Brother NC-2010p User's Guide

Brother Brother Multi-Protocol afdrukserver
NC-series
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze handleiding a.u.b. aandachtig door voordat u uw printer gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u haar wanneer nodig snel even kunt raadplegen.
Handelsmerken
Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, zijn gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en g e publiceerd onder toezicht van Brother Industries Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de productspecificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor de specificaties te wijzigen zonder voorafgaande mededeling. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, inbegrepen vervolgschade, voortvloeiend uit het vertrouwen op deze handleiding, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, drukfouten en andere fouten gerelateerd aan deze publicatie.
©1997, 1998 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de afdrukserver
Het is raadzaam om de afdrukserver zorgvuldig te verpakken voordat u hem vervoert; dit om schade tijdens het transport te voorkomen. Wij adviseren u om het originele verpakkingsmateriaal te bewaren en dit te gebruiken om uw afdrukserver tijdens transport te beschermen. Zorg er bovendien voor dat de afdrukserver tijdens vervoer verzekerd is
.
WAARSCHUWING
Plaats de
afdrukserver in een antistatische zak
voordat u hem gaat vervoeren; dit om
beschadiging van het product te voorkomen.
(For USA & CANADA Only)
For technical and operational assistance, please call:
In USA 1-800-276-7746 (outside California)
949-859-9700 Ext. 329 (within California)
In CANADA 1-800-853-6660
514-685-6464 (within Montreal)
If you have comments or suggestions, please write us at:
In USA Printer Customer Support
Brother International Corporation 15 Musick Irvine, CA 92718
In CANADA Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept. 1, rue Hôtel de Ville Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
Fax-Back System (For USA and Canada only) Brother Customer Service has installed an easy to use Fax-Back System so you can get instant answers to common technical questions and product information for all Brother products. This is available 24 hours a day, 7 days a week. You can use the system to send the information to any fax machine, not just the one you are calling from. Please call 1-800-521-2846 (USA) or 1-800-681-9838 (Canada) and follow the voice prompts to receive faxed instructions on how to use the system and your index of Fax-Back subjects.
DEALERS/SERVICE CENTERS (USA only) For the name of an authorized dealer or service center, call 1-800-284-4357.
SERVICE CENTERS (Canada only) For service center addresses in Canada, call 1-800-853-6660
INTERNET-ADRES Voor technische vragen en om drivers te downloaden:
http://www.brother.com

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN
vii
HOOFDSTUK 1 1-1
NOVELL NETWARE CONFIGUREREN 1-1
Algemene informatie 1-1
Een afdrukwachtrij maken met BRAdmin of BRAdmin32 1-1
De BRAdmin-software installeren 1-2 De Brother-afdrukserver configureren (modus Wachtrijserver in bindery-emulatie) 1-2 De Brother-afdrukserver configureren met BRAdmin32 (modus Wachtrijserver in NDS-modus) 1-3 De Brother-afdrukserver configureren met Novell NWADMIN en BRAdmin/BRAdmin32 (modus Wachtrijserver in NDS-modus) 1-5 De Brother-afdrukserver configureren met Novell NWAdmin en BRAdmin/BRAdmin32 (modus Externe server in NDS-modus) 1-7 De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in bindery-emulatie) 1-8 De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in NDS-modus) 1-11 De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Externe printer) 1-13 Naam en nummer van externe printer toewijzen met BRAdmin/BRAdmin32 1-15 Naam en nummer van externe printer toewijzen met BRCONFIG 1-15 De afdrukwachtrij testen 1-16
HOOFDSTUK 2 2-1
UNIX-NETWERK CONFIGUREREN (TCP/IP) 2-1
TCP/IP 2-1
TCP/IP UNIX-host configureren 2-1
HP/UX configureren 2-4 IBM RS/6000 AIX configureren 2-5 Sun Solaris 2.x configureren 2-5 SCO UNIX configureren 2-6 Andere niet-standaard configuraties 2-6
i
GEBRUIKERSHANDLEIDING
IP-adres configureren 2-8
Het voorpaneel van de printer gebruiken voor het toewijzen van een IP-adres (uitsluitend voor printers met LCD-scherm) 2-8 Het IP-adres wijzigen met BRAdmin32 2-9 DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres 2-10 ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres van de afdrukserver 2-11 RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres 2-12 BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres 2-12 Het IP-adres configureren met NCP of BRCONFIG 2-13
VORDAT U GAAT AFDRUKKEN 2-15
IP-beveiliging 2-16
Raw TCP-poorten 2-16
HOOFDSTUK 3 3-1
WINDOWS NT- EN LAN SERVER-NETWERK CONFIGUREREN (TCP/IP) 3-1
Windows NT (TCP/IP) configureren 3-1
Een IP-adres voor de afdrukserver configureren 3-2
Het IP-adres wijzigen met BRAdmin32 3-3 Het IP-adres wijzigen met de opdracht ARP 3-4
De afdrukwachtrij van Windows NT configureren 3-6
De afdrukwachtrij van Windows NT 4.0 configureren (printer driver reeds geïnstalleerd) 3-6 De afdrukwachtrij van Windows NT 4.0 configureren (printer driver niet geïnstalleerd)3-7 De afdrukwachtrij van Windows NT 3.5x configureren 3-8
LAN Server/Warp Server configureren 3-9
De server configureren 3-9 Een IP-adres voor de printer programmeren 3-10 De server configureren 3-11
ii
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 4 4-1
WINDOWS 95/98 PEER-TO-PEER CONFIGUREREN 4-1
LPR-methode 4-1
Het IP-adres wijzigen met BRAdmin32 4-1 Brother Network Direct Print installeren 4-3
Aan de printer koppelen 4-4 Een tweede poort voor Network Direct Print toevoegen 4-5
HP's JetAdmin-compatibele methode 4-5
HOOFDSTUK 5 5-1
NETBIOS CONFIGUREREN (NETBEUI EN TCP/IP) 5-1
Inleiding 5-1
De afdrukserver configureren 5-2
De domeinnaam wijzigen met TELNET of BRCONFIG 5-3
NetBIOS Port Monitor voor Windows 95/98, NT4.0 5-3
De Brother NetBIOS Port Monitor installeren 5-4
Aan de printer koppelen 5-5 Een tweede poort voor Network Direct Print toevoegen 5-6
LAN Server/Warp Server configureren 5-7
HOOFDSTUK 6 6-1
APPLETALK-NETWERK CONFIGUREREN 6-1
AppleTalk 6-1
Macintosh configureren 6-1
Werking 6-2
De afdrukserver selecteren 6-2
iii
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Binaire grafische afbeeldingen afdrukken 6-3
De configuratie wijzigen 6-4
HOOFDSTUK 7 7-1
WINDOWS NT (DLC/LLC) CONFIGUREREN 7-1
DLC op Windows NT configureren 7-1
Printer instellen onder Windows NT 4.0 7-2 Printer instellen onder Windows NT 3.5x 7-3
DLC op ander systemen configureren 7-4
HOOFDSTUK 8 8-1
LAT-NETWERK CONFIGUREREN 8-1
LAT 8-1
VMS LAT-host configureren 8-1
Lege pagina's uitschakelen 8-4
PATHWORKS voor DOS configureren 8-5
PATHWORKS voor Windows 95/98/NT4.0 8-6
PATHWORKS voor Macintosh configureren 8-6
DECprint Supervisor configureren 8-7
ULTRIX configureren 8-7
Installatie op andere host-computers 8-10
De configuratie wijzigen 8-10
iv
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 9 9-1
BANYAN VINES-NETWERK CONFIGUREREN 9-1
Benodigdheden om met een Brother-afdrukserver op een VINES-netwerk af te drukken 9-1
A. Gebruikersconsole van bestandsserver 9-1
B. De wachtrij van de bestandsserver configureren 9-2
C. Afdrukserver configureren met BRAdmin 9-4
D. Afdrukserver configureren met de afdrukserverconsole 9-5
E. De afdrukwachtrij testen 9-6
HOOFDSTUK 10 10-1
WEB-FUNCTIE 10-1
Overzicht 10-1
Uw printer m.b.v. een browser aansluiten 10-1
Web-functiepagina 10-2
Log-beheer 10-4
Overzicht 10-4 Deze functie gebruiken 10-5
HOOFDSTUK 11 11-1
BROTHER INTERNET PRINT (BIP) 11-1
BIP Remote Internet Printing installeren 11-1
Algemene informatie 11-1
Wat er verder in dit hoofdstuk wordt besproken 11-2
De BIP-software op een Windows 95/98/NT4.0-PC installeren 11-2
v
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Een tweede Brother-Internetpoort toevoegen 11-5
De externe afdrukserver configureren 11-5
Controlelijst bij het configureren van de afdrukserver 11-5 BRAdmin of BRAdmin32 gebruiken om de afdrukserver te configureren 11-6 De afdrukserver configureren met een Web-browser 11-7 De console gebruiken om de afdrukserver te configureren 11-7
HOOFDSTUK 12 PROBLEMEN OPLOSSEN 12-1
Problemen met de installatie 12-1
Onregelmatige werking 12-4
Problemen met Novell NetWare oplossen 12-4
Problemen met TCP/IP oplossen 12-5
Problemen met Windows NT/LAN Server oplossen 12-7
Problemen met Brother Peer-to-Peer Print (LPR) oplossen 12-7
Problemen met Windows 95/98 (of recenter) Peer-to-Peer oplossen 12-8
Problemen met AppleTalk oplossen 12-8
Problemen met DLC/LLC oplossen 12-9
Problemen met LAT oplossen 12-10
Problemen met Banyan VINES oplossen 12-12
Problemen met Internet Print oplossen 12-13
Problemen met uw Web-browser oplossen 12-13
vi
REGULERINGEN

BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN

Federal Communications Commission Compliance Notice (alleen voor de V.S.)
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class A digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference when the equipment is operated in a commercial environment. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instruction manual, may cause harmful interference to radio communications. Operation of this equipment in a residential area is likely to cause harmful interference in which case the user will be required to correct the interference at his own expense.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1)This device may not cause harmful interference, and (2)this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Important
Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user’s authority to operate the equipment.
Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)
This Class A digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme a la norme NMB-003
du Canada.
CONFORMITEITSVERKLARING (EUROPA)
Wij, Brother International Europe Ltd.,
Brother House 1 Tame Street, Guide Bridge, Audenshaw, Manchester M34 5JE, V.K.
Verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normgevende documenten:
Veiligheid: EN 60950,
EMC: EN 55022 klasse A, EN 50082-1 volgens de bepalingen van het directief inzake laagspanning 73/23/EEC en het directief inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEC (zoals geamendeerd door 91/263/EEC en 92/31/EEC).
Uitgegeven door: Brother International Europe Ltd.
European Technical Services Division
vii
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Opmerking inzake EMC
Waarschuwing
Dit is een klasse A product. In een huishoudelijke omgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker zelf de benodigde maatregelen dient te treffen.
viii

INLEIDING

Overzicht

Met Brother afdrukservers kunnen meerdere host-computers een Brother­printer delen op een 10Mbit of 100Mbit Ethernet-netwerk. De gebruikers kunnen hun taken als normaal afdrukken, net alsof de printer rechtstreeks op hun eigen computer is aangesloten. Er is geen speciale software op de host-computers nodig, en programma's kunnen zonder enige wijzigingen draaien. Omdat de Brother-afdrukservers multi-protocol capaciteiten hebben, kunnen gebruikers op DEC-, UNIX-, Novell-, AppleTalk-, LAN Server/Warp Server-, Windows NT-, Windows 95-, NetBIOS- en Banyan VINES-computers tegelijkertijd één en dezelfde printer ge b r uiken.

