CANON PowerShot S1 IS User Manual [nl]

0 (0)
CEL-SE3BA280 © 2004 CANON INC. GEDRUKT IN DE EU
z
Lees het onderdeel Lees dit eerst (p. 4) aandachtig door.
z
Zie ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital
Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print.
CANON INC.
30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
Europa, Afrika & Midden-Oosten
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Net herlands
CANON (UK) LTD
For technical support, please contact the Canon Help Desk:
P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, UK
Tel: (08705) 143723 Fax: (08705) 143340
www.canon.co.uk/Support/index.asp
CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A.
102 Avenue du Général de Gaulle,
92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, France
Tél : Hot line 08 25 00 29 23 http://www.cci.canon.fr
CANON DEUTSCHLAND GmbH
Postfach 100401, 47704 Krefeld, Germany
Customer Hotline: 0180/5006022(0,12 / Min.)
www.canon.de
CANON ITALIA S.P.A.
Via Milano 8, I-20097 San Do nato Milanese (MI), Italy
Tel: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604
Pronto Canon: 02/8249.2000
E-mail: supporto@canon.it http://www.canon.it
CANON ESPAÑA S.A.
C/Joaquin Costa, 41 - 28002 Madrid, Spain
Fax: (91) 411 5448 Tel: (91) 538 4500
Tel. Atención al Cliente: 901.301.301
Help Desk: 906.301.255 http://www.canon.es
CANON BELGIUM N.V. / S.A.
Bessenveldstraat 7, B - 1831 Diegem, Belgium
Tel.: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74
Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.be
CANON LUXEMBOURG S.A.
Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxembourg
Tel.: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232
Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu
CANON NEDERLAND N.V.
Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, The Netherl ands
Tel.: 023 - 5 670 123 Fax: 023 - 5 670 124
Helpdesk: 023 - 5 681 681 http://www.canon.nl
CANON DANMARK A/S
Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Danma rk
Phone: +45 44 88 26 66 http://www.canon.dk
CANON NORGE AS
Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Norway
Tlf: 22 62 93 21 Faks: 22 62 06 15
E-mail: helpdesk@canon.no http://www.canon.no
Finland
CANON OY
Huopalahdentie 24, 00350 Helsinki,Finland
Puhelin: 010 54420 Fax 010 544 30
HelpDesk 020 366 466 (1,47 snt/min + pvm)
(ma-pe klo 9:00 - 17:30)
Sähköposti: helpdesk@canon.fi
Internet: www.canon.fi
CANON SVENSKA AB
Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Sweden
Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527
http://www.canon.se
CANON (SCHWEIZ) AG
Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Switzerland
Consumer Imaging Group
Tel. 01-835-61 61
Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2.13/min)
http://www.canon.ch
Oostenrijk
CANON GES.M.B.H.
Zetschegasse 11, A - 1230 Wien, Austria
Helpdesk Tel.: 01 66 146 412
Fax: 01 66 146 413 http://www.canon.at
Portugal
SEQUE - SOC. NAC. EQUIP., S.A.
Pr. Alegria, 58 - 2ºC, 1269-149 Li sboa
Telef: (+351) 21 324 28 30 Fax: (+351) 21 347 27 51
E-mail: info@seque.pt
http://www.seque.pt
Oost-Europa
CANON CEE GMBH
Oberlaaerstr 233, A-1100 Wien, Austria
Tel.: +43 1 680 88-0 Fax: +43 1 680 88-422
CIS
CANON NORTH-EAST OY
Huopalahdentie 24, 00350 Helsinki, Finland
Tel.: +358 10 544 20 Fax: +358 10 544 10
http://www.canon.ru
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
DIGITALE CAMERA Gebruikershandleiding
Aansprakelijkheidsbeperking
z
We hebben ernaar gestreefd de informatie in deze
handleiding volledig en accuraat weer te geven, maar
aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke
fouten of weglatingen.
z
Canon Inc. behoudt zich het recht voor de specificaties
van de hierin beschreven hardware en software te allen
tijde zonder voorafgaande mededeling te wijzigen.
z
Niets uit deze handleiding mag in enigerlei vorm of op
enigerlei wijze worden gereproduceerd, verzonden,
overgezet, opgeslagen in een opzoeksysteem of in een
andere taal worden vertaald zonder de voorafgaande
schriftelijke toestemming van Canon Inc.
z
Canon biedt geen garantie voor schade als gevolg van
beschadigde of verloren gegevens wegens verkeerd
gebruik of functioneren van de camera, de software,
de CompactFlash™-kaarten (CF-kaarten), personal
computers, randapparatuur of het gebruik van
CF-kaarten anders dan die van Canon.
Informatie over handelsmerken
z
Canon en PowerShot zijn handelsmerken van Canon.
z
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
z
iBook en iMac zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
z
Macintosh, PowerBook, Power Macintosh en QuickTime zijn
gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen.
z
Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
z
Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd,
zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van de desbetreffende bedrijven.
Het gebruik van originele Canon-accessoires
wordt aanbevolen.
Dit product werkt het beste in combinatie met de
originele accessoires van Canon. Canon is niet
aansprakelijk voor enige schade aan dit product en/of
ongelukken, zoals brand, enzovoort, die zijn veroorzaakt
door een fout in de werking van andere accessoires dan
de originele accessoires van Canon (bijvoorbeeld
lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er
rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op
reparaties die voortvloeien uit een fout in de werking van
niet-authentieke Canon-accessoires, hoewel u dergelijke
reparaties wel kunt laten uitvoeren tegen betaling.
* Standaardinstelling
{
: Instellen is mogelijk.
U
: Kan alleen worden ingesteld voor de eerste opname.
: Instellen is niet mogelijk.
: Instelling blijft ook bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De instellingen die u via de menu's en knoppen hebt gewijzigd, kunnen allemaal tegelijkertijd worden ingesteld op
de standaardwaarden, met uitzondering van [Datum/Tijd], [Taal] en [Videosysteem] (p. 68).
(1) Alleen te selecteren bij handmatige scherpstelling.
(2) Kan worden ingesteld nadat belichtingsvergrendeling is ingesteld.
(3) Alleen belichtingsvergrendeling is beschikbaar.
(4) Kan niet worden ingesteld bij de foto-effecten [Sepia] en [Zwart/Wit].
(5) De witbalans wordt ingesteld op automatisch.
(6) De flits voor de witbalans kan niet worden ingesteld.
(7) De ISO-waarde wordt automatisch door de camera ingesteld.
(8) De ISO-waarde kan niet automatisch worden geselecteerd.
