Brother PT-18R User's Guide

Page 1
Page 2
Conformiteitsverklaring
(Alleen Europa)
BROTHER INDUSTRIES, LTD.
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation, USA.
• De namen van andere software of producten die in deze handleiding worden gebruikt, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de bedrijven die de software of producten hebben ontwikkeld.
Page 3

INLEIDING

Dank u voor het aanschaffen van de P-Touch PT 18R. Uw nieuwe P-touch is een eenvoudig te bedienen labelsysteem met zeer uitgebreide toepassingsmogelijkheden waardoor u in een oogwenk professionele labels van een uitstekende kwaliteit kunt creëren. Met de P-touch kunt u naast de geavanceerde opmaak-, blok-, streepjescode- en automatische nummerfunctie, ook kiezen uit al opgemaakte etiketten.
• U kunt uw compacte, oplaadbare P-touch zonder zorgen overal mee naar toenemen; de P-touch hoef t immers niet aangesloten te worden op netspanning.
• De batterijoplader dient ook als opbergsteun zodat de P­touch altijd klaar staat voor gebruik.
z INLEIDING
1
• U kunt op snelle wijze een grote hoeveelheid labels printen vanaf uw computer met behulp van de bijgeleverde software. U kunt daarmee ook labels ontwerpen en bewerkte labels afdrukken.
In de Handleiding Software Installeren vindt u uitgebreide informatie en aanwijzingen.
2
3
4
5
6
7
8
9
1
Page 4
INLEIDING

Uw eerste label creëren

In dit gedeelte worden de methodes uitgelegd waarmee u eenvoudige labels kunt creëren met uw P-touch. Door te beginnen met een eenvoudige label, raakt u bekend met de werkwijze voor het maken van een label.
Een label met de P-touch creëren
De P-touch voorbereiden
1
Plaats de batterij en laad deze op.
P. 16 P. 20 P. 21
Sluit de netstroomadapter rechtstreeks aan op de P-touch indien u een label wilt maken en de batterij is nog niet opgeladen. Zie “Netspanningsadapter” op pagina 19.
Voer de tekst van het label in.
2
Voer de tekst van het label in met behulp van het toetsenbord.
Plaats een tapecassette.
Schakel de P-touch in.
In aanvulling op het invoeren van tekst, beschikt de P-touch ook over uitgebreide bewerkingsfuncties.
"Creëer labels zoals deze"
3
Uw eerste label creëren
2
P. 23
De label afdrukken.
De label afdrukken die u heeft gemaakt.
P. 47
U kunt de opmaak bekijken voor u de label afdrukt. Door de label eerst te bekijken voor het afdrukken ervan, voorkomt u verspillen van tape.
Functie "Afdrukweergave"
Page 5
Een etiket maken met uw computer
De P-touch voorbereiden. (Zie stap 1 in de vorige sectie)
1
Voorbereidingen maken op de computer.
2
De the software installeren.
The USB-kabel aansluiten.
De P-touch inschakelen.
z INLEIDING
Handleiding installatie software
Een etikettentekst invoeren met behulp van P-touch Editor.
3
Helpfunctie software
Het etiket afdrukken.
4
Helpfunctie software
Handleiding installatie software
"Etiketten maken met complexe lay-out zoals deze"
P. 21
1
2
3
4
5
6
7
8
Uw eerste label creëren
9
3
Page 6
INLEIDING

Veiligheidsmaatregelen

Lees voor een veilig en correct gebruik van de P-touch eerst de volgende informatie. Deze veiligheidsmaatregelen zijn bedoeld om u en uw omgeving te beschermen tegen ongelukken en om beschadiging van het product te voorkomen. Lees de informatie goed door en volg de aanwijzingen op. De volgende symbolen geven het gevaar aan als het product niet wordt gebruikt volgens de aangegeven richtlijnen.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
De volgende symbolen geven een bepaalde richting aan.
:
Dit symbool geeft aan dat de handeling gevaar met zich meebrengt.
:
Dit symbool geeft aan dat deze handeling verboden is.
:
Dit symbool geeft aan dat deze handeling vereist is.
Oplaadbare batterij
Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan vloeistoflekkage, oververhitting, kapot gaan of in brand vliegen waardoor er brandwonden of ander letstel kan ontstaan, tot gevolg hebben.
• Gooi de batterij niet in open vuur en verhit, soldeer of las de batterij niet. Haal de batterij niet uit elkaar en breng geen veranderingen aan op de batterij.
• Zorg ervoor dat er geen metalen deeltjes in de aansluitingen van de batterij terechtkomen. Hierdoor vindt kortsluiting plaats.
• De batterij mag niet samen met metalen deeltjes worden vervoerd of opgeslagen.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de batterij niet. Gebruik geen batterij waarvan de kunststof afdekking is verwijderd of beschadigd.
• Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit apparaat ontworpen batterijoplader voor het opladen van de meegeleverde oplaadbare batterij. Gebruik geen andere batterijoplader.
• Laad de batterij niet op bij een hoge omgevingstemperatuur.
• Gebruik de batterij niet als de positieve (+) en negatieve (-) aansluitingen niet goed zijn aangesloten.
• Als de batterij lekt of een geur afgeeft, moet deze meteen uit de buurt van open vuur worden gehouden.
• De batterij mag niet nat worden.
• Als de batterij lekt, let er dan op dat er geen vloeistof in uw ogen komt.
• Als er batterijvloeistof in uw ogen komt, kunt u blind worden. Mocht u toch batterijvloeistof in uw ogen hebben gekregen, dan dient u uw ogen met schoon water te spoelen en moet er meteen een arts worden geraadpleegd.
• Als de batterij een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere afwijkingen vertoont tijdens gebruik, tijdens opladen of na opbergen, moet de batterij meteen worden verwijderd en mag niet meer worden gebruikt.
Dit symbool geeft aan dat het risico bestaat op ernstig of zelfs fataal letsel bij onjuist gebruik.
Dit symbool geeft aan dat het risico bestaat op persoonlijk letsel of beschadiging van het product bij onjuist gebruik.
WAARSCHUWING
Veiligheidsmaatregelen
4
Page 7
WAARSCHUWING
Batterijoplader
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand, oververhitting of een defect.
• Zorg ervoor dat er geen metalen deeltjes in de aansluitingen van de batterijoplader terechtkomen. Hierdoor vindt kortsluiting plaats.
• De oplader mag niet nat worden. Als water of een andere vloeistof in de oplader komt, moet de netspanningsadapter meteen los worden getrokken.
• Gebruik de oplader niet als de aansluitingen nat zijn of condens bevatten.
• Gebruik deze oplader niet voor andere producten dan de P-touch.
• Gebruik uitsluitend de netspanningsadapter die bij de P-touch wordt geleverd.
• Als de oplader een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere afwijkingen vertoont tijdens gebruik, opladen of na opbergen, moet de P-touch meteen uit de oplader worden gehaald. De netspanningsadapter moet ontkoppeld worden en mag niet meer worden gebruikt.
Netspanningsadapter
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand, elektrische schok of een defect.
• Gebruik altijd het opgegeven voltage (230V) en de meegeleverde netspanningsadapter (AD-18ES).
• Belast het stopcontact niet te zwaar.
• Plaats geen zware dingen op de voedingskabel, beschadig de kabel of de stekker niet en breng geen wijzigingen aan. Buig de voedingskabel niet met veel kracht en trek er niet te hard aan.
• Gebruik geen beschadigde voedingskabel.
• Raak de netspanningsadapter of stekker niet aan met natte handen.
• Zorg ervoor dat de stekker helemaal in het contact is gestoken. Gebruik geen loszittend stopcontact.
P-touch
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand, elektrische schok of een defect.
• Demonteer de P-touch niet en breng geen wijzigen erop aan.
• Laat de P-touch niet vallen, ergens tegenaan stoten en beschadig de P-touch niet.
• Laat de P-touch niet nat worden door bijvoorbeeld het morsen van vloeistoffen.
• Gebruik de P-touch niet als die vreemde objecten bevat.
• Schakel, als in de P-touch vreemde objecten zijn binnengedrongen, meteen de spanning uit, ontkoppel de netspanningsadapter en verwijder de batterij. De P­touch mag dan niet langer worden gebruikt.
• Als de P-touch een geur afgeeft, te heet wordt, verkleurt, vervormt of andere afwijkingen vertoont tijdens gebruik, opladen of na opbergen, moet de P-touch meteen uit de oplader worden gehaald. De netspanningsadapter moet ontkoppeld worden en de batterij moet worden verwijderd. De P-touch mag niet meer worden gebruikt.
• Laat kinderen niet spelen met de lege verpakking van de P-touch. Berg de lege verpakking op een plaats op waar kinderen niet bij kunnen of gooi de verpakking weg. In een lege verpakking kunnen kinderen stikken.
z INLEIDING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Veiligheidsmaatregelen
5
Page 8
INLEIDING
VOORZICHTIG
Oplaadbare batterij
Het niet opvolgen van de volgende aanwijzingen kan resulteren in vloeistoflekkage, oververhitting, kapot gaan of slechte prestaties en verkorte levensduur.
• De batterij niet gooien of ergens tegenaan slaan.
• Gebruik of leg de batterij niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of andere warme apparaten of op een plaats met zeer hoge temperaturen.
• Verwijder de batterij als de P-touch gedurende een langere periode niet wordt gebruikt.
• Als batterijvloeistof op uw huid of kleding komt, dient u de huid of kleding grondig met schoon water te wassen. Batterijvloeistof is schadelijk voor de huid.
Batterijoplader
Als de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat resulteren in brand, elektrische schok of kortsluiting.
• Gebruik of leg de batterijlader niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of andere warme apparaten of op een plaats met zeer hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof.
• Demonteer de batterijlader niet en breng geen wijzigen erop aan.
• De batterijlader niet gooien of ergens tegenaan slaan.
• De batterijlader mag niet samen met metalen deeltjes worden vervoerd of opgeslagen.
Netspanningsadapter
• Als de P-touch gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, moeten de netspanningsadapter en de batterijlader uit het stopcontact worden gehaald.
• Houd altijd de stekker vast als u de voedingskabel uit het stopcontact trekt.
Tapeafsnijder
• Raak de tapeafsnijder niet met uw handen aan. U kunt zich aan de tapeafsnijder bezeren.
Gebruik/opbergplaats
• Berg de P-touch of batterijoplader niet op op een onveilige plaats, zoals onstabiele stellages, hoge planken enz. Het apparaat kan vallen en letsel veroorzaken.
• Plaats geen zware dingen op de P-touch of op de batterijoplader. Als deze eraf vallen kan dat letsel veroorzaken.
Geheugen
• Gegevens opgeslagen in het geheugen gaan verloren bij een defect of reparatie van de P-touch of als de batterij opraakt.
Tape
• Het label kan loslaten of de kleur van de tape kan veranderen bij bepaalde weersomstandigheden. Dit is ook afhankelijk van het materiaal en de staat van het bevestigingsoppervlak. Bij het verwijderen van labels kan er lijm achterblijven, de kleur van de tape kan afgeven of het oppervlak onder de label kan worden beschadigd. Test de label dus eerst op het betreffende oppervlak en materiaal voor u de label plakt.
Veiligheidsmaatregelen
6
Page 9

