CANON EOS M10 User Manual [nl]

Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
Gebruikershandleiding
● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
"Veiligheidsmaatregelen" (= neemt.
Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken.
Bewaar deze handleiding zodat u deze in de toekomst kunt gebruiken.
14), voordat u de camera in gebruik
Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina's te openen.
Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de
hoofdstuktitel aan de rechterkant.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
NEDERLANDS
© CANON INC. 2015 CEL-SW2RA280
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
1
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera
(met cameradop)
(met aansluitingenklepje)
Accu
LP-E12
Acculader
LC-E12/LC-E12E
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
● SDHC-geheugenkaarten*1*
● SDXC-geheugenkaarten*1*
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera geverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
1
2
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Nekriem
EM-200DB
Gedrukt materiaal wordt ook meegeleverd.
● Controleer de informatie op de verpakking van de camera voor meer
informatie over de lens in de lenzenset.
● Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
Interfacekabel
IFC-400PCU
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie
● Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik
van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon
Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3
Namen van onderdelen
(1) Filmknop
(2) Regelaar aan voorzijde
(3) EF-M-markering objectiefvatting
(4) Contactpunten
(5) Ontspanknop
(6) ON/OFF-knop
(7) Modusschakelaar
(8) Flitser
(9) Lampje
(10) Bevestigingspunt draagriem
(opklapflitser)]-schakelaar
(11) [
(12) Aansluitingenklepje
(13) Lensvergrendelingsstift
(14) Geheugenkaartklepje
(15) Lensontgrendelingsknop
(16) Objectiefvatting
(17) HDMI
(18) Digital-aansluiting
(19) Aansluiting statief
(20) Accuklepje
(21) Afdekplaat DC-koppelstuk
TM
-poort
(1) Microfoon
(2) Scherm (monitor)*
(3)
(4) Indicator
(5) Luidspreker
(6) Bevestigingspunt draagriem
(7) Knop [
(8) [
*1 Gebruikt bij NFC-functies (= 113).
*2 Gebaren worden mogelijk minder goed gedetecteerd wanneer u gebruik maakt
Scherpstelvlakmarkering
apparaatverbinding)]
van een schermbescherming. Verhoog in dit geval de gevoeligheid van het touchscreen (= 142).
(mobiele
]-knop
2
/ Touchscreen
(9)
(N-markering)*
(10) Knop [ (afspelen)]
(11) Knop [
(één opname wissen)]/omhoog
[
(12) Knop [
(13) Knop [
instellen)]
(14) Knop [
(15) Knop [
1
(belichtingscompensatie)]/
(AE-vergrendeling)]/links
(menu Snelle instelling/
(flitser)]/rechts
(informatie)]/omlaag
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Lens
EF-M-lens
(1) Scherpstelring
(2) Bevestiging zonnekap
(3) Filteraansluiting
(4) Lensintrekschakelaar
(5) Markering objectiefvatting
(6) Zoomring
(7) Lensintrekmarkering
(8) Zoompositiemarkering
(9) Contactpunten
Afspraken die in deze handleiding worden gebruikt
● In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de
bijbehorende cameraknoppen en schakelaars, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden
met de volgende pictogrammen aangeduid:
● Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden
tussen haakjes weergegeven.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
: Geeft handelingen op het aanraakscherm aan
= xx: Pagina's met verwante informatie (in dit voorbeeld staat 'xx'
voor een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak wordt er naar alle lenzen en vattingadapters verwezen
als "lenzen" en "vattingadapters" ongeacht of ze worden meegeleverd in de lenzenset of los verkrijgbaar zijn.
In de afbeeldingen in deze handleiding is een EF-M15-45mm f/3.5-6.3 IS
STM-lens op de camera bevestigd als voorbeeld.
Voor het gemak verwijst 'de geheugenkaart' naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
De symbolen " Foto's" en " Films" onder titels geven aan of de
functie wordt gebruikt voor foto's of lms.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
5
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen ............................................... 2
Inhoud van de verpakking ........................................................ 2
Compatibele geheugenkaarten ................................................ 2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie ........................... 3
Namen van onderdelen ............................................................ 4
Lens .........................................................................................5
Afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ................. 5
Algemene bediening camera.................................................. 13
Veiligheidsmaatregelen .......................................................... 14
Basishandleiding
Basishandelingen ........................................................... 17
Voordat u begint ..................................................................... 17
De riem bevestigen ....................................................................17
De camera vasthouden .............................................................17
De accu opladen ........................................................................18
De accu plaatsen .......................................................................19
De accu verwijderen ..............................................................19
Uw geheugenkaart plaatsen ...................................................... 19
De geheugenkaart verwijderen .............................................20
De datum en tijd instellen .......................................................... 20
De datum en tijd wijzigen ......................................................21
Weergavetaal ............................................................................21
Een lens bevestigen ..................................................................22
Een lens verwijderen ............................................................. 22
Gebruiksaanwijzingen voor de lens ....................................... 23
EF- en EF-S-lenzen bevestigen ................................................23
Een lens verwijderen ............................................................. 24
Een statief gebruiken .............................................................24
Lensbeeldstabilisatie gebruiken ............................................24
De camera testen ................................................................... 25
Opnamen maken (Automatisch/scène) ..................................... 25
Bekijken .....................................................................................26
Beelden wissen .....................................................................27
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera ................................. 28
Aan/Uit.................................................................................... 28
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) ....................................... 29
Spaarstand in de opnamemodus ..........................................29
Spaarstand in de afspeelmodus ............................................ 29
Ontspanknop .......................................................................... 29
De hoek van het scherm aanpassen ...................................... 30
Opties opnameweergave ....................................................... 30
Het menu Snelle instelling gebruiken ..................................... 31
Bediening via het aanraakscherm gebruiken om
instellingen te congureren ........................................................ 31
Het menuscherm gebruiken ................................................... 32
Touchscreenbewerkingen .......................................................... 33
Toetsenbord op het scherm .................................................... 33
Indicatorweergave .................................................................. 34
Auto-modus/Modus Hybride automatisch .................... 35
Opnamen maken met door de camera bepaalde
instellingen ............................................................................. 35
Opnamen maken (Automatisch/scène) ..................................... 35
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch .................37
Digest-lm afspelen ...............................................................38
Foto's/lms ............................................................................38
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
6
Foto's .....................................................................................38
Films ......................................................................................38
Scènepictogrammen ..................................................................39
Kaders op het scherm ...............................................................40
Algemene, handige functies ................................................... 40
De zelfontspanner gebruiken ..................................................... 40
Cameratrilling vermijden met de zelfontspanner ................... 41
De zelfontspanner aanpassen ............................................... 41
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter) ..........................................................................42
