Brother MFC-210C, MFC-410CN User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-210C MFC-410CN
Versie A
Als u de klantendienst moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-210C en MFC-410CN (Omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:*
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product.
©1996-2004 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II

EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE

Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
verklaart hierbij dat:
Omschrijving van het product : Faxapparaat
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-210C, MFC-410CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999 / 5 /EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd :
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2004
Uitgegeven door: : Brother Industries, Ltd.
Datum : 25 februari 2004
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de MFC

Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de MFC bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Controleer voordat u de MFC reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Om letsel te voorkomen moet u uw handen niet op de rand van de MFC onder het scannerdeksel plaatsen.
Pak de stekker nooit met natte handen vast. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan om letsel te voorkomen.
IV
Wanneer u de MFC verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de MFC NOOIT door het scannerdeksel vast te houden.
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandstekker nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om het apparaat volledig uit te schakelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Volg bij het gebruik van telefoonapparatuur belangrijke
waarschuwingen op om het risico van brand, een stroomstoot of lichamelijk letsel te verkleinen, zoals:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een elektrische storm. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product niet in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
V

Een geschikte plaats kiezen

Zet de MFC op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de MFC in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft.
Voorzichtig
Zet de MFC niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de MFC niet op het tapijt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de MFC niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische tijdschakeling.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de MFC verloren gaan.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
VI

Beknopt overzicht

Faxen in zwart-wit verzenden

Automatisch verzenden Een fax verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
).
(
2
Het document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op De MFC begint de eerste
pagina te scannen.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
5
Druk op Druk op
om de taak te annuleren.
Meerdere pagina’s verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
2
Het document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken, of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
Mono Start
om te kiezen.
2 Stop/Eindigen
).
.
4
Druk op
Kleur Start
De MFC begint de eerste pagina te scannen.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
5
Druk op 1.
6
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op De MFC begint te scannen.
(Herhaal stap 5 en 6 voor elke volgende pagina.)
7
Druk op 2 om te kiezen. Druk op
om de taak te annuleren.
Mono Start
.
of
Menu/Instellen
Stop/Eindigen

Nummers opslaan

Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op
2, 3, 1
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het snelkiesnummer in, en druk op
3
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
Menu/Instellen
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of laat deze ingang leeg) en druk op
5
Druk op
Menu/Instellen
.
Menu/Instellen
.
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
.
,
.
.
VII

Nummers kiezen

Kopiëren

Snelkiezen
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
).
2
Het document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
daarna op tweecijferige snelkiesnummer in.
4
Druk op
Kleur Start
Zoeken
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
2
Het document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
toets de eerste letter in van de naam die u zoekt.
4
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
5
Druk op
Kleur Start
#
en voer het
Mono Start
.
).
Mono Start
.
,
of
en
of
1
Druk op ( deze toets groen wordt.
2
Het document laden.
3
Druk op
Kleur Start
Kopie
Mono Start
.
) zodat
of
VIII