Algemene voorzorgsmaatregelen

• Gebruik de P-touch niet op andere wijze of voor een ander doel dan in deze handleiding wordt beschreven. Als dat wel gebeurt, kan dat ongelukken als gevolg hebben of beschadigingen van het apparaat.
• Gebruik voor de P-touch alleen TZ-tape, met de markering .
• Trek niet aan de tape in de cassette en druk er niet op.
• Plaats geen vreemde voorwerpen in de tapeuitgang, de netspanningsadapteraansluiting, de USB-poort enz..
• Druk geen labels af als de tapecassette leeg is of zonder een tapecassette in de P-touch. De printkop kan anders beschadigd worden.
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Houd er rekening mee dat de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen verloren gaan indien zowel de netspanningsadapter als de oplaadbare batterij worden ontkoppeld.
• Gebruik geen terpentijn, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen om de P­touch schoon te maken.
• Plaats de P-touch niet in direct zonlicht, bij verwarmingen of andere warme apparaten of waar sprake is van zeer hoge of lage temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof. Standaard bedrijfstemperaturen: 10
• Let erop dat er geen krassen op de cd-rom komen. Leg de cd-rom niet op een plaats met een hoge of lage temperatuur. Plaats geen zware objecten op de cd-rom. Buig de cd-rom niet.
• De software op de cd-rom is bedoeld voor gebruik met de P-touch en kan op meerdere pc’s geïnstalleerd worden.
• Wij raden u aan deze Gebruikershandleiding eerst goed door te lezen voor u de P-touch gaat gebruiken en om de handleiding op een handige plaats te bewaren zodat u deze later nog eens kunt raadplegen.
°
C tot 35°C.
z INLEIDING
1

Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om aanvullende informatie te geven.
Dit symbool geeft informatie of aanwijzingen aan. Indien deze niet worden opgevolgd
:
kan dat resulteren in schade of letsel of storingen.
Dit symbool geeft informatie of aanwijzingen aan waardoor u meer inzicht krijgt in de
:
werking van de P-touch zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies.
Algemene voorzorgsmaatregelen
2
3
4
5
6
7
8
9
7
Page 10
INLEIDING
A B C
x

Snelindex

nelinde
ABC
Om tekst, symbolen en accenttekens in te voeren...
Tekst, symbolen en
accenttekens invoeren
Dankzij de snelindex heeft u als gebruiker snel en op eenvoudige wijze toegang tot informatie over uit te voeren taken. U zoekt hieronder de uit te voeren taak op en u gaat vervolgens naar de opgegeven pagina.
Snelindex
Als de taak waar u naar zoekt hier niet wordt vermeld, kunt u de Inhoudsopgave of Indexpagina’s raadplegen.
auto-format
ABC
ABC
function
De label opmaken...
Tekst/label
opmaakfuncties
Snij- en kantlijnbreedte­instellingen wijzigen...
Tape afsnijmogelijkheden
Streepjescodelabels creëren en afdrukken...
Streepjescodefunctie
Snelindex
8
P. 23
12345678
12345678
P. 32
P. 28
1
2
3
Meerdere kopieën(met automatische nummerfunctie) afdrukken...
Meerdere
kopie/automatische
nummerfuncties
P. 47
P. 50
ABC
De opmaak van een label opslaan...
Geheugenfunctie
P. 53
Page 11

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING............................................................................................... 1
Uw eerste label creëren ................................................................................................ 2
Veiligheidsmaatregelen................................................................................................. 4
Algemene voorzorgsmaatregelen ................................................................................. 7
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt...................................................... 7
Snelindex.......................................................................................................................8
INHOUDSOPGAVE....................................................................................................... 9
AAN DE SLAG....................................................................................... 11
De P-touch Uitpakken ................................................................................................. 11
Algemene Omschrijving .............................................................................................. 12
LCD-scherm&Toetsenbord.......................................................................................... 13
LCD-scherm.......................................................................................................... 13
Namen van Toetsen en Functies.......................................................................... 14
Spanningsvoeding....................................................................................................... 16
Oplaadbare batterij ............................................................................................... 16
Netspanningsadapter............................................................................................ 19
Een tapecassette insteken .......................................................................................... 20
In- en uitschakelen ...................................................................................................... 21
Tape doorvoeren ......................................................................................................... 22
LCD-contrast............................................................................................................... 22
EEN LABEL BEWERKEN...................................................................... 23
Invoeren en bewerken Tekst....................................................................................... 23
Tekst invoeren met het Toetsenbord .................................................................... 23
Een Nieuwe Regel Toevoegen ............................................................................. 23
De Cursor Verplaatsen ......................................................................................... 23
Tekst Invoegen ..................................................................................................... 23
Tekst Wissen ........................................................................................................ 24
Symbolen Invoeren ..................................................................................................... 24
Symbolen Invoeren Met Behulp van de Toets................................................. 24
Symbolen Invoeren Met Behulp van de Symboolfunctie ...................................... 25
Accenttekens Invoeren................................................................................................ 26
Accenttekens Invoeren met de Toets.............................................................. 26
Accenttekens Invoeren met de Toets Samengestelde Tekens............................. 26
Accenttekens Invoeren met de Accentfunctie....................................................... 27
Teken Eigenschappen Instellen .................................................................................. 28
Instelling van Labeleigenschappen ............................................................................. 30
Een streepjescodelabel maken ................................................................................... 32
Parameters voor Streepjescodes Instellen ........................................................... 32
INHOUDSOPGAVE
zINLEIDING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
9
Page 12
INLEIDING
Gegevens Streepjescode Invoeren .......................................................................33
Een Streepjescode Bewerken en Verwijderen ......................................................36
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken..........................................................36
Sjablonen Gebruiken - Voorbeeld van het maken van een Voorraadlabel............36
Blok Lay-outs Gebruiken .......................................................................................40
Automatisch Valuta Omrekenen ..................................................................................44
Setup Valuta Omrekenen ......................................................................................44
Valuta Omrekenen.................................................................................................46
AFDRUKKEN VAN LABELS ................................................................. 47
Afdrukvoorbeeld...........................................................................................................47
Een Label Afdrukken....................................................................................................47
Een Enkele Kopie Afdrukken.................................................................................47
Meerdere Kopieën Afdrukken ................................................................................48
Labels Automatisch Nummeren.............................................................................49
Afdrukken in Spiegelbeeld.....................................................................................50
Tape Afsnijmogelijkheden ............................................................................................51
Bevestigen van de labels .............................................................................................53
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN ........................................ 54
Een Label Opslaan.......................................................................................................54
Een Opgeslagen Labelbestand Openen ......................................................................55
Een Opgeslagen Labelbestand Verwijderen ................................................................56
UW P-TOUCH ONDERHOUDEN.......................................................... 57
De P-touch resetten .....................................................................................................57
Onderhoud ...................................................................................................................57
De Hoofdeenheid Reinigen....................................................................................57
De Printkop Reinigen.............................................................................................57
De Tapesnijder Reinigen .......................................................................................58
De Oplaadaansluitingen Reinigen .........................................................................58
VERHELPEN VAN STORINGEN.......................................................... 59
War moet u doen als....................................................................................................59
Foutmeldingen .............................................................................................................62
APPENDIX ............................................................................................ 65
Technische gegevens..................................................................................................65
TREFWOORDENLIJUST ...................................................................... 67
INHOUDSOPGAVE
10
Page 13

AAN DE SLAG

De P-touch Uitpakken

Controleer of u over het volgende beschikt voor u uw P-touch gebruikt.
P-touch PT-18R TZ-tapecassette
Cd-rom USB-kabel
Netspanningsadapter Oplaadbare batterij
z AAN DE SLAG
Batterijoplader Gebruikershandleiding
Software Installatie Handleiding
De P-touch Uitpakken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
Page 14
AAN DE SLAG
Toetsenbord
Oplaadaansluitingen
LCD-scherm
Aansluiting voor netspanningsadapter

Algemene Omschrijving

Tijdens transport is het LCD-scherm beschermd tegen beschadiging.
USB-poort
Verwijder deze bescherming voor u de P-touch gaat gebruiken.
Achterklep
Batterijoplader
Algemene Omschrijving
12
Tape weergave
Tape uitgang
Net-
spannings-
lampje
Achterklep opener
Aansluiting voor netspanningsadapter
Oplaadbare batterij
batterijvak
Openingspal
Printkop
TapecassettevakKlep oplaadbare
Oplaadaansluitingen
Tape­afsnijder
Page 15

LCD-scherm&Toetsenbord

LCD-scherm

456789 10
1
2
3
1. Regelnummer
Deze markering aan het begin van elke regel geeft het regelnummer aan binnen de lay-out van de label.
2. Cursor
Geeft de huidige plaats van de cursor aan. Nieuwe tekens worden aan de linkerkant van de cursor ingevoerd en het teken aan de linkerkant van de cursor wordt verwijderd als op de toets wordt gedrukt.
3. Return-markering
Geeft het einde van een tekstregel weer.
4. Caps-modus
Geef aan dat de Caps-modus is ingeschakeld.
5.~8. Stijlinstellingen
Geeft het gebruikte lettertype (5), het aantal punten (6), de tekenstijl (7) en de kaderinstellingen (8) aan.
9. Tapelengte
Geeft de tapelengte voor de ingevoerde tekst aan.
10.Cursorselectie
Geeft aan dat u de cursortoetsen kunt gebruiken om het item op het scherm te selecteren. Gebruik de toets en om een menuonderdeel te selecteren, en de toets en om de instelling te wijzigen.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
5
LCD-scherm&Toetsenbord
6
7
8
9
13
Page 16
AAN DE SLAG

Namen van Toetsen en Functies

Voor Nederland
Voor Belgie
LCD-scherm&Toetsenbord
14
Page 17
(Voeding):
• Schakelt de P-touch aan en uit.
:
• Drukt het huidige labelontwerp af op de tape.
• Opent het Afdrukkeuzemenu als deze wordt gebruikt in combinatie met de .
(Afdrukvoorbeeld):
• Geeft een afdrukvoorbeeld van de label weer.
(Doorvoeren & Afsnijden):
• Voert 22,5 mm blanco tape in en snijdt vervolgens automatisch de tape af.
:
• Opent het Tekstmenu waarin u het lettertype voor de label kunt instellen.
:
• Opent het Labelmenu waarin u het labeltype voor de label kunt instellen.
(Automatische Opmaak):
• Opent het menu Automatische Opmaak (Auto-Format) waar u labels kunt creëren met behulp van sjablonen of blokopmaken.
:
• Opent het menu Tools waarin u uw gebruikersvoorkeuren voor de P-touch in kunt stellen.
:
• Wist alle ingevoerde tekst of alle tekst en de huidige labelinstellingen.
(Backspace):
• Wist het teken links van de cursor.
• Annuleert de huidige opdracht en keert terug naar het gegevensinvoerscherm of de vorige stap.
:
• Zet de Caps-modus aan en uit. Als de Caps-modus is ingeschakeld, worden hoofdletters ingevoerd door eenvoudigweg op een tekentoets te drukken.
~ ( ~ ):
• Gebruik deze toetsen om letters of cijfers te typen.
• Hoofdletters, symbolen of accenttekens kunnen met behulp van deze toetsen worden ingevoerd in combinatie met de
, of .s
:
• Gebruik deze toets in combinatie met de letter- en nummertoetsen om hoofdletters te typen of de symbolen op de nummertoetsen.
:
• Gebruik deze toets in combinatie met de toetsen met blauwe tekens erboven om accenttekens of de aangegeven symbolen te typen of de betreffende functie te activeren.
:
• Gebruik deze om een symbool te kiezen uit een lijst met beschikbare symbolen en deze in te voeren.
:
• Gebruik deze om een accentteken te kiezen uit een lijst met beschikbare tekens en het accentteken in te voeren.
• Voert een spatie in.
• Laat de instelling teruggaan naar de
• Voert een nieuwe regel in bij het typen
• Selecteert de weergegeven optie bij het
• Annuleert de huidige opdracht en keert
• Beweegt de cursor in de richting van de
:
standaardinstelling.
(Return):
van tekst.
instellen van labelmogelijkheden in het functiemenu of bij het invoeren van symbolen of accenttekens.
(Escape):
terug naar het gegevensinvoerscherm of de vorige stap.
:
pijl bij het invoeren of bijwerken van tekens, het invoeren van symbolen of accenttekens en bij het instellen van labelmogelijkheden in het functiemenu.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LCD-scherm&Toetsenbord
15
Page 18
AAN DE SLAG

Spanningsvoeding

Uw P-touch bevat een oplaadbare batterij waardoor u de P-touch overal kunt gebruiken als deze is opgeladen, en een netspanningsadapter waardoor u de P-touch kunt blijven gebruiken als de batterij leeg raakt door deze op de netspanning aan te sluiten.

