Brother NC-110h Network Manual [nl]

Ingebouwde multi-protocol afdruk-/scanserver
Netwerkhandleiding
NC-110h
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken. U kunt deze handleiding via de cd-rom bekijken of afdrukken. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen.
Versie 0
Handelsmerken
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. UNIX is een handelsmerk van UNIX Systems Laboratories. Ethernet is een handelsmerk van Xerox Corporation. Postscript is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM, LAN Server en AIX zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. LAN Manager, Windows® en MS-DOS zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. BRAdmin Professional is een handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
©2004 Brother Industries Ltd.
i
BELANGRIJKE Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van OPMERKING de machine dient u het land waar u de machine hebt gekocht te
In de VS 1-800-284-4329 In Canada 1-877-BROTHER
Hebt u opmerkingen of suggesties, laat het ons dan weten op een van de volgende adressen:
bellen.Er dient vanuit het betreffende land gebeld te worden.
In Europa European Technical Services
In de VS Customer Service
In Canada Brother International Corporation (Canada), Ltd.
Brother fax-back system (USA)
Brother has set up an easy-to-use fax-back system so you can get instant answers to common technical questions and information about all our products. This is available 24 hours a day, seven days a week. You can use the system to send the information to any fax machine.
Call the number below and follow the recorded instructions to receive a fax about how to use the system and an Index of the subjects you can get information about.
Alleen in de VS 1-800-521-2846
Service center locator (VS)
For the location of a Brother authorized service center, call 1-800-284-4357.
Onderhoudscentra (Canada)
For the location of a Brother authorized service center in Canada, call 1-877-BROTHER.
Shepley Street Audenshaw Manchester, M34 5JD UK
Brother International Corporation 100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807 USA
- Marketing Dept. 1, rue Hôtel de Ville Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
Internetadressen
De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com Voor veelgehoorde vragen, productondersteuning en technische vragen, en updates voor drivers en hulpprogramma’s: http://solutions.brother.com (Alleen in de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.brothermall.com
ii

BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN

Federal Communications Commission (FCC) Declaration of Conformity (alleen voor de VS)
Responsible Party: Brother International Corporation
100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807-0911, USA
TEL: (908) 704-1700 declares, that the products Product Name: Brother Network Interface (BR-net)
Model Number: NC-110h complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) This device may not cause harmful interf erence, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interferen ce in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if n ot installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cau se harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
- Reorient or relocate the receiving antenna.
- Increase the separation between the equipment and receiver.
- Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to
which the receiver is connected.
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Important
Changes or modifications not expressly approved by Brother Industries, Ltd. could void the user's authority to operate the equipment.
Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme a la norme NMB-003
du Canada.
iii
Conformiteitsverklaring (voor Europa)
Wij, Brother Industries, Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normgevende documenten:
Veiligheid: EN 60950, EMC: EN 55022 klasse B, EN 55024
volgens de bepalingen van de richtlijn inzake laagspanning 73/23/EEG en de richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit 89/336/EEG (zoals geamendeerd door 91/263/EEG en 92/31/EEG).
Uitgegeven Brother Industries, Ltd. door: Information & Document Company
Waarschuwing bij aansluiting op een LAN
Dit product moet worden aangesloten op een L AN- aa nsluiting die ni et a an overspanning onderhevig is.
Informatie over copyright en licenties van Intel
Dit product is uitgerust met het doelprogramma van Intel’s UPnP SDK. Het volgende is informatie over copyright en licenties voor Intel's UPnP SDK.
Copyright© 2000 Intel Corporation Alle rechten voorbehouden. Herdistributie en gebruik in bronprogramma’s en binaire vorm, al dan niet
met wijzigingen, is toegestaan mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
* Bij herdistributie van het bronprogramm a dienen de hier boven vermelde
gegevens m.b.t. auteursrechten, deze lijst van voorwaarden en de volgende disclaimer in het programma behouden te blijven.
* Bij herdistributie in binaire vorm dienen de h ierboven vermelde gegevens
m.b.t. auteursrechten, deze lijst van voorwaarden en de volgende disclaimer in de documentatie en/of ander materiaal te worden meegeleverd.
* Noch de naam Intel Corporation noch de naam van enige partij die een
bijdrage heeft geleverd mag worden gebruikt voor het ondersteunen of promoten van producten die zijn afgeleid van deze software zonder dat daarvoor voorafgaand schriftelijke toestemming is verkregen.
DE HOUDERS VAN DE AUTEURSRECHTEN EN ENIGE PARTIJ DIE EEN BIJDRAGE HEEFT GELEVERD, VERSTREKKEN DEZE SOFTWARE IN DE STAAT WAARIN DEZE VOOR VERKOOP WERD AANGEBODEN, EN ENIGE UITDRUKKELIJK VERSTREKTE OF STILZWIJGENDE GARANTIES, MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE STILZWIJGENDE GARANTIES OP VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR ENIG DOEL, WORDEN VAN DE HAND GEWEZEN. IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL INTEL OF ENIGE PARTIJ DIE EEN BIJDRAGE HEEFT GELEVERD AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE DIRECTE OF INDIRECTE, INCIDENTELE OF SPECIALE SCHADE, MORELE SCHADEVERGOEDING OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET BEPERKT TOT DE LEVERING VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN; VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINSTEN; OF BEDRIJFSSCHADE) ONGEACHT DE WIJZE WAAROP DEZE WERD VEROORZAAKT EN ONGEACHT OP BASIS VAN WELKE THEORIE VAN AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ IN CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF ONRECHTMATIGE DAAD (MET INBEGRIP VAN NALATIGHEID OF ANDERSZINS) OP ENIGE WIJZE VOORTVLOEIEND UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS INDIEN IS GEWEZEN OP DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
iv

