Lees voordat u begint met opnamen maken het volgende
Lees eerst “Veiligheidsinstructies” (=30) en “Tips en waarschuwingen
voor het gebruik” (=33) om slechte foto's en ongelukken te voorkomen.
Lees deze handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen dat u de
camera correct gebruikt.
Raadpleeg deze handleiding tijdens het gebruik om nog
verder vertrouwd te raken met de camera
Maak een aantal testopnamen terwijl u deze handleiding doorneemt en
bekijk het resultaat. U zult de camera dan beter begrijpen. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats zodat u deze later nog kunt raadplegen.
De camera testen voor gebruik en aansprakelijkheid
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn
vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en
de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen
worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies
of ongemak.
Copyright
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in sommige landen het
gebruik van beelden die met de camera zijn gemaakt (of muziek/
beelden met muziek die naar de geheugenkaart zijn overgedragen) voor
andere doeleinden dan privégebruik. Ook kan het maken van opnamen
van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke zelfs voor
privégebruik verboden zijn.
2
Page 3
Controlelijst onderdelen
Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera
aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt.
Camera
(met cameradop)
Accu LP-E12
(met beschermkapje)
* De acculader LC-E12E wordt met een netsnoer geleverd.
zBij de camera is geen geheugenkaart (=11), interfacekabel of HDMI-kabel
geleverd.
zZie “Instructiehandleidingen” (=4) voor details over de Uitgebreide
gebruikershandleiding en de Instructiehandleidingen.
zAls u een lenzenset hebt gekocht, dient u te controleren of de lenzen zijn
meegeleverd.
zBewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig.
zWanneer u lensinstructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de
website van Canon (=4).
zDe lensinstructiehandleidingen (PDF-bestanden) zijn voor lenzen die apart
worden verkocht. Indien u de lenzenset koopt, komen sommige accessoires
die met de lens zijn meegeleverd, mogelijk niet overeen met de accessoires
die in de instructiehandleiding voor de lens zijn weergegeven.
Acculader
LC-E12E*
Riem
3
Page 4
Instructiehandleidingen
De instructiehandleiding die bij de camera wordt geleverd,
biedt basisinstructies voor de camera en voor Wi-Fifuncties.
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding (dit PDF-bestand)
die volledige aanwijzingen bevat, downloaden vanaf de website
van Canon naar een computer of ander apparaat.
De Uitgebreide gebruikershandleiding/
Instructiehandleidingen downloaden
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding en instructiehandleidingen
voor lenzen en software (PDF-bestanden) downloaden vanaf de website
van Canon naar een computer of ander apparaat.
zOm de instructiehandleidingen (PDF-bestanden) te kunnen weergeven,
hebt u Adobe PDF-weergavesoftware nodig, bijvoorbeeld Adobe Acrobat
Reader DC (bij voorkeur de nieuwste versie).
zAdobe Acrobat Reader DC kunt u gratis downloaden van internet.
zDubbelklik op het gedownloade PDF-bestand om dit te openen.
zRaadpleeg het Help-gedeelte van de software of dergelijke voor meer
informatie over het gebruik van de PDF-weergavesoftware.
4
Page 5
Instructiehandleidingen
De Uitgebreide gebruikershandleiding/Instructiehandleidingen
downloaden met behulp van de QR-code
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding en instructiehandleidingen
voor lenzen en software (PDF-bestanden) naar een smartphone of tablet
downloaden met de QR-code.
www.canon.com/icpd
zVoor het lezen van de QR-code is een software-app nodig.
zSelecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download de Uitgebreide
gebruikershandleiding/Instructiehandleidingen.
zSelecteer [5: Handleiding/software URL] om de QR-code op het
camerascherm weer te geven.
5
Page 6
Verkorte handleiding
1
2
3
4
(1)
(2)
Plaats de accu (=44).
zLaad de accu na aankoop op
om deze te kunnen gebruiken
(=42).
Plaats de kaart (=46).
zPlaats de kaart met het etiket
naar de achterkant van de
camera gericht en plaats het in de
kaartsleuf.
Bevestig de lens (=52).
zZorg ervoor dat de witte
bevestigingsmarkering op de lens
en die op de camera zich op één
lijn bevinden als u de lens wilt
bevestigen.
zVerwijder de lensdop.
Bereid de opname voor.
zDruk op (1) terwijl u iets aan (2)
draait en laat vervolgens (1) los.
zDraai (2) nog iets verder tot de lens
vastklikt.
6
Page 7
5
6
7
8
Verkorte handleiding
Zet de camera aan (=50).
Zet de opnamemodusschakelaar op <A> (=72).
zAlle noodzakelijke camera-
instellingen worden automatisch
ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp
(=57).
zOp elk gedetecteerd gezicht
verschijnt [p] (een AF-punt).
zDruk de ontspanknop half in;
de camera stelt vervolgens
scherp op het onderwerp.
Maak de opname (=57).
zDruk de ontspanknop helemaal in
om de opname te maken.
7
Page 8
Verkorte handleiding
Bekijk de opname.
9
zZie “Beelden afspelen” (=256) voor het bekijken van de opnamen die
u tot nu toe hebt gemaakt.
zZie “Beelden wissen” (=277) voor meer informatie over het
verwijderen van beelden.
zDe gemaakte opname wordt
circa 2 seconden op het scherm
weergegeven.
zDruk op de knop <x> om de
opname nogmaals weer te geven
(=256).
8
Page 9
Over deze handleiding
Pictogrammen in deze handleiding
<6>
<W> <X> <Y> <Z>
<Q> <0>
*
yIn aanvulling op bovenstaande punten worden de pictogrammen en symbolen die op
de cameraknoppen worden gebruikt en op het scherm worden weergegeven, ook in
deze handleiding gebruikt bij het bespreken van de relevante handelingen en functies.
M
=
: Een M-pictogram rechts van een paginatitel geeft aan dat de
functie alleen beschikbaar is in geavanceerde opnamemodi ([d],
[s], [f] of [a]) of [k] lmmodi ([k] of [M]).
: Referentiepaginanummers voor meer informatie.
***
: Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen.
: Aanvullende informatie.
: Tips en advies voor betere opnamen.
: Problemen oplossen.
: Geeft het instelwiel aan.
: Geeft de bijbehorende richting op de pijltjestoetsen
<V> aan.
: Geeft de Quick Control-/instelknop aan.
: Geeft de duur (in * seconden) van de handeling aan
:voor de ingedrukte knop, ingaand op het moment
:dat u de knop loslaat.
9
Page 10
Over deze handleiding
Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en
voorbeeldfoto's
zVoor instructies geldt dat de camera is ingeschakeld (=50).
zAangenomen wordt dat alle menu-instellingen en aangepaste functies op
de standaardinstellingen zijn ingesteld.
zSchermen in instructies tonen de status waarbij [Menuweergave]
in [j: Instellingen weergaveniveau] is ingesteld op [Met uitleg].
zOp de illustraties in deze handleiding is een EF-M15-45mm f/3.5-6.3 IS
STM-lens op de camera bevestigd als voorbeeld.
zDe voorbeeldfoto's die op de camera worden weergegeven en
die in deze handleiding worden gebruikt, zijn slechts bedoeld voor
instructiedoeleinden.
zIn verwijzingen voor het gebruik van EF- of EF-S-lenzen wordt
aangenomen dat een vattingadapter wordt gebruikt.
10
Page 11
Compatibele geheugenkaarten
De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht
de capaciteit. Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd
(geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart
met deze camera formatteren (=433).
zSD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
UHS-I-kaarten worden ondersteund.
Kaarten waarop lms kunnen worden opgeslagen
Gebruik voor het opnemen van lms een kaart met een grote capaciteit
en voldoende prestaties (lees-/schrijfsnelheid hoog genoeg) voor het
lmopnameformaat. Zie =498 voor meer informatie.
In deze handleiding verwijst “kaart” naar SD-geheugenkaarten,
SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten.
* Bij de camera is geen kaart voor het opslaan van foto's of
lms geleverd. Deze dient u apart aan te schaffen.
