15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya, 467-8561, Japan
verklaart dat dit product voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van richtlijn 2004/108/EG en 2005/32/EG.
De adapter AD-18ES voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante
bepalingen van richtlijn 2006/95/EG.
De conformiteitsverklaring bevindt zich op onze website. Ga naar
http://solutions.brother.com -> kies regio (bijvoorbeeld Europe) -> kies land ->
kies uw model -> kies "Handleidingen" -> kies Conformiteitsverklaring
(*Selecteer indien nodig een taal).
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation, USA.
• De namen van andere software of producten die in deze handleiding worden
gebruikt, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de bedrijven die
de software of producten hebben ontwikkeld.
Page 3
INLEIDING
Dank u voor het aanschaffen van de P-Touch PT 18R.
Uw nieuwe P-touch is een eenvoudig te bedienen labelsysteem met zeer uitgebreide
toepassingsmogelijkheden waardoor u in een oogwenk professionele labels van een
uitstekende kwaliteit kunt creëren. Met de P-touch kunt u naast de geavanceerde
opmaak-, blok-, streepjescode- en automatische nummerfunctie, ook kiezen uit al
opgemaakte etiketten.
• U kunt uw compacte,
oplaadbare P-touch zonder
zorgen overal mee naar
toenemen; de P-touch hoef t
immers niet aangesloten te
worden op netspanning.
• De batterijoplader dient ook
als opbergsteun zodat de Ptouch altijd klaar staat voor
gebruik.
z INLEIDING
1
• U kunt op snelle wijze een
grote hoeveelheid labels
printen vanaf uw computer
met behulp van de
bijgeleverde software.
U kunt daarmee ook labels
ontwerpen en bewerkte
labels afdrukken.
In de Handleiding Software Installeren vindt u uitgebreide informatie en aanwijzingen.
2
3
4
5
6
7
8
9
1
Page 4
INLEIDING
Uw eerste label creëren
In dit gedeelte worden de methodes uitgelegd waarmee u eenvoudige labels kunt
creëren met uw P-touch.
Door te beginnen met een eenvoudige label, raakt u bekend met de werkwijze voor het
maken van een label.
Een label met de P-touch creëren
De P-touch voorbereiden
1
Plaats de batterij en
laad deze op.
P. 16P. 20P. 21
Sluit de netstroomadapter rechtstreeks aan op de P-touch indien u een label wilt maken en
de batterij is nog niet opgeladen. Zie “Netspanningsadapter” op pagina 19.
Voer de tekst van het label in.
2
Voer de tekst van het label in met
behulp van het toetsenbord.
Plaats een
tapecassette.
Schakel de P-touch in.
In aanvulling op het invoeren van tekst,
beschikt de P-touch ook over uitgebreide
bewerkingsfuncties.
"Creëer labels zoals deze"
3
Uw eerste label creëren
2
P. 23
De label afdrukken.
De label afdrukken die u heeft
gemaakt.
P. 47
U kunt de opmaak bekijken voor u de
label afdrukt.
Door de label eerst te bekijken voor het
afdrukken ervan, voorkomt u verspillen
van tape.
Functie "Afdrukweergave"
Page 5
Een etiket maken met uw computer
De P-touch voorbereiden. (Zie stap 1 in de vorige sectie)
1
Voorbereidingen maken op de computer.
2
De the software
installeren.
The USB-kabel
aansluiten.
De P-touch
inschakelen.
z INLEIDING
Handleiding installatie software
Een etikettentekst invoeren met behulp van P-touch Editor.
3
Helpfunctie software
Het etiket afdrukken.
4
Helpfunctie software
Handleiding installatie software
"Etiketten maken met complexe lay-out zoals deze"
P. 21
1
2
3
4
5
6
7
8
Uw eerste label creëren
9
3
Page 6
INLEIDING
Veiligheidsmaatregelen
Lees voor een veilig en correct gebruik van de P-touch eerst de volgende informatie.
Deze veiligheidsmaatregelen zijn bedoeld om u en uw omgeving te beschermen tegen
ongelukken en om beschadiging van het product te voorkomen. Lees de informatie
goed door en volg de aanwijzingen op.
De volgende symbolen geven het gevaar aan als het product niet wordt gebruikt
volgens de aangegeven richtlijnen.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
De volgende symbolen geven een bepaalde richting aan.
:
Dit symbool geeft aan dat de handeling gevaar met zich meebrengt.
:
Dit symbool geeft aan dat deze handeling verboden is.
:
Dit symbool geeft aan dat deze handeling vereist is.
Oplaadbare batterij
Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan vloeistoflekkage, oververhitting, kapot gaan
of in brand vliegen waardoor er brandwonden of ander letstel kan ontstaan, tot gevolg hebben.
• Gooi de batterij niet in open vuur en verhit, soldeer of las de batterij niet. Haal de
batterij niet uit elkaar en breng geen veranderingen aan op de batterij.
• Zorg ervoor dat er geen metalen deeltjes in de aansluitingen van de batterij
terechtkomen. Hierdoor vindt kortsluiting plaats.
• De batterij mag niet samen met metalen deeltjes worden vervoerd of opgeslagen.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de batterij niet. Gebruik geen
batterij waarvan de kunststof afdekking is verwijderd of beschadigd.
• Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit apparaat ontworpen batterijoplader voor
het opladen van de meegeleverde oplaadbare batterij. Gebruik geen andere
batterijoplader.
• Laad de batterij niet op bij een hoge omgevingstemperatuur.
• Gebruik de batterij niet als de positieve (+) en negatieve (-) aansluitingen niet
goed zijn aangesloten.
• Als de batterij lekt of een geur afgeeft, moet deze meteen uit de buurt van open
vuur worden gehouden.
• De batterij mag niet nat worden.
• Als de batterij lekt, let er dan op dat er geen vloeistof in uw ogen komt.
• Als er batterijvloeistof in uw ogen komt, kunt u blind worden. Mocht u toch
batterijvloeistof in uw ogen hebben gekregen, dan dient u uw ogen met schoon
water te spoelen en moet er meteen een arts worden geraadpleegd.
• Als de batterij een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere
afwijkingen vertoont tijdens gebruik, tijdens opladen of na opbergen, moet de
batterij meteen worden verwijderd en mag niet meer worden gebruikt.
Dit symbool geeft aan dat het risico bestaat op ernstig of
zelfs fataal letsel bij onjuist gebruik.
Dit symbool geeft aan dat het risico bestaat op persoonlijk
letsel of beschadiging van het product bij onjuist gebruik.
WAARSCHUWING
Veiligheidsmaatregelen
4
Page 7
WAARSCHUWING
Batterijoplader
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand,
oververhitting of een defect.
• Zorg ervoor dat er geen metalen deeltjes in de aansluitingen van de
batterijoplader terechtkomen. Hierdoor vindt kortsluiting plaats.
• De oplader mag niet nat worden. Als water of een andere vloeistof in de oplader
komt, moet de netspanningsadapter meteen los worden getrokken.
• Gebruik de oplader niet als de aansluitingen nat zijn of condens bevatten.
• Gebruik deze oplader niet voor andere producten dan de P-touch.
• Gebruik uitsluitend de netspanningsadapter die bij de P-touch wordt geleverd.
• Als de oplader een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere
afwijkingen vertoont tijdens gebruik, opladen of na opbergen, moet de P-touch
meteen uit de oplader worden gehaald. De netspanningsadapter moet
ontkoppeld worden en mag niet meer worden gebruikt.
Netspanningsadapter
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand,
elektrische schok of een defect.
• Gebruik altijd het opgegeven voltage (230V) en de meegeleverde
netspanningsadapter (AD-18ES).
• Belast het stopcontact niet te zwaar.
• Plaats geen zware dingen op de voedingskabel, beschadig de kabel of de
stekker niet en breng geen wijzigingen aan. Buig de voedingskabel niet met veel
kracht en trek er niet te hard aan.
• Gebruik geen beschadigde voedingskabel.
• Raak de netspanningsadapter of stekker niet aan met natte handen.
• Zorg ervoor dat de stekker helemaal in het contact is gestoken. Gebruik geen
loszittend stopcontact.
P-touch
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand,
elektrische schok of een defect.
• Demonteer de P-touch niet en breng geen wijzigen erop aan.
• Laat de P-touch niet vallen, ergens tegenaan stoten en beschadig de P-touch
niet.
• Laat de P-touch niet nat worden door bijvoorbeeld het morsen van vloeistoffen.
• Gebruik de P-touch niet als die vreemde objecten bevat.
• Schakel, als in de P-touch vreemde objecten zijn binnengedrongen, meteen de
spanning uit, ontkoppel de netspanningsadapter en verwijder de batterij. De Ptouch mag dan niet langer worden gebruikt.
• Als de P-touch een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere
afwijkingen vertoont tijdens gebruik, opladen of na opbergen, moet de P-touch
meteen uit de oplader worden gehaald. De netspanningsadapter moet
ontkoppeld worden en de batterij moet worden verwijderd. De P-touch mag niet
meer worden gebruikt.
• Laat kinderen niet spelen met de lege verpakking van de P-touch. Berg de lege
verpakking op een plaats op waar kinderen niet bij kunnen of gooi de verpakking
weg. In een lege verpakking kunnen kinderen stikken.
z INLEIDING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Veiligheidsmaatregelen
5
Page 8
INLEIDING
VOORZICHTIG
Oplaadbare batterij
Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan resulteren in vloeistoflekkage,
oververhitting, kapot gaan of slechte prestaties en verkorte levensduur.
• De batterij niet gooien of ergens tegenaan slaan.
• Gebruik of leg de batterij niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of andere
warme apparaten of op een plaats met zeer hoge temperaturen.
• Verwijder de batterij als de P-touch gedurende een langere periode niet
wordt gebruikt.
• Als batterijvloeistof op uw huid of kleding komt, dient u de huid of kleding
grondig met schoon water te wassen. Batterijvloeistof is schadelijk voor de
huid.
Batterijoplader
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand,
elektrische schok of kortsluiting.
• Gebruik of leg de batterijlader niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of
andere warme apparaten of op een plaats met zeer hoge temperaturen, hoge
luchtvochtigheid of stof.
• Demonteer de batterijlader niet en breng geen wijzigen erop aan.
• De batterijlader niet gooien of ergens tegenaan slaan.
• De batterijlader mag niet samen met metalen deeltjes worden vervoerd of
opgeslagen.
Netspanningsadapter
• Als de P-touch gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, moeten
de netspanningsadapter en de batterijlader uit het stopcontact worden
gehaald.
• Houd altijd de stekker vast als u de voedingskabel uit het stopcontact trekt.
