Brother NC-6100H Network Manual [nl]

Multi-protocol afdrukserver
NC-6100h
Netwerkhandleiding
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de printer gaat gebruiken. U kunt deze handleiding via de cd-rom bekijken of afdrukke n. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen.
Op het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com benodigde informatie over deze printer. Download de meest recente drivers en hulpprogramma’s voor uw printers, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van problemen.
Sommige Brother-printermodellen zijn standaard netwerkklaar. U kunt andere printers van Brother upgraden met een optionele netwerkafdrukserver.
Versie 1
Handelsmerken
Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. HP, HP-UX, JetDirect en JetAdmin zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company. DEC, DEC server, VMS, LAT en ULTRIX zijn handelsmerken van Digital Equipment Corporation. UNIX is een handelsmerk van UNIX Systems Laboratories. Ethernet is een handelsmerk van Xerox Corporation. Postscript is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. NetWare is een handelsmerk van Novell, Inc. Apple, Macintosh, LaserWriter en AppleTalk zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM, LAN Server en AIX zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. LAN Manager, Windows en MS-DOS zijn handelsmerken van Microsoft Corporation.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specif icaties van het product kunnen zon der voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2003 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de afdrukserver
Het is raadzaam om de afdrukserver zorgvuldig te verpakken voordat u hem vervoert; dit om schade tijdens het transport te voorkomen. Wij adviseren u om het originele verpakkingsmateriaal te bewaren. Zorg bovendien dat de afdrukserver tijdens het vervoer voldoende verzekerd is.
WAARSCHUWING
Plaats de afdrukserver in een antistatische zak voordat u deze gaat vervoeren; dit om beschadiging van het product te voorkomen.
i
BELANGRIJKE OPMERKING:Voor technische hulp en met vragen over de
werking van het product, kunt u een van de onderstaande nummers bellen. Er dient vanuit het betreffende land gebeld te worden.
In de VS 1-800-276-7746 In Canada 1-877-BROTHER
(514) 685-6464 (In
Hebt u opmerkingen of suggesties, laat het ons dan weten op een van de volgende adressen:
In Europa European Technical Services
1 Tame Street Audenshaw Manchester, M34 5JE UK
In de VS Printer Customer Support
Brother International Corporation 15 Musick Irvine CA 92618
In Canada Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept. 1, rue Hôtel de Ville Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
Montreal)
Brother fax-back system (USA)
Brother Customer Service has set up an easy-to-use fax-back system so you can get instant answers to common technical questions and information abo ut all o ur products. This is available 24 hours a day, seven days a week. You can use the system to send the information to any fax machine.
Call the number below and follow the recorded instructions to receive a fax about how to use the system and an Index of the subjects you can get information about.
Alleen in de VS1-800-521-2846
Dealers and service centers (USA)
For the name of a Brother authorized dealer or service center, call 1-800-284-
4357.
Service centers (Canada)
For the address of service centers in Canada, call 1-877-BROTHER.
Internetadressen
De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com Voor veelgehoorde vragen, productondersteuning en technische vragen, en updates voor drivers en hulpprogramma’s: http://solutions.brother.com (Alleen in de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
ii

BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN

Federal Communications Commission (FCC) Declaration of Conformity (alleen voor de VS)

Responsible Party: Brother International Corporation
100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807-0911, USA
TEL: (908) 704-1700 declares, that the products Product Name: Brother Network Card (BR-net)
Model Number: NC-6100h complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the foll owing
two conditions: (1)This device may not cause harmful interference, and (2)this device must accept any interference received, includin g interference that may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interfere nce in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if no t installed and used in acco rdance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
- Reorient or relocate the receiving antenna.
- Increase the separation between the equipment and receiver.
- Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to
which the receiver is connected.
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Important
Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user's authority to operate the equipment.

Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)

This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003
du Canada.
iii

Informatie over copyright en licenties van Intel

Dit product is uitgerust met de objectcode van Intel’s UPnP SDK. Het volgende is informatie over copyright en licenties voor Intel's UPnP SDK.
Copyright© 2000 Intel Corporation Alle rechten voorbehouden. Herdistributie en gebruik in bronprogramma’s en binaire vorm, al dan niet
met wijzigingen, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
* Bij herdistributie van het bronprogramma d ienen de hierboven vermelde
gegevens m.b.t. auteursrechten, deze lijst van voorwaarden en de volgende disclaimer in het programma behouden te blijven.
* Bij herdistributie in binaire vorm dienen de hierboven vermelde gegevens
m.b.t. auteursrechten, deze lijst van voorwaarden en de volgende disclaimer in de documentatie en/of ander materiaal te worden meegeleverd.
* Noch de naam Intel Corporation noch de naam van enige partij die een
bijdrage heeft geleverd mag worden gebruikt voor het ondersteunen of promoten van producten die zijn afgeleid van deze software zonder dat daarvoor voorafgaand schriftelijke toestemming is verkregen.
DE HOUDERS VAN DE AUTEURSRECHTEN EN ENIGE PARTIJ DIE EEN BIJDRAGE HEEFT GELEVERD, VERSTREKKEN DEZE SOFTWARE IN DE STAAT WAARIN DEZE VOOR VERKOOP WERD AANGEBODEN, EN ENIGE UITDRUKKELIJK VERSTREKTE OF STILZWIJGENDE GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE STILZWIJGENDE GARANTIES OP VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR ENIG DOEL, WORDEN VAN DE HAND GEWEZEN. IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL INTEL OF ENIGE PARTIJ DIE EEN BIJDRAGE HEEFT GELEVERD AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE OF INDIRECTE, INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE, MORELE SCHADEVERGOEDING OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE LEVERING VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINSTEN; OF BEDRIJFSSCHADE) ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE WERD VEROORZAAKT EN ONGEACHT OP BASIS VAN WELKE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ IN CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS) OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIEND UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN IS GEWEZEN OP DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
iv
“EG” Conformiteitsverklaring
Producent Brother Industries, Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Shima Buji Xialilang Factory, Xialilang Village, Buji, Long Gang, Shenzhen, China 518112
Verklaren hierbij dat: Omschrijving van product: Brother Netwerkkaart
Productnaam : NC-6100h voldoet aan de bepalingen in de van toepassing zijnde directieven: het directief
inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEG (zoals geamendeerd door 91/263/EEG en 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Toegepaste normen: Geharmoniseerd :EMC EN55022: 1998 klasse B
EN55024: 1998 Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2003 Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 6 augustus 2003 Plaats : Nagoya, Japan Handtekening:
Takashi Maeda Manager Quality Management Group Quality Management Dept. Information & Document Company
v

