Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera
(met cameradop)
(met aansluitingenklepje)
Accu
LP-E12
Acculader
LC-E12/LC-E12E
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen,
ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
● SD-geheugenkaarten*
● SDHC-geheugenkaarten*1*
● SDXC-geheugenkaarten*1*
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera geverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
1
2
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Nekriem
EM-200DB
● Gedrukt materiaal wordt ook meegeleverd.
● Controleer de informatie op de verpakking van de camera voor meer
informatie over de lens in de lenzenset.
● Een geheugenkaart is niet bijgesloten.
Interfacekabel
IFC-400PCU
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
● Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn
niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit
uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief
kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of
niet kan worden gelezen door apparaten.
● Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik
van opnamen of auteursrechtelijk beschermde muziek en beelden op
de geheugenkaart voor andere doeleinden dan privégebruik. Zie af
van het onbevoegd maken van opnamen dat een overtreding is van
het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname gemaakt
voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het
auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen
of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
● Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon
Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het
instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
● Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar
zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen
invloed op de opgenomen beelden.
● De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3
Namen van onderdelen
(1) Filmknop
(2) Regelaar aan voorzijde
(3) EF-M-markering objectiefvatting
(4) Contactpunten
(5) Ontspanknop
(6) ON/OFF-knop
(7) Modusschakelaar
(8) Flitser
(9) Lampje
(10) Bevestigingspunt draagriem
(opklapflitser)]-schakelaar
(11) [
(12) Aansluitingenklepje
(13) Lensvergrendelingsstift
(14) Geheugenkaartklepje
(15) Lensontgrendelingsknop
(16) Objectiefvatting
(17) HDMI
(18) Digital-aansluiting
(19) Aansluiting statief
(20) Accuklepje
(21) Afdekplaat DC-koppelstuk
TM
-poort
(1) Microfoon
(2) Scherm (monitor)*
(3)
(4) Indicator
(5) Luidspreker
(6) Bevestigingspunt draagriem
(7) Knop [
(8) [
*1 Gebruikt bij NFC-functies (= 113).
*2 Gebaren worden mogelijk minder goed gedetecteerd wanneer u gebruik maakt
Scherpstelvlakmarkering
apparaatverbinding)]
van een schermbescherming. Verhoog in dit geval de gevoeligheid van het
touchscreen (= 142).
(mobiele
]-knop
2
/ Touchscreen
(9)
(N-markering)*
(10) Knop [ (afspelen)]
(11) Knop [
(één opname wissen)]/omhoog
[
(12) Knop [
(13) Knop [
instellen)]
(14) Knop [
(15) Knop [
1
(belichtingscompensatie)]/
(AE-vergrendeling)]/links
(menu Snelle instelling/
(flitser)]/rechts
(informatie)]/omlaag
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
4
Lens
EF-M-lens
(1) Scherpstelring
(2) Bevestiging zonnekap
(3) Filteraansluiting
(4) Lensintrekschakelaar
(5) Markering objectiefvatting
(6) Zoomring
(7) Lensintrekmarkering
(8) Zoompositiemarkering
(9) Contactpunten
Afspraken die in deze handleiding
worden gebruikt
● In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de
bijbehorende cameraknoppen en schakelaars, waarop de
pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
● De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden
met de volgende pictogrammen aangeduid:
● Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden
tussen haakjes weergegeven.
●: Wat u beslist moet weten
●: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
●: Geeft handelingen op het aanraakscherm aan
● = xx: Pagina's met verwante informatie (in dit voorbeeld staat 'xx'
voor een paginanummer)
● De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
● Voor het gemak wordt er naar alle lenzen en vattingadapters verwezen
als "lenzen" en "vattingadapters" ongeacht of ze worden meegeleverd
in de lenzenset of los verkrijgbaar zijn.
● In de afbeeldingen in deze handleiding is een EF-M15-45mm f/3.5-6.3 IS
STM-lens op de camera bevestigd als voorbeeld.
● Voor het gemak verwijst 'de geheugenkaart' naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
● De symbolen " Foto's" en " Films" onder titels geven aan of de
functie wordt gebruikt voor foto's of lms.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
5
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen ............................................... 2
Inhoud van de verpakking ........................................................ 2
● Een foto maken van uzelf met optimale instellingen (zelfportret)
- =
51
● Speciale effecten toepassen
- =
53
● Continue opnamen maken (Continue opname)
- =
42
● Opnamen maken op locaties waar itsen verboden is (Flitser uit)
- =
36
● Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner)
- =
40
Weergeven
● Beelden bekijken (Afspeelmodus)
- =
91
● Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
- =
99
● Op een tv
- =
150
● Op een computer
- = 152
● Snel door beelden bladeren
- = 95
● Beelden wissen
- = 102
Films opnemen/bekijken
● Films opnemen
- = 35, = 59
● Films bekijken (Afspeelmodus)
- = 91
Print
● Foto's printen
- = 154
Opslaan
● Beelden opslaan op een computer
- = 153
Wi-Fi-functies gebruiken
● Beelden naar een smartphone verzenden
- = 113
● Beelden online delen
- = 121
● Beelden naar een computer verzenden
- = 131
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
13
Veiligheidsmaatregelen
● Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
● De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te
voorkomen.
● Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
● Gebruik de itser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan de sterke lichtbron afkomstig van de itser kan het
gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste
één meter afstand wanneer u de itser gebruikt.
● Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking.
Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar
wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt.
● Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
● Demonteer, wijzig of verwarm het product niet.
● Verwijder het label niet van de accu.
● Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
● Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan
als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen.
● Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
● Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of
thinner om het product schoon te maken.
● Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde
objecten in de camera binnendringen.
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als het product nat wordt of
als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, verwijdert u
meteen de accu/accu's of haalt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
● Als uw model een zoeker of verwisselbare lens gebruikt, moet u niet
door de zoeker of lens naar sterke lichtbronnen kijken (zoals de zon op
een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron).
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
● Als uw product een verwisselbare lens gebruikt, moet u de lens of
de camera met daarop de lens bevestigd niet in de zon laten liggen
zonder dat de lensdop is bevestigd.
Dit kan brand veroorzaken.
● Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het
stopcontact zit.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met
het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
● Gebruik alleen de aanbevolen accu/accu's.
● Plaats de accu/accu's niet in de buurt van of in open vuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de accu/accu's exploderen of lekken, wat kan
leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid
of kleding met lekkende accuvloeistof in aanraking komen, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
● Als het product een acculader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en
het gebied eromheen weg met een droge doek.
- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte handen.
- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt
overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd
is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken.
- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker.
- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een
netsnoer gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
14
● Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is
toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
● Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads
verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik
een statief op warme plekken of als u een slechte bloedsomloop of
ongevoelige huid hebt.
Voorzichtig
● Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u
het aan de polsriem draagt.
● Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
● Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
● Zorg dat u de itser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk
bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de itser tot gevolg hebben.
● Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40°C;
- vochtige of stofge plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de accu/
accu's ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel. Oververhitting en schade kunnen leiden tot
elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
● Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken, kunt u
zich onprettig gaan voelen.
● Wanneer u optionele lenzen, lenslters of lteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires
goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de
glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
● Let er bij producten die automatisch de itser in- en opklappen op dat
uw vinger niet bekneld raakt door de itser als deze wordt ingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
● Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan eigendommen.
heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan de beeldsensor of andere
interne onderdelen.
● Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige plek,
dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
● Druk de itser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten die
automatisch de itser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
● Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de itser
thuishoort weg met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet
op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
● Verwijder de accu/accu's en berg deze op wanneer u het product niet
gebruikt.
Als de accu lekt kan het product beschadigd worden.
● Breng, voordat u de accu/accu's weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de accu/accu's.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
15
● Haal een acculader die u voor het product gebruikt uit het stopcontact
wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of
andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan
deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
● Laat accu's voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de accu kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting
of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg.
● Als uw product meerdere accu's gebruikt, dient u geen combinatie
van accu's te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik
verder geen oude en nieuwe accu's samen. Let er bij het plaatsen van
de accu's op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
● Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
● Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het
naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat
ingeklapt kan worden.
● Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
16
Basishandleiding
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot
opnamen maken en afspelen
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
● Bevestig de meegeleverde riem aan de
camera (zie afbeelding).
● Bevestig de riem op dezelfde wijze aan
de andere kant van de camera.
De camera vasthouden
● Plaats de riem om uw nek.
● Houd, bij het maken van opnamen, uw
armen dicht bij uw lichaam en houdt de
camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat niet uw vingers
op de itser rusten als u de itser hebt
opgeklapt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
17
De accu opladen
Laad voor gebruik de accu op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de accu niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
accu eerst oplaadt.
Plaats de accu.
1
● Verwijder het accuklepje en zorg dat de
-markering op de accu overeenkomt
met die op de oplader. Plaats vervolgens
de accu door deze naar binnen (1) en
naar beneden (2) te drukken.
Laad de accu op.
2
● LC-E12: Kantel de stekker naar buiten (1)
en steek de oplader in een stopcontact (2).
● LC-E12E: Sluit het netsnoer aan op de
LC-E12
LC-E12E
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
● Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
● Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
Verwijder de accu.
3
● Haal het netsnoer van de acculader uit
het stopcontact en verwijder de accu door
deze naar binnen (1) en omhoog (2) te
drukken.
● Laad de accu niet langer dan 24 uur achtereen op, om de accu te
beschermen en in goede staat te houden.
● Problemen met de acculader kunnen een beveiligingscircuit
activeren die het laden onderbreekt en ervoor zorgt dat de lader
oranje knippert. Haal de stekker van de lader uit het stopcontact
en verwijder de accu wanneer dit gebeurt. Sluit de accu opnieuw
aan op de lader en wacht een ogenblik voordat u de lader weer
aansluit op een stopcontact.
● Bij acculaders die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
● Zie "Acculader LC-E12/LC-E12E" (=
de oplaadtijd en zie "Voedingen" (
over het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig
opgeladen accu.
● Opgeladen accu's verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de accu op de dag dat u deze wilt
gebruiken op, of vlak daarvoor.
● Als visueel geheugensteuntje kunt u het accuklepje zo plaatsen
zichtbaar is bij een opgeladen accu en niet zichtbaar is bij
dat
een niet-opgeladen accu.
● De acculader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet
in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter
gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld
voor op reis, omdat deze de accu kan beschadigen.
190) voor informatie over
=
188) voor meer informatie
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
18
De accu plaatsen
Plaats de accu.
De accu verwijderen
Open het klepje.
1
● Schuif het klepje naar buiten (1) en open
het (2).
Plaats de accu.
2
● Houd de accu vast met de aansluitpunten
(1) zoals weergegeven. Duw de
accuvergrendeling (2) in de richting
van de pijl en plaats de accu totdat de
vergrendeling vastklikt.
● Als u de accu verkeerd om plaatst, kan
deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de accu
in de juiste richting is geplaatst en wordt
vergrendeld.
Sluit het klepje.
3
● Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt (2).
● Open het klepje en duw de
accuvergrendeling in de richting van de pijl.
● De accu wipt nu omhoog.
Uw geheugenkaart plaatsen
Plaats een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een geheugenkaart die nieuw is of die in een
ander apparaat is geformatteerd gaat gebruiken, de geheugenkaart met
deze camera moet formatteren (= 139).
Open het klepje.
1
● Open het klepje in de aangegeven richting.
Controleer de
2
schrijfbeveiligingsschuifje van de
kaart en plaats de geheugenkaart.
● Bij geheugenkaarten met een
schrijfbeveiligingsschuifje kunt u geen
opnamen maken als de schakelaar is
ingesteld op vergrendeld. Schuif de
schakelaar in de ontgrendelde positie (1).
● Plaats de geheugenkaart met het label
(2) in de getoonde richting totdat deze
vastklikt.
● Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
Sluit het klepje.
3
● Sluit het klepje in de aangegeven richting
tot u een klik hoort.
● Zie "Aantal opnamen per geheugenkaart" (=
richtlijnen over hoeveel opnamen of opname-uren op een
geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.
189) voor
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
19
De geheugenkaart verwijderen
● Open het klepje en duw de
geheugenkaart naar binnen tot u
een klik hoort, en laat vervolgens de
geheugenkaart langzaam los.
● De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het venster [Datum/Tijd] verschijnt
wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft,
wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt
en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt
met de datum erop.
Schakel de camera in.
1
● Druk op de ON/OFF-knop.
● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
datum en tijd op te geven.
● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
Geef uw thuistijdzone op.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
Voltooi de instellingsprocedure.
4
● Als u klaar bent, drukt u op de knop
[ ]. Nadat een bevestigingsbericht is
weergegeven, wordt het instellingenscherm
niet meer weergegeven.
● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
● Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ]
bij stap 2. Kies vervolgens [
drukken.
● U kunt de datum en tijd ook instellen door op het gewenste item
op het scherm in stap 2 te tikken en vervolgens op [
tikken, gevolgd door [
tijdzone instellen door [
3, gevolgd door [
] door op de knoppen [ ][ ] te
][ ] te
]. U kunt op dezelfde manier ook uw
][ ] aan te raken op het scherm in stap
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
20
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1
2
3
● Instellingen voor datum/tijd kunnen ongeveer 3 weken worden
bewaard in de ingebouwde datum/tijd-accu nadat de accu is
verwijderd.
● De datum/tijd-accu wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat
u een opgeladen accu hebt geplaatst of de camera hebt
aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
=
148), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
● Zodra de datum/tijd-accu leeg is, verschijnt het scherm [Datum/
Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in
zoals beschreven in "De datum en tijd instellen" (
Open het menuscherm.
● Druk op de knop [].
Kies [Datum/Tijd].
● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar [] om het tabblad [ 2] te
selecteren.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Datum/
Tijd] te selecteren en druk vervolgens op
de knop [ ].
De datum en tijd wijzigen
● Voer stap 2 uit bij "Datum en tijd instellen"
(= 20) om de instellingen aan te passen.
● Druk op de knop [] om het
menuscherm te sluiten.
=
20).
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open de afspeelmodus.
1
● Druk op de knop [].
Open het instellingenscherm.
2
● Houd de knop [ ] ingedrukt en druk op
de knop [].
Stel de taal van het LCD-scherm in.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
een taal te selecteren en druk vervolgens
op de knop [ ].
● Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
● U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop []
te drukken en [Taal
● U kunt de taal van het LCD-scherm ook instellen door in stap 3 op
een taal op het scherm te tikken en vervolgens nogmaals hierop
te tikken.
] te selecteren op het tabblad [ 2].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
21
Een lens bevestigen
De camera is compatibel met EF-M-lenzen. Als u vattingadapter EF-EOS M
gebruikt, kunt u ook de EF- en EF-S-lenzen gebruiken (= 23).
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
1
Verwijder de doppen.
2
● Verwijder de lensdop en de cameradop
door ze los te draaien in de richting die
wordt aangegeven.
Bevestig de lens.
3
● Lijn de bevestigingsmarkeringen (de witte
stippen) op de lens en camera uit en
draai de lens in de aangegeven richting
tot deze vastklikt.
Verwijder de voorste lensdop.
4
Bereid de opname voor.
5
● Zorg dat de lensintrekmarkering is
uitgelijnd met de zoompositiemarkering,
houd de lensintrekschakelaar naar [ ]
terwijl u de zoomring een klein beetje in
de aangegeven richting draait en laat de
schakelaar los.
● Blijf de zoomring draaien tot deze klikt.
Hiermee wordt aangegeven dat de lens
gereed is voor het maken van opnamen.
● U kunt de lens beschermen door de lensdop te bevestigen
wanneer de camera niet wordt gebruikt.
Een lens verwijderen
● Stof vermijden
- Vervang lenzen zo snel mogelijk en op een plaats die zoveel
mogelijk stofvrij is.
- Bevestig de cameradop op de camera wanneer u deze zonder
lens bewaart.
- Verwijder stof van de cameradop voordat u deze bevestigt.
● Als u de lens wilt intrekken, houd
u de lensintrekschakelaar richting
[ ] terwijl u de zoomring draait. Lijn
de lensintrekmarkering uit met de
zoompositiemarkering en laat de
schakelaar los.
● Als u wilt in-/uitzoomen, draait u de
zoomring op de lens met uw vingers.
● Als u wilt in-/uitzoomen, moet u dit doen
voordat u scherpstelt. Als u de zoomring
draait nadat de scherpstelling is voltooid,
wordt de scherpstelling mogelijk verstoord.
● Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
● Houd de lensontgrendelingsknop
(1) ingedrukt terwijl u de lens in de
aangegeven richting draait (2).
● Draai de lens totdat deze niet meer
verder kan en verwijder de lens in de
aangegeven richting (3).
● Bevestig de lensdop op de losgekoppelde
lens.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
22
● Aangezien de grootte van de beeldsensor kleiner is dan het
lmformaat 35 mm, lijkt het of de brandpuntsafstand van de lens
wordt vergroot met ongeveer 1,6x. De brandpuntsafstand van een
15-45 mm lens is ongeveer gelijk aan een brandpuntsafstand van
24-72 mm op een 35 mm camera.
Gebruiksaanwijzingen voor de lens
Download lensgebruiksaanwijzingen op de volgende pagina.
http://www.canon.com/icpd/
EF- en EF-S-lenzen bevestigen
Als u vattingadapter EF-EOS M gebruikt, kunt u ook de EF- en EF-Slenzen gebruiken.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
1
Verwijder de doppen.
2
● Voer stap 2 uit "Een lens bevestigen"
(=
22) om de reeks te deniëren.
Bevestig de lens aan de adapter.
3
● Als u een EF-lens wilt bevestigen, lijnt
u de bevestigingsmarkeringen (de
witte cirkels) op de lens en adapter uit
en draait u de lens in de aangegeven
richting tot deze vastklikt.
● Als u een EF-S-lens wilt bevestigen,
lijnt u de witte vierkanten op de lens
en adapter uit en draait u de lens in de
aangegeven richting tot deze vastklikt.
Bevestig de adapter op de camera.
4
● Lijn de bevestigingsmarkeringen (de witte
stippen) op de adapter en camera uit en
draai de lens in de aangegeven richting
tot deze vastklikt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
23
● Als u een camera vasthoudt of draagt met een lens die zwaarder
is dan de camera, zorg dan dat de lens wordt ondersteund.