Kenmerken

De Brother-afdrukservers hebben de meest uitgebreide kenmerken in de industrie, waaronder:
LAT-, TCP/IP-, Netware-, AppleTalk-, NetBIOS-, Banyan VINES- en
DLC/LLC-protocollen
Compatibel met de volgende netwerkbesturingssystemen:
- Netwerken van Digital Equipment Corporation, inclusief
- UNIX-systemen die het Berkeley lpr/lpd-afdrukprotocol
- Novell Netware V2.15 of recenter, V3.xx, of V4.xx, inclusief
- AppleTalk Phase 2
- Windows NT4.0 en NT3.5x
- IBM LAN Server V4.0 of recenter, of oudere versies met
- Windows 95/98 (Peer-to-Peer of client-modus)
Bijzonder hoge prestatie
Superieur netwerk- en printerbeheer:
- BRAdmin en BRAdmin32 op Windows gebaseerde
- SNMP MIB I en MIB II met inbegrip van printer MIB over IP of IPX
- Beheer van remote console via DEC NCP, TELNET, NetWare, of
- Functie voor beheer van HTTP web-browser
lpd-Plus functie voor meerdere services met aangepaste setup- en reset-
strings plus tekst-naar-PostScript conversie
Flash-geheugen, voor een eenvoudige update van firmware
INLEIDING
PATHWORKS en DECprint Server ondersteunen, afdrukken naar een raw TCP-poort ondersteuning voor NetWare Directory Services (NDS)
IBM TCP/IP V2.xx
beheerprogramma's
NC-2010h/NC-2100h seriële poort
ix
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN
NOVELL
NETWARE
Met de Brother-afdrukservers kunnen afdruktaken van NetWare-client-PC's worden afgedrukt op dezelfde printer als gebruikt wordt door DEC-, TCP/IP-, AppleTalk-, NetBIOS- en Banyan-gebruikers. Alle NetWare­taken worden via de Novell-server in de wachtrij geplaatst.

Algemene informatie

Om de Brother-afdrukservers op een NetWare-netwerk te kunnen gebruiken, moeten een of meer bestandsservers zijn geconfigureerd met een afdrukwachtrij die door de afdrukserver bediend kan worden. Gebruikers sturen hun afdrukverzoeken naar de afdrukwachtrij van de bestandsserver, waarna de taken tijdelijk op d e Bro th e r-afd rukserver worden opgeslagen (dit zogenaamde spoolen kan rechtstreeks gebeuren, maar in de modus Externe afdrukserver gebeurt dit via een tussenliggende afdrukserver).
Brother's originele BRAdmin-toepassing is nu vervangen door BRAdmin32. Deze toepassing geeft verbeterde Netware-ondersteuning. De systeembeheerder kan nu in één omgeving zowel op bindery als op NDS gebaseerde wachtrijen creëren zonder dat er tussen toepassingen geschakeld hoeft te worden. De BRAdmin32-toepassing is ontworpen voor Windows 95/98 en NT 4.0. U dient de Novell 32-bit client te installeren als u wachtrij-informatie op uw Netware-servers wilt creëren.
CONFIGUREREN
Opmerking
De Brother-afdrukservers kunnen maximaal 16 bestandsservers en 32 wachtrijen bedienen.

Een afdrukwachtrij maken met BRAdmin of BRAdmin32

Brother's BRAdmin-toepassingen zijn op Windows gebaseerde hulpprogramma's die voorzien in een functionaliteit die vele overeenkomsten vertoont met het hulpprogramma Netware PCONSOLE (of NWADMIN in Netware 4.1x). Om de BRAdmin-programma's te kunnen gebruiken voor het onder NetWare configureren van de Brother­afdrukserver, meldt u zich aan als SUPERVISOR (NetWare 2.xx of 3.xx) of als ADMIN (NetWare 4.1x), waarna u onderstaande stappen volgt:
1-1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De Brother-afdrukservers kunnen echter ook worden geconfigureerd met het hulpprogramma NetWare PCONSOLE of NWADMIN, mits gebruikt in combinatie met Brother's hulpprogramma DOS BRCONFIG.

De BRAdmin-software installeren

<Voor Windows 3.1>
Opmerking
De BRAdmin32-toepassing kan niet draaien onder Windows 3.x.
1. Plaats de diskette met het Windows 3.1 configuratieprogramma voor de afdrukserver in uw diskettestation.
1. In Programmabeheer kiest u in het menu Bestand de optie Starten.
2. Typ de naam van het station waarin u de diskette heeft geplaatst en typ in het daarvoor bestemde vak de opdracht "SETUP": bijvoorbeeld A:\SETUP. Klik op OK of druk op Enter.
3. Het installatieprogramma wordt opgestart. Volg de instructies op uw computerscherm.
<Voor Windows 95/98/NT4.0>
1. Plaats de diskette met het BRAdmin32 configuratieprogramma voor de afdrukserver in uw diskettestation.
2. Klik op
3. Typ
4. Het installatieprogramma wordt opgestart.
Start
en kies
A:\SETUP
Uitvoeren
. Klik op OK of druk op
.
Enter
.

De Brother-afdrukserver configureren (modus Wachtrijserver in bindery-emulatie)

1. Start uw BRAdmin-programma.
2. In de lijst zullen een of meer afdrukservers staan (standaard wordt de
knooppuntnaam BRO_xxxxxx_P1 of BRO_xxxxxx gebruikt, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
3. Selecteer de afdrukserver die u wilt configureren en dubbelklik erop. U
wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is "access".
1-2
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN
4. Selecteer het tabblad Netware.
Opmerking
Indien nodig, kunt u de naam van de afdrukserver wijzigen; de standaardnaam van d e Netware-afdrukserver is BRO_xxxxxx_P1, waar "xxxxxx" het Ethernetadres van de afdrukserver is. Wees voorzichtig! Als u de naam verandert, kan dit de configuratie van a ndere protoc ollen beïnvloeden, omdat immers de servicenamen van de afdrukserver worden veranderd.
a. Selecteer de modus
is.
b. Klik op
knop
Voor BRAdmin
<
Klik op de gewenste naam (u mag natuurlijk ook een bestaande wachtrij selecteren). BRAdmin behoort nu automatisch alle Netware­bestandsservers in uw netwerk te vinden en zal hun namen tonen in het vak "File Server". U dient toegang op supervisor-niveau te hebben als u een wachtrij wilt maken op d e Netware-server die u gaat configureren. Klik op OK,
OK
selecteer vervolgens nogmaals op OK.
<Voor BRAdmin32
Selecteer de Netware-server die u wilt configureren en selecteer vervolgens de knop wilt creëren, selecteer deze naam vervolgens in de lijst en klik o p de knop staan in het vak Service Print Queues. Klik op op OK.
Add Queue
Change Bindery Queues
>
Create
om deze wachtrij toe te voegen. Klik op
Add
. De naam van de door u gecreëerde wachtrij komt nu te
Queue Server
. (BRAdmin32-gebruikers klikken op de
om een nieuwe wachtrij te maken en typ vervolgens
Yes
om de wijzigingen op te slaan. Klik tot slot
>
New Queue
, als deze nog niet geselecteerd
.)
Yes
, en vervolgens nogmaals op
Close, OK
. Typ de naam van de wachtrij die u
Close
en vervolgens
, en
Sluit nu BRAdmin af.

