFT LCD kleurenscherm
• 9,6X naadloze zoom 3X optische zoom, 3,2X digitale zoom
• 11MB flashgeheugen Beelden kunnen opgenomen worden zonder gebruik van een geheugenkaart.
• Ondersteuning voor SD geheugenkaarten en MMC (MultiMedia Card = multimedia kaart) voor geheugen­uitbreiding.
• Combinatieshot (Coupling Shot) en vooropname (Pre-shot) Combinatieshot (Coupling Shot) combineren tot een enkel beeld terwijl shot)
u een onderwerp laat toevoegen aan een eerder opge­nomen achtergrondbeeld. Dat betekent dat u beelden kunt creëren waar u en een vriend onderdeel worden van een ander beeld, terwijl alleen u en die vriend in de buurt zijn.
laat u twee onderwerpen
vooropname (Pre-
• Drievoudige zelfontspanner De zelfontspanner kan ingesteld worden om drie maal au­tomatisch te werken.
• Best shot Selecteer eenvoudigweg het voorbeelddécor dat overeen­komt met het type beeld dat u probeert op te nemen en de camera voert ingewikkelde instellingen geheel automa­tisch om elke keer opnieuw mooie beelden te maken.
• Real-time histogram Een in-beeld histogram laat u de belichting bijstellen terwijl be­kijkt hoe dit de algehele beeldhelderheid beïnvloedt, hetgeen het maken van shots bij moeilijke belichtingsomstandigheden nu makkelijker maakt dan ooit te voren.
• Wereldtijd Door een eenvoudige bediening wordt de huidige tijd inge­steld voor de huidige plaats. U kunt uw selectie maken uit 162 steden in 32 tijdzones.
• Alarm Een ingebouwd alarm helpt u bij het zich houden aan be­langrijke afspraken en kan zelfs gebruikt worden i.p.v. een alarmklok. U kunt zelfs een bepaald beeld laten verschijnen op het beeldscherm wanneer de alarmtijd bereikt wordt.
• Albumfunctie Er worden automatisch HTML bestanden gegenereerd om een album te creëren van opgenomen beelden. De inhoud van het album kan worden bekeken en afgedrukt m.b.v. een standaard Web browser. Beelden kunnen tevens snel en gemakkelijk worden ingepast in Web pagina’s.
8
INLEIDING
• Gemakkelijk oversturen van beelden Stuur beelden gemakkelijk over naar een computer door de camera aan te sluiten met een USB kabel.
• Bijgesloten met Photo Loader en Photohands Uw camera wordt geleverd met de nieuwste versie van Photo Loader, de populaire applicatie die automatisch beelden laadt van uw camera naar uw PC. Ook is Photohands bijgesloten, een applicatie die het retoucheren van beelden versnelt en vergemakkelijkt.
• DCF data opslag Het DCF (Design rule for Camera File systemen) data opslagprotocol voorziet in beeld compatibiliteit tussen ca­mera en printers.
• Digitale Print Order Format (DPOF) Beelden kunnen gemakkelijk afgedrukt worden in de ge­wenste volgorde door gebruik te maken van een DPOF­compatibele printer. DPOF kan ook gebruikt worden voor het specificeren van beelden en hoeveelheden door pro­fessionele afdrukdienstverleningen.
• PRINT Image Matching II Compatibel Beelden omvatten PRINT Image Matching II data (functie instelling en andere camera instelinformatie). Een printer die PRINT Image Matching II ondersteunt, leest deze data en stemt het afgedrukte beeld daarop af zodat de beelden er uit komen zoals u bedoeld had toen u ze opnam.

