Candy PSA 640 User Manual [NL]

Page 1
ES MANUAL DE USO
ENCIMERA DE COCCIÓN GAS
NL INSTALLATIE- EN GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR
GASKOOKVLAKKEN
PT MANUAL DE UTILIZAÇÃO E DE INSTALAÇÃO DAS
PLACAS DE FOGÃO
PSA 640/2 F PLDA 640 NL
93785832
1
Page 2
INHOUDSOPGAVE
Uitpakken van het apparaat ................................................................19
Aanbevelingen....................................................................................19
Presentatie van de gaskookvlakken ......................................................20
• INSTALLATIE
Installatie-instructies............................................................................21
Bij aanpassing van de gasinstellingen in de fabriek:
* Vervanging van de injectoren......................................................22
* Instelling van de luchttoevoerhulzen............................................23
Inbouw van het kookvlak ..............................................................24/25
Gasaansluiting van het kookvlak ..........................................................26
Elektrische aansluiting van het kookvlak ..............................................27
Na definitieve installatie van het kookvlak (bij verandering van gastype):
Instelling van het minimumdebiet van de gasbranders..........................28
GEBRUIK
De verschillende gasbranders...............................................................29
Ontsteking en instelling van de gasbrander..........................................30
Algemeen onderhoud ................................................................... 31-32
TECHNISCHE KENMERKEN..............................................33
18
Page 3
UITPAKKEN VAN HET APPARAAT
Bij het uitpakken van het kookvlak vindt u:
· een buidel met:
- nieuwe injectoren voor een eventuele verandering van gastype,
- bevestigingsplaatjes en -schroeven voor het vastzetten van het kookvlak op het werkblad,
- bij sommige modellen, een conisch aansluitstuk met pakkingring voor bepaalde landen waar de installatie hiervan verplicht is, en
· een sleutel voor het wisselen van injectoren indien de oorspronkelijke uitrusting niet overeenstemt met de lokale gasdistributie (gastype en –druk).
AANBEVELINGEN
LEES AANDACHTIG DEZE HANDLEIDING VOOR HET BEKOMEN VAN DE BESTE PRESTATIES VAN UW KOOKVLAK. Wij raden u aan deze installatie- en gebruiksaanwijzing te bewaren voor toekomstige raadpleging, en hieronder het serienummer van het apparaat te noteren vooraleer uw kookvlak te installeren, voor een eventuele tussenkomst van de naverkoopdienst.
. Identificatieplaatje (aan de onderkant van de bodemplaat van het kookvlak)
De temperatuur van het kookvlak is plaatselijk zeer hoog. Houd kleine kinderen op afstand.
Wij raden u aan na elk gebruik het kookvlak schoon te maken om accumulatie van vuil en vetten te vermijden. Zoniet koken en verkolen deze resten en verwekken ze bij elk verder gebruik rook en onaangename geuren.
Houd het kookproces onder ogen wanneer u met olie of vet kookt, daar overhitte olie of vet snel vuur kan vatten.
19
Page 4
PRESENTATIE VAN DE GASKOOKVLAKKEN
KOOKVLAKKEN VOOR ALLE GASTYPES
e
2
l
l
e
l
l
1
e
,
4
n
s
5
f
l
a
H
n
S
of
D
u
b
k
W
3
e
l
,
l
2
e
k
W
n
o
o
r
b
k
e
l
e
PSA 640/2 F: Kookvlak met 4 beveiligde gasbranders en gietijzeren
panroosters
,
5
e
k
n
S
n
s
f
l
a
H
W
e
l
l
1
e
,
4
5
k
W
20
PLDA 640 NL: Kookvlak met 4 beveiligde gasbranders waarvan 1 met
‘dubbele kroon’ en geëmailleerde panroosters
Buitenafmetingen van de kookvlakken:
Breedte: 59 cm Diepte: 51 cm Dikte: 3 cm
Inbouwafmetingen van de kookvlakken:
Breedte: 56 cm Diepte: 48 cm
Page 5
INSTALLATIE
De huishoudapparaten in werking stellen is een delicate taak die, indien niet correct uitgevoerd, ernstige gevolgen kan hebben voor de veiligheid van de gebruiker.
Onder deze voorwaarden is het imperatief deze taak aan een beroepsinstallateur over te laten, die deze volgens de geldende technische normen zal uitvoeren.