Tapeafsnijder
• Raak de tapeafsnijder niet met uw handen aan. U kunt zich aan de
tapeafsnijder bezeren.
Gebruik/opbergplaats
• Berg de P-touch of batterijoplader niet op op een onveilige plaats, zoals
onstabiele stellages, hoge planken enz. Het apparaat kan vallen en letsel
veroorzaken.
• Plaats geen zware dingen op de P-touch of op de batterijoplader. Als deze
eraf vallen kan dat letsel veroorzaken.
Geheugen
• Gegevens opgeslagen in het geheugen gaan verloren bij een defect of
reparatie van de P-touch of als de batterij opraakt.
Tape
• Het label kan loslaten of de kleur van de tape kan veranderen bij bepaalde
weersomstandigheden. Dit is ook afhankelijk van het materiaal en de staat
van het bevestigingsoppervlak. Bij het verwijderen van labels kan er lijm
achterblijven, de kleur van de tape kan afgeven of het oppervlak onder de
label kan worden beschadigd. Test de label dus eerst op het betreffende
oppervlak en materiaal voor u de label plakt.
Veiligheidsmaatregelen
6
Page 9
Algemene voorzorgsmaatregelen
• Gebruik de P-touch niet op andere wijze of voor een ander doel dan in deze handleiding
wordt beschreven. Als dat wel gebeurt, kan dat ongelukken als gevolg hebben of
beschadigingen van het apparaat.
• Gebruik voor de P-touch alleen TZ-tape, met de markering .
• Trek niet aan de tape in de cassette en druk er niet op.
• Plaats geen vreemde voorwerpen in de tapeuitgang, de netspanningsadapteraansluiting,
de USB-poort enz..
• Druk geen labels af als de tapecassette leeg is of zonder een tapecassette in de P-touch.
De printkop kan anders beschadigd worden.
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Houd er rekening mee dat de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen verloren
gaan indien zowel de netspanningsadapter als de oplaadbare batterij worden ontkoppeld.
• Gebruik geen terpentijn, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen om de Ptouch schoon te maken.
• Plaats de P-touch niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of andere warme apparaten of
waar sprake is van zeer hoge of lage temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof.
Standaard bedrijfstemperaturen: 10
• Let erop dat er geen krassen op de cd-rom komen. Leg de cd-rom niet op een plaats met
een hoge of lage temperatuur. Plaats geen zware objecten op de cd-rom. Buig de cd-rom
niet.
• De software op de cd-rom is bedoeld voor gebruik met de P-touch en kan op meerdere
pc’s geïnstalleerd worden.
• Wij raden u aan deze Gebruikershandleiding eerst goed door te lezen voor u de P-touch
gaat gebruiken en om de handleiding op een handige plaats te bewaren zodat u deze later
nog eens kunt raadplegen.
°
C tot 35°C.
z INLEIDING
1
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om aanvullende informatie
te geven.
Dit symbool geeft informatie of aanwijzingen aan. Indien deze niet worden opgevolgd
:
kan dat resulteren in schade of letsel of storingen.
Dit symbool geeft informatie of aanwijzingen aan waardoor u meer inzicht krijgt in de
:
werking van de P-touch zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies.
Algemene voorzorgsmaatregelen
2
3
4
5
6
7
8
9
7
Page 10
INLEIDING
A B C
x
Snelindex
nelinde
ABC
Om tekst, symbolen
en accenttekens in te
voeren...
Tekst, symbolen en
accenttekens invoeren
Dankzij de snelindex heeft u als gebruiker snel en
op eenvoudige wijze toegang tot informatie over
uit te voeren taken.
U zoekt hieronder de uit te voeren taak op en u
gaat vervolgens naar de opgegeven pagina.
Snelindex
Als de taak waar u naar zoekt hier niet wordt
vermeld, kunt u de Inhoudsopgave of
Indexpagina’s raadplegen.
Controleer of u over het volgende beschikt voor u uw P-touch gebruikt.
P-touch PT-18RTZ-tapecassette
Cd-romUSB-kabel
NetspanningsadapterOplaadbare batterij
z AAN DE SLAG
BatterijopladerGebruikershandleiding
Software Installatie Handleiding
De P-touch Uitpakken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
Page 14
AAN DE SLAG
Toetsenbord
Oplaadaansluitingen
LCD-scherm
Aansluiting voor
netspanningsadapter
Algemene Omschrijving
Tijdens transport is het LCD-scherm
beschermd tegen beschadiging.
USB-poort
Verwijder deze bescherming voor u de
P-touch gaat gebruiken.
Achterklep
Batterijoplader
Algemene Omschrijving
12
Tape weergave
Tape uitgang
Net-
spannings-
lampje
Achterklep opener
Aansluiting voor netspanningsadapter
Oplaadbare batterij
batterijvak
Openingspal
Printkop
TapecassettevakKlep oplaadbare
Oplaadaansluitingen
Tapeafsnijder
Page 15
LCD-scherm&Toetsenbord
LCD-scherm
45678910
1
2
3
1. Regelnummer
Deze markering aan het begin van elke regel geeft het regelnummer aan binnen de
lay-out van de label.
2. Cursor
Geeft de huidige plaats van de cursor aan. Nieuwe tekens worden aan de linkerkant
van de cursor ingevoerd en het teken aan de linkerkant van de cursor wordt
verwijderd als op de toets wordt gedrukt.
3. Return-markering
Geeft het einde van een tekstregel weer.
4. Caps-modus
Geef aan dat de Caps-modus is ingeschakeld.
5.~8. Stijlinstellingen
Geeft het gebruikte lettertype (5), het aantal punten (6), de tekenstijl (7) en de
kaderinstellingen (8) aan.
9. Tapelengte
Geeft de tapelengte voor de ingevoerde tekst aan.
10.Cursorselectie
Geeft aan dat u de cursortoetsen kunt gebruiken om het item op het scherm te
selecteren. Gebruik de toets en om een menuonderdeel te selecteren, en de
toets en om de instelling te wijzigen.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
5
LCD-scherm&Toetsenbord
6
7
8
9
13
Page 16
AAN DE SLAG
Namen van Toetsen en Functies
Voor Nederland
Voor Belgie
LCD-scherm&Toetsenbord
14
Page 17
(Voeding):
• Schakelt de P-touch aan en uit.
:
• Drukt het huidige labelontwerp af op de
tape.
• Opent het Afdrukkeuzemenu als deze
wordt gebruikt in combinatie met de .
(Afdrukvoorbeeld):
• Geeft een afdrukvoorbeeld van de label
weer.
(Doorvoeren & Afsnijden):
• Voert 22,5 mm blanco tape in en snijdt
vervolgens automatisch de tape af.
:
• Opent het Tekstmenu waarin u het
lettertype voor de label kunt instellen.
:
• Opent het Labelmenu waarin u het
labeltype voor de label kunt instellen.
(Automatische Opmaak):
• Opent het menu Automatische Opmaak
(Auto-Format) waar u labels kunt
creëren met behulp van sjablonen of
blokopmaken.
:
• Opent het menu Tools waarin u uw
gebruikersvoorkeuren voor de P-touch
in kunt stellen.
:
• Wist alle ingevoerde tekst of alle tekst
en de huidige labelinstellingen.
(Backspace):
• Wist het teken links van de cursor.
• Annuleert de huidige opdracht en keert
terug naar het gegevensinvoerscherm
of de vorige stap.
:
• Zet de Caps-modus aan en uit. Als de
Caps-modus is ingeschakeld, worden
hoofdletters ingevoerd door
eenvoudigweg op een tekentoets te
drukken.
~ ( ~ ):
• Gebruik deze toetsen om letters of
cijfers te typen.
• Hoofdletters, symbolen of accenttekens
kunnen met behulp van deze toetsen
worden ingevoerd in combinatie met de
, of .s
:
• Gebruik deze toets in combinatie met de
letter- en nummertoetsen om
hoofdletters te typen of de symbolen op
de nummertoetsen.
:
• Gebruik deze toets in combinatie met de
toetsen met blauwe tekens erboven om
accenttekens of de aangegeven
symbolen te typen of de betreffende
functie te activeren.
:
• Gebruik deze om een symbool te kiezen
uit een lijst met beschikbare symbolen
en deze in te voeren.
:
• Gebruik deze om een accentteken te
kiezen uit een lijst met beschikbare
tekens en het accentteken in te voeren.
• Voert een spatie in.
• Laat de instelling teruggaan naar de
• Voert een nieuwe regel in bij het typen
• Selecteert de weergegeven optie bij het
• Annuleert de huidige opdracht en keert
• Beweegt de cursor in de richting van de
:
standaardinstelling.
(Return):
van tekst.
instellen van labelmogelijkheden in het
functiemenu of bij het invoeren van
symbolen of accenttekens.
(Escape):
terug naar het gegevensinvoerscherm
of de vorige stap.
:
pijl bij het invoeren of bijwerken van
tekens, het invoeren van symbolen of
accenttekens en bij het instellen van
labelmogelijkheden in het functiemenu.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LCD-scherm&Toetsenbord
15
Page 18
AAN DE SLAG
Spanningsvoeding
Uw P-touch bevat een oplaadbare batterij waardoor u de P-touch overal kunt gebruiken
als deze is opgeladen, en een netspanningsadapter waardoor u de P-touch kunt blijven
gebruiken als de batterij leeg raakt door deze op de netspanning aan te sluiten.
Oplaadbare batterij
De batterij kan worden opgeladen door de P-touch op de batterijopladersteun te plaatsen.
Indien u na aanschaf de P-touch meteen wilt gebruiken of als u merkt dat de batterij leeg raakt,
dan sluit u de netspanningsadapter op de P-touch aan.
Plaatsen van de oplaadbare batterij
• Zet de P-touch uit als u de oplaadbare batterij wilt plaatsen of verwijderen.
• Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit apparaat ontworpen batterijoplader voor het opladen
van de meegeleverde oplaadbare batterij.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de batterijoplader niet. Gebruik geen
batterij waarvan de kunststof afdekking is verwijderd of beschadigd.
Druk op de opener op de achterklep en open de
1
achterklep.
16
Schuif de klep van het batterijvak in de richting van
2
de pijl en open het vak.
Sluit de batterij aan zoals afgebeeld. Zorg ervoor
3
dat de verbindingen naar de stekker
overeenkomen met de zwarte en rode stickers op
het vak.
Spanningsvoeding
Page 19
Plaats de batterij in het batterijvak en druk de
4
draden in het compartiment zodat deze niet kunnen
worden beschadigd door het deksel van het
batterijvak.