Index ..................................................................................................512
21
Page 22
22
Page 23
Inhoud per doel
Opnamen maken
zAutomatisch opnamen maken
zContinue opname
zEen foto van uzelf maken in
een groep
zActie bevriezen
zActie vervagen
zOpnamen maken met effecten
naar keuze
zAchtergrond vervagen
zAchtergrond scherp in beeld
houden
zBeeldhelderheid (belichting)
aanpassen
zOpnamen maken bij weinig licht
zOpnamen maken zonder itser
z's Nachts opnamen maken van
vuurwerk
zOpnamen maken met creatieve
effecten
zZelfportret maken
zFilms opnemen
71–=101
=
(Basisopnamemodi)
133 (i Continue opname)
=
135 (j Zelfontspanner)
=
106 (s AE met
=
sluitervoorkeur)
78 (Creatieve hulp)
=
108 (f AE met
=
diafragmavoorkeur)
137 (Belichtingscompensatie)
=
244 (I Opnamen maken
=
met de itser)
138 (ISO-snelheidsinstellingen)
=
249 (b Flitser uit)
=
112 (Bulbbelichting)
=
=96 (Creatieve lters)
82 (J Zelfportret)
=
195 (k Filmopname)
=
23
Page 24
Inhoud per doel
Beeldkwaliteit
zOpnamen maken met
beeldeffecten die passen
bij het onderwerp
zEen grote afdruk van de foto
maken
zVeel foto's maken
AF (scherpstellen)
zHet scherpstelpunt wijzigen
zOpnamen maken van een
bewegend onderwerp
Afspelen
zFoto's of lms op de camera
bekijken
zSnel foto's of lms zoeken
zBeelden beoordelen
zVoorkomen dat belangrijke foto's
of lms onbedoeld worden gewist
zOnnodige foto's of lms wissen
zFoto's en lms automatisch
afspelen
zFoto's en lms bekijken op een tv
154 (Beeldstijl kiezen)
=
122 (73, 83, 1,
=
7
122 (
=
172 (AF-methode)
=
168 (Servo AF)
=
86 (5 Sport)
=
256 (x Afspelen)
=
260 (Indexweergave)
=
310 (Van beeld naar beeld
=
springen met i)
308 (Voorwaarden voor het
=
zoeken van beelden instellen)
303 (Classicatie)
=
272 (K Beelden beveiligen)
=
277 (L Beelden wissen)
=
306 (Diavoorstellingen)
=
270 (Afspelen op een tv)
=
8
,
a
a, b
F
)
)
24
Page 25
Inhoud per doel
zHelderheid van het scherm
aanpassen
zSpeciaal effect toepassen op
afbeeldingen
Draadloze functies
zBeelden naar een smartphone
verzenden
zBeelden automatisch naar een
computer verzenden
zFoto's printen
zBeelden online delen
437 (Schermhelderheid)
=
291 (Creatieve lters)
=
321 (Verbinden met een
=
smartphone)
349 (Verbinden met een
=
computer via Wi-Fi)
357 (Verbinden met een
=
printer via Wi-Fi)
367 (Beelden naar een
=
webservice verzenden)
25
Page 26
Functie-index
Voeding
zDe accu opladen (=42)
zAccuniveau (=51)
zEco-modus (=435)
zEnergiebesparing (=436)
Kaarten
zFormatteren (=433)
zKaarten die compatibel zijn met
lmopnamen (=497)
Lens
zBevestigen (=52, =54)
zVerwijderen (=53, =55)
zSluiter ontspannen zonder lens
(=461)
zInstellingen voor automatische
schermvergrendeling (=445)
zWeergaveprestaties (=452)
AF
zAF-werking (=167)
zAF-methode (=170)
zAF-puntselectie (=175)
zOogdetectie-AF (=180)
zContinue AF (=181)
zElektronische handmatige
scherpstelling (=183)
zAF-hulplicht (=184)
zHandmatige scherpstelling
(=185)
zMF-peaking-instellingen (=187)
Basisinstellingen
zDatum/tijd/zone (=438)
zTaal (=441)
zVideosysteem (=443)
zPieptoon (=446)
zAlle camera-instellingen wissen
(=453)
zCopyrightinformatie (=454)
Scherm
zKantelen (=49)
zAanraakbediening (=68)
zHelderheid (=437)
26
Lichtmeting
zMeetmethode (=143)
Transport
zMaximale opnamereeks (=124)
zTransportmodi (=133)
zZelfontspanner (=135)
Beeldopname-instellingen
zEen map maken/selecteren
(=426)
zBestandsnummering (=428)
Page 27
Functie-index
Beeldkwaliteit
zBeeldkwaliteit (=122)
zHoogte/breedte foto (=125)
zLensafwijkingscorrectie (=128)
zISO-snelheid (foto's) (=138)
zAutomatische
helderheidsoptimalisatie (=141)
zPrioriteit voor lichte tonen (=142)
zWitbalans (=147)
zKleurruimte (=153)
zBeeldstijl (=154)
zRuisreductie voor lange
belichtingstijden (=162)
zRuisreductie voor hoge ISO-
snelheden (=163)
Opnamen maken
zOpnamemodus (=38)
zSnel instellen (=69)
zCreatieve hulp (=78)
zCreatieve lters (=96)
zScherptedieptecontrole (=109)
zTouch Shutter (=165)
zVergrote weergave (=177)
zBediening op afstand (=191)
zWeergave met opname-informatie
(=449)
zRasterweergave (=449)
zOmgekeerde weergave (=451)
zFoutcodes (=493)
Belichting
zBelichtingscompensatie met M+ISO
Auto (=111)
zBelichtingscompensatie (=137)
zBelichtingssimulatie (=146)
zAE-vergrendeling (=189)
zVeiligheidsshift (=459)
Flitser
zFlitser (=244)
zFlitsbelichtingscompensatie
(=246)
zFE-vergrendeling (=247)
zFunctie-instellingen van de
ingebouwde itser (=251)
27
Page 28
Functie-index
Filmopname
zOpname met automatische
belichting (=198)
zOpname met handmatige belichting
(=200)
zFilmopnameformaat (=205)
zGeluidsopname (=213)
zWindlter (=213)
zDemper (=214)
zTime-lapselm (=215)
zVideosnapshot (=224)
zServo AF voor lms (=231)
zOpnamen maken met de
afstandsbediening (=235)
zISO-snelheid (lm) (=236)
zHDMI-uitgang (=238)
zAutomatische langzame sluiter
(=239)
zInformatie over horizontale
of verticale stand toevoegen
(=432)
zFunctie van ontspanknop voor lms
(=442)
Afspelen
zKijktijd (=127)
zEén beeld weergeven (=256)
zAfspelen via touchscreen (=258)
zVergrote weergave (=259)
zIndexweergave (=260)
zFilm afspelen (=261)
zDe eerste en laatste scènes uit een
lm snijden (=264)
zBeeld opslaan als foto (4K)
(=266)
zBeelden op een televisie bekijken
(=270)
zBeveiliging (=272)
zBeelden draaien (=275)
zWissen (=277)
zClassicatie (=303)
zDiavoorstelling (=306)
zVoorkeuren voor beelden zoeken
instellen (=308)
zDoor opnamen bladeren
(sprongweergave) (=310)
zWeergave met afspeelinformatie
(=312)
zAF-puntweergave (=314)
zAutomatisch draaien (=431)
zHDMI-resolutie (=447)
zHDR-uitgang (=448)
zWeergave met opname-informatie
(=506)
28
Page 29
Functie-index
Opnamen bewerken
zCreatieve lters (=291)
zRode ogen corrigeren (=296)
zVideosnapshotalbum (=297)
zJPEG-opnamen bijsnijden
(=300)
zFormaat van JPEG-opnamen
wijzigen (=302)
Printopties opgeven
zPrintopties (DPOF) (=284)
zFotoboek instellen (=288)
Aanpassen
zInstellingen weergaveniveau
(=60)
zPersoonlijke voorkeuze (C.Fn)
(=458)
zMy Menu (=465)
Software
zDownloaden en installeren
(=472)
zSoftware-instructiehandleidingen
(=473)
Draadloze functies
zVerbinden met smartphones
(=321)
zBeelden automatisch naar
smartphones verzenden (=335)
zAfstandsbediening (EOS Utility)
(=349)
zBeelden automatisch naar
computer verzenden (=354)
zAfdrukken van Wi-Fi-printers
(=357)
zUploaden naar webservice
(=367)
zVerbinding maken met een
draadloze afstandsbediening
(=387)
zOpnamen van een geotag voorzien
(=396)
zDraadloze instellingen wissen
(=402)
29
Page 30
Veiligheidsinstructies
Zorg dat u deze instructies leest om het product veilig te kunnen gebruiken.
Volg deze instructies om letsel of schade aan de gebruiker van het product
of anderen te voorkomen.
WAARSCHUWING:
zHoud het product buiten bereik van jonge kinderen.
Een draagriem rond de nek van een persoon wikkelen kan leiden tot verstikking.
Het inslikken van onderdelen of meegeleverde items van camera's of accessoires
is gevaarlijk. Roep onmiddellijk medische hulp in als deze worden ingeslikt.
De batterij is gevaarlijk zijn als deze wordt ingeslikt. Roep onmiddellijk medische
hulp in als deze worden ingeslikt.
zGebruik alleen voedingsbronnen waarvan in deze gebruiksaanwijzing wordt
aangegeven dat ze bedoeld zijn voor gebruik met dit product.
zDemonteer of wijzig het product niet.
zStel het product niet bloot aan harde schokken of trillingen.
zRaak geen blootliggende interne onderdelen aan.
zStop onmiddellijk met het gebruik van het product in geval van vreemde
verschijnselen zoals de aanwezigheid van rook of een vreemde geur.
zGebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of verfverdunner
om het product schoon te maken.
zLaat het product niet nat worden. Stop geen vreemde voorwerpen of vloeistoffen in
het product.
zGebruik het product niet op plaatsen waar brandbare gassen aanwezig kunnen zijn.
Als u deze instructies niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok, explosie
of brand veroorzaken.
zLaat een lens of camera/camcorder met bevestigde lens niet blootliggen zonder dat
de lensdop is bevestigd.
De lens kan het licht bundelen en brand veroorzaken.
zRaak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het stopcontact zit.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
zNeem de volgende instructies in acht bij gebruik van in de winkel verkrijgbare
batterijen of bijgeleverde accu's.
yGebruik batterijen alleen voor het product waarvoor ze bedoeld zijn.
yVerwarm de batterijen/accu's niet en stel ze niet bloot aan vuur.
yLaad de batterijen/accu's niet op met niet-goedgekeurde acculaders.
yStel de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in contact komen met metalen
spelden of andere metalen objecten.
yGebruik geen lekkende batterijen/accu's.
yBreng tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterijen/accu's
wanneer u deze weggooit.
Hiermee wordt gewezen op
het risico van ernstig letsel of
levensgevaar.
30
Page 31
Veiligheidsinstructies
Als u deze instructies niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok, explosie
of brand veroorzaken.
Indien een batterij/accu lekt en het materiaal in contact komt met uw huid of
kleding, moet u het getroffen gebied grondig afspoelen met stromend water.
In geval van contact met de ogen moet u de ogen grondig spoelen met ruime
hoeveelheden schoon, stromend water en onmiddellijk medische hulp inroepen.
zNeem de volgende instructies in acht bij gebruik van een acculader of AC-adapter.
yVerwijder regelmatig met een droge doek stof dat zich op de stekker en het
stopcontact ophoopt.
ySteek of trek de stekker van het product niet in of uit het stopcontact met natte
handen.
yGebruik het product niet als de stekker niet volledig in het stopcontact is gestoken.
yStel de stekker en de polen niet bloot aan vuil en laat ze niet in contact komen met
metalen spelden of andere metalen voorwerpen.
zRaak de acculader of AC-adapter niet aan tijdens onweer indien deze in het
stopcontact is gestoken.
zPlaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Demonteer, breek of wijzig het
netsnoer niet.
zWikkel het product niet in doek of andere materialen tijdens of kort na gebruik,
wanneer het product nog steeds een warme temperatuur heeft.
zHaal de stekker van het product niet uit het stopcontact door aan het snoer te
trekken.
zHoud het product niet langdurig aangesloten op een voedingsbron.
zLaad batterijen/accu's niet op bij temperaturen buiten het bereik van 5–40 °C.
Als u deze instructies niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok, explosie
of brand veroorzaken.
zLaat het product tijdens gebruik niet langdurig in contact komen met hetzelfde gebied
van de huid.