Indien ondanks deze raadgeving de verbruiker zelf voor de installatie zorgt, wijst de CANDY groep alle verantwoordelijkheid af in geval van technisch defect dat al of niet schade veroorzaakt aan personen en/of aan goederen.
Vooraleer met de installatie aan te vangen moet u:
nagaan of het apparaat overeenstemt met het gastype.
Het kookvlak werd in de fabriek afgesteld voor gebruik met het gastype dat op de verpakking en op het identificatieplaatje van het apparaat is aangegeven. Aardgas G 20-20 mbar / G 25-25: gasleidingnet.
het apparaat indien nodig aan het gastype aanpassen:
In geval het kookvlak gebruikt dient te worden met een ander gastype dan in de fabriek werd ingesteld, moet dit aangepast worden (pag. 22/23). Deze aanpassing bestaat uit:
- het monteren van injectoren met het geschikte nominaal debiet,
- de luchttoevoerhuls instellen op de waarde die in de tabel van deze handleiding is aangeduid.
Voor het installeren moet u:
het kookvlak inbouwen (pag. 24/25).de gasleiding aansluiten in overeenstemming met het gastype: keuze van de
geschikte aansluiting (pag.26).
Opgelet: in bepaalde landen moet een conisch aansluitstuk worden gemonteerd,
volg de aanwijzingen op pag. 26.
het kookvlak aan het elektriciteitsnet aansluiten (pag. 27).het minimumdebiet van alle gasbranders instellen: indien nodig, regel de
minimumvlam met de bypasschroef (pag. 28).
Bij elke wijziging van de apparaatinstellingen moet het identificatieplaatje worden aangepast.
21
Page 6
INSTALLATIE: VERANDERING VAN GASTYPE
VERANDERING VAN GASTYPE: het warmtevermogen en de gasdruk varieren
naargelang het gastype. De instelling van de gasbranders moet absoluut gecontroleerd worden na de installatie en de aansluitingen.
Bij een verandering van gastype moet u achtereenvolgens:
. de injectoren wisselen, . het vlamaspect aanpassen door instellen van de luchttoevoerhuls, . het minimumdebiet van de bedieningsknoppen regelen (zie op pag. 28).
INJECTOREN WISSELEN:
Elke injector wordt geïdentificeerd door een merkteken. Voor het wisselen van een injector, gebruik de met het apparaat geleverde sleutel; deze is voorzien van een vergrendelingsysteem dat de injector in zijn steun weerhoudt zolang deze is uitgebouwd.
Om toegang te verkrijgen tot een injector moet u:
· het panrooster verwijderen,
· de branderkap en het branderhuis verwijderen,
· de injector losschroeven met behulp van de bijgeleverde
sleutel.
· de met het brander- en gastype overeenstemmende
injector(en) monteren,
· deze vast aanschroeven,
· het branderhuis, de branderkap en het panrooster terugplaatsen.
Branderhuis
Injector
22
1,45 kW 2,5 kW
halfsnelle
brander
3,2 kW
Snelle brander
of Dubbele kroon
Snelle brander
1,45 kW
Halfsnelle
brander
Aardgas : G20-20 mbar / G25-25 mbar
Injector
96
Injectoren
94 x 2
Injector
122
Injector
96
Voorbeeld hiernaast: Snelle brander 3,2 kW of dubbele kroon 3,2 kW
Butaangas : G30 28-30 mbar Propaangas : G31 37 mbar / G31 30 mbar
Injector
61
Injectoren
65 x 2
Injector
80
Injector
61
Page 7
INSTALLATIE: GASINSTELLING
INSTELLING VAN DE LUCHTTOEVOERHULS
1. Instelling van de luchttoevoerhuls van de gasbranders: deze instelling is zeer belangrijk
daar deze zorgt voor een correcte verbranding en een maximaal rendement van de gasbranders. De tabel geeft de ‘x’ afmeting aan in mm: om het vlamaspect te verbeteren kan het nodig zijn deze instelling op 1 mm na te verfijnen.
2. Om toegang te verkrijgen tot de luchttoevoerhulzen van de gasbranders: verwijder het
panrooster, de branderkap en het branderhuis. De luchttoevoerhuls bevindt zich op het branderhuis, en is hieraan bevestigd met een schroef (zie tekening). Indien nodig:
- draai de bevestigingsschroef van de luchttoevoerhuls los.