● Het gebruik van adapters kan de minimale opnameafstand
van de lens vergroten of van invloed zijn op de maximale
vergrotingsverhouding of opnamebereik.
● Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het
automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan
niet aan.
● De functies voor scherpstelling vooraf en powerzoom-functies op
sommige supertelelenzen worden niet ondersteund.
Een lens verwijderen
Verwijder de adapter.
1
● Zorg dat de camera is uitgeschakeld.
● Houd de lensontgrendelingsknop
ingedrukt en draai de adapter (met lens
bevestigd) in de aangegeven richting.
● Draai de adapter totdat deze niet meer
verder kan en koppel deze vervolgens los.
Verwijder de lens.
2
● Houd het lensontgrendelingsknopje
ingedrukt en draai de lens naar links.
● Draai de lens totdat deze niet meer verder
kan en koppel deze vervolgens los.
● Bevestig de lensdop op de losgekoppelde
lens.
Een statief gebruiken
Als u de adapter gebruikt met een statief, gebruikt u de statiefvoet die
bij de adapter wordt geleverd. Gebruik de statiefbevestiging van de
camera niet.
● Bevestig de statiefvoet aan de adapter.
Draai de hendel van de statiefvoet om
ervoor te zorgen dat deze stevig is
bevestigd.
● Bevestig het statief aan de aansluiting
van de statiefvoet.
● Met EF-lenzen die een statiefvoet gebruiken (zoals
supertelelenzen), bevestigt u het statief op de statiefvoet op de
lens.
Lensbeeldstabilisatie gebruiken
Corrigeer cameratrilling door het gebruik van een lens met ingebouwde
beeldstabilisatie. Lenzen met ingebouwde beeldstabilisatie worden
aangeduid met "IS".
● Schuif de schakelaar voor beeldstabilisatie
op de lens op [ON].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
24
De camera testen
Foto's
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Automatisch/scène)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
Schakel de camera in.
1
● Druk op de ON/OFF-knop.
Open de modus [ ].
2
● Stel de keuzeschakelaar in op [ ].
● Linksboven in het scherm verschijnt een
compositiepictogram (1).
● In het bovenste gedeelte van het
scherm wordt ook het aantal foto's (2)
weergegeven en de lengte van de lms
(3) die de kaart kan bevatten.
● Kaders worden rond gezichten en
onderwerpen weergegeven die zijn
gedetecteerd, om aan te geven dat
hierop is scherpgesteld.
Kies de compositie.
3
● Als u een zoomlens gebruikt, kunt u in-/
uitzoomen door de zoomring op de lens
met uw vingers te draaien.
Films
Maak de opname.
4
Foto's maken
1) Stel scherp.
● Druk de ontspanknop lichtjes half in.
Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
● Als [Flitser Opklappen] wordt weergegeven,
verplaatst u de [ ]-schakelaar om de
itser open te klappen. De itser wordt
geactiveerd wanneer u een opname maakt.
Als u de itser niet wilt gebruiken, duwt u
deze omlaag met uw vinger.
2) Maak de opname.
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
(In omstandigheden met weinig licht,
wordt de itser automatisch geactiveerd
wanneer deze is opgeklapt.)
● Uw opname wordt ongeveer twee
seconden weergegeven op het scherm.
● Zelfs wanneer de opname nog op het
scherm staat, kunt u de ontspanknop
nogmaals indrukken om een volgende
opname te maken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
25
Films opnemen
1) Start met opnemen.
● Druk op de lmknop. De opname begint
en op het scherm verschijnen [ REC] en
de verstreken tijd.
● Zwarte balken aan de boven- en onderkant
van het scherm geven aan welke gebieden
niet worden opgenomen.
● Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
● Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de lmknop.
2) Voltooi de opname.
● Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
● Als de camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer
u de ontspanknop lichtjes indrukt, wordt een oranje AF-kader
weergegeven met [
de ontspanknop volledig indrukt.
● Wanneer het opnemen van een lm met een Dynamic IS-compatible
lens begint (= 80), wordt het beeldweergavegedeelte vernauwt
en worden onderwerpen vergroot.
], en er wordt geen foto gemaakt wanneer u
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van lms kunt u deze als volgt
op het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
1
● Druk op de knop [].
● Uw laatste opname wordt weergegeven.
Selecteer de beelden.
2
● Druk op de knop [ ] om het vorige beeld
weer te geven. Druk op de knop [ ] om
het volgende beeld weer te geven.
● Houd de knoppen [ ][ ] minstens een
seconde ingedrukt om dit scherm te
openen (Beeld scrollen). Druk in deze
modus op de knoppen [ ][ ] om door de
beelden te bladeren.
● Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
● Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[]. Ga naar stap 3 als u lms wilt
afspelen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
26
Speel lms af.
3
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [ ] te selecteren en druk
vervolgens nogmaals op de knop [ ].
● Het afspelen begint en nadat de lm is
voltooid, wordt [] weergegeven.
● Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen [ ][ ] tijdens het afspelen.
● Als u wilt overschakelen naar de opnamemodus vanuit de
afspeelmodus, drukt u de ontspanknop half in (= 29), drukt u
op de knop [
● U kunt de afspeelmodus ook starten door op [ ] te tikken. Als
u het volume wilt aanpassen, sleept u tijdens het afspelen snel
omhoog of omlaag over het scherm.
] of verplaatst u de keuzeschakelaar.
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
1
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren.
Wis de opname.
2
● Druk op de knop [ ].
● Als [Wissen?] verschijnt, drukt u op de
knoppen [ ][ ] om [Wissen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
● Het huidige beeld wordt nu gewist.
● Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen [ ][ ] om [Annuleer] te
kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ].
● U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen
(= 102).
● U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen]
op het scherm te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
27
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te
genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Aan/Uit
Opnamemodus
● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
● Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
● Druk op de knop [] om de camera in te
schakelen en uw foto's te bekijken.
● Druk nogmaals op de knop [] als u wilt
overschakelen naar de opnamemodus.
● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
● Als er een EF-M-lens op de camera is bevestigd en de camera
is uitgeschakeld, wordt het diafragma verkleind om licht
buiten te houden en om de interne onderdelen van de camera
te beschermen. In dit geval maakt de camera bij het in- en
uitschakelen een kort geluid, dat wordt veroorzaakt door het
aanpassen van het diafragma.
● De sensor wordt schoongemaakt wanneer de camera wordt in- of
uitgeschakeld. Dit kan ook een kort geluid maken. Zelfs wanneer
de camera is uitgeschakeld, wordt [
schoonmaken van de sensor. Het pictogram [
mogelijk niet weergegeven als u de camera snel achtereen in- en
uitschakelt.
● Als u wilt overschakelen naar de opnamemodus vanuit de
afspeelmodus, drukt u de ontspanknop half in (= 29), drukt u
op de knop [
] of verplaatst u de keuzeschakelaar.
] weergegeven bij het
] wordt echter
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
28
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de accu te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut
inactief is geweest. Ongeveer na nog twee minuten wordt de lens ingetrokken
en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld en de indicator
brandt, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken
van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (= 29).
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer vijf minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld.
● U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van
Display uit aanpassen (= 140).
● Energiebesparing is niet actief wanneer de camera op andere
apparaten is aangesloten via Wi-Fi (= 112) of wanneer de
camera is aangesloten op een computer (= 153).
Ontspanknop
Houd de ontspanknop eerst half ingedrukt om ervoor te zorgen dat er op
het onderwerp wordt scherpgesteld. Wanneer het scherpstellen is gelukt,
drukt u de knop helemaal in om de opname te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
Druk half in. (Licht indrukken om
1
scherp te stellen.)
● Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
2
positie halverwege, helemaal in om
de opname te maken.)
● De camera maakt nu de opname.
● Onderwerpen worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
29
De hoek van het scherm aanpassen
U kunt de hoek en stand van het scherm aanpassen aan de scène of aan
de manier waarop u opneemt.
● Het scherm kan tot ongeveer 180 graden
worden opengeklapt.
● Als u de camera op uzelf gericht houdt
bij opnamen, kunt u een gespiegelde
weergave van uzelf zien door het scherm
naar de voorzijde van de camera te
draaien.
● Houd het scherm gesloten wanneer de camera niet in gebruik is.
● Duw niet te ver door bij het openen van het scherm. Hierdoor kan
de camera beschadigd raken.
● Als u de omkering van het beeld wilt annuleren, selecteert u
MENU (= 32) > tabblad [
1] > [Beeldomkeren] > [Uit].
Opties opnameweergave
Druk op de knop [ ] om opname-informatie of het histogram weer te
geven of te verbergen.
U kunt aanpassen wat er wordt weergegeven door tabblad [
[Opname-infoscherm] te openen (= 88).
● Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met
de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch
verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker
controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en
de helderheid van uw foto's niet overeen. Vervorming van het beeld
op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp
hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
● Zie "Van Displaymodus wisselen" (=
93) voor weergaveopties.
1] >
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
30
Het menu Snelle instelling gebruiken
U kunt veelgebruikte functies congureren in het menu (Snelle instelling).
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 172) of
afspeelmodus (= 181).
Open het -menu.
1
● Druk op de knop [ ].
Selecteer een menu-item.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
menu-item te selecteren (1).
● De beschikbare opties (2) worden onder
aan het scherm weergegeven.
Selecteer een optie.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
de regelaar [] om een optie te
selecteren.
● Items met het pictogram [] kunnen
worden gecongureerd door op de knop
[] te drukken.
Bevestig uw selectie en sluit af.
4
● Druk op de knop [ ].
● Het scherm voordat u in stap 1 op
de knop [ ] drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
gecongureerd.
● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan
maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen
(= 145).
● U kunt ook afsluiten door bij de menu-items [ ] te selecteren en
op de knop [
] te drukken.
Bediening via het aanraakscherm gebruiken om
instellingen te congureren
● Tik op [ ] in de rechterbovenhoek
van het scherm om het menu Snelle
instellingen te openen.
● Tik op een menu-item en vervolgens op
een optie om de instelling te voltooien.
● Als u naar het vorige scherm wilt
terugkeren, tikt u op het menu-item [
tikt u nogmaals op de geselecteerde optie.
● U kunt het scherm voor opties die worden
aangeduid met het pictogram []
openen door op [] te tikken.
] of
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
31
Het menuscherm gebruiken
Congureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm.
Open het menuscherm.
1
● Druk op de knop [].
Selecteer een tabblad.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
de regelaar [] om een tabblad te
selecteren.
● Tabbladen hebben betrekking op
functies (1), zoals opnemen ([ ]),
afspelen ([ ]) of instellingen ([ ]), of
op pagina's binnen de verschillende
functies (2). In deze handleiding worden
tabbladen aangeduid door de functie en
de pagina te combineren, zoals bij [ 1].
Selecteer een menu-item.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
● Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst op
de knop [ ] om van scherm te wisselen.
Daarna drukt u op de knoppen [ ][ ]
om het menu-item te selecteren.
● Druk op de knop [] om terug te
keren naar het vorige scherm.
Selecteer een optie.
4
● Wanneer opties verticaal zijn gerangschikt,
drukt u op de knoppen [ ][ ] om een
optie te selecteren.
● Wanneer opties horizontaal zijn
gerangschikt, drukt u op de knoppen
[ ][ ] om een optie te selecteren.
Bevestig uw selectie en sluit af.
5
● Druk op de knop [ ] om uw selectie te
bevestigen en terug te keren naar het
scherm voor menu-itemselectie.
● Druk op de knop [] om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u bij stap 1 op de
knop [] drukte.
● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan
maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen
(= 145).
● De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de
geselecteerde opname- of afspeelmodus (= 174 – = 181).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
32
Touchscreenbewerkingen
● Als u tabbladen wilt selecteren, drukt u op de knop [] om
het menuscherm te openen en tikt u vervolgens op het gewenste
functietabblad en paginatabblad.
● Tik op een item om het te selecteren en tik er vervolgens nogmaals op.
● Tik op een optie om de instelling te voltooien en terug te keren naar
het scherm voor menu-itemselectie.
● Als u menu-items wilt congureren waarvoor geen opties worden
weergegeven, tikt u eerst op het menu-item om het instellingenscherm
te openen. Tik op [] om terug te keren naar het vorige scherm.
● U kunt ook op invoerelementen (zoals selectievakjes of tekstvelden)
tikken om deze te selecteren en u kunt tekst opgeven door op het
schermtoetsenbord te tikken.
● U bereikt hetzelfde effect door op [], [] of [] te tikken als
door op respectievelijk de knoppen [ ], [] of [ ] te drukken.
● Druk nogmaals op de knop [] om het menu te sluiten.
Toetsenbord op het scherm
U gebruikt het schermtoetsenbord om Wi-Fi-instellingen (= 112) en
andere gegevens in te voeren. De lengte en het soort informatie dat u in
kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt.
Tekens invoeren
● Tik op de tekens om ze in te voeren.
● De hoeveelheid informatie die u in kunt
voeren (1) hangt af van de functie die u
gebruikt.
Cursor verplaatsen
● Tik op [ ] [ ].
Regeleindes invoeren
● Tik op [ ].
Van invoerstand wisselen
● Als u wilt overschakelen naar getallen of
symbolen, tikt u op [ ].
● Tik op [ ] om hoofdletters in te voeren.
● De beschikbare invoermethodes zijn
afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Tekens verwijderen
● Tik op [] om het vorige teken te
verwijderen.
● Als u [] lang aanraakt, worden er vijf
tekens tegelijkertijd verwijderd.
33
Invoer bevestigen en terugkeren naar
het vorige scherm
● Druk op de knop [].
● Voor bepaalde functies wordt [ ] niet weergegeven en kan deze
optie niet worden gebruikt.
● U kunt het toetsenbord ook bedienen door op de knoppen
][ ][ ][ ] te drukken om tekens of pictogrammen te
[
selecteren en vervolgens op de knop [
cursor ook verplaatsen door de regelaar [
op de knop [
] om terug te keren naar het vorige scherm.
] te drukken. U kunt de
] te draaien. Druk
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
KleurIndicatorstatusCamerastatus
Aan
Groen
Knippert
● Als de indicator groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart of accuhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Aangesloten op een computer (= 153)
of het scherm is uitgeschakeld (= 29,
=
140, = 140)
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/
verzenden van beelden, het maken van
opnamen met lange sluitertijd (= 83,
=
85) of verbonden met/verzenden via
Wi-Fi
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
34
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij
het maken van opnamen
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specieke composities.
Opnamen maken (Automatisch/scène)
Foto's
Schakel de camera in.
1
● Druk op de ON/OFF-knop.
Open de modus [ ].
2
● Stel de keuzeschakelaar in op [ ].
● Linksboven in het scherm verschijnt een
scènepictogram (= 39).
● Kaders worden rond gezichten en
onderwerpen weergegeven die zijn
gedetecteerd, om aan te geven dat
hierop is scherpgesteld.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Kies de compositie.
3
● Als u een zoomlens gebruikt, kunt u in-/
uitzoomen door de zoomring op de lens
met uw vingers te draaien.
35
Maak de opname.
4
Foto's maken
1) Stel scherp.
● Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
● Als [Flitser Opklappen] wordt
weergegeven, verplaatst u de
[ ]-schakelaar om de itser open te
klappen. De itser wordt geactiveerd
wanneer u een opname maakt. Als u de
itser niet wilt gebruiken, duwt u deze
omlaag met uw vinger.
2) Maak de opname.
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
(In omstandigheden met weinig licht,
wordt de itser automatisch geactiveerd
wanneer deze is opgeklapt.)
● Uw opname wordt ongeveer twee
seconden weergegeven op het scherm.
● Zelfs wanneer de opname nog op het
scherm staat, kunt u de ontspanknop
nogmaals indrukken om een volgende
opname te maken.
Films opnemen
1) Start met opnemen.
● Druk op de lmknop. De opname begint
en op het scherm verschijnen [ REC] en
de verstreken tijd.
● Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
● Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
● Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de lmknop.
2) Pas de grootte van het onderwerp
aan en wijzig zo nodig de
compositie van de opname.
● Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3.
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook wordt
opgenomen.
● Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
3) Voltooi de opname.
● Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
● De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart vol
raakt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
36
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch
Foto's
U kunt eenvoudig een korte lm van de dag maken door foto's te maken.
De camera neemt voor elke opname clips van 2 - 4 seconden op van
scènes, die later worden gecombineerd in een digest-lm.
Open de modus [].
1
● Stel de keuzeschakelaar in op [ ].
● Tik op [ ] en tik vervolgens op []
(door de regelaar [] te draaien, op
[ ][ ] te tikken of omhoog of omlaag
te slepen op het scherm om dit weer te
geven).
● Tik op [OK] om uw keuze te bevestigen.
Kies de compositie.
2
● Volg stap 3 - 4 bij "Opnamen maken
(Automatisch/scène)" (= 35) om de
compositie te kiezen en scherp te stellen.
● Voor indrukwekkendere digest-lms richt
u de camera ongeveer vier seconden op
onderwerpen voordat u foto's maakt.
Films
Maak de opname.
3
● Volg stap 4 bij "Opnamen maken
(Automatisch/scène)" (= 36) om een
foto te maken.
● De camera maakt zowel een foto als
een lmclip. De clip, die wordt beëindigd
met de foto en een sluitergeluid, is één
hoofdstuk in de digest-lm.
● De accu gaat in deze modus minder lang mee dan in de modus
], omdat er voor iedere opname digest-lms worden opgenomen.
[
● Een digest-lm wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto
maakt direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus
] hebt geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
[
● Elk geluid en alle trillingen van de camera of lens worden
opgenomen in digest-lms.
● De beeldkwaliteit voor digest-lms is [] voor NTSC of
● Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop
● In de volgende gevallen worden digest-lms opgeslagen als
● Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist.
● Als u liever digest-lms opneemt zonder foto's, kunt u de instelling
● De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (= 111) .
] voor PAL. Dit is afhankelijk van de indeling van de
[
video-uitvoer (= 139).
half indrukt of de zelfontspanner instelt.
aparte lmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt
met de modus [
- Het digest-lmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal
ongeveer 16 minuten en 40 seconden lang opgenomen.