Dit kan leiden tot eerstegraads verbrandingen zoals een rode huid of blaren, zelfs
als het product niet heet aanvoelt. Het gebruik van een statief of vergelijkbare
apparatuur wordt aanbevolen wanneer het product wordt gebruikt op hete locaties
of door mensen met een slechte bloedsomloop of een minder gevoelige huid.
zVolg aanwijzingen op om het product uit te schakelen op plaatsen waar het gebruik
ervan verboden is.
Als u dit niet doet, kan de werking van andere apparatuur verstoord raken
door het effect van elektromagnetische golven en kunt u zelfs ongelukken
veroorzaken.
31
Page 32
Veiligheidsinstructies
VOORZICHTIG:
zGebruik de itser niet in de buurt van de ogen.
Hiermee wordt gewezen op het risico
van letsel.
Dit kan pijn doen aan de ogen.
zKijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker.
Dit kan symptomen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wagenziekte. Stop in
dat geval onmiddellijk met het gebruik van het product en rust enige tijd voordat
u het gebruik hervat.
zDe itser krijgt een hoge temperatuur wanneer deze itst. Houd vingers, andere
lichaamsdelen en voorwerpen uit de buurt van de itseenheid terwijl u foto's maakt.
Dit kan brandwonden of een storing van de itser veroorzaken.
zLaat het product niet achter op plaatsen die worden blootgesteld aan extreem hoge
of lage temperaturen.
Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel
veroorzaken wanneer het wordt aangeraakt.
zDe riem is alleen bedoeld voor gebruik op het lichaam. Door de riem met een
bevestigd product op te hangen aan een haak of ander object, kan het product
beschadigd raken. Schud daarnaast het product niet en stel het product niet bloot
aan harde schokken.
zOefen geen sterke druk uit op de lens en laat geen voorwerpen de lens raken.
Dit kan letsel of schade aan het product veroorzaken.
zBevestig het product alleen op een statief dat stevig genoeg is.
zDraag het product niet wanneer het op een statief is bevestigd.
Dit kan letsel of een ongeluk veroorzaken.
zRaak geen onderdelen aan de binnenkant van het product aan.
Dit kan letsel veroorzaken.
zAls er een abnormale huidreactie of irritatie ontstaat tijdens of na het gebruik van
dit product, gebruik het product dan niet meer en win medisch advies in of roep
medische hulp in.
32
Page 33
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
Omgaan met de camera
zDeze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en
stel deze niet bloot aan fysieke schokken.
zDe camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt.
Als de camera nat wordt, neem dan onmiddellijk contact op met een
Canon Service Center. Veeg eventuele waterdruppels weg met een
schone, droge doek. Is de camera blootgesteld aan zoute lucht, veeg de
camera dan af met een schone, goed uitgewrongen, vochtige doek.
zAls u de camera gebruikt op een plaats waar veel vuil of stof aanwezig
is, kan er een storing worden veroorzaakt.
zHet wordt aanbevolen de camera na gebruik te reinigen. Als u vuil,
stof, water of zout op de camera laat zitten, kan er een storing worden
veroorzaakt.
zHoud de camera buiten het bereik van apparaten met sterke
magnetische velden, zoals magneten of elektrische motoren. Houd de
camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven
uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen
storingen in de camera veroorzaken en beeldgegevens beschadigen.
zLaat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in
een auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de
camera defect raken.
zDe camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer de camera
nooit zelf te demonteren.
zBlokkeer de werking van de ingebouwde itser of sluiter niet met uw
vinger of met andere voorwerpen. Als u dit toch doet, kan er een storing
worden veroorzaakt.
zGebruik een in de winkel verkrijgbare lensblazer om stof van de lens
of andere onderdelen te verwijderen. Gebruik geen reinigingsmiddelen
die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of de
lens schoon te maken. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil
contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
zRaak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers
aan. Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest
op de contactpunten kan leiden tot storingen aan de camera.
33
Page 34
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
zAls de camera plotseling van een koude in een warme omgeving
terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige
delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten
plastic tas te plaatsen. Zorg ervoor dat de camera is aangepast aan de
hogere temperatuur voordat u de camera uit de tas haalt.
zGebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd en
verwijder de lens, kaart of accu niet, om schade te voorkomen. Schakel
de camera uit en wacht tot het vocht volledig verdampt is voordat u het
gebruik hervat.
Als de camera binnenin nog koud is, zelfs wanneer de camera volledig
droog is, verwijdert u de lens, kaart of accu niet totdat de camera zich
heeft aangepast aan de omgevingstemperatuur.
zVerwijder de accu en berg de camera op een koele, droge en goed
geventileerde plaats op als u de camera gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen, moet u de ontspanknop zo
nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog
goed functioneert.
zVermijd opslag op plaatsen waar chemicaliën worden gebruikt die
oxidatie en corrosie veroorzaken, zoals in een laboratorium.
zAls de camera langere tijd niet is gebruikt, test u alle functies voordat
u de camera weer gaat gebruiken. Als u de camera langere tijd niet hebt
gebruikt en opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis,
bijvoorbeeld een reis naar het buitenland, is het raadzaam de camera te
laten controleren bij het dichtstbijzijnde Canon Service Center of zelf te
controleren of de camera goed functioneert.
zDe camera kan warm worden na herhaaldelijk continu opnemen of
fotograferen/lmen gedurende een langere periode. Dit is niet het gevolg
van een storing.
zEen felle lichtbron binnen of buiten het beeldgebied kan reecties
veroorzaken.
Scherm
zHoewel het scherm is geproduceerd met hogeprecisietechnologie en
meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01%
resterende pixels enkele dode pixels voorkomen en kunnen er ook
zwarte, rode of andere gekleurde vlekken voorkomen. Dit is niet het
gevolg van een storing. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de
vastgelegde opnamen.
34
Page 35
Tips en waarschuwingen voor het gebruik
(1)
zAls het scherm lange tijd aan blijft staan, kan het scherm inbranden
en zijn er restanten van de eerdere weergave te zien. Dit is echter
een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt
gebruikt.
zBij lage temperaturen kan het scherm langzamer reageren en bij hoge
temperaturen kan het er zwart uitzien. Bij kamertemperatuur functioneert
het scherm weer normaal.
Kaarten
Let op het volgende om de kaart en vastgelegde gegevens te beschermen:
zLaat de kaart niet vallen of nat worden en buig de kaart niet. Oefen geen
druk op de kaart uit en stel deze niet bloot aan fysieke schokken en
trillingen.
zRaak de elektronische contactpunten van de kaart nooit met uw vingers
of een metalen voorwerp aan.
zPlak geen stickers of iets anders op de kaart.
zGebruik of bewaar de kaart niet in de buurt van voorwerpen met een
sterk magnetisch veld, zoals een televisie, luidsprekers en magneten.
Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit.
zPlaats de kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen.
zBewaar de kaart in een houder.
zBewaar de kaart niet op hete, stofge of vochtige plaatsen.
Vlekken op de beeldsensor
zBehalve dat er stof van buitenaf de camera kan binnendringen, kan er in
zeldzame gevallen ook smeermiddel van de interne onderdelen van de
camera op de sensor terechtkomen. Zijn er vlekken te zien op beelden,
laat de sensor dan reinigen door een Canon Service Center.
Lens
zNadat u de lens hebt losgedraaid van de camera,
plaatst u de lens met de achterkant naar boven en
bevestigt u de achterste lensdop om krassen op het
U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. Volledig automatisch
opnamen maken, met instellingen die worden bepaald door de camera.
(2) z: fotomodus
Voor het maken van foto-opnamen. U kunt de camera de juiste instellingen
laten bepalen voor het onderwerp of de scène of zelf instellingen
kiezen voor meer controle over uw opname. Wilt u een opnamemodus
selecteren, tik dan linksboven in het opnamescherm op het pictogram
van een opnamemodus. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een
opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Geavanceerde opnamemodi
d
AE-programma (=104)
s
AE met sluitervoorkeur (=106)
f
AE met diafragmavoorkeur (=108)
a
Handmatige belichting (=110)
D
: modus Hybride automatisch (
38
=
72)
Page 39
Modus Speciale scène
J
Zelfportret (=82)
2
Portret (=83)
K
Egale huid (=84)
3
Landschap (=85)
5
Sport (=86)
4
Close-up (=87)
Namen van onderdelen
P
Voedsel (=88)
6
Nachtportret (=89)
Nachtopnamen uit hand
F
(=90)
G
HDR-tegenlicht (=91)
I
Stille modus (=92)
Modus Creatieve lters (
I
Korrelig zwart-wit (=98)
G
Softfocus (=98)
X
Fisheye-effect (=98)
K
Aquareleffect (=98)
Speelgoedcamera-effect
H
(=98)
=
96)
c
Miniatuureffect (=99)
A
HDR-kunst (=99)
B
HDR-kunst levendig (=99)
C
HDR-kunst olieverf (=99)
HDR-kunst embosseren
D
(reliëf) (=99)
(3) k: lmmodus
Voor lmopnamen. Wilt u een opnamemodus selecteren, tik dan linksboven
in het opnamescherm op het pictogram van een opnamemodus. Druk op de
pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een opnamemodus te selecteren en druk
Haal het uiteinde van de riem van onderaf
door het oog van het bevestigingspunt van
de draagriem. Haal het uiteinde daarna door
de gesp van de riem zoals afgebeeld in de
illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor
dat deze goed vastzit in de gesp.
40
Page 41
Voorbereiding en
basisbediening
In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen voor het
maken van opnamen en de basis camerahandelingen beschreven.
4141
Page 42
De accu opladen
Verwijder het beschermkapje van
1
de accu.
Steek de accu volledig in de lader.
2
zVerwijder de accu in omgekeerde
volgorde.
Laad de accu op.
3
zSluit het netsnoer aan op de lader en
steek de stekker in het stopcontact.
zHet opladen begint automatisch en het
oplaadlampje gaat oranje branden.
zAls de accu volledig is opgeladen, gaat
het lampje 'volledig opgeladen' groen
branden.
zHet duurt ongeveer 2 uur om
een volledig lege accu bij
kamertemperatuur (23 °C) helemaal
op te laden. Hoe lang het duurt om de
accu op te laden, is sterk afhankelijk
van de omgevingstemperatuur en de
resterende capaciteit van de accu.
zUit veiligheidsoverwegingen duurt
opladen bij lage temperaturen (5–10 °C)
langer (tot circa 4 uur).
42
Page 43
De accu opladen
zBij aankoop is de accu niet volledig opgeladen.