Oplaadbare batterij

De batterij kan worden opgeladen door de P-touch op de batterijopladersteun te plaatsen.
Indien u na aanschaf de P-touch meteen wilt gebruiken of als u merkt dat de batterij leeg raakt, dan sluit u de netspanningsadapter op de P-touch aan.
Plaatsen van de oplaadbare batterij
• Zet de P-touch uit als u de oplaadbare batterij wilt plaatsen of verwijderen.
• Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit apparaat ontworpen batterijoplader voor het opladen van de meegeleverde oplaadbare batterij.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de batterijoplader niet. Gebruik geen batterij waarvan de kunststof afdekking is verwijderd of beschadigd.
Druk op de opener op de achterklep en open de
1
achterklep.
16
Schuif de klep van het batterijvak in de richting van
2
de pijl en open het vak.
Sluit de batterij aan zoals afgebeeld. Zorg ervoor
3
dat de verbindingen naar de stekker overeenkomen met de zwarte en rode stickers op het vak.
Spanningsvoeding
Page 19
Plaats de batterij in het batterijvak en druk de
4
draden in het compartiment zodat deze niet kunnen worden beschadigd door het deksel van het batterijvak.
Plaats het deksel van het batterijvak terug en sluit de achterklep.
5
Openingspal
Zorg ervoor dat de openingspal omhoog staat als u de achterklep sluit. De achterklep kan niet worden gesloten als de openingspal omlaag staat.
De batterij opladen
Steek de stekker aan het snoer van de
1
netspanningsadapter in de aansluiting op de batterijoplader en steek de stekker van de netspanningsadapter in een stopcontact.
z AAN DE SLAG
1
2
Plaats de P-touch op de batterijoplader. Als
2
deze goed op de batterijoplader is geplaatst, gaat het netvoedingslampje op de P-touch branden.
Oplaadtijd ongeveer 12 uur
De P-touch kan in beide richtingen in de batterijoplader worden geplaatst.
Netspan­ningslampje
Spanningsvoeding
3
4
5
6
7
8
9
17
Page 20
AAN DE SLAG
• Het lampje van de netspanning blijft branden als de P-touch in de batterijoplader staat en de netspanningsadapter is aangesloten op de batterijoplader of als de netspanningsadapter is aangesloten op de P-touch ongeacht of de batterij is geplaatst of het opladen is voltooid.
• Zorg ervoor dat de P-touch voor gebruik is opgeladen.
• Sluit de netspanningsadapter direct op de P-touch aan als u merkt dat de batterij leeg raakt.
• Plaats de P-touch na gebruik terug op de batterijoplader. Als de P-touch niet op de batterijoplader wordt geplaatst, loopt de batterij leeg, zelfs als de P-touch niet wordt gebruikt.
• De P-touch wordt niet beschadigd als deze op de oplader wordt geplaatst met een opgeladen batterij.
• De batterij kan niet goed worden opgeladen als de netspanning lager is dan het vereiste voltage.
De oplaadbare batterij vervangen
De batterij moet vervangen worden als de P-touch maar een korte tijd gebruikt kan worden zelfs na het opladen van de batterij. De batterij moet, afhankelijk van het gebruik, over het algemeen na een jaar vervangen worden. De batterij mag alleen vervangen worden door de gespecificeerde oplaadbare batterij (BA-18R).
De nieuwe batterij moet gedurende twaalf uur worden opgeladen.
Druk op de opener op de achterklep en open deze.
1
Schuif de klep van het batterijvak in de richting van de pijl en open het vak.
2
Verwijder de oude batterij en maak de
3
aansluiting los.
18
Sluit de stekker aan op de batterijdraden en plaats een nieuwe batterij in het vak.
4
Zie “Plaatsen van de oplaadbare batterij” op pagina 16 voor meer informatie.
Plaats het deksel van het batterijvak terug en sluit de achterklep.
5
• Gooi de oude batterijen weg volgens de plaatselijke richtlijnen voor het weggooien van Ni­MH batterijen.
• Verwijder of beschadig de kunststof afdekking van de oude batterij niet. Haal de oude batterij niet uit elkaar.
Spanningsvoeding
Page 21

Netspanningsadapter

Sluit de netspanningsadapter aan op de P-touch.
Steek de kleine stekker van de netspanningsadapter in de met "DC IN 9,5V"
1
gemerkte aansluiting op de P-touch.
Steek de stekker van de netspanningsadapter in een standaard stopcontact.
2
• Zet de P-touch uit voor u de netspanningsadapter losmaakt.
• Ontkoppel de netspanningsadapter van de P-touch en het stopcontact als u de P-touch voor een langere periode niet gebruikt.
• Buig de kabel van de netspanningsadapter niet met veel kracht en trek er niet te hard aan.
• Gebruik voor de P-touch uitsluitend de speciaal ontworpen netspanningsadapter (AD-18ES). Als een niet-standaard stopcontact wordt gebruikt, kan dat letstel of beschadigingen als gevolg hebben. Brother is niet aansprakelijk voor letsel of schade als gevolg van het niet gebruiken van de opgegeven netspanningsadapter.
• Steek de stekker van de netspanningsadapter niet in een niet-standaard stopcontact. Als een niet-standaard stopcontact wordt gebruikt, kan dat letstel of beschadigingen als gevolg hebben. Brother is niet aansprakelijk voor letsel of schade als gevolg van het gebruik van niet­standaard stopcontact.
z AAN DE SLAG
1
2
3
4
Spanningsvoeding
5
6
7
8
9
19
Page 22
AAN DE SLAG

Een tapecassette insteken

Tapecassettes van 6 mm, 9 mm, 12 mm of 18 mm breed kunnen in uw P-touch worden gebruikt. Gebruik alleen tapecassettes met de markering .
Als u een nieuwe cassette gebruikt voorzien van een kartonnen stopper, vergeet dan niet de stopper uit de cassette te nemen.
WATNLATION
Controleer of het einde van de tape niet is
1
omgebogen en dat de tape door de tapegeleider kan worden gevoerd.
Druk, nadat u heeft gecontroleerd dat het apparaat
2
is uitgeschakeld, op de opener op de achterklep en open deze. Als er al een tapecassette in de P-touch zit, neemt u de cassette uit de houder door deze recht omhoog te trekken.
Plaats de tapecassette in de cassettehouder
3
waarbij het einde van de tape in de richting van de tapeuitgang van de P-touch wijst en druk er stevig op tot u een klik hoort.
Let er bij het insteken van de tapecassette op dat de tape en het inktlint niet achter de printkop blijven haken.
Einde van de tape
Tapegeleider
Tapeuitgang
Een tapecassette insteken
20
Page 23
Sluit de achterklep.
4
• Zorg ervoor dat de openingspal omhoog staat als u de achterklep sluit. De achterklep kan niet worden gesloten als de openingspal omlaag staat.
• Voer, na het plaatsen van de tapecassette, de tape door tot de tape en het inktlint strak staan. Zie “Tape doorvoeren” op pagina 22 voor meer informatie.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint met de tape naar buiten.
• Berg de tapecassettes op in een koele, donkere plaats, dus niet op een plaats met veel zonlicht en hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid of stof. Gebruik de tapecassette zo snel mogelijk na het openen van de verpakking.

In- en uitschakelen

Druk op de toets om de P-touch in te schakelen. Druk weer op de toets om de P-touch uit te schakelen.
z AAN DE SLAG
• Uw P-touch is uitgerust met een energiespaarstand waardoor de P-touch na een bepaalde tijd en onder bepaalde omstandigheden automatisch wordt uitgeschakeld als er geen toets wordt ingedrukt. Raadpleeg de tabel voor automatisch uitschakelen hieronder voor meer informatie.
• Als de batterij is opgeladen of de P-touch wordt aangesloten op een stopcontact via de netspanningsadapter, wordt informatie over het laatste gebruik weergegeven als de P-touch wordt ingeschakeld.
zEnergiespaarstand-uitschakeltijdz
Alleen P-touch Aangesloten op pc
Met netspanningsadapter
Met batterij
1 uur 1 uur
5 minuten
5 minuten zonder gebruik
1 uur na het afdrukken via de pc.
In- en uitschakelen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
21
Page 24
AAN DE SLAG

Tape doorvoeren

De Doorvoer&Afsnij-functie voert 22,5 mm blanco tape in en snijdt vervolgens de tape af.
• Voer, na het plaatsen van de tapecassette, de tape door tot de tape en het inktlint strak staan.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint met de tape naar buiten.
• Blokkeer de tapeuitgang niet tijdens afdrukken of bij het doorvoeren van de tape. De tape kan dan vastlopen.
Druk op toets .
1
“Feed&Cut?” (Doorvoeren&Afsnijden?) verschijnt op het scherm.
Druk op de toets om de tape door te voeren.
2
Het bericht “Feeding Tape... Please Wait” (tape wordt doorgevoerd, een ogenblik geduld), verschijnt als de tape wordt doorgevoerd waarna de tape wordt afgesneden.
Druk op als “Feed&Cut?” (Doorvoeren&Afsnijden?) wordt weergegeven om het tapedoorvoeren te annuleren.

LCD-contrast

U kunt de contrastinstelling van het LCD-scherm instellen tot vijf niveaus (+2, +1, 0, -1,
-2) zodat u het scherm beter kunt aflezen. De standaardinstelling is “0”.
Druk op toets om het “Tools” (Instellingen)-menu
1
weer te laten geven, selecteer “LCD Contrast” met behulp van toets of , en druk dan op de toets.
Selecteer een contrastniveau met toets of .
2
Het schermcontrast wijzigt elke keer als u op toets of drukt, zodat u het contrast naar uw voorkeur kunt instellen.
Druk op toets .
3
22
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Door op de toets op het scherm contrastinstellingen te drukken keert de contrastinstelling terug naar de standaardinstelling “0”.
Tape doorvoeren
Page 25

EEN LABEL BEWERKEN

Invoeren en bewerken Tekst

Het gebruik van het toetsenbord van de P-touch is bijna identiek aan dat van een typemachine of tekstverwerker.

Tekst invoeren met het Toetsenbord

• U drukt eenvoudigweg op de gewenste toets om kleine letters en cijfers in te voeren.
• Om een spatie in de tekst in te voeren, drukt u op de toets.
• Om een hoofdletter of een van de symbolen op de nummertoetsen in te voeren, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de gewenste toets.
• Om voortdurend hoofdletters in te voeren, drukt u op de toets om de Caps-modus in te schakelen en vervolgens drukt u op de gewenste toetsen.
• Druk nogmaals op de toets om de Caps-modus weer uit te schakelen.
• Om kleine letters in te voeren, terwijl de Caps-modus is ingeschakeld, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de toets van uw keuze.

Een Nieuwe Regel Toevoegen

• Om de huidige regel van tekst te beëindigen en met een nieuwe regel te beginnen, drukt u op de toets. Er verschijnt een returnmarkering aan het einde van de regel en de cursor gaat naar het begin van een nieuwe regel.
• Er is een maximaal aantal tekstregels dat kan worden ingevoerd voor elke tapebreedte. Bij tape van 18 mm kunnen maximaal vijf regels worden ingevoerd. Het maximaal aantal regels bij tape van 12 mm is drie en er kunnen maximaal twee regels voor tape van 9 mm en 6 mm worden ingevoerd.
• Als u op de toets drukt terwijl er al vijf regels zijn, wordt een foutmelding weergegeven.
z EEN LABEL BEWERKEN

De Cursor Verplaatsen

• Om de cursor naar links, naar rechts, omhoog of omlaag te bewegen, drukt u op de , of toets. Iedere keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de cursor een
spatie of regel verplaatst.
• Om de cursor naar het begin of einde van de huidige regel te verplaatsen, houdt u
de toets ingedrukt en vervolgens drukt u op de of toets.
• Om de cursor naar het begin of einde van de tekst te verplaatsen, houdt u de toets
ingedrukt en vervolgens drukt u op de of toets.