Referen-
tie-
pagina
ISO-waarde
(7)
(7)
(7)
(7)
(7)
(7)
(7)
(7)
{ { { {
(8)
p. 81
Beeldomkeren
Aan
{* {* {* {* {* {*
U
*– {* {* {* {*
p. 108
Uit { { { { { {
U
{ { { { {
169
1
Stroomdiagram en naslaghandleidingen
Deze handleiding
Opnamen maken met de camera
Canon Digital Camera Software Starter
Guide Disk [Cd Startershandleiding
voor Canon Digital Camera-software]
De software installeren
Deze handleiding
De camera aansluiten op een computer
Canon Digital Camera Software Starter
Guide Disk [Cd Startershandleiding
voor Canon Digital Camera-software]
Beelden downloaden naar een computer
Gebruikershandleiding voor Direct Print
Gebruikershandleiding voor de printer
De printer gebruiken en afdrukken
Gebruikte symbolen
:Dit zijn situaties die de werking van de camera
kunnen beïnvloeden.
:Dit zijn onderwerpen die extra informatie geven
naast de basisprocedures.
2
Inhoudsopgave
Items met een zijn lijsten of overzichten met functies
of procedures voor de camera.
Onderdelenoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Bedieningsknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Batterijen en CF-kaart installeren . . . . . . . . . . . . . . . .14
De camera aan- en uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
De datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
De taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
De zoeker en het LCD-scherm gebruiken . . . . . . . . . .24
Automatische modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Een beeld direct na opname bekijken . . . . . . . . . . . . .30
De resolutie en de compressie wijzigen . . . . . . . . . . .32
De ingebouwde flitser gebruiken . . . . . . . . . . . . . . .34
Beelden afzonderlijk weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Beelden vergroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Negen beelden tegelijk bekijken (indexweergave) . . .41
JUMP
Naar een ander beeld springen . . . . . . . . . . . .42
Lees dit eerst
Hoofdstuk 1. De camera voorbereiden
Hoofdstuk 2. Opnamen maken - basisprocedures
Hoofdstuk 3. Opnamen afspelen - basisprocedures
Afzonderlijke beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Alle beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
De programmakeuzeknop gebruiken (Beeldzone) . . 45
Portret
Landschap
Nachtopnamen
Snelle sluiter
Langzame sluiter
Panoramaopnamen maken (StitchAssist) . . . . . 47
De zelfontspanner gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . 49
Digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Continu-opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Films opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Films bekijken/bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Menu's en instellingen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . 61
Alle standaardwaarden herstellen . . . . . . . . . . . . . . . 68
Instellingen vastleggen voor de snelkiesknop . . . . . . 69
De programmakeuzeknop gebruiken (creatieve zone) . . 71
AE-programma's
De sluitertijd instellen
Het diafragma instellen
De sluiter handmatig instellen
Een autofocusframe selecteren . . . . . . . . . . . . . 75
Hoofdstuk 4. Wissen
Hoofdstuk 5. Handige opnamefuncties
Hoofdstuk 6. Opnamen maken - geavanceerde functies
3
Verschillende methoden voor
lichtmeting gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
De belichtingscompensatie aanpassen . . . . . . . . . . . 78
De toon (witbalans) aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De ISO-waarde wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Het foto-effect wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Auto Exposure Bracketing (AEB) . . . . . . . . . . . . . . . . 84
BKT-Focus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De ingestelde belichting vergrendelen (AE lock) . . . . 86
De ingestelde flitsbelichting vergrendelen
(flitsbelichtingsvergrendeling). . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Instellingen voor de ingebouwde flitser kiezen . . . . . . . .
88
Instellen op welk moment de flitser wordt gebruikt. . . 90
Met vaste intervallen opnamen maken (Interval) . . . . 91
Onderwerpen die problemen opleveren voor de
autofocus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Instellingen voor de scherpstelling kiezen . . . . . . . . . 97
Aangepaste instellingen opslaan. . . . . . . . . . . . . . 98
Beelden op het scherm roteren . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Geluidsmemo's toevoegen aan beelden . . . . . . . 101
Beelden automatisch weergeven (diapresentatie) . . 102
Beelden beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
De energiebesparingsfunctie instellen . . . . . . . . . . . 107
De functie Beeldomkeren instellen. . . . . . . . . . . . . . 108
Hoofdstuk 7. Afspelen-Geavanceerde functies
Hoofdstuk 8. Camera-instellingen
De bestandsnummering opnieuw instellen . . . . . . . . 110
De camera-instellingen aanpassen (instellingen voor
Mijn camera) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
Beelden downloaden naar een computer . . . . . . . . . 115
Rechtstreeks downloaden vanaf een CF-kaart. . . . . 117
Beelden weergeven op een tv . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
Informatie over Printen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Printinstellingen (DPOF-printinstellingen) . . . . . . . . . 121
Beeldtransmissie-instellingen
(DPOF-transmissievolgorde) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
126
Overzicht van berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
De draadloze afstandsbediening gebruiken
(apart verkrijgbaar) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Conversielenzen gebruiken (apart verkrijgbaar) . . . . 137
De voedingssets gebruiken (apart verkrijgbaar) . . . . 140
De datumbatterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Onderhoud en verzorging van de camera . . . . . . . . 145
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Fototips en informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Beschikbare functies voor de
verschillende opnamemethoden . . . . . . . . . . . . . . . . 166
Hoofdstuk 9. Extra voorzieningen
Bijlage
4
Lees dit eerst
Lees deze informatie aandachtig door
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken
om te controleren of de camera werkt en of u de camera
op de juiste wijze bedient, voordat u belangrijke
onderwerpen fotografeert. Hierbij wordt opgemerkt dat
Canon Inc., diens dochtermaatschappijen en
aangesloten maatschappijen en distributeurs niet
aansprakelijk zijn voor enige gevolgschade
voortvloeiend uit enige fout in de werking van een
camera of accessoire, inclusief CompactFlash™-
kaarten (CF-kaarten), die ertoe leidt dat een opname
niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt
in een formaat dat machinegevoelig is.
Waarschuwing tegen inbreuk op het
copyright
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op
een wijze die inbreuk maakt op of strijdig is met
internationale of nationale wetten en bepalingen op het
gebied van copyright. In sommige gevallen kan het
kopiëren van beelden van voorstellingen,
tentoonstellingen of commerciële eigendommen door
middel van een camera of ander apparaat in strijd zijn
met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook
al is de opname voor persoonlijk gebruik gemaakt.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees
Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera
is meegeleverd voor meer informatie over de garantie
voor de camera.