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding.................................................................................1-1
Algemene informatie over computernetwerken................1-1
Overzicht ....................................................................1-1
Protocollen .............................................................1-1
Punten bij het configureren van protocollen ...............1-2
TCP/IP configureren.................................... .... .......1-2
Aansluiting op een netwerk ..............................................1-4
Typen netwerk............................................................ 1-4
Peer-to-peer afdrukken ..........................................1-4
Voorbeeld van een netwerk........................................1-5
Bijvoorbeeld: Peer-to-Peer (TCP/IP).. ... ... ... .... ... ... . 1-5
Kenmerken .......................................................................1-6
Overzicht ....................................................................1-6
Afdrukken in een netwerk...................................... . 1-6
Scannen in een netwerk.........................................1-6
Netwerk PC-FAX
(niet beschikbaar voor de DCP-310CN).................1-6
Network PhotoCapture Center
(niet beschikbaar voor de MFC-5440CN)...............1-6
Beheerprogramma’s...............................................1-7
TCP/IP configureren ............................................... ... .... ... ... . 2-1
TCP/IP-informatie toewijzen (algemeen)..........................2-1
Overzicht ....................................................................2-1
Een IP-adres toewijzen via het bedieningspaneel
van de machine ..........................................................2-2
Het IP-adres wijzigen met BRAdmin Professional......2-2
Het IP-adres instellen met BRAdmin Professional
en het TCP/IP-protocol...............................................2-3
TCP/IP-informatie automatisch toewijzen
(geavanceerd) ..................................................................2-4
DHCP gebruiken voor het configureren
van het IP-adres .........................................................2-4
APIPA gebruiken voor het configureren
van het IP-adres .........................................................2-4
RARP gebruiken voor het configureren
van het IP-adres .........................................................2-5
BOOTP gebruiken voor het configureren
van het IP-adres .........................................................2-5
v
3
Instellen via het voorpaneel.................................................3-1
Hoofdmenu voor het instellen van het LAN ......................3-1
Setup TCP/IP..............................................................3-2
BOOT Method ........................................................3-2
IP Address..............................................................3-5
Subnet Mask..... ... ... ... .............................................3-7
Gateway .................................................................3-8
Host Name..............................................................3-9
WINS Config.........................................................3-10
WINS Server.........................................................3-11
DNS Server ..........................................................3-13
APIPA...................................................................3-14
Setup Misc................................................................3-16
Ethernet................................................................3-16
Time Zone ............................................................3-18
Lijst met netwerkconfiguratie ....................................3-19
De netwerkinstellingen terugstellen op de
fabrieksinstellingen...................................................3-20
4
5
In een netwerk afdrukken onder Windows®(peer-to-peer) 4-1
Bij gebruik van Windows® 2000/XP, LAN Server
en Warp Server....... .... .......................................... ............4-1
Overzicht.....................................................................4-1
Windows® 2000/XP (TCP/IP) configureren ................4-2
Afdrukken via Windows® 2000/XP
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd).......................4-2
Afdrukken via de standaard TCP/IP-poort..............4-2
Afdrukken via Windows® 2000/XP
(Printerdriver reeds geïnstalleerd)..............................4-3
Bij gebruik van Windows® 98/Me............................. ... ......4-4
Overzicht.....................................................................4-4
Afdrukken via TCP/IP .................................................4-5
De software Brother Peer to Peer Print installeren.....4-5
Aan de printer koppelen..............................................4-6
Een tweede Brother LPR-poort toevoegen.................4-7
Andere bronnen van informatie ..................................4-7
In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh®...............5-1
Afdrukken via TCP/IP voor Macintosh®............................5-1
Afdrukken vanaf een Macintosh® met de eenvoudige netwerkconfiguratie
(Mac OS® X 10.2.4 of recenter)..................................5-1
vi
6
Problemen oplossen .................... .... ... ................................. 6- 1
Overzicht ....................................................................6-1
Problemen met de installatie ......................................6-1
Onregelmatige werking...............................................6-3
Problemen met TCP/IP oplossen ...............................6-3
Problemen oplossen met Windows® 98/Me
peer-to-peer afdrukken (LPR).....................................6-4
Appendix .............................................................................. A-1
Appendix A .......................................................................A-1
Algemene informatie...................................................A-1
BRAdmin Professional (aanbevolen) .....................A-1
Web BRAdmin........................................................A-1
Services gebruiken...........................................................A-2
Algemeen ...................................................................A-2
Appendix B .......................................................................A-3
Andere machines updaten via het netwerk
(alleen voor Windows®)..............................................A-3
Appendix C.......................................................................A-6
Specificaties ...............................................................A-6
Ondersteunde besturingssystemen........................A-6
Ondersteunde protocollen ......................................A-6
Netwerk ..................................................................A-6
Afdrukken in een netwerk...................................... .A-6
Netwerk PC-Fax verzenden ............................... ... .A-6
Scannen in een netwerk.........................................A-7
Beheerprogramma’s...............................................A-8
Functietabel en standaardinstellingen........................A-9
INDEX......................................................................................I-1
vii
1