Continue opname ......................................................................42
Functies voor de beeldaanpassing......................................... 43
Beeldkwaliteit wijzigen ...............................................................43
Vastleggen in RAW-indeling ..................................................44
Via het menu .........................................................................45
De aspect ratio wijzigen ............................................................. 45
Beeldkwaliteit van lms wijzigen ................................................ 46
De camerabewerkingen aanpassen ....................................... 47
Het lampje voor rode-ogen-reductie uitschakelen ..................... 47
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen ............. 47
Andere opnamestanden ................................................. 48
Opnamen maken met uw favoriete instellingen
(Creatieve hulp) ...................................................................... 48
Instellingen opslaan/laden .........................................................49
Instellingen opslaan ...............................................................49
Instellingen laden ..................................................................50
Instellingen van opnamen gebruiken ..................................... 50
Instellingen bekijken ..................................................................50
Het verband tussen de modus [
van de Creatieve modi ..........................................................50
Opnamen van uzelf maken met optimale instellingen
(Zelfportret)............................................................................. 51
] en de instellingen
Specieke scènes .................................................................. 52
Speciale effecten toepassen .................................................. 53
Kleuren verbeteren bij opnamen van voedsel (Voedsel) ...........53
Opnamen met veel contrast maken (High Dynamic Range) ..... 54
Artistieke effecten toevoegen ................................................54
Opnamen maken met een sheye-lenseffect (Fisheye-effect) .... 55
Opnamen die lijken op olieverfschilderijen
(Effect kunst opvallend) .............................................................55
Opnamen die lijken op aquarellen (Aquareleffect) ....................56
Beelden die op miniatuurmodellen lijken (Miniatuureffect) ........56
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips
van één minuut) .....................................................................57
Opnamen maken met een speelgoedcamera-effect
(Speelgoedcamera-effect) .........................................................57
Opnamen maken met een soft-focuseffect ................................58
Opnamen maken in monochroom (Korrelig Z/W) ...................... 58
Films opnemen in de lmmodus............................................. 59
Foto's maken tijdens het opnemen van een lm .......................59
De beeldhelderheid vergrendelen of wijzigen voordat u
een opname maakt ....................................................................60
Geluidsinstellingen ....................................................................60
Het opnamevolume aanpassen ............................................. 60
Het windlter uitschakelen ..................................................... 61
De demper gebruiken ............................................................ 61
P-modus ........................................................................... 62
Opnamen maken in AE-programma ([P]-modus) ................... 62
Opnamen vanaf een enkel scherm instellen .......................... 63
Helderheid van het beeld (Belichting) .................................... 63
Helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ..........................................................63
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE Lock) ..... 64
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
7
De meetmethode wijzigen ......................................................... 64
De ISO-snelheid wijzigen ..........................................................65
Automatische instellingen voor ISO aanpassen .................... 65
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
(Auto optimalisatie helderheid) .................................................. 66
Opnamen maken van heldere onderwerpen
(Lichte tonen prioriteit) ...............................................................66
Beeldkleuren .......................................................................... 67
De witbalans aanpassen ...........................................................67
Handmatige witbalans ........................................................... 67
De witbalans handmatig corrigeren ....................................... 68
Kleuren aanpassen (Beeldstijl) .................................................. 69
Beeldstijlen aanpassen .........................................................70
Aangepaste beeldstijlen opslaan ........................................... 71
Scherpstellen.......................................................................... 71
De AF-methode selecteren ........................................................ 71
Eén punt AF ........................................................................... 71
+Tracking ............................................................................72
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen (Touch AF) .........72
Opnamen maken met Servo AF ................................................73
De scherpstellingsinstelling veranderen .................................... 74
De scherpstelling verjnen ........................................................74
Opnamen maken in de modus Handmatige scherpstelling ....... 75
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) ....... 76
Flitser...................................................................................... 76
Flits mode wijzigen ....................................................................76
Auto .......................................................................................77
Aan ........................................................................................77
Slow sync ..............................................................................77
Uit ..........................................................................................77
De itsbelichtingscompensatie aanpassen ................................77
Opnamen maken met FE-vergrendeling ...................................78
De itstiming wijzigen ................................................................78
Methode voor itslichtmeting wijzigen ....................................... 78
Flitsinstellingen opnieuw instellen .............................................79
Overige instellingen ................................................................ 79
Instellingen van de IS modus wijzigen ....................................... 79
Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat
als waarop ze voor het lmen worden weergegeven ............80
Vignettering/chromatische aberratie van de lens corrigeren .....80
Het ruisonderdrukkingsniveau wijzigen ..................................... 81
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen ...........................81
Ruis onderdrukken bij lange sluitertijden ................................... 82
Tv-, Av- en M-modus ....................................................... 83
Specieke sluitertijden (Modus [Tv]) ...................................... 83
Specieke diafragmawaarden (Modus [Av]) ........................... 84
Breedte-/dieptecontrole ............................................................. 85
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).... 85
De its output aanpassen ....................................................... 86
Films opnemen met specieke sluitertijden en
diafragmawaarden.................................................................. 87
Bediening en weergave aanpassen ....................................... 88
Weergegeven informatie aanpassen .........................................88
Persoonlijke voorkeuze congureren ........................................88
Functies aan knoppen toewijzen ........................................... 90
Afspeelmodus ................................................................. 91
Bekijken .................................................................................. 91
Touchscreenbewerkingen .......................................................... 92
Van Displaymodus wisselen ......................................................93
De weergegeven opname-informatie aanpassen .................. 93
Overbelichtingswaarschuwing
(voor highlights van beelden) ................................................94
Helderheidshistogram ...........................................................94
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
8
RGB-histogram ......................................................................94
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van
foto's (digest-lms) ....................................................................94
Op datum weergeven ............................................................95
Door beelden bladeren en beelden lteren ............................ 95