Voorzorgsmaatregelen

Algemene voorzorgsmaatregelen

Let erop altijd de volgende belangrijke voorzorgsmaatrege­len na te leven wanneer u de QV-R3/QV-R4 gebruikt.
Alle verwijzingen in deze gebruiksaanwijzing naar “deze ca­mera” en “de camera” verwijzen naar de CASIO QV-R3/QV­R4 digitale camera.
• Probeer nooit beelden op te nemen of de ingebouwde display te gebruiken terwijl u een motorvoertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Dit creëert namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk.
• Probeer nooit de behuizing van de camera te openen of uw eigen reparaties uit te voeren. Als de interne hoogspanningscomponenten ontbloot worden, creëert dit gevaar op elektrische schok. Laat onderhoud en reparatie­werkzaamheden altijd over aan door een CASIO onderhoudswerkplaats.
• Kijk nooit door de zoeker van de camera naar de zon of naar een ander helder licht. Hierdoor kunt u uw gezichts­vermogen beschadigen.
• Houd de kleine onderdelen en accesoires van deze ca­mera buiten het bereik van kleine kinderen. Mocht een klein onderdeel per ongeluk ingeslikt worden, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts.
9
INLEIDING
• Richt de flitser nooit op een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinder veroorzaken en het ge­vaar op een ongeluk met zich meebrengen.
• Gebruik de flitser nooit als het te dicht bij de ogen van het onderwerp is. Intens licht kan schade toebrengen aan het gezichtsvermogen als de flitser op te korte afstand wordt gebruikt, in het bijzonder geldt dit voor kinderen. Bij gebruik van de flitser dient de camera minstens één meter van het onderwerp gehouden te worden.
• Houd de camera uit de buurt van water en andere vloeistof­fen en laat hem nooit nat worden. Vocht brengt het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee. Gebruik de camera nooit buiten in de regen of sneeuw, bij de kust of op het strand, in de badkamer, enz.
• Mochten vreemde voorwerpen of water de camera binnen­dringen, schakel de camera dan onmiddellijk uit, haal de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met de dealer of de dichtstbijzijnde CASIO onderhouds­werkplaats. Als het gebruik van de camera onder deze om­standigheden wordt voortgezet, brengt dit het gevaar op elektrische schok en brand met zich mee.
• Mocht u ooit rook of een vreemde geur bespeuren bij de camera, schakel de camera onmiddellijk uit, haal de netadapter uit het stopcontact. Overtuig u er eerst van dat er geen rook meer uit de camera komt en neem de camera dan ter reparatie mee naar de dichtstbijzijnde CASIO onderhoudswerkplaats. Probeer onderhoud en reparaties nooit zelf uit te voeren.
• Gebruik de netadapter nooit om andere apparatuur dan deze camera van spanning te voorzien. Gebruik ook nooit een andere netadapter dan de meegeleverde om deze ca­mera van spanning te voorzien.
• Bedek de netadapter nooit met een plaid, een deken of een andere afdekking terwijl hij gebruikt wordt en gebruik de adapter ook niet bij een kachel.
• Trek de netadapter minstens eens per jaar uit het stopcon­tact en reinig het gedeelte bij de stekers van de stekker. Stof kan zich ophopen rond de stekers en gevaar op brand met zich meebrengen.
• Mocht de behuizing van de camera ooit breken doordat de camera gevallen is of op andere manier blootgesteld is aan een ruwe behandeling, schakel dan onmiddellijk de span­ning uit, haal de netadapter uit het stopcontact en neem contact op met de dichtstbijzijnde CASIO onderhouds­werkplaats.
• Gebruik de camera nooit in een vliegtuig of een andere plaats waar het gebruik ervan verboden is. Dit kan namelijk tot een ongeluk leiden.
• Materiële schade en defecten van deze camera kunnen er toe leiden dat de in het geheugen opgeslagen data gewist wordt. Maak altijd reservekopieën van data door ze over te sturen naar het geheugen van een PC.
• Open nooit het accudeksel, verbreek nooit de aansluiting van de netadapter met de camera en trek deze nooit uit het stopcontact terwijl u beelden aan het opnemen bent. Niet alleen maakt dit het onmogelijk de huidige beelden op te nemen, het kan ook de andere beelddata beschadigen die reeds opgeslagen waren in het geheugen van de camera.
10
INLEIDING
Voorzorgsmaatregelen bij data fout­lezingen
• Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisie-on­derdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op de beschadiging van data in het camera­geheugen.
— Het verwijderen van de accu terwijl het opnemen van
beelden of het oversturen van data plaatsvindt.
— Het verwijderen van een geheugenkaart terwijl het op-
nemen van beelden plaatsvindt.
— Het verwijderen van de accu, het verwijderen van de
geheugenkaart of het aansluiten van de USB kaart ter­wijl de groene bedrijfsindicator aan het knipperen is na­dat u de camera uitgeschakeld heeft.
— Het verbreken van de aansluiting van de USB kabel of
het loskoppelen van de camera van de PC terwijl het
versturen van data plaatsvindt. — Het gebruik van een zwakke accu. — Andere abnormale omstandigheden.
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe lei­den dat een foutlezing op het scherm verschijnt (pagina
139). Volg de aanwijzingen die te vinden zijn bij de melding om de situatie te corrigeren.