Laad de accu voor gebruik op.
zHet verdient aanbeveling om de accu op te laden op de dag
dat u deze gaat gebruiken of een dag ervoor.
Zelfs wanneer de camera is opgeborgen, raakt een opgeladen accu
geleidelijk aan leeg.
zVerwijder de accu na het opladen en verwijder de acculader
uit het stopcontact.
zVerwijder de accu wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de accu langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van
een kleine lekstroom, waardoor de accu verder wordt ontladen en
de levensduur van de accu korter wordt. Bewaar de accu met het
beschermkapje erop. Als u de accu opbergt nadat u deze volledig hebt
opgeladen, kunnen de prestaties van de accu teruglopen.
zDe acculader kan ook in het buitenland worden gebruikt.
De acculader is compatibel met een stroombron van 100 V AC tot
240 V AC, 50/60 Hz. Indien nodig kunt u een in de winkel verkrijgbare
stekkeradapter voor het desbetreffende land of de desbetreffende
regio gebruiken. Sluit geen draagbare spanningsomvormer aan op de
acculader. Dit kan de acculader beschadigen.
zAls de accu snel leeg raakt, zelfs nadat deze volledig is
opgeladen, moet de accu worden vervangen.
Koop dan een nieuwe accu.
zNadat u de stekker van de lader uit het stopcontact hebt verwijderd, dient u de
contactpunten van de stekker circa 5 seconden niet aan te raken.
zDe bijgeleverde lader kan geen andere accu's opladen dan de accu LP-E12.
43
Page 44
De accu plaatsen/verwijderen
Plaats een volledig opgeladen accu LP-E12 in de camera.
Plaatsen
Verschuif het klepje van het
1
accucompartiment om het te
openen.
Plaats de accu.
2
zSteek het uiteinde met de elektrische
contactpunten in de camera.
zSchuif de accu in de camera totdat de
accu vastzit.
Sluit het klepje.
3
zVerschuif het klepje totdat het dichtklikt.
zU kunt geen andere accu's gebruiken dan de accu LP-E12.
zLet erop dat u het accucompartimentklepje bij het openen niet verder naar
achteren drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken.
44
Page 45
Verwijderen
(1)
De accu plaatsen/verwijderen
Open het accucompartimentklepje.
1
zZet de camera uit.
zControleer of de lees-/schrijndicator
uit (1) is en open vervolgens het
klepje.
Verwijder de accu.
2
zDruk het accuvergrendelingsschuifje
in de richting van de pijl en verwijder
de accu.
zPlaats het meegeleverde beschermkapje
(=42) altijd op de accu om
kortsluiting te voorkomen.
45
Page 46
De kaart plaatsen/verwijderen
(1)
De vastgelegde beelden worden op de kaart opgeslagen.
zZorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje (1) van de kaart omhoog
staat, zodat schrijven en wissen mogelijk is.
Plaatsen
Open het klepje van de kaartsleuf.
1
Plaats de kaart.
2
zPlaats de kaart met de etiketzijde naar
de achterzijde van de camera gericht,
totdat de kaart vastklikt.
Sluit het klepje.
3
46
Page 47
De kaart plaatsen/verwijderen
(1)
Verwijderen
Open het klepje.
1
zZet de camera uit.
zControleer of de lees-/schrijndicator
uit (1) is en open vervolgens het
klepje.
zSluit het klepje als [Opslaan...] op het
scherm wordt weergegeven.
Verwijder de kaart.
2
zDruk de kaart voorzichtig in de camera
en laat de kaart vervolgens los om deze
uit te werpen.
zTrek de kaart recht naar buiten en sluit
het klepje.
De kaart formatteren
Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een
andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren
(=433).
zHet maximum aantal opnamen varieert, afhankelijk van de resterende
capaciteit van de kaart, de instellingen voor de beeldkwaliteit, de ISO-snelheid
enzovoort.
47
Page 48
De kaart plaatsen/verwijderen
zWanneer de lees-/schrijndicator brandt of knippert, betekent dit
dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist,
of dat gegevens worden overgedragen. Maak op dat moment het
kaartsleufklepje niet open en verwijder de accu niet. Voer ook niet de
volgende handelingen uit wanneer de lees-/schrijndicator brandt
of knippert. De opnamegegevens, kaart of camera kunnen anders
beschadigd raken.
yDe kaart verwijderen.
yDe accu verwijderen.
yMet de camera schudden of slaan.
yEen netsnoer loskoppelen en aansluiten (als accessoires voor aansluiting
op een gewoon stopcontact (afzonderlijk verkrijgbaar) worden gebruikt).
zAls op de kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het
opnamenummer niet begint bij 0001 (=428).
zAls op het scherm een aan de kaart gerelateerde fout wordt weergegeven,
verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw. Gebruik een andere kaart als
het probleem aanhoudt.
Kunt u alle opnamen op de kaart naar een computer overdragen, draag dan
alle opnamen over en formatteer de kaart met de camera (=433). De kaart
functioneert dan wellicht weer normaal.
zRaak de contactpunten van de kaart niet aan met uw vingers of met metalen
voorwerpen. Stel de contactpunten niet bloot aan stof of water. Vuil op de
contactpunten kan de werking verstoren.
zMultimediakaarten (MMC) kunnen niet worden gebruikt. (In dat geval verschijnt
een kaartfoutmelding.)
48
Page 49
Het scherm gebruiken
U kunt de richting en hoek van het scherm wijzigen.
Het scherm omhoog kantelen
zHet scherm kan omhoog worden
getild en tot ongeveer 180° worden
opengeklapt.
zAls u de camera op uzelf gericht houdt
bij opnamen, kunt u een gespiegelde
weergave van uzelf zien door het
scherm naar de voorzijde van de
camera te draaien.
zHoud het scherm gesloten wanneer de camera niet in gebruik is.
zDuw niet te ver door bij het openen van het scherm. Hierdoor kan de camera
beschadigd raken.
49
Page 50
De camera inschakelen
Druk op de aan-uitknop om de camera
aan te zetten. Druk nogmaals op de
knop om de camera uit te zetten.
De datum, tijd en tijdzone instellen
Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum/tijd/zone wordt
weergegeven, raadpleegt u =438 voor het instellen van de datum, tijd en
tijdzone.
De interfacetaal wijzigen
Zie =441 voor het wijzigen van de interfacetaal.
z[Opslaan...] wordt weergegeven als u de camera uitschakelt terwijl een beeld
op de kaart wordt opgeslagen. De camera wordt uitgeschakeld nadat het
opslaan voltooid is.
50
Page 51
De camera inschakelen
Indicator accuniveau
: De accu is vol.
: Accuniveau is laag, maar de camera
:kan nog worden gebruikt.
: De accu is bijna leeg. (Knippert)
: Laad de accu op.
zDe accu raakt sneller leeg wanneer u een van de volgende handelingen
verricht:
yWanneer de ontspanknop voor langere tijd half wordt ingedrukt.
yWanneer de AF vaak wordt geactiveerd zonder dat er een opname wordt
gemaakt.
yWanneer Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) van de lens wordt gebruikt.
yWanneer u de Wi-Fi-functie of de Bluetooth-functie gebruikt.
zAfhankelijk van de opnameomstandigheden kan het maximum aantal mogelijke
opnamen afnemen.
zVoor de bediening van de lens wordt ook stroom van de accu gebruikt.
Bij sommige lenzen raakt de accu sneller leeg dan bij andere.
zBij lage omgevingstemperaturen is het wellicht niet mogelijk om opnamen te
maken, zelfs wanneer het accuniveau hoog genoeg is.
51
Page 52
Een lens bevestigen/verwijderen
De camera is compatibel met EF-M-lenzen.
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
zVerwijder de achterste lensdop en de
cameradop door ze los te draaien in
de richting die door de pijlen wordt
aangegeven.
Bevestig de lens.
2
zZorg ervoor dat de witte
bevestigingsmarkering op lens en die
op de camera zich op één lijn bevinden
en draai de lens in de richting van de pijl
totdat deze vastklikt.
Verwijder de voorste lensdop.
3
52
Page 53
Een lens bevestigen/verwijderen
De lens verwijderen
Druk op de lensontgrendelingsknop
(3)
(2)
(1)
zKijk niet rechtstreeks naar de zon door een lens. Dit kan het gezichtsvermogen
beschadigen.
zZet de camera uit voordat u lenzen bevestigt of verwijdert.
zAls het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het automatisch
scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
zOpnamebeeldhoek
- Omdat het beeldgebied kleiner is dan het lmformaat 35 mm, lijkt het of de
effectieve beeldhoek overeenkomt met ongeveer 1,6 keer de aangegeven
brandpuntsafstand van de lens.
Beeldgebied (circa) (22,3×14,9 mm)
en draai de lens in de richting van
de pijl.
zDraai de lens totdat deze niet
meer verder kan en koppel deze
vervolgens los.
zBevestig de achterste lensdop op de
losgekoppelde lens.
zRaadpleeg de lensinstructiehandleiding (=4) voor instructies over het
35mm-lmformaat (36×24 mm)
gebruik van de lens.
Tips voor het voorkomen van vlekken en stof
Verwissel lenzen zo snel mogelijk en op een plaats die zo veel mogelijk
stofvrij is.
Bevestig de cameradop op de camera wanneer u deze zonder lens bewaart.
Verwijder stof van de cameradop voordat u deze bevestigt.
53
Page 54
EF/EF-S-lenzen bevestigen/verwijderen
(1)
(2)
(
3
)
U kunt EF- en EF-S-lenzen gebruiken door de optionele vattingadapter
EF-EOS M te bevestigen.
Een lens bevestigen
Verwijder de doppen.
1
zVerwijder de doppen op de lens, adapter
en behuizing.
Bevestig de lens op de adapter.
2
zZorg ervoor dat de rode of witte
bevestigingsmarkering op de lens zich
op gelijke hoogte bevinden met die op
de voedingsadapter en draai de lens
in de richting van de pijl totdat deze
vastklikt.
(1) Rode markering
(2) Witte markering
Bevestig de adapter op de camera.
3
zZorg ervoor dat de witte
bevestigingsmarkeringen (3) op de
adapter en de camera zich op één
lijn bevinden en draai de lens in de
richting van de pijl totdat de lens op zijn
plaats klikt.