Bladeren door beelden in een index .......................................... 95
Touchscreenbewerkingen ...................................................... 96
Vergroten door dubbeltikken .................................................96
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden ...... 96
De regelaar aan de voorzijde gebruiken om te schakelen
tussen beelden ..........................................................................97
Opties voor het weergeven van foto's .................................... 98
Beelden vergroten .....................................................................98
Touchscreenbewerkingen ...................................................... 98
Diavoorstellingen bekijken ......................................................... 99
Beelden beveiligen ................................................................. 99
Via het menu ...........................................................................100
Afzonderlijke beelden selecteren ........................................100
Een reeks selecteren ...........................................................100
Alle beelden in één keer beveiligen ..................................... 101
De beveiliging van alle beelden in één keer verwijderen ....101
Beelden wissen .................................................................... 102
Meerdere beelden tegelijk wissen ........................................... 102
Een selectiemethode selecteren .........................................102
Afzonderlijke beelden selecteren ........................................103
Een reeks selecteren ...........................................................103
Alle beelden in één keer opgeven ....................................... 103
Beelden roteren .................................................................... 104
Via het menu ...........................................................................104
Automatisch draaien uitschakelen ........................................... 104
Beeldenclassicatie (Classicatie) ....................................... 105
Via het menu ...........................................................................105
Foto's bewerken ................................................................... 106
Het formaat van beelden wijzigen ...........................................106
Via het menu .......................................................................106
Trimmen...................................................................................107
Filtereffecten toepassen ..........................................................108
Rode-ogencorrectie .................................................................108
Films bewerken .................................................................... 109
Bestandsgroottes verkleinen ................................................... 110
Beeldkwaliteit van gecomprimeerde lms ........................... 110
Digest-lms bewerken ............................................................. 111
Wi-Fi-functies ................................................................ 112
Beschikbare Wi-Fi-functies....................................................11 2
Beelden naar een smartphone importeren ............................11 3
Beelden verzenden naar een smartphone die NFC
ondersteunt .............................................................................. 11 3
Verbinding maken via NFC wanneer de camera uit
of in de opnamemodus staat ............................................... 113
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de
afspeelmodus staat ............................................................. 115
Beelden verzenden naar een smartphone die is
toegewezen aan de knop ........................................................ 115
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu .................... 11 7
Een ander toegangspunt gebruiken ........................................ 118
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen ................ 118
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken .................... 119
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst ...............120
Eerdere toegangspunten ..................................................... 121
Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice .... 121
Webservices registreren ..........................................................121
CANON iMAGE GATEWAY registreren ............................... 121
Andere webservices registreren .......................................... 123
Beelden uploaden naar webservices .......................................124
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
9
Opnamen bekijken met een mediaspeler ............................. 125
Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer ... 126
Beelden naar een andere camera verzenden ...................... 128
Opties voor het verzenden van beelden............................... 129
Meerdere beelden verzenden .................................................. 129
Afzonderlijke beelden selecteren ........................................129
Een reeks selecteren ...........................................................129
Geclassiceerde beelden verzenden ..................................130
Opmerkingen over het verzenden van beelden .......................130
De resolutie (het beeldformaat) kiezen .................................... 130
Opmerkingen toevoegen .........................................................131
Beelden automatisch verzenden (Beeldsynchronisatie) ...... 131
Voordat u begint ......................................................................131
De camera voorbereiden ..................................................... 131
De computer voorbereiden .................................................. 132
Beelden verzenden ..................................................................132
Beelden op een smartphone weergeven die zijn
verzonden met Beeldsync. .................................................. 133
Opnamen maken op afstand ................................................ 134
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen ................................. 135
Verbindingsinformatie bewerken .............................................135
De bijnaam van een apparaat wijzigen ...............................135
Verbindingsinformatie wissen ..............................................136
Beelden opgeven die weergegeven kunnen worden op
smartphones ........................................................................136
De bijnaam van de camera veranderen ..............................137
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ....................... 137
Menu Instellingen .......................................................... 138
Basisfuncties van de camera aanpassen ............................. 138
Beelden opslaan op datum ...................................................... 138
Bestandsnummering ................................................................138
Geheugenkaarten formatteren ................................................139
Een Low Level Format uitvoeren ......................................... 139
Het videosysteem wijzigen ...................................................... 139
Eco-modus gebruiken ..............................................................140
Aanpassing voor energiebesparing ......................................... 140
Schermhelderheid ...................................................................140
Wereldklok ...............................................................................141
Datum en tijd ...........................................................................141
Weergavetaal ..........................................................................141
Camerageluiden dempen ........................................................141
Hints en tips verbergen ............................................................142
Opnamemodi per pictogram weergeven .................................142
Het touchscreen aanpassen .................................................... 142
Het touchscreen automatisch vergrendelen ............................ 142
De beeldsensor reinigen .......................................................... 142
Automatische reiniging uitschakelen ................................... 142
Sensorreiniging activeren .................................................... 143
De sensor handmatig reinigen ............................................143
Certicatielogo's controleren ...................................................144
Copyrightinformatie instellen die in beelden moet worden
opgenomen ..............................................................................144
Alle copyrightinformatie verwijderen .................................... 144
Andere instellingen aanpassen ...............................................145
Standaardinstellingen van de camera herstellen .....................145
Accessoires ................................................................... 146
Systeemschema ................................................................... 147
Optionele accessoires .......................................................... 148
Lenzen .....................................................................................148
Voedingen ................................................................................148