Tekst Invoegen

• Om een aanvullende tekst in een bestaande regel in te voegen, beweegt u de cursor
naar het volgende teken aan de rechterkant van de positie waar u wilt beginnen met invoegen en dan voert u de extra tekst in. De nieuwe tekst wordt links van de cursor ingevoegd.
Invoeren en bewerken Tekst
1
2
3
4
5
6
7
8
9
23
Page 26
EEN LABEL BEWERKEN

Tekst Wissen

Een teken per keer wissen
• Om een teken uit een bestaande regel te verwijderen, beweegt u de cursor naar het volgende teken aan de rechterkant van de positie waar u wilt beginnen met verwijderen en vervolgens drukt op de toets. Het teken links van de cursor wordt iedere keer verwijderd als de toets wordt ingedrukt.
Als u de toets ingedrukt houdt, worden de tekens aan de linkerkant van de cursor voortdurend gewist.
Alle tekst in een keer verwijderen
• Gebruik de toets om alle tekst in een keer te verwijderen.
Druk op de toets.
1
De Wisopties worden weergegeven.
Met behulp van de of toets, selecteert u “Text
2
Only” (Alleen tekst) om alle tekst te wissen met behoud van de opmaakinstellingen, of selecteert u “Text&Format” (Tekst en Opmaak) om alle tekst en de opmaakinstellingen te wissen.
Druk op de toets om terug te keren naar het tekstinvoerscherm.
Druk op de toets.
3
Alle tekst is verwijderd. Alle opmaakinstellingen worden ook verwijderd als “Text&Format” (Tekst en Opmaak) is geselecteerd.

Symbolen Invoeren

Er zijn in totaal 103 symbolen, inclusief de internationale symbolen en uitgebreide ASCI-tekens, op het toetsenbord beschikbaar met de Symbool-functie. Symbolen kunnen op twee manieren worden ingevoerd:
• Met behulp van de toets.
• Met behulp van de Symboolfunctie.

Symbolen Invoeren Met Behulp van de Toets

Symbolen die in blauw zijn weergegeven op de toetsen van het toetsenbord kunnen worden ingevoerd met de toets.
• Om een van deze symbolen in te voeren, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de toets van uw keuze.
Symbolen Invoeren
24
Page 27

Symbolen Invoeren Met Behulp van de Symboolfunctie

De symboolfunctie bevat 103 symbolen.
Druk op de toets.
1
Een lijst met symbolen wordt weergegeven.
Het laatst ingevoerde symbool is geselecteerd in de weergegeven lijst.
Selecteer een groep met de of toets en
2
selecteer dan een symbool met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het geselecteerde symbool wordt in de tekstregel gevoegd.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel met symbolen voor een compleet overzicht van alle beschikbare groepen en symbolen.
zSymbolenlijstz
Groep Symbolen
(A) Interpunctie (B) Zakelijk (C) Wiskundig (D) Haakje (E) Pijl (F) Eenheid (G)
Internationaal (H) Nummer (I) Pictogram (J) Elektrisch (K) Overig
Het gebruik van het merkteken CE wordt strikt bepaald door één of meer richtlijnen van de Raad van Europa. Wanneer u labels produceert waarop dit merkteken wordt gebruikt, dient u zich aan de betreffende richtlijnen te houden.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Symbolen Invoeren
25
Page 28
EEN LABEL BEWERKEN

Accenttekens Invoeren

De P-touch kan een set accenttekens, zoals samengestelde tekens die bestaan uit een letter (bijv. Ä) en een accent en andere taalafhankelijke tekens, weergeven en afdrukken. Accenttekens kunnen op drie manieren worden ingevoerd:
• Met behulp van de toets.
• Met behulp van de samengestelde tekentoetsen.
• Met behulp van de Accentfunctie.

Accenttekens Invoeren met de Toets

Accenttekens die in blauw zijn weergegeven op de toetsen van het toetsenbord, kunnen worden ingevoerd met de toets.
• Om een van deze symbolen in te voeren, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de toets van uw keuze.

Accenttekens Invoeren met de Toets Samengestelde Tekens

Samengestelde tekens bestaan uit een letter en een accentteken. De beschikbare accenttekens zijn ^, ¨, ´, `, en
Houd de toets ingedrukt en druk dan op de toets
1
voor het gewenste accentteken. Het accentteken wordt weergegeven.
Type de gewenste letter.
2
Het samengestelde teken wordt in de tekstregel gevoegd.
~
.
Raadpleeg de Tabel met Samengestelde Tekens voor een compleet overzicht van de beschikbare accenttekens en samengestelde tekens.
zLijst Samengestelde Tekensz
Accentteken Samengestelde tekens
^
¨ ´ `
~
Accenttekens Invoeren
26
Page 29

Accenttekens Invoeren met de Accentfunctie

De Accentfunctie bevat 119 accenttekens.
Druk op de toets.
1
Het scherm met de accentengroep wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt met de Accentfunctie.
Type de letter voor het gewenste samengestelde
2
teken of druk op de toets en selecteer deze met de of toets.
Ga door met het typen van dezelfde letter tot het
3
gewenste samengestelde teken is geselecteerd of selecteer deze met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
4
Het samengestelde teken voor in de tekstregel ingevoegd.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de Tabel met Accenttekens voor een compleet overzicht van de beschikbare accenttekens.
zLijst Accenttekensz
Teken Accenttekens Teken Accenttekens
a N A o
c O C r d R D s e S E t g T G u
i U I y
l Y L z n Z
Accenttekens Invoeren
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
27
Page 30
EEN LABEL BEWERKEN

Teken Eigenschappen Instellen

Met behulp van de toets kunt u een lettertype selecteren en de grootte, breedte en opmaak aanpassen.
Druk op de toets.
1
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Instellingsmogelijkheden voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
• Kleine tekens zijn misschien moeilijk leesbaar als een bepaald opmaak wordt toegepast (zoals Shadow (Schaduw) en Italic (Cursief)).
• Bij het selecteren van de "S", "M" en "L" bij de grootte van de tekst, wijkt de werkelijke afmeting af bij afdrukken afhankelijk van welke tapecassettebreedte is geïnstalleerd en het aantal regels op de label.
Eigenschap Waarde Resultaat
Font
(Lettertype)
Teken Eigenschappen Instellen
28
zInstellingsmogelijkhedenz
HEL
(Helsinki)
BRU
(Brussels)
FLO
(Florida)
BEL
(Belgium)
Page 31
Eigenschap Waarde Resultaat
L
(groot)
z EEN LABEL BEWERKEN
Size (Grootte)
Width (breedte)
Style1
(opmaak 1)
M
(middel)
S
(klein)
2
1
2/3
1/2
OFF (uit)
BLD
(Bold) (vet)
OUT
(Outline) (omtrek)
SHD
(Shadow) (schaduw)
OFF (uit)
1
2
3
4
Style2
(opmaak 2)
Door de instellingen van “Style1” en “Style2”te combineren kunt u de volgende tekenopmaken gebruiken: Italic Bold, Italic Outline, Italic Shadow, Vertical Bold, Vertical Outline en Vertical Shadow.
ITL
(Italic) (cursief)
VRT
(Vertical) (verticaal)
Teken Eigenschappen Instellen
5
6
7
8
9
29
Page 32
EEN LABEL BEWERKEN

Instelling van Labeleigenschappen

Met behulp van de toets, kunt u een label maken met een kader om de tekst en de lengte van de label opgeven. De tekst kan op drie manieren op de label worden uitgelijnd.
Druk op de toets.
1
De huidige instellingen worden weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die eigenschap in met de of toets. Als de “Length” (lengte) is ingesteld op “Fixed” (vast) druk dan nogmaals op de toets en stel de lengte van de label in met de of toets of de nummertoetsen.
Houd bij het instellen van de lengte van de label de of toets ingedrukt om de waarde in stappen van 10 te wijzigen.
Druk op de toets om de instellingen toe te
3
passen.
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Instellingsmogelijkheden voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
Eigenschap Waarde Resultaat
Frame
(Kader)
Instelling van Labeleigenschappen
30
zInstellingsmogelijkhedenz
OFF (uit)
1
2
3
Page 33
Eigenschap Waarde Resultaat
4
5
6
7
8
z EEN LABEL BEWERKEN
Frame
(Kader)
Align
(Uitlijnen)
Length
(Lengte)
9
10
11
12
13
14
L
(Links)
C
(Midden)
R
(Rechts)
Auto
(Automatisch)
Fixed
(Vast)
De lengte van de label wordt automatisch aangepast aan de hoeveelheid ingevoerde tekst.
De lengte van de label kan binnen het bereik van 40 - 300 mm worden ingesteld
1
2
3
4
5
6
7
8
.
9
Instelling van Labeleigenschappen
31
Page 34
EEN LABEL BEWERKEN

Een streepjescodelabel maken

Met behulp van de Streepjescodefunctie kunt u labels met streepjescodes maken voor producten die langs de kassa gaan, voor opslagsystemen en andere systemen waarvoor een streepjescode gebruikt wordt. Ook kunnen deze voorraadlabels gebruikt worden voor een voorraadbeheersysteem.
• De P-touch is niet speciaal ontwikkeld voor het maken van labels met streepjescodes. Controleer altijd of de streepjescodes kunnen worden afgelezen.
• Het beste resultaat krijgt u als u de streepjescodes met zwarte inkt op witte tape afdrukt. Met sommige afleesapparaten kunnen de streepjescodes niet worden afgelezen als deze op gekleurde tape of met een andere kleur dan zwart zijn afgedrukt.
• Gebruik de instelling “Large” (groot) voor “Width” (breedte) waar mogelijk. Met sommige afleesapparaten kunnen de streepjescodes niet worden afgelezen als instelling “Small” (klein) wordt gebruikt.
• Door een groot aantal labels met streepjescodes af te drukken, kan de printkop oververhit raken waardoor de kwaliteit van de afdruk afneemt.