Inleiding

Algemene informatie over computernetwerken

Overzicht

Met de op een netwerk aangesloten machine van Brother kunnen meerdere computers gelijktijdig aparte afdruktaken op één machine uitvoeren.
Als u de machine van Brother op een netwerk wilt gebruiken, moet u een protocol selecteren, de afdruk-/scanserver configureren en de computers die u gebruikt instellen.
Protocollen
Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten.
1
TCP/IP
Dit is de meest populaire set protocollen en wordt gebruikt voor communicatie zoals internet en e-mail. Dit protocol kan met de meeste besturingssystemen worden gebruikt, zoals Windows Macintosh TCP/IP is geschikt voor grote netwerken en wordt veel voor bedrijfsnetwerken gebruikt. TCP/IP wordt ook vaak als het afdrukprotocol gebruikt. De machine van Brother kan protocollen op basis van TCP/IP gebruiken, zoals LPR en NetBIOS Name Resolution.
1 - 1 INLEIDING
®
en Linux.
®
,

Punten bij het configureren van protocollen

TCP/IP configureren
•IP-adres
• Subnetmasker
• Gateway (wanneer er routers op uw netwerk worden gebruikt)
IP-adres
Een IP-adres is een reeks cijfers die elke computer identificeert die op het netwerk is aangesloten. Een IP-adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de 0 en 255. U moet een uniek IP-adres toewijzen, dat geschikt is voor het netwerk waarop het wordt gebruikt.
(Bijvoorbeeld) In een klein netwerk stelt u IP-adressen in door het
laatste nummer te wijzigen.
192.168.1.1, 192.168.1.2, 192.168.1.3
Subnetmasker
Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie. Zie het onderstaande voorbeeld.
(Bijvoorbeeld) PC1 kan communiceren met PC2
IP-adres van PC1 193. 1. 2. 3 Subnetmasker 255. 255. 0. 0
IP-adres van PC2 193. 1. 3. 4 Subnetmasker 255. 255. 0. 0
Hieronder volgt een voorbeeld van een IP-adres en een subnetmasker.
IP-adres 193. 1. 2. 3 Subnetmasker 255. 255. 0. 0
0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op
dit deel van het adres.
In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat begint met 193.1.X.X
INLEIDING 1 - 2
Gateway (en router)
Een gateway is het distributie-apparaat dat gegevens tussen netwerken doorgeeft. Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als een ingang naar een ander netwerk en dat gegevens die via het netwerk worden doorgegeven naar de juiste bestemming stuurt. De router weet waarheen gegevens die via de gateway binnenkwamen, geleid moeten worden. Als een bestemming zich op een extern netwerk bevindt, geeft de router gegevens aan het externe netwerk door. Wanneer uw netwerk met andere netwerken communiceert, zult u wellicht ook het IP-adres van de gateway moeten configureren. Als u het IP-adres van de gateway niet kent, kunt u dit bij uw netwerkbeheerder opvragen.
Naam van knooppunt
De knooppuntnaam is te vinden in BRAdmin Professional of op de pagina met de printerconfiguratie. De standaard knooppuntnaam is "BRN_xxxxxx" ("xxxxxx" zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres.)