- De digest-lm is beveiligd (= 99).
- De instellingen voor zomertijd (= 20), videosysteem (= 139),
tijdzone-instellingen (= 141) of copyrightinformatie (= 144)
zijn gewijzigd.
- Er wordt een nieuwe map gemaakt (= 138).
van tevoren aanpassen. Kies MENU (= 32) > tabblad [
[Digest-type] > [Geen foto's] (= 32).
].
4] >
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
37
Digest-lm afspelen
Geef een opname weer in de modus [] om de digest-lm af te spelen
die op dezelfde dag is gemaakt of om de datum op te geven van de
digest-lm om af te spelen (= 94).
Foto's/lms
● Als de camera geen bedieningsgeluid maakt, is deze mogelijk
ingeschakeld terwijl u de knop [
activeert geluiden door op de knop [
[Pieptoon] te kiezen op het tabblad [
knoppen [
][ ] om [Aan] te selecteren.
] ingedrukt hield. U
] te drukken en
3]. Druk vervolgens op de
Foto's
● Als de camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer
u de ontspanknop half indrukt, wordt er een oranje AF-kader
weergegeven met [
wordt er geen opname gemaakt.
● Het scherpstellen kan langer duren of onjuist zijn wanneer er
geen mensen of andere onderwerpen worden gedetecteerd,
wanneer de onderwerpen donker zijn of weinig contrast bevatten
of in zeer heldere omstandigheden.
● Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat
de beelden mogelijk onscherp worden door cameratrilling.
Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden.
● Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geitst, ga dan
dichter naar het onderwerp toe. Zie "Gemiddeld bereik ingebouwde
=
190) voor meer informatie over het itsbereik.
itser" (
● Het lampje wordt ingeschakeld bij opnamen in een omgeving met
weinig licht om rode ogen te verminderen en om het scherpstellen
te vergemakkelijken.
● Er kunnen vignettering of donkere beeldgebieden optreden bij
bepaalde lenzen wanneer de itser itst.
● Als een knipperend [ ]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, geeft dat aan dat u pas een opname kunt
maken als de itser klaar is met opladen. U kunt weer opnemen zodra
de itser gereed is. U kunt nu de ontspanknop helemaal indrukken en
wachten, of u laat de knop los en drukt de ontspanknop opnieuw in.
● Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm
wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en
kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
]. Als u nu de ontspanknop volledig indrukt
● Vignettering komt in het voorbeeld voor direct nadat u de
opnamen maakt, voordat de uiteindelijke, opgeslagen beelden
worden weergegeven.
● U kunt wijzigen hoelang beelden worden weergeven na opnamen
(= 47).
Films
● Kom tijdens het opnemen van lms niet met uw vingers aan de
microfoon (1). Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen
dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt
daardoor gedempt.
● Raak bij bediening van de camera alleen de lmknop en bediening
op het touchscreen aan als u lms opneemt, omdat geluiden die
de camera maakt ook worden opgenomen. Als u de instellingen
wilt aanpassen of andere bewerkingen wilt uitvoeren, kunt u indien
mogelijk het beste de bediening op het touchscreen gebruiken.
● De mechanische geluiden van de lens en de camera worden ook
opgenomen.
● Zodra het opnemen van lms begint met een lens die Dynamic
IS ondersteunt (= 80), wordt het weergavegebied smaller en
worden onderwerpen vergroot zodat aanzienlijke bewegingen
van de camera kunnen worden gecorrigeerd. Als u onderwerpen
wilt lmen met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het lmen
worden weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie
(= 79).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
38
● Het geluid wordt in stereo opgenomen.
● Tijdens het opnemen van lms kunnen de bedieningsgeluiden van
automatisch scherpstellen worden opgenomen. Als u liever geen
geluid opneemt, selecteert u MENU (= 32) > tabblad [
[Geluidsopname] > [Uitsch.].
● Als u de scherpstelling wilt vastzetten tijdens het opnemen van
lms, selecteert u MENU (= 32) > tabblad [
voor lm] > [Uitsch.].
● Individuele lms die groter zijn van 4 GB worden in meerdere
bestanden opgedeeld. Ongeveer 30 seconden voordat de lm 4 GB
bereikt, begint de verstreken tijd te knipperen op het opnamescherm
om u hiervan op de hoogte te stellen. Als u doorgaat met opnemen
en de 4 GB overschrijdt, maakt de camera automatisch een nieuw
lmbestand en stopt het knipperen. Onthoud dat automatisch
achter elkaar afspelen van opgedeelde lmbestanden niet wordt
ondersteund. Speel elke lm afzonderlijk af.
5] >
5] > [Servo AF
Scènepictogrammen
Foto's
In de modi [ ] en [] wordt de door de camera vastgestelde compositie
aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende
instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het
onderwerp worden automatisch geselecteerd.
Bij het maken van
Achtergrond
opnamen van mensen
Mensen
In
beweging
Achtergrondkleur
pictogram
Helder
Helder en tegenlicht
Met blauwe lucht
Blauwe lucht en tegenlicht
Lichtblauw
Spotlights–
Donker
Donker, met statief
–
–
Donkerblauw
Grijs
Films
Bij het maken van opnamen van
Achtergrond
andere onderwerpen
Overige
onderwerpen
In
beweging
Dichtbij
Achtergrondkleur
pictogram
Helder
Helder en
Grijs
tegenlicht
Met blauwe lucht
Blauwe lucht en
Lichtblauw
tegenlicht
Zonsondergangen––Oranje
Spotlights
–
DonkerblauwDonker
Donker, met statief––
● De pictogrammen "In beweging" worden niet weergegeven wanneer u
opnamen maakt met de zelfontspanner (= 40), als de modus [
]
is geactiveerd of als u een lm opneemt.
● De pictogrammen "Bij het maken van opnamen van mensen" en "In
beweging" worden niet weergegeven wanneer de lens is ingesteld
op
of als u een lens gebruikt waarmee u niet automatisch kunt
scherpstellen.
● Probeer om op te nemen in de modus [ ] (= 62) als het
scènepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
effecten, kleuren of helderheid die u verwacht.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
39
Kaders op het scherm
Foto's
Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt,
worden verschillende kaders weergegeven.
● Rond het onderwerp (of het gezicht) dat als hoofdonderwerp wordt
vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven. Het kader volgt
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om er steeds op
scherpgesteld te blijven.
● Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
● Het kader wordt blauw in de modus [ ] als er beweging in het
onderwerp wordt gedetecteerd wanneer u de ontspanknop half
indrukt. Zodra er is scherpgesteld op onderwerpen nadat de focus en
helderheid zijn aangepast met Servo AF, wordt het kader groen.
● Een oranje AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan
scherpstellen op onderwerpen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
● Probeer in de [ ]-modus (= 62) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden.
● Als u Servo AF wilt uitschakelen, stelt u [AF auto-schak.] in op
[Uitsch.] op het tabblad [
"In beweging" (= 39) niet langer worden weergegeven. [AF
auto-schak.] wordt automatisch ingesteld op [Uitsch.] en kan niet
worden gewijzigd wanneer de zelfontspanner (= 40) op een
andere optie dan[
4]. Onthoud dat de pictogrammen
] wordt ingesteld.
Films
Algemene, handige functies
Foto's
De zelfontspanner gebruiken
Foto's
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
Congureer de instelling.
1
● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens [ ]
(= 31).
● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
Maak de opname.
2
● Voor foto's: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal naar
beneden.
● Voor lms: Druk op de lmknop.
Films
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Om onderwerpen te selecteren waarop u wilt scherpstellen, tikt u op
het gewenste onderwerp op het scherm. [
en de modus Touch AF wordt geactiveerd op de camera.
] wordt weergegeven
40
● Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
● Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(In het geval dat de itser afgaat, blijft de
lamp branden.)
● Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat u deze
hebt ingesteld, drukt u op de knop [
● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [
] bij stap 1.
Cameratrilling vermijden met de zelfontspanner
Foto's
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
● Voer stap 1 in "De zelfontspanner
gebruiken" uit (= 40) en kies [ ].
● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
● Voer stap 2 uit in "De zelfontspanner
gebruiken" (= 40) om de opname te
maken.
Films
De zelfontspanner aanpassen
Foto's
U kunt een vertraging (0 - 30 seconden) en het aantal opnamen (1 - 10)
opgeven.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 in "De zelfontspanner
gebruiken" (= 40) uit, selecteer [ ] en
druk op de knop [].
Films
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
vertragingstijd of het aantal opnamen te
Vóór gebruik
Basishandleiding
selecteren.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
waarde te selecteren en druk vervolgens
op de knop [].
● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
].
weergegeven.
● Voer stap 2 uit in "De zelfontspanner
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
gebruiken" (= 40) om de opname te
maken.
● Voor het opnemen van lms met de zelfontspanner begint het
opnemen na uw opgegeven vertragingstijd, maar als u het aantal
opnamen opgeeft, heeft dit geen effect.
● Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de helderheid
en de witbalans bepaald aan de hand van de eerste opname. Er
meer tijd vereist tussen de opnamen wanneer de itser actief is of
wanneer u hebt opgegeven dat een groot aantal opnamen moet
worden gemaakt. De camera stopt automatisch met het maken
van opnamen zodra de geheugenkaart vol raakt.
● Bij een vertraging van meer dan twee seconden gaat de lamp
twee seconden voor de opname sneller knipperen en het geluid
van de zelfontspanner sneller lopen. (In het geval dat de itser
afgaat, blijft de lamp branden.)
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
41
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter)
Foto's
Met deze optie kunt u gewoon het scherm aanraken en uw vinger
wegnemen om de opname te maken, in plaats van de ontspanknop in te
drukken. De camera stelt automatisch scherp op onderwerpen en past
automatisch de beeldhelderheid aan.
Schakel de Touch Shutter-functie in.
1
● Tik op [ ] en wijzig dit naar [ ].
Maak de opname.
2
● Raak het onderwerp op het scherm aan
om de foto te nemen.
● Als u Touch Shutter wilt annuleren, tikt u
op [ ] en wijzigt u dit naar [ ].
● Een oranje AF-kader geeft aan dat de camera niet kon
scherpstellen op onderwerpen. Er wordt geen opname genomen.
● Zelfs wanneer de opname nog wordt weergegeven, kunt u
voorbereidingen treffen voor de volgende opname door op [
te tikken.
● U kunt ook de instellingen voor Touch Shutter congureren
door MENU (= 32) > tabblad [
selecteren. Als u het pictogram voor de Touch Shutter-instellingen
wilt verbergen, stelt u [Pict. sluiter aanraken] in op [Uit].
1] tab > [Touch Shutter] te
Films
]
Continue opname
Foto's
Houd in de modus [ ] de ontspanknop volledig ingedrukt om continue
opnamen te maken.
=
Zie "Transport-/zelfontspanmodus" (
de snelheid van continue opnamen.
1
2
185) voor meer informatie over
Congureer de instelling.
● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu
en selecteer vervolgens [ ] (= 31).
● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
Maak de opname.
● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
42
● Tijdens continue opnamen zijn de scherpstelling, belichting
en kleuren vergrendeld op de positie/het niveau die/dat wordt
vastgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt.
● Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 40).
● Opnamen kunnen tijdelijk onderbroken worden of continue
opnamen kunnen langzamer worden, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie.
● Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
● Er is mogelijk een vertraging voordat u opnieuw opnamen kunt
maken, afhankelijk van de opnameomstandigheden, het type
geheugenkaart en hoeveel opnamen u achter elkaar hebt genomen.
● Als u itst, kan de opnamesnelheid afnemen.
● Met Touch Shutter (= 42) neemt de camera continu beelden
op als u het scherm aanraakt. Scherpstelling, belichting en
kleurtoon blijven gelijk tijdens continu-opnamen, nadat ze zijn
vastgesteld tijdens de eerste opname.
● De schermweergave bij continue opnamen is anders dan de
beelden die in werkelijkheid worden vastgelegd en kan onscherp
lijken. Bepaalde lenzen kunnen ook de schermweergave
donkerder maken bij continue opnamen, terwijl de beelden met
standaardhelderheid worden vastgelegd.
● Wanneer er negen of minder opnamen achter elkaar kunnen
worden genomen, wordt het beschikbare aantal weergegeven
rechts van het totaal aantal resterende opnamen boven aan het
scherm (= 167). Dit wordt niet weergegeven wanneer er 10 of
meer opnamen kunnen worden genomen.
● Mogelijk zijn er minder continue opnamen beschikbaar bij
bepaalde opnameomstandigheden of camera-instellingen.
Functies voor de beeldaanpassing
Beeldkwaliteit wijzigen
Foto's
Kies uit 8 combinaties van formaat (aantal pixels) en compressie
(beeldkwaliteit). Geef ook op of beelden moeten worden vastgelegd in
RAW-indeling (= 44). Raadpleeg "Aantal opnamen per geheugenkaart"
(=
189) voor richtlijnen over hoeveel beelden van elke indeling op een
geheugenkaart passen.
● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [ ].
● [ ] en [ ] geven verschillende niveaus van beeldkwaliteit aan
afhankelijk van de mate van compressie. Bij hetzelfde formaat
(aantal pixels), biedt [
]-beelden een enigszins lagere beeldkwaliteit hebben,
[
passen er meer van op een geheugenkaart. Onthoud dat de
beeldkwaliteit [
● Niet beschikbaar in de modus [].
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
1] > [Beeldkwalit.] te selecteren.
] een hogere beeldkwaliteit. Hoewel
] is voor formaten van [ ] of [ ].
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
43
Wanneer u het aantal pixels bepaald op basis van afdrukformaat, kunt u
de volgende tabel gebruiken als een richtlijn voor beelden met een aspect
ratio van 3:2.
A2 (420 x 594 mm)
A3 (297 x 420 mm)
A4 (210 x 297 mm)
90 x 130 mm, 130 x 180 mm, briefkaartformaat
Voor e-mail en vergelijkbare doeleinden
Vastleggen in RAW-indeling
De camera kan beelden vastleggen in JPEG- en RAW-indeling.
Deze beelden worden in de camera verwerkt voor
optimale beeldkwaliteit en gecomprimeerd om de
JPEG-
beelden
RAW-
beelden
bestandsgrootte te verkleinen. Dit compressieproces
is echter onomkeerbaar en beelden kunnen
niet kunnen worden teruggebracht naar de
oorspronkelijke, onbewerkte staat. Beeldbewerking
kan ook een klein verlies aan beeldkwaliteit
veroorzaken.
De "raw" (niet-verwerkte) gegevens, opgenomen
met zo goed als geen verlies aan beeldkwaliteit
door beeldverwerking van de camera. De gegevens
kunnen in deze indeling niet worden bekeken via
een computer of worden afgedrukt. Gebruik eerst
de software (Digital Photo Professional, = 152)
om beelden te converteren naar normale JPEG- of
TIFF-bestanden. Beelden kunnen worden aangepast
met een minimaal verlies aan beeldkwaliteit.
● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ] in
het menu (= 31).
● Selecteer de optie [ ] om alleen in
RAW-indeling vast te leggen.
● Selecteer de JPEG-beeldkwaliteit en
druk vervolgens op de knop []
om beelden in zowel JPEG- als RAWindeling vast te leggen. De markering
[ ] wordt naast [RAW] weergegeven. Als
u deze instelling ongedaan wilt maken,
voert u dezelfde stappen uit en verwijdert
u de markering [ ] naast [RAW].
● Gebruik altijd de daarvoor bedoelde software "EOS Utility"
=
152) voor de overdracht van RAW-beelden (of RAW- en
(
JPEG-beelden samen) naar een computer.
● Zie "Aantal opnamen per geheugenkaart" (=
informatie over de relatie tussen de resolutie en het aantal
opnamen dat op een kaart past.
● De bestandsextensie voor JPEG-beelden is .JPG en de extensie
voor RAW-beelden is .CR2. Bestandsnamen van JPEG- of
RAW-beelden die samen zijn genomen, hebben hetzelfde
beeldnummer.
● Zie "Software" (=
toepassingen Digital Photo Professional en EOS Utility.
152) voor meer informatie over de
189) voor meer
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
44
Via het menu
● [RAW] en [JPEG] kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld op [−].
● Druk op de knop [], selecteer
[Beeldkwalit.] op het tabblad [ 1] en
druk op de knop [ ] (= 32).
● Als u tegelijkertijd in RAW-indeling wilt
vastleggen, draait u de regelaar [] en
selecteert u [ ] onder [RAW]. Onthoud
dat alleen JPEG-beelden worden
vastgelegd wanneer [−] is geselecteerd.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [JPEG] te
selecteren en selecteer vervolgens het
beeldformaat en de kwaliteit. Onthoud dat
alleen RAW-beelden worden vastgelegd
wanneer [−] is geselecteerd.
● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ]
om terug te keren naar het menuscherm.
De aspect ratio wijzigen
Wijzig de aspect ratio (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
● Druk op de knop [ ] en kies [] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
● Zodra de instelling is voltooid, wordt de
aspect ratio van het scherm gewijzigd.
● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv's of
vergelijkbare weergaveapparatuur.
Oorspronkelijke aspect ratio van het camerascherm, equivalent
aan 35mm-lm. Gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen op
130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of
diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
● Niet beschikbaar in de modus [].
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
1] > [Hoogte/breedte foto] te selecteren.
Foto's
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
45
Beeldkwaliteit van lms wijzigen
Foto's
Pas de beeldkwaliteit van lms aan (beeldformaat en framerate). De
framerate geeft aan hoeveel frames worden opgenomen per seconde.
Dit wordt automatisch bepaald op basis van NTSC- of PAL-instelling
(= 139). Raadpleeg "Opnametijd per geheugenkaart" (=
189) voor
richtlijnen over de totale opnameduur op elk niveau beeldkwaliteit dat op
een geheugenkaart past.
● Druk op de knop [ ], kies [Movie-
opn.formaat] in het menu en kies de
gewenste optie (= 31).
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Voor NTSC-video
BeeldkwaliteitResolutieFramerateDetails
1920 x 1080 29,97 fps
1920 x 1080 23,98 fps
Voor opnamen in
Full-HD-kwaliteit.
] maakt
[
bioscoopframerate mogelijk.