Overige accessoires ................................................................148
Printers ....................................................................................149
Foto- en lmopslag ..................................................................149
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
10
Optionele accessoires gebruiken ......................................... 150
Afspelen op een tv ...................................................................150
De camera voeden via het lichtnet .......................................... 151
De software gebruiken ......................................................... 152
Software ..................................................................................152
Software-instructiehandleiding ................................................152
De computeromgeving controleren .........................................152
De software installeren ............................................................153
Beelden opslaan op een computer .......................................... 153
Beelden afdrukken ............................................................... 154
Eenvoudig afdrukken ...............................................................154
Afdrukinstellingen congureren ............................................... 155
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken ................................156
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór
het afdrukken .......................................................................156
Beschikbare indelingsopties ................................................ 157
Id-foto's afdrukken ...............................................................157
Filmscènes afdrukken ..............................................................157
Afdrukopties voor lms ........................................................157
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ........................... 158
Afdrukinstellingen congureren ........................................... 158
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden ..................... 159
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden .........................159
Afdrukinstellingen voor alle beelden .................................... 159
Alle beelden in de printlijst wissen ....................................... 159
Beelden toevoegen aan een fotoboek ..................................... 160
Een selectiemethode selecteren .........................................160
Afzonderlijke beelden toevoegen ........................................160
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek .......................... 160
Alle beelden in de printlijst wissen ....................................... 160
Bijlage ............................................................................ 161
Problemen oplossen............................................................. 161
Meldingen op het scherm ..................................................... 165
Informatie op het scherm...................................................... 167
Tijdens Opname maken...........................................................167
Accuniveau ..........................................................................167
Tijdens het afspelen.................................................................168
Infoscherm 1 ........................................................................168
Infoscherm 2 ........................................................................168
Infoscherm 3 ........................................................................168
Infoscherm 4 ........................................................................168
Infoscherm 5 ........................................................................169
Infoscherm 6 ........................................................................169
Overzicht van lmbedieningspaneel .................................... 169
Functies en menutabellen .................................................... 170
Beschikbare functies per opnamemodus ................................170
Menu Snelle instelling ..............................................................172
Opnametabblad .......................................................................174
Tabblad C.Fn ...........................................................................179
INFO. Snel instellen .................................................................180
Tabblad Instellen ......................................................................180
Tabblad Afspelen .....................................................................181
Menu Snel instellen in afspeelmodus ...................................... 181
Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........................... 182
Specicaties ......................................................................... 183
Type .....................................................................................183
Beeldsensor ........................................................................183
Opname-indeling .................................................................183
Beeldverwerking tijdens opname ........................................184
Automatische scherpstelling ................................................ 184
Belichting .............................................................................184
Sluiter ..................................................................................185
Flitseenheid .........................................................................185
Transport-/zelfontspanmodus ..............................................185
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
11
Foto's maken .......................................................................185
Filmopnamen .......................................................................185
Scherm (Monitor) .................................................................186
Afspeelfuncties ....................................................................187
Naverwerking van beelden .................................................. 187
Direct printen .......................................................................187
Persoonlijke voorkeuze .......................................................187
Interfaces .............................................................................187
Wi-Fi (draadloos LAN) .........................................................188
Netwerkfuncties ...................................................................188
Voedingen ...........................................................................188
Afmetingen en gewicht ........................................................188
Gebruiksomgeving ..............................................................188
Aantal opnamen per geheugenkaart ................................... 189
Opnametijd per geheugenkaart ........................................... 189
Gemiddeld bereik ingebouwde itser ..................................190
Accu LP-E12 .......................................................................190
Acculader LC-E12/LC-E12E ................................................ 190
Index..................................................................................... 191
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)..................... 194
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven ..............194
Veiligheidsmaatregelen ...........................................................194
Handelsmerken en licenties ................................................195
Vrijwaring .............................................................................196
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
12
Algemene bediening camera
Opnamen maken
Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, modus
Hybride automatisch)
- =
35, = 37
De gewenste effecten gebruiken (Creatieve hulp)
- =
48
De achtergrond vervagen, scherpstellen op de achtergrond (Av-modus)
- =
84
Beweging vastleggen; beweging vervangen (Tv-modus)
- =
83
Een foto maken van uzelf met optimale instellingen (zelfportret)
- =
51
Speciale effecten toepassen
- =
53
Continue opnamen maken (Continue opname)
- =
42
Opnamen maken op locaties waar itsen verboden is (Flitser uit)
- =
36
Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner)
- =
40
Weergeven
Beelden bekijken (Afspeelmodus)
- =
91
Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
- =
99
Op een tv
- =
150
● Op een computer
- = 152
Snel door beelden bladeren
- = 95
Beelden wissen
- = 102
Films opnemen/bekijken
Films opnemen
- = 35, = 59
Films bekijken (Afspeelmodus)
- = 91
Print
Foto's printen
- = 154
Opslaan
Beelden opslaan op een computer
- = 153
Wi-Fi-functies gebruiken
Beelden naar een smartphone verzenden
- = 113
Beelden online delen
- = 121
Beelden naar een computer verzenden
- = 131
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
13
Veiligheidsmaatregelen
● Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de itser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan de sterke lichtbron afkomstig van de itser kan het
gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste
één meter afstand wanneer u de itser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking. Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
Demonteer, wijzig of verwarm het product niet.