Voorwaarden voor juiste werking

• Deze camera is ontworpen voor gebruik bij temperaturen tussen 0ºC en 40ºC.
• Gebruik de camera niet en berg hem niet op op de vol­gende plaatsen.
— Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht. — Op plaatsen die blootstaan aan hoge vochtigheid of
veel stof.
— In de omgeving van airconditionings, kachels of andere
plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen.
— Binnenin een gesloten voertuig, in het bijzonder wan-
neer deze in de zon geparkeerd staat.
— Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen.
11
INLEIDING

Condens

• Wanneer u de camera binnen brengt op een koude dag of op een andere manier blootstelt aan plotselinge verande­ringen in temperatuur, bestaat de mogelijkheid dat condens zich kan gaan vormen op de buitenkant of op de inwendige componenten. Condens kan defectieve werking veroorzaken zodat u moet vermijden dat de hij blootstaat aan omstandigheden die condens kunnen veroorzaken.
• Om te voorkomen dat condens überhaupt gevormd wordt, dient u de camera in een plastic tas te plaatsen voordat u hem naar een plaats brengt die veel warmer of kouder is dan de huidige plaats. Laat de camera in de plastic tas tot­dat de lucht in de tas de kans heeft gekregen om dezelfde temperatuur als die van de nieuwe plaats heeft bereikt. Mocht condens zich toch gevormd hebben, verwijder dan de accu van de camera en laat het accudeksel voor enkele uren open.

LED achtergrondverlichting

• Het beeldscherm wordt door een LED achtergrondlamp verlicht. Een donker beeldscherm geeft aan dat het LED achtergrond het eind van haar levensduur heeft bereikt en vervangen dient te worden door een CASIO onderhouds­werkplaats. Merk op dat u voor het vervangen van het LED achtergrondlicht in rekening wordt gebracht. De helderheid van het LED achtergrondlicht zal na ongeveer 1000 uren tot ongeveer de helft teruglopen.

Lens

• Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het opper­vlak van de lens. Word dit toch gedaan, dan kan de lens bekrast raken en defecten worden veroorzaakt.
• Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van de lens kan op de juiste manier opnemen belemmeren. Raak de lens nooit met de vingers aan. U kunt stofdeeltjes van de lens verwijderen met een lensblazer. Veeg vervolgens het oppervlak van de lens af met een zachte lensdoek.
12
INLEIDING

Overige

• Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit duidt niet op een defect.
13

SNELSTARTGIDS

SNELSTARTGIDS

Voorbereidingen

C
H
A
R
G
E
1.
Monteer de accu op de laadeenheid en laad hem dan op (pagina 23).
• Het kost ongeveer twee uur om een accu volledig op te laden.
2.
Leg de accu in de camera (pagina 25).
3.
Configureer de instellingen voor de taal voor meldingen op het beeldscherm, de thuistijd­zone en de huidige tijd (pagina 36).

Opnemen van een beeld

3
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Stel de functieschijfregelaaraf op (snap­shot functie).
3.
Richt de camera op het onderwerp, gebruik het beeldscherm of druk op de zoeker om het beeld te componeren en druk de sluiter ontspanningstoets half in.
4.
Houd de camera stil en druk langzaam de slui­ter ontspanningstoets geheel in.
14
(Zie pagina 38 voor details.)
1
4
ON/OF
F
DPOF
MF
PREVIEW
SET
MENU
DISP
2
SNELSTARTGIDS
2

Bekijken van een opgenomen beeld

(Zie pagina 82 voor details.)
1
ON/OF
F
D
MF
P
O
F
PREVIEW
SET
MENU
DISP
3
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Stel de functieschijfregelaaraf op (weergavefunctie).
3.
Blader m.b.v. [ ] en [ ] door de beelden.

Wissen van een beeld

3
D
P
O
F
PR
DISP
(Zie pagina 89 voor details.)
1
ON/OF
F
MF
E
V
I
E
W
SET
MEN
U
2
4, 5
6
1.
Druk op de spanningstoets om de camera in te schakelen.
2.
Stel de functieschijfregelaar af op (weergave­functie).
3.
Druk op .
4.
Laat het beeld zien dat u wilt uitwissen m.b.v. [ ]
].
en [
5.
Selecteer “Delete” (wissen) m.b.v. [ ] en [ ].
Selecteer Cancel (annuleren) om de beeldwisfunctie te verlaten zonder iets uit te wissen.
6.
Druk op SET om het beeld te wissen.
15

VOORBEREIDINGEN

7 6
A B
VOORBEREIDINGEN
Dit hoofdstuk bevat alles wat u dient te weten aangaande het gebruik van de camera en wat u dient te doen voordat u daaraan gaat beginnen.