Films
Voor PAL-video
BeeldkwaliteitResolutieFramerateDetails
1920 x 1080 25,00 fps
Voor opnamen in Full-HDkwaliteit.
1280 x 72050,00 fpsVoor opnamen in HD.
640 x 48025,00 fps
● Zwarte balken (links en rechts weergegeven in de modi []
en [
[
beeldgebieden niet worden opgenomen.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
], en bovenaan en onderaan in de modi [],
], [], [] en []) geven aan dat de
5] > [Movie-opn.formaat] te selecteren.
Voor opnamen in
SD-kwaliteit.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
1280 x 72059,94 fpsVoor opnamen in HD.
640 x 48029,97 fps
Voor opnamen in
SD-kwaliteit.
46
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [ ] van het
menuscherm.
=
Zie "Het menuscherm gebruiken" (
menufuncties.
Het lampje voor rode-ogen-reductie
uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u
opnamen maakt met de itser in een omgeving met weinig licht.
32) voor instructies over
Foto's
Open het scherm [Flitsbesturing].
1
● Druk op de knop [], kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [ 3] en
druk op de knop [ ] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Kies [R.ogen Aan/Uit] en kies vervolgens
[Uit] (= 32).
● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Aan].
Films
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen
Foto's
● Druk op de knop [], kies [Kijktijd]
op het tabblad [ 1] en kies de gewenste
optie.
● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [2 sec.].
2 sec., 4 sec.,
8 sec.
Vastzetten
UitNa de opname worden geen beelden weergegeven.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd
weergegeven. Zelfs wanneer de foto nog op
het scherm staat, kunt u de ontspanknop al half
indrukken om een volgende foto te maken.
Beelden worden weergegeven totdat u de
ontspanknop half indrukt.
● U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop [ ] te
drukken terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
47
Andere opnamestanden
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere
opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies
Opnamen maken met uw favoriete
instellingen (Creatieve hulp)
Maak de opnamen die u in uw hoofd hebt, zonder dat u kennis hoeft te
hebben van fotograetermen. U kiest uit eenvoudig te begrijpen opties
voor het vervagen van de achtergrond, het aanpassen van de helderheid
of het maken van andere aanpassingen terwijl u naar het scherm kijkt.
Als u de instellingen die u bevallen eenmaal hebt opgeslagen, kunt u ze
later eenvoudig opnieuw toepassen. U kunt ook instellingen van eerdere
opnamen die u in de modus [ ] hebt gemaakt, toepassen.
Deze modus maakt het eenvoudiger om de Creatieve modi ([
[] en [ ]) te leren kennen, omdat u de overeenkomende instellingen
in deze modi kunt controleren wanneer u opnamen bekijkt die u in de
modus [ ] hebt gemaakt.
U kunt opnamen op de volgende manieren aanpassen.
Hiermee past u de achtergrondvervaging aan. Kies
Achtergrond
Helderheid
Contrast
Verzadiging
Kleurtoon
Monochroom
voor hogere waarden als u de achtergrond scherper
wilt maken, of voor lagere waarden als u meer
vervaging wilt.
Hiermee past u de beeldhelderheid aan. Kies voor
hogere waarden als u beelden helderder wilt maken.
Hiermee past u het contrast aan. Kies voor hogere
waarden als u het contrast wilt vergroten.
Hiermee past u de kleurverzadiging aan. Kies
voor hogere waarden als u de kleuren levendiger
wilt maken, of voor lagere waarden als u ze wilt
verzachten.
Hiermee past u de kleurtoon aan. Kies voor hogere
waarden als u de kleuren warmer wilt maken, of
voor lagere waarden als u ze koeler wilt hebben.
U kunt kiezen uit vijf monochroomopties: [
wit], [ Sepia], [ Blauw], [ Paars] of [ Groen].
Kies voor de instelling [ ] om in kleur op te nemen.
Opmerking: [Verzadiging] en [Kleurtoon] zijn alleen
beschikbaar als u de optie [ ] hebt geselecteerd.
], [],
Zwart/
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
48
Open de modus [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (=
37)
uit en selecteer [ ].
Congureer de instellingen.
2
● Druk op de knop [ ], selecteer een item
door op de knoppen [ ][ ] te drukken
en pas vervolgens de instelling aan door
op de knoppen [ ][ ] te drukken of de
regelaar [] te draaien (= 31).
● Wanneer u klaar bent met het aanpassen
van de items, drukt u op de knop []
om terug te keren naar het opnamescherm.
Maak de opname.
3
● [Achtergrond] is niet beschikbaar bij itsopnamen.
● Als u wilt voorkomen dat uw instellingen worden gereset wanneer
de camera wordt uitgeschakeld, stelt u [Houd
tabblad [
● U kunt het instellingenscherm ook openen door op [ ] te
tikken in de rechterbovenhoek, en u kunt op items op het
instellingenscherm tikken om ze aan te passen. Tik op [
terug te keren naar het opnamescherm.
4] in op [Insch.].
inst.] op het
] om
Instellingen opslaan/laden
U kunt uw favoriete instellingen opslaan en later opnieuw gebruiken.
Instellingen opslaan
● Voer stappen 1 – 2 van "Opnamen maken
met uw favoriete instellingen (Creatieve
hulp)" (= 49) uit om [ ] te selecteren en
de instellingen naar wens te congureren.
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [ ] te selecteren en selecteer
vervolgens een proel om de instellingen
in op te slaan. Dit doet u door op de
knoppen [ ][ ] te drukken of de regelaar
[] te draaien.
● U kunt instellingen in maximaal zes
proelen opslaan.
● [ Vergelijk] wordt weergegeven als u
al instellingen hebt toegewezen aan het
geselecteerde proel. Terwijl dit proel is
geselecteerd, kunt u op de knop []
drukken om de eerdere instellingen te
bekijken en ze met uw nieuwe instellingen
te vergelijken.
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om [OK] te selecteren na het
bevestigingsbericht en druk vervolgens op
de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
49
Instellingen laden
● Voer stap 1 van "Opnamen maken met
uw favoriete instellingen (Creatieve hulp)"
(= 49) uit om [
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[
][ ] om [ ] te selecteren en selecteer
] te selecteren.
vervolgens het proel dat u wilt laden.
Dit doet u door op de knoppen [
drukken of de regelaar [
● Druk op de knop [ ] om de opgeslagen
][ ] te
] te draaien.
instellingen toe te passen.
● Als u terug wilt gaan zonder instellingen
toe te passen, selecteert u [–] en drukt u
op de knop [
].
Instellingen van opnamen gebruiken
Als u instellingen van opnamen die u in de modus [ ] hebt gemaakt voor
nieuwe opnamen wilt gebruiken, kunt u deze laden.
● Voer stap 1 van "Opnamen maken met
uw favoriete instellingen (Creatieve hulp)"
(= 49) uit om [
● Druk op de knop [] om de afspeelmodus
te activeren en selecteer vervolgens een
beeld dat is gemaakt in de modus [
dit weer te geven.
● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en druk nogmaals op de knop [
● De instellingen worden toegepast
en de camera schakelt over naar de
opnamemodus.
● Instellingen kunnen niet worden toegepast in andere modi dan
]. Er wordt een bericht weergegeven als u dit probeert zonder
[
dat de modus [
] om instellingen toe te passen.
[
● [ ] wordt niet weergegeven voor opnamen die niet in de modus
] zijn gemaakt.
[
] is ingeschakeld. Stel de opnamemodus in op
] te selecteren.
] om
Instellingen bekijken
Vóór gebruik
Basishandleiding
● Als u bij het bekijken van opnamen die
u in de modus [ ] hebt gemaakt de
gebruikte instellingen wilt controleren,
drukt u op de knop [ ]. Het scherm aan
de linkerkant wordt weergegeven.
Het verband tussen de modus [ ] en de instellingen
van de Creatieve modi
Instelling modus [ ]
(A) Achtergrond
(a) Diafragmawaarde (= 84)
(b) Belichtingscompensatie (= 63)
].
(B) Helderheid
Bij opnamen met de itser staat dit echter in
verband tot (b’) Flitsbelichtingscompensatie
Instelling Creatieve modi
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
(= 77)
(C) Kleurtoon
(D) Contrast
(E) Verzadiging
(F) Monochroom
(c) Witbalanscorrectie (= 67)
(d) Beeldstijlcontrast (= 70)
(e) Beeldstijlverzadiging (= 70)
(f) Beeldstijl
lter- en toningeffect (= 70)
50
Opnamen van uzelf maken met
optimale instellingen (Zelfportret)
Foto's
Bij het maken van zelfportretten kunt u diverse beeldverwerkingsinstellingen
aanpassen. Zo kunt u uw huid egaler laten lijken op het beeld of de
helderheid en de achtergrond aanpassen zodat u beter opvalt.
Open het scherm.
1
● Open het scherm zoals weergegeven.
Selecteer [ ].
2
● Tik op [ ].
Films
Maak de opname.
4
OptieDetails
U kunt kiezen uit [] of een van de vijf
achtergrondvervagingsniveaus.
U kunt kiezen uit vijf helderheidsniveaus.
U kunt kiezen uit drie huidegaliseringsniveaus. De egalisering
van de huid wordt geoptimaliseerd voor het gezicht van het
belangrijkste onderwerp van de opname.
● [ ] wordt niet weergegeven wanneer de keuzeschakelaar is
ingesteld op [
(= 51) bevindt.
● Als u wilt terugkeren naar de vorige modus nadat u op [ ] hebt
getikt om de modus [
u het naar een hoek die kleiner is dan 180 graden.
● Het is mogelijk dat andere gebieden dan de huid van mensen
worden aangepast, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
] (= 59), of wanneer u zich in de modus [ ]
] te openen, sluit u het scherm of kantelt
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Congureer de instelling.
3
● Tik op het scherm op het pictogram van
de instelling die u wilt congureren.
● Selecteer de gewenste optie.
● Tik op [ ] om terug te keren naar het
vorige scherm.
● U kunt de modus [ ] ook openen door stap 1 van "Opnamen
maken in de modus Hybride automatisch" (= 37) uit te voeren.
● In itsmodus [ ] is [ ] ingesteld op [] en kunt u hierin
geen wijzigingen aanbrengen.
● In de modus [ ] wordt de resterende tijd vóór de opname boven
aan het scherm weergegeven wanneer u de zelfontspanner
activeert door [
tijd op 3 seconden of meer in te stellen.
] te selecteren of door [ ] te selecteren en de
Accessoires
Bijlage
Index
51
Specieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto's.
Selecteer een opnamemodus.
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer een opnamemodus.
Maak de opname.
2
Portretopnamen maken (Portret)
Foto's
● Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Landschapsopnamen maken
(Landschap)
● Leg weidse landschappen of vergelijkbare
scènes scherp vast, van de voorgrond tot
aan de horizon, waarbij blauwe luchten
en het groen in levendige tinten worden
gereproduceerd.
Foto's
Films
Films
Close-upopnamen maken (Close-up)
Foto's
Films
● Maak close-ups van bloemen of andere
kleine voorwerpen om ze in uw opnamen
groter weer te geven.
● Gebruik een macrolens (afzonderlijk
verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel
groter te laten uitkomen.
● Controleer de minimale scherpstelafstand
van de bevestigde lens om te bepalen
van hoe dichtbij u onderwerpen kunt
fotograferen. De minimale scherpstelafstand
van de lens wordt gemeten vanaf de
markering [
] (scherpstelvlak) boven op
de camera tot het onderwerp.
Bewegende onderwerpen (Sport)
Foto's
Films
● Lenzen met "STM" in de naam
ondersteunen continue aanpassing
van de scherpstelling bij het maken
van continue opnamen. Bij continue
opname met andere lenzen wordt de
scherpstelling in het begin bepaald,
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Avondcomposities maken zonder
statief (Nachtopnamen uit hand)
Foto's
Films
● Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat u de
camera heel stil hoeft te houden (zoals
met een statief).
● Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto's te combineren,
waardoor cameratrilling en beeldruis
worden verminderd.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
52
● Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter dan in andere standen.
● In de modus [ ] en [ ] kunnen de beelden korrelig lijken
omdat de ISO-snelheid (= 65) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
● Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [ ] continue
opnamen maakt.
● In de modus [ ] kunnen overmatige onscherpte door beweging
of bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u
mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt.
● Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere
resultaten als u opnamen maakt in de modus [
de modus [
] (= 35).
] in plaats van
Speciale effecten toepassen
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
Kleuren verbeteren bij opnamen van voedsel
(Voedsel)
Foto's
Pas de kleurtonen aan om voedsel er vers en kleurrijk uit te laten zien.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Pas de kleurtoon aan.
2
● Draai de regelaar [] om de kleurtoon
aan te passen.
Maak de opname.
3
● Deze kleurtonen geven mogelijk geen goed resultaat wanneer ze
worden toegepast op mensen.
● Bij opnamen met de itser worden kleurtonen automatisch op de
standaardinstelling ingesteld.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
53
Opnamen met veel contrast maken (High Dynamic Range)
Foto's
Steeds als u een opname maakt, worden drie opeenvolgende beelden
met verschillende helderheidsniveaus gemaakt, en de camera combineert
vervolgens de beeldgebieden met optimale helderheid tot één beeld.
Deze modus vermindert de vervaagde highlights en het verlies van details
in schaduwgebieden die vaak voorkomen bij opnamen met veel contrast.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [
Maak de opname.
2
].
● Houd de camera stil terwijl u een opname
maakt. De camera neemt drie opnamen
en combineert deze wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt.
● Overmatige onscherpte door beweging of bepaalde
opnameomstandigheden kunnen ervoor zorgen dat u mogelijk
niet het verwachte resultaat verkrijgt.
● Wanneer overmatige cameratrilling voorkomt dat u opnamen kunt
maken, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere
maatregelen om de camera stil te houden. Schakel in dit geval
ook beeldstabilisatie uit (= 79).
● Enige beweging van het onderwerp resulteert in onscherpe beelden.
● Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt
maken, omdat de camera de foto's verwerkt en combineert.
Films
Artistieke effecten toevoegen
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
● Draai de regelaar [] om een effect te
selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
NatuurlijkAfbeeldingen zijn natuurlijk en organisch.
Kunst
Kunst helder Afbeeldingen lijken op heldere illustraties.
Kunst oliev.
Kunst emb.
Afbeeldingen lijken op schilderijen, met verminderd
contrast.
Afbeeldingen lijken op olieverfschilderijen, met duidelijke
randen.
Afbeeldingen lijken op oude foto's, met duidelijke randen
en een donkere sfeer.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
54
Opnamen maken met een sheye-lenseffect
(Fisheye-effect)
Foto's
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Kies een effectniveau.
2
● Draai de regelaar [] om een
effectniveau te selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Films
Opnamen die lijken op olieverfschilderijen
(Effect kunst opvallend)
Foto's
Geef onderwerpen een meer solide uitstraling, net als onderwerpen in
olieverfschilderijen.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Kies een effectniveau.
2
● Draai de regelaar [] om een
effectniveau te selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
55
Opnamen die lijken op aquarellen (Aquareleffect)
Foto's
Maak de kleuren zachter, voor foto's die op aquarellen lijken.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Kies een effectniveau.
2
● Draai de regelaar [] om een
effectniveau te selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
Films
Beelden die op miniatuurmodellen lijken (Miniatuureffect)
Foto's
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook lms maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de
afspeelsnelheid te kiezen voordat de lm wordt opgenomen. Mensen en
onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het
geluid wordt niet opgenomen.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
● Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
Kies het gebied waarop u wilt
2
scherpstellen.
● Druk op de knop [ ].
● Tik op [ ] om het formaat van het kader
aan te passen en druk op de knoppen
[ ][ ] om het kader te verplaatsen.
Selecteer voor lms de
3
afspeelsnelheid van de lm.
● Draai de regelaar [] om de snelheid
te selecteren.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Ga terug naar het opnamescherm
4
en maak de opname.
● Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar het opnamescherm en maak de
opname.
56
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van één minuut)
SnelheidAfspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
● Als u bij stap 2 op de knoppen [ ][ ] drukt, wordt de richting
van het kader verticaal. Om het kader te verplaatsen drukt u
nogmaals op de knoppen [
weer horizontaal te zetten, drukt u op de knoppen [
● Houd de camera verticaal om de richting van het kader te
wijzigen.
● De lmkwaliteit varieert afhankelijk van het videosysteem
(= 139) en de aspect ratio van de foto (= 45).
- Bij [NTSC] is de lmkwaliteit [] voor een aspect ratio
] en [] voor een aspect ratio van [].
van [
- Bij [PAL] is de lmkwaliteit [] voor een aspect ratio van
] en [] voor een aspect ratio van [].
[
● U kunt het kader ook verplaatsen door op het kader te tikken of
dit over het scherm te slepen.
][ ]. Om de richting van het kader
][ ].
Opnamen maken met een speelgoedcameraeffect (Speelgoedcamera-effect)
Foto's
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [
Selecteer een kleurtoon.
2
● Draai de regelaar [] om een
kleurtoon te kiezen.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
Standaard
Foto's die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een
speelgoedcamera.
WarmBeelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
KoelBeelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
].
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
57
Opnamen maken met een soft-focuseffect
Foto's
Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focuslter op de
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Kies een effectniveau.
2
● Draai de regelaar [] om een
effectniveau te selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Films
Opnamen maken in monochroom (Korrelig Z/W)
Foto's
Maak monochroomfoto's met een gruizige, ruwe uitstraling.
Selecteer [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Kies een effectniveau.
2
● Draai de regelaar [] om een
effectniveau te selecteren.
● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
Maak de opname.
3
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
58
Films opnemen in de lmmodus
Foto's
Open de modus [ ].
1
● Stel de keuzeschakelaar in op [ ].
● Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
● Tik op [ ], draai de regelaar [] om
[ ] te selecteren en tik vervolgens op [ ].
● Tik op [OK] om uw keuze te bevestigen.
Congureer de instellingen zo dat
2
ze passen bij de lm (= 170).
Maak de opname.
3
● Druk op de lmknop.
● Druk nogmaals op de lmknop om de
lmopname te stoppen.
● Het weergavegebied wordt versmald en onderwerpen worden
vergroot in de modus [
IS-compatibiliteit is bevestigd (= 80).