Parameters voor Streepjescodes Instellen

Druk op toets om het “Tools” (Instellingen)-menu
1
weer te laten geven, selecteer “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode) met behulp van toets of
, en druk dan op de toets. Het scherm “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
2
toets, en stel vervolgens de waarde voor die eigenschap in met de of toets.
De functie "C-Digit" is alleen beschikbaar voor de CODE39, I-2/5 en CODABAR protocollen.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Streepjescode-instellingen voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
Een streepjescodelabel maken
32
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet op de toets drukt.
Page 35
zStreepjescode-instellingenz
Eigenschap Waarde
Protocol
Width (breedte)
Under# (onder#)
(tekens onder de
streepjescode)
C.Digit
(controlecijfer)
CODE39

Gegevens Streepjescode Invoeren

Druk op toets om het“Tools” (Instellingen)-menu weer
1
te laten geven, selecteer “Bar Code Input” met behulp van toets of , en druk dan op de toets. Het scherm “Bar Code Input” wordt weergegeven.
Er kan slechts een streepjescode per label worden ingevoerd.
Type de gegevens van de streepjescode in.
2
Speciale tekens kunnen worden ingevoerd in de streepjescode bij het gebruik van CODE39, CODABAR, CODE128 of EAN128 protocollen. Indien u geen speciale tekens gebruikt, ga dan verder naar stap 5.
Druk op de toets.
3
Er wordt een lijst met tekens die beschikbaar zijn voor het huidige protocol weergegeven.
Selecteer een teken met behulp van de of toets
4
en druk vervolgens op de toets om het teken in de streepjescode te voegen.
, CODE128, EAN8, EAN13, EAN128,
UPC-A, UPC-E, I-2/5 (ITF), CODABAR
(alleen beschikbaar voor CODE39, I-2/5
en CODABAR protocollen)
z EEN LABEL BEWERKEN
Large (groot)
Small (klein)
ON (aan)
OFF (uit)
OFF (uit)
ON (aan)
1
2
3
4
5
6
7
8
Een streepjescodelabel maken
9
33
Page 36
EEN LABEL BEWERKEN
Druk op de toets om de streepjescode in de label
5
te voegen. Er worden twee streepjescodemarkeringen in de tekst weergegeven.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Speciale Tekens voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
Een streepjescodelabel maken
34
Page 37
zLijst Speciale Tekensz
CODE39 CODABAR
Code Speciaal Teken Code Speciaal Teken
0 0 1 1 2 (SPACE) 2 3 3 4 4 5 5 6
CODE128, EAN128
Code Speciaal Teken Code Speciaal Teken Code Speciaal Teken
0 (SPACE) 24 48 DC3 1 25 49 DC4 2 26 50 NAK 3 27 51 SYN 4 28 NUL 52 ETB 5 29 53 CAN 6 30 SHO 54 EM 7 31 STX 55 SUB 8 32 ETX 56 ESC
9 33 EOT 57 10 34 ENQ 58 FS 11 35 ACK 59 12 36 BEL 60 GS 13 37 BS 61 14 38 HT 62 RS 15 39 LF 63 16 40 VT 64 US 17 41 FF 65 DEL 18 42 CR 66 FNC3 19 43 SO 67 FNC2 20 44 SI 68 FNC4 21 45 DLE 69 FNC1 22 46 DC1 23 47 DC2
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Een streepjescodelabel maken
35
Page 38
EEN LABEL BEWERKEN

Een Streepjescode Bewerken en Verwijderen

• Om de gegevens van een streepjescode die al in een label is gevoegd, te bewerken, plaatst u de cursor onder een van de twee streepjescodemarkeringen op het gegevensinvoerscherm en opent u vervolgens het scherm “Bar Code Input”. Zie “Gegevens Streepjescode Invoeren” op pagina 33 voor meer informatie.
• Om de instellingen “Width” (breedte) en “Under#” (onder#) van een streepjescode die al in een label is gevoegd, te bewerken, plaatst u de cursor onder een van de twee streepjescodemarkeringen op het gegevensinvoerscherm en opent u vervolgens het scherm “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode). Zie “Parameters voor Streepjescodes Instellen” op pagina 32 voor meer informatie.
• Om een streepjescode van een label te verwijderen, plaatst u de cursor aan de rechterkant van de streepjescodemarkering op het gegevensinvoerscherm en drukt u op de toets.

Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken

Met behulp van de Automatische Opmaakfunctie kunt u snel en op een eenvoudige manier labels maken voor verschillende doeleinden zoals labels voor tabbladen, labels voor apparaten, labels voor naamplaatjes. U selecteert gewoon een lay-out uit een van de tien sjablonen of uit zestien blok lay-outs, voert de tekst in en past de opmaak een beetje aan.
• In de lay-out van de automatische opmaak kunnen ook symbolen en accenttekens worden gebruikt.
• Streepjescodes kunnen worden gebruikt in de sjablonen “Asset Tag” (Voorraadlabel) en “Bin Box” (Archiefdoos).

Sjablonen Gebruiken - Voorbeeld van het maken van een Voorraadlabel

Druk op de toets om het scherm “Auto-Format”
1
(Automatische opmaak) weer te laten geven en selecteer dan “Templates” (Sjablonen) met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
2
Het meest recent gebruikte sjabloon wordt weergegeven.
Selecteer een sjabloon met de of toets.
3
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
36
Page 39
Druk op de toets.
4
Het scherm Style (opmaak) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
5
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets.
6
Het scherm “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
7
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
De functie "C-Digit" is alleen beschikbaar voor de CODE39, I-2/5 en CODABAR protocollen.
Druk op de toets.
8
Het scherm sjabloontekstinvoer wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt tijdens het invoeren van de tekst.
Voer de tekst in en druk dan op de toets.
9
Herhaal deze handeling voor elk tekstblok. Het afdrukmenu wordt weergegeven als de toets wordt ingedrukt nadat de laatste tekst is ingevoerd.
Selecteer “Print” (Afdruk) met de of toets en druk vervolgens op de
10
toets om de label af te drukken.
• Selecteer “Edit” (Bewerken) om de tekst of opmaakinstellingen te wijzigen.
• Selecteer “Quit” (Afsluiten) om de automatische opmaakfunctie af te sluiten.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
5
6
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
7
8
9
37
Page 40
EEN LABEL BEWERKEN
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in de schermen “Style” (opmaak) en “Bar Code Setup” (Setup van streepjescode) in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Sjablonen voor een compleet overzicht van alle beschikbare sjablonen.
• Als de breedte van de huidige tapecassette niet overeenkomt met de breedte van de geselecteerd lay-out, wordt er een foutmelding weergegeven als u de label wilt afdrukken. Druk op de toets of op een andere toets om de foutmelding te annuleren en plaats een tapecassette met de goede breedte.
• Als het aantal ingevoerde tekens meer is dan toegestaan, wordt er een foutmelding weergegeven als de toets wordt ingedrukt. Druk op de toets of een andere toets om de foutmelding te annuleren en verminder het aantal gebruikte tekens.
Afdrukweergave en afdrukmogelijkheden voor sjablonen
• Als het afdrukmenu wordt weergegeven, drukt u op de toets om de opmaak van de label te bekijken.
• Druk op de toets om de label direct vanuit het afdrukweergavescherm af te drukken.
• Om meerdere kopieën, opeenvolgend genummerde kopieën of een gespiegelde weergave van de label af te drukken, houdt u in het weergegeven afdrukmenu de toets ingedrukt en drukt u op de toets om het menu afdrukmogelijkheden weer te laten geven.
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
38
Page 41
zSjablonenz
Eigenschap Waarde Details
Binder Spine
Template Name (Sjabloonnaam)
(Ordner rug)
File Tab
(Ruiter)
Hanging Folder
(Hangmap)
Asset Tag
(Voorraadlabel)
Bin Box
(Archiefdoos)
Equipment Label
(Etiket)
(18 mm x 254 mm)
(12 mm x 89 mm)
(12 mm x 45 mm)
(18 mm x 70 mm)
(18 mm x 76 mm)
(18 mm x 58 mm)
z EEN LABEL BEWERKEN
Faceplate (VRT)
(Voorkant (VRT))
Cable Wrap
(Tag)
Name Badge 1
(Naamplaatje 1)
Name Badge 2
(Naamplaatje 2)
(12 mm x 70 mm)
(18 mm x 39 mm)
(18 mm x 58 mm)
(12 mm x 70 mm)
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
39
Page 42
EEN LABEL BEWERKEN

Blok Lay-outs Gebruiken

Druk op de toets om het scherm “Auto-Format”
1
(Automatische opmaak) weer te laten geven en selecteer dan “Block Layouts” (Blok lay-outs) met behulp van de of toets.
Druk op de toets om het scherm “Tape Width”
2
(Lintbreedte) weer te laten geven en selecteer dan een tapebreedte met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
3
Als de tapebreedte niet is gewijzigd, wordt de meest recente blok lay-out weergegeven. Als de tapebreedte wel is gewijzigd, wordt de standaard blok lay-out voor de nieuwe tapebreedte weergegeven.
Selecteer een blok lay-out met de of toets.
4
Druk op de toets.
5
Het scherm “Style” (opmaak) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
6
toets, en stel vervolgens de waarde voor die
eigenschap in met de of toets.
Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
Druk op de toets.
7
Het scherm blok lay-out tekstinvoer wordt weergegeven.
De Caps-modus kan worden gebruikt tijdens het invoeren van de tekst.
Voer de tekst in en druk dan op de toets.
8
Herhaal deze handeling voor elk tekstveld. Het afdrukmenu wordt weergegeven als de toets wordt ingedrukt nadat de tekst in het laatste tekstveld is ingevoerd.
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
40
Page 43
Selecteer “Print” (Afdruk) met de of toets en druk vervolgens op de
9
toets om de label af te drukken.
• Selecteer “Edit” (Bewerken) om de tekst of opmaakinstellingen te wijzigen.
• Selecteer “Change Layout” (Layout wijzigen) als u een andere lay-out wilt gebruiken.
• Selecteer “Quit” (Afsluiten) om de automatische opmaakfunctie af te sluiten.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Blok Lay-outs voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
• Het bericht “Clear All Text?” (Alle tekst wissen?) wordt weergegeven als de toets wordt ingedrukt tijdens het invoeren van tekst. Druk op de toets om alle tekst te verwijderen, of druk op de toets om de tekst niet te verwijderen.
• Als de breedte van de gebruikte tapecassette niet overeenkomt met de ingestelde breedte van de gekozen lay-out, wordt een foutmelding weergegeven als u een afdrukvoorbeeld van de label oproept of de label probeert af te drukken. Druk op de toets of op een andere toets om de foutmelding te annuleren en plaats een tapecassette met tape met de juiste breedte.
• Als het aantal ingevoerde tekens het maximum overschrijdt, wordt een foutmelding weergegeven als de toets wordt ingedrukt. Druk op de toets of op een andere toets om de foutmelding te annuleren en het aantal gebruikte tekens aan te passen.
Afdrukvoorbeeld en afdrukmogelijkheden in blok lay-outs
• Als het afdrukmenu wordt weergegeven tijdens de hierboven beschreven procedure, drukt u op de toets om een afdrukvoorbeeld van de lay-out te bekijken.
• Om de label vanuit het scherm Afdrukvoorbeeld af te drukken, drukt u op de toets.
• Om meerdere kopieën, opeenvolgende genummerde kopieën of een gespiegelde weergave van de label af te drukken, houdt u de toets ingedrukt en drukt u op de
toets om het scherm “Print Options” weer te geven als het afdrukmenu wordt
weergegeven.
z EEN LABEL BEWERKEN
1
2
3
4
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
5
6
7
8
9
41
Page 44
EEN LABEL BEWERKEN
zBlok Lay-outz
Eigenschap Waarde Details
2 Line A
(2 Regel A)
2 Line B
(2 Regel B)
3 Line
(3 Regel)
Block layout (Blok lay-out) (18 mm tape)
Block layout (Blok lay-out) (12 mm tape)
1+2 Line A
(1+2 Regel A)
1+2 Line B
(1+2 Regel B)
1+3 Line
(1+3 Regel)
1+4 Line
(1+4 Regel)
1+5 Line
(1+5 Regel)
2 Line A
(2 Regel A)
2 Line B
(2 Regel B)
3 Line
(3 Regel)
1+2 Line
(1+2 Regel)
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
42
Page 45
Eigenschap Waarde Details
2 Line A
(2 Regel A)
Block layout
(Blok lay-out)
(9 mm tape)
Block layout
(Blok lay-out)
(6 mm tape)
2 Line B
(2 Regel B)
1+2 Line
(1+2 Regel)
1+2 Line
(1+2 Regel)
z EEN LABEL BEWERKEN
1
Lay-out voor Automatische Opmaak Gebruiken
2
3
4
5
6
7
8
9
43
Page 46
EEN LABEL BEWERKEN

Automatisch Valuta Omrekenen

Met behulp van de valuta-omrekenfunctie kunt u op eenvoudige wijze Euro’s omrekenen naar andere valuta en vice versa en de twee prijzen op de label vermelden. Selecteer de valuta waar u mee wilt werken en de lay-out om gemakkelijk labels te maken met zowel de prijs in Euro’s als in een andere valuta.