Zie de achterkant van dit boekje of het boekje
Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS)
voor contactinformatie van de Canon
Klantenservice.
5
Temperatuur van de camerabehuizing
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan
de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening
mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende
langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm
Het LCD-scherm is gefabriceerd met zeer
geavanceerde precisietechnieken. Meer dan 99,99%
van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan
0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte
of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed op
het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Videoformaat
Als u de camera op een televisietoestel wilt aansluiten,
stelt u op de camera eerst het videosignaalformaat in
dat in uw land wordt gebruikt (p. 67).
De taal instellen
Op pagina 23 leest u hoe u de taal instelt.
Neem het onderdeel 'Lees dit eerst' (p. 4) goed door
voordat u de camera in gebruik neemt.
Veiligheidsvoorschriften
z Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door
voordat u de camera gebruikt. Bedien de camera
altijd zoals is beschreven in de handleiding.
z De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's
beschrijven een veilig en correct gebruik van de
camera en de accessoires om letsel bij uzelf en
anderen en schade aan de apparatuur te voorkomen.
z Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur'
vooral betrekking op de camera, de batterijen, de
afzonderlijk verkrijgbare batterijlader en de
afzonderlijk verkrijgbare compacte voedingsadapter.
6
Waarschuwingen
z
Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke
lichtbron
die uw gezichtsvermogen kan aantasten.
z
Gebruik de flitser niet dichtbij de ogen van mensen of dieren.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het
gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten
minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
z
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters.
Beschadiging van de camera of batterijen door een kind kan ernstig
letsel tot gevolg hebben. Bovendien kan het plaatsen van de riem om
de nek van een kind tot verstikking leiden.
z
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen
als hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de
handleiding.
Demontage of wijziging kan een elektrische schok met
een hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen
en reparaties moeten worden uitgevoerd door deskundig en bevoegd
onderhoudspersoneel via uw leverancier of een helpdesk van Canon
Klantenservice.
z
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan
onder hoge spanning staan en door deze aan te raken kunt u een
elektrische schok krijgen.
Raak ook nooit interne onderdelen aan die
niet meer beschermd zijn als gevolg van een beschadiging. Interne
onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische
schok geven. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw
leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
z
Staak onmiddellijk het gebruik van het apparaat als er rook of
damp uit komt.
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een
elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit,
verwijder de batterij uit de camera en trek het netsnoer uit het
stopcontact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera
komt. Neem contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde
helpdesk van Canon Klantenservice.
z
Staak onmiddellijk het gebruik van het apparaat als dit is gevallen
of als de behuizing beschadigd is.
Als u dit niet doet, kan er brand
ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera
onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of trek het netsnoer
uit het stopcontact. Neem contact op met uw leverancier of de
dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
z
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt
ondergedompeld in water of andere vloeistoffen.
Zorg ervoor dat
er geen vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet
waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt
met vloeistoffen of zilte lucht, veeg deze dan droog met een zachte,
absorberende doek. Schakel de camera onmiddellijk uit en verwijder
de batterij uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact als
er water of een andere stof in het apparaat is gekomen. Als u de
apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een
elektrische schok krijgen. Neem contact op met uw leverancier
of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon Klantenservice.
z
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners of
andere brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur te reinigen
of te verzorgen.
Door het gebruik van deze middelen kan er
brand ontstaan.
7
z
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat
zich verzameld heeft op de stekker, de buitenkant van het
stopcontact en het gebied eromheen.
In een stoffige, vochtige of
vettige omgeving kan het stof dat zich verzameld heeft rondom de
stekker in de loop der tijd verzadigd raken van vocht en kortsluiting
veroorzaken, met mogelijk brand als gevolg.
z
Zorg ervoor dat u het netsnoer niet doorsnijdt, beschadigt of
wijzigt en plaats geen zware voorwerpen op het snoer.
U kunt
hierdoor kortsluiting veroorzaken, wat brand of elektrische schokken
tot gevolg kan hebben.
z
Pak het snoer niet met natte handen vast.
U loopt dan het risico een
elektrische schok te krijgen. Houd het snoer vast bij het harde
stekkergedeelte als u het snoer uit het stopcontact haalt. Trekken aan
het flexibele gedeelte van het snoer kan de draad en de isolatie
beschadigen of blootleggen, waardoor kans op brand of elektrische
schokken ontstaat.
z
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de
stroomvoorziening.
Het gebruik van energiebronnen die niet
nadrukkelijk voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot
oververhitting, aantasting van de apparatuur, brand, elektrische
schokken of andere gevaren.
z
Leg de batterijen niet in de buurt van een warmtebron en stel ze
niet bloot aan vuur of hitte.
Dompel de batterijen ook niet onder in
water. Hitte, vuur en water kunnen de batterijen beschadigen en
lekkage van bijtende vloeistoffen veroorzaken, wat brand, elektrische
schokken, explosies en ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
z
Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op te
warmen.
Er bestaat dan een grote kans op letsel wegens explosie.
Alle delen van het lichaam, waaronder de ogen en de mond, of
kleding, die met de inhoud van een batterij in aanraking zijn gekomen,
moeten met water worden afgespoeld. Als de ogen of de mond met
deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met water
en schakelt u medische hulp in.
z
Laat de batterijen niet vallen en voorkom beschadiging van de
behuizing van de batterijen.
Dit kan lekkage en letsel tot gevolg
hebben.
z
Voorkom kortsluiting van de polen van de batterij door metalen
voorwerpen, zoals sleutelhangers.
Dit kan oververhitting,
brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben.
z
Plak, voordat u een batterij weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal over de polen van de batterij om aanraking
ervan met andere voorwerpen te voorkomen.
Aanraking met de
metalen onderdelen van andere materialen in afvalcontainers kan
brand of explosies tot gevolg hebben. Breng de lege batterijen zo
mogelijk naar een speciaal inzamelpunt voor chemisch afval bij u in de
buurt.
z
Gebruik de AA-formaat NiMH-batterijen van Canon en de lader die
wordt aanbevolen voor gebruik met deze batterijen.
Het gebruik
van een andere lader kan ertoe leiden dat de batterijen oververhit of
vervormd raken, waardoor brand kan ontstaan of schade aan de
omgeving kan worden toegebracht.
z
Maak de batterijlader of de compacte voedingsadapter los van de
camera en trek de stekker ervan uit het stopcontact als de batterij
is opgeladen en u de camera niet gebruikt.