Plaats het deksel van het batterijvak terug en sluit de achterklep.
5
Openingspal
Zorg ervoor dat de openingspal omhoog staat als u de achterklep sluit. De achterklep kan niet
worden gesloten als de openingspal omlaag staat.
De batterij opladen
Steek de stekker aan het snoer van de
1
netspanningsadapter in de aansluiting op
de batterijoplader en steek de stekker van
de netspanningsadapter in een
stopcontact.
z AAN DE SLAG
1
2
Plaats de P-touch op de batterijoplader. Als
2
deze goed op de batterijoplader is
geplaatst, gaat het netvoedingslampje op
de P-touch branden.
Oplaadtijdongeveer 12 uur
De P-touch kan in beide richtingen in de
batterijoplader worden geplaatst.
Netspanningslampje
Spanningsvoeding
3
4
5
6
7
8
9
17
Page 20
AAN DE SLAG
• Het lampje van de netspanning blijft branden als de P-touch in de batterijoplader staat en de
netspanningsadapter is aangesloten op de batterijoplader of als de netspanningsadapter is
aangesloten op de P-touch ongeacht of de batterij is geplaatst of het opladen is voltooid.
• Zorg ervoor dat de P-touch voor gebruik is opgeladen.
• Sluit de netspanningsadapter direct op de P-touch aan als u merkt dat de batterij leeg raakt.
• Plaats de P-touch na gebruik terug op de batterijoplader. Als de P-touch niet op de
batterijoplader wordt geplaatst, loopt de batterij leeg, zelfs als de P-touch niet wordt gebruikt.
• De P-touch wordt niet beschadigd als deze op de oplader wordt geplaatst met een opgeladen
batterij.
• De batterij kan niet goed worden opgeladen als de netspanning lager is dan het vereiste
voltage.
De oplaadbare batterij vervangen
De batterij moet vervangen worden als de P-touch maar een korte tijd gebruikt kan
worden zelfs na het opladen van de batterij. De batterij moet, afhankelijk van het
gebruik, over het algemeen na een jaar vervangen worden. De batterij mag alleen
vervangen worden door de gespecificeerde oplaadbare batterij (BA-18R).
De nieuwe batterij moet gedurende twaalf uur worden opgeladen.
Druk op de opener op de achterklep en open deze.
1
Schuif de klep van het batterijvak in de richting van de pijl en open het vak.
2
Verwijder de oude batterij en maak de
3
aansluiting los.
18
Sluit de stekker aan op de batterijdraden en plaats een nieuwe batterij in het vak.
4
Zie “Plaatsen van de oplaadbare batterij” op pagina 16 voor meer informatie.
Plaats het deksel van het batterijvak terug en sluit de achterklep.
5
• Gooi de oude batterijen weg volgens de plaatselijke richtlijnen voor het weggooien van NiMH batterijen.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de oude batterij niet. Haal de oude batterij
niet uit elkaar.
Spanningsvoeding
Page 21
Netspanningsadapter
Sluit de netspanningsadapter aan op de P-touch.
Steek de kleine stekker van de netspanningsadapter in de met "DC IN 9,5V"
1
gemerkte aansluiting op de P-touch.
Steek de stekker van de netspanningsadapter in een standaard stopcontact.
2
• Zet de P-touch uit voor u de netspanningsadapter losmaakt.
• Ontkoppel de netspanningsadapter van de P-touch en het stopcontact als u de P-touch voor een
langere periode niet gebruikt.
• Buig de kabel van de netspanningsadapter niet met veel kracht en trek er niet te hard aan.
• Gebruik voor de P-touch uitsluitend de speciaal ontworpen netspanningsadapter (AD-18ES).
Als een niet-standaard stopcontact wordt gebruikt, kan dat letstel of beschadigingen als gevolg
hebben. Brother is niet aansprakelijk voor letsel of schade als gevolg van het niet gebruiken
van de opgegeven netspanningsadapter.
• Steek de stekker van de netspanningsadapter niet in een niet-standaard stopcontact. Als een
niet-standaard stopcontact wordt gebruikt, kan dat letstel of beschadigingen als gevolg
hebben. Brother is niet aansprakelijk voor letsel of schade als gevolg van het gebruik van nietstandaard stopcontact.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
Spanningsvoeding
5
6
7
8
9
19
Page 22
AAN DE SLAG
Een tapecassette insteken
Tapecassettes van 6 mm, 9 mm, 12 mm of 18 mm breed kunnen in uw P-touch worden
gebruikt. Gebruik alleen tapecassettes met de markering .
Als u een nieuwe cassette gebruikt voorzien van een kartonnen
stopper, vergeet dan niet de stopper uit de cassette te nemen.
WATNLATION
Controleer of het einde van de tape niet is
1
omgebogen en dat de tape door de
tapegeleider kan worden gevoerd.
Druk, nadat u heeft gecontroleerd dat het apparaat
2
is uitgeschakeld, op de opener op de achterklep en
open deze. Als er al een tapecassette in de P-touch
zit, neemt u de cassette uit de houder door deze
recht omhoog te trekken.
Plaats de tapecassette in de cassettehouder
3
waarbij het einde van de tape in de richting van de
tapeuitgang van de P-touch wijst en druk er stevig
op tot u een klik hoort.
Let er bij het insteken van de tapecassette op dat de
tape en het inktlint niet achter de printkop blijven
haken.
Einde van de tape
Tapegeleider
Tapeuitgang
Een tapecassette insteken
20
Page 23
Sluit de achterklep.
4
• Zorg ervoor dat de openingspal omhoog staat als u de achterklep sluit. De achterklep kan niet
worden gesloten als de openingspal omlaag staat.
• Voer, na het plaatsen van de tapecassette, de tape door tot de tape en het inktlint strak staan.
Zie “Tape doorvoeren” op pagina 22 voor meer informatie.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint
met de tape naar buiten.
• Berg de tapecassettes op in een koele, donkere plaats, dus niet op een plaats met veel zonlicht
en hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof. Gebruik de tapecassette zo snel mogelijk
na het openen van de verpakking.
In- en uitschakelen
Druk op de toets om de P-touch in te schakelen.
Druk weer op de toets om de P-touch uit te schakelen.
z AAN DE SLAG
• Uw P-touch is uitgerust met een energiespaarstand waardoor de P-touch na een bepaalde tijd
en onder bepaalde omstandigheden automatisch wordt uitgeschakeld als er geen toets wordt
ingedrukt. Raadpleeg de tabel voor automatisch uitschakelen hieronder voor meer informatie.
• Als de batterij is opgeladen of de P-touch wordt aangesloten op een stopcontact via de
netspanningsadapter, wordt informatie over het laatste gebruik weergegeven als de P-touch
wordt ingeschakeld.
zEnergiespaarstand-uitschakeltijdz
Alleen P-touchAangesloten op pc
Met netspanningsadapter
Met batterij
1 uur1 uur
5 minuten
5 minuten zonder gebruik
1 uur na het afdrukken via de pc.
In- en uitschakelen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
21
Page 24
AAN DE SLAG
Tape doorvoeren
De Doorvoer&Afsnij-functie voert 22,5 mm blanco tape in en snijdt vervolgens de tape af.
• Voer, na het plaatsen van de tapecassette, de tape door tot de tape en het inktlint strak staan.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint
met de tape naar buiten.
• Blokkeer de tapeuitgang niet tijdens afdrukken of bij het doorvoeren van de tape. De tape kan
dan vastlopen.
Druk op toets .
1
“Feed&Cut?” (Doorvoeren&Afsnijden?) verschijnt op het scherm.
Druk op de toets om de tape door te voeren.
2
Het bericht “Feeding Tape... Please Wait” (tape wordt doorgevoerd, een ogenblik
geduld), verschijnt als de tape wordt doorgevoerd waarna de tape wordt
afgesneden.
Druk op als “Feed&Cut?” (Doorvoeren&Afsnijden?) wordt weergegeven om het
tapedoorvoeren te annuleren.
LCD-contrast
U kunt de contrastinstelling van het LCD-scherm instellen tot vijf niveaus (+2, +1, 0, -1,
-2) zodat u het scherm beter kunt aflezen. De standaardinstelling is “0”.
Druk op toets om het “Tools” (Instellingen)-menu
1
weer te laten geven, selecteer “LCD Contrast” met
behulp van toets of , en druk dan op de
toets.
Selecteer een contrastniveau met toets of .
2
Het schermcontrast wijzigt elke keer als u op toets
of drukt, zodat u het contrast naar uw voorkeur
kunt instellen.
Druk op toets .
3
22
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Door op de toets op het scherm contrastinstellingen te drukken keert de
contrastinstelling terug naar de standaardinstelling “0”.
Tape doorvoeren
Page 25
EEN LABEL BEWERKEN
Invoeren en bewerken Tekst
Het gebruik van het toetsenbord van de P-touch is bijna identiek aan dat van een
typemachine of tekstverwerker.
Tekst invoeren met het Toetsenbord
• U drukt eenvoudigweg op de gewenste toets om kleine letters en cijfers in te voeren.
• Om een spatie in de tekst in te voeren, drukt u op de toets.
• Om een hoofdletter of een van de symbolen op de nummertoetsen in te voeren,
houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de gewenste toets.
• Om voortdurend hoofdletters in te voeren, drukt u op de toets om de Caps-modus
in te schakelen en vervolgens drukt u op de gewenste toetsen.
• Druk nogmaals op de toets om de Caps-modus weer uit te schakelen.
• Om kleine letters in te voeren, terwijl de Caps-modus is ingeschakeld, houdt u de toets
ingedrukt en drukt u op de toets van uw keuze.
Een Nieuwe Regel Toevoegen
• Om de huidige regel van tekst te beëindigen en met een nieuwe regel te beginnen,
drukt u op de toets. Er verschijnt een returnmarkering aan het einde van de
regel en de cursor gaat naar het begin van een nieuwe regel.
• Er is een maximaal aantal tekstregels dat kan worden ingevoerd voor elke tapebreedte. Bij tape
van 18 mm kunnen maximaal vijf regels worden ingevoerd. Het maximaal aantal regels bij
tape van 12 mm is drie en er kunnen maximaal twee regels voor tape van 9 mm en 6 mm
worden ingevoerd.
• Als u op de toets drukt terwijl er al vijf regels zijn, wordt een foutmelding weergegeven.
z EEN LABEL BEWERKEN
De Cursor Verplaatsen
• Om de cursor naar links, naar rechts, omhoog of omlaag te bewegen, drukt u op de
, of toets. Iedere keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de cursor een
spatie of regel verplaatst.
