CANON Powershot Pro1 User Manual [nl, nl]

NEDERLANDS
CANON INC.
30-2 Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
Europa, Afrika & Midden-Oosten
CANON EUROPA N.V.
PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
CANON (UK) LTD
CANON COMMUNICATION & IMAGE FRANCE S.A.
102 Avenue du Général de Gaulle, 92257 LA GARENNE COLOMBES CEDEX, France Tél : Hot line 08 25 00 29 23 http://www.cci.canon.fr
CANON DEUTSCHLAND GmbH
Postfach 100401, 47704 Krefeld, Germany Customer Hotline: 0180/5006022 (0,12 € / Min.) http://www.canon.de
CANON ITALIA S.P.A.
Via Milano 8, I-20097 San Donato Milanese (MI), Italy Tel: 02/8248.1 Fax: 02/8248.4604 Pronto Canon: 02/8249.2000 E-mail: supporto@canon.it http://www.canon.it
CANON ESPAÑA S.A.
C/Joaquin Costa, 41 - 28002 Madrid, Spain Tel. Atención al Cliente: 901.301.301 Help Desk: 906.301.255 http://www.canon.es
CANON BELGIUM N.V. / S.A.
Bessenveldstraat 7, B - 1831 Diegem, Belgium Tel.: (02) 722.04.11 Fax: (02) 721.32.74 Helpdesk : 0900-10627 http://www.canon.be
CANON LUXEMBOURG S.A.
Rue des Joncs 21, L-1818 Howald, Luxembourg Tel.: (0352) 48 47 961 Fax: (0352) 48 47 96232 Helpdesk : 900-74100 http://www.canon.lu
CANON NEDERLAND N.V.
Neptunusstraat 1, 2132 JA Hoofddorp, The Netherlands Tel.: 023 - 5 670 123 Fax: 023 - 5 670 124 Helpdesk: 023 - 5 681 681 http://www.canon.nl
CANON DANMARK A/S
Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Danmark Phone: +45 44 88 26 66 http://www.canon.dk
CANON NORGE AS
Hallagerbakken 110, Postboks 33, Holmlia, 1201 Oslo, Norway Tlf: 22 62 93 21 Faks: 22 62 06 15 E-mail: helpdesk@canon.no http://www.canon.no
Finland
CANON OY
Huopalahdentie 24, FIN-00350 Helsinki Puhelin: 010 54420 Fax 010 544 30 HelpDesk 020 366 466 (1,47 snt/min + pvm) (ma-pe klo 9:00 - 17:30) Sähköposti: helpdesk@canon.fi Internet: www.canon.fi
CANON SVENSKA AB
Gustav III:s Boulevard 26, S-169 88 Solna, Sweden Helpdesk: 08-744 8620 Fax 08-744 8527 http://www.canon.se
CANON (SCHWEIZ) AG
Industriestrasse 12, 8305 Dietlikon, Switzerland Consumer Imaging Group Tel. 01-835-61 61 Hotline 0900 57 55 20 (CHF 2.13/min) http://www.canon.ch
Oostenrijk
CANON GES.M.B.H.
Zetschegasse 11, A - 1230 Wien, Austria Helpdesk Tel.: 01 66 146 412 Fax: 01 66 146 413 http://www.canon.at
Portugal
SEQUE - SOC. NAC. EQUIP., S.A.
Pr. Alegria, 58 - 2ºC, 1269-149 Lisboa Telef: (+351) 21 324 28 30 Fax: (+351) 21 347 27 51 E-mail: info@seque.pt http://www.seque.pt
Oost-Europa
CANON CEE GMBH
Oberlaaerstr 233, A-1100 Wien, Austria Tel.: +43 1 680 88-0 Fax: +43 1 680 88-422
CIS
CANON NORTH-EAST OY
Huopalahdentie 24, 00350 Helsinki, Finland Tel.: +358 10 544 00 Fax: +358 10 544 10 http://www.canon.ru
z
Neem het onderdeel Lees dit eerst goed door (pagina 5).
z
Neem ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding voor Direct Print goed door.
DIGITALE CAMERA Gebruiksaanwijzing van de camera
CEL-SE2VA280 © 2004 CANON INC. GEDRUKT IN DE EU
Gebruiksaanwijzing van de camera
Stroomdiagram en naslaghandleidingen
Deze handleiding
Opnamen maken met de camera
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
Deze handleiding
Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software]
De software installeren
De camera aansluiten op een computer
Beelden downloaden naar een computer
Gebruikershandleiding voor de printer
De printer gebruiken en printen
Gebruikershandleiding voor Direct Print
Macromodus Super Macro-modus
Safety Shift
Digitale zoom
Belichtingscompensatie
Deelmeting
Centrumge-
Methode voor lichtmeting
Vergrendeling automatische belichting/flitserbelichting
Automatisch belichtingsbereik
Wit Balans Foto-effect
Focus instellingen
ISO-waarde
Kleurruimte
Het gebruik van authentieke Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product functioneert optimaal wanneer authentieke Canon­accessoires worden gebruikt. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongevallen, zoals brand, enzovoort, veroorzaakt door fouten in de werking van niet­authentieke Canon-accessoires (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een fout in de werking van niet-authentieke Canon-accessoires, hoewel u dergelijke reparaties wel kunt laten uitvoeren tegen betaling.
(i) 207
Beeld omkeren
Beeld omkeren
ND-filter ––––––
* Standaardinstelling {: Instellingsselectie is mogelijk. U: De instelling kan alleen
worden geselecteerd voor de eerste opname. –: Instellingsselectie is niet mogelijk.
uitgeschakeld. De instellingen die u via de menu's en knoppen hebt gewijzigd, kunt u allemaal tegelijk weer instellen op de standaardwaarden, behalve [Datum/Tijd], [Taal] en [Video Systeem] (pagina 52).