Algemene gids

De volgende afbeeldingen tonen de namen van elk component, elke toets en elke schakelaar op de camera.

Voorkant

2
1
3
Open het aansluitingpaneeldeksel
1 Zoomcontroleregelaar
4
5
F
F
O
/
N
O
2 Sluiterontspanningstoets 3 Spanningstoets 4 Zelfontspannerindicator 5 Flitser 6 AF sensor 7 Lens
8
8 Aansluitingpaneeldeksel 9 USB aansluiting
9
0 4,5 gelijkspannings-
0
aansluiting (DC IN 4.5V)

Onderkant

A Accuvakdeksel B Statiefschroefgat
* Gebruik dit gat
bij montage van een statief.
16
VOORBEREIDINGEN
N

Achterkant

F
E D
C
G
C Beeldscherm D Zoeker E Dioptrieschuifregelaar F Bedrijfsindicator
H
I
J
ON/OF
F
D
MF
P
O
F
PR
E
V
I
E
W
SET
MEN
U
D
I
SP
P
K
L
M
Q
O
G / DPOF (zelfontspanner/doorlopende sluiter/DPOF) toets H (flitser/wis) toets I MF (Macro/oneindig/handmatig scherpstellen/beveiliging) toets J PREVIEW (Voorvertoning/album) toets K Functieschijfregelaar
: Weergavefunctie : Snapshot functie : Beste shotfunctie : Combinatieshotfunctie : Nachtdecorfunctie
Opnamefuncties
M : Handmatige belichtingsfunctie
: Filmfunctie : Tussenpauzefunctie
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]
L M Insteltoets (SET) N Menutoets (MENU) O Displaytoets (DISP) P Polsriemring Q Geheugenkaart sleufdeksel
17
VOORBEREIDINGEN

Inhoud van het beeldscherm

Het beeldscherm houd u via verschillende indicatoren en ikonen op de hoogte van de status van uw camera.

Opnamefunctie

Zelfontspanner/doorlopend
Geen 1-beeld
Zelfontspanner 10 sec.
10
s
Zelfontspanner 2 sec.
2
s
Drievoudige zelfontspanner
x3
Doorlopende sluiterindicator
Scherpstelfunctie indicator
Geen Autofocus
Macro Oneindig Handmatig scherpstellen
Handmatige scherpstelstand Scherpstelbeeld
Scherpstellen voltooid: groene indicator brandt
Scherpstelstoring: groene indicator knippert
Accucapaciteit
Geheugencapaciteit (resterend aantal beelden dat kan worden opgeslagen)
18
Opnamefunctie
Weergavefunctie Snapshot Best shot Combinatieshot Nachtdecor Handmatige belichting Film Tussenpauze
Beeldformaat
2304 ҂ 1712 beeldpunten (QV-R4) 2240 ҂ 1680 beeldpunten (QV-R4) 2048 ҂ 1536 beeldpunten (QV-R3) 1600 ҂ 1200 beeldpunten 1280 ҂ 960 beeldpunten
640 ҂ 480 beeldpunten
Filmopname: opnametijd (seconden)
Kwaliteit
Ingebouwd geheugen ingesteld voor data opslag.
Geheugenkaart geselecteerd
voor data opslag.
Opnamefuncties
Fijn (FINE) Normaal (NORMAL) Economisch (ECONOMY)
Datum en tijdEV waarde
VOORBEREIDINGEN
Witbalansindicator
Geen Automatisch
Zonlicht Schaduw Gloeilamp TL-verlichting Handmatig
Filmopname indicator
Flitserfunctie indicator
Geen Automatisch
Flitser uit Flitser aan Reductie van rode ogen
Wanneer automatisch flitsen geselecteerd is, verschijnt de flitsindicator wanneer de sluiterontspanningstoets halverwege ingedrukt is om aan te geven dat de flitser zal gaan flitsen.
Digitale zoomindicator
Meetfunctie indicator
Multi-patroon meten Centrum-georiënteerd meten Puntmeten
Sluitersnelheids­waarde
Bij een lensopening of sluitersnelheid die buiten het bereik ligt, wordt de corresponderende waarde in het beeldscherm oranje.
Lensopening
Zoomindicator
De linkerkant geeft optische zoom aan. De rechterkant geeft digitale zoom aan.