54
Page 55
EF/EF-S-lenzen bevestigen/verwijderen
Stel de scherpstelmodusknop op
4
de lens in op <AF>.
z<AF> staat voor Auto Focus,
of automatische scherpstelling.
z<MF> staat voor Manual Focus,
of handmatige scherpstelling.
Automatisch scherpstellen werkt dan niet.
Verwijder de voorste lensdop.
5
De lens verwijderen
Druk op de lensontgrendelingsknop
1
en draai de adapter in de richting
van de pijl.
zDraai de adapter totdat deze niet meer
verder kan en maak hem los.
De lens van de adapter
2
ontkoppelen.
zHoud de ontgrendelknop op de adapter
ingedrukt en draai de lens linksom.
zDraai de lens totdat deze niet meer verder
kan en koppel deze vervolgens los.
zBevestig de achterste lensdop op de
losgekoppelde lens.
zZie =53 voor voorzorgsmaatregelen om de lens te beschermen.
zGebruikt u een lens die zwaarder is dan de camera, houd de camera dan vast
aan de lens wanneer u opnamen maakt of de camera draagt.
zMet EF-lenzen die een statiefaansluiting gebruiken (zoals supertelelenzen),
bevestigt u het statief op de statiefaansluiting op de lens. Gebruikt u lenzen
zonder een statiefaansluiting, bevestig het statief dan op de statiefaansluiting
op de vattingadapter.
55
Page 56
Basisbediening
De camera vasthouden
Terwijl u een opname maakt, kunt u het scherm kantelen om het in te
stellen. Zie =49 voor meer informatie.
Normale hoekLage hoek
56
Page 57
Basisbediening
Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken.
Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken.
Half indrukken
Hiermee activeert u de automatische
scherpstelling en het automatische
belichtingssysteem dat de sluitertijd en het
diafragma instelt.
De belichtingsinstelling (sluitertijd- en
diafragmawaarde) wordt weergegeven
gedurende circa 8 seconden of gedurende
de tijd die is ingesteld voor de meettimer.*
* Standaard is de meettimer ingesteld op 8
seconden.
Helemaal indrukken
Deze actie maakt een opname.
zCameratrilling voorkomen
Het bewegen van de camera tijdens het belichtingsmoment kan leiden
tot cameratrilling. Onscherpe opnamen kunnen hiervan het resultaat zijn.
Let op het volgende om bewegingsonscherpte te voorkomen:
Houd de camera stil.
Druk de ontspanknop half in om automatisch scherp te stellen en druk
de ontspanknop vervolgens langzaam volledig in.
zAls u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst half in te drukken of
als u de ontspanknop half indrukt en direct daarna volledig, treedt er een kleine
vertraging op in het maken van de opname.
zZelfs bij menuweergave of het afspelen van beelden kunt u direct teruggaan
naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
57
Page 58
Basisbediening
<6> Instelwiel
Terwijl u op het scherm kijkt, draait u aan
het instelwiel <6>.
Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd,
diafragmawaarde enzovoort in te stellen.
58
Page 59
INFO-knop
Basisbediening
Elke druk op de knop <B> verandert
de weergegeven informatie.
De volgende voorbeeldschermen zijn
voor foto's.
59
Page 60
Het schermweergaveniveau instellen
U kunt naar eigen wens instellen hoe informatie op het scherm wordt
weergegeven. Wijzig de instellingen naar behoefte.
Geef de hoofdtabbladen weer.
1
zDruk op de knop <
hoofdtabbladen weer te geven.
Selecteer het tabblad [j].
2
zDruk op de pijltjestoetsen <Y> <Z> en
selecteer het tabblad [j].
M
> om de
60
Page 61
Het schermweergaveniveau instellen
(1)
Menuweergave
U kunt selecteren of het weergavetype [Met uitleg] of [Standaard] is.
Als u [Met uitleg] instelt, worden beschrijvingen van de hoofdtabbladen
gegeven wanneer u op de knop <
wordt het menuscherm onmiddellijk weergegeven nadat u op de knop
<
> hebt gedrukt. Standaard is deze optie ingesteld op [Met uitleg].
M
1
2
> drukt. Als u [Standaard] instelt,
M
Selecteer [Menuweergave].
Selecteer het weergavetype.
(1) Hoofdtabbladen
zWanneer [Met uitleg] is ingesteld, wordt het tabblad [9 (My Menu)]
niet weergegeven. Wilt u My Menu congureren (=465), stel het
menuweergaveniveau dan in op [Standaard].
61
Page 62
Het schermweergaveniveau instellen
Uitleg over functies
U kunt een korte beschrijving van de functies en items weergeven wanneer
u snelinstelopties of menu-instellingen gebruikt. Standaard is deze optie
ingesteld op [Inschakelen].
Selecteer [Uitleg].
1
Selecteer [Inschakelen].
2
zVoorbeeldschermen
Scherm Snel instellenMenuscherm
(1)
(1) Uitleg
zAls u een beschrijving wilt wissen, tikt u hierop of voert u verder handelingen uit.
(1)
62
Page 63
Menubewerkingen en instellingen
(5)(
4
)
(1)
(2)
(3)
(1) Knop <
(2) Scherm
(3) Pijltjestoetsen <V>
M
>
(4) Knop <0>
(5) Instelwiel
Menuscherm
Modus <A>
Fotomodus (in geavanceerde opnamemodi)
zDe weergegeven menutabbladen en items variëren afhankelijk van de
opnamemodus.
Filmmodus
63
Page 64
Menubewerkingen en instellingen
(1)
Procedure voor het instellen van het menu
zAls [j: Menuweergave] ingesteld is op [Met uitleg]
Geef de hoofdtabbladen weer.
1
zAls u op de knop <
worden de hoofdtabbladen (1) en een
beschrijving van het geselecteerde
tabblad weergegeven.
Selecteer een hoofdtabblad.
2
zTelkens wanneer u op de pijltjestoetsen
<Y> <Z> drukt, zal het hoofdtabblad
(met een groep van functies)
veranderen.
zU kunt ook een keuze maken door aan
het instelwiel <6> te draaien.
Geef het menuscherm weer.
3
zDruk op <0> om het menuscherm
weer te geven.
zDruk op de knop <
te keren naar het scherm van het
hoofdtabblad.
Selecteer een secundair tabblad.
4
zDruk op de pijltjestoetsen <Y> <Z> en
selecteer een secundair tabblad.
zU kunt ook een keuze maken door aan
het instelwiel <6> te draaien.
M
M
> drukt,
> om terug
64
Page 65
Menubewerkingen en instellingen
Selecteer een instelitem.
5
zDruk op de pijltjestoetsen <W> <X>
om het item te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer een optie.
6
zDruk op de pijltjestoetsen <W> <X> of
<Y> <Z> en selecteer de gewenste
optie. (Sommige opties kunt u selecteren
met de pijltjestoetsen <W> en <X>,
andere opties met de pijltjestoetsen
<Y> en <Z>.)
zDe huidige instelling wordt blauw
weergegeven.
Stel een optie in.
7
zDruk op <0> om de instelling vast te
leggen.
zAls u de standaardinstelling wijzigt,
wordt deze blauw weergegeven (alleen
beschikbaar voor de menu-items op het
tabblad [z]).
Verlaat de instelling.
8
zWilt u het menu afsluiten en terugkeren
naar de opnamemodus, druk dan
tweemaal op de knop <
M
>.
zBij 2 tot en met 8 kunt u ook op het scherm tikken om de handeling uit te
voeren (=68).
zBij de beschrijving van de menufuncties hierna wordt aangenomen dat het
menuscherm wordt weergegeven.
zDruk op de knop <M> om de bewerking te annuleren.
65
Page 66
Menubewerkingen en instellingen
(1)
zAls [j: Menuweergave
1
2
] ingesteld is op [
Standaard]
Geef het menuscherm weer.
zDruk op de knop <
menuscherm weer te geven.
M
> om het
Selecteer een tabblad.
zDruk op de pijltjestoetsen <Y> <Z> om
het hoofdtabblad (1) en het secundaire
tabblad te selecteren.
zU kunt ook een keuze maken door aan
het instelwiel <6> te draaien.
zHierna zijn de handelingen hetzelfde als
wanneer [j: Menuweergave] ingesteld
is op [Met uitleg]. Zie “Procedure voor
het instellen van het menu” (=64),
te beginnen bij 5.
zDruk op de knop <
instelling af te sluiten.
M
> om de
66
Page 67
Menubewerkingen en instellingen
Gedimde menu-items
Voorbeeld: prioriteit voor lichte tonen
Gedimde menu-items kunnen niet worden
ingesteld. Menu-items worden gedimd
weergegeven als een andere functieinstelling voorrang heeft.
U kunt de functie die voorrang heeft,
weergeven door het gedimde menu-item
te selecteren en op <0> te drukken,
herkennen.
Als u de instelling van de functie die
voorrang heeft annuleert, wordt het
gedimde menu-item instelbaar.
zMogelijk ziet u niet alle overschrijffuncties voor bepaalde gedimde menu-items.
zMet [Basis instell.] in [5: Camera resetten] kunt u de standaardinstellingen
van menufuncties herstellen (=453).
67
Page 68
Bediening via het touchscreen
U kunt de camera bedienen door met uw vingers op het scherm
(touchscreen-paneel) te tikken of slepen.
Tikken
Voorbeeldscherm (Snel instellen)
zTik met uw vinger op het scherm (kort
aanraken en dan weer loslaten).
zAls u bijvoorbeeld op [Q] tikt, verschijnt
het scherm Snel instellen. Door op [2]
te tikken, keert u terug naar het vorige
scherm.
Slepen
Voorbeeldscherm (Menuscherm)
zSleep uw vinger over het scherm.
zAls [5: Pieptoon] is ingesteld op [Raak
bewerkingen via het aanraakscherm (=446).
zHet reactievermogen van de aanraakbediening is instelbaar (=444).
aan], hoort u geen pieptoon tijdens
68
Page 69
Snel instellen
U kunt de instellingen die worden weergegeven op het scherm, rechtstreeks
selecteren en instellen. Deze snelle instelfunctie heet Quick Control (behalve
in de modus [A]).
Druk op de knop <Q> (7).
1
Selecteer een instelitem.
2
zDruk op de pijltjestoetsen <W> en <X>
om te selecteren.
zAls het scherm links verschijnt, druk dan
op de toetsen <W> <X> <Y> <Z> om
een keuze te maken.
Selecteer een optie.