Verwijder het label niet van de accu.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan
als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of
thinner om het product schoon te maken.
Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde
objecten in de camera binnendringen.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, verwijdert u
meteen de accu/accu's of haalt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Als uw model een zoeker of verwisselbare lens gebruikt, moet u niet
door de zoeker of lens naar sterke lichtbronnen kijken (zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron).
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Als uw product een verwisselbare lens gebruikt, moet u de lens of
de camera met daarop de lens bevestigd niet in de zon laten liggen zonder dat de lensdop is bevestigd.
Dit kan brand veroorzaken.
Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het
stopcontact zit. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
Gebruik alleen de aanbevolen accu/accu's.
Plaats de accu/accu's niet in de buurt van of in open vuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de accu/accu's exploderen of lekken, wat kan
leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid of kleding met lekkende accuvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Als het product een acculader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek.
- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte handen.
- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken.
- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker.
- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een
netsnoer gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
14
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is
toegestaan. De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme plekken of als u een slechte bloedsomloop of ongevoelige huid hebt.
Voorzichtig
Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u
het aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
Zorg dat u de itser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk
bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de itser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40°C;
- vochtige of stofge plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de accu/
accu's ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel. Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
● Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken, kunt u
zich onprettig gaan voelen.
Wanneer u optionele lenzen, lenslters of lteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
Let er bij producten die automatisch de itser in- en opklappen op dat
uw vinger niet bekneld raakt door de itser als deze wordt ingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan eigendommen.
heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan de beeldsensor of andere interne onderdelen.
Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige plek,
dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Druk de itser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten die
automatisch de itser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de itser
thuishoort weg met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
Verwijder de accu/accu's en berg deze op wanneer u het product niet
gebruikt.
Als de accu lekt kan het product beschadigd worden.
Breng, voordat u de accu/accu's weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de accu/accu's.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
15
● Haal een acculader die u voor het product gebruikt uit het stopcontact
wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Laat accu's voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de accu kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting
of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg.
Als uw product meerdere accu's gebruikt, dient u geen combinatie
van accu's te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe accu's samen. Let er bij het plaatsen van de accu's op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat ingeklapt kan worden.
Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
16
Basishandleiding
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
● Bevestig de meegeleverde riem aan de
camera (zie afbeelding).
Bevestig de riem op dezelfde wijze aan
de andere kant van de camera.
De camera vasthouden
Plaats de riem om uw nek.
Houd, bij het maken van opnamen, uw
armen dicht bij uw lichaam en houdt de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat niet uw vingers
op de itser rusten als u de itser hebt
opgeklapt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
17
De accu opladen
Laad voor gebruik de accu op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de accu niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de accu eerst oplaadt.
Plaats de accu.
1
● Verwijder het accuklepje en zorg dat de
-markering op de accu overeenkomt met die op de oplader. Plaats vervolgens de accu door deze naar binnen (1) en naar beneden (2) te drukken.
Laad de accu op.
2
● LC-E12: Kantel de stekker naar buiten (1)
en steek de oplader in een stopcontact (2).
LC-E12E: Sluit het netsnoer aan op de
LC-E12
LC-E12E
oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
Verwijder de accu.
3
● Haal het netsnoer van de acculader uit
het stopcontact en verwijder de accu door deze naar binnen (1) en omhoog (2) te drukken.
● Laad de accu niet langer dan 24 uur achtereen op, om de accu te
beschermen en in goede staat te houden.
Problemen met de acculader kunnen een beveiligingscircuit
activeren die het laden onderbreekt en ervoor zorgt dat de lader oranje knippert. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact en verwijder de accu wanneer dit gebeurt. Sluit de accu opnieuw aan op de lader en wacht een ogenblik voordat u de lader weer aansluit op een stopcontact.
Bij acculaders die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
● Zie "Acculader LC-E12/LC-E12E" (=
de oplaadtijd en zie "Voedingen" ( over het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen accu.
