Brother MFC-210C, MFC-410CN User Guide [nl]

GEBR UIKERSHANDLEIDING
MFC-620CN
Versie A
Als u de klantendienst moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-620CN (Omcirkel uw modelnummer)
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product.
©1996-2004 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en Publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en
-specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product
kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud
van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II

EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE

Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Lung Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving: Faxapparaat
Type: Groep 3
Modelnaam: FAX-2440C, MFC-620CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd:
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 Klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin EG-certificatie voor het Eerst werd toegekend: 2004
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 25 februari 2004
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de machine

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnenin de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de machine reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het scannerdeksel, teneinde letsel te voorkomen.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan, teneinde letsel te voorkomen.
IV
Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel vast te houden.
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandcontact nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur
belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen.
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een elektrische storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product niet in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
V

Een geschikte plaats kiezen

Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C blijft.
Voorzichtig
Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet op het tapijt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
VI

Beknopt overzicht

Faxen verzenden

Automatisch Verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
Fax
(
).
2
Uw document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de Snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer Zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op
Kleur Start

Nummers opslaan

Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op
2, 3, 1
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het snelkiesnummer in, en druk vervolgens op
Menu/Instellen
3
Toets een nummer in (maximaal 20 cijfers) en druk vervolgens op
Menu/Instellen
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of niet invullen) en druk vervolgens op
5
Druk op
Mono Start
.
Menu/Instellen
.
.
.
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
of
.

Nummers kiezen

Snelkiesnummers kiezen
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
Fax
(
).
2
Uw document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen #
, en toets vervolgens het tweecijferige snelkiesnummer in.
,
.
4
Druk op
Kleur Start
Zoeken
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, druk op
Fax
(
2
Uw document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
toets vervolgens de eerste letter in van de naam die u zoekt.
4
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
5
Druk op
Kleur Start
Mono Start
).
Mono Start
, en op
of
.
,
en
of
.
VII