Weergavefunctie

Mapnummer/ bestandnummer
Beeldbeveiligingindicator
Accucapaciteit
Beeldformaat
2304 ҂ 1712 beeldpunten (QV-R4) 2240 ҂ 1680 beeldpunten (QV-R4) 2048 ҂ 1536 beeldpunten (QV-R3) 1600 ҂ 1200 beeldpunten 1280 ҂ 960 beeldpunten
640 ҂ 480 beeldpunten
Kwaliteit
Fijn (FINE) Normaal (NORMAL) Economisch (ECONOMY)
Ingebouwd geheugen ingesteld voor data opslag.
Geheugenkaart geselecteerd voor data opslag.
Datum en tijd
19
VOORBEREIDINGEN
Veranderen van de inhoud van het beeld­scherm
Telkens bij indrukken van de DISP toets verandert de inhoud van het beeldscherm zoals hieronder aangegeven.

Indicators

op
(pagina 18)
* Tijdens de weergavefunctie kan het beeldscherm niet worden uit-
geschakeld.
Histogram
op
(pagina 75)
Indicators
uit
Beeldscherm
uit
Indicators
Middels de kleur en status (brandend, niet brandend, knippe­rend) van de indicators wordt u op de hoogte gehouden van de huidige status van de camera. Zie Indicator referentie op pagina 133 voor details.
*
Groene bedrijfsindicator
Rode bedrijfsindicator
Zelfontspannerindicator
20
VOORBEREIDINGEN

Vastmaken van de polsriem

Maak de polsriem vast aan de polsriemring zoals aangege­ven in de afbeelding.
ON/OF
F
D
MF
P
O
F
PREVIEW
SET
MENU
DISP
BELANGRIJK!
• Zorg ervoor de polsriem om uw pols te houden wan­neer u de camera aan het gebruiken bent om te voor­komen dat hij onverhoeds valt.
• De meegeleverde polsriem is enkel bedoeld voor ge­bruik met deze camera. Gebruik de polsriem niet voor andere toepassingen.
• Gebruik de polsriem nooit om de camera mee rond te zwaaien.

Gebruik van het étui (los verkrijgbaar)

Het wordt aanbevolen dat u de camera in de los verkrijgbare étui houdt wanneer u hem niet gebruikt. Maak de polsriem van het étui vast aan de ring zoals aange­geven in de afbeelding.
Etui: QSC-4
Ring
Stel de lengte van de polsriem van het etui bij m.b.v. de gesp.
Gesp
21
VOORBEREIDINGEN
Steek de camera in met het beeldscherm naar beneden.
Broekriemlus
U kunt de tas aan uw broekriem bevestigen.
Het étui heeft ruimte voor het opbergen van een extra accu.
Het étui heeft ruimte voor het opbergen van een extra geheugenkaart.
Drukgesp
Door de drukgesp dicht te doen voorkomt u dat de geheugenkaart en de accu er uit vallen.
BELANGRIJK!
Gebruik het étui alleen voor het opbergen van deze camera en de extra accu en een extra geheugenkaart.
De meegeleverde polsriem is enkel bedoeld voor ge­bruik met deze camera. Gebruik de polsriem niet voor andere toepassingen.
Gebruik de polsriem van het étui nooit om de camera mee rond te zwaaien.
Door het étui rond uw nek te dragen waardoor de ca­mera vrij kan bewegen kan dit gevaar op een ongeluk en persoonlijk letsel vormen door een klap van de ca­mera of doordat de camera tussen een deur klem komt te zitten, enz.
Houd deze camera buiten het bereik van kleine kinde­ren. Als kinderen de camera hanteren kan dit een ern­stig ongeluk veroorzaken mocht de polsriem van het étui onverhoeds om de nek raken.
22
VOORBEREIDINGEN

Spanningsvereisten

Uw camera kan werken op ofwel accuspanning ofwel op net­spanning.
Accu Eén NP-30 oplaadbare lithium-ion accu
De accu is niet opgeladen wanneer u de camera aan­schaft. U dient dus de accu eerst op te laden voordat u de camera voor de eerste maal in gebruik neemt.
Netspanning Netadapter: AD-C40 (los verkrijgbaar)