Opgeladen accu's verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de accu op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
Als visueel geheugensteuntje kunt u het accuklepje zo plaatsen
zichtbaar is bij een opgeladen accu en niet zichtbaar is bij
dat een niet-opgeladen accu.
De acculader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de accu kan beschadigen.
190) voor informatie over
=
188) voor meer informatie
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
18
De accu plaatsen
Plaats de accu.
De accu verwijderen
Open het klepje.
1
● Schuif het klepje naar buiten (1) en open
het (2).
Plaats de accu.
2
● Houd de accu vast met de aansluitpunten
(1) zoals weergegeven. Duw de accuvergrendeling (2) in de richting van de pijl en plaats de accu totdat de vergrendeling vastklikt.
Als u de accu verkeerd om plaatst, kan
deze niet in de juiste positie worden vergrendeld. Controleer altijd of de accu in de juiste richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Sluit het klepje.
3
● Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt (2).
● Open het klepje en duw de
accuvergrendeling in de richting van de pijl.
De accu wipt nu omhoog.
Uw geheugenkaart plaatsen
Plaats een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een geheugenkaart die nieuw is of die in een ander apparaat is geformatteerd gaat gebruiken, de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (= 139).
Open het klepje.
1
● Open het klepje in de aangegeven richting.
Controleer de
2
schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart en plaats de geheugenkaart.
● Bij geheugenkaarten met een
schrijfbeveiligingsschuifje kunt u geen opnamen maken als de schakelaar is ingesteld op vergrendeld. Schuif de schakelaar in de ontgrendelde positie (1).
Plaats de geheugenkaart met het label
(2) in de getoonde richting totdat deze vastklikt.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
Sluit het klepje.
3
● Sluit het klepje in de aangegeven richting
tot u een klik hoort.
● Zie "Aantal opnamen per geheugenkaart" (=
richtlijnen over hoeveel opnamen of opname-uren op een geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.
189) voor
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
19
De geheugenkaart verwijderen
● Open het klepje en duw de
geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort, en laat vervolgens de geheugenkaart langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het venster [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met de datum erop.
Schakel de camera in.
1
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren.
Druk op de knoppen [ ][ ] om de
datum en tijd op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
Geef uw thuistijdzone op.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
Voltooi de instellingsprocedure.
4
● Als u klaar bent, drukt u op de knop
[ ]. Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op.
● Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ]
bij stap 2. Kies vervolgens [ drukken.
● U kunt de datum en tijd ook instellen door op het gewenste item
op het scherm in stap 2 te tikken en vervolgens op [ tikken, gevolgd door [ tijdzone instellen door [ 3, gevolgd door [
] door op de knoppen [ ][ ] te
][ ] te
]. U kunt op dezelfde manier ook uw
][ ] aan te raken op het scherm in stap
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
20
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1
2
3
● Instellingen voor datum/tijd kunnen ongeveer 3 weken worden
bewaard in de ingebouwde datum/tijd-accu nadat de accu is verwijderd.
De datum/tijd-accu wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat
u een opgeladen accu hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
148), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Zodra de datum/tijd-accu leeg is, verschijnt het scherm [Datum/
Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven in "De datum en tijd instellen" (
Open het menuscherm.
● Druk op de knop [ ].
Kies [Datum/Tijd].
● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [ ] om het tabblad [ 2] te selecteren.
Druk op de knoppen [ ][ ] om [Datum/
Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ].
De datum en tijd wijzigen
● Voer stap 2 uit bij "Datum en tijd instellen"
(= 20) om de instellingen aan te passen.
Druk op de knop [ ] om het
menuscherm te sluiten.
=
20).
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open de afspeelmodus.
1
● Druk op de knop [ ].
Open het instellingenscherm.
2
● Houd de knop [ ] ingedrukt en druk op
de knop [ ].
Stel de taal van het LCD-scherm in.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ].
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven.
● U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [ ]
te drukken en [Taal
● U kunt de taal van het LCD-scherm ook instellen door in stap 3 op
een taal op het scherm te tikken en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
] te selecteren op het tabblad [ 2].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
21
Een lens bevestigen
De camera is compatibel met EF-M-lenzen. Als u vattingadapter EF-EOS M gebruikt, kunt u ook de EF- en EF-S-lenzen gebruiken (= 23).
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
1
Verwijder de doppen.
2
● Verwijder de lensdop en de cameradop
door ze los te draaien in de richting die wordt aangegeven.
Bevestig de lens.
3
● Lijn de bevestigingsmarkeringen (de witte
stippen) op de lens en camera uit en draai de lens in de aangegeven richting tot deze vastklikt.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Bereid de opname voor.
5
● Zorg dat de lensintrekmarkering is
uitgelijnd met de zoompositiemarkering, houd de lensintrekschakelaar naar [ ] terwijl u de zoomring een klein beetje in de aangegeven richting draait en laat de schakelaar los.
Blijf de zoomring draaien tot deze klikt.
Hiermee wordt aangegeven dat de lens gereed is voor het maken van opnamen.
● U kunt de lens beschermen door de lensdop te bevestigen
wanneer de camera niet wordt gebruikt.
Een lens verwijderen
● Stof vermijden
- Vervang lenzen zo snel mogelijk en op een plaats die zoveel
mogelijk stofvrij is.
- Bevestig de cameradop op de camera wanneer u deze zonder
lens bewaart.