Kopiëren

1
Druk op zodat deze toets groen oplicht.
2
Uw document laden.
3
Druk op
Kleur Start
(Kopie
Mono Start
.
)
of
VIII

Inhoudsopgave

1
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze Handleiding ......................................... 1-1
Informatie opzoeken...................................................1-1
De symbolen die in deze handleiding worden
gebruikt................................................................... 1-1
Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-2
De machine in de Energiebesparende stand
zetten......................................................................1-4
Energiebesparende Stand.......................................... 1-5
Documenten laden ........................................................... 1-6
De automatische documentinvoer (ADF)
gebruiken................................................................ 1-6
De glasplaat gebruiken............................................... 1-8
Over papier....................................................................... 1-9
Aanbevolen Papiersoorten ......................................... 1-9
Omgaan met speciaal papier.................................... 1-10
Type en formaat papier voor elke functie ............. 1-11
Gewicht, dikte en capaciteit papier....................... 1-12
Papiercapaciteit van de uitvoerlade ..................... 1-12
Bedrukbaar gedeelte ............................................ 1-13
Papier, enveloppen en briefkaarten laden................ 1-14
Papier of ander materiaal plaatsen ...................... 1-14
Enveloppen plaatsen............................................1-16
Briefkaarten laden ................................................1-17
Over faxmachines...........................................................1-18
Faxtonen en aansluitbevestiging.............................. 1-18
ECM-Modus (Foutencorrectie) ................................. 1-19
2
Aan de slag ...........................................................................2-1
Eerste Instellingen ............................................................ 2-1
De Datum en Tijd instellen ......................................... 2-1
Kiesmodus Toon of Puls instellen .............................. 2-1
Het stationsnummer instellen.....................................2-2
Het Type Telefoonlijn instellen ................................... 2-3
PBX en DOORVERBINDEN ..................................2-3
Standaardinstellingen ....................................................... 2-4
De Timermodus instellen............................................ 2-4
Het Type Papier instellen ...........................................2-4
Het Papierformaat instellen ........................................2-5
Het Belvolume instellen..............................................2-5
Het Volume van de Waarschuwingstoon instellen ..... 2-6
IX
Het Volume van de Luidspreker instellen...................2-6
Automatisch Zomer-/Wintertijd inschakelen ...............2-7
Het Contrast van het LCD-scherm instellen ...............2-7
3
Het Verzenden instellen ......................................................3-1
De Faxmodus instellen .....................................................3-1
Nummers kiezen...............................................................3-1
Handmatig verzenden................................................. 3-1
Snelkiezen..................................................................3-2
Zoeken........................................................................3-2
Faxnummer opnieuw kiezen....................................... 3-3
Faxen versturen (Zwart-Wit en Kleur)...............................3-4
Een fax in kleur verzenden .........................................3-4
Faxen verzenden vanaf de ADF.................................3-4
Faxen via de glasplaat................................................3-5
Automatisch verzenden ..............................................3-6
Handmatig verzenden................................................. 3-6
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek..... 3-6
Basishandelingen bij het verzenden ................................. 3-7
Faxen met meer instellingen verzenden..................... 3-7
Contrast ......................................................................3-7
Faxresolutie................................................................3-8
Tweevoudige Werking
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen).....................3-9
Direct Verzenden......................................................3-10
De status van taken controleren...............................3-11
Een fax annuleren ....................................................3-11
Een taak in de wachtrij annuleren.............................3-11
Geavanceerde verzendopties.........................................3-12
Groepsverzenden
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................... 3-12
Internationale Modus ................................................3-13
Uitgestelde Fax
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................... 3-14
Vertraagde Groepsverzending
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................... 3-15
Verzend Pollen instellen (Standaard)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................... 3-15
Verzend Pollen instellen met Beveiligingscode
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................... 3-16
Geheugenbeveiliging................................................3-17
Wachtwoord instellen ...........................................3-18
Wachtwoord Geheugenbeveiliging wijzigen .........3-18
Geheugenbeveiliging aanzetten ........................... 3-18
X
Geheugenbeveiliging uitzetten ............................. 3-19
Documenten in Letter-formaat verzenden via
de glasplaat..........................................................3-19
4
5
De Ontvangststand instellen ..............................................4-1
Basishandelingen bij het ontvangen.................................4-1
De Ontvangstmodus kiezen ....................................... 4-1
Uw Ontvangstmodus kiezen of wijzigen................. 4-2
De Belvertraging instellen...........................................4-3
Stroombespaarstand instellen
(ANTW.APP.-stand) ...............................................4-4
De F/T-Beltijd instellen (alleen in Fax/Tel-modus)...... 4-5
Uitgaand bericht voor Fax/Tel instellen ...................... 4-5
Fax Waarnemen.........................................................4-6
Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken (Automatische Verkleining) ........ 4-7
Een fax ontvangen aan het einde van een
gesprek...................................................................4-7
Een fax uit het geheugen afdrukken........................... 4-8
Ontvangst in het geheugen (Niet beschikbaar voor
het ontvangen van kleurenfaxen)...........................4-8
Pollen..........................................................................4-9
Beveiligd Pollen......................................................4-9
Ontvang Pollen instellen (Standaard)..................... 4-9
Ontvang Pollen met Beveiligingscode instellen .....4-10
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen.................. 4-10
Opeenvolgend Pollen ........................................... 4-11
Snelkiesnummers en kiesopties ........................................5-1
Nummers opslaan om snel te kiezen ...............................5-1
Snelkiesnummers opslaan .........................................5-1
Snelkiesnummers wijzigen.........................................5-2
Groepen instellen voor Groepsverzenden.................. 5-3
Kiesopties.........................................................................5-5
Toegangscodes en credit card-nummers ................... 5-5
Pauze .........................................................................5-6
Toon of Puls ............................................................... 5-6
Telefoongesprekken ......................................................... 5-7
Nummers kiezen.........................................................5-7
Een telefoongesprek voeren.......................................5-7
Telefoontjes beantwoorden via de Luidspreker.......... 5-7
Mute............................................................................5-7
XI
6
Opties voor Faxen op Afstand
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................................. 6-1
Fax Doorzenden instellen ........................................... 6-1
Fax Opslaan instellen ................................................. 6-2
PC-Fax Ontvangen ..................................................... 6-2
Opties voor Faxen op Afstand uitschakelen ...............6-3
De Toegangscode op Afstand instellen......................6-3
Opvragen op Afstand........................................................ 6-4
Uw Toegangscode op Afstand gebruiken...................6-4
Opdrachten op Afstand...............................................6-5
Faxberichten opvragen...............................................6-7
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd.............................................. 6-7
7
8
ANTW.APP. (antwoordapparaat) ........................................7-1
ANTW.APP.-modus ..........................................................7-1
ANTW.APP. instellen..................................................7-1
Uitgaand Bericht ANTW.APP. Opnemen.................... 7-2
Het Uitgaande Bericht beluisteren.......................... 7-2
Het Uitgaande Bericht wissen ................................7-3
Actieve ANTW.APP.-modus .......................................7-3