Gebruik van de oplaadeenheid

Oplaadeenheid algemene gids
Netstekker
Contact­punten
C
H
AR
G
E
CHARGE indicator
* De vorm van de stekker van de met de camera meegeleverde
oplaadeenheid hangt af van het land waar de camera wordt aange­schaft.
*
PUSH
Monteren van de accu op de oplaadeenheid
Zorg ervoor dat de positieve en negatieve contactpunten in de juiste richting wijzen en monteer dan de accu op de oplaadeenheid. Merk op dat de accu niet goed opgeladen wordt als hij niet correct aangebracht is op de oplaad­eenheid.
CHARGE
23
VOORBEREIDINGEN
Opladen van de accu
1.
Monteer de accu op de oplaadeenheid met de positieve en negatieve aansluitingen van de accu zoals aangegeven in de afbeelding.
Steek de oplaadeeenheid in een stopcontact.
2.
De CHARGE indicator van de oplaadeenheid zou rood dienen te gaan oplichten om aan te geven dat het
C
H
A
R
G
E
laden is begonnen.
CHARGE indicator
3.
Het opladen is voltooid wanneer de CHARGE indicator groen gaat branden. Trek de oplaad­eenheid uit het stopcontact en verwijder dan de accu van de oplaadeenheid.
BELANGRIJK
Het duurt ongeveer twee uur om te accu volledig op te laden. De werkelijke oplaadtijd hangt af van de hui­dige accucapaciteit en de oplaadomstandigheden.
Gebruik enkel de oplaadeenheid (BC-20) die met de camera meegeleverd is om de speciale lithium-ion accu (NP-30) op te laden. Gebruik nooit een ander oplaadapparaat.
Het opladen begint soms niet onmiddellijk als u de ca­mera net daarvoor nog gebruikte of als u de accu pro­beert op te laden terwijl hij heel heet of heel koud is. Deze conditie wordt aangegeven door de CHARGE indicator die dat langzaam knippert. Als dit gebeurt kunt u de accu het beste op een plaats leggen waar de temperatuur gematigd is (om en nabij de 25ºC). De CHARGE indicator wordt rood en het opladen begint wanneer de accu zich binnen het toegelaten oplaad­temperatuurbereik bevindt.
De CHARGE indicator gaat snel rood knipperen tij­dens het opladen als de accu niet juist op de oplaad­eenheid gemonteerd is. Neem hem eerst af en mon­teer hem opnieuw. Mocht dit het probleem niet corri­geren dan kan dat betekenen dat er iets aan de hand is met de oplaadeenheid of met de accu.
Mochten de contactpunten van de oplaadeenheid of de accu-aansluitingen vuil zijn, veeg deze dan af met een doekje of een katoenen wattipje.
Hoewel het lijkt alsof deze afneembaar is, probeer nooit de stekker van de oplaadeenheid los te maken.
24
VOORBEREIDINGEN
Los verkrijgbare accu
U kunt indien nodig extra NP-30 oplaadbare lithium-ion ac­cu’s aanschaffen voor gebruik met deze camera.
Oplaadbare lithium-ion accu: NP-30
• Mocht een eventuele extra accu niet in gebruik zijn, berg hem dan op in de opbergdoos die met elke accu wordt meegeleverd.
• Bij opbergen van een accu met de aansluitingen open en bloot werkt dit het gevaar op kortsluiting in de hand.
• Gebruikt u gewoonlijk slechts één accu dat kunt u deze tij­dens vervoer het beste opgeladen in de camera houden. De accu die met de camera wordt geleverd, is niet voorzien van haar eigen opbergdoos.
Opbergen van een accu in haar opbergdoos
Contactpunten

Accu in de camera plaatsen

1.
Schuif het accudeksel van de camera in de richting aangegeven door de pijl en klap hem dan open.
2.
Schuif het nokje in de richting van de pijl in de afbeelding en houd hem vast.
3.
Leg de accu daarna zodanig in dat de contactmarkeringen op de accu in de­zelfde volgorde zijn als de markeringen aan de binnenkant van het accudeksel en schuif de accu in de accusleuf.
Contactmarkeringen
25
Nokje
VOORBEREIDINGEN
4.
Klap het accudeksel omhoog en schuif hem dicht terwijl u deze op het punt dat door de pijl in de afbeelding wordt aangegeven, naar beneden drukt.
BELANGRIJK!
• Gebruik alleen de speciale oplaadbare lithium-ion accu om deze camera van stroom te voorzien. Het gebruik van een ander type accu wordt niet onder­steund.
OPMERKING
• Open om de accu uit de camera te halen het accu­paneeldeksel en houd de nok vast zodat deze de accu niet tegenhoudt. Kantel de camera naar beneden zo­dat de accu er vanzelf uitkomt maar let er daarbij op dat de accu niet plotseling kan vallen. Trek de accu er daarna uit.