8
z
De camera-aansluiting op de afzonderlijk verkrijgbare compacte
voedingsadapter is uitsluitend bestemd voor gebruik met deze
camera.
Gebruik deze niet met andere producten. Er kan anders
brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
z
Wees voorzichtig wanneer u de apart verkrijgbare
groothoekconverter, teleconverter en het verduisteringsobjektief
monteert.
Als deze losraken en kapot vallen, kunnen glassplinters
letsel veroorzaken.
Let op
z
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen die aan
sterk zonlicht of hoge temperaturen blootstaan, zoals het
dashboard of de kofferruimte van een auto.
Blootstelling aan veel
zonlicht en warmte kan lekkage, oververhitting of explosie van de
batterijen veroorzaken, wat tot brand kan leiden en brandwonden of
ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen tevens
de behuizing vervormen. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u de
batterijlader gebruikt voor het opladen van de batterij.
z
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
Het bewaren van de camera op dergelijke plaatsen kan brand,
elektrische schokken of andere schade veroorzaken.
z
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen stoot of
deze anderszins blootstelt aan schokken wanneer u de camera
vasthoudt of aan de riem draagt, om letsel en schade te
voorkomen.
z
Bedek de flitser niet met uw vingers of uw kleding wanneer u een
opname maakt.
De flitser kan beschadigd raken, kan vreemde
geluiden maken en er kan rook uit komen. Raak de flitser ook niet aan
nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. In beide
gevallen kan dit resulteren in brandwonden.
z
Gebruik de flitser niet wanneer er vuil, stof of iets anders op de
lens zit.
De lens wordt dan warm waardoor de flitser kan worden
beschadigd.
z
Sluit de batterijlader of de compacte voedingsadapter altijd aan
op een stopcontact met het juiste vermogen.
Het type stekker van
de batterijlader of de compacte voedingsadapter kan per land
verschillen.
z
Gebruik de batterijlader of de compacte voedingsadapter niet als
het netsnoer of de stekker is beschadigd. Steek de stekker altijd
helemaal in het stopcontact.
z
Zorg ervoor dat de aansluitpunten of de stekker van de lader niet
in contact komen met metalen voorwerpen (zoals spelden of
sleutels) of vuil.
z
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de
camerabehuizing warm worden.
U kunt dan een branderig gevoel
in uw handen krijgen.
9
Defecten voorkomen
Sterk magnetische velden vermijden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren
of andere apparaten die sterk magnetische velden
genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden
kan leiden tot defecten of beschadigde
opnamegegevens.
Condensatieproblemen voorkomen
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende
temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels)
aan de binnen- en buitenkant veroorzaken.
Dit kunt u voorkomen door de apparatuur in een
luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en deze
zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te
laten wennen voordat u de apparatuur weer uit de
zak haalt.
Bij condensvorming in de camera
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u
condensvorming ontdekt. Als u de camera toch blijft
gebruiken, kan de apparatuur beschadigd raken.
Verwijder de CF-kaart, de batterijen of de compacte
voedingsadapter uit de camera en wacht tot het vocht
volledig is verdwenen, voordat u de camera weer
gebruikt.
Bewaren gedurende langere periode
Wanneer u de camera gedurende een langere periode
niet gebruikt, dient u de batterij of de batterijlader te
verwijderen uit de camera en de apparatuur op een
veilige plaats te bewaren. Als u de camera gedurende
een lange periode opslaat met de batterijen erin,
kunnen de batterijen gaan lekken en kan de camera
beschadigd raken.
10 1. De camera voorbereiden
1. De camera voorbereiden
Onderdelenoverzicht
*
Met de volgende kabels sluit u de camera aan op een
computer of een printer.
Computer:
interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij
de camera)
Direct Print-compatibele printers (afzonderlijk te koop):
z
CP-printers: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij
de camera) of de directe-interfacekabel DIF-100
(meegeleverd bij de printer).
z
Bubble Jet Printers
Bubble Jet Direct-compatibele printers: raadpleeg de
gebruikershandleiding van de Bubble Jet Printer.
PictBridge-compatibele printers: interfacekabel
IFCH400PCU (meegeleverd bij de camera)
z
PictBridge-compatibele printers, niet van Canon:
interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Raadpleeg het Systeemschema of de Gebruikershandleiding
voor Direct Print die bij de camera zijn geleverd voor
informatie over Direct Print-compatibele printers.
Aansluiting statief
Deksel batterijhouder
p. 14, 141
Ringontgrendelingsknop
p. 138
Lens
Deksel van de
CF-kaartsleuf
p. 15
Lampje voor rode-ogen-reductie
p. 36
Flitser
p. 34, 35, 36
Lampje voor zelfontspanner
p. 49
Tallylamp
p. 53, 65
Bevestigingspunten voor draagriem
Externe sensor
1. De camera voorbereiden 11
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem zoals hier is afgebeeld.
Controleer of de riem stevig aan het bevestigingspunt
vastzit als u eraan trekt. Voer dezelfde stappen uit
voor het andere bevestigingspunt op de camera.
Let erop dat u de camera niet rondzwaait of
ergens tegenaan stoot wanneer deze aan de
riem hangt.
De lensdop bevestigen
Plaats de lensdop volledig over de hele lens. Plaats de
lensdop altijd terug na gebruik.
Bevestig het koordje van de lensdop aan
de riem.
Verwijder de lensdop voordat u de camera
inschakelt.
12 1. De camera voorbereiden
Bedieningsknoppen
Functieknop
p. 20
Zoeker
p. 24, 26
Ontspanknop
p. 28
Knop (Flitser)
p. 35
Scherpstellingsknop
p. 26
Knop (Zelfontspanner)/
(Continu)
p. 49, 52
Knop MF (Handmatige
scherpstelling)
p. 95
Knop IS
(Beeldstabilisatie)
p. 29
Luidspreker
Multifunctionele keuzeknop
S
(Omhoog)
T
(Omlaag)
W
(Links)
X
(Rechts)
Knop SET/ (autofocusframe)
p. 75
Knop MENU
p. 62
Knop FUNC. (Functie)/ (Eén beeld tegelijk
wissen)
p. 43, 61
Knop (Lichtmeting) / (Microfoon)
p. 76, 101
Knop (Snelkiesknop)/JUMP
p. 42, 69
Knop DISPLAY
p. 24
A/V OUT(Audio-/video uit aansluiting)
p. 118
DIGITAL-aansluiting
p. 116
DC IN-aansluiting
p. 143
LCD-scherm
p. 26
Klepje van aansluitingen
Filmknop
p. 53
Knop OFF (Uit)
Zoomknop
Opnamen maken: (Telestand)/ (Groothoek)
p. 27, 50
Afspelen: (Inzoomen)/ (Uitzoomen)
p. 40
Microfoon
1. De camera voorbereiden 13
C
r
e
a
t
i
e
v
e
z
o
n
e
B
e
e
l
d
z
o
n
e
Programmakeuzeknop
Met de programmakeuzeknop schakelt
u tussen de opnamemethoden.
z : Automatisch
p. 27
De camera selecteert automatisch de
instellingen.
z
Beeldzone
p. 45
De camera selecteert automatisch de
instellingen op basis van het type
beeldcompositie.