Berichtenindicator.......................................................7-3
Voicemail afspelen......................................................7-4
Een faxbericht afdrukken............................................7-4
Inkomende berichten wissen ...................................... 7-5
Voicemail één voor één wissen ..............................7-5
Alle berichten tegelijk wissen.................................. 7-5
Maximale Lengte van voicemail instellen ...................7-6
Bespaarstand instellen ............................................... 7-6
Luidspreker voor voicemail (IGB MON.).....................7-6
Fax/Tel Uitgaand Bericht Opnemen
(F/T UITG.BER.).....................................................7-7
Rapporten afdrukken ...........................................................8-1
Faxinstellingen en -activiteiten.......................................... 8-1
Het Verzendingsrapport aanpassen ...........................8-1
De Journaalperiode instellen ...................................... 8-2
Rapporten afdrukken..................................................8-3
Een rapport afdrukken ............................................ 8-3
XII
9
Kopiëren ...............................................................................9-1
De machine als een kopieerapparaat gebruiken .............. 9-1
Kopieermodus instellen ..............................................9-1
Eén kopie maken........................................................9-2
Verscheidene kopieën maken .................................... 9-2
Kopiëren onderbreken ................................................ 9-2
De toetsen Kopieeropties gebruiken
(Tijdelijke instellingen) ................................................... 9-3
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen.................... 9-4
Kopieersnelheid of -kwaliteit verhogen................... 9-5
De gekopieerde afbeelding vergroten of
verkleinen...........................................................9-6
Het type papier instellen......................................... 9-7
Papierformaat instellen...........................................9-8
Helderheid instellen................................................ 9-8
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF............... 9-9
N in 1-kopieën of poster maken
(Layout Pagina)................................................9-10
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen ..... 9-13
Kopieersnelheid of -kwaliteit verhogen..................... 9-13
Helderheid instellen.................................................. 9-13
Contrast instellen......................................................9-13
Kleurverzadiging instellen.........................................9-14
Wettelijke beperkingen ................................................... 9-15
10
PhotoCapture Center™ ...................................................... 10-1
Inleiding .......................................................................... 10-1
Vereisten voor het PhotoCapture Center
...........10-2
Aan de slag.....................................................................10-3
De Index afdrukken (Miniatuurbeelden) ......................... 10-5
Afbeeldingen afdrukken..................................................10-6
DPOF-afdrukken.......................................................10-8
De standaardinstellingen wijzigen ............................ 10-9
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen................ 10-9
Papiertype en -formaat instellen...........................10-9
Helderheidinstellen...............................................10-9
Contrast instellen................................................10-10
Kleurverbetering.................................................10-10
Trimmen ............................................................. 10-12
Zonder marges ................................................... 10-12
Uitleg bij de Foutmeldingen .................................... 10-13
PhotoCapture Center PhotoCapture Center
vanaf uw PC gebruiken ........... 10-14
gebruiken voor het scannen
van documenten........................................................10-14
XIII
11
Belangrijke informatie .......................................................11-1
Voor uw veiligheid.....................................................11-1
LAN-verbinding.........................................................11-1
Naleving van de International E
normen .................................................................11-1
Belangrijke veiligheidsinstructies ..............................11-2
Handelsmerken.........................................................11-4
NERGY STAR
®
12
A
Problemen oplossen en routineonderhoud ....................12-1
Problemen oplossen.......................................................12-1
Foutmeldingen .......................................................... 12-1
Vastgelopen papier...................................................12-5
Het document is bovenaan de ADF
vastgelopen. .....................................................12-5
Het document is in de ADF vastgelopen. ............. 12-5
Papier vastgelopen in de machine............................12-6
Papier is vastgelopen binnen de papierlade.........12-6
Papier is vastgelopen binnen de machine............12-7
Als u problemen met uw machine hebt.....................12-9
Compatibiliteit .........................................................12-14
De afdrukkwaliteit verbeteren.......................................12-15
De printkop reinigen................................................12-15
De afdrukkwaliteit controleren ................................12-16
De uitlijning controleren..........................................12-18
Inktvolume controleren .................................................12-19
De machine inpakken en vervoeren.......................12-20
Routineonderhoud ........................................................ 12-23
De scanner reinigen................................................12-23
De machine-geleiderol reinigen..............................12-24
De inktcartridges vervangen...................................12-25
Bijlage A ............................................................................... A-1
Geavanceerde ontvangsthandelingen ............................. A-1
Werken met een tweede toestel ................................ A-1
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand ........ A-2
Uitsluitend voor de Fax/Tel-modus............................ A-2
Een draadloze externe telefoon gebruiken ................ A-3
De codes voor afstandsbediening wijzigen................ A-3
Een extern apparaat op uw machine aansluiten.............. A-4
Een extern toestel aansluiten .................................... A-4
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten .............................................................. A-5
Volgorde ................................................................ A-5
Aansluitingen ......................................................... A-6
XIV
Een uitgaand bericht op een extern ANTW.APP.
opnemen ............................................................A-7
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX).........................A-8
Als u de machine installeert om met een PBX
te laten werken...................................................A-8
Speciale functies op uw telefoonlijn............................A-8
B
V
S
Bijlage B .............................................................................. B-1
Programmeren op het scherm..........................................B-1
Menutabel...................................................................B-1
Opslag in geheugen ...................................................B-1
Navigatietoetsen...............................................................B-2
Tekst invoeren..........................................................B-12
Spaties invoeren...................................................B-12
Corrigeren ............................................................B-12
Letters herhalen ...................................................B-12
Speciale tekens en symbolen ..............................B-13
Verklarende woordenlijst ....................................................V-1
Specificaties .........................................................................S-1
Productomschrijving .........................................................S-1
Algemeen .........................................................................S-1
Afdrukmedia .....................................................................S-2
Kopiëren ...........................................................................S-3
PhotoCapture Center
Fax....................................................................................S-5
Scanner ............................................................................S-6
Printer ...............................................................................S-7
Interfaces..........................................................................S-7
Vereisten voor de computer .............................................S-8
Verbruiksartikelen.............................................................S-9
Netwerk (LAN)................................................................S-10
Optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver
(NC-2200w) .................................................................S-11
.....................................................S-4
13 14
Index ......................................................................................I-1
Opvragen Vanaf Een Ander Toestel - Overzicht .............. O-1
XV
1