3
zDraai aan het instelwiel <6> of druk
op de pijltjestoetsen <Y> <Z> om de
instelling te wijzigen. Sommige worden
ingesteld door hierna op een knop te
drukken.
zDruk op <0> om het instellen te
voltooien en terug te gaan naar het
vorige scherm.
zU kunt ook op het scherm tikken voor snelle instelopties (=68).
69
Page 70
70
Page 71
Basisopnamemodi
Dit hoofdstuk beschrijft doeltreffende opnametechnieken in de modi
[A], [D], Speciale scène (=80) en Creatieve lters (=96).
Kies eenvoudig de compositie van uw opname en druk op de
ontspanknop. Alle instellingen worden vervolgens automatisch
ingesteld.
[A] [D] is een volautomatische modus. De camera analyseert de
scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. De camera past
de scherpstelling automatisch aan op het niet-bewegende of bewegende
onderwerp door de beweging van het onderwerp te detecteren.
Met [D] kunt u eenvoudig een korte lm van de dag maken door foto's te
maken. De camera neemt voor elke opname clips van 2-4 seconden op
van scènes, die later worden gecombineerd in een digest-lm (=190,
268).
=
Zet de opnamemodusschakelaar op
1
<A>.
zWilt u de modus [D] gebruik, zet dan
eerst de opnamemodusschakelaar op
<z>, tik linksboven in het scherm en
druk op de pijltjestoetsen <Y> <Z>
om de modus [D] te selecteren. Druk
vervolgens op <0>.
zAF-werking (1-beeld AF of Servo AF) wordt automatisch ingesteld als u de
ontspanknop half indrukt. Zelfs als de camera automatisch ingesteld is op
1-beeld AF, schakelt de camera over naar Servo AF als beweging van het
onderwerp wordt gedetecteerd terwijl u de ontspanknop half indrukt (alleen
modus <A>).
zDe modus [A] zorgt ervoor dat de kleuren in natuur- en buitenopnamen en
opnamen van zonsondergangen er indrukwekkender uitzien. Hebt u liever
andere kleuren, schakel dan over naar een geavanceerde opnamemodus
(=38) en selecteer een andere beeldstijl dan [D]. Maak daarna een
nieuwe opname (=154).
D
: Hybride automatisch
zVoor indrukwekkendere digest-lms richt u de camera ongeveer vier seconden
op onderwerpen voordat u foto's maakt.
zDe accu gaat in deze modus minder lang mee dan in de modus <A>, omdat
er voor iedere opname digest-lms worden opgenomen.
zEen digest-lm wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt direct
nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus <D> hebt geselecteerd of
de camera op andere wijze bedient.
zElk geluid en alle trillingen van de camera of lens worden opgenomen
in digest-lms.
zDe beeldkwaliteit voor digest-lms is
voor PAL. Dit is afhankelijk van de videosysteeminstelling.
zEr worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt of
de zelfontspanner instelt.
zIn de volgende gevallen worden digest-lms opgeslagen als aparte
lmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus <D>.
yDe opnametijd van een digest-lm bereikt ongeveer 29 minuten en 59
seconden. (Kan ook worden opgeslagen als afzonderlijke bestanden als de
bestandsgrootte meer dan circa 4 GB bedraagt.)
yDe digest-lm is beveiligd.
yDe instellingen voor zomertijd, videosysteem of tijdzone zijn gewijzigd.
zOpgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist.
zGebruik een stevig statief dat het gewicht van de opnameapparatuur
aankan. Bevestig de camera stevig op het statief.
zHet gebruik van een draadloze afstandsbediening (afzonderlijk
verkrijgbaar, =191) wordt aanbevolen.
Veelgestelde vragen
zScherpstellen is niet mogelijk (aangegeven door een oranje
AF-punt).
Richt de camera op een gedeelte met goed contrast en druk de
ontspanknop vervolgens half in (=57). Als u te dicht bij het
onderwerp bent, gaat u iets achteruit en maakt u een nieuwe opname.
zMeerdere AF-punten worden tegelijk weergegeven.
Als meerdere AF-punten tegelijk worden weergegeven, dan is op al deze
posities scherpgesteld. Zolang een AF-punt op het gewenste onderwerp
wordt weergegeven, kunt u de opname maken.
zEr wordt niet op het onderwerp scherpgesteld als de
ontspanknop half is ingedrukt.
Is de scherpstelmodusknop op de lens ingesteld op <MF>, stel de modus
dan in op <AF>.
zDe weergegeven sluitertijd knippert.
Omdat het te donker is, kan het onderwerp onscherp worden door
beweging van de camera (bewegingsonscherpte). U wordt aangeraden
een statief te gebruiken.
Door het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld te
plaatsen om een uitgebalanceerde achtergrond vast te leggen, wordt een
opname met een beter perspectief bereikt.
Om scherp te stellen op een stilstaand onderwerp wordt door de
ontspanknop half in te drukken de scherpstelling op dat onderwerp
vergrendeld. Maak de compositie opnieuw terwijl u de ontspanknop half
ingedrukt houdt en druk de ontspanknop vervolgens helemaal in om de foto
te maken. Dit heet scherpstelvergrendeling.
Opnamen maken van een
(Alleen modus <A>)
bewegend onderwerp
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt en een blauw AF-punt
verschijnt, detecteert de camera bewegingen van het onderwerp en
stelt deze scherp door Servo AF te gebruiken. Houd het onderwerp op
het scherm terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt en druk op het
beslissende moment de ontspanknop helemaal in.
De camera detecteert het scènetype en
alles wordt automatisch ingesteld. Het
gedetecteerde scènetype wordt linksboven
op het scherm weergegeven. Zie =505
voor informatie over pictogrammen.
Instellingen aanpassen door het scherm aan te raken
U kunt instellingen aanpassen door op
pictogrammen op het scherm te tikken.
om een effect te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer het effectniveau en
3
andere details.
zGebruik de pijltjestoetsen <Y> en <Z>
om dit in te stellen en druk vervolgens
op <0>.
zAls u de instelling opnieuw wilt instellen,
drukt u op de knop <A> en selecteert
u [OK].
Effecten met Creatieve hulp
] Voorinstelling
z[
Selecteer een van de vooraf ingestelde effecten.
Houd er rekening mee dat [Verzadiging], [Kleurtoon 1] en [Kleurtoon 2]
niet beschikbaar zijn bij [Zwart/wit].
z[] Achtergrond wazig
Pas de vervaging van de achtergrond aan. Kies voor hogere waarden
als u de achtergrond scherper wilt maken, of voor lagere waarden als
u meer vervaging wilt. Met [Automatisch] past u de onscherpte van de
achtergrond aan de helderheid aan. Afhankelijk van de helderheid van
de lens (f-getal) zijn sommige posities mogelijk niet beschikbaar.
Stel het toningeffect voor monochroomopnamen in. Selecteer de instelling
[Uit] om in kleur op te nemen. [Verzadiging], [Kleurtoon 1] en [Kleurtoon
2] zijn alleen beschikbaar als u de optie [Uit] hebt geselecteerd.
z[Achtergrond wazig] is niet beschikbaar als de itser wordt gebruikt.
zDeze instellingen worden opnieuw ingesteld wanneer u van modus wisselt
of de camera uitschakelt. Wilt u de instellingen opslaan, stel dan [z: Geg.
Creatieve hulp behoud.] in op [Inschakelen].
Effecten opslaan
Als u de huidige instelling op de camera wilt opslaan, tikt u in het
instelscherm voor Creatieve hulp op [Registr.]. U kunt maximaal drie
voorinstellingen opslaan als [USER*]. Hierna moet u een bestaande
[USER*] overschrijven om een nieuwe te kunnen opslaan.
79
Page 80
Modus Speciale scène
De camera kiest automatisch de juiste instellingen wanneer u een
opnamemodus voor uw onderwerp of scène selecteert.
Zet de opnamemodusschakelaar
1
op <z>.
Tik op het pictogram van de
2
opnamemodus.
Selecteer een opnamemodus.
3
zKies uit [J], [2], [K], [3], [5], [4],
[P], [6], [F], [G] of [I].
zDruk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z>
om een opnamemodus te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
zU kunt ook een keuze maken door aan
het instelwiel <6> te draaien.
zAandachtspunten voor elke opnamemodus worden samen weergegeven
(=93). Lees de aandachtspunten voordat u opnamen gaat maken.
zU kunt ook de opnamemodus instellen met [z: Opnamemodus].
zMaak eerst een aantal testopnamen om zeker te zijn dat u het gewenste
resultaat verkrijgt.
80
Page 81
Modus Speciale scène
Modus Speciale scène
OpnamemodusPaginaOpnamemodusPagina
J
2
K
3
5
4
Zelfportret
Portret
Egale huid
Landschap
Sport
Close-up
=
=
=
=
=
=
82
83
84
85
86
87
Voedsel
P
Nachtportret
6
Nachtopnamen uit
F
hand
HDR-tegenlicht
G
Stille modus
I
=
=
=
=
=
88
89
90
91
92
81
Page 82
Modus Zelfportret
Wilt u opnamen maken van uzelf, gebruik dan de modus [J]
(Zelfportret). Draai het scherm richting de lens. U kunt diverse
beeldverwerkingsinstellingen aanpassen. Zo kunt u uw huid egaler laten
lijken op het beeld of de helderheid en de achtergrond aanpassen zodat
u beter opvalt.
Tips voor het maken van opnamen
zStel de helderheid en het egale-huideffect in.
[Helderheid] en [Egale-huideffect] kunnen op vijf verschillende
niveaus worden ingesteld. Met [Achtergrond] kunt u het niveau van
achtergrondonscherpte aanpassen.
zTik op het scherm om een opname te maken.
U kunt de ontspanknop volledig indrukken om een opname te maken,
maar kunt ook een opname maken door op het scherm te tikken. Schakel
hiervoor eerst Touch Shutter in door op [y] te tikken en deze instelling
te veranderen in [x].
zU kunt ook opnamen van uzelf maken in opnamemodi anders dan [J] (behalve
de modus [I]) door het scherm richting de voorkant te draaien en links
onderaan op [J] te tikken.
82
Page 83
Modus Portret
De modus [2] (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen
duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar
zachter gemaakt.
Tips voor het maken van opnamen
zSelecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp
en de achtergrond het grootst is.
Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe
waziger de achtergrond eruitziet. Ook steekt het onderwerp beter af
tegen een gelijkmatige, donkere achtergrond.
zGebruik een telelens.