Setup Valuta Omrekenen

Druk op de toets om het scherm “Tools”
1
(Instellingen) menu weer te laten geven en selecteer vervolgens “Currency Setup” met behulp van de of
toets.
Druk op de toets.
2
Het scherm “Currency Setup” (Setup van valuta) wordt weergegeven.
Selecteer een eigenschap met behulp van de of
3
toets, en stel vervolgens de waarde voor die eigenschap in met de of toets, of voer de wisselkoers in met behulp van de numerieke toetsen.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
4
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet op de toets drukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Druk op de toets om de geselecteerde eigenschap op de standaardwaarde in te stellen.
• Raadpleeg de tabel Valuta Omrekenopties voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
Automatisch Valuta Omrekenen
44
Page 47
zValuta Omrekenoptiesz
Eigenschap Waarde Details
CHF (Zwitserse frank)
DKK (Deense kroon) GBP (Britse pond) NOK (Noorse kroon)
Currency
(Valuta)
Order
(Volgorde)
Separator
(Scheidingsteken)
Rate (Koers) Voer de wisselkoers in
SEK (Zweedse kroon) AUD (Australische dollar) CAD (Canadese dollar) HKD (Hongkong dollar) USD (Amerikaanse dollar) ANY1 ANY2
EUR 1st
EUR 2nd
/
(SPACE)
( ) (nieuwe regel)
z EEN LABEL BEWERKEN
1
-
2
Automatisch Valuta Omrekenen
3
4
5
6
7
8
9
45
Page 48
EEN LABEL BEWERKEN

Valuta Omrekenen

Druk op de toets om het “Tools” (Instellingen)-
1
menu te laten weergegeven en selecteer dan “Currency Conversion” (Valuta Omrekenen) met behulp van de of toets.
Druk op de toets.
2
Het scherm “Currency Conversion” (Valuta Omrekenen) wordt weergegeven.
Selecteer welke valuta naar welke valuta moet
3
worden omgerekend met de of toets en type de waarde in die moet worden omgerekend.
Druk op de toets om het omrekenen te voltooien.
4
Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
Automatisch Valuta Omrekenen
46
Page 49

AFDRUKKEN VAN LABELS

Afdrukvoorbeeld

Met de functie Afdrukvoorbeeld kunt u de lay-out van de label controleren voor deze op de label wordt afgedrukt.
Druk op de toets.
1
De label wordt op het scherm weergegeven. De lengte van de label wordt in de rechter benedenhoek van het scherm weergegeven. Druk op de of toets om naar links of rechts te gaan. Druk op de of toets om de grootte van het afdrukvoorbeeld aan te passen.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
• Druk op de toets om terug te keren naar het tekstinvoerscherm.
• Om naar links of naar rechts van het afdrukvoorbeeld te gaan, houdt u de en drukt u op de of
• Om de label vanuit het scherm Afdrukvoorbeeld af te drukken, drukt u op de toets of opent u het Printmenu en selecteert u een optie. Raadpleeg "Een Label Afdrukken" hieronder voor meer informatie.
• Het afdrukvoorbeeld is een schermweergave van de label en kan verschillen met de afdruk.
toets.
toets ingedrukt

Een Label Afdrukken

Nadat de tekst is ingevoerd en de label is opgemaakt, kunt u de label afdrukken. In aanvulling op het afdrukken van een enkele kopie van een label, is uw P-touch uitgerust met verschillende afdrukmogelijkheden waardoor u meerdere kopieën, labels met opeenvolgende nummers of gespiegelde labels kunt afdrukken.
• Trek niet aan de label die uit de tapeuitgang steekt. Als u dat wel doet, komt het inktlint met de tape naar buiten.
• Blokkeer de tapeuitgang niet tijdens afdrukken of bij het doorvoeren van de tape. De tape kan dan vastlopen.
• Controleer of er nog genoeg tape is als u veel labels in een keer wilt afdrukken. Als de tape bijna op is, stel dan het aantal kopieën lager in of druk een label per keer af.
• Als de tape strepen vertoont, is de tapecassette leeg. Als dit tijdens afdrukken gebeurt, druk dan op de toets om de P-touch uit te schakelen. Voortdurend afdrukken kan beschadigingen veroorzaken.

Een Enkele Kopie Afdrukken

Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar
1
is.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Afdrukvoorbeeld
47
Page 50
AFDRUKKEN VAN LABELS
Druk op de toets.
2
De melding rechts wordt weergegeven als de label wordt afgedrukt.
Om het afdrukken te stoppen, drukt u op de toets om de P-touch uit te schakelen.
• Als de batterij bijna leeg is, verschijnt de melding “Recharge Battery!” (batterij opladen) na het afdrukken. Laad, voordat u verdergaat met afdrukken, eerst de batterij op of sluit de netspanningsadapter aan op de P-touch als u meteen wilt doorgaan met afdrukken.
• Er verschijnen verschillende meldingen als u op de toets drukt. Raadpleeg “Foutmeldingen” op pagina 62 voor meer informatie over eventuele meldingen.

Meerdere Kopieën Afdrukken

Met deze functie kunt u tot maximaal 99 afdrukken van dezelfde label maken.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar is.
1
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets om
2
het scherm Printoptions weer te laten geven, selecteer vervolgens “Copies” (Kopieen) met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “Copies”
3
(Kopieen) weer te laten geven en stel het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken met behulp van de of toets of type het aantal in met de nummertoetsen.
Houd de of toets ingedrukt om het aantal in stappen van vijf aan te passen.
4
Een Label Afdrukken
48
Druk op de toets. De melding rechts wordt weergegeven als de labels worden afgedrukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De tape wordt automatisch afgesneden nadat elke kopie is afgedrukt, behalve als deze functie anders is ingesteld. Raadpleeg “Tape Afsnijmogelijkheden” op pagina 51 voor informatie over het wijzigen van deze instelling.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het “count / number of copies set” (teller/het aantal kopieën).
• Door op de toets te drukken bij het instellen van het aantal kopieën, wordt de waarde teruggezet op 1, de standaardwaarde.
Page 51

Labels Automatisch Nummeren

Met de nummerfunctie kunt een set van opeenvolgende genummerde labels maken aan de hand van een enkele label.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar
1
is.
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets
2
om het scherm Printoptions weer te laten geven, selecteer vervolgens “Number” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het scherm nummering beginpunt wordt weergegeven.
Om automatische nummering op een streepjescode toe te passen, selecteert u hier de streepjescode. Na het selecteren van de streepjescode wordt u gevraagd om het aantal labels dat moet worden afgedrukt, in te voeren (stap
6).
Verplaats de cursor naar het eerste teken van de
4
nummering dat moet worden aangepast en druk dan op de toets. Het scherm nummering eindpunt wordt weergegeven.
Verplaats de cursor naar het laatste teken van de
5
nummering dat moet worden aangepast en druk dan op de toets. Het aantal labels dat wordt afgedrukt, wordt weergegeven.
Selecteer het aantal labels dat moet worden
6
afgedrukt met de of toets of type het aantal in met de nummertoetsen.
Houd de of toets ingedrukt om het aantal labels in stappen van vijf aan te passen.
Druk op de toets.
7
De labels worden afgedrukt. Als een label wordt afgedrukt, wordt het aantal afgedrukte labels aangegeven.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
2
3
4
5
6
7
8
Een Label Afdrukken
9
49
Page 52
AFDRUKKEN VAN LABELS
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De tape wordt automatisch afgesneden nadat elke kopie is afgedrukt, behalve als deze functie anders is ingesteld. Raadpleeg “Tape Afsnijmogelijkheden” op pagina 51 voor informatie over het wijzigen van deze instelling.
• De getallen die op het scherm worden weergegeven tijdens het afdrukken geven de teller/het aantal kopieën weer.
• Door op de toets te drukken bij het instellen van het aantal kopieën, wordt de waarde teruggezet op 1, de standaardwaarde.
• Automatisch nummeren kan ook worden toegepast op streepjescodes. Als een streepjescode een automatische nummering bevat, kunnen geen andere velden in de label een automatische nummering bevatten.
• Het automatisch nummergedeelte van de label wordt aangepast nadat elke label is afgedrukt.
• Er kan slechts een automatische nummering per label worden gebruikt.
• Eventuele aanwezige symbolen of andere niet-alfanumerieke tekens in het automatisch nummeren worden genegeerd.
• Het automatisch nummeren kan slechts maximaal vijf tekens bevatten.
• De letters en nummers worden als volgt verhoogd:
Î
0 A a
A0 Om ruimte tussen de tekens op de label te houden of om te bepalen hoeveel letters/cijfers afgedrukt zullen worden, gebruikt u spaties (in de onderstaande tabel aangegeven als “_”).
_9
_Z
1_9
1 ...9
Î
B ...ZÎA
Î
b ...z
Î
A1 ...A9ÎB0Î...
Î
10 ...99Î00Î...
Î
AA ...ZZÎAAÎ...
Î
2_0 ...9_9Î0_0Î...
Î0Î
Î
ÎaÎ
... ... ...

Afdrukken in Spiegelbeeld

Met de gespiegelde afdrukfunctie kunt u labels maken waarop de tekst in spiegelbeeld is afgedrukt zodat deze vanaf de andere kant kunnen worden gelezen als de labels op glas of ander doorzichtig materiaal worden aangebracht.
Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette in het apparaat zit en gebruiksklaar is.
1
Houd de toets ingedrukt en druk op de toets
2
om het scherm printoptions weer te laten geven, selecteer vervolgens “Mirror” (Spiegelbeeld) met de
of toets.
Druk op de toets.
3
De melding “Mirror Print?” (Afdrukken in Spiegelbeeld) wordt weergegeven
Een Label Afdrukken
50
Page 53
Druk op de toets.
4
De melding rechts wordt weergegeven als de label wordt afgedrukt.
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Bij het gebruik van de spiegelbeeldafdrukfunctie, moet de tekst op blanco tape worden afgedrukt..
• De kopie- en automatische nummeringfuncties kunnen niet worden gebruikt in combinatie met de spiegelbeeldafdrukfunctie.

Tape Afsnijmogelijkheden

Met tape afsnijmogelijkheden kunt u opgeven hoe de tape wordt doorgevoerd en wanneer deze wordt afgesneden tijdens het afdrukken van labels. De instellingen “Chain” (Ketting) en “No Cut” (Niet doorknippen) verminderen de hoeveelheid tape die gebruikt wordt aanzienlijk omdat er kleinere marges worden gebruikt en blanco gedeeltes tussen labels worden verwijderd.
Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer vervolgens “Cut Option” (Afsnij optie) met behulp van de of toets.
Druk op de toets om het menu “Cut Option”
2
(Afsnij optie) weer te geven en selecteer dan een optie met de of toets.
Druk op de toets om de instellingen toe te passen.
3
Nieuwe instellingen worden NIET toegepast, als u niet op de toets drukt.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
2
3
4
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• Raadpleeg de tabel Tape afsnijden voor een compleet overzicht van alle beschikbare instellingen.
Tape Afsnijmogelijkheden
5
6
7
8
9
51
Page 54
AFDRUKKEN VAN LABELS
zTape Afsnijdenz
Instelling Beschrijving Voorbeeld
Margin L
(Kantlijn L)
Margin S
(Kantlijn S)
Chain
(Ketting)
No Cut
(Niet
doorknippen)
De tape wordt automatisch afgesneden als elke label is afgedrukt. De labels hebben een kantlijn van 24 mm aan de linker- en rechterkant.
• Tijdens het een voor een afdrukken van labels: Snijdt automatisch een stuk blanco tape af voordat de label wordt afgedrukt en snijdt vervolgens de tape af nadat de label is afgedrukt.
• Tijdens het voortdurend afdrukken van verschillende labels: Snijdt automatisch een stuk blanco tape afgesneden voordat de eerste label wordt afgedrukt en vervolgens wordt de tape afgesneden als elke afzonderlijke label is afgedrukt.
• De labels hebben een kantlijn van 4 mm aan de linker- en rechterkant.
• Tijdens het een voor een afdrukken van labels: Snijdt automatisch een stuk blanco tape af voordat de label wordt afgedrukt en snijdt vervolgens de tape niet af nadat de label is afgedrukt.
• Tijdens het voortdurend afdrukken van verschillende labels: Snijdt automatisch een stuk blanco tape afgesneden voordat de eerste label wordt afgedrukt en vervolgens wordt de tape afgesneden als elke afzonderlijke label is afgedrukt.
• De labels hebben een kantlijn van 4 mm aan de linker- en rechterkant.
• De tape wordt niet doorgevoerd en afgesneden als de laatste label is afgedrukt.
• Gebruik deze instelling om een strip labels af te drukken zonder de labels een voor een af te snijden.
• Als de toets "Cut" wordt gebruikt wordt de laatste label doorgevoerd en afgedrukt.
ABC ABC
24 mm
24 mm
22.5 mm
ABC ABC
4 mm 4 mm
22.5 mm
ABC ABC
4 mm 4 mm
26.5 mm 8 mm
ABC ABC
Tape Afsnijmogelijkheden
52
Page 55
• Stel bij het gebruik van textieltape, extra sterke tape of een ander speciale tape die niet gesneden kan worden altijd “No Cut” (Niet doorknippen) in om te voorkomen dat de tape wordt afgesneden. Zorg voor voldoende ruimte tussen de labels tijdens het maken en het afdrukken en gebruik vervolgens een schaar om de labels af te knippen.
• De tape wordt niet afgesneden na het afdrukken van de laatste label als “Chain” (Ketting) of “No Cut” (Niet doorknippen) is ingesteld. Druk op de toets om tape door te voeren en automatisch af te laten snijden, of knip de tape zelf af als u tape gebruikt die niet door de tapesnijder kan worden gesneden.