Inhoudsopgave

BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN........iii
Federal Communications Commission (FCC)
Declaration of Conformity (alleen voor de VS)..........iii
Industry Canada Compliance Statement
(alleen voor Canada).................................................iii
Informatie over copyright en licenties van Intel .........iv
Inhoudsopgave....................................................................vi
1
2
Afdrukken op Unix-systemen..............................................1-1
Afdrukken op Unix/Linux-systemen via TCP/IP................1-1
Overzicht ....................................................................1-1
TCP/IP........................................................................1-2
TCP/IP UNIX-host configureren .................................1-2
Linux configureren............................................. ... .... ..1-6
Linux configureren met gebruikmaking van CUPS.1-6
HP-UX configureren ...................................................1-7
IBM RS/6000 AIX configureren ..................................1-8
Sun Solaris 2.x configureren ......................................1-9
SCO UNIX configureren ...........................................1-10
IBM AS/400 ..............................................................1-11
Overige systemen.....................................................1-13
Andere bronnen van informatie................................1-14
Afdrukken via TCP/IP ...........................................................2-1
®
Afdrukken vanaf Windows NT
Server en Warp Server.....................................................2-1
Overzicht ....................................................................2-1
®
Windows NT
configureren................................................................2-2
Afdrukken vanaf Windows
niet geïnstalleerd)................................................. .... ..2-2
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort..............2-2
Afdrukken vanaf Windows
geïnstalleerd)..............................................................2-4
Afdrukken vanaf Windows NT Afdrukken vanaf Windows
Peer to Peer Print installeren......................................2-5
Afdrukken vanaf Windows
koppelen.....................................................................2-6
4.0 en Windows® 2000/XP (TCP/IP)
4.0, Windows® 2000/XP, LAN
®
2000/XP (printerdriver nog
®
2000/XP (printerdriver is
®
4.0.............................2-4
®
NT 4.0: De software Brother
®
NT 4.0: Aan de printer
vi
Afdrukken vanaf Windows® NT 4.0: Een tweede Brother
LPR-poort toevoegen .................................................2-7
LAN Server, OS/2 Warp Server configureren.............2-7
De server configureren...........................................2-7
Een OS/2-server configureren................................2-8
Andere bronnen van informatie................................2-10
3
4
Peer to Peer Print..................................................................3-1
®
Afdrukken in een peer-to-peer netwerk voor Windows
95/98/
Me.....................................................................................3-1
Overzicht ....................................................................3-1
Tips en hints:..........................................................3-1
De Driver Deployment Wizard................................3-2
Afdrukken via TCP/IP .................................................3-2
De software Brother Peer to Peer Print installeren.....3-3
Aan de printer koppelen .............................................3-4
Een tweede Brother LPR-poort toevoegen.................3-5
Andere bronnen van informatie ............................ .... ..3-5
Peer-to-peer afdrukken via NetBIOS...................................4-1
®
Afdrukken via NetBIOS op Windows
®
Windows NT
4.0, LAN Server en OS/2 Warp Server.......4-1
95/98/Me/2000/XP,
Overzicht ....................................................................4-1
De afdrukserver configureren.....................................4-2
De werkgroep-/domeinnaam wijzigen met TELNET of
BRCONFIG of een webbrowser .................................4-3
®
NetBIOS Port Monitor voor Windows
®
en Windows NT
4.0....................................................4-4
95/98/Me/2000/XP
De Brother NetBIOS Port Monitor installeren.............4-4
Aan de printer koppelen .............................................4-5
®
Windows
Windows NT
95/98/Me .............................. .... .... ... .... ..4-5
®
4.0 /Windows® 2000/XP...................4-6
Een tweede NetBIOS-poort toevoegen ......................4-7
®
Windows
Windows NT
95/98/Me .............................. .... .... ... .... ..4-7
®
4.0 /Windows® 2000/XP...................4-8
LAN Server/OS/2 Warp Server configureren..............4-8
De server configureren...........................................4-8
Het werkstation configureren..................................4-9
Andere bronnen van informatie ............................ .... ..4-9
5
Afdrukken via internet configureren voor Windows®........5-1
Afdrukken via internet installeren......................................5-1
Overzicht ....................................................................5-1
Algemene informatie over Brother Internet Print ........5-2
vii
Brother Internet Print: De afdrukserver van Brother
configureren................................................................5-3
Controlelijst bij het configureren van de afdrukserver .
................................................................................5-3
Brother Internet Print: BRAdmin gebruiken om de
afdrukserver te configureren.......................................5-4
Brother Internet Print: De afdrukserver configureren met
een webbrowser .........................................................5-5
Brother Internet Print: TELNET gebruiken om de
afdrukserver te configureren.......................................5-6
Brother Internet Print: De BIP-software installeren in
®
Windows
Installatie vanaf cd-rom ..........................................5-7
Een tweede Brother Internetpoort toevoegen...........5-10
Afdrukken via IPP onder Windows
Een andere URL specificeren...................................5-12
Andere bronnen van informatie................................5-12
95/98/Me/2000/XP en Windows NT®4.0....5-7
®
2000/XP...........5-10
6
Afdrukken via Novell NetWare.............................................6-1
Afdrukken via Novell NetWare configureren.....................6-1
Overzicht ....................................................................6-1
Algemene informatie...................................................6-2
Een NDPS-printer maken met NWADMIN
voor NetWare5 ...........................................................6-3
NDPS-manager ..........................................................6-3
NDPS-broker..............................................................6-4
Een afdrukagent maken .............................................6-5
Netware 3- en NetWare 4-systemen configureren.....6-6
De NetWare-afdrukserver (Bindery wachtrijserver)
maken met BRAdmin Professional.............................6-6
De NetWare-afdrukserver (NDS wachtrijserver) maken
met BRAdmin Professional.........................................6-8