1 - 3 INLEIDING

Aansluiting op een netwerk

Typen netwerk

U kunt netwerken en het afdrukken over netwerken op verschillende manieren configureren, afhankelijk van de kantooromgeving en vereisten. Wij raden u aan dit product in een peer-to-peer omgeving te gebruiken, waarin elke computer gegevens rechtstreeks met de machine van Brother uitwisselt.
Peer-to-peer afdrukken
U dient de printerpoort van elke computer te configureren.
<Uw machine>
INLEIDING 1 - 4

Voorbeeld van een netwerk

Bijvoorbeeld: Peer-to-Peer (TCP/IP)
Windows UNIXWindows
R
Router
R
<Uw machine>
TCP/IPTCP/IP
• Voor elke computer moet het TCP/IP- en het afdrukprotocol worden geconfigureerd.
• Voor de machine van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
• Als er reeds een TCP/IP-omgeving bestaat, raden wij u aan peer-to-peer te gebruiken.
• Als er routers worden gebruikt, kunnen computers via deze routers toegang krijgen tot de machine van Brother. (In dat geval moet het gateway-adres worden geconfigureerd.)
• De machine van Brother kan ook communiceren met
®
Macintosh
-apparatuur (TCP/IP-compatibele
besturingsystemen).
1 - 5 INLEIDING

Kenmerken

Overzicht

Met de afdruk-/scanserver van Brother kan de machine van Brother worden gedeeld op een 10/100 Mbits Ethernetnetwerk. Beheerprogramma’s vereenvoudigen de configuratie en het beheer van de machine van Brother. Wanneer de machine geconfigureerd is, kan deze over het netwerk afdrukken, documenten scannen en via de pc faxen versturen. Dit product wordt bovendien geleverd met de software Brother Peer to Peer Print, zodat u de machine op eenvoudige wijze kunt delen als een kleine werkgroepprinter.
Afdrukken in een netwerk
De afdruk-/scanserver biedt afdrukservices voor Windows® 98/Me-, Windows ondersteunen, en Macintosh TCP/IP. (Raadpleeg hoofdstuk 5 voor nadere informatie hierover.)
®
2000/XP-systemen die de TCP/IP-protocollen
®
-netwerken die QuickDraw over
Scannen in een netwerk
U kunt documenten over het netwerk naar uw computer scannen. (Raadpleeg hoofdstuk 7 van de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerk PC-FAX (niet beschikbaar voor de DCP-310CN)
U kunt een computerbestand als een PC-FAX rechtstreeks over uw netwerk verzenden. (Raadpleeg hoofdstuk 5 van de softwarehandleiding op de cd-rom voor een volledige omschrijving.)
Network PhotoCapture Center (niet beschikbaar voor de MFC-5440CN)
U kunt gegevens op de mediakaart in de machine van Brother bekijken of afdrukken door te dubbelklikken op het pictogram van het Network PhotoCapture Center op het bureaublad van uw pc. Deze software wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u tijdens de software-installatie een netwerkaansluiting selecteert.
INLEIDING 1 - 6
Beheerprogramma’s
De programma’s van BRAdmin Professional bieden krachtige en gebruikersvriendelijke functies voor het configureren en beheren van fax- en netwerkinstellingen.
1 - 7 INLEIDING
2