De Brother-afdrukserver configureren met BRAdmin32 (modus Wachtrijserver in NDS-modus)

1. U moet zich als SUPERVISOR (Netware 2.xx of 3.xx) of als ADMIN
(Netware 4.1x) hebben aangemeld.
2. Start het BRAdmin32-programma.
1-3
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3. In de lijst zullen een of meer afdrukservers staan (standaard wordt de
4. Selecteer de afdrukserver die u wilt configureren en dubbelklik erop. U
5. Selecteer het tabblad Netware.
Opmerking
Indien nodig, kunt u de naam van de afdrukserver wijzigen; de standaardnaam van d e Netware-afdrukserver is BRO_xxxxxx_P1, waar "xxxxxx" het Ethernetadres van de afdrukserver is. Wees voorzichtig! Als u de naam verandert, kan dit de configuratie van a ndere protoc ollen beïnvloeden, omdat immers de servicenamen van de afdrukserver worden veranderd.
knooppuntnaam BRO_xxxxxx_P1 of BRO_xxxxxx gebruikt, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is "access".
a. Selecteer de modus
Queue Server
, als deze nog niet geselecteerd
is.
b. Selecteer de juiste NDS-structuur en NDS-context (u kunt deze
informatie met de hand invoeren, maar als u klikt op de pijl Neer naast de NDS-structuur en op de knop
Change
naast de NDS­context, zal BRAdmin32 uw keuzen automatisch tonen). Nadat u deze informatie heeft gespecificeerd, klikt u op de knop
NDS queues
.
Change
c. In het scherm met de Netware-afdrukwachtrijen selecteert u de
gewenste structuur (TREE) en context (Context) en klikt u vervolgens op de knop
New Queue
.
d. Voer de wachtrijnaam in en specificeer de volumenaam. Als u de
volumenaam niet kent, selecteert u de knop
Browse
om de Netware-volumes te bekijken. Nadat alle benodigde informatie is ingevoerd, selecteert u de knop OK.
e. De naam van uw wachtrij staat nu in de door u gespecificeerde
structuur en context. Selecteer de wachtrij en klik op
Add
. De naam van de wachtrij verschijnt nu in h et venster Service Print Queues. In dit venster staat naast de wachtrijnaam ook de informatie over de structuur en de context.
f. Klik op de knop
de Netware-server aanmelden.
Sluit nu BRAdmin32 af.
Close
. Uw Brother-afdrukserver zal zich nu bij
1-4
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN

De Brother-afdrukserver configureren met Novell NWADMIN en BRAdmin/BRAdmin32 (modus Wachtrijserver in NDS-modus)

1. U moet zich bij de NetWare 4.1x-bestandsserver in de NDS-modus als ADMIN hebben aangemeld. Start nu de NWADMIN-toepassing.
2. Selecteer de gewenste context voor de printer. Selecteer op de menubalk de optie
New Object
klik op OK.
wordt geopend. Selecteer in dit menu de optie
Object
en klik vervolgens op
Create
. Het menu
Printer
en
3. Voer de printernaam in en selecteer
4. Selecteer de gewenste context voor de standaardafdrukwachtrij en klik vervolgens op geopend.
5. Selecteer
Directory Service Queue
standaardafdrukwachtrij.
6. Klik op de knop om het volume van de afdrukwachtrij te selecteren. Indien nodig, verandert u de directory-context. Selecteer nu het gewenste volume (onder
Create
om de afdrukwachtrij te maken.
7. Indien nodig, verandert u de context. Dubbelklik nu op de naam van printer die u in stap 3 heeft gemaakt.
8. Klik op
9. Indien nodig, verandert u de context. Dubbelklik nu op de afdrukwachtrij die u in stap 5 heeft gemaakt.
10.Klik op Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK.
Object
Print Queue
Assignments
Configuration
Create
en
en klik op OK. Zorg ervoor dat de optie
geselecteerd is en typ een naam voor de
Available Objects
en vervolgens op
en stel
Create
. Het menu
Add
Printer type
.
New Object
) en klik op OK. Klik op
.
in op
wordt
Other/Unknown
.
11.Indien nodig, verandert u de context. Selecteer op de menubalk de optie
Object
en vervolgens
Selecteer in dit menu de optie
12.Voer de naam van de afdrukserver in en klik op
Create
1-5
. Het menu
Print Server
New Object
en klik vervolgens op OK.
wordt geopend.
Create
.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Opmerking
U moet de naam van de Netware-afdrukserver precies invoeren zoals deze vermeld staat in het tabblad Netware van de BRAdmin-toepassing (doorgaans is dit de standaardnaam van de service, BRO_xxxxxx_P1, tenzij u de naam heeft gewijzigd ).
Belangrijk:
Wijs aan de afdrukserver geen wachtwoord toe, daar hij anders niet kan aanmelden.
13.Dubbelklik op de naam van de afdrukserver. Klik op vervolgens op
Add
14.Indien nodig, verandert u de directory-context. Selecteer nu de printer die u in stap 3 heeft gemaakt, klik op OK en nogmaals op OK.
15.Sluit NWAdmin af.
16.Start uw BRAdmin-toepassing en selecteer de juiste afdrukserver in de lijst (standaard wordt de knooppuntnaam BRO_xxxxxx_P1 of BRO_xxxxxx gebruikt, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
17. Dubbelklik op de gewenste Brother-afdrukserver. U wordt gevraagd een wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is "access". Vervolgens selecteert u het tabblad
18. Selecteer de optie
Opmerking
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de Netware-servernaam toegewezen service te gebruiken voor zowel de modus Wachtrijserver als de modus Externe printer.
Opmerking
Als u functies van de wachtrijserver wilt gebruiken op services anders dan de standaard NetWare-services, dan moet u de nieuwe services definiëren die voor NetWare en voor de gewenste poort geactiveerd zijn. Raadpleeg Appendix B in deze handleiding voor nadere informatie hierover.
.
Queue Server
NetWare
.
als de werkwijze.
Assignments
en
19.Voer de naam in van de NDS-structuur (houd er rekening mee dat een afdrukserver zowel NDS- als bindery-wachtrijen kan bedienen).
20.Typ de naam van de context voor de afdrukserver.
21. Sla uw wijzigingen op en sluit BRAdmin af.
1-6
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN

De Brother-afdrukserver configureren met Novell NWAdmin en BRAdmin/BRAdmin32 (modus Externe server in NDS-modus)

Om een Brother-afdrukserver met NWADMIN (het hulpprogramma NetWare Administrator) en and BRAdmin of BRAdmin32 te configureren voor de modus Externe printer, volgt u onderstaande stappen:
1. De
PSERVER NLM bestandsserver zijn geladen en u moet op de NetWare 4.1x­bestandsserver in NDS-modus zijn aangemeld als ADMIN.
2. Dubbelklik op het pictogram om NWADMIN op te starten. Selecteer de context voor de nieuwe printer.
3. Selecteer op de menubalk de optie
Create
. Het menu
de optie
4. Voer de naam van de printer in en klik op
5. Dubbelklik op de afdrukservernaam van uw PSERVER NLM. Klik op
Assignments
6. Indien nodig, verandert u de directory-context. Selecteer nu de printer die u heeft gemaakt en klik op OK. Noteer het nummer van de printer, u heeft dit straks weer nodig, en klik op OK.
7. Selecteer de context voor uw standaardafdrukwachtrij en klik op
Object
8. Selecteer de optie optie de standaardafdrukwachtrij.
9. Klik op de knop om het volume voor de afdrukwachtrij te selecteren. Indien nodig, verandert u de directory-context. Selecteer nu het gewenste volume afdrukwachtrij te maken.
10. Indien nodig, verandert u de context. Dubbelklik nu op de naam van de printer die u zojuist heeft gemaakt.
11. Klik op
Printer
Create
en
Directory Service Queue
Assignments
(NetWare Loadable Module) moet op uw
Object
en vervolgens de optie
New Object
en klik vervolgens op OK.
en vervolgens op
. Het menu
Print Queue
(Objects)
en vervolgens op
wordt geopend. Selecteer in dit menu
Create
Add
.
New Object
en klik op OK. Zorg ervoor dat de
geselecteerd is en typ de naam in van
en klik op OK. Klik op
wordt geopend.
Add
.
.
Create
om de
1-7
GEBRUIKERSHANDLEIDING
12. Indien nodig, verandert u de context. Selecteer nu de afdrukwachtrij
13. Start uw BRAdmin-toepassing en selecteer de afdrukserver die u wilt
14. Dubbelklik op de gewenste afdrukserver. U wordt gevraagd een
15. Vervolgens selecteert u het tabblad
die u heeft gemaakt. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK en sluit NWADMIN af.
configureren (standaard beginnen knooppuntnamen met BRO_xxxxxx_P1, BRO_xxxxxx).
wachtwoord in te voeren. Het standaardwachtwoord is "access".
NetWare
.
16. Selecteer onder printer ( naam van uw PSERVER NLM als de naam voor de afdrukserver en selecteer onder genoteerd als het printernummer.
Opmerking
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de Netware-afdrukserver toegewezen service te gebruiken voor zowel de modus Wachtrijserver als de modus Externe printer. Als u externe printer-capaciteiten wilt gebruiken op services anders dan de standaard NetWare-service, dan moet u de nieuwe services definiëren die voor NetWare en voor de gewenste poort geactiveerd zijn. Raadpleeg Appendix B in deze handleiding voor nadere informatie hierover.
17. Klik op OK en sluit BRAdmin af.
U moet nu de PSERVER NLM van uw NetWare-bestandsserver unloaden en vervolgens opnieuw laden, pas dan zijn de door u aangebrachte veranderingen van kracht.
Remote Printer
Operating Mode
), selecteer onder
Printer Number
als werkwijze de modus Externe
Print Server Name
het nummer dat u in stap 6 heeft

De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in bindery-emulatie)