Inleiding

Gebruik van deze Handleiding

Dank u voor de aanschaf van een fax of Multi Function Center (MFC) van Brother. Uw machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het programmeren van de machine. Neemt u een paar minuten de tijd om deze Handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van uw machine.

Informatie opzoeken

De titels en subtitels van alle hoofdstukken staan in de Inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke functies of handelingen opzoeken in de Index achteraan in deze Handleiding.

De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke waarschuwingen, informatie en handelingen. Om duidelijk te zijn en u te illustreren op welke toetsen u moet drukken, hebben wij speciale lettertypen gebruikt en bepaalde berichten afgebeeld die op het LCD-scherm verschijnen.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Improper Setup waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met demachine.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de machine.
INLEIDING 1 - 1

Overzicht van het bedieningspaneel

Toetsen ANTW.APP.
1
On/Off
Hiermee kunt u het ANTW.APP. (Antwoordapparaat) activeren. Knippert in geval van nieuwe berichten.
Afspelen
Voor het beluisteren van de voicemail die in het geheugen is opgeslagen.
Wissen
Hiermee kunt u voicemail, alle faxberichten of alle berichten wissen.
Telefoontoetsen
2
Microfoon
Deze pikt uw stemgeluid op wanneer u via de Luidspreker met iemand spreekt.
Luidspreker
Hiermee kunt u met iemand anders spreken door de microfoon en het scherm van de machine te gebruiken.
Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Wacht/Intern
Hiermee kunt u gesprekken in de wachtstand zetten.
Gebruik deze toets ook om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Inkt
3
Met deze toets kunt u de printkop reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid toner controleren.
1 - 2 INLEIDING
Kiestoetsen
4
Gebruik deze toetsen om telefoon­en faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om informatie in de machine in te voeren.
Met de # toets kunt u tijdens een telefoongesprek de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
Modus-toetsen:
5
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center
Kopie
Voor het Kopiëren van documenten.
Fax
Voor het Faxen van documenten.
Scan
Voor het Scannen van documenten.
Kopie Opties
6
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Fax Resolutie
7
Hiermee past u de faxresolutie aan.
8
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
9
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
Mono Start
Kleur Start
0
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of de programmeermodus afgesloten.
Spaarstand
A
U kunt de machine in de energiebesparende stand zetten.
Navigatietoetsen:
B
Menu/Instellen
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het Menu en de
.
Instellingen gebruikt. Met deze toets krijgt u toegang tot
het Menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de machine opslaan.
Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume afstellen.
Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens opgeslagen nummers kiezen door op # en een tweecijferig nummer te drukken.
Druk op deze toets om achteruit door een menuselectie te bladeren.
▲ of ▼
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
Liquid Crystal Display (LCD)
C
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
De voorbeelden van het LCD-scherm in deze Gebruikershandleiding zijn voor modellen met een display van twee regels. Er kunnen kleine verschillen zijn t ussen de geto onde voorbeeld en en de modellen met een display van één regel.
Stop/Eindigen
INLEIDING 1 - 3