Als u over een zoomlens beschikt, kunt u de telezijde gebruiken om het
onderwerp vanaf het middel beeldvullend vast te leggen.
zStel scherp op het gezicht.
Zorg er tijdens het scherpstellen voor dat het AF-punt op het gezicht
groen oplicht voordat u de opname maakt. Tijdens het maken van closeups op het gezicht kunt u [z: Oogdetectie-AF] instellen op [Inschak.]
om een opname te maken terwijl op de ogen van het onderwerp is
scherpgesteld.
zMaak continue opnamen.
De standaardinstelling is [i] (Continue opname). Als u de ontspanknop
ingedrukt houdt, kunt u continue opnamen maken om de verschillende
poses en gelaatsuitdrukkingen van het onderwerp vast te leggen.
83
Page 84
Modus Egale huid
Gebruik [K] (Egale huid) om huid er aantrekkelijker te laten uitzien. Door
beeldverwerking lijkt de huid egaler.
Tips voor het maken van opnamen
zStel de camera zo in dat deze gezichten kan detecteren.
Rond hoofdonderwerpen die worden gedetecteerd voor huidegalisatie
worden kaders weergegeven. Voor doeltreffendere huidegalisatie kunt
u de afstand tot het onderwerp vergroten of verkleinen zodat het kader
op het gezicht van het onderwerp wordt weergegeven.
zStel scherp op het gezicht.
Zorg er tijdens het scherpstellen voor dat het AF-punt op het gezicht
groen oplicht voordat u de opname maakt. Tijdens het maken van closeups op het gezicht kunt u [z: Oogdetectie-AF] instellen op [Inschak.]
om een opname te maken terwijl op de ogen van het onderwerp is
scherpgesteld.
84
Page 85
Modus Landschap
Gebruik de modus [3] (Landschap) voor panoramafoto's of om alles
van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en
groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen.
Tips voor het maken van opnamen
zGebruik bij een zoomlens de groothoekzijde.
Stel bij gebruik van een zoomlens deze in op groothoek om onderwerpen
dichtbij en veraf scherp te krijgen. Het geeft landschappen ook meer
breedte.
zHoud de camera stil terwijl u nachtopnamen maakt.
Wanneer u de camera tijdens opnamen met [3] in de hand houdt, kan
cameratrilling worden veroorzaakt. U wordt aangeraden een statief te
gebruiken.
85
Page 86
Modus Sport
(1)
Gebruik de modus [5] (Sport) om bewegende onderwerpen te
fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto.
Tips voor het maken van opnamen
zGebruik een telelens.
Om opnamen vanaf een afstand mogelijk te maken, wordt het gebruik
van een telelens aanbevolen.
zVolg het onderwerp binnen het gebieds-AF-kader.
Standaard is [z: AF-methode] ingesteld op [u+volgen]. Er wordt
een gebieds-AF-kader (1) weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt. Nadat op het onderwerp is scherpgesteld, wordt het
AF-punt blauw.
zMaak continue opnamen.
De standaardinstelling is [i] (Continue opname). Druk op het
beslissende moment de ontspanknop volledig in om de opname te
maken. Om het onderwerp te volgen en de verschillende bewegingen
van het onderwerp vast te leggen, blijft u de ontspanknop ingedrukt
houden om continue opnamen te maken.
86
Page 87
Modus Close-up
Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen,
gebruikt u de modus [4] (Close-up). Gebruik een macrolens (afzonderlijk
verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen.
Tips voor het maken van opnamen
zGebruik een eenvoudige achtergrond.
Met een eenvoudige achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen
beter tot hun recht.
zNader het onderwerp zo dicht mogelijk.
Controleer de minimale scherpstelafstand van de lens. De
minimale scherpstelafstand van de lens wordt gemeten vanaf de
scherpstelvlakmarkering <V> boven op de camera tot het onderwerp.
Scherpstellen is niet mogelijk als u te dicht bij het onderwerp bent.
zGebruik bij een zoomlens de telezijde.
Het onderwerp ziet er groter uit als u bij een zoomlens de telezijde
gebruikt.
87
Page 88
Modus Voedsel
Gebruik [P] (Voedsel) om opnamen van voedsel te maken. De foto wordt
scherp en aantrekkelijk. Afhankelijk van de lichtbron wordt bovendien de
roodachtige tint onderdrukt in opnamen die bij kunstlicht enzovoort worden
gemaakt.
Tips voor het maken van opnamen
zPas de kleurtoon aan.
U kunt de [Kleurtoon] aanpassen. Wilt u de roodachtige tint van het
voedsel versterken, stel de kleurtoon dan in richting [Warm]. Als het
geheel te rood overkomt, stelt u de kleurtoon in richting [Koel].
88
Page 89
Modus Nachtportret
Gebruik de modus [6] (Nachtportret) als u 's avonds mensen wilt
fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. Houd er
rekening mee dat een itser vereist is voor het maken van opnamen.
U wordt aangeraden een statief te gebruiken.
Tips voor het maken van opnamen
zGebruik een groothoeklens en een statief.
Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een
panorama-effect te verkrijgen. En gebruik ook een statief, omdat
cameratrilling snel optreedt bij fotograferen uit de hand.
zControleer de helderheid van de opname.
Het wordt aanbevolen om de opname meteen nadat u deze hebt
gemaakt op het scherm te bekijken, zodat u kunt controleren of de
helderheid naar wens is. Als het onderwerp er donker uitziet, verkleint
u de afstand en maakt u de opname opnieuw.
zGebruik ook andere opnamemodi.
Omdat bewegingsonscherpte snel optreedt bij avond- of nachtopnamen,
wordt tevens aanbevolen om opnamen te maken met [A].
zAls u de zelfontspanner samen met een itser gebruikt, brandt het
zelfontspannerlampje kort nadat de opname wordt gemaakt.
89
Page 90
Modus Nachtopnamen uit hand
Met de modus [F] (Nachtopnamen uit hand) kunt u prima nachtopnamen
maken terwijl u de camera in de hand houdt. In deze opnamemodus
worden voor elke foto vier opnamen achter elkaar gemaakt, waarna een
gecombineerd beeld met minder bewegingsonscherpte wordt opgeslagen.
Tips voor het maken van opnamen
zHoud de camera stevig vast.
Houd de camera stevig vast en houd deze stil als u de opname maakt.
In deze modus worden vier opnamen uitgelijnd en samengevoegd tot
één opname. Als echter iets in een van de vier opnamen aanzienlijk is
verschoven door cameratrillingen, sluiten de opnamen mogelijk niet goed
op elkaar aan in de denitieve opname.
90
Page 91
Modus HDR-tegenlicht
Als u opnamen maakt van een tafereel met zowel lichte als donkere
gebieden, gebruikt u de modus [G] (HDR-tegenlicht). Wanneer u één foto
in deze modus maakt, worden drie opvolgende opnamen met verschillende
belichting gemaakt. Het resultaat is één opname met een breed
kleurtoonbereik waarbij de schaduwen, veroorzaakt door tegenlicht, tot een
minimum zijn beperkt.
* HDR staat voor High Dynamic Range (groot dynamisch bereik).
Tips voor het maken van opnamen
zHoud de camera stevig vast.
Houd de camera stevig vast en houd deze stil als u de opname maakt.
In deze modus worden drie opnamen uitgelijnd en samengevoegd tot
één opname. Als echter iets in een van de drie opnamen aanzienlijk is
verschoven door cameratrilling, sluiten de opnamen mogelijk niet goed
op elkaar aan in de denitieve opname.
91
Page 92
Stille modus
Op plaatsen waar stilte nodig is, kunt u opnamen maken zonder piepjes of
sluitergeluiden. Terwijl u opnamen maakt, wordt tijdelijk een wit kader rond
het scherm weergegeven.
Tips voor het maken van opnamen
zMaak wat testopnamen.
Het is een goed idee om van tevoren een aantal testopnamen te maken,
omdat het aanpassen van het diafragma van de lens en de scherpstelling
onder sommige opnameomstandigheden hoorbaar kunnen zijn.
92
Page 93
Voorzorgsmaatregelen voor de modus
Speciale scène
J
: Zelfportret
zHet is mogelijk dat andere gebieden dan de huid van mensen worden
aangepast, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
zInstellingen voor het [Egale-huideffect] die in de modus [J] worden
geselecteerd, worden niet toegepast in de modus [K].
z[Achtrgr. wz.] wordt ingesteld op [Automatisch] en kan niet worden gewijzigd
in de itsmodus [I] als u de itser hebt uitgeklapt.
: Egale huid
K
zHet is mogelijk dat andere gebieden dan de huid van mensen worden
aangepast, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
zInstellingsdetails in de modus [K] worden niet toegepast in de modus [J].
: Landschap
3
zFlitsopname is niet mogelijk.
: Sport
5
zBij weinig licht, wanneer de kans op bewegingsonscherpte groter is, knippert
de waarde van de sluitertijd links onderaan. Houd de camera stil en maak de
opname.
zFlitsopname is niet mogelijk.
: Voedsel
P
zDe warme kleurzweem van onderwerpen kan vervagen.
zAls meerdere lichtbronnen in de scène zijn opgenomen, wordt de warme
kleurzweem van het beeld mogelijk niet verminderd.
zAls u een itser gebruikt, wordt [Kleurtoon] ingesteld op Standaard.
zAls er personen in het beeld zijn, wordt de huidskleur mogelijk niet correct
gereproduceerd.
: Nachtportret
6
zVraag onderwerpen zich even niet te bewegen nadat er is geitst.
zScherpstellen kan moeilijk zijn wanneer gezichten van de gefotografeerde
personen er donker uitzien. Stel in dat geval handmatig scherp door
[z: Scherpstelmodus] in te stellen op [MF] of door de scherpstelmodusknop
van de lens op <MF> te zetten (=55, =182).
zAutomatisch scherpstellen bij avond of met een donkere achtergrond kan
moeilijk zijn als er lichtpunten in het AF-punt aanwezig zijn. Stel in dat geval
handmatig scherp door [z: Scherpstelmodus] in te stellen op [MF] of door
de scherpstelmodusknop van de lens op <MF> te zetten (=55, =182).
zOpnamen kunnen er iets anders uitzien in vergelijking met het beeld dat op het
scherm wordt weergegeven.