- regel de luchttoevoerhuls (afmeting ‘x’) zoals hieronder aangeduid.
- draai de bevestigingsschroef van de luchttoevoerhuls vast.
Halfsnelle brander 1,45 kW Of snelle brander 2,5 kW
Afmeting
X
Snelle brander 3,2 kW en
snelle dubbele kroon 3,2 kW
Afmeting
X
Luchttoevoerhuls
Bevestigingsschroef
Luchttoevoerhuls
Bevestigingsschroef
Afmeting ‘x’ in mm van de luchttoevoerhuls naargelang gasinstelling
PSA 640/2
Halfsnelle
Snelle
brander
brander
Snelle
Halfsnelle
brander
brander
PLDA 640 NL
Halfsnelle
Snelle
brander
brander
G20-20 mbar G25-25 mbar
10
6 14
G25-25 mbar G30 28-30 mbar G31 37 mbar G31 30 mbar
0
0
0
6
10
6
0
7 14
9 7
7
9
Dubbele
kroon
brander
Halfsnelle
brander
15
6
15
7
23
Page 8
INSTALLATIE: INBOUW
INSTALLATIE: Het meubel of de tafel waarin het kookvlak wordt geïntegreerd alsook de
eventueel aangrenzende meubelwanden moeten vervaardigd zijn uit een temperatuurbestendig materiaal. Het is dan ook vereist dat de bekleding die het meubel of de tafel afdekt wordt bevestigd met een temperatuurbestendige lijm om te voorkomen dat deze loskomt.
Indien, in functie van de installatie van het kookvlak, de onderkant van de kookvlakbodem een zone aangrenst die normaal toegankelijk is bij kookbereidingen en/of bij het opbergen, plaats een scheidingswand op 1 cm van de kookvlakbodem om alle risico van brandwonden of beschadiging te voorkomen. In de rechter achterhoek dient hierin een opening van 10x10 cm gemaakt te worden.
Voorzie een ruimte van minstens 5 cm tussen het apparaat en alle aangrenzende verticale wanden.
Tijdens de installatie, plaats zorgvuldig de afdichting rondom het kookvlak om infiltratie in het steunmeubel te voorkomen. Opgelet: bij het plaatsen van de afdichting aan de achterzijde van het kookvlak, let erop de luchttoevoeropeningen voor de verbranding niet af te sluiten.
Installatie van de afdichting
• Zicht onderaan het kookvlak
Doorsnede van het kookvlak
Afdichting
24
6 mm
Afdichting
Werkvlakniveau
- De luchttoevoer achteraan het kookvlak niet afsluiten -
Page 9
INSTALLATIE: INBOUW
De onderbouw van het kookvlak is uitgerust met 4 voorzieningen voor de bevestigingsplaatjes van het kookvlak. Plaats de 4 bevestigingsplaatjes zodat het kookvlak perfect op het werkvlak aansluit.
Voorzieningen voor de bevestigingsplaatjes
Bevestigings plaatjes
Inbouw: Type X (CEI 335-2-6 norm)
opening 10x10 cm
25
Page 10
INSTALLATIE: GASAANSLUITING
Het apparaat is geschikt voor inbouw; deze inbouw is van het ‘X’-type (volgens elektrische norm EN 60.335.2.6); en klasse 3 (volgens gasnorm EN 30.1.1); de aangrenzende meubels mogen niet boven het kookvlak uitsteken. Dit apparaat wordt niet aangesloten aan een afvoersysteem voor verbrandingsproducten. Het moet geïnstalleerd en aangesloten worden in overeenstemming met de geldende bepalingen in het land waar de installatie plaatsvindt. Toepasbare inrichtingen op gebied van ventilatie verdienen een bijzondere aandacht. Het voor de verbranding vereiste minimum luchtdebiet bedraagt 2 m³/u per kW vermogen.
De gasaansluiting moet uitgevoerd worden in overeenstemming met de reglementen die van kracht zijn in het land waar de installatie plaatsvindt. In ieder geval moet op de gastoevoerleiding een afsluiter, een reduceerventiel of voor propaangas een reduceerafsluiter worden gemonteerd. Gebruik slechts afsluiters, reduceerventielen, opzetstukken en flexibele slangen met het officiële goedkeuringsmerk van het land waar de installatie plaatsvindt.