De machine in de Energiebesparende stand zetten

Wanneer de machine inactief is, kunt u hem in de Energiebesparende stand zetten door op de toets voor Energiebesparing te drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de machine gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-5. De uitgestelde, geprogrammeerde faxberichten worden nu verzonden. U kunt zelfs uw faxen Opvragen op Afstand, als u zich niet bij uw machine bevindt. Voor andere bewerkingen moet u de machine weer activeren.
De machine in de Energiebesparende stand zetten
Houd de toets totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Het lampje van het LCD-scherm gaat uit.
De Energiebesparende stand van de machine opheffen
Houd de toets totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven (Faxmodus).
Spaarstand
Spaarstand
ingedrukt
ingedrukt
Afsluiten
Wachten a.u.b.
De machine zal de printkop, zelfs als u de machine op Uit hebt gezet, toch regelmatig reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de machine volledig uitgeschakeld.
U kunt de machine op Uit zetten door de aan te passen, zoals weergegeven op de volgende pagina. In deze “Uit”-stand zijn geen bewerkingen mogelijk. (Raadpleeg
Energiebesparende Stand
De externe telefoon is altijd beschikbaar.
1 - 4 INLEIDING
op pagina 1-5.)
Spaarstand
-toets

Energiebesparende Stand

U kunt de
Spaarstand
standaardstand is
toets van de machine aanpassen. De
Faxontv:Aan
, zodat uw machine faxen of oproepen kan ontvangen, zelfs als de machine in de Energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat uw machine geen faxberichten of oproepen ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit
zetten. (Raadpleeg
De machine in de
Energiebesparende stand zetten op pagina 1-4.)
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
3
Druk op
4
Druk op
On/Off-instellingen
Faxontv:Aan
(standaard)
Faxontv:Uit
Menu/Instellen, 1, 6
Uit
Menu/Instellen Stop/Eindigen
Ontvangstmodus
Alleen Fax
Ant:ber.centr.
Handmatig
Fax/Telefoon
Er zijn geen bewerkingen mogelijk.
(of
.
Aan
.
. ) te selecteren.
Beschikbare Bewerkingen
Faxen Ontvangen (automatisch), Faxen Waarnemen, Uitgestelde Fax*, Faxen op Afstand*, Opvragen op Afstand*
Faxen Ontvangen (automatisch), inkomende berichten Opnemen, Faxen Waarnemen, Uitgestelde Fax*, Opties Afstandsbediening*, Opvragen op Afstand*
Uitgestelde Fax*, Faxen Waarnemen
* Moet zijn ingesteld voordat u de machine uitzet.
De externe telefoon is altijd beschikbaar.
INLEIDING 1 - 5

Documenten laden

U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat.

De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 10 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier (80 g/m de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
GEBRUIK GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof. (raadpleeg De glasplaat gebruiken op pagina 1-8 voor het faxen, kopiëren of scannen van dergelijke documenten.)
Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn.
Documenten die u faxt, moeten tussen 14,8 en 21,6 cm breed en 14,8 tot 35,6 cm lang.
2
) en blader
1 - 6 INLEIDING
1
Blader de stapel goed door. Leg uw documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
2
Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten.
3
Vouw de ADF steunklep uit.
ADF documentsteunklep
Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift.
Als u de ADF wilt gebruiken, moet de glasplaat leeg zijn.
INLEIDING 1 - 7