TCP/IP configureren

TCP/IP-informatie toewijzen (algemeen)

Overzicht

Het TCP/IP-protocol vereist dat ieder apparaat in een netwerk een uniek IP-adres heeft. In dit hoofdstuk leest u meer over het configureren van een IP-adres.
Het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing) wijst automatisch een IP-adres toe uit het volgende bereik: 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Als u het APIPA-protocol wilt uitschakelen, dient u dat via het bedieningspaneel te doen. Raadpleeg 14 voor meer informatie hierover. Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het standaard IP-adres voor een afdruk-/ scanserver van Brother 192.0.0.192. U kunt dit IP-adres echter gemakkelijk wijzigen, zodat het overeenkomt met de IP-adresgegevens van uw netwerk. Dit kan op een van de volgende wijzen worden gedaan:
pagina 3-
2
Via het bedieningspaneel van de machine.
BRAdmin Professional
(onder Windows® 98/Me en Windows® 2000/XP).
DHCP, APIPA, Reverse ARP (RARP) of BOOTP.
Andere beheerprogramma’s op basis van SNMP.
Deze configuratiemethoden worden hierna besproken
Het IP-adres dat u toewijst aan de afdruk-/scanserver moet zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en de router (gateway) geconfigureerd worden. (
Raadpleeg pagina 1-2 voor meer informatie.)
TCP/IP CONFIGUREREN 2 - 1
.

Een IP-adres toewijzen via het bedieningspaneel van de machine

Raadpleeg hoofdstuk 3 voor gedetailleerde informatie over het configureren van het IP-adres via het bedieningspaneel van de machine. Via het bedieningspaneel van de machine kunt u het IP­adres programmeren terwijl u ook andere parameters configureert.

Het IP-adres wijzigen met BRAdmin Professional

Gebruik de versie van BRAdmin Professional die staat op de cd-rom die met het product van Brother geleverd werd. U kunt de meest recente versie van Brother BRAdmin Professional downloaden vanaf Dit hulpprogramma is alleen geschikt voor Windows®.
Start BRAdmin Professional (onder Windows® 98/Me en Windows® 2000/XP) door te klikken op Start / Programma’s / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
http://solutions.brother.com.
BRAdmin Professional kan de TCP/IP-protocollen gebruiken voor communicatie met de afdruk-/scanserver van Brother.
Als u het TCP/IP-protocol wilt gebruiken voor het beheren van de afdruk-/scanserver, dient u te controleren dat de a fdruk-/scanserver een geldig IP-adres heeft. Als u DHCP, BOOTP of RARP niet gebruikt, wilt u het IP-adres wellicht wijzigen. Het IP-adres kan met gebruikmaking van BRAdmin Professional als volgt worden gewijzigd:
Gebruik het TCP/IP-protocol en laat BRAdmin Professional de
afdruk-/scanserver van Brother vinden als een niet­geconfigureerd apparaat.
2 - 2 TCP/IP CONFIGUREREN