(1) Alleen instelbaar met handmatige focus. (2) Kan niet worden aangepast wanneer het foto-effect is ingesteld op [Sepia] of [Zwart/Wit]. (3) De witbalans is ingesteld op [AUTO]. (4) De witbalans [flitser] kan niet worden ingesteld. (5) De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld. (6) ISO [AUTO] kan niet worden geselecteerd.
oriënteerd gemiddelde
Spotmeting
Centrum –{*{*{*{*
AF-punt
AEB ––––––
BKT-Focus
(2)
Contrast/scherpte/ verzadiging
Continu
Per beeld
Standaard
Adobe RGB
(1)
(Grijs gebied): De instelling blijft van kracht, zelfs wanneer de camera is
{{–{{{{{{{
{{{{
Aan–––––––
Uit–––––––
{ { { {
Aan
{*{*{*{
Uit
{{{U{ { { {
{{{{{{{*{*{*{
––––––
––––––
––––––
(3)
{{{U{
{{{U{ { { { {
––––––
{*{*{*{*U*{ {*{*{*{
{ { { {
(5)–(5)–(5)–(5)–(5)–(5)
{{{{{–{*{*{*{
{*{*{*{
Aan
Uit
{ { { {{{ { { { {
Aan
{*{*{*{*U
{ { { {
Uit
––
*– –{*{*{*{*
(4)
U
*–{*{*{*{*{*
*–{*{*{*{*
U
{ {
{*{
{ { { {
{ { { {
{{{{
{ { { {
{{{
{ { {
(1){(1){(1){(1)
{
{ { { {
{ { { {
{ { { {
{ { { {
{ { { {
{ { { {
{ { { {
Referentie-
pagina
*–
–92
*
104/106
100
*
(6)
*
73 75
86
78
90
102
93
96
116
99
98
48
119
118
Temperatuur van de camerabehuizing
Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Informatie over het LCD-scherm en de zoeker
Het LCD-scherm en de zoeker zijn gefabriceerd met zeer geavanceerde precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld en duidt niet op een defect.
Videosignaal
Als u de camera op een televisietoestel wilt aansluiten, stelt u op de camera eerst het videosignaal in dat in uw land wordt gebruikt (p. 153).
Taal
Zie pagina 28 voor informatie over het wijzigen van de taal. Neem het onderdeel 'Lees dit eerst' (p. 5) goed door voordat u de camera in gebruik neemt.
Disclaimer
• We hebben ernaar gestreefd in deze handleiding volledige en accurate informatie te geven, maar aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke fouten of weglatingen.
• Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• Niets uit deze handleiding mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een opzoeksysteem of in een andere taal worden vertaald zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon.
• Canon biedt geen garantie voor schade als gevolg van beschadigde gegevens of gegevens die verloren zijn gegaan wegens verkeerd gebruik of een defect aan de camera, de software, de CompactFlash™-kaarten (CF-kaarten), personal computers, randapparatuur of het gebruik van andere CF-kaarten dan die van Canon.
Informatie over handelsmerken
• Canon en PowerShot zijn handelsmerken van Canon Inc.
• CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
• iBook en iMac zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Macintosh, PowerBook, Power Macintosh en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
• Microsoft, Windows en Windows NT zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Copyright © 2004 Canon Inc. Alle rechten voorbehouden.
(ii)
Gebruikershandleiding
Gebruikte symbolen
: Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking
van de camera kunnen beïnvloeden.
: Met dit symbool worden onderwerpen aangeduid waarin
u extra informatie over de basisprocedures kunt vinden.
Hebt u een vraag? Kijk eerst hier.
Welke instellingen zijn beschikbaar voor de diverse functies?
Blijven mijn instellingen ook van kracht nadat ik de camera heb uitgeschakeld?
Beschikbare functies in de verschillende opnamemodi (p. 206)
Welke functies zijn beschikbaar via de menu's?
Menu FUNC. (p. 43) Menu Opname (p. 46) Menu Keuze (p. 48) Menu Instellen (p. 49) Menu Mijn camera (p. 51)
Wat is de betekenis van de pictogrammen in deze Gebruikershandleiding?
Informatie op het LCD-scherm of op de zoeker (p. 35) Menu's en instellingen selecteren (p. 43)
De onderdelen hierboven hebben aan de rechterzijde een grijze rand, zodat u ze eenvoudig kunt vinden.
(iii)
Duimindex
Hier worden alle cameraonderdelen beschreven en wordt uitgelegd hoe u de batterijen plaatst en de sluiterknop gebruikt. Ook andere basisfuncties worden behandeld.
Hier wordt uitgelegd hoe u opnamen maakt met de camera. Er wordt aandacht besteed aan de verschillende opnamemodi en opnamefuncties van de camera.
Hier vindt u instructies voor het bekijken van opgenomen beelden, het selecteren van weergave-instellingen, het beveiligen of wissen van beelden en het bewerken van films.
Hier wordt uitgelegd hoe u DPOF-afdrukinstellingen maakt en beelden selecteert voor verzending per e-mail.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor informatie over afdrukken.
De camera voorbereiden en basisfuncties
Opnamen maken
Weergeven en wissen
Afdrukken en verzenden
Hier wordt beschreven hoe u beelden overbrengt naar een computer. Er wordt ook uitgelegd hoe u een televisie kunt gebruiken bij het maken van opnamen en het bekijken van opgenomen beelden.
Lees eerst dit gedeelte voordat u de camera aansluit op een computer.
Hier wordt uitgelegd hoe u de camera aanpast met de instellingen voor Mijn camera en hoe u het opstartscherm, het opstartgeluid, het sluitergeluid en het werkgeluid instelt.
Hier vindt u de foutberichten. Er wordt tevens uiteengezet hoe u de afstandsbediening en andere optionele accessoires kunt gebruiken, zoals de adapter, externe flitsers en andere lenzen.
De camera aansluiten
Instellingen voor Mijn camera
Bijlage
1
Inhoudsopgave
:
Functie- en bedieningsoverzichten. Deze pagina's hebben aan de
rechterzijde een grijze rand, zodat u ze eenvoudig kunt vinden.
Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Onderdelenoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vooraanzicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Achter- en onderaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Bedieningsknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Keuzewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Hoofdwiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De camera voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De batterij opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De batterij/CF-kaart plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De draagriem bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De lensdop bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De lenskap bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De filteradapter bevestigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De datum en tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De taal instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Basisfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
De camera aan- en uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Het LCD-scherm en de zoeker gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
De informatie op het LCD-scherm of in de zoeker controleren. . . . . 34
In- en uitzoomen (brandpuntsafstand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
De sluiterknop indrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Menu's en instellingen selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Alle standaardwaarden herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Opnamen maken – de camera instellingen laten
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
2
Automatische modus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Een beeld direct na opname bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
De resolutie en compressie wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
De bestandsindeling wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
De ingebouwde flitser gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Staande beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Liggende beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Nachtopnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Panoramaopnamen maken (Stitch Hulp) . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Super Macro-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Digitale zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Continu-opnamen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Opnamen maken – speciale effecten selecteren . . . . . 81
Automatische belichtingsmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
De sluitertijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Het diafragma instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen. . . . . . 87
Een autofocusframe instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken. . . . . . . . 90
Belichtingscompensatie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
De toon (witbalans) aanpassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Het foto-effect wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Opnamen maken in Adobe RGB-kleurruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
De ISO-waarde wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Automatisch belichtingsbereik (AEB-modus) . . . . . . . . . . . . 100
Focushaakjes (BKT-focus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
De ingestelde belichting vergrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
De ingestelde belichting voor de flitser vergrendelen . . . . . . 106
Verschillende flitserinstellingen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . 107
Bepalen op welk moment de flitser moet worden gebruikt . . . . . . 109
Met vaste intervallen opnamen maken (Interval) . . . . . . . . . . . . . . 110
Onderwerpen die problemen opleveren voor de autofocus . . . . . . 112
Verschillende focusinstellingen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Aangepaste instellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Het ND-filter gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
De functie Beeld omkeren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
De bestandsnummering opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Beelden afzonderlijk weergeven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
Beelden vergroten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Negen beelden tegelijk weergeven (indexweergave) . . . . . . 124
JUMP
Films afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Films bewerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
Naar andere beelden springen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
3
Beelden op het scherm roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
Geluidsmemo's toevoegen aan beelden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Beelden automatisch weergeven (diapresentatie) . . . . . . . . . . . . . 133
Beelden beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Afzonderlijke beelden wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
Een CF-kaart formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Afdrukopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Informatie over afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Afdrukinstellingen (DPOF-afdrukinstellingen). . . . . . . . . . . . . . . . . 142
Instellingen voor beeldoverdracht (DPOF-volgorde)
Beelden selecteren voor verzending . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
. . . . . 147
Beelden downloaden naar een computer . . . . . . . . . . 149
De camera met een USB-kabel aansluiten op een computer. . . . . 149
Rechtstreeks downloaden vanaf een CF-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . 152
Beelden weergeven op een televisie . . . . . . . . . . . . . . 153
De camera-instellingen aanpassen (instellingen
voor Mijn camera) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
De instellingen voor Mijn camera wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
De instellingen voor Mijn camera vastleggen . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Overzicht van fout- en berichtcodes . . . . . . . . . . . . . . 159
Overzicht van berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
De afstandsbediening gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Een apart verkrijgbare externe flitser gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . 171
De telelens of close-uplens (beide niet meegeleverd) gebruiken. . . . 177
Een apart verkrijgbare compacte voedingsadapter gebruiken . . . . . . 182
Een apart verkrijgbare batterijlader of accukabelset gebruiken . . . . . 183
De datumbatterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Onderhoud en verzorging van de camera
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Beschikbare functies in de verschillende
opnamemodi. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
4
Lees dit eerst
Lees de volgende tekst aandachtig door
Proefopnamen
Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon, dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor enige gevolgschade die voortvloeit uit een fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief CompactFlash™-kaarten (CF-kaarten), die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gemaakt in een formaat dat het apparaat ondersteunt.
Waarschuwing tegen inbreuken op het copyright
Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die een inbreuk vormt op of in strijd is met internationale of nationale wetten en bepalingen op het gebied van copyright. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen door middel van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het copyright of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname voor persoonlijk gebruik gemaakt.
Garantiebeperkingen
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera is meegeleverd voor meer informatie over de garantie voor de camera.
Zie de achterkant van deze handleiding of het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) voor contactgegevens van de klantenservice van Canon.
Veiligheidsvoorschriften
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u de camera
z
in gebruik neemt. Gebruik de camera altijd zoals is beschreven in de handleiding. De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld als
z
aanwijzingen voor een veilig en correct gebruik van de camera en de bijbehorende accessoires om letsel bij uzelf en anderen en schade aan de apparatuur te voorkomen. Op de volgende pagina's heeft de term 'apparatuur' vooral betrekking op de
z
camera, de accessoires voor de stroomvoorziening en de apart verkrijgbare compacte voedingsadapter.
5
Waarschuwingen
Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of een andere sterke lichtbron
z
die uw gezichtsvermogen kan aantasten. Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling
z
aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kleine kinderen. Als een kind
z
de camera of batterij per ongeluk beschadigt, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben. Bovendien kunnen kinderen verstrikt raken in de draagriem, wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Let er vooral op dat kinderen de in de camera gebruikte datumbatterij niet
z
in handen krijgen. Ga direct naar uw huisarts of het ziekenhuis als uw kind een van de batterijen van deze camera heeft ingeslikt.
Probeer geen delen van de apparatuur te openen of te wijzigen als
z
hiervoor geen expliciete aanwijzingen zijn opgenomen in de handleiding.