De NetWare-afdrukserver (NDS wachtrijserver) maken
met Novell NWADMIN en BRAdmin Professional......6-9
De NetWare-afdrukserver (NDS externe printer) maken
met Novell NWADMIN en BRAdmin Professional....6-12
De afdrukserver van Brother configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in
bindery-emulatie)......................................................6-14
De afdrukserver van Brother configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in
NDS-modus).............................................................6-15
viii
De afdrukserver van Brother configureren (De modus Externe printer) met PCONSOLE en
BRCONFIG...............................................................6-18
Andere bronnen van informatie........ .... .... .... .... ... ....6-22
7
8
Afdrukken vanaf Macintosh®...............................................7-1
®
Afdrukken vanaf een Macintosh of de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS
..........................................................................................7-1
Overzicht ....................................................................7-1
®
Macintosh
De afdrukserver selecteren (AppleTalk/EtherTalk).....7-4
De afdrukserver selecteren (TCP/IP) .........................7-4
Macintosh
De afdrukserver selecteren (AppleTalk/EtherTalk).....7-8
De afdrukserver selecteren (TCP/IP) .........................7-9
Afdrukken vanaf een Macintosh netwerkconfiguratie van Mac OS
De printerdriver selecteren.......................................7-10
De configuratie wijzigen............................................7-11
Andere bronnen van informatie................................7-11
Afdrukken via DLC................................................................8-1
Afdrukken vanaf Windows NT
Overzicht ....................................................................8-1
DLC op Windows
configureren................................................................8-1
Printer instellen onder Windows Printer instellen onder Windows NT
DLC op andere systemen configureren......................8-4
Andere bronnen van informatie ............................ .... ..8-5
configureren (Mac OS® 8.6 t/m 9.2).........7-3
®
configureren (Mac OS® X 10.1/10.2).......7-8
®
NT4.0 en Windows® 2000
met AppleTalk® en TCP/IP
®
XTM....
®
met de eenvoudige
®
X...............................7-10
®
4.0 of Windows® 2000......8-1
®
2000 ......................8-2
®
4.0.....................8-3
9
10
Beheer via een webbrowser ................................................9-1
Een webbrowser gebruiken om uw printer te beheren.....9-1
Overzicht ....................................................................9-1
Via een browser verbinding maken met de printer.....9-2
Andere bronnen van informatie ............................ .... ..9-2
TCP/IP configureren ...........................................................10-1
TCP/IP-informatie toewijzen...........................................10-1
Overzicht ..................................................................10-1
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken voor het toewijzen van een IP-adres (uitsluite nd voor printers met
LCD-scherm)............................................................10-2
ix
Het IP-adres wijzigen met BRAdmin ........................10-2
BRAdmin en het IPX/SPX-protocol gebruiken om het IP-
adres in te stellen .....................................................10-3
BRAdmin en het TCP/IP-protocol gebruiken om het IP-
adres in te stellen .....................................................10-4
DHCP gebruiken om het IP-adres te configureren...10-5 APIPA gebruiken om het IP-adres te configureren...10-5 ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
van de afdrukserver..................................................10-6
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
..................................................................................10-8
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-
adres.........................................................................10-9
Het IP-adres configureren met BRCONFIG ...........10-10
De instellingen van het IP-adres wijzigen met de
TELNET-console....................................................10-11
Andere bronnen van informatie ............................ ..10-13
11
Problemen oplossen ..........................................................11-1
Overzicht ..................................................................11-1
Problemen met de installatie ....................................11-1
Onregelmatige werking.............................................11-4
Problemen met TCP/IP oplossen.............................11-4
Problemen met UNIX oplossen................................11-5
®
Problemen met Windows NT
4.0/LAN Server (TCP/IP)
oplossen...................................................................11-7
®
Problemen oplossen met Windows
95/98/Me en peer-
to-peer afdrukken (LPR)...........................................11-7
®
Problemen oplossen met Windows
95/98/Me en peer­to-peer afdrukken
(HP JetAdmin-compatibele methode).......................11-8
®
Problemen oplossen met Windows
®
Windows NT
4.0 en peer-to-peer afdrukken (NetBIOS) .
95/98/Me en
..................................................................................11-8
Problemen met afdrukken via internet (BIP)
(TCP/IP) oplossen....................................................11-9
®
Problemen oplossen met Windows
95/98/Me/2000/XP
en IPP.......................................................................11-9
Problemen met Novell NetWare oplossen..............11-10
Problemen met AppleTalk oplossen..................... ..11-11
Problemen met DLC/LLC oplossen........................11-12
Problemen met afdrukken via de webbrowser oplossen
(TCP/IP)..................................................................11-12
x
Appendix .............................................................................. A-1
Appendix A .......................................................................A-1
Algemene informatie...................................................A-1
BRAdmin (aanbevolen) ..........................................A-1
Web BRAdmin........................................................A-1
HTTP (aanbevolen)................................................A-2
WebJetAdmin.........................................................A-2
TELNET..................................................................A-2
BRCONFIG.............................................................A-2
Services gebruiken...........................................................A-3
Algemeen ...................................................................A-3
De firmware van de afdrukserver opnieuw laden .............A-4
Algemeen ...................................................................A-4
Firmware opnieuw laden met BRAdmin .....................A-5
Opnieuw laden via het FTP-protocol bij een
opdrachtprompt ..........................................................A-7
Opnieuw laden via het FTP-protocol met een
webbrowser................................................................A-8
Index .......................................................................................I-1
xi
1