De glasplaat gebruiken

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. Document tot brief- of
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
1
Til het documentdeksel op.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
3
Sluit het documentdeksel.
A4
formaat (21,6 tot 29,7 cm) groot zijn.
Leg het document met de bedrukte zijde
naar beneden op de Glasplaat.
en
mogen
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
1 - 8 INLEIDING

Over papier

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de Papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Voor de beste resultaten dient u uitsluitend het aanbevolen papier te gebruiken.
Wanneer u print op inkjetpapier (gecoat papier), transparanten en glanzend papier, moet in het tabblad 'Normaal' van de printerdriver of in de instelling Papiersoort in het menu menu ( media zijn geselecteerd.
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of verstopt raken.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Menu/Instellen, 1, 2
) altijd de juiste

Aanbevolen Papiersoorten

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA
INLEIDING 1 - 9

Omgaan met speciaal papier

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden vermeden:
enveloppen en papier die beschadigd, gekruld of gekreukt zijn of een onregelmatige vorm hebben
2 mm of langer
2 mm of langer
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande enveloppen en papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden gestapeld
enveloppen en papier vervaardigd uit kortlopend papier
1 - 10 INLEIDING
Type en formaat papier voor elke functie
Fax Kopiëren PhotoCapture Printer
148 x 200 mm (5,8" x 7,9") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") Ja Ja Ja Ja
Legal 216 x 356 mm (8 1/2" x 14") Ja Ja - Ja
Executive 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") - - - Ja
JIS B5 182 x 257 mm (7,2" x 10,1") - - - Ja
A5 148 x 210 mm (5,8" x 8,3") - Ja - Ja
A6 105 x 148 mm (4,1" x 5,8") - - - Ja
Foto L 89 x 127 mm (3 1/2" x 5") - - - Ja
Foto 2L 127 x 178 mm (5" x 7") - - Ja Ja
Indexkaart 127 x 203 mm (5" x 8") - - - Ja
Briefkaart 1 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") - - - Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
DL-Envelop 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") - - - Ja
COM-10 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") - - - Ja
Monarch 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") - - - Ja
JE4-Envelop 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") - Ja - Ja
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Losse Vellen Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") Ja Ja Ja Ja
Kaarten Foto 102 x 152 mm (4" x 6") - Ja Ja Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 x 229 mm (6,4" x 9") - - - Ja
Transparanten Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") - Ja - Ja
INLEIDING 1 - 11
Gewicht, dikte en capaciteit papier
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse Vellen Normaal
Kaarten Fotokaart Max. 240 g/m
Enveloppen 75 tot 95 g/m
Transparanten - - 10
Papier
Inkjetpapier 64 tot 200 g/m
Glanzend Papier
Indexkaart Max. 120 g/m
Briefkaart Max. 200 g/m
64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb)
(17 tot 53 lb)
Max.l 220 g/m (Max. 58 lb)
(Max. 64 lb)
(Max. 32 lb)
(Max. 53 lb)
(20 tot 25 lb)
2
0,08 tot 0,15 mm
(0,003" tot 0,006")
2
0,08 tot 0,25 mm
(0,003" tot 0,01")
2
Max. 0,25 mm
(Max. 0,01")
2
2
2
2
Max. 0,28 mm
(Max. 0,01")
Max. 0,15 mm
(Max. 0,006")
Max. 0,23 mm
(Max. 0,01")
Max. 0,52 mm
(Max. 0,02")
100
20
20
20
30
30
10
*
* Max. 50 vellen voor papier van formaat Legal (80 g/m2).
2
* Max. 100 vel van 80 g/m
.
Papiercapaciteit van de uitvoerlade
Uitvoerpapierlade
Max. 25 vel van 80 g/m2 (A4)
Om vlekken te voorkomen moeten transparanten of glanzend papier vel voor vel uit de uitvoerpapierlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerpapierlade worden geplaatst.
1 - 12 INLEIDING
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbaar gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen.
EnveloppenLosse Vellen
34
1
34
1
2
niet-bedrukbaar gedeelte
1Bovenkant 2
Losse Vellen 3 mm
(0 mm)*
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
1
Onderkant
3 mm (0 mm)*1
3Links 4Rechts
3 mm (0 mm)*
1
3 mm (0 mm)*
*1 Wanneer u de optie Zonder Marges op Aan zet. Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen van
de Printerdriver. De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het
bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort losse vellen dat u gebruikt.
2
1
INLEIDING 1 - 13
Loading...
+ 174 hidden pages