: Portret
: Landschap
: Nachtopnamen
: Snelle sluiter
: Langzame sluiter
: StitchAssist
p. 47
: Film
p. 53
z
Creatieve zone
p. 71
De gebruiker selecteert de instellingen
voor belichting, sluitertijd of andere
elementen voor speciale effecten.
: AE-programma's
: Sluitertijdvoorkeuze AE
: Diafragmavoorkeuze AE
: Handbelichting
: Custom
Het lampje brandt of knippert wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt of als de volgende
bewerkingen worden uitgevoerd.
z
Modusindicator
Oranje: opnamemodus
Groen: afspeelmodus/camera is aangesloten op printer
Geel: camera is aangesloten op computer
z
zz
z
Indicator
Knippert rood: opnemen op CF-kaart/CF-kaart lezen/wissen van CF-kaart/gegevens verzenden
(tijdens verbinding met een computer)
14 1. De camera voorbereiden
Batterijen en CF-kaart installeren
Installeer de batterijen en de CF-kaart voordat u opnamen
gaat maken.
Gebruik vier AA-formaat alkalinebatterijen of afzonderlijk
verkrijgbare NiMH-batterijen (Nickel Metal Hydride).
Wanneer u de camera lange tijd achtereen gebruikt, wordt
het gebruik van de afzonderlijk verkrijgbare compacte
voedingsadapter CA-PS700 aanbevolen (p. 143).
Als u de afzonderlijk verkrijgbare oplaadadapterset
aanschaft, kunt u oplaadbare NiMH-batterijen gebruiken in
de camera (p. 140).
Zie Batterijprestaties (p. 150).
Zie het Systeemschema (een afzonderlijk document) voor
informatie over de oplaadadapterset en de oplaadbare AA-
formaat NiMH-batterijen
Wanneer de indicator knippert, wordt een beeld
van of naar de kaart geschreven, gelezen, gewist
of verzonden. Voer tijdens dit proces de volgende
handelingen niet uit, anders kunnen er gegevens
verloren gaan of beschadigd raken:
zSchud de camera niet.
zSchakel de camera niet uit en open het deksel
van de CF-kaartsleuf of batterijhouder niet.
a
aa
a
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld
(p. 19). Schuif de vergrendeling van het
batterijdeksel in de richting van de pijl en
open het deksel.
b
bb
b
Plaats de batterijen zoals in de afbeelding.
z
De richting van de batterijen staat aangegeven in het vak
voor de batterijen.
c
cc
c
Sluit het deksel van de batterijhouder.
a
b
Vergrendeling van het
batterijdeksel
1. De camera voorbereiden 15
a
Schuif het deksel van de CF-kaartsleuf
in de richting van de pijl om het deksel
te openen.
b
Plaats de CF-kaart met het label naar
boven en sluit het deksel van de
CF-kaartsleuf.
z
Duw tegen de kaart totdat de eject-knop voor de
CF-kaart volledig naar buiten staat. Als u de
CF-kaart wilt verwijderen, drukt u op de
eject-knop en trekt u de kaart eruit.
b
Eject-knop CF-kaart
Label
a
Gebruik van batterijen
z
Gebruik alleen AA-formaat alkalinebatterijen of AA-
formaat NiMH-batterijen van Canon (afzonderlijk te
koop). Zie De voedingssets gebruiken (apart
verkrijgbaar) (p. 140) voor informatie over het gebruik
van de oplaadbare AA-formaat NiMH-batterijen.
z
Omdat de prestaties van alkalinebatterijen
afhankelijk zijn van het merk, kan het zijn dat de
batterijen die u koopt niet zo lang meegaan als de
batterijen die bij de camera zijn geleverd.
z
De bedrijfsduur van de camera bij lage temperaturen kan
korter worden bij gebruik van alkalinebatterijen.
Alkaline batterijen zijn gewoonlijk sneller leeg dan
NiMH-batterijen. Als u de camera langere tijd in een
koude omgeving gebruikt, kunt u het beste AA-formaat
NiMH-batterijen van Canon (set van 4 stuks) gebruiken.
z
Zie CF-kaarten en geschatte capaciteit (op te
nemen beelden) (p. 151).
z
U kunt het beste CF-kaarten gebruiken die in uw
camera zijn geformatteerd (p. 18). De kaart die
met de camera wordt meegeleverd, hoeft u niet
eerst te formatteren.
16 1. De camera voorbereiden
z
Hoewel u AA-formaat NiCd-batterijen (nikkel-cadmium)
kunt gebruiken, zijn de prestaties daarvan
onbetrouwbaar en wordt het gebruik van deze batterijen
niet aanbevolen.
z
zz
z
Combineer nooit ongebruikte en gedeeltelijk
gebruikte batterijen in de camera. Gebruik altijd vier
nieuwe (of volledig opgeladen) batterijen.
z
zz
z
Plaats de batterijen bij het opladen met de positieve
(+) en negatieve (-) polen in de juiste richting.
z
zz
z
Combineer nooit batterijen van verschillende typen
of verschillende merken. Alle vier de batterijen
moeten identiek zijn.
z
Maak de batterijpolen schoon met een droge doek,
voordat u ze in de camera plaatst. Door vuil van uw huid
of ander vuil kan het aantal opnamen of de gebruikstijd
aanzienlijk minder worden.
z
De prestaties van batterijen worden minder bij lage
temperaturen (vooral alkalinebatterijen). Als u de camera
in een koude omgeving gebruikt en de batterijen sneller
leeg raken dan verwacht, kunt u de prestaties mogelijk
verbeteren door de batterijen in uw binnenzak te
plaatsen om ze op te warmen, voordat u ze gebruikt. Let
er echter op dat u de batterijen niet bij een metalen
sleutelhanger of andere metalen objecten in uw zak
plaatst, omdat deze objecten kortsluiting kunnen
veroorzaken.
z
Als u de camera langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de
batterijen uit de camera en bewaart u deze op een veilige
plaats. Batterijen kunnen in de camera gaan lekken en de
camera beschadigen als u ze lange tijd niet gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit beschadigde batterijen of batterijen
waarvan de behuizing volledig of gedeeltelijk
ontbreekt, omdat het risico bestaat dat de batterijen
gaan lekken, oververhit raken of barsten. Controleer
altijd de behuizing van batterijen die u hebt gekocht
voordat u ze in de camera plaatst, omdat bij sommige
batterijen de behuizing beschadigd kan zijn. Gebruik
geen batterijen met een beschadigde behuizing.