• Om de cursor naar het begin of einde van de huidige regel te verplaatsen, houdt u
de toets ingedrukt en vervolgens drukt u op de of toets.
• Om de cursor naar het begin of einde van de tekst te verplaatsen, houdt u de toets
ingedrukt en vervolgens drukt u op de of toets.
Tekst Invoegen
• Om een aanvullende tekst in een bestaande regel in te voegen, beweegt u de cursor
naar het volgende teken aan de rechterkant van de positie waar u wilt beginnen met
invoegen en dan voert u de extra tekst in. De nieuwe tekst wordt links van de cursor
ingevoegd.
Invoeren en bewerken Tekst
1
2
3
4
5
6
7
8
9
23
Page 26
EEN LABEL BEWERKEN
Tekst Wissen
Een teken per keer wissen
• Om een teken uit een bestaande regel te verwijderen, beweegt u de cursor naar het
volgende teken aan de rechterkant van de positie waar u wilt beginnen met
verwijderen en vervolgens drukt op de toets. Het teken links van de cursor wordt
iedere keer verwijderd als de toets wordt ingedrukt.
Als u de toets ingedrukt houdt, worden de tekens aan de linkerkant van de cursor
voortdurend gewist.
Alle tekst in een keer verwijderen
• Gebruik de toets om alle tekst in een keer te verwijderen.
Druk op de toets.
1
De Wisopties worden weergegeven.
Met behulp van de of toets, selecteert u “Text
2
Only” (Alleen tekst) om alle tekst te wissen met
behoud van de opmaakinstellingen, of selecteert u
“Text&Format” (Tekst en Opmaak) om alle tekst en de
opmaakinstellingen te wissen.
Druk op de toets om terug te keren naar het
tekstinvoerscherm.
Druk op de toets.
3
Alle tekst is verwijderd. Alle opmaakinstellingen
worden ook verwijderd als “Text&Format” (Tekst en
Opmaak) is geselecteerd.
Symbolen Invoeren
Er zijn in totaal 103 symbolen, inclusief de internationale symbolen en uitgebreide
ASCI-tekens, op het toetsenbord beschikbaar met de Symbool-functie.
Symbolen kunnen op twee manieren worden ingevoerd:
• Met behulp van de toets.
• Met behulp van de Symboolfunctie.
Symbolen Invoeren Met Behulp van de Toets
Symbolen die in blauw zijn weergegeven op de toetsen van het toetsenbord kunnen
worden ingevoerd met de toets.
• Om een van deze symbolen in te voeren, houdt u de toets ingedrukt en drukt u
op de toets van uw keuze.
Symbolen Invoeren
24
Page 27
Symbolen Invoeren Met Behulp van de Symboolfunctie
De symboolfunctie bevat 103 symbolen.
Druk op de toets.
1
Een lijst met symbolen wordt weergegeven.
Het laatst ingevoerde symbool is geselecteerd in de
weergegeven lijst.
Selecteer een groep met de of toets en
2
selecteer dan een symbool met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het geselecteerde symbool wordt in de tekstregel
gevoegd.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel met symbolen voor een compleet overzicht van alle beschikbare groepen
en symbolen.
Internationaal
(H) Nummer
(I) Pictogram
(J) Elektrisch
(K) Overig
Het gebruik van het merkteken CE wordt strikt bepaald door één of meer richtlijnen van de Raad
van Europa. Wanneer u labels produceert waarop dit merkteken wordt gebruikt, dient u zich aan
de betreffende richtlijnen te houden.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Symbolen Invoeren
25
Page 28
EEN LABEL BEWERKEN
Accenttekens Invoeren
De P-touch kan een set accenttekens, zoals samengestelde tekens die bestaan uit een
letter (bijv. Ä) en een accent en andere taalafhankelijke tekens, weergeven en
afdrukken.
Accenttekens kunnen op drie manieren worden ingevoerd:
• Met behulp van de toets.
• Met behulp van de samengestelde tekentoetsen.
• Met behulp van de Accentfunctie.
Accenttekens Invoeren met de Toets
Accenttekens die in blauw zijn weergegeven op de toetsen van het toetsenbord,
kunnen worden ingevoerd met de toets.
• Om een van deze symbolen in te voeren, houdt u de toets ingedrukt en drukt u
op de toets van uw keuze.
Accenttekens Invoeren met de Toets Samengestelde Tekens
Samengestelde tekens bestaan uit een letter en een accentteken. De beschikbare
accenttekens zijn ^, ¨, ´, `, en
Houd de toets ingedrukt en druk dan op de toets
1
voor het gewenste accentteken.
Het accentteken wordt weergegeven.
Type de gewenste letter.
2
Het samengestelde teken wordt in de tekstregel
gevoegd.
~
.
Raadpleeg de Tabel met Samengestelde Tekens voor een compleet overzicht van de beschikbare
accenttekens en samengestelde tekens.
zLijst Samengestelde Tekensz
AccenttekenSamengestelde tekens
^
¨
´
`
~
Accenttekens Invoeren
26
Page 29
Accenttekens Invoeren met de Accentfunctie
De Accentfunctie bevat 119 accenttekens.
Druk op de toets.
1
Het scherm met de accentengroep wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt met de
Accentfunctie.
Type de letter voor het gewenste samengestelde
2
teken of druk op de toets en selecteer deze met
de of toets.
Ga door met het typen van dezelfde letter tot het
3
gewenste samengestelde teken is geselecteerd of
selecteer deze met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
4
Het samengestelde teken voor in de tekstregel
ingevoegd.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de Tabel met Accenttekens voor een compleet overzicht van de beschikbare
accenttekens.
zLijst Accenttekensz
TekenAccenttekensTekenAccenttekens
aN
Ao
cO
Cr
dR
Ds
eS
Et
gT
Gu
iU
Iy
lY
Lz
nZ
Accenttekens Invoeren
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
27
Page 30
EEN LABEL BEWERKEN
Teken Eigenschappen Instellen
Met behulp van de toets kunt u een lettertype selecteren en de grootte, breedte en
opmaak aanpassen.
Druk op de toets.
1
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet
op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te
stellen.
• Raadpleeg de tabel Instellingsmogelijkheden voor een compleet overzicht van alle
beschikbare instellingen.
• Kleine tekens zijn misschien moeilijk leesbaar als een bepaald opmaak wordt toegepast (zoals
Shadow (Schaduw) en Italic (Cursief)).
• Bij het selecteren van de "S", "M" en "L" bij de grootte van de tekst, wijkt de werkelijke
afmeting af bij afdrukken afhankelijk van welke tapecassettebreedte is geïnstalleerd en het
aantal regels op de label.
EigenschapWaardeResultaat
Font
(Lettertype)
Teken Eigenschappen Instellen
28
zInstellingsmogelijkhedenz
HEL
(Helsinki)
BRU
(Brussels)
FLO
(Florida)
BEL
(Belgium)
Page 31
EigenschapWaardeResultaat
L
(groot)
z EEN LABEL BEWERKEN
Size (Grootte)
Width (breedte)
Style1
(opmaak 1)
M
(middel)
S
(klein)
2
1
2/3
1/2
OFF (uit)
BLD
(Bold) (vet)
OUT
(Outline) (omtrek)
SHD
(Shadow) (schaduw)
OFF (uit)
1
2
3
4
Style2
(opmaak 2)
Door de instellingen van “Style1” en “Style2”te combineren kunt u de volgende tekenopmaken
gebruiken: Italic Bold, Italic Outline, Italic Shadow, Vertical Bold, Vertical Outline en Vertical Shadow.
ITL
(Italic) (cursief)
VRT
(Vertical) (verticaal)
Teken Eigenschappen Instellen
5
6
7
8
9
29
Page 32
EEN LABEL BEWERKEN
Instelling van Labeleigenschappen
Met behulp van de toets, kunt u een label maken met een kader om de tekst en de
lengte van de label opgeven. De tekst kan op drie manieren op de label worden uitgelijnd.
Druk op de toets.
1
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Als de “Length” (lengte) is ingesteld op “Fixed” (vast)
druk dan nogmaals op de toets en stel de lengte
van de label in met de of toets of de nummertoetsen.
Houd bij het instellen van de lengte van de label de
of toets ingedrukt om de waarde in stappen van 10
te wijzigen.
Druk op de toets om de instellingen toe te
3
passen.
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet
op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te
stellen.
• Raadpleeg de tabel Instellingsmogelijkheden voor een compleet overzicht van alle
beschikbare instellingen.
EigenschapWaardeResultaat
Frame
(Kader)
Instelling van Labeleigenschappen
30
zInstellingsmogelijkhedenz
OFF (uit)
1
2
3
Page 33
EigenschapWaardeResultaat
4
5
6
7
8
z EEN LABEL BEWERKEN
Frame
(Kader)
Align
(Uitlijnen)
Length
(Lengte)
9
10
11
12
13
14
L
(Links)
C
(Midden)
R
(Rechts)
Auto
(Automatisch)
Fixed
(Vast)
De lengte van de label wordt
automatisch aangepast aan de
hoeveelheid ingevoerde tekst.
De lengte van de label kan binnen het
bereik van 40 - 300 mm worden ingesteld
1
2
3
4
5
6
7
8
.
9
Instelling van Labeleigenschappen
31
Page 34
EEN LABEL BEWERKEN
Een streepjescodelabel maken
Met behulp van de Streepjescodefunctie kunt u labels met streepjescodes maken voor
producten die langs de kassa gaan, voor opslagsystemen en andere systemen
waarvoor een streepjescode gebruikt wordt. Ook kunnen deze voorraadlabels gebruikt
worden voor een voorraadbeheersysteem.
• De P-touch is niet speciaal ontwikkeld voor het maken van labels met streepjescodes.
Controleer altijd of de streepjescodes kunnen worden afgelezen.
• Het beste resultaat krijgt u als u de streepjescodes met zwarte inkt op witte tape afdrukt. Met
sommige afleesapparaten kunnen de streepjescodes niet worden afgelezen als deze op
gekleurde tape of met een andere kleur dan zwart zijn afgedrukt.
• Gebruik de instelling “Large” (groot) voor “Width” (breedte) waar mogelijk. Met sommige
afleesapparaten kunnen de streepjescodes niet worden afgelezen als instelling “Small” (klein)
wordt gebruikt.
• Door een groot aantal labels met streepjescodes af te drukken, kan de printkop oververhit
raken waardoor de kwaliteit van de afdruk afneemt.
Parameters voor Streepjescodes Instellen
Druk op toets om het “Tools” (Instellingen)-menu
1
weer te laten geven, selecteer “Bar Code Setup”
(Setup van streepjescode) met behulp van toets of
, en druk dan op de toets.