] wanneer er een lens met Dynamic
Films
● Als u wilt schakelen tussen opnamen met automatische
scherpstelling en met een vaste scherpstelling, tikt u voor of tijdens
de opname op [
wordt aangeduid door een groene [
van het pictogram [
weergegeven wanneer [Servo AF voor lm] (= 38) is ingesteld
op [Uitsch.] op het tabblad [
] op het scherm. (Automatische scherpstelling
] in de linkerbovenhoek
].) Opmerking: dit pictogram wordt niet
5] van het menu.
Foto's maken tijdens het opnemen van een lm
Foto's
U maakt op de volgende manier foto's tijdens het opnemen van een lm.
Stel scherp op een onderwerp
1
terwijl u een lm opneemt.
● Druk de ontspanknop half in om de
scherpstelling en belichting aan te passen.
(De camera geeft geen pieptoon.)
● De lmopname gaat verder.
Maak de opname.
2
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
● Uw foto wordt genomen.
● U kunt wellicht geen foto's maken wanneer u opneemt op
een geheugenkaart met een lage snelheid, of wanneer er niet
voldoende intern geheugen vrij is.
● Sluitergeluiden worden opgenomen bij het maken van lms.
● Als de camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer
u de ontspanknop half indrukt, wordt er een oranje AF-kader
weergegeven met [
wordt er geen opname gemaakt.
● De itser itst niet.
● Als het interne geheugen vol raakt door de foto's, kan de
lmopname stoppen.
]. Als u nu de ontspanknop volledig indrukt
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
59
● Als u ervoor wilt zorgen dat er tijdens opnamen niet wordt
scherpgesteld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt,
selecteert u MENU (= 32) > tabblad [
ontspanknop tijdens
● Tijdens de opname van lms in de opnameformaten [],
● Tijdens de opname van lms in de opnameformaten [] of
], [], [] of [] (met een aspect
[
ratio van 16:9) krijgen foto's een aspect ratio van [
] (met een aspect ratio van 4:3) krijgen foto's een aspect
[
ratio van [
] > [Uitsch.].
].
5] > [AF met
].
De beeldhelderheid vergrendelen of wijzigen voordat u
een opname maakt
Foto's
Voor of tijdens het maken van een opname kunt u de belichting vergrendelen
of aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van −3 tot +3.
● Druk op de knop [ ] om de belichting te
vergrendelen. Druk nogmaals op de knop
[ ] om de belichting te ontgrendelen.
● Druk op de knop [ ]. Kijk naar het
scherm en draai de regelaar [] om
de belichting aan te passen.
● U kunt de belichting ook vergrendelen of ontgrendelen door op
] te tikken.
[
● Tijdens opnamen kunt u de belichting ook aanpassen door op de
belichtingscompensatiebalk onder aan het scherm te tikken en
vervolgens op [
][ ] te tikken.
Films
Geluidsinstellingen
Foto's
Het opnamevolume aanpassen
Hoewel het opnameniveau (volume) automatisch wordt aangepast,
kunt u het geluidsniveau ook handmatig instellen, zodat dit bij de
opnamecompositie past.
Open het scherm [Geluidsopname].
1
● Druk op de knop [], kies
[Geluidsopname] op het tabblad [ 5] en
druk op de knop [ ] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Selecteer [Geluidsopname], druk op de
knop [ ], druk op de knoppen [ ][ ]
op het volgende scherm om [Handmatig]
te selecteren, en druk vervolgens op de
knop [ ].
● Druk op de knop [ ] om [Opname
niveau] te selecteren en druk op de knop
[ ]. Druk in het volgende scherm op de
knoppen [ ][ ] om het niveau aan te
passen. Druk daarna op de knop [ ].
● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Auto].
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
60
Het windlter uitschakelen
Geluid veroorzaakt door harde wind kan worden verminderd. Als er geen
wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze optie echter
onnatuurlijk gaan klinken. In dit geval kunt u het windlter uitschakelen.
● Open het scherm [Geluidsopname]
zoals beschreven in stap 1 van "Het
opnamevolume aanpassen" (= 60).
● Selecteer [Windlter/demper] en druk
vervolgens op de knop [ ].
● Selecteer [Wind Filter] en selecteer
vervolgens [Uitsch.].
De demper gebruiken
De demper kan geluidsvervorming verminderen in lawaaiige
omgevingen. In stille omgevingen zorgt de demper echter voor een lager
geluidsopnameniveau.
● Open het scherm [Geluidsopname]
zoals beschreven in stap 1 van "Het
opnamevolume aanpassen" (= 60).
● Selecteer [Windlter/demper] en druk
vervolgens op de knop [ ].
● Selecteer [Demper] en selecteer
vervolgens [Insch.].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
61
P-modus
Meer onderscheidende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur
● De instructies in dit hoofdstuk zijn van toepassing wanneer de
keuzeschakelaar is ingesteld op [ ] en de modus is ingesteld op [ ].
● [ ]: AE-programma; AE: Automatische belichting
● Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een
andere modus dan [ ], dient u te controleren of de functie in die
modus beschikbaar is (= 170).
Opnamen maken in AE-programma
([P]-modus)
Foto's
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
Open de modus [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [ ].
Pas de instellingen naar wens aan
2
(= 63 – = 82) en maak een
opname.
● U kunt ook lms opnemen in de modus [ ] door op de lmknop
te drukken. Sommige menu-instellingen (= 31, = 32)
kunnen echter automatisch worden aangepast voor lmopnamen.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
62
Opnamen vanaf een enkel scherm instellen
In het scherm INFO. Snel instellen kunt u eenvoudig een aantal
verschillende opname-instellingen openen in een enkel scherm.
Ga naar het scherm INFO. Snel Instellen.
1
● Druk een paar keer op de knop [ ] om
het scherm INFO. Snel instellen weer te
geven.
Selecteer een instelling om te
2
congureren.
● Als u een beschrijving wilt weergeven,
drukt u op de knop [ ] en selecteert
u een item door op de knoppen
[ ][ ][ ][ ] te drukken.
● Als u een instelling wilt aanpassen, draait
u de regelaar [].
● Tik op [ ] om de instelling te voltooien.
● De items die worden weergegeven en congureerbaar zijn,
kunnen verschillen per opnamemodus.
● Bepaalde instellingen worden gecongureerd op een ander scherm
dat u kunt openen door de instelling te selecteren en op de knop [
te drukken. Items met [
gecongureerd door op de knop [
naar het scherm INFO. Snel instellen, druk u op de knop [
] op het tweede scherm kunnen worden
] te drukken. Als u wilt terugkeren
Helderheid van het beeld (Belichting)
Vóór gebruik
Basishandleiding
Helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
Foto's
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van -3 tot +3.
● Druk op de knop [ ]. Kijk naar het
scherm en draai de regelaar [] om
de helderheid aan te passen.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
● U kunt deze instelling ook congureren door op het picogram van
de belichtingscompensatie te tikken aan de onderkant van het
opnamescherm en vervolgens op de weergegeven balk te tikken
of deze te slepen, of door op [–][+] te tikken.
]
].
3] > [Bel.comp.] te selecteren.
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● U kunt ook instellingsschermen openen door op een instelling te
tikken op het scherm INFO. Snel instellen en vervolgens opnieuw
op de instelling te tikken. Als u wilt terugkeren naar het scherm
INFO. Snel instellen, tikt u op [
● Als u de beschrijving van een instelling wilt sluiten, tikt u op [ ]
linksbovenin de beschrijving.
].
63
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE Lock)
Foto's
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
Vergrendel de belichting.
1
● Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken en druk op de
knop [ ].
● [ ] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
● Druk nogmaals op de knop [ ] om AE
te ontgrendelen. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
Kies de compositie en maak een
2
opname.
● AE: Automatische belichting
● Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van
sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen door de regelaar [
te draaien (Programmakeuze).
Films
]
De meetmethode wijzigen
Foto's
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Voor standaard opnameomstandigheden,
Meervlaks
meting
inclusief onderwerpen die van achteren worden
belicht. Behoud standaardbelichting van
onderwerpen via automatische aanpassing aan de
opnameomstandigheden.
Deze methode is effectief als de achtergrond veel
helderder is dan het onderwerp (bijvoorbeeld
Deelmeting
bij tegenlicht). Meting wordt beperkt tot het
gebied in het cirkelvormige meetkader dat wordt
weergegeven in het midden van het scherm.
Hiermee kunt u een lichtmeting uitvoeren voor
Spotmeting
een speciek gedeelte van het onderwerp. Meting
wordt beperkt tot het gebied in het cirkelvormige
meetkader in het midden van het scherm.
Centrum
gew.
gemiddeld
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele
beeldgebied. Dit wordt berekend door de helderheid in
het centrumgebied als het belangrijkste te behandelen.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Met [ ] wordt de belichting vergrendeld op het niveau dat wordt
vastgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. Met [
] wordt de belichting niet vergrendeld op dat moment, maar
of [
wordt deze bepaald op het moment dat u de opname neemt.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
3] > [Meetmethode] te selecteren.
], [ ]
64
De ISO-snelheid wijzigen
Foto's
Stel de ISO-snelheid in op [AUTO] voor automatische aanpassing aan de
opnamemodus en opnameomstandigheden. U kunt ook een hogere ISOsnelheid instellen voor hogere gevoeligheid of een lagere waarde voor
lagere gevoeligheid.
● Tik op [], selecteer de ISO-snelheid
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
regelaar []) en druk vervolgens op
de knop [ ].
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
● Kiezen voor een lagere ISO-snelheid levert wel scherpere
beelden, maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt
de kans op een onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
● De keuze voor een hogere ISO-snelheid zal de sluitertijd
versnellen, wat cameratrilling en bewogen onderwerpen vermindert
en het itserbereik vergroot. Foto's kunnen er echter wel korrelig
uitzien.
● U kunt de ISO-snelheid ook instellen door MENU (= 32) >
tabblad [
● Als u versnellen naar [H] (equivalent aan ISO 25600) wilt
● U kunt deze instelling ook congureren door op de balk on het
opnamescherm te tikken of deze te slepen, of door op [
tikken.
3] > [ISO-snelheid] > [ISO-waarde] te openen.
1] tab >
][ ] te
Films
Automatische instellingen voor ISO aanpassen
Foto's
U kunt de ISO-snelheid beperken wanneer de ISO-snelheid is ingesteld
op [AUTO].
Open het instellingenscherm.
1
● Druk op de knop [], kies [ISO-
snelheid] op het tabblad [ 3] en druk
vervolgens op de knop [ ] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Selecteer [ISO auto] en selecteer
vervolgens een optie (= 32).
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
65
Helderheid en contrast automatisch corrigeren
(Auto optimalisatie helderheid)
Foto's
Corrigeer de helderheid en het contrast automatisch om te voorkomen dat
beelden te donker zijn en te weinig contrast bevatten.
● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
● Deze functie kan de ruis in bepaalde opnameomstandigheden
verhogen.
● Als het effect van de Auto optimalisatie helderheid te sterk is zodat
het beeld te helder wordt, stelt u het in op [Laag] of [Uitsch.].
● De beelden kunnen nog altijd helder zijn of het effect van
de belichtingscompensatie kunnen zwak zijn bij een andere
instelling dan [Uitsch.] als u een donkerdere instelling voor
belichtingscorrectie of itsbelichtingscompensatie gebruikt. Stel
deze functie in op [Uitsch.] om opnamen te maken op met de door
u opgegeven helderheid.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
3] > [Auto optimalisatie helderheid] te selecteren.
Films
Opnamen maken van heldere onderwerpen
(Lichte tonen prioriteit)
Foto's
Verbeter de gradatie in heldere beeldgebieden om te voorkomen dat
details verloren gaan in de lichte tonen van het onderwerp.
● Druk op de knop [], selecteer
[Lichte tonen prioriteit] op het tabblad
[ 3] en selecteer vervolgens [D+]
(= 32).
● Met [D+] is een ISO-snelheid van 100 niet beschikbaar In dit
geval is Auto optimalisatie helderheid ook uitgeschakeld.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
66
Beeldkleuren
De witbalans aanpassen
Foto's
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Auto
Dag LichtVoor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
SchaduwVoor opnamen in de schaduw.
Bewolkt
KunstlichtVoor opnamen bij licht van normale lampen.
Wit TL licht Voor opnamen bij TL licht.
FlitserVoor het maken van opnamen met de itser.
Custom
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch
ingesteld voor de opnameomstandigheden.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de
schemering.
Voor handmatig instellen van een handmatige
witbalans.
Films
Handmatige witbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Fotografeer een wit object.
1
● Richt de camera op een blad papier of
andere volledig wit onderwerp, zodat het
wit het scherm vult.
● Stel handmatig scherp en maak de
opname (= 75).
Selecteer [Handmatige witbalans].
2
● Selecteer [Handmatige witbalans] op het
tabblad [ 4] en druk vervolgens op de
knop [ ].
● Het scherm voor handmatige aanpassing
van de witbalans wordt weergegeven.
Laad de witbalansgegevens.
3
● Selecteer uw beeld uit stap 1 en druk
vervolgens op [ ].
● Druk in het bevestigingsscherm op de
knoppen [ ][ ] om [OK] te selecteren,
druk op de knop [ ] en druk vervolgens
opnieuw op de knop [ ].
● Druk op de knop [] om het menu
te sluiten.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Selecteer [ ].
4
● Voer de stappen in "De witbalans
aanpassen" uit (= 67) om [ ] te
selecteren.
67
● Opnamen in stap 1 die te helder of te donker zijn, kunnen ervoor
zorgen dat u de witbalans niet goed instelt.
● Er wordt een bericht weergegeven wanneer u in stap 3
een beeld opgeeft dat niet geschikt is voor het laden van
witbalansgegevens. Selecteer [Annuleer] om een andere beeld te
kiezen. Selecteer [OK] om dit beeld te gebruiken voor het laden
van de witbalansgegevens, maar onthoud dat dit mogelijk geen
geschikte witbalans oplevert.
● Als het bericht [Niet selecteerbaar beeld.] in stap 3 wordt
weergegeven, selecteert u [OK] om het bericht te wissen en geeft
u een ander beeld op.
● Als het bericht [WB instellen op ""] in stap 3 wordt
weergegeven, drukt u op de knop [
menuscherm en selecteert u [
● In plaats van een wit object kan een grijskaart of een reector met
18% grijs (in de handel verkrijgbaar) een nauwkeurigere witbalans
opleveren.
● De huidige witbalans en gerelateerde instellingen worden
genegeerd wanneer u opnamen maakt in stap 1.
] om terug te gaan naar het
].
De witbalans handmatig corrigeren
Foto's
U kunt de witbalans handmatig aanpassen. Deze aanpassing kan
overeenkomen met effect dat u zou krijgen bij gebruik van een in de winkel
verkrijgbaar kleurtemperatuurconversielter of kleurcompensatielter.
Congureer de instelling.
1
● Volg de stappen bij "De witbalans
aanpassen" (=
67) om de
witbalansoptie te kiezen.
● Draai de regelaar [] om het
correctielevel voor B en A aan te passen.
Films
Congureer geavanceerde
2
instellingen.
● Als u meer geavanceerde instellingen
wilt congureren, drukt u op de knop
[] en drukt u op de knoppen
[ ][ ][ ][ ] om het correctieniveau aan
te passen.
● Als u de mate van correctie wilt resetten,
tikt u op [Reset].
● Druk op de knop [ ] om de instelling te
voltooien.
● Elk correctieniveau dat u instelt, wordt behouden, zelfs als u de
optie voor witbalans in stap 1 wijzigt.
● B: blauw; A: geel; M: magenta; G: groen
● Eén niveau van de blauw/amber-correctie staat gelijk aan
ongeveer 5 mireds van een kleurtemperatuurconversielter.
(Mired: eenheid voor kleurtemperatuur die de densiteit van een
kleurtemperatuurconversielter weergeeft.)
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
● U kunt het correctieniveau ook selecteren door op de balk in stap
1 of het kader in stap 2 te tikken of de balk of het kader te slepen.
● U kunt het scherm in stap 2 ook openen door in stap 1 op []
te tikken.
4] > [WB-correctie] te selecteren.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
68
Kleuren aanpassen (Beeldstijl)
Foto's
Selecteer een Beeldstijl met kleurinstellingen die goed de stemmingen
of onderwerpen uitdrukt. Er zijn zeven Beeldstijlen beschikbaar en elke
beeldstijl kan verder worden aangepast.
● Druk op de knop [ ] en kies [] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 31).
De kleurtoon wordt automatisch aangepast aan
de omstandigheden. In natuur- en buitenopnamen
Auto
en opnamen van zonsondergangen zien de
kleuren er levendig uit, met name voor blauwe
luchten, bomen en struiken en zonsondergangen.
Standaard
Het beeld ziet er levendig, scherp en helder uit.
Voor de meeste opnamen geschikt.
Voor egale huidtinten. Het beeld heeft zachtere
Portret
kleuren. Geschikt voor portretten in close-up. Als
u de huidtinten wilt bewerken, past u [Kleurtoon]
(= 70) aan.
Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer
Landschap
scherpe en heldere opnamen. Gebruik deze
instelling voor indrukwekkende landschappen.
Neutraal
Om later op een computer te retoucheren.
Natuurlijke kleurtonen en een ingetogen uitstraling.
Om later op een computer te retoucheren.
Reproduceert de werkelijke kleuren van
Natuurlijk
onderwerpen natuurgetrouw, zoals gemeten in
omgevingslicht met een kleurtemperatuur van
5200K. Levendige kleuren worden onderdrukt
om ingetogen opnamen te produceren.
MonochroomVoor zwart-witbeelden.
Films
Voeg een nieuwe stijl toe op basis van vooraf
Gebruiker
ingestelde opties zoals [Portret] of [Landschap]
of op basis van een Beeldstijlbestand. Pas dit
vervolgens zoals gewenst aan (= 69).
● De standaardinstellingen [Auto] worden gebruikt voor [],
] en [] totdat u een Beeldstijl toevoegt.
[
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
4] > [Beeldstijl] te openen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
69
Beeldstijlen aanpassen
Pas de parameters van Beeldstijlen zoals gewenst aan.