Gebruik nooit batterijen die er als volgt uit zien:
De behuizing (elektrische isolatie) is geheel of
gedeeltelijk verwijderd.
De positieve pool (plus-aansluiting) is vlak.
De negatieve pool ziet er goed uit (steekt uit),
maar de behuizing loopt niet door over de rand
van de metalen kern.
1. De camera voorbereiden 17
Indicatie voor de batterijstatus
De volgende pictogrammen of berichten geven de
batterijstatus aan op het LCD-scherm (of in de zoeker).
Voorzorgsmaatregelen voor CF-kaarten
z Een CF-kaart is een zeer geavanceerd stuk
elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot
aan druk, schokken of trillingen.
z Probeer een CF-kaart niet te demonteren of aan
te passen.
z Als de omgevingstemperatuur van een CF-kaart in
korte tijd sterk verandert, kan zich condensatie
vormen in de kaart, waardoor deze mogelijk niet meer
goed functioneert. U kunt condensatie voorkomen
door de CF-kaart in een luchtdichte plastic zak te
doen en de kaart aldus verpakt geleidelijk aan de
andere temperatuur te laten wennen. Als zich toch
condensatie vormt op de CF-kaart, moet u deze
pas gebruiken als alle waterdruppeltjes volledig
zijn verdampt.
De batterijen raken leeg. Vervang de batterijen of
laad ze op als u de camera wilt blijven gebruiken.
Vervang de
batterijen
De batterijen zijn volledig leeg en de camera kan
niet meer functioneren. U moet de batterijen
onmiddellijk vervangen.
z Plaats de CF-kaart in de meegeleverde hoes als u de
kaart langere tijd niet gebruikt.
z Gebruik of bewaar CF-kaarten niet op de volgende
plaatsen:
- Plaatsen waar veel stof of zand is of kan komen
- Plaatsen die blootstaan aan een hoge vochtigheid
en hoge temperaturen
Een microdrive is een opnamemedium met een vaste
schijf. De voordelen van microdrives zijn de grote
capaciteit en de lage prijs per MB. Ze kunnen echter
gevoeliger zijn voor trillingen en schokken dan
CF-kaarten, die gebruikmaken van duurzaam
flashgeheugen. Wees dan ook voorzichtig en stel de
camera niet bloot aan trillingen of schokken wanneer
u een microdrive gebruikt, met name bij opnemen of
afspelen.
18 1. De camera voorbereiden
Een CF-kaart formatteren
U moet een nieuwe CF-kaart of een CF-kaart waarvan u alle
beelden en andere gegevens wilt wissen altijd formatteren
.
Als de camera niet goed functioneert, kan dit door de CF-
kaart worden veroorzaakt. Mogelijk kunt u het probleem
verhelpen door de CF-kaart opnieuw te formatteren.
Ook problemen met een CF-kaart van een ander merk dan
Canon kunt u soms oplossen door de kaart opnieuw te
formatteren.
Het kan gebeuren dat CF-kaarten die in een andere
camera, andere computer of ander apparaat zijn
geformatteerd, niet goed werken. In dat geval formatteert
u de CF-kaart opnieuw met deze camera.
De capaciteit van de CF-kaart die na het formatteren wordt
weergegeven, is minder dan de werkelijke capaciteit van
de CF-kaart. Dit is geen fout van de CF-kaart of de
camera.
Bedenk dat bij het formatteren (initialiseren) van
een CF-kaart alle gegevens op de kaart worden
gewist, inclusief beveiligde beelden en andere
soorten bestanden. Controleer de inhoud van de
CF-kaart voordat u deze formatteert.
a
aa
a
Schakel de camera in (p. 19).
b
bb
b
Druk op de knop MENU en vervolgens op de
pijl
X
XX
X
op de multifunctionele keuzeknop.
Het menu [ (Instellen)] wordt geopend.
c
cc
c
Selecteer [Formateren] met de pijl
S
SS
S
of
T
TT
T
op de multifunctionele keuzeknop en druk
op de knop SET.
b
c
a
1. De camera voorbereiden 19
a
aa
a
Selecteer [OK] met de pijl W
WW
W of X
XX
X op de
multifunctionele keuzeknop en druk op
de knop SET.
De indicator knippert rood en het formatteren begint.
Wacht tot de indicator niet meer brandt.
z Als u de beelden toch niet wilt wissen, selecteert
u [Stop] en drukt u op de knop
SET
.
b
bb
b
Druk op de knop MENU.
b
a
Indicator
De camera aan- en uitzetten
De modusindicator blijft branden wanneer de
camera is ingeschakeld. Deze indicator geeft de
camerastatus als volgt weer.
Oranje: opnamemodus
Groen: afspeelmodus/camera is aangesloten op printer
Geel: camera is aangesloten op computer*
Uit: camera is uitgeschakeld.
*
Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print als de
camera op de printer is aangesloten. Zie de Canon
Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd
Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
als de camera op de computer is aangesloten.
Wanneer de camera wordt ingeschakeld, hoort u het
opstartgeluid en verschijnt het opstartbeeld (p. 111).
Het opstartbeeld wordt niet weergegeven als de
zoeker is ingeschakeld in de opnamemodus of als
de A/V uit aansluiting is aangesloten op een
televisie.
Let erop dat u de lens tijdens de opname niet
aanraakt. Forceer de lens ook niet met uw vingers of
andere objecten. Hierdoor kan de camera
beschadigd raken. Als dit gebeurt, schakelt u de
camera uit en weer in.
20 1. De camera voorbereiden
De camera inschakelen zonder opstartgeluid en
opstartbeeld
Houd de knop ingedrukt en schakel de camera in.
U kunt de camera ook inschakelen terwijl het LCD-
scherm gesloten is.
a
aa
a
Draai de functieknop naar
(Opnemen) of (Weergeven) terwijl u
de ontgrendelingsknop indrukt.