Levensduur accu

Richtlijnen voor de levensduur van de accu
De onderstaande waarden voor de richtlijnen van de levens­duur van de accu geven de hoeveelheid tijd bij standaard temperatuur (25ºC) totdat de spanning automatisch uitge­schakeld wordt doordat de accu leeggeraakt is. Deze waar­den zijn geen garantie dat de accu inderdaad de aangege­ven hoeveelheid diensttijd zal verstrekken. De levensduur van de accu kan gereduceerd worden door lage temperatu­ren en lang en intensief gebruik.
Werking
Doorlopend opnemen*
Doorlopende weergave* (Doorlopend opnemen van snapshots)
1
2
*1 Bij doorlopende opname
• Normale temperatuur: 25ºC (77ºF)
• Flitser: Off (uit)
• Beeldscherm: On (aan)
• Beeld wordt elke 10 seconden opgenomen met de vol­gende handelingen: Inzoomen naar volledige groot­hoek Autofocus Volledige inzoomen tot close-up
Autofocus Beeldopname
Levensduur accu
QV-R3
120 minuten (720 opnamen)
QV-R4
110 minuten (660 opnamen) QV-R3 220 QV-R4 220
minuten minuten
26
VOORBEREIDINGEN
*2 Bij doorlopende weergave
Normale temperatuur: 25ºC (77ºF)
Door één beeld per 10 seconden bladeren
De bovenstaande waarde zijn gebaseerd op een nieuwe
accu die volledig opgeladen is. De levensduur van de accu loopt terug naarmate hij vaker wordt opgeladen.
De levensduur van de accu hangt nauw samen met hoe vaak u de flitser en de andere functie gebruikt en hoe lang u de spanning ingeschakeld laat.
Tips om de lading van de accu langer te laten
meegaan
Mocht u de flitser niet te hoeven gebruiken tijdens het op­nemen, selecteer dan (flitser uit - flash off) als de flitserfunctie. Zie pagina 46 voor meer informatie.
Schakel de automatische stroomonderbreker (Auto Power Off) en de sluimerfunctie (Sleep) (pagina 33) in om u te beschermen tegen het onnodig verkwisten van stroom als u vergeet de spanning van de camera uit te schakelen.
Schakel het beeldscherm uit m.b.v. de DISP toets.
Lege accu indicator
Hieronder wordt aangegeven hoe de accucapaciteitsindicator op het beeldscherm verandert naarmate meer accustroom wordt gebruikt. Als u de camera blijft gebruiken terwijl het accuniveau reeds is, dan zal de camera automatisch uit­geschakeld worden. Laad de accu in dit geval zo snel mogelijk op.
Accuniveau Hoog Laag Indicator
Bij indrukken van de sluiterontspanningstoets terwijl getoond wordt, zal de camera onmiddellijk uitgeschakeld worden.
27
VOORBEREIDINGEN