Het scherm “Bar Code Setup” (Setup van
streepjescode) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
De functie "C-Digit" is alleen beschikbaar voor de
CODE39, I-2/5 en CODABAR protocollen.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te
stellen.
• Raadpleeg de tabel Streepjescode-instellingen voor een compleet overzicht van alle
beschikbare instellingen.
Een streepjescodelabel maken
32
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet
op de toets drukt.
Page 35
zStreepjescode-instellingenz
EigenschapWaarde
Protocol
Width (breedte)
Under# (onder#)
(tekens onder de
streepjescode)
C.Digit
(controlecijfer)
CODE39
Gegevens Streepjescode Invoeren
Druk op toets om het“Tools” (Instellingen)-menu weer
1
te laten geven, selecteer “Bar Code Input” met behulp
van toets of , en druk dan op de toets.
Het scherm “Bar Code Input” wordt weergegeven.
Er kan slechts een streepjescode per label worden
ingevoerd.
Type de gegevens van de streepjescode in.
2
Speciale tekens kunnen worden ingevoerd in de
streepjescode bij het gebruik van CODE39,
CODABAR, CODE128 of EAN128 protocollen. Indien
u geen speciale tekens gebruikt, ga dan verder naar
stap 5.
Druk op de toets.
3
Er wordt een lijst met tekens die beschikbaar zijn voor
het huidige protocol weergegeven.
Selecteer een teken met behulp van de of toets
4
en druk vervolgens op de toets om het teken in
de streepjescode te voegen.
, CODE128, EAN8, EAN13, EAN128,
UPC-A, UPC-E, I-2/5 (ITF), CODABAR
(alleen beschikbaar voor CODE39, I-2/5
en CODABAR protocollen)
z EEN LABEL BEWERKEN
Large (groot)
Small (klein)
ON (aan)
OFF (uit)
OFF (uit)
ON (aan)
1
2
3
4
5
6
7
8
Een streepjescodelabel maken
9
33
Page 36
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets om de streepjescode in de label
5
te voegen.
Er worden twee streepjescodemarkeringen in de tekst
weergegeven.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Speciale Tekens voor een compleet overzicht van alle beschikbare
instellingen.
• Om de gegevens van een streepjescode die al in een label is gevoegd, te bewerken,
plaatst u de cursor onder een van de twee streepjescodemarkeringen op het
gegevensinvoerscherm en opent u vervolgens het scherm “Bar Code Input”. Zie
“Gegevens Streepjescode Invoeren” op pagina 33 voor meer informatie.
• Om de instellingen “Width” (breedte) en “Under#” (onder#) van een streepjescode
die al in een label is gevoegd, te bewerken, plaatst u de cursor onder een van de
twee streepjescodemarkeringen op het gegevensinvoerscherm en opent u
vervolgens het scherm “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode). Zie
“Parameters voor Streepjescodes Instellen” op pagina 32 voor meer informatie.
• Om een streepjescode van een label te verwijderen, plaatst u de cursor aan de
rechterkant van de streepjescodemarkering op het gegevensinvoerscherm en drukt
u op de toets.
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
Met behulp van de Automatische Opmaakfunctie kunt u snel en op een eenvoudige
manier labels maken voor verschillende doeleinden zoals labels voor tabbladen, labels
voor apparaten, labels voor naamplaatjes. U selecteert gewoon een lay-out uit een van
de tien sjablonen of uit zestien blok lay-outs, voert de tekst in en past de opmaak een
beetje aan.
• In de lay-out van de automatische opmaak kunnen ook symbolen en accenttekens worden
gebruikt.
• Streepjescodes kunnen worden gebruikt in de sjablonen “Asset Tag” (Voorraadlabel) en “Bin
Box” (Archiefdoos).
Sjablonen Gebruiken - Voorbeeld van het maken van een Voorraadlabel
Druk op de toets om het scherm “Auto-Format”
1
(Automatische opmaak) weer te laten geven en
selecteer dan “Templates” (Sjablonen) met behulp
van de of toets.
Druk op de toets.
2
Het meest recent gebruikte sjabloon wordt
weergegeven.
Selecteer een sjabloon met de of toets.
3
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
36
Page 39
Druk op de toets.
4
Het scherm Style (opmaak) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
5
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets.
6
Het scherm “Bar Code Setup” (Setup van
streepjescode) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
7
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
De functie "C-Digit" is alleen beschikbaar voor de
CODE39, I-2/5 en CODABAR protocollen.
Druk op de toets.
8
Het scherm sjabloontekstinvoer wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt tijdens het
invoeren van de tekst.
Voer de tekst in en druk dan op de toets.
9
Herhaal deze handeling voor elk tekstblok.
Het afdrukmenu wordt weergegeven als de toets
wordt ingedrukt nadat de laatste tekst is ingevoerd.
Selecteer “Print” (Afdruk) met de of toets en druk vervolgens op de
10
toets om de label af te drukken.
• Selecteer “Edit” (Bewerken) om de tekst of
opmaakinstellingen te wijzigen.
• Selecteer “Quit” (Afsluiten) om de automatische
opmaakfunctie af te sluiten.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
7
8
9
37
Page 40
EEN LABEL BEWERKEN
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in de
schermen “Style” (opmaak) en “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode) in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Sjablonen voor een compleet overzicht van alle beschikbare sjablonen.
• Als de breedte van de huidige tapecassette niet overeenkomt met de breedte van de
geselecteerd lay-out, wordt er een foutmelding weergegeven als u de label wilt afdrukken.
Druk op de toets of op een andere toets om de foutmelding te annuleren en plaats een
tapecassette met de goede breedte.
• Als het aantal ingevoerde tekens meer is dan toegestaan, wordt er een foutmelding
weergegeven als de toets wordt ingedrukt. Druk op de toets of een andere toets om
de foutmelding te annuleren en verminder het aantal gebruikte tekens.
Afdrukweergave en afdrukmogelijkheden voor sjablonen
• Als het afdrukmenu wordt weergegeven, drukt u op de toets om de opmaak van
de label te bekijken.
• Druk op de toets om de label direct vanuit het afdrukweergavescherm af te
drukken.
• Om meerdere kopieën, opeenvolgend genummerde kopieën of een gespiegelde
weergave van de label af te drukken, houdt u in het weergegeven afdrukmenu de
toets ingedrukt en drukt u op de toets om het menu afdrukmogelijkheden weer
te laten geven.
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
38
Page 41
zSjablonenz
EigenschapWaardeDetails
Binder Spine
Template Name
(Sjabloonnaam)
(Ordner rug)
File Tab
(Ruiter)
Hanging Folder
(Hangmap)
Asset Tag
(Voorraadlabel)
Bin Box
(Archiefdoos)
Equipment Label
(Etiket)
(18 mm x 254 mm)
(12 mm x 89 mm)
(12 mm x 45 mm)
(18 mm x 70 mm)
(18 mm x 76 mm)
(18 mm x 58 mm)
z EEN LABEL BEWERKEN
Faceplate (VRT)
(Voorkant (VRT))
Cable Wrap
(Tag)
Name Badge 1
(Naamplaatje 1)
Name Badge 2
(Naamplaatje 2)
(12 mm x 70 mm)
(18 mm x 39 mm)
(18 mm x 58 mm)
(12 mm x 70 mm)
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
39
Page 42
EEN LABEL BEWERKEN
Blok Lay-outs Gebruiken
Druk op de toets om het scherm “Auto-Format”
1
(Automatische opmaak) weer te laten geven en
selecteer dan “Block Layouts” (Blok lay-outs) met
behulp van de of toets.
Druk op de toets om het scherm “Tape Width”
2
(Lintbreedte) weer te laten geven en selecteer dan
een tapebreedte met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
3
Als de tapebreedte niet is gewijzigd, wordt de meest
recente blok lay-out weergegeven. Als de
tapebreedte wel is gewijzigd, wordt de standaard blok
lay-out voor de nieuwe tapebreedte weergegeven.
Selecteer een blok lay-out met de of toets.
4
Druk op de toets.
5
Het scherm “Style” (opmaak) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
6
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets om de geselecteerde
eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
Druk op de toets.
7
Het scherm blok lay-out tekstinvoer wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt tijdens het
invoeren van de tekst.
Voer de tekst in en druk dan op de toets.
8
Herhaal deze handeling voor elk tekstveld.
Het afdrukmenu wordt weergegeven als de toets
wordt ingedrukt nadat de tekst in het laatste tekstveld
is ingevoerd.
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
40
Page 43
Selecteer “Print” (Afdruk) met de of toets en druk vervolgens op de
9
toets om de label af te drukken.
• Selecteer “Edit” (Bewerken) om de tekst of
opmaakinstellingen te wijzigen.
• Selecteer “Change Layout” (Layout wijzigen) als u
een andere lay-out wilt gebruiken.
• Selecteer “Quit” (Afsluiten) om de automatische
opmaakfunctie af te sluiten.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Blok Lay-outs voor een compleet overzicht van alle beschikbare
instellingen.
• Het bericht “Clear All Text?” (Alle tekst wissen?) wordt weergegeven als de toets wordt
ingedrukt tijdens het invoeren van tekst. Druk op de toets om alle tekst te verwijderen,
of druk op de toets om de tekst niet te verwijderen.
• Als de breedte van de gebruikte tapecassette niet overeenkomt met de ingestelde breedte van
de gekozen lay-out, wordt een foutmelding weergegeven als u een afdrukvoorbeeld van de
label oproept of de label probeert af te drukken. Druk op de toets of op een andere toets
om de foutmelding te annuleren en plaats een tapecassette met tape met de juiste breedte.
• Als het aantal ingevoerde tekens het maximum overschrijdt, wordt een foutmelding
weergegeven als de toets wordt ingedrukt. Druk op de toets of op een andere toets
om de foutmelding te annuleren en het aantal gebruikte tekens aan te passen.
Afdrukvoorbeeld en afdrukmogelijkheden in blok lay-outs
• Als het afdrukmenu wordt weergegeven tijdens de hierboven beschreven procedure,
drukt u op de toets om een afdrukvoorbeeld van de lay-out te bekijken.
• Om de label vanuit het scherm Afdrukvoorbeeld af te drukken, drukt u op de toets.