Het IP-adres instellen met BRAdmin Professional en het TCP/IP-protocol

Als uw pc alleen het TCP/IP-protocol gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1
Selecteer het TCP/IP-filter in het linkerframe van het hoofdvenster van BRAdmin.
2
Selecteer het menu Apparaten en kies de optie Actieve apparaten zoeken.
Als de afdruk-/scanserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Professional weergegeven als APIPA.
3
Selecteer het menu Apparaten en kies de optie Niet­geconfigureerde apparaten instellen.
4
Selecteer het MAC-adres van uw afdruk-/scanserver en klik op Configureren.
U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres vinden door de configuratiepagina van de machine af te drukken. 3-19 voor informatie over het op uw afdruk-/scanserver afdrukken van de configuratiepagina.
Raadpleeg pagina
5
Voer het IP-adres, het subnetmasker en de gateway (indien gewenst) van uw afdruk-/scanserver in.
6
Klik op OK en selecteer Sluiten.
7
Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de afdruk-/scanserver van Brother in de lijst van apparaten staan.
TCP/IP CONFIGUREREN 2 - 3

TCP/IP-informatie automatisch toewijzen (geavanceerd)

DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres

Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die gebruikt worden voor het toewijzen van een IP-adres. Als u een DHCP-server in uw netwerk hebt (doorgaans een Unix/Linux- of Windows zal de afdruk-/scanserver het IP-adres automatisch via de DHCP­server ontvangen en de naam registreren bij een met RFC 1001 en 1002 compatibele dynamische naamservice.
Als u de afdruk-/scanserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u de BOOT METHOD in te stellen op statisch, zodat de afdruk-/scanserver een statisch IP-adres heeft. Zo wordt voorkomen dat de afdruk-/scanserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt de BOOT METHOD wijzigen via het bedieningspaneel van de machine of via BRAdmin Professional.
®
2000/XP-netwerk),

APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres

Met Automatic Private IP Addressing (APIPA) zullen DHCP-clients automatisch een IP-adres en subnetmasker configureren als er geen DHCP-server beschikbaar is. Het apparaat kiest een eigen IP-adres van 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Het subnetmasker wordt automatisch ingesteld op 255.255.0.0 en het gateway-adres wordt ingesteld op 0.0.0.0.
Standaard is het APIPA-protocol ingeschakeld.
Raadpleeg pagina 3-14 voor informatie over het uitschakelen van APIPA.
2 - 4 TCP/IP CONFIGUREREN

RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres

Het IP-adres van de afdruk-/scanserver van Brother kan worden geconfigureerd met de functie Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer. Hiertoe wordt in het bestand /etc/ethers (als dit bestand niet bestaat, dan maakt u het) een regel ingevoegd die er ongeveer als volgt uitziet:
00:80:77:31:01:07 BRN_310107
waar de eerste ingang het Ethernetadres van de afdruk-/scanserver is, en de tweede ingang de naam van de afdruk-/scanserver (deze naam moet hetzelfde zijn als wat gebruikt is in het bestand /etc/hosts).
Als de rarp-daemon nog niet draait, start u deze nu op (afhankelijk van uw systeem is de opdracht rarpd, rarpd -a, in.rarpd -a of iets anders; typ man rarpd of raadpleeg de met uw systeem meegeleverde documentatie voor meer informatie). Als u bij een systeem op basis van Berkeley UNIX wilt controleren of de rarp-daemon draait, typt u de onderstaande opdracht:
ps -ax | grep -v grep | grep rarpd
Bij systemen op basis van AT&T UNIX typt u:
ps -ef | grep -v grep | grep rarpd
De afdruk-/scanserver van Brother ontvangt het IP-adres van de rarp-daemon nadat de printer is opgestart.

BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres

BOOTP is een alternatief op rarp. Het voordeel van BOOTP is, dat ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar draaien (het behoort in het bestand /etc/services op uw host als een ware service te verschijnen; typ man bootpd of raadpleeg de met uw systeem meegeleverde documentatie voor nadere informatie hierover). BOOTP wordt doorgaans opgestart via het bestand /etc/inetd.conf, en u kunt dit activeren door het "#" te verwijderen dat in dit bestand voor de ingang bootp staat.
TCP/IP CONFIGUREREN 2 - 5
Loading...
+ 46 hidden pages