Voorzorgsmaatregelen voor stroomtoevoer

Voorzorgsmaatregelen voor hanteren van de
accu
VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN
Gefeliciteerd met uw keus van dit CASIO product. Voordat u het product voor de eerste maal in gebruik neemt dient u eerst de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen aandachtig door te lezen. Houd de gebruiksaanwijzing daarna op een veilige plaats voor latere naslag.
OPMERKING
Alle verwijzingen van de accu in de volgende voor­zorgsmaatregelen refereren aan de oplaadbare lithium-ion accu CASIO NP-30.
Wanneer één van de volgende voorzorgsmaatregelen in de wind wordt geslagen tijdens het gebruik van de accu, kan dit leiden tot oververhitting en mogelijk tot brand of een ontploffing. Gebruik nooit een ander type oplaadeenheid dat
de eenheid die speciaal voor de accu gespecifi­ceerd wordt.
Gebruik deze accu alleen met een product waar-
voor het uitdrukkelijk vermeld is.
Gebruik de accu of laat hem nooit achter op een
plaats waar open vuur is.
Plaats de accu nooit in een magnetron, gooi hem
nooit in het vuur en stel hem niet op andere wijze bloot aan extreme hitte.
Let erop dat de accu correct ingelegd is (+/– in de
juiste richting) bij aansluiting op de oplaadeenheid.
Draag de accu nooit samen met of berg hem nooit
op met voorwerpen die electrisch geleidend zijn (halsketting, potlood, enz.).
Open de accu nooit, knutsel er nooit aan en stel
hem nooit bloot aan harde stoten.
Dompel de accu niet in zoet water of zeewater.Plaats of gebruik de accu niet in het directe zon-
licht of op een andere plaats die blootstaat aan hoge temperaturen.
28
VOORBEREIDINGEN
Mocht u ooit een lek, vreemde geur, opwekking van hitte, verkleuring, vervorming of een andere abnor­male conditie constateren tijdens het opladen of op­bergen van een accu, koppel hem dan onmiddellijk los van de camera of de oplaadeenheid en houd hem uit de buurt van open vuur.
Mocht de accu niet volledig opladen binnen de nor­male oplaadtijd, stop dan met opladen. Verder opla­den kan het gevaar op oververhitting en brand of ex­plosie in de hand werken.
Mocht accuvloeistof onverhoeds in uw ogen komen, dan kan dit ernstige schade toebrengen aan de ogen. Spoel onmiddellijk uw ogen uit met schoon leidingwa­ter en raadpleeg daarna uw arts.
Voordat u de accu gebruikt of gaat opladen, dient u eerst de gebruiksaanwijzingen die met de camera en de speciale oplaadeenheid meegeleverd zijn aan­dachtig door te lezen.
Mocht de accu gebruikt worden door jonge kinderen, zie er dan op toe dat een verantwoordelijke volwas­sene de kinderen attent maakt op de voorzorgsmaat­regelen en op de juiste behandelingsaanwijzingen zo­als beschreven in de gebruiksaanwijzing en let erop dat ze de accu inderdaad op de juiste manier behan­delen.
Mocht accuvloeistof onverhoeds op uw kleding of op uw huid komen, was dan onmiddellijk af met schoon leidingwater. Langdurig lichamelijk contact met accu­vloeistof kan leiden tot huidirritatie.
VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS HET GEBRUIK
Deze accu is ontworpen voor exclusief gebruik met een CASIO digitale camera. Zie de gebruiksaanwij­zing van uw camera om op te zoeken of deze het ge­bruik van deze accu inderdaad ondersteunt.
Gebruik enkel de speciale oplaadeenheid om de accu op te laden. Gebruik nooit een andere type oplaad­eenheid voor het opladen.
De accu is aanvankelijk niet opgeladen. Zorg er dus voor de accu eerst op te laden voordat u hem voor de eerste maal in gebruik neemt.
Wordt de accu gebruikt op een koude plaats, dan ver­kort dit de gebruikstijd.die u kunt verwachten van een volledig opgeladen accu.
Laad de accu op een plaats op waar de temperatuur tussen 10ºC en 35ºC is. Bij opladen buiten dit temperatuursbereik kan het opladen veel langer gaan duren dan gewoonlijk of kan het opladen zelfs niet of niet geheel plaatsvinden.
Mocht de accu na volledig opladen maar korte tijd werken en daarna weer uitgeput zijn, dan heeft de accu het einde van zijn levensduur bereikt. Vervang hem door een nieuwe.
29
VOORBEREIDINGEN
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR OPBERGEN
VAN DE ACCU
Let erop dat u de accu uit de camera verwijdert als u de camera voor langere tijd niet van plan bent te ge­bruiken. Wordt de accu in de camera gelaten dan zal deze heel kleine hoeveelheden stroom afgeven zelfs wanneer de spanning uitgeschakeld is, hetgeen kan leiden tot een lege batterij of een langere oplaadtijd.
Berg de accu op een koele, droge plaats (20ºC of la­ger).
GEBRUIK VAN DE ACCU
Zie de gebruiksaanwijzingen die met de speciale oplaadeenheid en de digitale camera meegeleverd worden voor informatie betreffende de oplaad­procedures en de oplaadtijd.
Bij vervoer van een accu, dient u die ofwel in opgela­den toestand in de digitale camera te houden of op te bergen in de doos.
Voorzorgsmaatregelen voor de oplaadeenheid
Steek de stekker van de oplaadeenheid nooit in een stopcontact waarvan het voltage verschilt van het op de oplaadeenheid aangegeven voltage. Dit kan name­lijk gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen.
Steek de oplaadeenheid nooit in het stopcontact of haal hem er nooit uit met natte handen Dit kan name­lijk gevaar op elektrische schok met zich meebrengen.
Steek de oplaadeenheid niet in een stopcontact of verlengsnoer dat gedeeld wordt met andere appara­ten. Dit kan namelijk gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen.
Tijdens het gebruik kan de oplaadeenheid ietwat warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een de­fect.
Trek de oplaadeenheid uit het stopcontact wanneer u hem niet gebruikt.
30
Loading...
+ 113 hidden pages