Demontage of wijziging kan een elektrische schok met een hoge spanning tot gevolg hebben. Interne controles, wijzigingen en reparaties moeten worden uitgevoerd door bevoegd onderhoudspersoneel in opdracht van de leverancier van uw camera of de helpdesk van Canon.
Raak de flitser niet aan als deze is beschadigd. De flitser kan onder hoge
z
spanning staan en door deze aan te raken kunt u een elektrische schok krijgen. Raak ook nooit interne onderdelen aan die niet meer beschermd zijn
als gevolg van een beschadiging. Interne onderdelen kunnen onder hoge spanning staan en een elektrische schok geven. Neem bij beschadigingen zo spoedig mogelijk contact op met de leverancier van uw camera of de helpdesk van Canon.
Staak het gebruik van de apparatuur onmiddellijk als er rook of giftige
z
damp uitkomt. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of trek het netsnoer uit het stopcontact. Controleer of er nog steeds rook of damp uit de camera komt. Neem contact op met de leverancier van uw camera of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon.
Staak het gebruik van de apparatuur als deze is gevallen of als de
z
behuizing beschadigd is. Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Schakel de camera onmiddellijk uit, verwijder de batterij uit de camera of trek het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met de leverancier van uw camera of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon.
6
Zorg ervoor dat de apparatuur niet in contact komt met of wordt
z
ondergedompeld in water of andere vloeistoffen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de camera komen. De camera is niet waterdicht. Als de buitenkant van de camera in aanraking komt met vloeistoffen of zilte lucht, veeg deze dan droog met een zachte, absorberende doek. Schakel de camera onmiddellijk uit en verwijder de batterij uit de camera of haal de stekker uit het stopcontact als er water of een andere stof in het apparaat is gekomen. Als u de apparatuur blijft gebruiken, kan er brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen. Neem contact op met de leverancier van uw camera of de dichtstbijzijnde helpdesk van Canon.
Gebruik geen middelen met alcohol, benzeen of verdunners of ander
z
brandgevaarlijke stoffen om de apparatuur te reinigen of te verzorgen.
Door het gebruik van deze middelen kan er brand ontstaan.
Maak regelmatig het netsnoer los en veeg het stof en vuil weg dat zich
z
verzameld heeft op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen. In een stoffige, vochtige of vettige omgeving kan het stof dat
zich verzameld heeft rondom de stekker in de loop der tijd verzadigd raken met vocht en kortsluiting veroorzaken, met mogelijk brand als gevolg.
Voorkom dat het snoer van de voedingsadapter wordt doorgesneden,
z
beschadigt raakt of wordt gewijzigd. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Hierdoor kan kortsluiting ontstaan, wat brand of elektrische
schokken tot gevolg kan hebben. Pak het netsnoer niet met natte handen vast. U loopt dan het risico een
z
elektrische schok te krijgen. Houd de stekker vast bij het stevige plastic gedeelte als u het snoer uit het stopcontact haalt. Als u aan het flexibele gedeelte of aan het snoer zelf trekt, kunnen de draad en de isolatie beschadigd raken of bloot komen te liggen, waardoor kans op brand en elektrische schokken ontstaat.
Gebruik alleen de aanbevolen accessoires voor de stroomvoorziening.
z
Het gebruik van stroombronnen die niet nadrukkelijk zijn aanbevolen voor deze apparatuur, kan leiden tot oververhitting en vervorming van de apparatuur, brand, elektrische schokken of andere gevaren.
Leg batterijen niet neer in de buurt van een warmtebron en stel ze niet
z
bloot aan vuur of hitte. Dompel batterijen ook niet onder in water. Hitte, vuur en water kunnen batterijen beschadigen en lekkage van bijtende vloeistoffen veroorzaken, wat brand, elektrische schokken, explosies en ernstig letsel tot gevolg kan hebben.
7
Probeer batterijen niet te demonteren, te wijzigen of te verhitten. Er bestaat
z
dan een grote kans op letsel wegens explosie. Alle delen van het lichaam, waaronder de ogen en de mond en ook de kledingstukken die met de inhoud van een batterij in aanraking zijn gekomen, moeten onmiddellijk met water worden afgespoeld. Als de ogen of de mond met deze stoffen in aanraking komen, spoelt u die onmiddellijk met water en roept u medische hulp in.
Laat batterijen niet vallen om beschadiging van de behuizing van de
z
batterijen te voorkomen. Beschadiging van batterijen kan lekkage en letsel tot gevolg hebben.
Voorkom kortsluiting van de polen van batterijen door metalen
z
voorwerpen, zoals sleutelhangers. Kortsluiting kan oververhitting, brandwonden en ander letsel tot gevolg hebben. Gebruik het meegeleverde batterijdeksel als u batterijen vervoert of opbergt.
Plak voordat u een batterij weggooit tape of ander isolatiemateriaal over
z
de polen van de batterij om contact met andere voorwerpen te voorkomen.
Contact met de metalen onderdelen van andere materialen in afvalcontainers kan brand of explosies tot gevolg hebben. Breng lege batterijen zo mogelijk naar een speciaal inzamelpunt voor chemisch afval bij u in de buurt.
Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires. Het gebruik van
z
batterijen die niet expliciet voor deze apparatuur zijn aanbevolen, kan leiden tot explosies of lekkages, waardoor brand, letsel en schade kan ontstaan.
Als de batterij is opgeladen en u de camera niet gebruikt, moet u de
z
compacte voedingsadapter loskoppelen van de camera en de stekker van deze voedingsadapter uit het stopcontact halen om brand en andere gevaren te voorkomen. Door continu gebruik gedurende een lange periode
kan de eenheid oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
De connector van het snoer van de apart verkrijgbare compacte
z
voedingsadapter is uitsluitend geschikt voor deze camera. Sluit de adapter daarom niet aan op andere producten of batterijen. Als u dat toch doet, kan er brand of een andere gevaarlijke situatie ontstaan.