Afdrukken op Unix-systemen

Afdrukken op Unix/Linux-systemen via TCP/IP

Overzicht

De afdrukservers van Brother worden geleverd met de protocolsuite Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP). Aangezien bijna alle UNIX-hostcomputers TCP/IP ondersteunen, kan een printer hiermee op een UNIX-Ethernetnetwerk worden gedeeld. Net als met alle andere protocollen, kan TCP/IP­communicatie worden uitgevoerd terwijl ook andere protocollen geactiveerd zijn, wat betekent dat UNIX-, NetWare-, Apple- en andere computers op een Ethernetnetwerk één en dezelfde afdrukserver van Brother kunnen gebruiken.
Het Linux-besturingssysteem gebruikt dezelfde installatieprocedure als standaard Berkeley UNIX-systemen. Raadpleeg dit hoofdstuk voor meer informatie over een Linux-installatie op basis van GUI.
1
Tips en hints:
1
Het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing) wijst automatisch een IP-adres toe uit het volgende bereik:
169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Als u het APIPA-protocol wilt uitschakelen, dient u dat via het bedieningspaneel te doen en in het menu NETWERK onder TCP/IP de optie APIPA te kiezen. Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het standaard IP-adres voor een afdrukserver van Brother 192.0.0.192. Als u dit wilt wijzigen, doet u dat via het bedieningspaneel van de printer, via BRAdmin Professional of Web BRAdmin, of laat u de DHCP-server een IP-adres aan de machine toewijzen.
2
Zie ook hoofdstuk 10 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
3
Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.
4
De standaardnaam voor een afdrukserver van Brother is doorgaans BRN_xxxxxx (waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres van de afdrukserver).
1 - 1 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
5
Als u het bestand PRINTCAP configureert, besteed dan bijzondere aandacht aan de servicenamen, BINARY_P1 en TEXT_P1.

TCP/IP

Afdrukservers van Brother worden door het netwerk beschouwd als een UNIX-hostcomputer met een uniek IP-adres, die het daemon­protocol lpd voor regelprinters uitvoert. Het resultaat is, dat elke hostcomputer die de externe LPR-opdracht van Berkeley ondersteunt, taken naar afdrukservers van Brother kan spoolen zonder dat daarvoor op de hostcomputer speciale software nodig is. Voor speciale toepassingen zijn bovendien raw TCP-poorten verkrijgbaar.
Afdrukservers van Brother ondersteunen ook het FTP-protocol. Dit protocol kan worden gebruikt om afdruktaken vanaf Unix-systemen te sturen.
Afdrukservers van Brother zijn vooraf geconfigureerd om te worden gebruikt op een TCP/IP-netwerk, waarbij slechts minimale instellingen hoeven worden gemaakt. De enige verplichte configuratie voor de afdrukserver is de toekenning van een IP-adres, dat ofwel automatisch wordt toegekend via DHCP, BOOTP enz., of handmatig kan worden toegekend via de opdracht ARP, BRAdmin Professional, of het bedieningspaneel van de printer.
Raadpleeg de installatiehandleiding of hoofdstuk 10 in deze handleiding voor nadere informatie over het instellen van het IP-adres van de afdrukserver.

TCP/IP UNIX-host configureren

De configuratieprocedure voor de meeste UNIX-systemen wordt hieronder beschreven. Helaas kan deze procedure afwijken en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem meegeleverde documentatie raadpleegt voor nadere informatie hierover.
1
Configureer het bestand /etc/hosts op iedere UNIX-host die met de afdrukserver moet kunnen communiceren. Gebruik uw editor om aan het bestand /etc/hosts een ingang toe te voegen met het IP-adres en de knooppuntnaam van het apparaat. Bijvoorbeeld:
192.189.207.3 BRN_310107
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 2
Hoe de ingang er precies uitziet, is afhankelijk van uw systeem. Raadpleeg daarom de met uw systeem meegeleverde documentatie en houd rekening met de indeling van andere ingangen in het bestand /etc/hosts.
De knooppuntnaam in dit bestand hoeft niet hetzelfde te zijn als de naam die geconfigureerd is in de afdrukserver van Brother (de naam die staat op de pagina met de printerinstellingen), maar het is verstandig om dezelfde namen te gebruiken. Sommige besturingssystemen, zoals HP-UX, accepteren het teken "_" niet in de standaardnaam; voor dergelijke systemen dient een andere naam gebruikt te worden.
De knooppuntnaam in het bestand /etc/hosts moet echter wel overeenkomen met de knooppuntnaam in het bestand /etc/printcap.
Bij sommige systemen, zoals HP-UX en AIX, kunt u tijdens het instellen van de afdrukwachtrij het IP-adres invoeren als de host­naam. In dat geval hoeft u het HOSTS-bestand niet te configureren.
2
Kies de service die u wilt gebruiken. Er zijn verschillende soorten service beschikbaar op afdrukservers van Brother. Binaire services geven de gegevens ongewijzigd door en zijn dus nodig voor PCL- of PostScript-rasterbeelden. Services voor tekst voegen ten behoeve van een juiste indeling van UNIX­tekstbestanden aan het einde van elke regel een regelterugloop toe (deze bestanden bevatten immers geen regelteruglopen). De tekstservice kan tevens worden gebruikt voor beelden zonder raster, zoals ASCII PostScript-beelden of allerlei soorten PCL-beelden.
Kies een van de beschikbare services (deze servicenaam wordt in stap 3 gebruikt):
BINARY_P1 Binaire gegevens TEXT_P1 Tekstgegevens (regelterugloop toegevoegd)
U kunt op uw UNIX-hostcomputer voor een en dezelfde afdrukserver meerdere afdrukwachtrijen instellen, elk met een andere servicenaam (bijvoorbeeld, een wachtrij voor binaire grafische afdruktaken en een voor tekst).
1 - 3 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
3
Configureer het bestand /etc/printcap op elke hostcomputer: specificeer de locale afdrukwachtrij, de afdrukservernaam (ook wel externe machine of rm genoemd), de afdrukserver-servicenaam (ook wel externe printer, externe wachtrij, of rp genoemd) en de spooldirectory.
Deze stap is van toepassing op de meeste UNIX-systemen, met inbegrip van Linux, Sun OS (maar niet Solaris 2.xx), Silicon Graphics (lpr/lpd-optie nodig), DEC ULTRIX, DEC OSF/1 en Digital UNIX. Bij gebruik van SCO UNIX moet u deze stappen volgen, en tevens het onderdeel SCO UNIX configureren raadplegen. Bij gebruik van RS/6000 AIX, HP­UX, Sun Solaris 2.xx en andere systemen die het printcap­bestand niet gebruiken, gaat u direct naar stap 4. Bij gebruik van SCO dient u tevens naar stap 4 te gaan (SCO maakt gebruik van het printcap-bestand, maar het bestand wordt automatisch geconfigureerd via de opdracht rlpconf)..
Een voorbeeld van een doorsnee printcap­bestand:
laser1|Printer on Floor 1:\ :lp = :\ :rm=BRN_310107:\ :rp=TEXT_P1:\ :sd=/usr/spool/lpd/laser1:
Vergeet niet om deze informatie toe te voegen aan het einde van het printcap-bestand. Let er bovendien op dat het laatste teken in het printcap-bestand een dubbele punt ":" is.
Zo maakt u op de hostcomputer een wachtrij met de naam laser1, die communiceert met een afdrukserver van Brother met als knooppuntnaam (rm) BRN_310107 en als servicenaam (rp) TEXT_P1, en die tekstbestanden via spooldirectory /usr/spool/lpd/laser1 op een printer van Brother kan afdrukken. Als u een binair grafisch bestand afdrukt, gebruikt u de service BINARY_P1 in plaats van TEXT_P1.
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 4
De opties rm en rp zijn op sommige UNIX-systemen niet beschikbaar. Controleer zo nodig uw documentatie voor informatie over soortgelijke opties.
Bij Berkeley-compatibele UNIX-systemen kan de opdracht lpc worden gebruikt om de printerstatus op te vragen:
%lpc status laser1: queuing is enabled printing is enabled no entries no daemon present
Als u AT&T-compatibele UNIX-systemen gebruikt, kunt u doorgaans de opdracht lpstat of rlpstat gebruiken om soortgelijke statusinformatie op te vragen. Deze procedure varieert van systeem tot systeem, dus raadpleeg de met uw systeem meegeleverde documentatie voor gedetailleerde informatie hierover.
4
Als u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u dit gedeelte overslaan, tenzij u een SCO UNIX-systeem hebt.
Als u een HP-UX-systeem, een IBM RS/6000 AIX-computer, of Sun Solaris 2.xx hebt, dan is er geen printcap-bestand. Dit geldt tevens voor UNIX-systemen op basis van AT&T en voor vele TCP/IP­softwarepakketten op basis van VMS (bijvoorbeeld, UCX, TGV Multinet, enz.). Op SCO-systemen is er wel een printcap-bestand, maar dat wordt automatisch geconfigureerd door de opdracht rlpconf. Dergelijke systemen maken doorgaans gebruik van een printerinstellingsprogramma voor het definiëren van de servicenaam (externe printer), de naam van de afdrukserver (externe machine) of het IP-adres, en de naam van de locale wachtrij (spooldirectory). Raadpleeg de sectie die betrekking heeft op de Unix-versie op uw systeem.
1 - 5 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN

Linux configureren

Als u uw Linux-distributie niet wilt configureren met de methode waar u de opdracht achter de prompt typt, kunt u de toepassing Linux Printer System Manager op uw GUI gebruiken. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
1
Klik in het scherm Linux Printer System Manager op Add.
2
U wordt nu gevraagd om te specificeren welk printertype u gebruikt; selecteer de optie voor de externe (lpd) wachtrij van Unix en klik op OK.
3
Nu moet u de naam van de externe host, de naam van de externe wachtrij en het te gebruiken invoerfilter specificeren.
4
De naam van de externe host is het IP-adres van de printer, of de naam in het HOSTS-bestand die overeenkomt met het IP­adres van de printer.
5
De naam van de externe wachtrij is de servicenaam die de printer gebruikt tijdens het verwerken van de gegevens. Doorgaans wordt de naam "BINARY_P1" aanbevolen, maar als u van plan bent om tekstdocumenten te verzenden die geen regelterugloop of nieuwe regels bevatten, dient u "TEXT_P1_TX" te gebruiken.
6
Selecteer het gewenste invoerfilter in de lijst van beschikbare printers op uw versie van Linux.
Selecteer de optie waarmee lpd opnieuw wordt gestart om uw instellingen te activeren. Nadat de lpd-server opnieuw is opgestart, kunt u afgedrukte documenten vanaf uw server verzenden.
Linux configureren met gebruikmaking van CUPS
Vele Linux-systemen ondersteunen het CUPS (Common Unix Printing System).
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 6

HP-UX configureren

Bij HP-UX10.xx wordt het programma sam gebruikt voor het instellen van de externe printer. U volgt de onderstaande stappen:
1
Voer het programma sam uit. Selecteer Printers and Plotters in de optielijst.
2
Selecteer LP Spooler.
3
Selecteer Printers and Plotters.
4
Selecteer Actions en vervolgens Add Remote Printer/Plotter.
5
Voer een willekeurige naam in voor de printernaam (dit is de naam van de afdrukwachtrij).
6
Voer het IP-adres van de afdrukserver in als de Remote System Name.
7
Voer in het vak Remote Printer Name de gewenste servicenaam van de afdrukserver in.
8
Markeer het aankruisvakje naast Remote Printer is on BSD system.
9
Aanvaard de standaardwaarden voor de overige opties.
10
Klik op OK om de printer te configureren.
Nu kunt u afdrukken met behulp van de opdracht lp-d en de printernaam.
Als u gebruik maakt van de HP-gedistribueerde printservice, zal de configuratieprocedure iets anders zijn omdat u een afdruktaak naar een bestandsserver stuurt, die de taak op zijn beurt naar de afdrukserver spoolt. Daarom moet u naast alle hiervoor vermelde informatie ook de naam van de bestandsserver (spoolerhost) kennen. U voegt een fysieke printer en een externe printer toe, en wijst vervolgens een logische printer aan de externe printer (een unieke naam) toe. Nu kunt u afdrukken met behulp van de opdracht lp-d met de logische printernaam.
1 - 7 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
Oudere versies van HP-UX volgen ongeveer dezelfde procedure als voor 10.xx:
1
Voer sam in en selecteer Peripheral Devices en vervolgens Add Remote Printer (not Networked printer).
2
Voer de onderstaande externe printerinstellingen in (de andere instellingen zijn niet belangrijk):
Line printer name (door gebruiker te selecteren).
Remote system name (de afdrukservernaam; moet
overeenkomen met wat er in het HOSTS-bestand staat, of gebruik het IP-adres van de afdrukserver).
Remote printer queue (naam van binaire of tekstservice
van de afdrukserver, bijv. BINARY_P1 of TEXT_P1)
Remote Printer is on a BSD System (Ja).