• Om meerdere kopieën, opeenvolgende genummerde kopieën of een gespiegelde
weergave van de label af te drukken, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de
toets om het scherm “Print Options” weer te geven als het afdrukmenu wordt
weergegeven.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
5
6
7
8
9
41
Page 44
EEN LABEL BEWERKEN
zBlok Lay-outz
EigenschapWaardeDetails
2 Line A
(2 Regel A)
2 Line B
(2 Regel B)
3 Line
(3 Regel)
Block layout
(Blok lay-out)
(18 mm tape)
Block layout
(Blok lay-out)
(12 mm tape)
1+2 Line A
(1+2 Regel A)
1+2 Line B
(1+2 Regel B)
1+3 Line
(1+3 Regel)
1+4 Line
(1+4 Regel)
1+5 Line
(1+5 Regel)
2 Line A
(2 Regel A)
2 Line B
(2 Regel B)
3 Line
(3 Regel)
1+2 Line
(1+2 Regel)
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
42
Page 45
EigenschapWaardeDetails
2 Line A
(2 Regel A)
Block layout
(Blok lay-out)
(9 mm tape)
Block layout
(Blok lay-out)
(6 mm tape)
2 Line B
(2 Regel B)
1+2 Line
(1+2 Regel)
1+2 Line
(1+2 Regel)
z EEN LABEL BEWERKEN
1
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
2
3
4
5
6
7
8
9
43
Page 46
EEN LABEL BEWERKEN
Automatisch Valuta Omrekenen
Met behulp van de valuta-omrekenfunctie kunt u op eenvoudige wijze Euro’s
omrekenen naar andere valuta en vice versa en de twee prijzen op de label vermelden.
Selecteer de valuta waar u mee wilt werken en de lay-out om gemakkelijk labels te
maken met zowel de prijs in Euro’s als in een andere valuta.
Setup Valuta Omrekenen
Druk op de toets om het scherm “Tools”
1
(Instellingen) menu weer te laten geven en selecteer
vervolgens “Currency Setup” met behulp van de of
toets.
Druk op de toets.
2
Het scherm “Currency Setup” (Setup van valuta)
wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
3
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets, of voer de
wisselkoers in met behulp van de numerieke toetsen.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
4
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet
op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te
stellen.
• Raadpleeg de tabel Valuta Omrekenopties voor een compleet overzicht van alle beschikbare
instellingen.
Automatisch Valuta Omrekenen
44
Page 47
zValuta Omrekenoptiesz
EigenschapWaardeDetails
CHF (Zwitserse frank)
DKK (Deense kroon)
GBP (Britse pond)
NOK (Noorse kroon)
menu te laten weergegeven en selecteer dan
“Currency Conversion” (Valuta Omrekenen) met
behulp van de of toets.
Druk op de toets.
2
Het scherm “Currency Conversion” (Valuta
Omrekenen) wordt weergegeven.
Selecteer welke valuta naar welke valuta moet
3
worden omgerekend met de of toets en type de
waarde in die moet worden omgerekend.
Druk op de toets om het omrekenen te voltooien.
4
Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
Automatisch Valuta Omrekenen
46
Page 49
AFDRUKKEN VAN LABELS
Afdrukvoorbeeld
Met de functie Afdrukvoorbeeld kunt u de lay-out van de label controleren voor deze op
de label wordt afgedrukt.
Druk op de toets.
1
De label wordt op het scherm weergegeven.
De lengte van de label wordt in de rechter
benedenhoek van het scherm weergegeven.
Druk op de of toets om naar links of rechts te
gaan.
Druk op de of toets om de grootte van het afdrukvoorbeeld aan te passen.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
• Druk op de toets om terug te keren naar het tekstinvoerscherm.
• Om naar links of naar rechts van het afdrukvoorbeeld te gaan, houdt u de
en drukt u op de of
• Om de label vanuit het scherm Afdrukvoorbeeld af te drukken, drukt u op de toets of
opent u het Printmenu en selecteert u een optie. Raadpleeg "Een Label Afdrukken" hieronder
voor meer informatie.
• Het afdrukvoorbeeld is een schermweergave van de label en kan verschillen met de afdruk.
toets.
toets ingedrukt
Een Label Afdrukken
Nadat de tekst is ingevoerd en de label is opgemaakt, kunt u de label afdrukken. In
aanvulling op het afdrukken van een enkele kopie van een label, is uw P-touch uitgerust
met verschillende afdrukmogelijkheden waardoor u meerdere kopieën, labels met
opeenvolgende nummers of gespiegelde labels kunt afdrukken.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint met
de tape naar buiten.
• Blokkeer de tapeuitgang niet tijdens afdrukken of bij het doorvoeren van de tape. De tape kan
dan vastlopen.
• Controleer of er nog genoeg tape is als u veel labels in een keer wilt afdrukken. Als de tape
bijna op is, stel dan het aantal kopieën lager in of druk een label per keer af.
• Als de tape strepen vertoont, is de tapecassette leeg. Als dit tijdens afdrukken gebeurt, druk
dan op de toets om de P-touch uit te schakelen. Voortdurend afdrukken kan
beschadigingen veroorzaken.
Een Enkele Kopie Afdrukken
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar
1
is.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Afdrukvoorbeeld
47
Page 50
AFDRUKKEN VAN LABELS
Druk op de toets.
2
De melding rechts wordt weergegeven als de label
wordt afgedrukt.
Om het afdrukken te stoppen, drukt u op de toets om de P-touch uit te schakelen.
• Als de batterij bijna leeg is, verschijnt de melding “Recharge Battery!” (batterij opladen) na
het afdrukken. Laad, voordat u verdergaat met afdrukken, eerst de batterij op of sluit de
netspanningsadapter aan op de P-touch als u meteen wilt doorgaan met afdrukken.
• Er verschijnen verschillende meldingen als u op de toets drukt. Raadpleeg
“Foutmeldingen” op pagina 62 voor meer informatie over eventuele meldingen.
Meerdere Kopieën Afdrukken
Met deze functie kunt u tot maximaal 99 afdrukken van dezelfde label maken.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar is.
1
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets om
2
het scherm Printoptions weer te laten geven, selecteer
vervolgens “Copies” (Kopieen) met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “Copies”
3
(Kopieen) weer te laten geven en stel het aantal kopieën
in dat u wilt afdrukken met behulp van de of toets
of type het aantal in met de nummertoetsen.
Houd de of toets ingedrukt om het aantal in
stappen van vijf aan te passen.
4
Een Label Afdrukken
48
Druk op de toets.
De melding rechts wordt weergegeven als de labels
worden afgedrukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De tape wordt automatisch afgesneden nadat elke kopie is afgedrukt, behalve als deze functie
anders is ingesteld. Raadpleeg “Tape Afsnijmogelijkheden” op pagina 51 voor informatie
over het wijzigen van deze instelling.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het “count / number of copies set”
(teller/het aantal kopieën).
• Door op de toets te drukken bij het instellen van het aantal kopieën, wordt de
waarde teruggezet op 1, de standaardwaarde.
Page 51
Labels Automatisch Nummeren
Met de nummerfunctie kunt een set van opeenvolgende genummerde labels maken
aan de hand van een enkele label.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar
1
is.
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets
2
om het scherm Printoptions weer te laten geven,
selecteer vervolgens “Number” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het scherm nummering beginpunt wordt
weergegeven.
Om automatische nummering op een streepjescode toe te
passen, selecteert u hier de streepjescode. Na het
selecteren van de streepjescode wordt u gevraagd om het
aantal labels dat moet worden afgedrukt, in te voeren (stap
6).
Verplaats de cursor naar het eerste teken van de
4
nummering dat moet worden aangepast en druk dan
op de toets.
Het scherm nummering eindpunt wordt weergegeven.
Verplaats de cursor naar het laatste teken van de
5
nummering dat moet worden aangepast en druk dan
op de toets.
Het aantal labels dat wordt afgedrukt, wordt
weergegeven.
Selecteer het aantal labels dat moet worden
6
afgedrukt met de of toets of type het aantal in
met de nummertoetsen.
Houd de of toets ingedrukt om het aantal labels
in stappen van vijf aan te passen.
Druk op de toets.
7
De labels worden afgedrukt. Als een label wordt
afgedrukt, wordt het aantal afgedrukte labels
aangegeven.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
2
3
4
5
6
7
8
Een Label Afdrukken
9
49
Page 52
AFDRUKKEN VAN LABELS
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De tape wordt automatisch afgesneden nadat elke kopie is afgedrukt, behalve als deze functie
anders is ingesteld. Raadpleeg “Tape Afsnijmogelijkheden” op pagina 51 voor informatie
over het wijzigen van deze instelling.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het afdrukken geven de teller/het
aantal kopieën weer.
• Door op de toets te drukken bij het instellen van het aantal kopieën, wordt de
waarde teruggezet op 1, de standaardwaarde.
• Automatisch nummeren kan ook worden toegepast op streepjescodes. Als een streepjescode
een automatische nummering bevat, kunnen geen andere velden in de label een automatische
nummering bevatten.
• Het automatisch nummergedeelte van de label wordt aangepast nadat elke label is afgedrukt.
• Er kan slechts een automatische nummering per label worden gebruikt.
• Eventuele aanwezige symbolen of andere niet-alfanumerieke tekens in het automatisch
nummeren worden genegeerd.
• Het automatisch nummeren kan slechts maximaal vijf tekens bevatten.
• De letters en nummers worden als volgt verhoogd:
Î
0
A
a
A0
Om ruimte tussen de tekens op de label te houden of om te bepalen hoeveel letters/cijfers
afgedrukt zullen worden, gebruikt u spaties (in de onderstaande tabel aangegeven als “_”).
_9
_Z
1_9
1...9
Î
B...ZÎA
Î
b...z
Î
A1...A9ÎB0Î...
Î
10...99Î00Î...
Î
AA ...ZZÎAAÎ...
Î
2_0 ...9_9Î0_0Î...
Î0Î
Î
ÎaÎ
...
...
...
Afdrukken in Spiegelbeeld
Met de gespiegelde afdrukfunctie kunt u labels maken waarop de tekst in spiegelbeeld
is afgedrukt zodat deze vanaf de andere kant kunnen worden gelezen als de labels op
glas of ander doorzichtig materiaal worden aangebracht.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar is.
1
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets
2
om het scherm printoptions weer te laten geven,
selecteer vervolgens “Mirror” (Spiegelbeeld) met de
of toets.
Druk op de toets.
3
De melding “Mirror Print?” (Afdrukken in
Spiegelbeeld) wordt weergegeven
Een Label Afdrukken
50
Page 53
Druk op de toets.
4
De melding rechts wordt weergegeven als de label
wordt afgedrukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Bij het gebruik van de spiegelbeeldafdrukfunctie, moet de tekst op blanco tape worden
afgedrukt..
• De kopie- en automatische nummeringfuncties kunnen niet worden gebruikt in combinatie
met de spiegelbeeldafdrukfunctie.