Wees voorzichtig wanneer u de apart verkrijgbare telelens, close-uplens
z
en lensadapter monteert. Als deze losraken en kapot vallen, kunnen glassplinters letsel veroorzaken.
8
Voorzichtig
Gebruik, plaats of bewaar de apparatuur niet op plaatsen in de felle
z
zon of waar een hoge temperatuur kan ontstaan, zoals het dashboard of de kofferruimte van een auto.
hitte kunnen batterijen gaan lekken, oververhit raken of exploderen, wat tot brand kan leiden en brandwonden of ander letsel tot gevolg kan hebben. Hoge temperaturen kunnen er tevens toe leiden dat de behuizing vervormd raakt. Zorg voor een goede ventilatie wanneer u de compacte voedingsadapter gebruikt voor het opladen van de batterij of voor de stroomvoorziening van de camera.
Bewaar de apparatuur niet op vochtige of stoffige plaatsen.
z
Het bewaren van de camera op dergelijke plaatsen kan brand, elektrische schokken of andere schade tot gevolg hebben.
Zorg ervoor dat u niet met de camera tegen voorwerpen aan stoot of
z
de camera op een andere manier blootstelt aan schokken en stoten
terwijl u de camera vasthoudt of aan de riem draagt, om te voorkomen dat u gewond raakt of de camera beschadigd raakt.
Bedek de flitser niet met uw vingers of kleding wanneer u een opname
z
maakt.
U kunt dan de flitser beschadigen en er kan rook en geluid
Door blootstelling aan fel zonlicht en
ontstaan. Raak de flitser ook niet aan nadat u snel achter elkaar een aantal opnamen hebt gemaakt. In beide gevallen kan dit resulteren in brandwonden.
Gebruik de flitser niet wanneer er vuil, stof of andere voorwerpen
z
op de lens zitten.
beschadigd.
Sluit de batterijlader altijd aan op een stopcontact met het juiste
z
vermogen. Gebruik de batterijlader of de compacte voedingsadapter niet als
z
de kabel of stekker is beschadigd. Steek de stekker altijd helemaal in het stopcontact.
Zorg dat de polen of stekker van de batterijlader niet in contact komen
z
met metalen voorwerpen (zoals een spijker of een sleutel). Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de
z
camerabehuizing warm worden.
camera vastpakt: mogelijk is de camera te heet geworden om aan te raken.
Het type stekker van de batterijlader kan per land verschillen.
Door de opgebouwde warmte kan de flitser worden
Wees in dat geval voorzichtig als u de
9
Defecten voorkomen
Sterk magnetische velden vermijden
Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterk magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Condensatieproblemen voorkomen
Het blootstellen van de apparatuur aan snel wisselende temperaturen kan condensatie (kleine waterdruppels) op de binnen­en buitenkant veroorzaken. Dit kunt u voorkomen door de apparatuur tijdelijk in een luchtdichte, afsluitbare plastic zak te plaatsen zodat de temperatuursverandering voor de apparatuur geleidelijker verloopt.
Als er condensvorming in de camera optreedt
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als u condens ontdekt. Als u de camera toch blijft gebruiken, kan de apparatuur beschadigd raken. Verwijder de CF-kaart, en de batterij of het netsnoer uit de camera. Wacht tot het vocht volledig is verdampt voordat u de apparatuur weer in gebruik neemt.
Opslag gedurende langere periode
Wanneer u de camera gedurende een langere periode niet gebruikt, dient u de batterij of de batterijlader te verwijderen uit de camera en de apparatuur op een veilige plaats op te slaan. Wanneer u de camera gedurende een langere periode niet gebruikt en de batterijen in de camera laat zitten, zullen deze worden uitgeput. (Verwijder de datumbatterij niet.)
10
Onderdelenoverzicht
Vooraanzicht
Sensor voor afstandsbediening (p. 169)
Oogje voor draagriem (p. 24)
Cameraschoen (p. 171)
De camera voorbereiden, Basisfuncties
AF-sensor
Display (p. 16)
Microfoon (p. 131)
Lampje voor zelfontspan­ner (p. 77)
Ringontgrendelingsknop (p. 174, 179)
Oogje voor draagriem (p. 24)
Luidspreker
Lens
Ingebouwde flitser (p. 62)
Lampje voor rode-ogenreductie (p. 62)
11
Achter- en onderaanzicht
Scherpstellingsknop (p. 33)
LCD-scherm (p. 32)
DIGITAL-aansluiting
Bevestigingspunt voor statief
Zoeker (p. 33)
*
(p. 150)
Klepje voor CF-kaart/batterij (p. 21)
Indicatielampje
Klepje voor aansluiting
DC IN-aansluiting (p. 182, 183)
A/V OUT-aansluiting (audio-/video-uitgang) (p. 153)
* Als u de camera wilt aansluiten op een computer of printer, gebruikt u een van
de volgende kabels:
Computer: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) Direct Print-compatibele printers (niet meegeleverd)
z CP-printers: interfacekabel IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera) of
Direct Interface-kabel DIF-100 (meegeleverd bij CP-100/CP-10).
z Bubble Jet Printers
Bubble Jet Direct-compatibele printers: raadpleeg de
gebruikershandleiding van de Bubble Jet Printer.
PictBridge-compatibele printers: interfacekabel IFC-400PCU
(meegeleverd bij de camera)
z PictBridge-compatibele printers (niet van Canon): interfacekabel
IFC-400PCU (meegeleverd bij de camera)
Raadpleeg voor informatie over Direct Print-compatibele printers het Systeemschema of de Gebruikershandleiding voor Direct Print die worden meegeleverd met de camera.