93
Page 94
Voorzorgsmaatregelen voor de modus Speciale scène
: Nachtportret (vervolg)
6
zWanneer bij itsfotograe de kans op overbelichting bestaat, wordt de sluitertijd
of ISO-snelheid automatisch aangepast om verlies van details in highlights te
verminderen en de opname te maken met de standaardbelichting. Bij opnamen
met de itser kan het in combinatie met bepaalde lenzen voorkomen dat de
sluitertijden en ISO-snelheden die worden weergegeven als u de ontspanknop
half indrukt, niet overeenkomen met de instellingen die daadwerkelijk worden
gebruikt. Dit kan de helderheid veranderen van achtergronden buiten bereik
van de itser.
: Nachtopnamen uit hand
F
zVergeleken met andere opnamemodi is het beeldgebied kleiner.
zRAW-beeldkwaliteit kan niet worden ingesteld.
zFlitsopname is niet mogelijk.
zAutomatisch scherpstellen bij avond of met een donkere achtergrond kan
moeilijk zijn als er lichtpunten in het AF-punt aanwezig zijn. Stel in dat geval
handmatig scherp door [z: Scherpstelmodus] in te stellen op [MF] of door
de scherpstelmodusknop van de lens op <MF> te zetten (=55, =182).
zOpnamen kunnen er iets anders uitzien in vergelijking met het beeld dat op het
scherm wordt weergegeven.
zAls u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de
beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan en kan het gebied om het
onderwerp heen donker worden.
zDe opnamen sluiten mogelijk niet goed op elkaar aan bij zich herhalende
patronen (rasters, strepen, enzovoort), opnamen in één kleur of bij opnamen
die erg zijn verschoven door cameratrillingen.
zHet kan even duren voordat opnamen op de kaart zijn vastgelegd omdat deze
worden samengevoegd na het maken van de opnamen. Tijdens het verwerken
van de opnamen wordt [BUSY] weergegeven en opnamen maken is niet
mogelijk tot de verwerking is voltooid.
94
Page 95
Voorzorgsmaatregelen voor de modus Speciale scène
: HDR-tegenlicht
G
zVergeleken met andere opnamemodi is het beeldgebied kleiner.
zRAW-beeldkwaliteit kan niet worden ingesteld.
zFlitsopname is niet mogelijk.
zDe opname wordt mogelijk niet vloeiend, maar onregelmatig of met aanzienlijke
ruis weergegeven.
zHDR-tegenlicht is mogelijk niet effectief bij opnamen met overmatig tegenlicht
of met een zeer hoog contrast.
zBij het maken van opnamen van voldoende heldere onderwerpen, bijvoorbeeld
bij normaal verlichte scènes, kan de foto er onnatuurlijk uitzien als gevolg van
het toegepaste HDR-effect.
zAls u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de
beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan en kan het gebied om het
onderwerp heen donker worden.
zDe opnamen sluiten mogelijk niet goed op elkaar aan bij zich herhalende
patronen (rasters, strepen, enzovoort), opnamen in één kleur of bij opnamen
die erg zijn verschoven door cameratrillingen.
zHet kan even duren voordat opnamen op de kaart zijn vastgelegd omdat deze
worden samengevoegd na het maken van de opnamen. Tijdens het verwerken
van de opnamen wordt [BUSY] weergegeven en opnamen maken is niet
mogelijk tot de verwerking is voltooid.
: Stille modus
I
zWees verantwoordelijk wanneer u opnamen maakt in de stille modus en
respecteer de privacy en portretrechten van het onderwerp.
zAfbeeldingen van snel bewegende onderwerpen kunnen vervormd lijken.
zContinue opname en itsfotograe zijn niet beschikbaar.
95
Page 96
Modus Creatieve filters
U kunt opnamen maken terwijl ltereffecten worden toegepast. U kunt een
voorbeeld van ltereffecten bekijken voordat u de opname maakt.
Zet de opnamemodusschakelaar
1
op <z>.
Tik op het pictogram van de
2
opnamemodus.
Selecteer een ltereffect
3
(opnamemodus).
zKies uit [I], [G], [X], [K], [H], [c],
[A], [B], [C] of [D].
zDruk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z>
om een opnamemodus te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
zU kunt ook een keuze maken door aan
het instelwiel <6> te draaien.
zHet beeld wordt met het toegepaste
ltereffect getoond.
Pas het effect aan en maak de
4
opname.
zDruk op de knop <Q> en selecteer
linksboven een item. (Niet beschikbaar
voor [c], [A], [B], [C] of [D].)
zGebruik de pijltjestoetsen <Y> en <Z>
om het effect aan te passen en druk
vervolgens op <0>.
96
Page 97
Modus Creatieve lters
zRAW en RAW+JPEG zijn niet beschikbaar. Wanneer RAW-beeldkwaliteit is
ingesteld, worden beelden vastgelegd met de beeldkwaliteit 73. Wanneer
RAW+JPEG-beeldkwaliteit is ingesteld, worden beelden vastgelegd met de
opgegeven JPEG-beeldkwaliteit.
zContinue opname is niet beschikbaar wanneer [I], [G], [X], [K], [H] of [c]
ingesteld is.
zBij [I] zal het korrelige voorbeeld iets afwijken van hoe uw opnamen eruit
komen te zien.
zBij de opties [G] of [c] kan het softfocus voorbeeld iets afwijken van hoe uw
opnamen eruit komen te zien.
zEr wordt geen histogram weergegeven.
zEen vergrote weergave is niet beschikbaar.
zIn de geavanceerde opnamemodi zijn deze instellingen beschikbaar via het
scherm Snel instellen: [I], [G], [X], [J], [K], [H] en [c].
zMaak eerst een aantal testopnamen om zeker te zijn dat u het gewenste
resultaat verkrijgt.
97
Page 98
Modus Creatieve lters
Kenmerken van creatieve lters
Korrelig zwart-wit
I
z
Maakt het beeld korrelig en zwart-wit. Door het contrast aan te passen,
kunt u het zwart-witeffect wijzigen.
Softfocus
G
z
Geeft het beeld een zachte uitstraling. Door de wazigheid aan te passen,
kunt u de mate van zachtheid wijzigen.
Fisheye-effect
X
z
Geeft het effect van een visooglens. Het beeld vertoont tonvormige
vertekening.
Al naargelang het niveau van dit ltereffect verandert het gebied dat
langs de rand van het beeld wordt bijgesneden. Omdat dit ltereffect
bovendien het midden van het beeld vergroot, kan de schijnbare
resolutie in het midden afnemen afhankelijk van het aantal opnamepixels.
Controleer daarom het resulterende beeld terwijl u het ltereffect instelt.
Er wordt één AF-punt gebruikt, op een vaste plaats in het midden.
K
Aquareleffect
z
Laat de foto op een aquarel met zachte kleuren lijken. Door het effect
aan te passen, kunt u de kleurdensiteit wijzigen. Nachtopnamen of
opnamen met een donkere achtergrond worden mogelijk niet vloeiend,
maar onregelmatig of met aanzienlijke beeldruis weergegeven.
Speelgoedcamera-effect
H
z
Verschuift kleuren naar de kleuren die typisch zijn voor
speelgoedcamera's. De vier hoeken van het beeld worden donkerder.
Kleurtoonopties kunnen worden gebruikt om de kleurzweem te wijzigen.
98
Page 99
Modus Creatieve lters
Miniatuureffect
c
z
Geeft het effect van een kijkdoos.
Als u opnamen maakt met de standaardinstelling blijft het midden er
scherp uitzien.
U kunt het gebied dat er scherp uitziet (het scènekader) verplaatsen
volgens de beschrijving bij “Bediening voor miniatuureffect” (=101).
1-punt AF wordt gebruikt als AF-methode. We raden aan dat u opnamen
maakt waarbij het AF-punt en het scènekader met elkaar zijn uitgelijnd.
HDR-kunst
z
A
Foto's behouden meer details in highlights en schaduwen. Door het
lagere contrast minder en de vlakkere gradatie, lijkt het eindresultaat op
een schilderij. Het onderwerp heeft heldere (of donkere) randen.
HDR-kunst levendig
z
B
De kleuren zijn meer verzadigd dan met [HDR-kunst] en het lage
contrast en de vlakke gradatie zorgen voor een grasch kunsteffect.
HDR-kunst olieverf
z
C
De kleuren zijn het meest verzadigd, waardoor het onderwerp er echt
uitspringt en de opname er als een olieverfschilderij uitziet.
HDR-kunst embosseren (reliëf)
z
D
De kleurverzadiging, de helderheid, het contrast en de gradatie zijn
beperkt, wat ervoor zorgt dat de opname er vlak uitziet. De opname ziet
er vervaagd en oud uit. Het onderwerp heeft zeer heldere (of donkere)
randen.
zMet [A], [B], [C] en [D] kunt u foto's met een hoog dynamisch bereik
maken die details in highlights en schaduwen in scènes met een hoog contrast
behouden. Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende
beelden met verschillende maten van helderheid gemaakt, die worden gebruikt
om één beeld te creëren. Lees de aandachtspunten op =100.
99
Page 100
Modus Creatieve lters
Opmerkingen over [A], [B], [C] en [D]
zVergeleken met andere opnamemodi is het beeldgebied kleiner.
zFiltereffectvoorbeelden zien er niet precies hetzelfde uit als uw opnamen.
zAls u een opname van een bewegend onderwerp maakt, kunnen door de
beweging van het onderwerp nabeelden ontstaan en kan het gebied om het
onderwerp heen donker worden.
zDe opnamen sluiten mogelijk niet goed op elkaar aan bij zich herhalende
patronen (rasters, strepen, enzovoort), opnamen in één kleur of bij opnamen
die erg zijn verschoven door cameratrillingen.
zPas op voor cameratrilling bij opnamen uit de hand.
zDe kleurgradatie van de lucht of witte muren wordt mogelijk niet correct
gereproduceerd. De opnamen kunnen afwijkende kleuren, afwijkende belichting
of ruis bevatten.
zHet maken van opnamen onder tl- of ledlicht kan leiden tot een onnatuurlijke
kleurweergave van de verlichte gedeelten.
zHet kan even duren voordat opnamen op de kaart zijn vastgelegd omdat deze
worden samengevoegd na het maken van de opnamen. Tijdens het verwerken
van de opnamen wordt [BUSY] weergegeven en opnamen maken is niet
mogelijk tot de verwerking is voltooid.
zFlitsopname is niet mogelijk.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.