Tape Afsnijmogelijkheden
Met tape afsnijmogelijkheden kunt u opgeven hoe de tape wordt doorgevoerd en
wanneer deze wordt afgesneden tijdens het afdrukken van labels. De instellingen
“Chain” (Ketting) en “No Cut” (Niet doorknippen) verminderen de hoeveelheid tape die
gebruikt wordt aanzienlijk omdat er kleinere marges worden gebruikt en blanco
gedeeltes tussen labels worden verwijderd.
Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer
vervolgens “Cut Option” (Afsnij optie) met behulp van
de of toets.
Druk op de toets om het menu “Cut Option”
2
(Afsnij optie) weer te geven en selecteer dan een
optie met de of toets.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet
op de toets drukt.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
2
3
4
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Tape afsnijden voor een compleet overzicht van alle beschikbare
instellingen.
Tape Afsnijmogelijkheden
5
6
7
8
9
51
Page 54
AFDRUKKEN VAN LABELS
zTape Afsnijdenz
InstellingBeschrijvingVoorbeeld
Margin L
(Kantlijn L)
Margin S
(Kantlijn S)
Chain
(Ketting)
No Cut
(Niet
doorknippen)
De tape wordt automatisch afgesneden als
elke label is afgedrukt. De labels hebben
een kantlijn van 24 mm aan de linker- en
rechterkant.
• Tijdens het een voor een afdrukken van
labels: Snijdt automatisch een stuk
blanco tape af voordat de label wordt
afgedrukt en snijdt vervolgens de tape af
nadat de label is afgedrukt.
• Tijdens het voortdurend afdrukken van
verschillende labels: Snijdt automatisch
een stuk blanco tape afgesneden voordat
de eerste label wordt afgedrukt en
vervolgens wordt de tape afgesneden als
elke afzonderlijke label is afgedrukt.
• De labels hebben een kantlijn van 4 mm
aan de linker- en rechterkant.
• Tijdens het een voor een afdrukken van
labels: Snijdt automatisch een stuk
blanco tape af voordat de label wordt
afgedrukt en snijdt vervolgens de tape
niet af nadat de label is afgedrukt.
• Tijdens het voortdurend afdrukken van
verschillende labels: Snijdt automatisch
een stuk blanco tape afgesneden voordat
de eerste label wordt afgedrukt en
vervolgens wordt de tape afgesneden als
elke afzonderlijke label is afgedrukt.
• De labels hebben een kantlijn van 4 mm
aan de linker- en rechterkant.
• De tape wordt niet doorgevoerd en
afgesneden als de laatste label is
afgedrukt.
• Gebruik deze instelling om een strip
labels af te drukken zonder de labels een
voor een af te snijden.
• Als de toets "Cut" wordt gebruikt wordt de
laatste label doorgevoerd en afgedrukt.
ABCABC
24 mm
24 mm
22.5 mm
ABCABC
4 mm4 mm
22.5 mm
ABC ABC
4 mm4 mm
26.5 mm 8 mm
ABC ABC
Tape Afsnijmogelijkheden
52
Page 55
• Stel bij het gebruik van textieltape, extra sterke tape of een ander speciale tape die niet
gesneden kan worden altijd “No Cut” (Niet doorknippen) in om te voorkomen dat de tape
wordt afgesneden. Zorg voor voldoende ruimte tussen de labels tijdens het maken en het
afdrukken en gebruik vervolgens een schaar om de labels af te knippen.
• De tape wordt niet afgesneden na het afdrukken van de laatste label als “Chain” (Ketting) of
“No Cut” (Niet doorknippen) is ingesteld. Druk op de toets om tape door te voeren en
automatisch af te laten snijden, of knip de tape zelf af als u tape gebruikt die niet door de
tapesnijder kan worden gesneden.
Bevestigen van de labels
Knip indien nodig de afgedrukte label in de gewenste vorm en lengte met een
1
schaar, enz.
Verwijder de beschermlaag van de label.
2
Bevestig de label en druk deze vervolgens stevig vast; wrijf daarbij met uw
3
vingers omhoog en omlaag om een goede hechting te garanderen.
• De beschermlaag van sommige soorten tape kan voorgesneden zijn om de beschermlaag
makkelijker te kunnen verwijderen.
• Labels hechten moeilijk op natte, vuile of ongelijke oppervlaktes. Ze laten dan makkelijk los.
• Lees de instructies die bij textielcassettes, tapes met extra stevige plakstrook of andere
speciale tapecassettes horen goed door en neem alle voorzorgsmaatregelen in acht.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
Bevestigen van de labels
2
3
4
5
6
7
8
9
53
Page 56
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
Dankzij het bestandsgeheugen kunt u regelmatig gebruikte labels opslaan in
bestanden die snel en eenvoudig kunnen worden opgeroepen.
• Een bestand in het geheugen wordt overschreven als u een label opslaat terwijl het geheugen
vol is.
• Labels die zijn gemaakt met de functie Automatische Opmaak kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen.
• Alle in het geheugen opgeslagen bestanden worden gewist als de batterij leeg raakt en de
netspanningsadapter niet is aangesloten.
Een Label Opslaan
Nadat u de tekst heeft ingevoerd en de label heeft
1
opgemaakt, drukt u op de toets om het menu
“Tools” (Instellingen) weer te geven en vervolgens
selecteert u “File” met behulp van de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en selecteer “Save” met de of
toets.
Druk op de toets.
3
Een bestandsnummer wordt weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets om de
label onder het gekozen bestandsnummer op te
slaan.
Het bestand is opgeslagen en het scherm keert terug
naar het tekstinvoerscherm.
Een Label Opslaan
54
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• In een bestand kunnen maximaal 153 tekens worden opgeslagen, afhankelijk van het aantal
regels. In de tien bestanden kunnen echter maximaal 459 tekens worden opgeslagen. De tekst
en de opmaak worden ook in het bestand opgeslagen.
Page 57
Een Opgeslagen Labelbestand Openen
Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer dan
“File” met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en kies dan “Open” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label
wordt weergegeven.
De tekst van de label wordt ook weergegeven om de
label te kunnen herkennen.
Alleen bestandsnummers van bestanden met
opgeslagen labelgegevens worden weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets om het
geselecteerde bestand te openen.
Het bestand wordt geopend en weergegeven op het
tekstinvoerscherm.
z HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De melding “No Files!” (Geen bestanden!) wordt weergegeven als er geen bestanden in het
geheugen zijn opgeslagen.
Een Opgeslagen Labelbestand Openen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
55
Page 58
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
Een Opgeslagen Labelbestand Verwijderen
Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer
vervolgens “File” met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en kies dan “Delete” met de of
toets.
Druk op de toets.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label
wordt weergegeven.
De tekst van de label wordt ook weergegeven om de
label te kunnen herkennen.
Alleen bestandsnummers van bestanden met
opgeslagen labelgegevens worden weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets.
De melding “Delete?” wordt weergegeven
Druk op de toets om het bestand te wissen.
5
Het bestand is verwijderd en het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
• Druk op de toets om het verwijderen van het bestand te annuleren en om terug te gaan naar
het vorige scherm.
• Het bericht "No Files!" wordt weergegeven als er geen bestanden in het geheugen zijn
opgeslagen.
Een Opgeslagen Labelbestand Verwijderen
56
Page 59
UW P-TOUCH ONDERHOUDEN
De P-touch resetten
U kunt het interne geheugen van uw P-touch resetten als u alle opgeslagen
labelbestanden wilt wissen of als de P-touch niet naar behoren werkt.
Houd, met het apparaat uitgeschakeld, de en toets ingedrukt en druk op
1
de toets.
De P-touch wordt ingeschakeld met een gereset intern geheugen.
Druk op de toets voor u de andere toetsen loslaat.
Alle tekst, opmaakinstellingen, optie-instellingen en opgeslagen labelbestanden worden gewist
als u de P-touch reset.
Onderhoud
De P-touch moet regelmatig worden schoongemaakt om een goede prestatie en een lange
levensduur te garanderen. Wij raden u aan om de P-touch ten minste een keer maand
schoon te maken.
Zet de P-touch altijd uit als u het apparaat schoon gaat maken.
z UW P-TOUCH ONDERHOUDEN
De Hoofdeenheid Reinigen
Verwijder stof en andere vlekken, indien aanwezig, van de hoofdeenheid met een
zachte, schone doek.
Gebruik een iets vochtige doek om hardnekkige vlekken te verwijderen.
Gebruik geen terpentijn, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen. Het gebruik van
deze oplosmiddelen kan de behuizing van uw P-touch beschadigen.
De Printkop Reinigen
Strepen of een slechte afdrukkwaliteit betekent
over het algemeen dat de printkop vuil is. Reinig de
printkop met een wattenstaafje of met een printkopreinigingscassette (TZ-CL4).
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Raadpleeg de bij de reinigingscassette
meegeleverde instructies over meer informatie
over het gebruik ervan.
Printkop
De P-touch resetten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
57
Page 60
UW P-TOUCH ONDERHOUDEN
De Tapesnijder Reinigen
Er kan zich, bij regelmatig gebruik, lijm ophopen op
het snijblad waardoor de rand van het blad minder
scherp is en de tape in de tapesnijder kan
vastlopen.
• Reinig het snijblad ongeveer een keer per jaar met
een in alcohol gedrenkt wattenstaafje.
• Raak het snijblad niet met uw vingers aan.
De Oplaadaansluitingen Reinigen
Maak de oplaadaansluitingen schoon met een droge, zachte doek of met een
wattenstaafje.
Oplaadaansluitingen
• Reinig de aansluitingen ten minste een keer per maand.
• Haal de netspanningsadapter altijd uit het stopcontact voor u de aansluitingen reinigt.
58
Onderhoud
Page 61
VERHELPEN VAN STORINGEN
War moet u doen als...
StoringOorzaakOplossing
Het scherm ‘blokkeert’
of de P-touch reageert
niet normaal.
Bij inschakelen van
het apparaat
verschijnt er niets op
het scherm.
De batterij kan niet
worden opgeladen.
Raadpleeg het gedeelte “De P-touch resetten” op pagina 57
“De P-touch Resetten” en reset het interne geheugen op de
begininstellingen. Als door het resetten van de P-touch het
probleem niet is verholpen, maak dan de netspanningsadapter
los en verwijder de oplaadbare batterij en plaats deze pas terug
als er minimaal vijf minuten zijn verstreken.
Is de netspanningsadapter
op de juiste wijze
aangesloten?
Gebruikt u de juiste
netspanningsadapter?
Is de oplaadbare batterij
op de juiste wijze
geplaatst?
Is de oplaadbare batterij
voldoende opgeladen?