12
Bedieningsknoppen
Bovenkant
Knop (Flits) / (Zoomen) (p. 62, 123)
De camera voorbereiden, Basisfuncties
Zoomring (p. 39)
Knop (Macro) / (Index) (p. 73, 124)
Knop (Verlichting) (p. 16)
Sluiterknop (p. 41)
Knop (Lichtmeting) (p. 91)
Achterkant
Hoofdwiel (p. 15)
Knop (Continu) / (Zelfontspanner/ Afstandsbediening) (p. 77, 79, 169)
Indicatielampje stroom/modus (p. 29)
Modusinstelknop (p. 29)
Knop (p. 30)
Keuzewiel (p. 14)
Knop (Schermselectie) (p. 32)
Knop SET (Instellen) /
(Selectie autofocusframe) (p. 89)
Knop FUNC. (Functie) / JUMP (Springen) (p. 43, 125)
Knop MF (Handmatige focus) /
(Microfoon)
(p. 113, 114, 131)
Knop (AE-/FE-vergrendeling) /
(Eén beeld wissen)
(p. 104, 106, 138)
Knop INFO. (Informatie) (p. 34)
Knop MENU (p. 44)
Multifunctionele keuzeknop (S/ (Belichting),
T/WB (Witbalans), W, X) (p. 92, 93)
13
Keuzewiel
Met het keuzewiel schakelt u tussen de opnamemodi.
Beeldzone
Creatieve zone
Auto
z
De camera selecteert automatisch de instellingen.
z
Beeldzone
De camera selecteert automatisch de instellingen op basis van het type beeldcompositie.
z
Creatieve zone
De gebruiker selecteert de instellingen voor
: Automatisch (p. 53)
: Staande beelden (p. 66) : Liggende beelden (p. 66) : Nachtopname (p. 67) : Panoramabeelden (p. 68) :Film (p.71)
belichting, diafragma of andere elementen voor speciale effecten.
:
Automatische belichtingsmodus (p. 81)
: Automatische belichting met
sluitertijdprioriteit (p. 82)
: Automatische belichting met
diafragmaprioriteit (p. 85) : Handmatige belichting (p. 87) : Aangepast 1 (p. 116) : Aangepast 2 (p. 116)
14
Hoofdwiel
Met het hoofdwiel selecteert u bepaalde menu's en geeft u beelden weer. U kunt snel en gemakkelijk menuopties selecteren en vastleggen en schakelen tussen menu's.
Aan het hoofdwiel draaien
z
Draaien
In de opnamemodus
z Diafragmawaarde en sluitertijd
selecteren (p. 82, 85, 87)
z Menuopties selecteren door op de knop
FUNC.
z Belichtingscompensatie en witbalans
selecteren (p. 92, 93)
z
In de weergavemodus
z Het vorige en volgende beeld
weergeven (p. 122)
te drukken (p. 43)
De camera voorbereiden, Basisfuncties
Met het hoofdwiel klikken
z
Klikken
In de opnamemodus
z Menuopties vastleggen door op de knop
FUNC.
z Schakelen tussen sluitertijden en
diafragmawaarden in de
te drukken (p. 43)
M
-modus (p. 87)
15
Display
Op de display worden de camera-instellingen, de resterende beeldcapaciteit, de resterende tijd voor filmopnamen, de status van de batterij en andere informatie weergegeven. In de opnamemodus (p. 29) kunt u de verlichting van de display gedurende zes seconden inschakelen door op de knop te drukken. Als u de verlichting binnen zes seconden wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op de knop .
Knop
c
d
Pictogrammen Betekenis
//
Compressie 57
Flits aan / Flits uit (niet weergegeven bij Auto) 62
//
Deelmeting/Spotmeting/ Centrumgeoriënteerde meting
Sluitertijd / Resterende tijd voor filmopnamen / Witbalans / ISO-waarde / Foto-effecten / Automatisch belichtingsbereik / Resolutiewaarde (voor iedere functie-instelling)
Diafragma-instelling 85, 87
Resolutie (niet weergegeven bij RAW-beelden) 57
ND-filter 118
Enkele opname / Opnameserie met standaardsnelheid / Opnameserie met hoge snelheid
Referentie-
pagina's
90
57, 71, 82, 87, 93, 96, 99, 100, 102
79
16
ISO-waarde 99
Batterijstatus 22
Macromodus
*
73
Foto-effect 96
Zelfontspanner / Afstandsbediening 77, 168
Resterende beeldcapaciteit / Berichtcode / Foutcode / (Interval) / Resterende opnamen bij opnemen met interval
Witbalansinstellingen 93
Automatisch belichtingsbereik 100, 102
e
Belichtingscompensatie voor de flitser / Flitssterkte aanpassen
Belichtingscompensatieniveau / Niveau van automatisch belichtingsbereik / Belichtingscompensatieniveau voor flitser
* Gaat uit in de modus Super Macro. Het pictogram van de modus Super Macro
wordt weergegeven op het LCD-scherm (of in de zoeker). (p. 75)
110, 159
107
92, 100, 107
De camera voorbereiden, Basisfuncties
z
In het bovenstaande overzicht worden alle pictogrammen tegelijk weergegeven. Gewoonlijk worden alleen de pictogrammen weergegeven die van toepassing zijn op de geselecteerde modus en camerastatus.
17
De camera voorbereiden
De batterij opladen
Ga als volgt te werk als u de batterij voor het eerst oplaadt en als het bericht 'Vervang/Verwissel accu' op het LCD-scherm (of in de zoeker) wordt weergegeven of als het pictogram van een bijna lege batterij ( ) en het Low Battery-bericht ( ) op de display knipperen.
12
Laadindi­cator
Houd de rand van de batterij evenwijdig met de lijn
1
op de batterijlader en schuif de batterij in de richting van de pijl.
De modelnamen en types van de batterijlader kunnen
2
per land verschillen.
(Voor CG-580)
Steek de batterijlader in een stopcontact.
(Voor CB-5L)
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
z
De laadindicator knippert terwijl de batterij wordt opgeladen. Wanneer de indicator continu brandt is het opladen voltooid.
z
Haal na het opladen de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij uit de oplader.