- Verwijder stof van de cameradop voordat u deze bevestigt.
● Als u de lens wilt intrekken, houd
u de lensintrekschakelaar richting [ ] terwijl u de zoomring draait. Lijn de lensintrekmarkering uit met de zoompositiemarkering en laat de schakelaar los.
Als u wilt in-/uitzoomen, draait u de
zoomring op de lens met uw vingers.
Als u wilt in-/uitzoomen, moet u dit doen
voordat u scherpstelt. Als u de zoomring draait nadat de scherpstelling is voltooid, wordt de scherpstelling mogelijk verstoord.
● Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Houd de lensontgrendelingsknop
(1) ingedrukt terwijl u de lens in de aangegeven richting draait (2).
Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan en verwijder de lens in de aangegeven richting (3).
Bevestig de lensdop op de losgekoppelde
lens.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
22
Aangezien de grootte van de beeldsensor kleiner is dan het
lmformaat 35 mm, lijkt het of de brandpuntsafstand van de lens
wordt vergroot met ongeveer 1,6x. De brandpuntsafstand van een 15-45 mm lens is ongeveer gelijk aan een brandpuntsafstand van 24-72 mm op een 35 mm camera.
Gebruiksaanwijzingen voor de lens
Download lensgebruiksaanwijzingen op de volgende pagina.
http://www.canon.com/icpd/
EF- en EF-S-lenzen bevestigen
Als u vattingadapter EF-EOS M gebruikt, kunt u ook de EF- en EF-S­lenzen gebruiken.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
1
Verwijder de doppen.
2
● Voer stap 2 uit "Een lens bevestigen"
(=
22) om de reeks te deniëren.
Bevestig de lens aan de adapter.
3
● Als u een EF-lens wilt bevestigen, lijnt
u de bevestigingsmarkeringen (de witte cirkels) op de lens en adapter uit en draait u de lens in de aangegeven richting tot deze vastklikt.
Als u een EF-S-lens wilt bevestigen,
lijnt u de witte vierkanten op de lens en adapter uit en draait u de lens in de aangegeven richting tot deze vastklikt.
Bevestig de adapter op de camera.
4
● Lijn de bevestigingsmarkeringen (de witte
stippen) op de adapter en camera uit en draai de lens in de aangegeven richting tot deze vastklikt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
23
● Als u een camera vasthoudt of draagt met een lens die zwaarder
is dan de camera, zorg dan dat de lens wordt ondersteund.
Het gebruik van adapters kan de minimale opnameafstand
van de lens vergroten of van invloed zijn op de maximale vergrotingsverhouding of opnamebereik.
Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het
automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
De functies voor scherpstelling vooraf en powerzoom-functies op
sommige supertelelenzen worden niet ondersteund.
Een lens verwijderen
Verwijder de adapter.
1
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
Houd de lensontgrendelingsknop
ingedrukt en draai de adapter (met lens bevestigd) in de aangegeven richting.
Draai de adapter totdat deze niet meer
verder kan en koppel deze vervolgens los.
Verwijder de lens.
2
● Houd het lensontgrendelingsknopje
ingedrukt en draai de lens naar links.
Draai de lens totdat deze niet meer verder
kan en koppel deze vervolgens los.
Bevestig de lensdop op de losgekoppelde
lens.
Een statief gebruiken
Als u de adapter gebruikt met een statief, gebruikt u de statiefvoet die bij de adapter wordt geleverd. Gebruik de statiefbevestiging van de camera niet.
Bevestig de statiefvoet aan de adapter.
Draai de hendel van de statiefvoet om ervoor te zorgen dat deze stevig is bevestigd.
Bevestig het statief aan de aansluiting
van de statiefvoet.
● Met EF-lenzen die een statiefvoet gebruiken (zoals
supertelelenzen), bevestigt u het statief op de statiefvoet op de lens.
Lensbeeldstabilisatie gebruiken
Corrigeer cameratrilling door het gebruik van een lens met ingebouwde beeldstabilisatie. Lenzen met ingebouwde beeldstabilisatie worden aangeduid met "IS".
Schuif de schakelaar voor beeldstabilisatie
op de lens op [ON].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
24
De camera testen
Foto's
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Automatisch/scène)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
Schakel de camera in.
1
● Druk op de ON/OFF-knop.
Open de modus [ ].
2
Stel de keuzeschakelaar in op [ ].
Linksboven in het scherm verschijnt een
compositiepictogram (1).
In het bovenste gedeelte van het
scherm wordt ook het aantal foto's (2)
weergegeven en de lengte van de lms
(3) die de kaart kan bevatten.
Kaders worden rond gezichten en
onderwerpen weergegeven die zijn gedetecteerd, om aan te geven dat hierop is scherpgesteld.
Kies de compositie.
3
● Als u een zoomlens gebruikt, kunt u in-/
uitzoomen door de zoomring op de lens met uw vingers te draaien.
Films
Maak de opname.
4
Foto's maken
1) Stel scherp.
● Druk de ontspanknop lichtjes half in.
Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld.
Als [Flitser Opklappen] wordt weergegeven,
verplaatst u de [ ]-schakelaar om de
itser open te klappen. De itser wordt
geactiveerd wanneer u een opname maakt.
Als u de itser niet wilt gebruiken, duwt u
deze omlaag met uw vinger.
2) Maak de opname.
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken. (In omstandigheden met weinig licht,
wordt de itser automatisch geactiveerd
wanneer deze is opgeklapt.)