Pas de scherpte van het onderwerp aan. Kies
Scherpte
Contrast
Verzadiging*
Kleurtoon*
Filtereffect*
Toningeffect*
*1 Niet beschikbaar bij [].
*2 Alleen beschikbaar bij [
lagere waarden om onderwerpen zachter te
maken (vervagen) of kies hogere waarden om
onderwerpen scherper te maken.
Pas het contrast aan. Kies lagere waarden om
het contrast te verminderen en hogere waarden
om het contrast te vergroten.
Pas de intensiteit van de kleuren aan. Kies
lagere waarden om de kleuren te vervagen of
1
kies hogere waarden om de kleuren dieper te
maken.
Pas de kleurtoon van de huid aan. Kies lagere
1
waarden voor rodere tinten of hogere waarden
voor gelere tinten.
Leg de nadruk op witte wolken, op het
groen van bomen of op andere kleuren in
monochrome beelden.
N: Normaal zwart-witbeeld zonder ltereffecten.
Ye: De blauwe lucht ziet er natuurlijker uit en
witte wolken lijken scherper.
Or: De blauwe lucht ziet er iets donkerder uit.
2
De zonsondergang ziet er stralender uit.
R: De blauwe lucht ziet er behoorlijk donker
uit. Herfstbladeren zien er scherper en
helderder uit.
G: Huidtinten en lippen zien er zachter uit.
Groene bladeren van bomen zien er
levendiger en helderder uit.
Selecteer een van de volgende monochrome
2
tinten: [N:Geen], [S:Sepia], [B:Blauw], [P:Paars]
of [G:Groen].
].
Open het instellingenscherm.
1
● Selecteer een Beeldstijl zoals beschreven
in "Kleuren aanpassen (Beeldstijl)"
(= 69).
● Tik op [Instellingen].
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren en selecteer vervolgens
een optie door op de knoppen [ ][ ] te
drukken of de regelaar [] te draaien.
● Als u wijzigingen ongedaan wilt maken,
tikt u op [Stand.inst.].
● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
● Resultaten voor [Filtereffect] zijn eerder merkbaar bij hoge
waarden voor [Contrast].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
70
Aangepaste beeldstijlen opslaan
Sla vooraf ingestelde opties (zoals [] of []) op die u hebt
aangepast als nieuwe stijlen. U kunt meerdere beeldstijlen maken met
verschillende instellingen voor parameters zoals scherpte of contrast.
Selecteer een door de gebruiker
1
gedenieerd stijlnummer.
● Selecteer [], [] of [] zoals
beschreven in "Kleuren aanpassen
(Beeldstijl)" (= 69).
Selecteer een stijl om te bewerken.
2
● Tik op [Detail-inst.].
● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
de regelaar [] om de Beeldstijl te
selecteren die u als basis wilt gebruiken.
Pas de stijl aan.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
voor bewerking te selecteren en pas
dit vervolgens aan door op de knoppen
[ ][ ] te drukken of de regelaar [] te
draaien.
● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ].
● U kunt in stap 2 ook stijlen selecteren die u aan de camera hebt
toegevoegd via EOS Utility (= 152).
Scherpstellen
De AF-methode selecteren
Foto's
Selecteer een methode voor automatisch scherpstellen (AF) voor het
onderwerp en de scène waarvan u een opname maakt.
● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (= 32).
● Het scherpstellen kan in zeer heldere omstandigheden of met
bepaalde EF- of EF-S-lenzen langer duren of niet juist zijn
wanneer de onderwerpen donker zijn of weinig contrast bevatten.
Ga naar de Canon-website voor meer informatie over lenzen.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
Eén punt AF
● De camera stelt zich scherp met een enkel AF-kader. Effectief voor
betrouwbaar scherpstellen.
● Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
2] > [AF-methode] te openen.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
71
● Verplaats het frame indien nodig (= 72). Om composities
te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek
zonder het kader te verplaatsen, richt u de camera eerst zo dat
u het onderwerp in het AF-kader ziet. Vervolgens houdt u de
ontspanknop half ingedrukt. Houd de ontspanknop half ingedrukt
terwijl u een nieuwe compositie maakt en druk vervolgens de
ontspanknop volledig in (Scherpstelvergrendeling).
● Voer de stappen 2 - 4 in "Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen" (= 75) uit om het AF-kader te vergroten. Onthoud
dat Touch Shutter op dit moment niet beschikbaar is.
+Tracking
● Als u de camera op het onderwerp richt, wordt er een wit kader
weergegeven rond het gezicht van de persoon die door de camera als
hoofdonderwerp is gekozen. U kunt de onderwerpen ook zelf kiezen
(= 72).
● Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
● Het kader wordt groen nadat u de ontspanknop half indrukt en de
camera zich scherp stelt.
● Als u de ontspanknop half indrukt wanneer er geen gezichten worden
gedetecteerd, worden er groene kaders weergegeven rondom andere
onderdelen in het scherpgestelde gebied.
● Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en prol, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
● De camera kan niet-menselijke onderwerpen identiceren als
gezichten.
● Een oranje AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de
camera niet kan scherpstellen op onderwerpen wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
● Scherpstellen is niet mogelijk op gezichten die aan de rand van
het scherm zijn gedetecteerd (deze worden met grijze kaders
aangegeven), zelfs wanneer u de ontspanknop half indrukt.
● Het maximale aantal kaders hangt af van de aspect ratio (= 45).
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen
(Touch AF)
Foto's
U kunt een opname maken nadat de camera heeft scherpgesteld op het
onderwerp, gezicht of de locatie zoals weergegeven op het scherm.
Kies een onderwerp, gezicht of
1
locatie waarop u wilt scherpstellen.
● Tik op het onderwerp of de persoon op
het scherm.
● Wanneer de AF-methode is ingesteld
op [
], wordt een AF-kader
weergegeven op de plaats waar u het
scherm aanraakt.
● Wanneer de AF-methode is ingesteld op
[
], wordt [ ] weergegeven zodra
er een gezicht wordt gedetecteerd. De
scherpstelling blijft behouden, zelfs als
het onderwerp beweegt. Tik op [
Touch AF te annuleren.
Maak de opname.
2
● Druk de ontspanknop half in. Nadat de
camera heeft scherpgesteld, wordt [
groen weergegeven.
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
● Als de camera een opname maakt als u het scherm aanraakt,
kunt u op [
MENU (= 32) > tabblad [
selecteren.
● Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
] tikken om dit te wijzigen naar [ ] of de optie
1] > [Touch Shutter] > [Uitsch.]
Films
] om
] in
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
72
● Als u het AF-kader terug naar het midden wilt plaatsen in de
modus [
● U kunt het AF-kader ook verplaatsen in de modus [ ] door
het kader te slepen.
], tikt u op [ ].
Opnamen maken met Servo AF
Foto's
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Congureer de instelling.
1
● Druk op de knop [ ], selecteer [ONE
SHOT] en selecteer vervolgens [SERVO]
(= 31).
Stel scherp.
2
● Druk de ontspanknop half in. Als de
camera heeft scherpgesteld, wordt er een
groen AF-kader weergegeven.
● Het AF-kader wordt blauw wanneer de
scherpstelling wordt aangepast als u de
compositie aanpast of als het onderwerp
beweegt. Zodra het onderwerp is
scherpgesteld, wordt het kader opnieuw
in groen weergegeven.
Films
● De camera kan mogelijk geen opname maken terwijl er wordt
scherpgesteld, zelfs niet als u de ontspanknop helemaal indrukt.
Er kan een opname worden gemaakt zodra het onderwerp is
scherpgesteld, dus houd de ontspanknop ingedrukt terwijl u het
onderwerp volgt.
● Er wordt een oranje AF-kader weergegeven wanneer de camera
niet is scherpgesteld op onderwerpen.
● Het gebruik van de zelfontspanner (= 40) beperkt de AF-
modus tot [ONE SHOT].
● Wanneer u de ontspanknop half indrukt in de Servo AF-modus,
blijft de scherpstelling op het kader in het midden van het scherm,
wanneer er geen gezicht wordt gedetecteerd. Dit gebeurt zelfs
wanneer [
● De belichting is niet vergrendeld in de Servo AF-modus wanneer
u de ontspanknop half indrukt, maar wordt bepaald op het
moment dat u een opname maakt, ongeacht de instelling van de
meetmethode (= 64).
● Continue opname (= 42) met automatisch scherpstellen is
mogelijk met een lens met de naam "STM" in de Servo AF-
modus. Onthoud dat continue opname op dit moment langzamer
is. Onthoud ook dat de scherpstelling verloren kan gaan wanneer
u in- of uitzoomt tijdens continue opname.
● Bij andere lenzen wordt de scherpstelling vergrendeld na de
tweede opname in continue opname, zelfs in de Servo AF-modus
en is continue opname langzamer.
● Afhankelijk van de gebruikte lens, de afstand tot het onderwerp
en de snelheid van het onderwerp kan de camera mogelijk niet
goed scherpstellen.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
+Volgen] is geactiveerd (= 72).
2] > [AF-bediening] te openen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
73
De scherpstellingsinstelling veranderen
Foto's
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze
constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs
wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan
de camera beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de
ontspanknop half indrukt.
● Druk op de knop [], kies [Continu]
op het tabblad [ 2] en kies vervolgens
[Uit] (= 32).
Aan
Uit
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist,
doordat de camera continu scherpstelt op onderwerpen
totdat u de ontspanknop half indrukt.
De camera stelt niet continu scherp, zodat de accu minder
snel leeg is. Dit kan echter het scherpstellen vertragen.
Films
De scherpstelling verjnen
Foto's
Verjn de automatische scherpstelling bij een gekoppelde EF-M-lens door
aan de scherpstelring te draaien.
Congureer de instelling.
1
● Druk op de knop [], selecteer
[Scherpstelmodus] op het tabblad
[ 2] en selecteer vervolgens [AF+MF]
(= 32).
Stel scherp.
2
● Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen op het onderwerp en blijf de knop
half ingedrukt houden.
Pas de scherpstelling verder aan.
3
● Draai de scherpstelring op de lens om de
scherpstelling aan te passen.
● [MF] knippert op het scherm.
● Als u het scherpstellen wilt annuleren,
laat u de ontspanknop los.
Maak de opname.
4
● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Dit kan niet worden gebruikt met Servo AF (= 73).
● Niet beschikbaar bij andere lenzen dan EF-M-lenzen.
74
Opnamen maken in de modus Handmatige
scherpstelling
Foto's
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer scherpstellen in de AF-modus
niet mogelijk is. Vergroot de weergave om het scherpstellen makkelijker
te maken.
Selecteer [].
1
● EF-M-lenzen: Druk op de knop
[] en selecteer tabblad [ 2] tab >
[Scherpstelmodus] > [MF] (= 32).
● Andere lenzen: Schakel de camera uit,
stel de lensschakelaar in op [MF] en
schakel de camera opnieuw in.
● [MF] wordt weergegeven.
Geef het vergrotingskader weer.
2
● Tik op [ ] rechtsonderin.
● Het vergrotingskader wordt gecentreerd
op het scherm weergegeven.
Rechtsonderin worden de
vergrotingsverhouding en het vergrote
gebied weergeven.
Films
Activeer de vergroting.
4
● Tik op [ ] om de vergroting te schakelen
tussen 1x (geen vergroting), 5x en 10x.
Stel scherp.
5
● Draai terwijl u naar het vergrote beeld
kijkt aan de scherpstelring van de lens
om scherp te stellen.
Maak de opname.
6
● U kunt het kader ook terugplaatsen in het midden van het scherm
door op [
] te tikken in het scherm in stap 3.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Selecteer het gebied dat u wilt
3
vergroten.
● Sleep het frame om dit te verplaatsen
naar een gebied dat u wilt vergroten.
● Druk op de knop [ ] om het kader te
centreren.
75
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)
Foto's
Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur
weergegeven om handmatig scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt de
kleuren en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen.
Open het instellingenscherm.
1
● Druk op de knop [], selecteer [MF-
peaking-instellingen] op het tabblad [ 2]
en stel [Peaking] vervolgens in op [Aan]
(= 32).
Congureer de instelling.
2
● Kies het menu-item dat u wilt
congureren en kies de gewenste optie
(= 32).
● Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet
opgeslagen in uw afbeeldingen.
Films
Flitser
Flits mode wijzigen
Foto's
U kunt de its mode wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie "Gemiddeld bereik ingebouwde itser" (=
over het itsbereik.
Klap de itser op.
1
● Verschuif de schakelaar [ ].
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knop [ ], druk op de knoppen
[ ][ ] om een its mode te selecteren en
druk vervolgens op de knop [ ].
● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
● Als de itser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet worden
geopend door op de knop [
] om de itser op te klappen en congureer de instelling.
[
● Als u itst, kan vignettering optreden. Er kunnen ook gebieden
met vignettering of donkere beeldgebieden optreden, wanneer de
itser werkt, afhankelijk van de lens.
190) voor meer informatie
] te drukken. Verschuif de schakelaar
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
76
● Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera voor
opnamen met itser automatisch de sluitertijd of ISO-snelheid aan
om vervaagde highlights te verminderen en opnamen te maken
met een optimale belichting. Daarom kunnen sluitertijden en
ISO-snelheden die worden weergegeven als u de ontspanknop
half indrukt, niet overeenkomen met de instellingen van opnamen
met itser.
● U kunt deze instelling ook congureren door MENU (= 32) >
tabblad [
3] > [Flitsbesturing] > [Flitsen] te selecteren.
Auto
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geitst.
Aan
Er wordt bij elke opname geitst.
Slow sync
Er wordt geitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het itsbereik verlicht wordt.
● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen
om de camera stil te houden en cameratrilling te voorkomen
in de modus [
(= 79).
● In de modus [ ] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat
het geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de itser geitst
heeft.
]. Schakel in dit geval ook beeldstabilisatie uit
De itsbelichtingscompensatie aanpassen
Foto's
Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 63) kunt u de
itsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
● Klap de itser op, druk op de knop [ ] en
draai meteen daarna de regelaar []
om het compensatieniveau te kiezen.
Druk vervolgens op de knop [ ].
● Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
● U kunt de itsbelichtingscompensatie ook instellen door MENU
(= 32) te openen en tabblad [
inst. int. itser] > [
● Wanneer de itser is uitgeklapt, kunt u het scherm [Flitsbesturing]
(= 32) ook openen door op de knop [
daarna op de knop [
● U kunt het scherm [Flitsbesturing] (= 32) ook openen door op
de knop [
bel. comp.] te selecteren.
] te drukken en op [] te tikken.
3] > [Flitsbesturing] > [Func.
] te drukken en meteen
] te drukken.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Uit
Voor het maken van opnamen zonder itser.
77
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Foto's
Net als met de AE-vergrendeling (= 64) kunt u de belichting
vergrendelen voor het maken van opnamen met de itser.
Klap de itser op en stel deze in op
1
[ ] (= 76).
Vergrendel de itsbelichting.
2
● Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken en druk op de
knop [ ].
● De itser gaat af en wanneer [ ] wordt
weergegeven, blijft het itssterkteniveau
behouden.
● Druk nogmaals op de knop [ ] om FE
te ontgrendelen. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
Kies de compositie en maak een
3
opname.
● FE: Flitsbelichting
● Het meetbereik wordt weergegeven door een cirkel in het midden
van het scherm wanneer FE is vergrendeld.
● [ ] knippert wanneer standaardbelichting niet mogelijk is (zelfs
als de itser werkt in stap 2). Voer stap 2 uit wanneer onderwerpen
zich binnen het bereik voor opnamen met itser bevinden.
Films
De itstiming wijzigen
Foto's
Wijzig de timing van de itser en de sluiter als volgt.
● Druk op de knop [], kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [ 3] en
selecteer vervolgens [Func.inst. int. itser].
● Kies [Sluiter sync.] en kies vervolgens de
gewenste optie (= 32).
1e-gordijnDe itser itst direct nadat de sluiter opengaat.
2e-gordijnDe itser itst direct voordat de sluiter dichtgaat.
● [1e-gordijn] wordt gebruikt wanneer de sluitertijd 1/100 of sneller
is, zelfs wanneer u [2e-gordijn] selecteert.
Films
Methode voor itslichtmeting wijzigen
Foto's
De itslichtmeting [Deelmeting], waarmee standaarditsbelichting wordt
ingeschakeld, kan worden gewijzigd maar gemiddelde itslichtmeting over
het meetgebied, zoals wanneer een extern gemeten itser wordt gebruikt.
● Druk op de knop [] en selecteer
[Flitsbesturing] op het tabblad [ 3].
Selecteer [E-TTL II meting] en vervolgens
[Gemiddeld].
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
78
● Wanneer u [Gemiddeld] gebruikt, moet de
itsbelichtingscompensatie worden aangepast aan de
opnameomstandigheden.
Flitsinstellingen opnieuw instellen
Foto's
Stel [Func.inst. int. itser] opnieuw in op de standaardwaarden.
● Druk op de knop [], kies
[Flitsbesturing] op het tabblad [ 3] en
selecteer vervolgens [Wis instellingen].
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Films
Overige instellingen
Instellingen van de IS modus wijzigen
Foto's
Congureer de beeldstabilisatie via het cameramenu wanneer u een
EF-M-lens met beeldstabilisatie gebruikt.
Open het instellingenscherm.
1
● Druk op de knop [], selecteer
[IS-instellingen] op het tabblad [ 2] en
druk daarna op de knop [ ] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Kies [IS modus] en kies vervolgens de
gewenste optie (= 32).
Continu
UitSchakelt de beeldstabilisatie uit.
Corrigeert beweging of trilling van de camera met
gebruik van de interne beeldstabilisatie van de lens.
● Wanneer beeldstabilisatie cameratrilling niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere
maatregelen om de camera stil te houden. In dit geval is de
[IS modus] ingesteld op [Uit].
● [IS modus] wordt niet weergegeven bij andere lenzen dan
EF-M-lenzen. Gebruik in plaats daarvan de schakelaar voor
beeldstabilisatie op de lens (= 24).
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Lenzen met ingebouwde beeldstabilisatie worden aangeduid met
"IS". IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie).