18
z
Het betreft een lithium-ionbatterij die niet leeg hoeft te zijn voordat u deze opnieuw oplaadt. U kunt de batterij op elk gewenst moment opladen. Omdat het maximum aantal oplaadsessies ongeveer 300 bedraagt (levensduur van de batterij), is het aan te raden om de batterij alleen op te laden als deze helemaal leeg is. Op deze manier gaat de batterij langer mee.
z
Het duurt ongeveer 90 minuten voordat een geheel lege batterij volledig is opgeladen (gebaseerd op de testnorm van Canon).
z
De oplaadtijd is afhankelijk van de luchtvochtigheid en de energiereserve die nog in de batterij aanwezig is.
z
U kunt ook de apart verkrijgbare batterijen BP-511, BP-512 en BP-514 gebruiken in deze camera.
Voorzorgsmaatregelen voor de batterij
z Zorg ervoor dat de polen van de batterij en de camera ( )
altijd schoon zijn. Vuile polen leiden tot slecht contact tussen de batterij en de camera. Wrijf de polen met een tissue of droge doek schoon voordat u de batterij oplaadt of gebruikt.
De camera voorbereiden, Basisfuncties
z Dek de batterijlader tijdens het laden niet af met een tafellaken,
kussen, deken of iets dergelijks. Het apparaat kan te warm worden en mogelijk brand veroorzaken.
z Laad met de meegeleverde apparatuur geen andere batterijen op
dan de batterijen BP-511A, BP-511, BP-512 of BP-514. Dat zou de apparatuur kunnen beschadigen
z Zolang de batterij zich in de camera bevindt, verliest de batterij
voortdurend een minimale hoeveelheid energie, zelfs als de camera niet is ingeschakeld. Dit verkort de levensduur van de batterij. Haal de batterij uit de camera als u de camera niet gebruikt.
z Zorg ervoor dat metalen voorwerpen (bijvoorbeeld sleutelhangers)
de plus- ( ) en min-pool ( ) niet raken (Fig. A). De batterij kan hierdoor beschadigd raken. Als u de batterij vervoert of opbergt wanneer u de camera niet gebruikt, moet u het batterijdeksel (Fig. B) altijd terugplaatsen of de batterij in de meegeleverde hoes plaatsen en op een koele, droge plaats bewaren.
19
De batterij opladen (vervolg)
Wanneer u de batterij BP-511A of BP-514 gebruikt, kunt u een lege batterij en een volledig opgeladen batterij van elkaar onderscheiden door de richting van het batterijdeksel te veranderen (Fig. C en D). Laad de batterij volledig op voordat u deze opnieuw gebruikt.
Fig. BFig. A Fig. DFig. C
Volledig opgeladen batterij
Bevestig het batterijdeksel dusdanig dat het blauwe gedeelte van de batterij zichtbaar is.
Gebruikte batterij
Bevestig het batterijdeksel in de tegenovergestelde richting als in Fig. C.
z Ook opgeladen batterijen verliezen voortdurend een klein deel van
hun lading. U kunt de batterij het beste opladen op de dag van gebruik of een dag daarvoor, zodat deze optimaal is opgeladen.
z Als u een volledig opgeladen batterij langere tijd (ongeveer een jaar)
opbergt zonder deze te gebruiken, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen. Het is daarom raadzaam de batterij in de camera te gebruiken totdat het symbool voor een lege batterij ( ) wordt weergegeven en de batterij vervolgens bij een normale temperatuur (maximaal 30º C) te bewaren. Als u de batterij langere perioden niet gebruikt, moet u de batterij minimaal eenmaal per jaar volledig opladen en vervolgens gebruiken in de camera totdat de batterij weer leeg is, voordat u de batterij opnieuw opbergt.
z Als de camera is ingeschakeld, wordt energie van de batterij
verbruikt, zelfs wanneer er geen functie wordt gebruikt. Schakel de camera daarom consequent uit als u de batterijlading wilt sparen.
z De maximale temperatuur waarbij de batterij kan functioneren is 0 tot
40º C, maar het optimale bereik is 10 tot 30º C. Bij lage temperaturen, zoals tijdens het skiën, worden de prestaties tijdelijk minder en moet u de batterij eerder opladen.
z Als de gebruiksduur van een batterij aanzienlijk vermindert, zelfs als
deze volledig is opgeladen, moet u de batterij vervangen.
20
De batterij/CF-kaart plaatsen
Installeer de meegeleverde batterij BP-511A en de meegeleverde CF-kaart als volgt in de camera. Als u de camera langere tijd wilt gebruiken, kunt u het best de apart verkrijgbare compacte voedingsadapter CA-560 gebruiken (p. 182).
z Laad de batterij op voordat u deze voor het eerst gebruikt (p. 18).
Etiket
1
2
3
4
De camera voorbereiden, Basisfuncties
Indicatielampje
Batterijvergrendeling
Controleer of de stroom is uitgeschakeld (p. 29) en
1
schuif het klepje voor de CF-kaart/batterij in de richting van de pijl.
Plaats de batterij.
2
z
De zijde met de polen moet naar beneden gericht zijn.
z
Schuif de batterij helemaal in de camera totdat u een klik hoort. Druk op de batterijvergrendeling om de batterij te verwijderen.
Uitwerpknop CF-kaart
Batterijpolen
21
De batterij/CF-kaart plaatsen (vervolg)
Plaats de CF-kaart.
3
z
De zijde van de CF-kaart met het etiket moet in de richting van het batterijvak wijzen.
z
Duw de kaart naar binnen totdat de uitwerpknop voor de CF-kaart volledig is uitgeschoven. Als u de CF-kaart wilt verwijderen, drukt u op de uitwerpknop en trekt u de kaart eruit.
Sluit het klepje voor de CF-kaart/batterij.
4
z
Als het indicatielampje knippert, wordt er een beeld naar de kaart geschreven, van de kaart gelezen, van de kaart verwijderd of van of naar de kaart verzonden. Voer in dat geval de volgende handelingen niet uit om te voorkomen dat beeldgegevens beschadigd raken of verloren gaan:
• Schud de camera niet.