IBM RS/6000 AIX configureren

Het RS/6000 AIX-besturingssysteem gebruikt het programma smit voor het instellen van de externe printer. Voor AIX 4.0 en recentere versies verloopt de procedure als volgt:
1
Voer smit in en selecteer devices.
2
Selecteer Printer/Plotter.
3
Selecteer Print Spooling.
4
Selecteer Add a Print Queue.
5
Selecteer Remote.
6
Voer de onderstaande instellingen voor de externe printer in:
Name of queue (door gebruiker te selecteren) Host name of Remote Printer (afdrukservernaam; moet
overeenkomen met de naam in het bestand /etc/hosts, of gebruik het IP-adres van de afdrukserver). Name of queue on remote printer (naam van binaire of tekstservice van de afdrukserver, bijv. BINARY_P1 of TEXT_P1) Type of print spooler. BSD (druk op de knop LIST en kies BSD).
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 8
De procedure voor systemen ouder dan V4.0 is als volgt:
1
Voer smit in en selecteer devices.
2
Selecteer printer/plotter.
3
Selecteer manage remote printer subsystem.
4
Selecteer client services.
5
Selecteer remote printer queues.
6
Selecteer add a remote queue.
7
Voer de onderstaande instellingen voor de externe wachtrij in:
Name of queue to add (door gebruiker te selecteren).
Activate the queue (Ja).
Destination host (afdrukservernaam; moet overeenkomen
met de naam in het bestand /etc/hosts, of gebruik het IP­adres van de afdrukserver)
Name of queue on remote printer (naam van binaire of
tekstservice van de afdrukserver, bijv. BINARY_P1 of TEXT_P1)
Name of device to add (door gebruiker te selecteren;
bijvoorbeeld lp0).

Sun Solaris 2.x configureren

Sun Solaris 2.x maakt gebruik van de programma's lpsystem en lpadmin voor het configureren van de externe printer:
lpsystem -t bsd prnservernaam lpadmin -p wachtrij -s prnservernaam!prnserverservice accept wachtrij (niet vereist op recentere Solaris-systemen) enable wachtrij (niet vereist op recentere Solaris-systemen)
waar wachtrij de naam is van de locale afdrukwachtrij, prnservernaam de naam is van de afdrukserver (moet
overeenkomen met wat wordt gebruikt in het bestand /etc/hosts of met het IP-adres). prnserverservice de naam is van de afdrukserver-service BINARY_P1 of TEXT_P1.
1 - 9 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
Als dit de eerste printer is die wordt geconfigureerd, moet vóór de opdracht accept ook de opdracht lpsched worden gebruikt.
U kunt daarentegen ook Printer Manager gebruiken in het hulpprogramma Admintool onder OpenWindows. Selecteer Edit, Add en Add Access to Remote Printer. Voer nu de naam van de afdrukserver in, in de notatie prnservernaam!\prnserverservice zoals hierboven beschreven. Controleer dat het besturingssysteem van de printerserver is ingesteld op BSD (de standaardinstelling) en klik op Add.
Het is raadzaam om in plaats van de NIS-service of andere naam­services het bestand /etc/hosts te gebruiken voor de printernaam. Wij wijzen u er tevens op dat u vanwege een programmafout in de Sun lpd-implementatie op Solaris 2.4 en oudere versies, problemen kunt hebben met het afdrukken van bijzonder lange afdruktaken. Een van de oplossingen hiervoor is de software voor raw TCP-poorten te gebruiken (zie verderop in dit hoofdstuk).

SCO UNIX configureren

Om een printer in versie 5.x van SCO Unix te configureren, gebruikt u het programma SCOADMIN.
1
Selecteer Printers en vervolgens Print Manager.
2
Selecteer in het menu Printer en vervolgens Add Remote, gevolgd door Unix...
3
Voer het IP-adres van de afdrukserver in en typ de naam van de printer waarnaar u wilt spoolen.
4
Deselecteer Use External remote Printing Protocol...
5
Om de afgedrukte pagina uit te werpen, voegt u de opdracht rp=lpaf toe aan het bestand /etc/printcap.
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 10
SCO UNIX vereist TCP/IP V1.2 of een recentere versie om met afdrukservers van Brother te kunnen werken. Eerst moeten de bestanden /etc/hosts en /etc/printcap worden geconfigureerd (zie stap 2). Vervolgens voert u het programma sysadmsh als volgt uit:
1
Selecteer Printers.
2
Selecteer Configure.
3
Selecteer Add.
4
Voer de naam in van de wachtrij die u in het bestand /etc/printcap hebt ingevoerd als printernaam.
5
Voer bij Comment en Class name iets in.
6
Selecteer bij Use printer interface de optie Existing.
7
Druk op F3 om een lijst van beschikbare interfaces op te vragen en selecteer m.b.v. de cursortoetsen de gewenste interface als de Name of interface (Dumb is een goede keuze).
8
Selecteer bij Connection de optie Direct.
9
Voer bij Device name de naam van het gewenste apparaat in (/dev/lp werkt meestal).
10
Selecteer bij Device de optie Hardwired.
11
Selecteer bij het veld Require banner de optie No.
Oudere versies van SCO Unix-systemen
Afdrukservers van Brother ondersteunen ook het FTP-protocol. Oudere versies van SCO Unix-systemen zijn vaak geconfigureerd om af te drukken via het FTP-protocol.