In een vast keukenblok gemonteerd apparaat Butaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) – Propaan Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) – Aardgas Vast – Flexibele slang met mechanische opzetstukken (1) –
(1) onder voorbehoud dat de flexibele slang toegankelijk is over de gehele lengte en gemonteerd is buiten het bereik van de vlammen, en niet kan worden beschadigd door verbrandingsgassen, door hete delen van het apparaat noch door het overborrelen van hete producten.
ER BESTAAN 2 AANSLUITMETHODES*:
• AANSLUITING MET EEN VASTE BUIS Direct aansluiten aan het uiteinde van de hoofdpijp.
• AANSLUITING MET EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE AANSLUITSTUKKKEN - De schroeven van de slang direct op het uiteinde van de hoofdpijp enerzijds en op de afsluiter van de leiding anderzijds vastzetten. Bij een gasinstallatie met flexibele aansluiting raadt CANDY het gebruik van een flexibele slang met mechanische aansluitstukken van het GAZINOX**-type aan. Deze slang heeft een onbegrensde levensduur en garandeert een veilige en eenvoudigere installatie.
Wij bevelen u dit aansluitingstype ten zeerste aan.
** Toebehoren dat door uw elektrische huishoudapparatuurhandelaar afzonderlijk wordt aangeboden.
* In de buidel met toebehoren bevindt zich een conisch aansluitstuk voor het aansluiten van bepaalde kookvlakmodellen die bestemd zijn voor specifieke markten. Deze dient enkel te worden gemonteerd in landen waar dit vereist is (voorbeeld: VERENIGD KONINKRIJK, NEDERLAND, DUITSLAND). Slechts model PLDA 640 NL is standaard uitgerust met dit
conisch aansluitstuk.
26
Page 11
INSTALLATIE: ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie aan hetwelk het apparaat wordt toegevoegd moet voldoen aan NFC 15100. De aansluiting aan het elektriciteitsnet moet gebeuren via een stekker met aardleiding of via
een voorziening met omnipolaire afsluiting met een contactopening van minstens 3 mm. De installatie moet verplicht beveiligd worden door aangepaste smeltzekeringen, en de dikte van de bedrading moet voldoende zijn om het apparaat op normale wijze te voeden.
Dit apparaat is uitgerust met een aansluitsnoer* uitsluitend voorzien voor een stroomvoorziening van 230 V tussen fasen of tussen fase en aarding.
• Aansluiten aan een stopcontact met 10/16 ampères, na controle van:
. de op de teller aangegeven stroomspanning . de instelling van de stroomverbreker en . een smeltzekeringkaliber van 10 A.
Nota: het stopcontact moet toegankelijk zijn voor een eventuele tussenkomst, zorg bij de installatie voor een makkelijk te bereiken plaats.
Opgelet: Controleer de continuïteit van de aardleiding vooraleer het apparaat aan te sluiten. Onze verantwoordelijkheid dekt geen enkel incident of eventuele gevolgen hiervan die kunnen voorkomen bij het gebruik van het apparaat zonder aardingsleiding of waarvan de aardingsleiding defect is.
* De eventuele vervanging van de stroomvoorzieningkabel moet imperatief door de
naverkoopdienst of door een persoon met een gelijkwaardige beroepsbekwaamheid uitgevoerd worden met een aansluitsnoer waarvan de kenmerken moeten overeenstemmen met die van de originele: stroomvoorzieningskabel type HO5V2V2-F (draaddikte 3 G 0,75).
27
Page 12
INSTALLATIE: INSTELLING VAN HET MINIMUM GASDEBIET
INSTELLEN VAN HET MINIMUM GASDEBIET
Bij het wisselen van gastype is het van belang om de vlamstabiliteit op de minimumstand van de bediening te controleren.
Toegang tot de bypasschroeven
Verwijder de knoppen van het bedieningspaneel om toegang te verkrijgen tot de bypasschroeven van de gasbranders.
Bypasschroef van gasbrander
!
In geen geval de andere schroeven losdraaien!
INSTELLING VAN DE GASBRANDERS a) op aardgas:
- Draai de bypasschroef één slag in tegenwijzerszin.
- Ontsteek de gasbrander en plaats deze in minimumstand.