• Schakel de stroom niet uit en open het klepje van de CF-kaart/ batterij niet.
z
U wordt aangeraden om CF-kaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 139). De kaart die met de camera wordt meegeleverd, hoeft u niet eerst te formatteren.
z
Haal de batterij uit de camera als u de camera niet gebruikt.
z
Zie CF-kaarten en geschatte capaciteit (aantal op te nemen beelden) (p. 191).
z
Zie Batterijprestaties (p. 190).
Symbolen voor de batterijstatus
De volgende pictogrammen geven de batterijstatus op de display aan. Deze pictogrammen worden niet weergegeven als de camera stroom krijgt van een voedingsadapter.
22
: De batterij is voldoende opgeladen : De batterij is bijna leeg
: De batterij moet worden opgeladen of vervangen
Voorzorgsmaatregelen voor CF-kaarten
z Een CF-kaart is een zeer geavanceerd elektronisch apparaat. Buig
de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
z Probeer een CF-kaart niet te demonteren of aan te passen. z Als de omgevingstemperatuur van een CF-kaart in korte tijd sterk
verandert, kan er condens ontstaan op de kaart, waardoor deze mogelijk niet meer goed functioneert. U kunt condensatie voorkomen door de CF-kaart in een luchtdichte plastic zak te plaatsen zodat de temperatuursverandering voor de kaart geleidelijker verloopt. Als zich toch condens vormt op de CF-kaart, moet u deze pas gebruiken als alle waterdruppeltjes volledig zijn verdampt.
z Plaats de CF-kaart in de meegeleverde hoes als u deze langere
tijd niet gaat gebruiken.
z Gebruik of bewaar CF-kaarten niet op de volgende plaatsen:
• Plaatsen waar veel stof of zand is of kan komen
• Plaatsen die blootstaan aan een hoge vochtigheid en hoge temperaturen
Een microdrive is een opnamemedium met een vaste schijf. De voordelen van microdrives zijn de grote capaciteit en de lage prijs
De camera voorbereiden, Basisfuncties
per MB. Ze kunnen echter gevoeliger zijn voor trillingen en schokken dan CF-kaarten, die gebruikmaken van duurzaam flashgeheugen. Wees daarom voorzichtig en stel de camera niet bloot aan trillingen of schokken wanneer u een microdrive gebruikt, met name tijdens het opnemen en afspelen.
23
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem zoals hier links is afgebeeld. Trek de riem strak in de gesp zodat deze niet meer kan losschieten. Doe hetzelfde aan de andere kant van de camera (p. 11).
z
Let erop dat u de camera niet rondzwaait of ergens tegenaan stoot wanneer deze aan de riem hangt.
De lensdop bevestigen
Bevestig de lensdop zoals hier links is afgebeeld. Plaats de lensdop altijd terug als u de lens niet meer gebruikt. Als u de lensdop wilt verwijderen, drukt u op de knopjes op de lensdop en trekt u de dop los van de lens.
z
Haal de lensdop van de lens voordat u de camera inschakelt.
24
De lenskap bevestigen
Wanneer u zonder flitser en met een lens die is ingesteld op een grote hoek foto's maakt in een omgeving die van achteren wordt belicht, moet u
De camera voorbereiden, Basisfuncties
de lenskap bevestigen om te voorkomen dat licht van buiten de lens binnendringt. Schakel de camera altijd uit voordat u de lenskap bevestigt.
Lenskap
Lijn het teken z op de lenskap uit met het teken
z
op de lens. Draai vervolgens de lenskap rechtsom totdat het teken
z
op de lens is
uitgelijnd met .
z
Als u de ingebouwde flitser gebruikt terwijl de lenskap is bevestigd, wordt een deel van het beeld geblokkeerd door de lenskap en donker weergegeven.
De filteradapter bevestigen
Als u een in de handel verkrijgbaar filter wilt bevestigen (diameter van 58 mm), moet u eerst de filteradapter aanbrengen. Schakel de camera altijd uit voordat u de filteradapter bevestigt.
Filteradapter
z
U kunt de filteradapter alleen gebruiken voor filters. Als u de apart verkrijgbare close-uplens 500D wilt bevestigen, moet u hiervoor de eveneens apart verkrijgbare lensadapter LA-DC58C gebruiken (p. 177).
Lijn het teken z op de filteradapter uit met het teken
z
op de lens. Draai vervolgens de filteradapter rechtsom totdat het teken
z
op de lens is uitgelijnd met .
z
Afhankelijk van de zoominstellingen, kunnen er donkere schaduwen ontstaan in het beeld wanneer u meer dan één filter tegelijk bevestigt.
25
De datum en tijd instellen
Het scherm Stel Datum & Tijd in wordt weergegeven wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld en wanneer de datumbatterij bijna leeg is. Begin bij stap 5 om de datum en tijd in te stellen.
Zet de camera aan (p. 29).
1
Druk op de knop MENU.
2
z
Een van de menu's [ (Opname)] of [ (Keuze)] verschijnt op het scherm.
Opnamemenu in
automatische modus
Druk op de pijl X op de
3
multifunctionele keuzeknop om het menu [ (Instellen)] te selecteren.
z
U kunt met de knop naar het andere menu springen.
Druk op de pijl S of T op de
JUMP
ook van het ene
4
multifunctionele keuzeknop om [Datum/Tijd] te selecteren en druk op de knop SET.
z
De fabrieksinstelling voor de datumnotatie kan in sommige landen anders zijn dan hier wordt weergegeven.
Stel de datum en tijd in.
5
z
Druk op de pijl W of X op de multifunctionele keuzeknop om een veld te selecteren dat u wilt wijzigen.
z
Druk op de pijl S of T op de
26
multifunctionele keuzeknop om de waarden in te stellen.
z
De datum kan worden ingesteld tot en met het jaar 2030.
Loading...
+ 180 hidden pages