79
Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat
als waarop ze voor het lmen worden weergegeven
Foto's
Zodra de lmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied
dat wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze
manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan
door een sterke cameratrilling. Als u onderwerpen wilt lmen op hetzelfde
formaat als waarop ze voor het lmen worden weergegeven, kunt u ervoor
kiezen om sterke camerabeweging niet te corrigeren.
● Volg de stappen bij "Instellingen van de
IS modus wijzigen" (=
scherm [IS-instellingen] te openen.
● Selecteer [Dynamic IS] en selecteer [2]
(= 32).
● [Dynamic IS] wordt alleen weergegeven voor lenzen die deze
functie ondersteunen.
● U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op
hetzelfde formaat worden opgenomen als waarop ze voor het
lmen worden weergegeven.
79) om het
Films
Vignettering/chromatische aberratie van de lens
corrigeren
Foto's
Corrigeer zowel vignettering als randverkleuring rondom onderwerpen die
wordt veroorzaakt door de kenmerken van de lens.
Er staan al correctiewaarden voor 30 lenzen op de camera. U kunt
EOS Utility gebruiken om deze waarden te controleren en indien nodig
waarden voor andere lenzen toe te voegen. Raadpleeg de EOS Utility
Instructiehandleiding (= 152) voor meer informatie.
* Onthoud dat het niet nodig is EF-M-lenzen toe te voegen.
Selecteer [Lensafwijkingscorrectie].
1
● Druk op de knop [], kies
[Lenscorrectiegegevens] op het tabblad
[ 2] en selecteer vervolgens een item
(= 32).
Bevestig dat de correctiegegevens
2
beschikbaar zijn.
● Zorg ervoor dat [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven onder
de lensnaam.
Pas de correctie toe.
3
● Selecteer een item en druk op de knop
[ ] om de instelling toe te passen
(= 31).
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
80
● Correctie helderheid randen en correctie chromatische aberratie
kunnen niet worden toegepast op JPEG-opnamen die al zijn
gemaakt.
● Wanneer u een lens van een ander merk dan Canon gebruikt,
wordt het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uit], zelfs
als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
● Gebruik Digital Photo Professional (= 152) om RAW-beelden
te corrigeren.
● Er kan ruis optreden aan de randen van beelden die in bepaalde
omstandigheden worden genomen als u [Helderheid randen]
instelt op [Insch.].
● De camera kan niet worden gebruikt om het effect van de
correctie van chromatische aberratie in RAW-beelden te
controleren. Gebruik in plaats daarvan Digital Photo Professional
(= 152) om dit te controleren.
● Uw instellingen worden behouden, zelfs nadat u de lenzen
wisselt, maar de beelden worden niet gecorrigeerd tenzij de
camera correctiegegevens bevat voor de nieuwe lens. Als
[Correctiegeg. niet beschikbaar] wordt weergegeven in stap 2,
gebruikt u EOS Utility (= 152) om correctiegegevens voor de
lens toe te voegen aan de camera.
● Als het effect van de correctie niet goed zichtbaar is, vergroot u
de afbeelding en controleert u deze opnieuw.
● De correcties worden ook toegepast wanneer er een extender of
een Life-Size Converter is bevestigd.
● Wanneer een lens niet over afstandsinformatie beschikt, is de
mate van correctie lager.
● De mate van correctie van de helderheid van de randen is iets
minder dan het maximum in Digital Photo Professional.
● Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie
helderheid randen.
Het ruisonderdrukkingsniveau wijzigen
Foto's
U kunt uit 3 niveaus van ruisonderdrukking kiezen: [Standaard], [Hoog],
[Laag]. Deze functie is met name effectief bij het maken van opnamen met
hoge ISO-snelheden.
● Druk op de knop [], kies [Hoge
ISO-ruisreductie] op het tabblad [ 4] en
kies de gewenste optie (= 32).
Ruisonderdrukking bij meerdere opnamen
Combineer automatisch vier vastgelegde beelden tegelijkertijd voor
ruisonderdrukking met de optie [Sterk] in [Hoge ISO-ruisreductie].
Selecteer [ ].
1
● Voer de stappen in "Het
ruisonderdrukkingsniveau wijzigen" uit
om [ ] te selecteren.
Maak de opname.
2
● Houd de camera stil terwijl u een opname
maakt. De camera neemt vier opnamen
en combineert deze wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
81
● Er kunnen onverwachte resultaten optreden wanneer
beelden behoorlijk verkeerd zijn uitgelijnd (bijvoorbeeld door
cameratrilling). Plaats de camera indien mogelijk op een statief of
neem andere maatregelen om de camera stil te houden.
● Als u een bewegend onderwerp fotografeert, kan de beweging
van het onderwerp nabeelden achterlaten en kan het gebied om
het onderwerp heen donker worden.
● Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis
aan de randen van het beeld ontstaan.
● Niet beschikbaar bij [Ruisred. lange sluitertijd] of wanneer u RAW-
beelden maakt. Het instellen van deze functies voorkomt dat u
[Ruisond. bij meerd. opn.] kunt gebruiken.
● Flitsopname is niet mogelijk.
● Het opslaan van de opname op de kaart duurt langer dan bij
normale opnamen. U kunt pas weer andere opname maken als
het proces is voltooid.
Ruis onderdrukken bij lange sluitertijden
Foto's
Onderdruk ruis van lange belichting bij sluitertijden van één seconde of
langzamer.
● Druk op de knop [], kies [Ruisred.
lange sluitertijd] op het tabblad [ 4] en
kies een optie (= 32).
OFFSchakelt ruisonderdrukking uit voor lange belichting.
Deze optie past ruisonderdrukking toe als er ruis wordt
AUTO
gedetecteerd, die ontstaat bij lange belichting door
sluitertijden van één seconde of langer.
ON
Deze optie past altijd ruisonderdrukking toe bij
sluitertijden van één seconde of langer.
● Er treedt mogelijk een vertraging op voordat u opnieuw een opname
kunt maken, omdat de camera de ruis in beelden onderdrukt.
● Beelden die zijn genomen bij ISO-snelheden van 1600 of hoger,
kunnen korreliger zijn wanneer deze optie is ingesteld op [ON]
dan bij [OFF] of [AUTO].
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
82
Tv-, Av- en M-modus
Maak slimmere en gerafneerdere opnamen
● De instructies in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de
respectievelijke opnamemodi, wanneer de keuzeschakelaar is
ingesteld op [ ].
Specieke sluitertijden (Modus [Tv])
Foto's
Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op
de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de
ingestelde sluitertijd.
=
Zie "Sluiter" (
185) voor informatie over de beschikbare sluitertijden.
Open de modus [].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [].
Stel de sluitertijd in.
2
● Draai de regelaar [] om de sluitertijd
in te stellen.
● Er is mogelijk sprake van enige vertraging voordat u opnieuw een
opname kunt maken wanneer [Ruisred. lange sluitertijd] is ingesteld
op [ON] of [AUTO] en de sluitertijd 1 seconde of langzamer is,
omdat beelden worden bewerkt om ruis te verwijderen.
● We raden aan om de beeldstabilisatie uit te schakelen wanneer u
opnamen maakt met lange sluitertijden en een statief (= 79).
● De kortste sluitertijd voor het maken van opnamen met een itser
is 1/200 seconde. Als u een kortere sluitertijd selecteert, wordt de
sluitertijd voordat u opnamen kunt maken automatisch ingesteld
op 1/200 seconde.
● Als de diafragmawaarde oranje wordt weergegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt, betekent dit dat de standaardbelichting
niet is bereikt. Pas de sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde
wit wordt weergegeven. U kunt ook veiligheidsshift gebruiken
(= 88).
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
83
● []: Tijdwaarde
Specieke diafragmawaarden
(Modus [Av])
Foto's
Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen. Op
de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde
diafragmawaarde.
De beschikbare diafragmawaarden verschillen per lens.
Open de modus [].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37)
uit en selecteer [].
Stel de diafragmawaarde in.
2
● Draai de regelaar [] om de
diafragmawaarde in te stellen.
● Als de sluitertijd oranje wordt weergegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt, betekent dit dat de standaardbelichting
niet is bereikt. Pas de diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd
wit wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken
(= 88)
● De kortste sluitertijd voor het maken van opnamen met een itser
is 1/200 seconde. Om ervoor te zorgen dat deze tijd van 1/200
seconde niet wordt overschreden bij opnamen met de itser, past
de camera mogelijk de diafragmawaarde aan.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● []: Diafragmawaarde (de grootte van de diafragmaopening
in de lens)
84
Breedte-/dieptecontrole
Het diafragma wordt alleen gewijzigd op het moment van de opname en blijft
de rest van de tijd openstaan. Daarom ziet de breedte/diepte op het scherm
er smal of ondiep uit. Als u de daadwerkelijke breedte/diepte wilt controleren,
wijst u [Breedte-/dieptecontrole] toe aan de lmknop (= 90) en drukt u op
deze knop.
Specieke sluitertijden en
diafragmawaarden (Modus [M])
Foto's
Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen van
de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste belichting
krijgt.
=
Zie "Sluiter" (
beschikbare diafragmawaarden verschillen per lens.
185) voor informatie over de beschikbare sluitertijden. De
Open de modus [ ].
1
● Voer stap 1 van "Opnamen maken in de
modus Hybride automatisch" (= 37) uit
en selecteer [
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knop [ ] en kies voor
aanpassing van de sluitertijd (1) of de
diafragmawaarde (2). Wanneer [
weergegeven, draait u de regelaar [
om een waarde in te stellen.
● Tik op [] en tik op/sleep de balk
of tik op [
stellen (3).
● Wanneer de ISO-snelheid is vastgezet,
wordt er een belichtingsniveaumarkering (5),
gebaseerd op de door u opgegeven
waarden, weergegeven op de indicator van
het belichtingsniveau ter vergelijking met
het standaard belichtingsniveau (4). De
markering van het belichtingsniveau wordt
weergegeven als [
van de het standaard belichtingsniveau
groter is dan drie stops.
].
][ ] om de ISO-snelheid in te
] of [ ] als de afwijking
Films
] wordt
]
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
85
● De ISO-snelheid wordt bepaald en de
helderheid van het scherm verandert
wanneer u de ontspanknop half indrukt
nadat u de ISO-snelheid hebt ingesteld op
[AUTO]. Als standaardbelichting niet kan
worden bereikt met de door u opgegeven
sluitertijd en diafragmawaarde, wordt de
ISO-snelheid weergegeven in oranje.
● Na het instellen van de sluitertijd en diafragmawaarde kan het
belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe
compositie voor de opname maakt.
● Als de ISO-snelheid is vastgezet, wordt de helderheid van het
scherm mogelijk aangepast, afhankelijk van de ingestelde sluitertijd
en diafragmawaarde. De helderheid van het scherm wijzigt echter
niet als de itser is uitgeklapt en de modus [
● De beeldhelderheid kan worden beïnvloed door Auto optimalisatie
helderheid (= 66). Als u Auto optimalisatie helderheid
uitgeschakeld wilt houden in de modus [
het instellingenscherm van Auto optimalisatie helderheid om de
markering [
● [ ]: Handmatig
● De standaardbelichting wordt berekend op basis van de
opgegeven meetmethode (= 64).
● De volgende bedieningsfuncties zijn beschikbaar als de
ISO-snelheid is ingesteld op [AUTO].
- Draai de regelaar [] wanneer bij stap 2 [] op de
belichtingscompensatiebalk wordt weergegeven om de
belichting aan te passen.
- Druk op de knop [ ] om de ISO-snelheid te vergrendelen. De
helderheid van het scherm verandert mee.
● U kunt de instellingsitems onder aan het scherm ook aanpassen
door op een item te tikken om het te selecteren en vervolgens op
de balk te tikken/slepen of op [
] toe te voegen aan [Uitsch. bij handm. bel.].
][ ] te tikken.
] is ingesteld.
], tikt u op [ ] op
De its output aanpassen
Foto's
Maak een keuze uit de drie itsniveaus in de modi [][][ ].
Stel de its mode in op [Manual
1
ash].
● Druk op de knop [] en selecteer
[Flitsbesturing] op het tabblad [ 3]. Stel
bij [Func.inst. int. itser] de [Flits mode] in
op [Manual ash] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Klap de itser op, druk op de knop
[ ] en draai meteen daarna de regelaar
[] om het itsniveau te kiezen. Druk
vervolgens op de knop [ ].
● Als de instelling is voltooid, wordt het
itssterkteniveau weergegeven.
[]: Minimum, []: Middel, []:
Maximaal
● U kunt het itsniveau ook instellen door MENU (= 32) te
openen en tabblad [
itsoutput] te selecteren.
[
● Wanneer de itser is uitgeklapt, kunt u het scherm [Flitsbesturing]
(= 32) ook openen door op de knop [
daarna op de knop [
● U kunt het scherm [Flitsbesturing] (= 32) ook openen door op
Films opnemen met specieke
sluitertijden en diafragmawaarden
Foto's
Stel de gewenste sluitertijd, diafragmawaarde, belichting en ISO-snelheid
in. Zie "Sluiter" (=
185) voor informatie over de beschikbare sluitertijden.
De beschikbare diafragmawaarden verschillen per lens.
Open de modus [ ].
1
● Voer stap 1 van "Films opnemen in de
lmmodus" (= 59) uit en selecteer [ ].
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knop [ ] om een item voor
conguratie te selecteren en draai
vervolgens de regelaar [] om een
waarde in te stellen.
● Bij bepaalde sluitertijden kan het scherm gaan ikkeren wanneer
u opnamen maakt bij tl-licht of ledverlichting, en dit kan ook
worden opgenomen.
● Grote diafragmawaarden kunnen het scherpstellen vertragen of
verhinderen dat er goed wordt scherpgesteld.
Films
● Wanneer de ISO-snelheid is vastgezet, wordt er een
belichtingsniveaumarkering, gebaseerd op de door u opgegeven
waarde, weergegeven op de indicator van het belichtingsniveau
ter vergelijking met het standaard belichtingsniveau. De
markering van het belichtingsniveau wordt weergegeven als [
] als de afwijking van de het standaard belichtingsniveau
of [
groter is dan drie stops.
● De ISO-snelheid wordt bepaald en de helderheid van het scherm
verandert wanneer u de ontspanknop half indrukt nadat u de
ISO-snelheid hebt ingesteld op [AUTO]. Als standaardbelichting
niet kan worden bereikt met de door u opgegeven sluitertijd en
diafragmawaarde, wordt de ISO-snelheid weergegeven in oranje.
● U kunt de instellingsitems onder aan het scherm ook aanpassen
door op een item te tikken om het te selecteren en vervolgens op
de balk te tikken/slepen of op [
][ ] te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
]
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
87
Bediening en weergave aanpassen
Weergegeven informatie aanpassen
Foto's
Kies welk scherm wordt weergegeven wanneer u op de knop [ ] op het
opnamescherm drukt.
Open het instellingenscherm.
1
● Selecteer [Opname-infoscherm] op het
tabblad [ 1] en druk vervolgens op de
knop [ ] (= 32).
Congureer de instelling.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
weergave-item te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ]. Druk op
de knoppen [ ][ ] om een optie te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
● Als u het rasterpatroon kleiner wilt maken, selecteert u [Opname-
infoscherm] > [Rasterweergave].
● Als u wilt overschakelen van een helderheidshistogram naar een
RGB-histogram, selecteert u [Opname-infoscherm] > [Histogram].
Films
Persoonlijke voorkeuze congureren
Foto's
Congureer persoonlijke voorkeuzen op het tabblad [ 1] van het
menu (= 32) om de werking van de camera aan te passen aan uw
opnamevoorkeuren. U kunt ook veelgebruikte functies toewijzen aan
specieke knoppen.
Selecteer het type functie dat u wilt
1
aanpassen.
● Druk op de knop [] en selecteer
het tabblad [ 1] (= 32).
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
type functie te selecteren ([Belichting],
[Autofocus] of [Overige]) en druk
vervolgens op de knop [ ].
Selecteer de functie.
2
● [Belichting] of [Overige]: Selecteer de
functie (druk op de knoppen [ ][ ] of
draai de regelaar []) en druk daarna
op de knop [ ].
Selecteer een optie.
3
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie
te selecteren.
● Als u klaar bent, drukt u op de knop
[ ] om terug te keren naar het vorige
scherm.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
88
Type functieFunctieBeschrijving
Stel dit in op [1:Inschakelen] om de
ISO vergroten
ISO-snelheid in te kunnen stellen op
[H]. [H] komt overeen met ISO 25600
of, in de modus [
], ISO 12800.
Stel dit in op [1:Inschakelen] voor
automatische aanpassing van de
Belichting
sluitertijd en de diafragmawaarde
om het belichtingsniveau dichter bij
Veiligheidsshift
de standaardbelichting te brengen
in het geval dat standaardbelichting
anders niet mogelijk is met uw
gespeciceerde sluitertijd of
diafragmawaarde in de modus [
of [].
Autofoc.AF-hulplicht (LED)
Aangepaste
bediening
Stel dit in op [1:Uitschakelen] om het
AF-hulplicht uit te schakelen.
Wijs veelgebruikte functies toe aan
specieke knoppen (= 90).
Stel dit in op [1:Inschakelen] om
zonder bevestigde lens opnamen
te kunnen maken, door op de
ontspanknop of de lmknop te
Overige
Ontspan sluiter
zonder lens
drukken.
Trek lens in bij
uitschakelen
Geef aan of de lens automatisch
moet worden ingetrokken wanneer u
de camera uitschakelt.
● Als u alle wijzigingen op het tabblad [ 1] wilt annuleren en
de standaardinstellingen wilt herstellen, selecteert u [Wis pers.
voorkeuze(C.Fn)] op het scherm in stap 1 en drukt u op de knop [
● [H] is niet beschikbaar wanneer [Lichte tonen prioriteit] is
ingesteld op [D+] (= 66), zelfs niet wanneer [ISO vergroten] is
ingesteld op [1:Inschakelen].
● Veiligheidsshift is echter uitgeschakeld wanneer de itser itst.
● AF-hulplicht: licht van de lamp aan de voorzijde, dat aangaat
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt in omstandigheden
met weinig licht. Dit helpt bij het scherpstellen.