Bevestigen van de labels

Knip indien nodig de afgedrukte label in de gewenste vorm en lengte met een
1
schaar, enz.
Verwijder de beschermlaag van de label.
2
Bevestig de label en druk deze vervolgens stevig vast; wrijf daarbij met uw
3
vingers omhoog en omlaag om een goede hechting te garanderen.
• De beschermlaag van sommige soorten tape kan voorgesneden zijn om de beschermlaag makkelijker te kunnen verwijderen.
• Labels hechten moeilijk op natte, vuile of ongelijke oppervlaktes. Ze laten dan makkelijk los.
• Lees de instructies die bij textielcassettes, tapes met extra stevige plakstrook of andere speciale tapecassettes horen goed door en neem alle voorzorgsmaatregelen in acht.
z AFDRUKKEN VAN LABELS
1
Bevestigen van de labels
2
3
4
5
6
7
8
9
53
Page 56

HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN

Dankzij het bestandsgeheugen kunt u regelmatig gebruikte labels opslaan in bestanden die snel en eenvoudig kunnen worden opgeroepen.
• Een bestand in het geheugen wordt overschreven als u een label opslaat terwijl het geheugen vol is.
• Labels die zijn gemaakt met de functie Automatische Opmaak kunnen niet in het geheugen worden opgeslagen.
• Alle in het geheugen opgeslagen bestanden worden gewist als de batterij leeg raakt en de netspanningsadapter niet is aangesloten.

Een Label Opslaan

Nadat u de tekst heeft ingevoerd en de label heeft
1
opgemaakt, drukt u op de toets om het menu “Tools” (Instellingen) weer te geven en vervolgens selecteert u “File” met behulp van de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en selecteer “Save” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Een bestandsnummer wordt weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets om de label onder het gekozen bestandsnummer op te slaan. Het bestand is opgeslagen en het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
Een Label Opslaan
54
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• In een bestand kunnen maximaal 153 tekens worden opgeslagen, afhankelijk van het aantal regels. In de tien bestanden kunnen echter maximaal 459 tekens worden opgeslagen. De tekst en de opmaak worden ook in het bestand opgeslagen.
Page 57

Een Opgeslagen Labelbestand Openen

Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer dan “File” met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en kies dan “Open” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt weergegeven. De tekst van de label wordt ook weergegeven om de label te kunnen herkennen.
Alleen bestandsnummers van bestanden met opgeslagen labelgegevens worden weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets om het geselecteerde bestand te openen. Het bestand wordt geopend en weergegeven op het tekstinvoerscherm.
z HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
• Druk op toets om terug te keren naar de vorige stap.
• De melding “No Files!” (Geen bestanden!) wordt weergegeven als er geen bestanden in het geheugen zijn opgeslagen.
Een Opgeslagen Labelbestand Openen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
55
Page 58
HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN

Een Opgeslagen Labelbestand Verwijderen

Druk op de toets om het menu “Tools”
1
(Instellingen) weer te laten geven en selecteer vervolgens “File” met de of toets.
Druk op de toets om het scherm “File” weer te
2
laten geven en kies dan “Delete” met de of toets.
Druk op de toets.
3
Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt weergegeven. De tekst van de label wordt ook weergegeven om de label te kunnen herkennen.
Alleen bestandsnummers van bestanden met opgeslagen labelgegevens worden weergegeven.
Selecteer een bestandsnummer met behulp van de
4
of toets en druk dan op de toets.
De melding “Delete?” wordt weergegeven
Druk op de toets om het bestand te wissen.
5
Het bestand is verwijderd en het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
• Druk op de toets om het verwijderen van het bestand te annuleren en om terug te gaan naar het vorige scherm.
• Het bericht "No Files!" wordt weergegeven als er geen bestanden in het geheugen zijn opgeslagen.
Een Opgeslagen Labelbestand Verwijderen
56
Page 59

UW P-TOUCH ONDERHOUDEN

De P-touch resetten

U kunt het interne geheugen van uw P-touch resetten als u alle opgeslagen labelbestanden wilt wissen of als de P-touch niet naar behoren werkt.
Houd, met het apparaat uitgeschakeld, de en toets ingedrukt en druk op
1
de toets. De P-touch wordt ingeschakeld met een gereset intern geheugen.
Druk op de toets voor u de andere toetsen loslaat.
Alle tekst, opmaakinstellingen, optie-instellingen en opgeslagen labelbestanden worden gewist als u de P-touch reset.

Onderhoud

De P-touch moet regelmatig worden schoongemaakt om een goede prestatie en een lange levensduur te garanderen. Wij raden u aan om de P-touch ten minste een keer maand schoon te maken.
Zet de P-touch altijd uit als u het apparaat schoon gaat maken.
z UW P-TOUCH ONDERHOUDEN

De Hoofdeenheid Reinigen

Verwijder stof en andere vlekken, indien aanwezig, van de hoofdeenheid met een zachte, schone doek. Gebruik een iets vochtige doek om hardnekkige vlekken te verwijderen.
Gebruik geen terpentijn, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen. Het gebruik van deze oplosmiddelen kan de behuizing van uw P-touch beschadigen.

De Printkop Reinigen

Strepen of een slechte afdrukkwaliteit betekent over het algemeen dat de printkop vuil is. Reinig de printkop met een wattenstaafje of met een printkop­reinigingscassette (TZ-CL4).
• Raak de printkop niet met uw vingers aan.
• Raadpleeg de bij de reinigingscassette meegeleverde instructies over meer informatie over het gebruik ervan.
Printkop
De P-touch resetten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
57
Page 60
UW P-TOUCH ONDERHOUDEN

De Tapesnijder Reinigen

Er kan zich, bij regelmatig gebruik, lijm ophopen op het snijblad waardoor de rand van het blad minder scherp is en de tape in de tapesnijder kan vastlopen.
• Reinig het snijblad ongeveer een keer per jaar met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje.
• Raak het snijblad niet met uw vingers aan.

De Oplaadaansluitingen Reinigen

Maak de oplaadaansluitingen schoon met een droge, zachte doek of met een wattenstaafje.
Oplaadaansluitingen
• Reinig de aansluitingen ten minste een keer per maand.
• Haal de netspanningsadapter altijd uit het stopcontact voor u de aansluitingen reinigt.
58
Onderhoud
Page 61

VERHELPEN VAN STORINGEN

War moet u doen als...

Storing Oorzaak Oplossing
Het scherm ‘blokkeert’ of de P-touch reageert niet normaal.
Bij inschakelen van het apparaat verschijnt er niets op het scherm.
De batterij kan niet worden opgeladen.
Raadpleeg het gedeelte “De P-touch resetten” op pagina 57 “De P-touch Resetten” en reset het interne geheugen op de begininstellingen. Als door het resetten van de P-touch het probleem niet is verholpen, maak dan de netspanningsadapter los en verwijder de oplaadbare batterij en plaats deze pas terug als er minimaal vijf minuten zijn verstreken.
Is de netspanningsadapter op de juiste wijze aangesloten?
Gebruikt u de juiste netspanningsadapter?
Is de oplaadbare batterij op de juiste wijze geplaatst?
Is de oplaadbare batterij voldoende opgeladen?
Is de netspanningsadapter op de juiste wijze op de batterijoplader aangesloten?
Zijn de oplaadaansluitingen schoon?
Controleer of de netspanningsada pter die speciaal voor de P-touch is ontwikkeld, op de juiste wijze is aangesloten.
Controleer of de netspanningsada pter die speciaal voor de P-touch is ontwikkeld, gebruikt (is meegeleverd).
Verwijder de oplaadbare batterij en plaats deze dan weer terug.
De batterij kan bijna leeg zijn. Laad de batterij op. (De batterij kan ook leeglopen als u de P­touch niet gebruikt.)
Controleer of de netspanningsadapter op de juiste wijze op de batterijoplader is aangesloten.
Als de aansluitingen niet schoon zijn, schakel dan de P-touch uit en maak de oplaadaansluitingen schoon met een droge doek of een wattenstaafje.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
1
2
3
4
5
6
War moet u doen als...
7
8
9
59
Page 62
VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing Oorzaak Oplossing
De label wordt niet
Bevat de label wel tekst? Een label wordt niet afgedrukt
afgedrukt nadat op de
toets is gedrukt.
Is de tapecassette goed geplaatst en is er genoeg tape aanwezig?
Is het uiteinde van de tape omgebogen?
Is de tape vastgelopen? Als dat het geval is, verwijder
De label wordt niet goed afgedrukt.
Is de tapecassette goed geplaatst?
Is de printkop schoon? Als de printkop vuil is, reinigt u
Is “Cut Option” ingesteld op “Chain” (Ketting) of “No Cut” (Niet doorknippen)?
Is de oplaadbare batterij voldoende opgeladen?
als deze geen tekst bevat.
Controleer of de tapecassette goed is geplaatst en er genoeg tape aanwezig is.
Als dat het geval is, knip dan het gebogen stukje tape af met een schaar en leid de tape op de juiste wijze door de tapeuitgang.
dan de tapecassette en trek voorzichtig de vastgelopen tape naar buiten. Knip de tape vervolgens af met een schaar. Controleer of het uiteinde van de tape door de tapegeleider kan worden geleid en plaats de tapecassette terug.
Als u een cassette plaatst, moet deze stevig op zijn plaats worden gedrukt.
deze met een wattenstaafje of een reinigingscassette voor de printkop (TZ-CL4).
Als dat het geval is, wordt de tape niet doorgevoerd na het afdrukken van de label. Controleer de instelling van “Cut Option” of druk op de toets om de tape door te voeren en af te snijden.
Als de melding “Recharge Battery!” wordt weergegeven, moet de batterij opgeladen worden.
War moet u doen als...
60
Page 63
Storing Oorzaak Oplossing
Het inktlint is los van de inktrol.
Zit het inktlint in de tapecassette los of is er aan de label getrokken toen deze uit de tapeuitgang kwam?
Als het inktlint gebroken is, moet de tapecassette vervangen worden. Als dat niet het geval is, knip de tape dan niet door en verwijder de tapecassette. Draai vervolgens het losse inktlint om de spoel zoals afgebeeld.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
Spoel
De P-touch stopt tijdens het afdrukken van een label.
De label wordt niet automatisch afgesneden.
De labelbestanden die eerder zijn opgeslagen, bevatten geen bestanden.
Is er genoeg tape aanwezig in de tapecassette?
Batterij bijna leeg en de AC-adapter niet aangesloten?
Is “Cut Option” ingesteld op “Chain” (Ketting) of “No Cut” (Niet doorknippen)?
Is de batterij verwijderd of de netspanningsadapter losgemaakt?
Is de batterij opgeladen? Alle in het interne geheugen
Heeft u de Reset-functie gebruikt?
Het stuk gestreepte tape geeft het einde van de tape aan. Als de tape strepen vertoont, moet de tapecassette vervangen worden.
Laadt de batterij op of sluit de AC­adapter rechtstreeks aan op de P­touch.
Als dat het geval is, wordt de tape niet doorgevoerd na het afdrukken van de label. Controleer de instelling van “Cut Option” of druk op de toets om de tape door te voeren en af te snijden.
Alle in het geheugen opgeslagen gegevens gaan verloren als de batterij wordt verwijderd of de netspanningsadapter wordt los gemaakt en niet binnen vijf minuten weer wordt teruggeplaatst of aangesloten.
opgeslagen gegevens gaan verloren als de batterij leeg is.
De reset-functie wist alle in het interne geheugen opgeslagen gegevens, inclusief labelbestanden.
War moet u doen als...
1
2
3
4
5
6
7
8
9
61
Page 64
VERHELPEN VAN STORINGEN