Is de
netspanningsadapter op
de juiste wijze op de
batterijoplader
aangesloten?
Zijn de
oplaadaansluitingen
schoon?
Controleer of de
netspanningsada pter die speciaal
voor de P-touch is ontwikkeld, op
de juiste wijze is aangesloten.
Controleer of de
netspanningsada pter die speciaal
voor de P-touch is ontwikkeld,
gebruikt (is meegeleverd).
Verwijder de oplaadbare batterij
en plaats deze dan weer terug.
De batterij kan bijna leeg zijn.
Laad de batterij op. (De batterij
kan ook leeglopen als u de Ptouch niet gebruikt.)
Controleer of de
netspanningsadapter op de juiste
wijze op de batterijoplader is
aangesloten.
Als de aansluitingen niet schoon
zijn, schakel dan de P-touch uit
en maak de oplaadaansluitingen
schoon met een droge doek of
een wattenstaafje.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
1
2
3
4
5
6
War moet u doen als...
7
8
9
59
Page 62
VERHELPEN VAN STORINGEN
StoringOorzaakOplossing
De label wordt niet
Bevat de label wel tekst? Een label wordt niet afgedrukt
afgedrukt nadat op de
toets is gedrukt.
Is de tapecassette goed
geplaatst en is er genoeg
tape aanwezig?
Is het uiteinde van de tape
omgebogen?
Is de tape vastgelopen?Als dat het geval is, verwijder
De label wordt niet
goed afgedrukt.
Is de tapecassette goed
geplaatst?
Is de printkop schoon?Als de printkop vuil is, reinigt u
Is “Cut Option” ingesteld
op “Chain” (Ketting) of “No
Cut” (Niet doorknippen)?
Is de oplaadbare batterij
voldoende opgeladen?
als deze geen tekst bevat.
Controleer of de tapecassette
goed is geplaatst en er genoeg
tape aanwezig is.
Als dat het geval is, knip dan het
gebogen stukje tape af met een
schaar en leid de tape op de
juiste wijze door de tapeuitgang.
dan de tapecassette en trek
voorzichtig de vastgelopen tape
naar buiten. Knip de tape
vervolgens af met een schaar.
Controleer of het uiteinde van de
tape door de tapegeleider kan
worden geleid en plaats de
tapecassette terug.
Als u een cassette plaatst, moet
deze stevig op zijn plaats
worden gedrukt.
deze met een wattenstaafje of
een reinigingscassette voor de
printkop (TZ-CL4).
Als dat het geval is, wordt de
tape niet doorgevoerd na het
afdrukken van de label.
Controleer de instelling van “Cut
Option” of druk op de toets
om de tape door te voeren en af
te snijden.
Als de melding “Recharge
Battery!” wordt weergegeven,
moet de batterij opgeladen
worden.
War moet u doen als...
60
Page 63
StoringOorzaakOplossing
Het inktlint is los van
de inktrol.
Zit het inktlint in de
tapecassette los of is er
aan de label getrokken
toen deze uit de
tapeuitgang kwam?
Als het inktlint gebroken is, moet
de tapecassette vervangen
worden. Als dat niet het geval is,
knip de tape dan niet door en
verwijder de tapecassette. Draai
vervolgens het losse inktlint om
de spoel zoals afgebeeld.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
Spoel
De P-touch stopt
tijdens het afdrukken
van een label.
De label wordt niet
automatisch
afgesneden.
De labelbestanden die
eerder zijn
opgeslagen, bevatten
geen bestanden.
Is er genoeg tape
aanwezig in de
tapecassette?
Batterij bijna leeg en de
AC-adapter niet
aangesloten?
Is “Cut Option” ingesteld op
“Chain” (Ketting) of “No
Cut” (Niet doorknippen)?
Is de batterij verwijderd of
de netspanningsadapter
losgemaakt?
Is de batterij opgeladen?Alle in het interne geheugen
Heeft u de Reset-functie
gebruikt?
Het stuk gestreepte tape geeft het
einde van de tape aan. Als de
tape strepen vertoont, moet de
tapecassette vervangen worden.
Laadt de batterij op of sluit de ACadapter rechtstreeks aan op de Ptouch.
Als dat het geval is, wordt de tape
niet doorgevoerd na het afdrukken
van de label. Controleer de
instelling van “Cut Option” of druk
op de toets om de tape door te
voeren en af te snijden.
Alle in het geheugen opgeslagen
gegevens gaan verloren als de
batterij wordt verwijderd of de
netspanningsadapter wordt los
gemaakt en niet binnen vijf
minuten weer wordt
teruggeplaatst of aangesloten.
opgeslagen gegevens gaan
verloren als de batterij leeg is.
De reset-functie wist alle in het
interne geheugen opgeslagen
gegevens, inclusief
labelbestanden.
War moet u doen als...
1
2
3
4
5
6
7
8
9
61
Page 64
VERHELPEN VAN STORINGEN
Foutmeldingen
Als een foutmelding op het scherm verschijnt, volg dan de onderstaande aanwijzingen op.
Druk op een willekeurige toets om de foutmelding te annuleren.
MeldingOorzaak/Oplossing
De oplaadbare batterij is bijna leeg. Laad de batterij op of sluit
de netspanningsadapter aan voor u verdergaat.
Er is een netspanningsadapter aangesloten die niet geschikt
is voor de P-touch. Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit
apparaat ontworpen netspanningsadapter voor de
meegeleverde oplaadbare batterij.
De tapeafsnijder is dicht wanneer u probeert af te drukken of
tape tracht door te voeren. Schakel de P-touch uit en dan
weer in voor u verdergaat.
Als de tape vastzit in de snijder, verwijder dan de tape.
U probeert een label af te drukken of een afdrukvoorbeeld op
te roepen terwijl er geen tekst, symbolen of gegevens voor
een streepjescode is ingevoerd. Voer de gegevens in voor u
verdergaat.
U probeert een label af te drukken of een afdrukvoorbeeld op
te roepen terwijl er geen tapecassette is geplaatst. Plaats
een tapecassette voor u verdergaat.
De tapecassette is gewijzigd tijdens afdrukken, enz..
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette is geplaatst voor
u afdrukt.
Er verschijnen al vijf regels tekst als u op de toets drukt.
Zorg dat het aantal regels beperkt blijft tot vijf.
62
Er verschijnen al drie regels tekst als u op de of toets
drukt en tape van 12 mm gebruikt. Zorg dat het aantal regels
beperkt blijft tot drie.
Er verschijnen al twee regels tekst als u op de of toets
drukt en tape van 9 mm of 6 mm gebruikt. Zorg dat het aantal
regels beperkt blijft tot twee.
Foutmeldingen
Page 65
MeldingOorzaak/Oplossing
Het maximale aantal tekens dat ingevoerd kan worden, is al
ingevoerd. Bewerk de tekst zodat u minder tekens hoeft te
gebruiken.
De lengte van de tekst op de label die afgedrukt moet
worden, is langer dan 1 m. Bewerkt de tekst zodat de lengte
van de label minder is dan 1 m.
Automatisch opmaken voor een tape van 18 mm is
geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 18
mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 18 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 12 mm is
geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 12
mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 12 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 9 mm is
geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 9
mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 9 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 6 mm is
geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 6
mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 6 mm.
Het maximale aantal tekens dat ingevoerd kan worden voor
de geselecteerde lay-out, is al ingevoerd. Bewerk de tekst
zodat u minder tekens hoeft te gebruiken of gebruik een
andere lay-out.
De waarde die is ingevoerd voor de lengte van de tape is
ongeldig. Voer een geldige waarde in voor de tapelengte.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
1
2
De kantlijn die is ingesteld bij de tapelengteinstelling “Fixed”
is korter dan de totale lengte van de linker en rechter
kantlijnen die zijn toegepast voor de “Margin L” (kantlijn L)
snij-optie.
De lengte van de tekst op de label die afgedrukt moet
worden, is langer dan de ingestelde lengte. Bewerkt de tekst
zodat deze binnen de opgegeven specificatie van de lengte
past of pas de instelling van de lengte aan.
Er bevinden zich geen opgeslagen bestanden in het interne
geheugen als u een bestand probeert te openen of te
verwijderen. Er moet eerst een labelbestand worden
opgeslagen.
Foutmeldingen
3
4
5
6
7
8
9
63
Page 66
VERHELPEN VAN STORINGEN
MeldingOorzaak/Oplossing
Er is onvoldoende intern geheugen beschikbaar als u een
labelbestand probeert op te slaan. Verwijder oude bestanden
om geheugenruimte vrij te maken voor een nieuw
labelbestand.
Het resultaat van de valutaomrekening bedraagt meer dan
tien cijfers. Voer een lagere omrekenwaarde in.
Er is geen wisselkoers ingesteld voor het omrekenen van
valuta’s. Voer een wisselkoers in.
Er zijn minder dan vier cijfers zijn ingevoerd voor de
streepjescode. Voer minimaal vier cijfers in voor een
streepjescode.
Het aantal ingevoerde cijfers voor de streepjescode komt niet
overeen met het aantal ingestelde cijfers in de parameters
voor de streepjescode. Voer het juiste aantal cijfers in.
De ingevoerde streepjescode bevat niet de vereiste start-/
stop-code (er moet A, B, C of D staan aan het begin en einde
van de streepjescode voor het CODABAR-protocol). Type de
juiste gegevens voor de streepjescode in.
U probeert een nieuwe streepjescode in te voeren, maar de
tekst bevat al een streepjescode. Er kan per label slechts een
streepjescode worden ingevoerd.
SchermspecificatiesDot matrix LCD
Tekenweergave15 tekens x 2 regels (48 dot x 128 dot)
Afdrukken
AfdrukmethodeThermische printer
Printkop128 dot / 180 dpi (112 dots gebruikt)
Afdrukhoogte15,8 mm max. (bij het gebruik van 18 mm tape)
LettersnelheidOngeveer 10 mm/sec.
TapecassetteStandaard TZ-tapecassette (6, 9, 12, 18 mm
TapeafsnijderIngebouwde automatische snijder
Aantal regels18 mm tape: 1 ~ 5 regels; 12 mm tape: 1 ~ 3 regels
AfdrukrichtingHorizontaal, Verticaal
Continu afdrukken1 ~ 99 labels
AfdrukvoorbeeldJa
Afsnijden en
doorvoeren
Tekens
Interne tekenset:Het totale aantal tekens bedraagt 283 (62
TekstbufferMaximaal 153 tekens
LettertypenHelsinki, Brussels, Florida, Belgium
TekengrootteL, M, S (Automatische selectie uit 7