de
Als alternatief op Brother's BRAdmin-programma's of het hulpprogramma Novell NWADMIN (uitsluitend voor Netware 4.1x-systemen), kunt u voor het instellen van uw afdrukwachtrijen ook het standaardhulpprogramma Novell PCONSOLE gebruiken in combinatie met Brother's programma BRCONFIG. Web-browser, TELNET (mits uw afdrukserver werd geleverd met een seriële interface) gebruiken. U gaat als volgt te werk:
Indien gewenst, kunt u in plaats van BRCONFIG ook een
, het hulpprogramma
1-8
DEC NCP
, of de seriële poort
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN
1. Meld u aan als Supervisor (NetWare 3.xx) of ADMIN (NetWare
4.1x). Vergeet niet om voor de bindery-modus de optie /b te specificeren.
2. Plaats de diskette met het configuratieprogramma voor de afdrukserver in station A: en typ bij de DOS-prompt onderstaande regel:
A:BRCONFIG of
A:BRCONFIG naam van afdrukserver
Waar naam van afdrukserver de naam van de Netware-
afdrukserver van de Brother-afdrukserver is (standaard wordt de naam BRO_xxxxxx_P1 gebruikt, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
3. Als u de naam van de afdrukserver niet in de opdracht BRCONFIG heeft gespecificeerd, dan moet u de naam van de server in kwestie selecteren in de lijst van afdrukservers.
4. Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, typt u als antwoord op de prompt "#" het standaardwachtwoord "access" (het wachtwoord wordt niet geëchood). Druk als antwoord op de prompt
Enter Username>
op
ENTER
.
5. Bij de prompt
Local>
typt u:
SET NETWARE SERVER servernaam ENABLED
Waar de
servernaam
de naam is van de bestandsserver voor de afdrukwachtrij. Als u van meer dan één bestandsserver wilt afdrukken, herhaalt u deze opdracht zo vaak als nodig.
6. Typ EXIT om het BRCONFIG remote console programma af te sluiten en de wijzigingen op te slaan, en start Novell PCONSOLE.
7. Selecteer in het menu
Information
(NetWare 3.xx) of
Available Options
Print Servers
de optie
Print Server
(NetWare 4.1x;
negeer de waarschuwing).
8. Er wordt een lijst van de huidige afdruk servers g eo pend. Druk op
INS
om een nieuwe ingang te maken, typ de naam van de Netware­afdrukserver (standaard wordt BRO_xxxxxx_P1 gebruikt, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres) en druk
ENTER
op
. Druk op
Available Options
ESC
om terug te keren naar het hoofdmenu
.
1-9
GEBRUIKERSHANDLEIDING
9. Selecteer in het menu de optie
3.xx) of
Print Queues
(NetWare 4.1x). Er wordt een lijst geopend
Print Queue Information
(NetWare
van de geconfigureerde afdrukwachtrijen.
10. Druk op maken, typ de naam van de nieuwe wachtrij en druk op
INS
om op de bestandsserver een nieuwe wachtrij te
ENTER
. De naam hoeft geen verband te houden met de bron van de afdrukserver, maar moet kort en makkelijk te onthouden zijn.
11. Zorg ervoor dat de naam van de nieuwe wachtrij gemarkeerd is en druk op
ENTER
om de wachtrij te configureren.
12. Selecteer de optie
Print Servers
Queue Servers
) en druk op
(in NetWare 4.1x heet dit item
ENTER
om te specificeren welke netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen afdrukken. Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg zijn.
13. Druk op
INS
om een lijst op te vragen van kandidaten voor de wachtrijserver en selecteer de in stap 8 opgegeven naam van de afdrukserver-service. Druk vervolgens op
ENTER
.
komt.
ESC
, totdat u weer bij het menu
14. Druk een aantal malen op
Available Options
15. Forceer de afdrukserver de bestandsservers opnieuw op afdruktaken te controleren. U kunt de printer uit- en weer aanzetten, of de afdrukserver als volgt in PCONSOLE op inactief zetten:
Markeer in het menu
Information
en druk op
Available Options
ENTER
.
de optie
Print Server
Selecteer de naam van de afdrukserver (BRO_xxxxxx_P1) en druk
ENTER
op
Information and Status
. Gebruikt u NetWare 4.1x, markeer dan de optie
, druk op
ENTER
en ga door naar het
volgende opsommingsteken.
Als u NetWare 3.xx of 2.xx heeft:
- markeert u
- markeert u
Druk op
Print Server Status/Control Server Info
ENTER
en drukt u op
, selecteer
ENTER
Down
en druk nogmaals op
en drukt u op
.
ENTER
ENTER
De afdrukserver zal nu alle beschikbare bestandsservers controleren op nieuwe wachtrij-ingangen.
U kunt echter ook de BRCONFIG- of TELNET-opdracht
NETWARE RESCAN
gebruiken om de afdrukserver de
SET
bestandsservers opnieuw te laten controleren.
1-10
.
.
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN

De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Wachtrijserver in NDS-modus)

1. U moet op de NetWare 4.1x-bestandsserver in NDS-modus zijn aangemeld als ADMIN.
2. Voer het hulpprogramma PCONSOLE uit vanaf uw PC-werkstation.
3. Selecteer in het menu
4. Druk op
Opmerking
U moet de naam van de Netware-afdrukserver precies invoeren zoals deze vermeld staat in de lijst van printers in het tabblad Netware van BRAdmin (doorgaans is dit de standaardnaam van de service, BRO_xxxxxx_P1, tenzij u de naam heeft gewijzigd ).
Belangrijk:
Wijs aan de afdrukserver geen wachtwoord toe, daar hij anders niet kan aanmelden.
5. Druk op
6. Selecteer de optie
7. Druk op om een volumenaam gevraagd. Druk op volume.) Druk op
8. Controleer dat de naam van de nieuwe afdrukwachtrij is gemarkeerd en druk op
INS
en voer de naam van de afdrukserver in.
ESC
om terug te gaan naar het menu
INS
en typ een naam voor de afdrukwachtrij. (Er wordt ook
ENTER
Available Options
Print Queues
ESC
om terug te gaan naar het hoofdmenu.
.
.
de optie
INS
Print Servers
Available Options
en selecteer het juiste
.
.
9. Selecteer de optie specificeren welke netwerkafdrukservers afdruktaken via deze wachtrij mogen afdrukken. Aangezien het een nieuwe wachtrij betreft, zal de lijst leeg zijn.
10.Druk op wachtrijserver en selecteer de in stap 4 opgegeven naam van de Netware-afdrukserver. Deze naam wordt nu aan de lijst toegevoegd. Druk vervolgens op
11.Selecteer in het menu
12.Druk op
INS
INS
Print Servers
om een lijst op te vragen van kandidaten voor de
ENTER
Available Options
en voer een beschrijvende naam in voor de printer.
1-11
en druk op
.
ENTER
de optie
om te
Printers
.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
13.Druk op
ESC
om terug te gaan naar het menu
14.Selecteer de optie
Print Servers
en selecteer de in stap 4 opgegeven
Available Options
naam van de afdrukserver.
15.Markeer in het menu
16.Druk op
INS
en selecteer de in stap 12 ingevoerde printernaam.
Print Server Information
17.Druk een aantal malen op
de optie
ESC
om terug te keren naar DOS.
Printers
18.Plaats de diskette met Brother's configuratiesoftware voor de afdrukserver in station A: van uw PC en typ: A:BRCONFIG.
Selecteer de afdrukserver in de lijst van afdrukservers. Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, drukt u op
ENTER
u als antwoord op de prompt "#" het standaardwachtwoord "access" (het wachtwoord wordt niet geëchood). Druk als antwoord op de prompt
Enter Username>
op
ENTER
. Bij de prompt Local> typt
u:
SET SERVICE service TREE structuur SET SERVICE service CONTEXT context
Waar
Waar
tree
de naam is van de NDS-structuur.
context
de naam is van de context voor de afdrukserver.
Service is de naam van de service die is toegewezen door de
Netware-afdrukservernaam (standaardservice voor de Brother­printer is BRO_xxxxxx_P1, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
U kunt de naam van de structuur en de context ook invoeren
met uw Web-browser, namelijk door met het TCP/IP-protocol op de Brother-afdrukserver aan te sluiten en vervolgens de configuratie van het Netware-protocol te selecteren.
.
.
en typt
19.Gebruik de BRCONFIG- of de TELNET-opdracht:
RESCAN
om afdrukserver
de bestandsservers te laten controleren, of
zet de printer uit en weer aan.
Opmerking
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de toegewezen
service te gebruiken voor zowel de modus Wachtrijserver als
Netware-afdrukservernaam
de modus Externe printer.
1-12
SET NETWARE
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN
Opmerking
Als u externe printer-capaciteiten wilt gebruiken op services anders dan de standaard NetWare-services, dan moet u de nieuwe services definiëren die voor NetWare en voor de gewenste poort geactiveerd zijn. Raadpleeg Appendix B in deze handleiding voor nadere informatie hierover.