Foutmeldingen

Als een foutmelding op het scherm verschijnt, volg dan de onderstaande aanwijzingen op.
Druk op een willekeurige toets om de foutmelding te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
De oplaadbare batterij is bijna leeg. Laad de batterij op of sluit de netspanningsadapter aan voor u verdergaat.
Er is een netspanningsadapter aangesloten die niet geschikt is voor de P-touch. Gebruik uitsluitend de speciaal voor dit apparaat ontworpen netspanningsadapter voor de meegeleverde oplaadbare batterij.
De tapeafsnijder is dicht wanneer u probeert af te drukken of tape tracht door te voeren. Schakel de P-touch uit en dan weer in voor u verdergaat. Als de tape vastzit in de snijder, verwijder dan de tape.
U probeert een label af te drukken of een afdrukvoorbeeld op te roepen terwijl er geen tekst, symbolen of gegevens voor een streepjescode is ingevoerd. Voer de gegevens in voor u verdergaat.
U probeert een label af te drukken of een afdrukvoorbeeld op te roepen terwijl er geen tapecassette is geplaatst. Plaats een tapecassette voor u verdergaat.
De tapecassette is gewijzigd tijdens afdrukken, enz.. Verzeker u ervan dat de juiste tapecassette is geplaatst voor u afdrukt.
Er verschijnen al vijf regels tekst als u op de toets drukt. Zorg dat het aantal regels beperkt blijft tot vijf.
62
Er verschijnen al drie regels tekst als u op de of toets drukt en tape van 12 mm gebruikt. Zorg dat het aantal regels beperkt blijft tot drie.
Er verschijnen al twee regels tekst als u op de of toets drukt en tape van 9 mm of 6 mm gebruikt. Zorg dat het aantal regels beperkt blijft tot twee.
Foutmeldingen
Page 65
Melding Oorzaak/Oplossing
Het maximale aantal tekens dat ingevoerd kan worden, is al ingevoerd. Bewerk de tekst zodat u minder tekens hoeft te gebruiken.
De lengte van de tekst op de label die afgedrukt moet worden, is langer dan 1 m. Bewerkt de tekst zodat de lengte van de label minder is dan 1 m.
Automatisch opmaken voor een tape van 18 mm is geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 18 mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 18 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 12 mm is geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 12 mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 12 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 9 mm is geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 9 mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 9 mm.
Automatisch opmaken voor een tape van 6 mm is geselecteerd, maar er is geen tapecassette met tape van 6 mm geplaatst. Plaats een tapecassette met tape van 6 mm.
Het maximale aantal tekens dat ingevoerd kan worden voor de geselecteerde lay-out, is al ingevoerd. Bewerk de tekst zodat u minder tekens hoeft te gebruiken of gebruik een andere lay-out.
De waarde die is ingevoerd voor de lengte van de tape is ongeldig. Voer een geldige waarde in voor de tapelengte.
z VERHELPEN VAN STORINGEN
1
2
De kantlijn die is ingesteld bij de tapelengteinstelling “Fixed” is korter dan de totale lengte van de linker en rechter kantlijnen die zijn toegepast voor de “Margin L” (kantlijn L) snij-optie.
De lengte van de tekst op de label die afgedrukt moet worden, is langer dan de ingestelde lengte. Bewerkt de tekst zodat deze binnen de opgegeven specificatie van de lengte past of pas de instelling van de lengte aan.
Er bevinden zich geen opgeslagen bestanden in het interne geheugen als u een bestand probeert te openen of te verwijderen. Er moet eerst een labelbestand worden opgeslagen.
Foutmeldingen
3
4
5
6
7
8
9
63
Page 66
VERHELPEN VAN STORINGEN
Melding Oorzaak/Oplossing
Er is onvoldoende intern geheugen beschikbaar als u een labelbestand probeert op te slaan. Verwijder oude bestanden om geheugenruimte vrij te maken voor een nieuw labelbestand.
Het resultaat van de valutaomrekening bedraagt meer dan tien cijfers. Voer een lagere omrekenwaarde in.
Er is geen wisselkoers ingesteld voor het omrekenen van valuta’s. Voer een wisselkoers in.
Er zijn minder dan vier cijfers zijn ingevoerd voor de streepjescode. Voer minimaal vier cijfers in voor een streepjescode.
Het aantal ingevoerde cijfers voor de streepjescode komt niet overeen met het aantal ingestelde cijfers in de parameters voor de streepjescode. Voer het juiste aantal cijfers in.
De ingevoerde streepjescode bevat niet de vereiste start-/ stop-code (er moet A, B, C of D staan aan het begin en einde van de streepjescode voor het CODABAR-protocol). Type de juiste gegevens voor de streepjescode in.
U probeert een nieuwe streepjescode in te voeren, maar de tekst bevat al een streepjescode. Er kan per label slechts een streepjescode worden ingevoerd.
64
Foutmeldingen
Page 67

APPENDIX

Technische gegevens

Hoofdeenheid
Item Technische gegevens
Invoerapparaat (Toetsenbord) QWERTY lay-out toetsenbord, 58 toetsen Scherm
Schermspecificaties Dot matrix LCD Tekenweergave 15 tekens x 2 regels (48 dot x 128 dot)
Afdrukken
Afdrukmethode Thermische printer Printkop 128 dot / 180 dpi (112 dots gebruikt) Afdrukhoogte 15,8 mm max. (bij het gebruik van 18 mm tape) Lettersnelheid Ongeveer 10 mm/sec. Tapecassette Standaard TZ-tapecassette (6, 9, 12, 18 mm
Tapeafsnijder Ingebouwde automatische snijder Aantal regels 18 mm tape: 1 ~ 5 regels; 12 mm tape: 1 ~ 3 regels
Afdrukrichting Horizontaal, Verticaal Continu afdrukken 1 ~ 99 labels Afdrukvoorbeeld Ja Afsnijden en
doorvoeren
Tekens
Interne tekenset: Het totale aantal tekens bedraagt 283 (62
Tekstbuffer Maximaal 153 tekens Lettertypen Helsinki, Brussels, Florida, Belgium Tekengrootte L, M, S (Automatische selectie uit 7
Tekenopmaak Normal, Bold, Outline, Shadow, Italic, Vertical,
Tekenbreedte 2, 1, 2/3, 1/2 Tekstuitlijning Links, Midden, Rechts
breedte)
9 mm tape: 1 ~ 2 regels; 6 mm tape: 1 ~ 2 regels
Margin L (Kantlijn L), Margin S (Kantlijn S), Chain (Ketting), No Cut (Niet doorknippen)
alfanumeriek, 103 symbolen en 119 accenttekens; waarbij opgemerkt moet worden dat een teken in zowel symbolen als accenttekens voorkomt).
lettertypegroottes: 6, 9, 12, 18, 24, 36, 42 punten)
Italic Bold, Italic Outline, Italic Shadow, Vertical Bold, Vertical Outline, Vertical Shadow
Technische gegevens
z APPENDIX
1
2
3
4
5
6
7
8
9
65
Page 68
APPENDIX
Geheugen
Geheugencapaciteit Maximaal 459 tekens Bestandcapaciteit Maximaal 10 bestanden
Overige
Kader Totaal 14 kaders (inclusief onderstreping) Automatische
opmaak Schermcontrast 5 niveaus (+2, +1, 0, -1, -2)
Spanningsvoeding
Spanningsvoeding Netspanningsadapter (AD-18ES), oplaadbare
Auto Power-off Batterijen: 5 min.*, netspanningsadapter 1 uur
Grootte
Dimensions 149 mm (B) x 52 mm (D) x 122,5 mm (H) Weight 580 gram (zonder tapecassette en zonder
Overige
Operating temperature / humidity
Item Technische gegevens
Sjablonen: 10 Blok lay-outs: 18 mm: 8, 12 mm: 4, 9 mm: 3, 6 mm: 1
batterij (BA-18R)
*Bij gebruik van alleen P-touch. Indien aangesloten op een pc, 5 minuten zonder in gebruik zijn, 1 uur na het afdrukken van een pc.
batterijen)
°
10 ~ 35
C / 20 ~ 80% luchtvochtigheid (zonder condensvorming) Maximale temperatuur natte-bolthermometer:
°
C
27
Oplaadbare batterij
v
Type Nikkelmetaalhydride (Ni-MH) Dimensions 90,9 mm (B) x 20,7 mm (D) x 20,7 mm (H)
Weight Ongeveer 90 g.
Voltage 8,4 V, 500 mAh
Power consumption Ongeveer 4 W (tijdens opladen)
Oplaadtijd Ongeveer 12 uur
Technische gegevens
66
Item Specification
Page 69

TREFWOORDENLIJUST

z TREFWOORDENLIJUST
A
accenttekens .................................... 26
B
Batterijoplader .................................. 12
breedte ............................................. 28
C
Caps-modus ............................... 13, 23
contrast ............................................. 22
cursortoetsen .................................... 23
D
Doorvoer&Afsnij-functie .................... 22
E
Energiespaarstand-uitschakeltijd ..... 21
G
grootte .............................................. 28
H
hoofdletters ....................................... 23
I
Invoeren
accenttekens ............................ 26
hoofdletters .............................. 23
symbolen .................................. 24
Tekst ........................................ 23
L
lengte ............................................... 30
lettertypen ......................................... 28
Lijst Accenttekens ............................ 27
Lijst Samengestelde Tekens ............ 26
N
Netspanningsadapter ................. 16, 19
nieuwe regel ..................................... 23
O
Oplaadbare batterij
opladen .................................... 17
plaatsen .................................... 16
vervangen ................................ 18
opmaak ............................................. 28
Opmaken
labeleigenschappen ................. 30
tekeneigenschappen ................ 28
R
Regelnummer ................................... 13
Returnmarkering ............................... 13
S
Samengestelde tekens ..................... 26
Spanningsvoeding ............................ 16
symbolen .......................................... 24
Symbolenlijst .................................... 25
T
tapecassettes ................................... 20
tapelengte ......................................... 13
Tekst
invoeren en bewerken .............. 23
regels ....................................... 23
Toetsenbord ..................................... 13
U
uitgelijnd ........................................... 30
V
Verwijderen
alleen tekst (Text Only) ............ 24
tekst en opmaak
(Text&Format) .......... 24
1
2
3
4
5
6
7
8
67
9
Page 70
68
Page 71
Page 72
Loading...