De modusindicator brandt oranje of groen.
b
bb
b
Druk op de knop OFF om de camera uit
te schakelen.
ab
Schakelen tussen opnemen en afspelen
U kunt snel schakelen van de opnamemodus naar de
afspeelmodus en omgekeerd. Dit is handig wanneer u
opnieuw een opname wilt maken nadat u een beeld
onmiddellijk na opname hebt gecontroleerd of
verwijderd.
Opnamemodus Afspeelmodus
Draai de functieknop naar (Afspelen) terwijl u de
ontgrendelingsknop indrukt (p. 39).
z De afspeelmodus wordt ingeschakeld, maar de lens
wordt niet ingetrokken (de lens wordt ingetrokken als
u de functieknop opnieuw naar (Afspelen) draait).
Afspeelmodus Opnamemodus
Verwijder de lensdop en druk de ontspanknop half in.
U kunt de functieknop ook naar (Opnemen) draaien
terwijl u de ontgrendelingsknop indrukt (p. 27).
1. De camera voorbereiden 21
De datum en tijd instellen
De eerste keer dat u de camera inschakelt of
wanneer de lithiumbatterij bijna leeg is, begint
u bij stap .
Als u de datum en de tijd instelt, wordt de datum/
tijd niet automatisch weergegeven op de beelden.
Zie Gebruikershandleiding voor Direct Print of
Canon Digital Camera Software Starter Guide
Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital
Camera-software] voor het afdrukken van
beelden met de datum van opname.
Zie De datumbatterij vervangen (p. 144).
a
aa
a
Schakel de camera in (p. 19).
b
bb
b
Druk op de knop MENU en vervolgens
op de pijl X
XX
X op de multifunctionele
keuzeknop.
Het menu [ (Instellen)] wordt geopend.
b
a
22 1. De camera voorbereiden
a
aa
a
Selecteer [Datum/Tijd] met de pijl S
SS
S of
T
TT
T op de multifunctionele keuzeknop
en druk op de knop SET.
a
a
aa
a
Stel de datum en tijd in.
z Selecteer het item dat u wilt instellen met de pijl
W
of
X
en stel de waarde in met de pijl
S
of
T
op de multifunctionele keuzeknop.
b
bb
b
Controleer of de datum en de tijd
correct worden weergegeven, druk op
de knop SET en druk daarna op de
knop MENU.
z De datum kan worden ingesteld tot en met het
jaar 2037.
a
b
1. De camera voorbereiden 23
De taal instellen
a
aa
a
Schakel de camera in (p. 19).
b
bb
b
Druk op de knop MENU en vervolgens
op de pijl X
XX
X op de multifunctionele
keuzeknop.
Het menu [ (Instellen)] wordt geopend.
z In de afspeelmodus kunt u de taal wijzigen door de
knop
SET
ingedrukt te houden terwijl u op de knop
JUMP
drukt. U kunt deze functie niet gebruiken
tijdens het afspelen van een film en wanneer de
camera op een printer is aangesloten.
b
a
a
aa
a
Selecteer [Taal] met de pijl S
SS
S of T
TT
T op
de multifunctionele keuzeknop en druk
op de knop SET.
b
bb
b
Selecteer een taal met de pijl S
SS
S, T
TT
T,
W
WW
W of X
XX
X op de multifunctionele
keuzeknop en druk op de knop SET.
c
cc
c
Druk op de knop MENU.
c
b
a
a
b
24 1. De camera voorbereiden
De zoeker en het LCD-scherm gebruiken
Weergave in zoeker
(informatieweergave)
A
ls u op de knop
DISPLAY
drukt, worden de beelden op het LCD-scherm weergegeven.
Ook als u het LCD-scherm sluit, wordt het beeld in de zoeker weergegeven.
Opnamemodus
Weergave op LCD-
scherm (geen informatie)
Weergave op
LCD-scherm
( informatieweergave)
Het autofocusframe
Groen: scherpstellen voltooid
Geel: probleem bij
scherpstellen
*Het autofocusframe wordt niet
weergegeven wanneer dit is
ingesteld op Automatisch of
als de functie Beeldomkeren
is ingeschakeld.
MF-aanduiding
Resterend aantal
opnamen of
resterende/
verstreken filmtijd
(opnamemodus)
Sluitertijdwaarde
Sluitersnelheid
autofocusframe
Spotmetingframe
fspeelmodus
Detail weergave
Standaardweergave
Enkelvoudige weergave
Indexweergave
: Druk op de knop
DISPLAY
Geen informatie
Histogram (p. 154)
De gecombineerde optische
en digitale zoomfactor wordt
weergegeven.
autofocusframe
Spotmetingframe
1. De camera voorbereiden 25
Functiepictogrammen
Functie Pictogram
Opname-
modus
Afspeelmodus
Referentiepagina
Informatieweergave
Geen informatie
Detailweergave
Standaardweergave
Opnamemethoden {
*1
{
*2
–p.45,71
Belichtingscompen-
satie
{ {
*3
–p.78
Belichtingsvergren-
deling/Flitsbelich-
tingsvergrendeling
{{ p. 86, 87
Methode voor
lichtmeting
{ { –p.76
Witbalans (WB)
*4
{ { –p.79
Transportmodus { p. 49, 52
ISO-waarde { { –p.81
Foto-effect { { –p.82
AEB { ––– p.84
Flitser { ––– p.34
Rode-ogen-reductie { ––– p.36
Flitsbelichtingscom-
pensatie
{ {
*3
–p.89
-2 – +2
*1
(Film) verschijnt zelfs wanneer er geen informatie wordt weergegeven.
*2
(Custom) wordt niet weergegeven.
*3
De waarde van elke instelling wordt ook weergegeven.
*4
Het pictogram wordt niet weergegeven in de afspeelmodus.
*5
Het zoomvermogen geldt wanneer zowel optische als digitale zoomeffecten
worden gebruikt. '10x' is de maximale telestand van de optische zoomfunctie.