De Brother-afdrukserver configureren met PCONSOLE en BRCONFIG (modus Externe printer)

1. De PSERVER NLM (NetWare Loadable Module) moet op uw bestandsserver zijn geladen.
2. Indien u NetWare 4.1x gebruikt, meldt u zich vanaf uw PC­werkstation bij de bestandsserver aan als ADMIN (als u NDS­ondersteuning nodig heeft, mag u zich niet aanmelden in bindery­modus). Indien u NetWare 2.xx of 3.xx gebruikt, meldt u zich aan als SUPERVISOR.
3. Voer het hulpprogramma PCONSOLE uit vanaf uw PC-werkstation.
4. Als u een nieuwe afdrukwachtrij maakt, selecteert u in het menu
Available Options
3.xx) of
5. Druk op wordt bovendien om een volumenaam gevraagd; druk op selecteer het juiste volume) en druk op hoofdmenu.
Print Queues
INS
de optie
, typ een naam voor de afdrukwachtrij (in NetWare 4.1x
Print Queue Information
(NetWare 4.1x).
ESC
(NetWare
INS
om terug te gaan naar het
en
Onderstaande stappen zijn voor het configureren van een externe printer met NDS-ondersteuning op NetWare 4.1x­systemen:
6.
a. Selecteer in het menu PCONSOLE de optie
selecteer op uw host-computer de naam van de PSERVER NLM.
b. Selecteer de optie
c. Druk op
d. Druk op
naam) in.
e. Markeer de printernaam en druk tweemaal op
schakelen naar het menu
INS
INS
Printers
om het menu
en voer de printernaam (een willekeurige, maar unieke
.
Object, Class
Printer Configuration
1-13
Print Servers
te openen.
ENTER
.
en
om over te
GEBRUIKERSHANDLEIDING
f. PCONSOLE zal nu een printernummer toewijzen. Noteer dit nummer,
g. Markeer de optie
h. Markeer de naam van de afdrukwachtrij die u aan de externe printer
i. U heeft de andere instellingen in het menu niet nodig. Druk een aantal
j. Ga nu verder met het onderdeel
Onderstaande stappen zijn voor het configureren van een externe printer op NetWare 3.xx-systemen:
6.
a. Selecteer in het hoofdmenu PCONSOLE de optie
u heeft het straks weer nodig.
Print Queues Assigned
vervolgens op
INS
om een lijst van beschikbare wachtrijen op te
vragen.
wilt toewijzen en druk op
malen op
printer toewijzen
Information
ESC
om PCONSOLE af te sluiten.
verderop in dit hoofdstuk.
en kies de naam van de PSERVER NLM.
ENTER
en druk op
ENTER
.
Naam en nummer van externe
Print Server
en
b. Selecteer de optie
Configuration
zijn en druk op
. Selecteer een van de printers die "Niet geïnstalleerd"
ENTER
Print Server Configuration
en vervolgens
. Onthoud het nummer van deze printer, u
Printer
heeft het straks tijdens het configureren nodig.
c. Indien gewenst, typt u een nieuwe naam voor de printer.
d. Ga naar
Type
Other/Unknown
, druk op
ENTER
, markeer de optie
en druk nogmaals op
ENTER
Remote
. U heeft de andere
instellingen in het menu niet nodig.
e. Druk op
f. Druk op
ESC
en sla de wijzigingen op.
ESC
en selecteer de optie
Queues Serviced by Printer
.
g. Markeer de naam van de printer die u zojuist heeft geconfigureerd en
druk op
h. Druk op
ENTER
INS
.
, kies de gewenste afdrukwachtrij en druk op
ENTER
(u
mag de standaardprioriteit accepteren).
i. Druk een aantal malen op
ESC
om PCONSOLE af te sluiten.
1-14
HOOFDSTUK 1 NOVELL NETWARE CONF IGUREREN

Naam en nummer van externe printer toewijzen met BRAdmin/BRAdmin32

7.
a. Start het BRAdmin-programma en dubbelklik op de afdrukserver die
u wilt configureren. Het standaardwachtwoor d is "acces".
b. Selecteer het tabblad
c. Zorg ervoor dat de werkwijze op externe printer is ingesteld.
d. Selecteer de juiste afdrukserver en het juiste prin ternummer.
e. Klik op OK en sla de wijzigingen op. Sluit nu het BRAdmin-
programma af.
Opmerking
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de toegewezen de modus Externe printer.
U moet nu de PSERVER NLM van uw NetWare-bestandsserver unloaden
en vervolgens opnieuw laden, pas dan zijn de door u aangebrachte veranderingen van kracht.
service te gebruiken voor zowel de modus Wachtrijserver als
Netware
.
Netware-afdrukservernaam

Naam en nummer van externe printer toewijzen met BRCONFIG

7. a. Plaats de diskette met Brother's afdrukserversoftware in station
A: van uw PC en typ:
A:BRCONFIG
b. Selecteer in de lijst van servers de Brother-afdrukserver.
Wanneer wordt gemeld dat de afdrukserver is aangesloten, drukt u op het standaardwachtwoord "access" (het wachtwoord wordt niet geëchood). Druk als antwoord op de prompt
Username>
SET NETWARE NPRINTER nlm-nummer ON service SET NETWARE RESCAN
EXIT
ENTER
ENTER
op
en typt u als antwoord op de prompt "#"
Enter
. Bij de prompt Local> typt u:
1-15
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Waar
en
SET NETWARE NPRINTER BROTHER1PS 3 ON BRO_00C3E4_P1 SET NETWARE RESCAN
EXIT
U kunt de naam van de externe printer ook invoeren met uw Web-
de naam is van de PSERVER NLM op uw
nlm
bestandsserver,
nummer
het nummer van de printer is (moet hetzelfde zijn als het printernummer dat u tijdens de con f iguratie van PCONSOLE heeft geselecteerd),
service
de naam is van de door de NetWare-afdrukservernaam toegewezen service (standaardservice voor de Brother-printer is BRO_xxxxxx_P1, waar "xxxxxx" de laatste zes tekens zijn van het Ethernetadres).
Bijvoorbeeld: voor het instellen van externe "Printer 3" voor een Brother-printer met de afdrukserver BRO_00C3E4_P1 die gebruik maakt van de PSERVER NLM met de naam BROTHER1PS, typt u:
browser, namelijk door met het TCP/IP-protocol op de Brother­afdrukserver aan te sluiten en vervolgens de configuratie van het Netware-protocol te selecteren.
Opmerking
Het is niet mogelijk om dezelfde, door de toegewezen
service te gebruiken voor zowel de modus Wachtrijserver als
de modus Externe printer.
U moet nu de PSERVER NLM van uw NetWare-bestandsserver
unloaden en vervolgens opnieuw laden, pas dan zijn de door u aangebrachte veranderingen van kracht.