Uw opname wordt ongeveer twee
seconden weergegeven op het scherm.
Zelfs wanneer de opname nog op het
scherm staat, kunt u de ontspanknop nogmaals indrukken om een volgende opname te maken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
25
Films opnemen
1) Start met opnemen.
Druk op de lmknop. De opname begint
en op het scherm verschijnen [ REC] en de verstreken tijd.
Zwarte balken aan de boven- en onderkant
van het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de lmknop.
2) Voltooi de opname.
Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
● Als de camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer
u de ontspanknop lichtjes indrukt, wordt een oranje AF-kader weergegeven met [ de ontspanknop volledig indrukt.
Wanneer het opnemen van een lm met een Dynamic IS-compatible
lens begint (= 80), wordt het beeldweergavegedeelte vernauwt en worden onderwerpen vergroot.
], en er wordt geen foto gemaakt wanneer u
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van lms kunt u deze als volgt
op het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
1
Druk op de knop [ ].
Uw laatste opname wordt weergegeven.
Selecteer de beelden.
2
● Druk op de knop [ ] om het vorige beeld
weer te geven. Druk op de knop [ ] om het volgende beeld weer te geven.
Houd de knoppen [ ][ ] minstens een
seconde ingedrukt om dit scherm te openen (Beeld scrollen). Druk in deze modus op de knoppen [ ][ ] om door de beelden te bladeren.
Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[ ]. Ga naar stap 3 als u lms wilt afspelen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
26
Speel lms af.
3
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ].
Het afspelen begint en nadat de lm is
voltooid, wordt [ ] weergegeven.
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen [ ][ ] tijdens het afspelen.
● Als u wilt overschakelen naar de opnamemodus vanuit de
afspeelmodus, drukt u de ontspanknop half in (= 29), drukt u op de knop [
● U kunt de afspeelmodus ook starten door op [ ] te tikken. Als
u het volume wilt aanpassen, sleept u tijdens het afspelen snel omhoog of omlaag over het scherm.
] of verplaatst u de keuzeschakelaar.
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
1
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
Wis de opname.
2
Druk op de knop [ ].
Als [Wissen?] verschijnt, drukt u op de
knoppen [ ][ ] om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen [ ][ ] om [Annuleer] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ].
● U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen
(= 102).
● U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen]
op het scherm te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
27
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Aan/Uit
Opnamemodus
● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
● Druk op de knop [ ] om de camera in te
schakelen en uw foto's te bekijken.
Druk nogmaals op de knop [ ] als u wilt
overschakelen naar de opnamemodus.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
● Als er een EF-M-lens op de camera is bevestigd en de camera
is uitgeschakeld, wordt het diafragma verkleind om licht buiten te houden en om de interne onderdelen van de camera te beschermen. In dit geval maakt de camera bij het in- en uitschakelen een kort geluid, dat wordt veroorzaakt door het aanpassen van het diafragma.
De sensor wordt schoongemaakt wanneer de camera wordt in- of
uitgeschakeld. Dit kan ook een kort geluid maken. Zelfs wanneer de camera is uitgeschakeld, wordt [ schoonmaken van de sensor. Het pictogram [ mogelijk niet weergegeven als u de camera snel achtereen in- en uitschakelt.
Als u wilt overschakelen naar de opnamemodus vanuit de
afspeelmodus, drukt u de ontspanknop half in (= 29), drukt u op de knop [
] of verplaatst u de keuzeschakelaar.
] weergegeven bij het
] wordt echter
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
28
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de accu te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog twee minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld en de indicator brandt, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (= 29).
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer vijf minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
● U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van
Display uit aanpassen (= 140).
Energiebesparing is niet actief wanneer de camera op andere
apparaten is aangesloten via Wi-Fi (= 112) of wanneer de camera is aangesloten op een computer (= 153).
Ontspanknop
Houd de ontspanknop eerst half ingedrukt om ervoor te zorgen dat er op het onderwerp wordt scherpgesteld. Wanneer het scherpstellen is gelukt, drukt u de knop helemaal in om de opname te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken.
Druk half in. (Licht indrukken om
1
scherp te stellen.)
● Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden kaders weergegeven rond de beeldgebieden waarop is scherpgesteld.
Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
2
positie halverwege, helemaal in om de opname te maken.)
● De camera maakt nu de opname.
● Onderwerpen worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
29
De hoek van het scherm aanpassen
U kunt de hoek en stand van het scherm aanpassen aan de scène of aan de manier waarop u opneemt.
Het scherm kan tot ongeveer 180 graden
worden opengeklapt.
Als u de camera op uzelf gericht houdt
bij opnamen, kunt u een gespiegelde weergave van uzelf zien door het scherm naar de voorzijde van de camera te draaien.
● Houd het scherm gesloten wanneer de camera niet in gebruik is.
Duw niet te ver door bij het openen van het scherm. Hierdoor kan
de camera beschadigd raken.
● Als u de omkering van het beeld wilt annuleren, selecteert u
MENU (= 32) > tabblad [
1] > [Beeldomkeren] > [Uit].
Opties opnameweergave
Druk op de knop [ ] om opname-informatie of het histogram weer te geven of te verbergen.
U kunt aanpassen wat er wordt weergegeven door tabblad [ [Opname-infoscherm] te openen (= 88).
● Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met
de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto's niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie "Van Displaymodus wisselen" (=
93) voor weergaveopties.
1] >
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Auto-modus/Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
30
Loading...
+ 166 hidden pages