Flitsintensiteit { ––– p.89
Compressie { {{ p. 32
Resolutie { {{ p. 32
Resolutie (films) { { –p.32
Aantal beelden
(films)
{ { –p.32
Digitale zoom
*5
{{–– p.50
Batterij bijna leeg {{{{ p. 17
Beeldomkeren { p. 108
Waarschuwing
bewegingson-
scherpte
{{–– p.26
Handmatige scherp-
stelling
{{–– p.95
Beeldstabilisatie { ––– p.29
Filmopname {{–– p.53
Geluidsmemo
(WAVE-bestand)
––{{ p. 101
Film {{ p. 57
Beveiligingsstatus {{ p. 106
10x 13x 16x 20x 25x 32x
z
(rood)
26 1. De camera voorbereiden
Zelfs als er geen informatie wordt weergegeven, worden
gedurende ongeveer 6 seconden opnamegegevens
weergegeven (afhankelijk van de camera-instellingen
worden de opnamegegevens mogelijk niet weergegeven).
Het waarschuwingspictogram voor bewegingsonscherpte
, wordt op het LCD-scherm (of in de zoeker)
weergegeven wanneer er weinig licht is en de camera zich
gereedmaakt voor het maken van een opname. Als dit
pictogram wordt weergegeven, gebruikt u een van de
volgende opnamemethoden.
- Gebruik de automatische flitser of schakel de flitser in.
- Schakel de beeldstabilisatiefunctie in (p. 29).
- Plaats de camera op een statief.
Houd er rekening mee dat de beeldinformatie die is
opgenomen met deze camera mogelijk niet goed wordt
weergegeven op andere camera's en dat beeldinformatie
die is opgenomen met andere camera's mogelijk niet goed
wordt weergegeven op deze camera.
Waarschuwing bij overbelichting
Overbelichte delen van het beeld knipperen.
De waarschuwing voor overbelichting verschijnt
op de volgende momenten.
Als u een beeld direct na de opname bekijkt op het
LCD-scherm (informatieweergave) of in de zoeker.
In de detailweergave van de afspeelmodus.
Het LCD-scherm gebruiken
Het LCD-scherm kan in de volgende standen worden
geplaatst.
Het kan 180 graden van rechts naar
links worden gedraaid. Het kan
180 graden worden gekanteld in
de richting van de lens of 90 graden
de andere kant op.
z
Als het LCD-scherm 180 graden naar
links is gedraaid en 180 graden in
de richting van de lens is gekanteld,
wordt het beeld automatisch
gespiegeld en omgekeerd (de functie
Beeldomkeren), zodat het op de
juiste manier wordt weergegeven.
Draai het LCD-scherm terug tegen de
camerabehuizing tot het op zijn
plaats klikt.
z
Als het scherm niet volledig is
gesloten, wordt het beeld omgekeerd
weergegeven.
Houd het LCD-scherm altijd gesloten
als u de camera niet gebruikt.
De zoeker gebruiken
Als de omgeving te licht is (bijvoorbeeld als u buitenopnamen
maakt) en de beelden op het LCD-scherm niet duidelijk zijn,
gebruikt u de zoeker om opnamen te maken. Pas de focus van
de zoeker aan met de scherpstellingsknop (p. 12), zodat het
beeld (p. 24) duidelijk wordt weergegeven.
a
b
2. Opnamen maken - basisprocedures 27
2. Opnamen maken - basisprocedures
Automatische modus
a
aa
a
Draai de functieknop naar (Opnemen).
b
bb
b
Zet de programmakeuzeknop in de stand .
c
cc
c
Als u het LCD-scherm wilt gebruiken, opent
u het scherm.
z U kunt het LCD-scherm ook draaien. Als het
LCD-scherm 180 graden is gedraaid, wordt het
weergegeven beeld automatisch gespiegeld en
omgekeerd (de functie Beeldomkeren), zodat het op de
juiste manier wordt weergegeven (u kunt de functie
Beeldomkeren uitschakelen (p. 65)).
b
Standaardopnamen maken
a
Gezien van de kant van de lens
c
a
aa
a
Richt de camera op het onderwerp.
b
bb
b
Gebruik de zoomknop om de gewenste
compositie op het LCD-scherm (of in de
zoeker) te bepalen.
z Als u de zoomknop naar draait, vergroot u het
onderwerp (telestand). Als u de zoomknop naar draait,
verkleint u het onderwerp (groothoek). De snelheid
waarmee het beeld wordt vergroot of verkleind, wordt
bepaald door de manier waarop u de zoomknop draait. Als
u de zoomknop in één snelle beweging volledig naar rechts
of links draait, kunt u snel zoomen. Als u langzaam wilt
zoomen, draait u de zoomknop langzaam tot halverwege.
z U kunt de weergavehoek aanpassen in het bereik van 38 tot
380 mm, equivalent aan 35-mm film.
b
Groothoek
Telestand
a
autofocusframe
28 2. Opnamen maken - basisprocedures
z Met een combinatie van de digitale en de optische
zoomfunctie kunt u het beeld maximaal ongeveer 32x
vergroten (p. 50). De digitale zoomfunctie kan niet in alle
opnamemethoden worden gebruikt (p. 166). De beelden
worden grover naarmate er verder digitaal op wordt
ingezoomd.
a
aa
a
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen.
Er klinken twee signalen en het autofocusframe wordt
groen als het beeld is scherpgesteld.
z Het autofocusframe wordt geel en er klinkt één signaal
als het onderwerp zich moeilijk laat scherpstellen. Het
autofocusframe wordt niet weergegeven als de optie
AiAF (automatische selectie) is ingesteld.
z De sluitersnelheid en de sluitertijdwaarde worden
automatisch ingesteld en op het LCD-scherm (of in de
zoeker) weergegeven. De belichtingscompensatie
(p. 78) en de scherpstelling (p. 95) worden ook
automatisch ingesteld.
a
b
b
bb
b
Druk de ontspanknop volledig in.
U hoort het geluid van de sluiter wanneer de opname
klaar is. Beweeg de camera pas nadat u dit geluid
hebt gehoord. Het beeld wordt twee seconden
weergegeven.
Zie pagina 166 voor de instellingen die in deze
modus kunnen worden gewijzigd.
Het LCD-scherm en de zoeker hebben een
gezichtsveld van ongeveer 100% van het
feitelijke opnamebeeld.
Beelden worden eerst in het interne geheugen
van de camera opgeslagen voordat ze op de
CF-kaart worden vastgelegd. Daardoor kunt
u direct de volgende opnamen maken, zolang
er voldoende ruimte beschikbaar is in het
interne geheugen.
De indicator knippert rood wanneer er gegevens
op de CF-kaart worden opgenomen.
Het signaal en het sluitergeluid kunt u in- en
uitschakelen in het menu (p. 66).
Als het sluitergeluid is uitgeschakeld en de optie
Mute is uitgeschakeld, klinkt er één signaal
wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
Loading...
+ 140 hidden pages