IBM AS/400

Om een afdrukserver van Brother te gebruiken met een IBM AS/400 waarop de TCP/IP-gatewayservices van IBM voor OS/400 draaien (het OS/400-systeem moet v3.1 of een latere versie zijn):
Gebruik de opdracht CFGTCP na de OS/400-prompt om het TCP/IP­adres van de afdrukserver toe te voegen aan de AS/400-hosttabel.
1 - 11 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
Gebruik de volgende OS/400-opdracht (één lijn) om de LPD-wachtrij aan te maken:
CRTOUTQ OUTQ(<wachtrijnaam> RMSTSYS (*INTNETADR) RMTPRTQ(<service>) AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE (*OTHER) MFRTYPMDL (<driver>) INTNETADR('<ipadres>') TEXT ('<omschrijving>')
waar <wachtrijnaam> de nieuwe naam van de AS/400­afdrukwachtrij is, <service> de servicenaam van de afdrukserver is (BINARY_P1 of TEXT_P1), <driver> de naam van de OS/400­printerdriver is (*HP4 wordt aanbevolen in twijfelgevallen), en <ipadres> het IP-adres van de afdrukserver is. Houd er rekening mee dat het IP-adres en de omschrijving tussen enkele aanhalingstekens moeten staan.
Bijvoorbeeld:
CRTOUTQ OUTQ(BR1) RMTSYS(*INTNETADR) RMTPRTQ(BINARY_P1) AUTOSTRWTR(1) CNNTYPE(*IP) DESTTYPE(*OTHER) MFRTYPMDL(*HP5SI) INTNETADR('10.0.0.200') TEXT('Arnes Printer')
Bij gebruik van A4-papier kan de pagina-indeling onjuist zijn (waarschijnlijk omdat uw AS/400-systeem is ingesteld op papier van Letter-formaat). U kunt dit probleem als volgt verhelpen:
Bewerk het bronprogramma Host Print Transform:
RTVWSCST DEVTYPE(*TRANSFORM) MFRTYPMDL(*HP5SI) SRCMBR(HP5SI) SRCFILE(MYLIB/SRC)
Verander bij de papierdefinitie de bestaande hex-codes voor Letter, 1B 26 6C 02 41 in hex-codes voor A4, 1B 26 6C 32 36 41.
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 12
OS/400 versie 4, 5, 5.1
U kunt de volgende opdrachtregel gebruiken om een printerdefinitie te maken:
CRTDEVPRT DEVD(BR2) DEVCLS(*LAN) TYPE(3812) MODEL(1) LANATTACH(*IP) PORT(9100) FONT(011) PARITY(*NONE) STOPBITS(1) TRANSFORM(*YES) MFRTYPMDL(*HP5SI) PPRSRC1(*A4) PPRSRC2(*A4) RMTLOCNAME('10.0.0.200') SYSDRVPGM(*HPPJLDRV) TEXT('Arnes Printer')

Overige systemen

Andere systemen maken gebruik van soortgelijke programma's voor het instellen van de afdrukserver. Deze programma's vragen doorgaans om de onderstaande informatie:
Gevraagde informatie: U gebruikt:
Externe printer Binaire of tekstservicenaam. Naam van externe
hostcomputer
IP-adres van externe host IP-adres van de afdrukserver.
Medewerkers van de technische ondersteuningsdienst van de betreffende ondernemingen kunnen de meeste vragen over de configuratie beantwoorden, mits u de relevante informatie over de UNIX-configuratie bij de hand hebt (vermeld dat de afdrukserver er uitziet als een externe UNIX-hostcomputer waarop het daemon­protocol lpd voor regelprinters wordt uitgevoerd).
Een willekeurige naam (moet overeenkomen met de naam in het printcap-bestand, indien aanwezig). In sommige gevallen kunt u hier het IP-adres van de afdrukserver invoeren.
1 - 13 AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN
Als u op uw UNIX-hostcomputer nog geen spooldirectory voor de afdrukserver van Brother hebt ingesteld, dan moet dat nu gebeuren (de hulpprogramma's voor het instellen van de printer in HP-UX, AIX, Solaris 2.xx en andere systemen zullen de spooldirectory automatisch maken). De lpd-spooldirectory bevindt zich doorgaans in de directory /usr/spool (vraag uw systeembeheerder of de locatie in uw systeem misschien afwijkt). Als u een nieuwe spooldirectory wilt maken, gebruikt u de opdracht mkdir. Als u bijvoorbeeld een spooldirectory wilt maken voor de wachtrij laser1, voert u de onderstaande regel in:
mkdir /usr/spool/lpd/laser1
Op sommige systemen moet ook de daemon worden opgestart. Op Berkeley-compatibele UNIX-systemen gebruikt u hiervoor de startopdracht lpc start (zie het onderstaande voorbeeld):
lpc start laser1

Andere bronnen van informatie

Zie ook hoofdstuk 10 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
AFDRUKKEN OP UNIX-SYSTEMEN 1 - 14
2

Afdrukken via TCP/IP

Afdrukken vanaf Windows NT®4.0, Windows® 2000/XP, LAN Server en Warp Server

Overzicht

Als u Windows NT®4.0 gebruikt, kunt u met het TCP/IP-protocol rechtstreeks afdrukken op een netwerkprinter van Brother. Voor Microsoft Windows NT Microsoft worden geïnstalleerd. Bij gebruik van Windows kunnen afdruktaken rechtstreeks naar de printer worden gestuurd, zonder dat er extra software geïnstalleerd hoeft te worden. Met het TCP/IP-protocol ondersteunen afdrukservers van Brother ook transparant afdrukken vanaf de bestandsserver van IBM LAN Server en OS/2 Warp Server, en tevens vanaf OS/2 Warp Connect­werkstations.
®
4.0 moet het protocol "TCP/IP printing" van
®
2000/XP
2
Tips en hints:
1
Het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing) wijst automatisch een IP-adres toe uit het volgende bereik:
169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Wanneer het APIPA-protocol
is uitgeschakeld, is het standaard IP-adres voor een afdrukserver van Brother 192.0.0.192. Als u dit wilt wijzigen, doet u dat via het bedieningspaneel van de printer (indien van toepassing), via BRAdmin Professional of Web BRAdmin, of laat u de DHCP-server een IP-adres aan de printer toewijzen.
2
Het standaardwachtwoord voor afdrukservers van Brother is access.
3
Voor Windows NT®4.0 moet het protocol "TCP/IP printing" van Microsoft worden geïnstalleerd (beschikbaar via het configuratiescherm).
4
Onder Windows® 2000/XP kan via TCP/IP worden afgedrukt met gebruikmaking van de software voor het afdrukken over netwerken en de software voor het IPP-protocol, die in Windows
IPP onder Windows
informatie hierover.
®
2000/XP is ingebouwd. Raadpleeg Afdrukken via
®
2000/XP op pagina 5-10 voor meer
2 - 1 AFDRUKKEN VIA TCP/IP
5
Bij gebruik van Windows® 95/98/Me kunnen afdruktaken via het IPP-protocol vanaf een Windows verstuurd, op voorwaarde dat de software Microsoft Internet Print Services is geïnstalleerd op de client-pc, dat IIS is geïnstalleerd en draait op de Windows dat op de client-pc minstens versie 4 of recenter van Microsoft Internet Explorer is geïnstalleerd. Raadpleeg Afdrukken via IPP
onder Windows
hierover.
6
De standaardnaam voor een afdrukserver van Brother is doorgaans BRN_xxxxxx (waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres van de afdrukserver).
®
2000/XP op pagina 5-10 voor meer informatie
®
2000/XP-computer worden
®
2000/XP-computer, en