- Draai de bypasschroef in wijzerszin tot het bekomen van een minimumvlam die stabiel blijft bij het verminderen van volle vlam naar minimumdebiet.
b) op butaan/propaan:
De correcte instelling wordt verkregen door de bypasschroef, waarvan de gekalibreerde opening voor het minimumdebiet zorgt, voluit in wijzerszin te draaien (zonder forceren).
28
Page 13
GEBRUIK: GASBRANDERS
De SNELLE BRANDER of SNELLE DUBBELE KROON met een vermogen van 3,2 kW bevindt zich vooraan links op het kookvlak:
Gebruik deze krachtigste brander om snel op kooktemperatuur te brengen, om vlees te bakken, en in het algemeen voor alle voedingsmiddelen die snel moeten koken.
De SNELLE BRANDER met een vermogen van 2,5 kW bevindt zich achteraan rechts:
Gebruik deze brander voor het stoven en voor sausbereidingen.
DE HALFSNELLE BRANDER met een vermogen van 1,45 kW bevindt zich achteraan links op het kookvlak:
Gebruik deze kleinste brander voor kleine pannen.
Voor een best benutten van de branders, raden wij u aan pannen te gebruiken waarvan de diameter niet kleiner is dan hieronder aangeduid:
· Snelle 3,2 kW Ø 18 cm en meer
· Snelle dubbel kroon 3,2 kW Ø 18 cm en meer
· Snelle 2,5 kW Ø 16 tot 18 cm
· Halfsnelle 1,45 kW Ø 12 cm
Met de modellen die uitgerust zijn met gietijzeren panroosters leveren wij een roosterinvoeging voor gebruik van pannen waarvan de diameter kleiner is dan 12 cm (snelle brander, vooraan rechts).
ENKELE RAADGEVINGEN …
· Gebruik geen pannen met een concave of convexe bodemplaat.
· Vermijd voedingswaren met een te sterke opborreling. ‘Dikke bouillons’ koken niet sneller, maar de voedingswaren ondergaan een heftige agitatie die hun smaak kan schaden.
· De vlammen mogen niet voorbij het oppervlak van de pannen uitsteken, zoniet verspilt u gas.
· Laat geen gasbrander functioneren met een lege pan.
OPGELET! Wanneer de branders niet functioneren moet de gastoevoerkraan gesloten zijn.
29
Page 14
GEBRUIK: GASBRANDERS
Iedere brander wordt bediend door een afsluitkraan met progressieve werking en:
· een vanuit maximum tot minimumstand progressief en breder instelvlak met souplesse,
· een groot gemak om de gasbrandervlam aan te passen en te regelen in functie van de pandiameter,
· geen knal- of uitdovingrisico bij een snelle debietvermindering.
Bovendien zijn de branders uitgerust met een automatische geïntegreerde ontsteking bij iedere bedieningsknop. De ontsteking wordt door één enkele hand bediend, hetgeen toelaat bij voorbeeld de gasbranders te ontsteken met keukengerei in de andere hand.
GEBRUIK:
• Open de gastoevoerkraan,
Een merkteken naast elke bedieningsknop duidt de gebruikte brander aan.
Kookvlak met in de bedieningsknop geïntegreerde elektronische ontsteking:
• Druk de bedieningsknop in en plaats deze in de ‘grote vlam’-positie. Bij het
aanhouden van de druk op de bedieningsknop worden de ontstekingsvonken verwekt.
Kookvlak met geïntegreerde elektronische ontsteking en beveiliging op de brander: De snelle thermokoppelbeveiliging is een voorziening dat de gastoevoer naar de brander automatisch afsluit bij een toevallige uitdoving van de vlam.
• Druk de bedieningsknop in en plaats deze in de ‘hoge vlam’-positie. Bij het
aanhouden van de druk op de bedieningsknop worden de ontstekingsvonken verwekt. Blijf de bedieningsknop gedurende twee seconden indrukken om de beveiliging in te schakelen.
• Regel de vlam naar behoefte.
Tussen de uiterste ‘grote vlam’ maximum- en de ‘kleine vlam’minimumstanden bevinden zich alle tussenposities.
• Om de gasbrandervlam te doven, draai de bedieningsknop in de ‘uit’-stand.
Opmerking:
· Bij een stroomonderbreking is het mogelijk de brander met een lucifer te ontsteken door tezelfdertijd de bedieningsknop in te drukken en in de ‘grote vlam’-stand te plaatsen.
· In geval van onverwachte uitdoving van de vlam, herbegin de hierboven aangegeven ontstekingsprocedure.