● Automatisch intrekken van de lens bij uitschakelen is beschikbaar
voor lenzen die deze functie ondersteunen.
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
]
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
89
Functies aan knoppen toewijzen
Wijs veelgebruikte functies toe aan de ontspanknop, [ ] (knop [ ]) of de
lmknop.
Open het scherm om functies toe te
1
wijzen.
● Voer stap 1 van "Persoonlijke voorkeuze
congureren" (
[Aangepaste bediening] in [Overige].
Wijs de functie toe.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
gewenste knop voor de functie te selecteren
en druk vervolgens op de knop [
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
functie te selecteren.
● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ]
om terug te keren naar het vorige scherm.
Ontspanknop
Stel [AE/AF, geen AE vergrendel] in om te kunnen
scherpstellen door op de knop [
Opmerking: hierdoor wordt de normale AEvergrendelingsfunctie van de knop [
[
] ([ ]-knop)
Houd er ook rekening mee dat de camera de
scherpstelling niet aanpast voor het opnemen bij het
gebruik van Touch Shutter.
FilmknopDruk op de knop om de toegewezen functie te activeren.
=
88) uit en selecteer
] te drukken.
] uitgeschakeld.
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Als u de standaardinstelling van de lmknop wilt herstellen,
selecteert u [Films].
● Als u liever geen functies toewijst aan de lmknop, selecteert u
[Niet toegekend].
● Als u een voorbeeld van de breedte/diepte bij uw opgegeven
diafragmawaarde wilt zien wanneer u een knop ingedrukt houdt,
wijst u [Breedte-/dieptecontrole] toe aan de knop.
90
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van
manieren doorbladeren en bewerken
● Druk op de knop [] om de afspeelmodus te openen en de camera
voor te bereiden op deze handelingen.
● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera
zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
Bekijken
Foto's
Na het maken van foto's of het opnemen van lms kunt u deze als volgt
op het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
1
● Druk op de knop [].
● Uw laatste opname wordt weergegeven.
Selecteer de beelden.
2
● Druk op de knop [ ] om het vorige beeld
weer te geven. Druk op de knop [ ] om
het volgende beeld weer te geven.
● Houd de knoppen [ ][ ] ingedrukt om
snel door beelden te bladeren.
● Houd de knoppen [ ][ ] minstens een
seconde ingedrukt om dit scherm te
openen (Beeld scrollen). Druk in deze
modus op de knoppen [ ][ ] om door de
beelden te bladeren.
● Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
● Druk in de modus Beeld scrollen op
de knoppen [ ][ ] om door beelden
te bladeren die per opnamedatum
gegroepeerd zijn.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
91
● Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[]. Ga naar stap 3 als u lms wilt
afspelen.
Speel lms af.
3
● Druk op de knop [ ], druk op de
knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en
druk nogmaals op de knop [ ] om het
afspelen te starten.
Pas het volume aan.
4
● Druk op de knoppen [ ][ ] om het
volume aan te passen.
● Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding (1) niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ].
Onderbreek het afspelen.
5
● Druk op de knop [ ] als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
● Na de lm verschijnt [].
● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
● Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 32) >
tabblad [
● Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de
afspeelstand geopend wordt, kiest u MENU (= 32) > tabblad
[
● Als u de weergegeven overgang tussen beelden wilt wijzigen,
opent u MENU (= 32) en vervolgens kiest u het door u
gewenste effect op het tabblad [
3] > [Beeld scrollen] > [Uit].
3] > [Ga verder] > [Laatste f.].
3] > [Overgangseff.].
Touchscreenbewerkingen
● Sleep van rechts naar links om het
volgende beeld te bekijken en sleep van
links naar rechts om het vorige beeld te
bekijken.
● Als u de modus Beeld scrollen wilt
openen, veegt u met uw vinger
herhaaldelijk snel naar links of rechts.
● U kunt door beelden bladeren in de
modus Beeld scrollen door met uw vinger
naar links of rechts te vegen.
● Als u op het centrale beeld tikt, wordt de
weergave van één opname hersteld.
● Als u in de modus Beeld scrollen
wilt bladeren door beelden die op
opnamedatum zijn gegroepeerd, sleept u
snel omhoog of omlaag.
● Als u movieweergave wilt starten, tikt u
op [ ] in stap 2 van "Bekijken" (= 91).
● Als u het volume wilt aanpassen tijdens
lmweergave, sleept u met uw vinger
snel omhoog of omlaag op het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
92
● Tik op het scherm als u de lmweergave
wilt stoppen. Het hier getoonde scherm
wordt weergegeven en de camera is
klaar voor uw volgende bediening.
- Tik op [ ] om het volumepaneel weer
te geven. Tik vervolgens op [ ][ ] om
het volume aan te passen.
- Om een ander frame weer te geven,
tikt u op de schuifbalk of sleept u deze
naar links of naar rechts.
- Tik op [ ] als u het afspelen wilt
hervatten.
- Tik op [ ] om terug te keren naar
het scherm bij stap 2 van "Bekijken"
(= 91).
Van Displaymodus wisselen
Druk op de knop [ ] in de afspeelstand om te schakelen tussen "geen
infoscherm", "infoscherm 1" (basisinformatie) en "infoscherm 2" (details).
● Het is niet mogelijk om van displaymodus te wisselen terwijl de
camera draadloos via Wi-Fi is verbonden met apparaten die geen
printer zijn.
De weergegeven opname-informatie aanpassen
De informatie aanpassen die op elk scherm wordt weergegeven. Raadpleeg
"Tijdens het afspelen" (=
168) voor meer beschikbare informatie.
Open het instellingenscherm.
1
● Selecteer [Weergave-informatiescherm]
op het tabblad [4] en druk vervolgens
op de knop [ ].
Selecteer de informatie die u wilt
2
weergeven.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
informatie te selecteren die u wilt
weergegeven en druk vervolgens op de
knop [ ] om een markering [ ] toe te
voegen.
● Druk op de knop [] om terug te
gaan naar het menuscherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Een weergavevoorbeeld met de opties geselecteerd in stap 2
wordt links ter referentie weergegeven.
● Als u de instellingsdetails van de modus [ ] wilt weergeven,
voegt u een markering [
instellingsinformatie, gevolgd door [Infoscherm 2], wordt
weergegeven wanneer u op de knop [
] toe aan [Infoscherm 2]. Deze
] drukt.
93
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van
beelden)
Foto's
Infoschermen 2 - 6 (= 93) kunnen u helpen vervaagde highlights te
vermijden. Deze schermen knipperen ter waarschuwing.
Helderheidshistogram
Foto's
● Infoschermen 2 - 6 bevatten bovenaan
een diagram, dat het helderheidshistogram
wordt genoemd. In dit histogram wordt de
verdeling van de helderheid in beelden
weergegeven. Op de horizontale as staat
de helderheidsgraad en de verticale geeft
aan welk gedeelte van het beeld zich
op elk helderheidsniveau bevindt. Het
histogram bekijken is een manier om de
belichting te controleren.
RGB-histogram
Foto's
● Op informatieweergave 3 wordt een
RGB-histogram weergegeven waarin
de distributie in de beelden met rood,
groen en blauw wordt aangegeven. De
horizontale as toont de helderheidsgraad
van R, G of B en de verticale as geeft
aan welk gedeelte van het beeld zich op
dat helderheidsniveau bevindt. Dankzij dit
histogram kunt u de kleurkenmerken van
het beeld controleren.
Films
Films
Films
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto's (digest-lms)
Foto's
Digest-lms bekijken die automatisch zijn opgenomen in de modus []
(= 37) op een dag waarop u foto's hebt genomen.
Selecteer een beeld.
1
● Kies een foto met de aanduiding
[] en druk op de knop [ ].
Speel de lm af.
2
● Druk op de knop [ ] en selecteer [] in
het menu (= 31).
● De lm die automatisch is opgenomen op
de dag dat de foto's zijn gemaakt, wordt
vanaf het begin afgespeeld.
● Na een kort moment wordt [] niet meer weergegeven
wanneer u de camera gebruikt met uitgeschakelde
informatieweergave (= 93).
● U kunt digest-lms ook afspelen door op [] te tikken
op het scherm in stap 1 en op [
stap 2.
] te tikken op het scherm in
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● U kunt het histogram ook openen tijdens het maken van opnamen
(= 167).
94
Op datum weergeven
Digest-lms kunnen op datum worden bekeken.
Selecteer een lm.
1
● Druk op de knop [], kies [Digest-
lms weerg./afsp.] op het tabblad [1]
en kies vervolgens een datum (= 32).
Speel de lm af.
2
● Druk op de knop [ ] als u het afspelen
wilt starten.
Door beelden bladeren en beelden
lteren
Bladeren door beelden in een index
Foto's
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
Geef beelden weer in een index.
1
● Draai de regelaar [] linksom als u
beelden in een index wilt weergeven.
Draai de regelaar nogmaals om meer
beelden tegelijkertijd weer te geven.
● Draai de regelaar [] rechtsom om
minder beelden tegelijkertijd weer te
geven. Elke keer dat u de regelaar draait,
worden er minder beelden weergegeven.
Selecteer een beeld.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
door beelden te bladeren en een beeld te
selecteren.
● Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
● Druk op de knop [ ] om het
geselecteerde beeld in de weergave van
één opname te bekijken.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● Als u het 3D-weergave-effect wilt uitschakelen (wordt
weergegeven als u de knoppen [
MENU (= 32) > tabblad [
][ ] ingedrukt houdt), kiest u
3] > [Indexeffect] > [Uit].
95
Touchscreenbewerkingen
● Knijp uw vingers samen om van
de enkelvoudige weergave over te
schakelen naar de indexweergave.
● Als u meer miniaturen per scherm wilt
weergeven, knijpt u uw vingers nogmaals
samen.
● Sleep omhoog of omlaag over het scherm
om door de weergegeven afbeeldingen
te bladeren.
● Als u minder miniaturen per scherm wilt
weergeven, spreidt u uw vingers.
● Tik op een beeld om dit te selecteren en
tik er nogmaals op om het beeld in de
enkelvoudige weergave te bekijken.
Vergroten door dubbeltikken
● Tik tweemaal snel op het scherm om het
beeld ongeveer drie keer te vergroten.
● Als u wilt terugkeren naar de weergave
van één opname, tikt u tweemaal snel op
het scherm.
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Foto's
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door
de beeldweergave te lteren op de door u opgegeven voorwaarden.
U kunt deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (= 99) of
verwijderen (= 102).
Classicatie
Opnamedatum
Mensen
Foto/lm
Geeft de beelden weer die u hebt geclassiceerd
(= 105).
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Geeft beelden met gedetecteerde gezichten weer.
Geeft foto's, lms of lms die zijn opgenomen in
de modus [
1
] weer (= 37).
Selecteer de eerste voorwaarde.
● Druk op de knop [ ], selecteer []
in het menu en druk op de knop [ ].
Druk op de knoppen [ ][ ] om een
voorwaarde te selecteren.
● Wanneer [ ] is geselecteerd, kunt u
alleen beelden weergeven die aan deze
voorwaarde voldoen door op de knoppen
[ ][ ] te drukken. Om voor al deze beelden
samen een handeling uit te voeren, drukt u
op de knop [ ] en gaat u naar stap 3.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Selecteer de tweede voorwaarde.
2
● Wanneer u [ ], [ ] of [ ] hebt
geselecteerd als de eerste voorwaarde,
kunt u de tweede voorwaarde kiezen
door op de knoppen [ ][ ] te drukken.
96
Bekijk de gelterde beelden.
3
● Beelden die voldoen aan uw
voorwaarden, worden in gele kaders
weergegeven. Druk op de knoppen [ ][ ]
om alleen deze beelden weer te geven.
● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en druk vervolgens op de knop [ ]
om de gelterde weergave te annuleren.
● Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen
overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden
niet beschikbaar.
● Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 3)
zijn "Bladeren door beelden in een index" (
vergroten" (
U kunt ook beeldbewerkingen toepassen op alle gevonden
beelden door [Alle beelden in zoekopdr. bev.] te selecteren in
"Beelden beveiligen" (
sel.] te selecteren in "Meerdere beelden tegelijk wissen"
=
(
=
(
● Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (= 106 –
=
beelden niet meer weergegeven.
● Dezelfde bewerkingen zijn beschikbaar als u op de knop []
drukt en het tabblad [
● U kunt ook voorwaarden selecteren door op de schermen te
tikken in stap 1 en 2.
=
98) en "Diavoorstellingen bekijken" (=
=
99) of door [Alle beelden zoekopdr.
102), "Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)"
158) of "Beelden toevoegen aan een fotoboek" (=
108) wordt een bericht weergegeven en worden de gevonden
1] > [Beeld zoeken] selecteert.
=
95), "Beelden
99).
160).
De regelaar aan de voorzijde gebruiken om te
schakelen tussen beelden
Foto's
Gebruik de regelaar aan de voorzijde om de gewenste beelden snel te
vinden en ertussen te bladeren door de beeldweergave te lteren op uw
aangegeven voorwaarden.
Geeft de beelden weer die u hebt geclassiceerd
(= 105).
Springt naar het eerste beeld in de groep beelden
die op dezelfde datum zijn genomen.
Springt met 10 beelden tegelijk.
Springt met 100 beelden tegelijk.
Selecteer een voorwaarde.
1
● Sleep met twee vingers naar links of naar
rechts in een weergave van één opname.
● Druk op de knoppen [ ][ ] aan de
linkerzijde van het scherm om een
voorwaarde (of verspringmethode) te kiezen.
Bekijk de beelden die overeenkomen
2
met de door u opgegeven voorwaarde,
of spring met het opgegeven aantal.
● Draai de regelaar [] om alleen beelden
te bekijken die overeenkomen met de
voorwaarde of om met het opgegeven aantal
beelden vooruit of achteruit te springen.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● De omstandigheden [ ], [ ], [ ], [ ] of [ ] worden alleen
weergegeven wanneer bepaalde beelden deze classicaties bevatten.
De omstandigheden [
weergegeven wanneer bepaalde beelden deze classicaties bevatten.
● Gebruik [ ] om tussen de beelden met een classicatie te schakelen.
] or [ ] worden op dezelfde wijze alleen
97
Opties voor het weergeven van foto's
Beelden vergroten
Foto's
Vergroot een beeld.
1
● Draai de regelaar [] rechtsom om
in te zoomen en beelden te vergroten.
U kunt beelden tot 10 keer vergroten door
aan de regelaar te blijven draaien.
● Voor de duidelijkheid wordt het
weergegeven gebied (1) bij benadering
getoond.
● Als u wilt uitzoomen, draait u de regelaar
[] linksom. Als u de weergave van
één opname wilt herstellen, drukt u op de
knop [].
Verschuif de weergavelocatie en
2
schakel indien nodig tussen beelden.
● Als u de weergavepositie wilt verschuiven,
drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ].
● Terwijl [] wordt weergegeven, kunt
u schakelen naar [] door op de
knop [ ] te drukken. Druk op de knoppen
[ ][ ] om te schakelen naar andere
beelden terwijl er ingezoomd is. Druk op
de knop [ ] om terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
Films
Touchscreenbewerkingen
● Spreid uw vinger om in te zoomen.
● U kunt beelden tot ongeveer 10x
vergroten door deze actie te herhalen.
● Sleep over het scherm om de
weergavelocatie te verschuiven.
● Knijp uw vingers samen om uit te
zoomen.
● Tik op [] om terug te keren naar de
enkelvoudige weergave.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige
weergave gaan door op de knop [
] te drukken.
98
Diavoorstellingen bekijken
Foto's
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen.
● Druk op de knop [] en kies
[Diavoorstelling] op het tabblad [1]
(= 32).
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Start] te
kiezen en druk op de knop [ ].
● De diavoorstelling begint nadat [Laden
van beeld] enkele seconden wordt
weergegeven.
● Druk op de knop [] om de
diavoorstelling te beëindigen.
● De spaarstandfuncties van de camera (= 29) werken niet
tijdens diavoorstellingen.
● Druk op de knop [ ] als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
● Tijdens het afspelen kunt u naar andere beelden gaan als
u op de knoppen [
achteruitspoelen de knoppen [
● U kunt een herhaling van de diavoorstelling, de weergaveduur per
beeld en de overgang tussen beelden op het scherm congureren
door [Stel in] te selecteren en op de knop [
drukken.
][ ] drukt. Houd voor vooruitspoelen of
][ ] ingedrukt.
] (= 32) te
Films
Beelden beveiligen
Foto's
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk kunnen worden
gewist (= 102).
● Druk op de knop [ ], kies [] in het
menu en kies vervolgens [] (druk
op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
regelaar []). [ ] wordt weergegeven.
● Kies [ ] om de beveiliging te annuleren.
[ ] wordt niet meer weergegeven.
● Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (= 139).
● Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie
van de camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u
eerst de beveiliging opheffen.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
● U kunt diavoorstellingen ook stoppen door op het scherm te
tikken.
99
Via het menu
Open het instellingenscherm.
1
● Druk op de knop [] en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (= 32).
Selecteer een selectiemethode.
2
● Selecteer de gewenste optie (= 32).
● Druk op de knop [] om terug te
gaan naar het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
Selecteer [Selectie].
1
● Selecteer [Selectie] volgens stap 2 in
"Via het menu" (= 100) en druk op de
knop [ ].
Selecteer een beeld.
2
● Druk op de knoppen [ ][ ] om een beeld
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ]. [ ] wordt weergegeven.
● Druk nogmaals op de knop [ ] als u
de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
● Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Beveilig de opname.
3
● Druk op de knop []. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
● Druk op de knoppen [ ][ ] om [OK] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
● Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera
uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt
voltooid, worden de beelden niet beveiligd.
● U kunt beelden ook selecteren of wissen door op het scherm te
tikken in stap 2 en u kunt het bevestigingsscherm openen door op
] te tikken.
[
● U kunt beelden ook beveiligen door op [OK] te tikken op het
scherm in stap 3.
Een reeks selecteren
Selecteer [Select. reeks].
1
● Selecteer [Select. reeks] volgens stap 2
in "Via het menu" (= 100) en druk op de
knop [ ].
Selecteer het eerste beeld.
2
● Druk op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/Modus
Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.