Windows NT®4.0 en Windows® 2000/XP (TCP/IP) configureren

Als u het TCP/IP-protocol nog niet in uw Windows NT®4.0-systeem hebt geïnstalleerd, dan moet dat nu gebeuren. U kunt dit doen via het pictogram Netwerk in het Configuratiescherm van Windows
®
NT
4.0 (gebruik de Startknop in Windows NT®4.0 om het menu Instellingen/Configuratiescherm te openen). De standaardconfiguratie van Windows automatisch het TCP/IP-protocol. Raadpleeg de overeenkomstige secties in dit hoofdstuk voor meer informatie.
®
2000/XP installeert

Afdrukken vanaf Windows® 2000/XP (printerdriver nog niet geïnstalleerd)

Windows® 2000/XP-systemen installeren standaard alle software die u nodig hebt om te kunnen afdrukken. Dit hoofdstuk beschrijft de twee meest gebruikte configuraties, namelijk afdrukken via de standaard TCP/IP-poort en via IPP (Internet Printing Protocol). Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd, kunt u onmiddellijk doorgaan naar de sectie Printerdriver reeds geïnstalleerd.
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort
1
Selecteer in de map Printers de optie Printer toevoegen. De wizard Printer toevoegen wordt gestart. Klik op Volgende.
2
Selecteer nu de optie Locale printer en schakel de optie Plug & play printer automatisch waarnemen uit.
AFDRUKKEN VIA TCP/IP 2 - 2
3
Klik op Volgende.
4
Vervolgens dient u de juiste poort te selecteren waarmee afdrukken over het netwerk mogelijk is. Selecteer in het keuzemenu een nieuwe poort en selecteer Standaard TCP/IP- poort.
5
Klik daarna op Volgende.
6
De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Klik op Volgende.
7
Typ het IP-adres of de naam van de printer die u wilt configureren. De wizard vult de poortnaam automatisch voor u in.
8
Klik op Volgende.
9
Windows® 2000/XP zal nu contact maken met de printer die u hebt gespecificeerd. Als u een verkeerd IP-adres of een verkeerde naam hebt opgegeven, verschijnt er een foutmelding.
10
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
11
Nu u de poort geconfigureerd hebt, dient u aan te geven welke printerdriver u wilt gebruiken. Selecteer de gewenste driver in de lijst van ondersteunde printers. Als u een driver gebruikt die met de printer op cd-rom werd meegeleverd, selecteert u de optie Diskette om naar de cd-rom te bladeren. Of klik op de knop Windows Update om direct toegang te krijgen tot de support-website van Microsoft, waar u de nodige printerdrivers kunt downloaden.
12
Zodra de driver is geïnstalleerd, klikt u op de knop Volgende.
13
Geef een naam op en klik op Volgende.
14
Als u de printer wilt delen, voert u de gemeenschappelijke naam in en klikt u op Volgende.
15
Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
2 - 3 AFDRUKKEN VIA TCP/IP

Afdrukken vanaf Windows® 2000/XP (printerdriver is geïnstalleerd)

Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd en deze wilt configureren om af te drukken via een netwerk, volgt u deze procedure:
1
Selecteer de printerdriver die u wilt configureren.
2
Selecteer Bestand en kies vervolgens Eigenschappen.
3
Klik op het tabblad Poort en klik op Poort toevoegen.
4
Selecteer de poort die u wilt gebruiken. Doorgaans is dit de
Standaard TCP/IP-poort. Klik vervolgens op de knop Nieuwe
poort....
5
De wizard Standaard TCP/IP-poort toevoegen verschijnt. Volg de stappen 6-10 in de sectie "Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort".

Afdrukken vanaf Windows NT® 4.0

Als u het TCP/IP-protocol niet hebt geïnstalleerd tijdens de installatie van uw Windows deze procedure. Als u het TCP/IP-protocol reeds hebt geïnstalleerd, gaat u door naar het volgende onderdeel.
1
Klik op Start, kies Instellingen en selecteer Configuratiescherm.
2
Voer de toepassing Netwerk uit door te dubbelklikken op het pictogram Netwerk en klik vervolgens op het tabblad Protocollen.
3
Selecteer Toevoegen en dubbelklik op TCP/IP-protocol.
4
Plaats bestanden te kopiëren.
5
Klik op Sluiten. Het Windows NT®4.0-systeem zal protocolbindingen controleren, waarna het dialoogvenster TCP/ IP-eigenschappen wordt geopend.
6
Configureer in dit dialoogvenster het IP-adres, het subnetmasker en het gateway-adres van de host. Vraag uw systeembeheerder om deze adressen.
de gevraagde diskette(s) of cd-rom om de benodigde
®
NT 4.0-systeem (werkstation of server), volg dan
7
Klik op OK om af te sluiten (u moet uw Windows NT®4.0­werkstation of server opnieuw opstarten).
AFDRUKKEN VIA TCP/IP 2 - 4
Loading...
+ 108 hidden pages