30
Page 15
GEBRUIK: ONDERHOUD
Vooraleer met een schoonmaak of een demontage aan te vangen, moet u imperatief:
· de stroomvoorziening van het kookvlak ontkoppelen,
· wachten tot het kookvlak volledig is afgekoeld (branders, kookplaat en panroosters).
Gebruik nooit: schuurproducten, ijzerwol of scherpe voorwerpen om het kookvlak schoon te maken.
ALGEMEEN ONDERHOUD
KOOKVLAK
· Geëmailleerd staal: bij koud kookvlak, reinig eenvoudig met zeepwater, spoel en droog
met een propere droge doek. Het reinigen van warme email verwijdert de glans.
· Roestvrij staal: reinig eenvoudig met zeepwater en spoel af. Een gebruikelijk handelsproduct
voor het onderhoud van roestvrij staal zal het origineel aspect hiervan vrijwaren.
BEDIENINGSKNOPPEN
Voor een diepgaande reiniging is het raadzaam de bedieningsknoppen te verwijderen door deze naar boven te drukken. Reinig met zeepwater, spoel en droog af vooraleer ze weer te monteren.
GASBRANDERS
Als regelmatig onderhoud is het aanbevolen alle vet- of aangebrande resten met ammoniak­of onderhoudsproducten uit de handel te verwijderen. Wij raden het gebruik van schuurproducten ten zeerste af.
• Geëmailleerde branderkappen: de branderkap rust zonder meer op het branderhuis.
Verwijder het panrooster, de branderkap en reinig deze met een licht met zeep bevochtigde spons. Spoel en droog af. Dompel de branderkap na gebruik nooit onmiddellijk in koud water om te vermijden dat een thermische schok het email verbreekt.
• Branderhuis: Door een regelmatig onderhoud blijft zijn origineel aspect behouden.
Gebruik een spons en een vaatwasmiddel, spoel en droog zorgvuldig af. Indien de sproeiopeningen vervuild zijn, spoel en droog af met een propere doek.
Vooraleer het kookvlak weer te gebruiken, vergewis u ervan dat de branderkappen, de kronen en de branderhuizen goed zijn afgedroogd. Zorg ervoor dat al deze elementen correct zijn gemonteerd vooraleer het kookvlak in gebruik te nemen.
Aandacht: Let op dat er geen water in de gasbrander sijpelt.
31
Page 16
GEBRUIK: ONDERHOUD
PANROOSTERS
Naargelang het kookvlakmodel zijn de panroosters vervaardigd uit geëmailleerd staal of uit geëmailleerd gietijzer.
De roosters rusten zonder meer op het kookvlak. Licht ze op om ze te verwijderen. Gebruik nooit schuurproducten, schuurwol of scherpe voorwerpen voor het schoonmaken van de roosters. Dit zou het email onherroepelijk beschadigen. Bij koud kookvlak, reinig eenvoudig met zeepwater, spoel en droog met een propere droge doek. Het reinigen van email in warme toestand kan een thermische schok veroorzaken.
32
Page 17
TECHNISCHE KENMERKEN
rednarbellenS
sknilnaaroov
F2/046ASPF2/046ASP
F2/046ASPF2/046ASP
F2/046ASP
Wk2,3Wk54,1Wk5,2Wk54,1
rabm02-02G
rabm52-52G
rabm03-8203G
rabm7313G
LN046ADLPLN046ADLP
LN046ADLPLN046ADLP
LN046ADLP
Wk2,3Wk54,1Wk5,2Wk54,1
rabm52-52G
Wk9,2Wk52,1Wk2,2Wk52,1
rabm03-13G
ellensflaH
rednarb
sknilnaarethca
u/l918
u/l379
u/g726
u/g616
h/l379
u/g245
rednarbellenS
naarethca
sthcer
ellensflaH
rednarb
sthcernaaroov
Al deze gegevens worden enkel ter informatie verstrekt. Met als doel een
voortdurende verbetering van de productkwaliteit, behoudt CANDY zich het recht
voor de apparaten te wijzigen volgens de laatste stand van de technische evolutie en
rekening houdend met de voorwaarden bepaald in artikel R 132-2 van de
Verbruikscode.
De kookvlakken zijn in overeenstemming met de CEE richtlijnen 89/336,
73/23 en 90/396.
33
Loading...