De afdrukwachtrij testen

U kunt de afdrukwachtrij testen met de NetWare DOS nprint opdracht:
C:> nprint c:\autoexec.bat q=wachtrijnaam
Waar
wachtrijnaam
hoofdstuk heeft gemaakt. Het bestand wordt gespooled naar de afdrukserver en behoort binnen korte tijd op de printer te worden afgedrukt. Wordt het niet afgedrukt, controleer dan de configuratie en raadpleeg zo nodig hoofdstuk 12 om uit te vinden hoe u het probleem kunt verhelpen.
Netware-afdrukservernaam
een van de afdrukwachtrijen is die u eerder in dit
1-16
HOOFDSTUK 2 UNIX-NETWERK CONFIGUREREN (TCP/IP )
HOOFDSTUK 2
UNIX-NETWERK CONFIGUREREN (TCP/IP)
De Brother-afdrukservers worden geleverd met de protocolsuite Transmission Control Protocol/Internet Protocol (TCP/IP). Aangezien bijna alle UNIX-host-computers TCP/IP ondersteunen, kan een printer met deze functie op een UNIX-Ethernet-netwerk worden gedeeld. Net als met alle andere protocollen, kan TCP/IP-communicatie worden uitgevoerd terwijl ook andere protocollen geactiveerd zijn, wat betekent dat UNIX-, DEC-, NetWare-, Apple- en ander computers op hun Ethernet-netwerk één en dezelfde Brother-printer kunnen gebruiken.

TCP/IP

Brother-afdrukservers worden door het netwerk beschouwd als een UNIX­host-computer met een uniek IP-adres, die het daemon-protocol lpd voor regelprinters uitvoert. Het resultaat is, dat elke host-computer die de externe LPR-opdracht van Berkeley ondersteunt, taken naar Brother­afdrukservers kan spoolen zonder dat daarvoor op de host-computer speciale software nodig is. Brother-afdrukservers ondersteunen tevens gateways voor communicatie met hosts op externe netwerken. Voor speciale toepassingen zijn bovendien raw TCP-poorten verkrijgbaar.
Brother-afdrukservers zijn vooraf geconfigureerd om te worden gebruikt op een TCP/IP-netwerk, waarbij slechts minimale instellingen hoeven worden gemaakt. De enige verplichte configuratie van de afdrukserver is het toewijzen van een IP-adres.
Opmerking
Raadpleeg het onderdeel over het IP-adres verderop in dit hoofdstuk voor nadere informatie over het instellen daarvan.

TCP/IP UNIX-host configureren

De configuratieprocedure voor de meeste UNIX-systemen wordt hieronder beschreven. Helaas kan deze procedure afwijken en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem meegeleverde documentatie (of man-pagina's) raadpleegt voor nadere informatie hierover.
1. Configureer het bestand /etc/hosts op elke UNIX-host die met de afdrukserver moet communiceren, of geef een name-server op het netwerk soortgelijke informatie. Gebruik u w editor om aan het bestand /etc/hosts een ingang toe te voegen met het IP-adres en de naam van het knooppunt van de afdrukserver Bijvoorbeeld:
2-1
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Hoe de ingang er precies uitziet, is afhankelijk v a n uw systeem. Raadpleeg daarom de met uw systeem meegeleverde documentatie en houd rekening met de indeling van andere ingangen in het bestand
Opmerking
De knooppuntnaam in dit bestand hoeft niet overeen te komen met de
De knooppuntnaam in het bestand/etc/hosts moet echter wel
✒ Opmerking Bij sommige systemen, zoals HP/UX en AIX, kunt u tijdens het instellen
van de afdrukwachtrij het IP-adres invoeren als de host-naam. In dat geval hoeft u het Hosts-bestand niet te configureren.
192.189.207.3 BRO_00C351
etc/hosts
.
naam die is geconfigureerd in de Brother-afdrukserver (m.a.w. de naam die op de printerconfiguratiepagina staat), maar doorgaans is het raadzaam dezelfde naam te gebruiken (bepaalde besturingssystemen, zoals HP/UX, accepteren het teken "_" echter niet in de standaardnaam en voor deze systemen moet derhalve een andere naam worden gebruikt).
overeenkomen met de knooppuntnaam in het bestand /etc/printcap.
2. Kies de afdrukserver-service die u wilt gebruik en. Er zijn verschillende soorten service beschikbaar op de Brother-afdrukservers. Binaire services geven de gegevens ongewijzigd door en zijn dus nodig voor PCL- of PostScript-rasterbeelden. Services voor tekst voegen ten behoeve van een juiste indeling van UNIX-tekstbestanden aan het einde van elke regel een regelterugloop toe (deze bestanden bevatten immers geen regelteruglopen). De service voor tekst kan tevens worden gebruikt voor beelden zonder raster, zoals ASCII PostScript-beelden of allerlei soorten PCL-beelden:
Kies een van de beschikbare services (deze servicenaam wordt in stap 3 gebruikt):
BINARY_P1 TEXT_P1
U kunt op uw UNIX-host-computer voor een en dezelfde afdrukserver
Binaire gegevens Tekstgegevens (regelterugloop toegevoegd)
meerdere afdrukwachtrijen instellen, elk met een andere servicenaam (bijvoorbeeld, een wachtrij voor binaire grafische afdruktaken en een voor tekst). Raadpleeg appendix B voor nadere informatie over het gebruik van services.
2-2
Loading...
+ 119 hidden pages