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze handleiding.......................................... 1-1
Informatie opzoeken...................................................1-1
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-2
De MFC in de energiebesparende stand zetten ......... 1-4
Energiebesparende stand .......................................... 1-5
Documenten laden ........................................................... 1-6
De glasplaat gebruiken............................................... 1-6
Over papier....................................................................... 1-7
Aanbevolen papiersoorten.......................................... 1-7
Speciaal papier gebruiken .......................................... 1-8
Type en formaat papier voor elke functie ............... 1-9
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier.......... 1-10
Papiercapaciteit van de uitvoerlade ..................... 1-10
Bedrukbaar gedeelte ............................................ 1-11
Papier, enveloppen en briefkaarten laden................ 1-12
Papier of ander materiaal plaatsen ...................... 1-12
Enveloppen plaatsen............................................1-14
Briefkaarten laden ................................................1-15
Over faxapparaten..........................................................1-16
Faxtonen en aansluitbevestiging.............................. 1-16
ECM-modus (foutencorrectie) .................................. 1-17
Aan de slag ...........................................................................2-1
Eerste instellingen ............................................................ 2-1
De datum en tijd instellen ...........................................2-1
Kiesmodus Toon of Puls instellen .............................. 2-1
Het stationsnummer instellen.....................................2-2
Het type telefoonlijn instellen...................................... 2-3
PBX en DOORVERBINDEN ..................................2-3
Algemene instellingen ......................................................2-4
De Mode Timer instellen.............................................2-4
Het type papier instellen.............................................2-4
Het papierformaat instellen.........................................2-5
Het belvolume instellen ..............................................2-5
Het volume van de waarschuwingstoon instellen....... 2-6
Het volume van de luidspreker instellen.....................2-6
Zomertijd inschakelen.................................................2-7
Het contrast van het LCD-scherm instellen................2-7
....... 1-1
IX
3
Het verzenden instellen .......................................................3-1
De faxstand inschakelen...................................................3-1
Nummers kiezen...............................................................3-1
Handmatig verzenden................................................. 3-1
Snelkiezen..................................................................3-2
Zoeken........................................................................3-2
Faxnummer opnieuw kiezen....................................... 3-2
Faxen versturen (zwart-wit en kleur) ................................3-3
Automatisch verzenden .............................................. 3-3
Een fax in kleur verzenden ......................................... 3-4
Handmatig verzenden................................................. 3-4
Basishandelingen bij het verzenden .................................3-5
Faxen met meer instellingen verzenden..................... 3-5
Contrast ......................................................................3-5
Faxresolutie................................................................3-6
Tweevoudige werking
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ..................... 3-7
Direct verzenden......................................................... 3-8
De status van taken controleren.................................3-9
Een fax annuleren ...................................................... 3-9
Een taak in de wachtrij annuleren...............................3-9
Geavanceerde verzendopties.........................................3-10
Groepsverzenden
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-10
Internationale modus ................................................3-11
Uitgesteld zenden (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-12
Uitgesteld verzameld verzenden
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-13
Verzend Pollen instellen (standaard)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-13
Verzend Pollen instellen met beveiligingscode
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-14
Verzendslot...............................................................3-15
Wachtwoord instellen ...........................................3-16
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen.....3-16
Verzendslot inschakelen.......................................3-16
Verzendslot uitschakelen......................................3-17
Documenten in formaat Letter verzenden via de
glasplaat ...............................................................3-17
X
4
De ontvangststand instellen ...............................................4-1
Basishandelingen bij het ontvangen.................................4-1
De ontvangststand kiezen..........................................4-1
De ontvangststand selecteren of wijzigen .............. 4-2
De belvertraging instellen ..........................................4-2
De F/T-beltijd instellen
(alleen in de stand Fax/Tel).................................... 4-3
Fax waarnemen..........................................................4-4
Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken (Automatische verkleining) ........ 4-5
Een fax uit het geheugen afdrukken
(alleen MFC-410CN)..............................................4-5
Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor
het ontvangen van kleurenfaxen)...........................4-6
Polling (alleen MFC-410CN)....................................... 4-7
Beveiligd Pollen......................................................4-7
Ontvang Pollen instellen (standaard) ..................... 4-7
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen ...... 4-8
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen.................... 4-8
Opeenvolgend Pollen ............................................. 4-9
5
6
Snelkiesnummers en kiesopties ........................................5-1
Nummers opslaan om snel te kiezen ...............................5-1
Snelkiesnummers opslaan .........................................5-1
Snelkiesnummers wijzigen.........................................5-2
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen
Kiesopties.........................................................................5-5
Toegangscodes en creditcardnummers ..................... 5-5
Pauze .........................................................................5-5
Toon of Puls ...............................................................5-6
Opties voor Uitgestelde Fax (alleen MFC-410CN)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................................. 6-1
Fax Doorzenden instellen........................................... 6-1
Fax Opslaan instellen.................................................6-2
PC Fax Rx instellen....................................................6-2
Opties voor Uitgestelde Fax uitschakelen ..................6-3
De toegangscode instellen ......................................... 6-3
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 6-4
De toegangscode gebruiken....................................... 6-4
Opdrachten voor afstandsbediening........................... 6-5
Faxberichten opvragen ............................................... 6-6
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd .............................................6-6
........ 5-3
XI
7
Rapporten afdrukken ........................................................... 7-1
Faxinstellingen en -activiteiten.......................................... 7-1
Het verzendrapport aanpassen .................................. 7-1
De journaalperiode instellen .......................................7-2
Rapporten afdrukken..................................................7-3
Een rapport afdrukken ............................................ 7-3
8
9
Kopiëren ...............................................................................8-1
De MFC als een kopieerapparaat gebruiken ....................8-1
Kopieermodus instellen ..............................................8-1
Eén kopie maken........................................................8-2
Verscheidene kopieën maken .................................... 8-2
Kopiëren onderbreken ................................................8-2
De toetsen Kopie Opties gebruiken (Tijdelijke instellingen)
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen....................8-4
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ................. 8-5
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen
Het type papier instellen.........................................8-7
Papierformaat instellen...........................................8-8
Helderheid instellen................................................8-8
N in 1 kopieën of een poster maken
(Pagina Layout) (alleen MFC-410CN)................ 8-9
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen......8-12
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ...................8-12
Helderheid instellen..................................................8-12
Contrast instellen......................................................8-12
Kleurverzadiging instellen.........................................8-13
Wettelijke beperkingen ...................................................8-14
PhotoCapture Center™ .........................................................9-1
Inleiding ............................................................................9-1
Vereisten voor het PhotoCapture Center
Aan de slag.......................................................................9-3
De index afdrukken (miniatuurbeelden)............................9-5
Afbeeldingen afdrukken.................................................... 9-6
DPOF-afdrukken.........................................................9-8
De standaardinstellingen wijzigen .............................. 9-9
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ................. 9-9
Papiertype en -formaat instellen.............................9-9
Helderheid instellen..............................................9-10
Contrast instellen..................................................9-10
Kleurverbetering (alleen MFC-410CN) ................9-10
Trimmen ...............................................................9-12
Zonder Marges ..................................................... 9-12
.......8-3
.......8-6
.............9-2
XII
Uitleg bij de foutmeldingen ....................................... 9-13
PhotoCapture Center PhotoCapture Center
documenten.................................................................9-14
op uw PC gebruiken..................9-14
gebruiken voor het scannen van
10
11
Belangrijke informatie ....................................................... 10-1
Voor uw veiligheid .................................................... 10-1
LAN-verbinding (uitsluitend MFC-410CN)................10-1
Naleving van de International E
normen.................................................................10-1
Belangrijke veiligheidsinstructies .............................. 10-2
Handelsmerken ........................................................ 10-4
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 11-1
Problemen oplossen.......................................................11-1
Foutmeldingen.......................................................... 11-1
Papier vastgelopen in de machine ........................... 11-5
Papier is vastgelopen binnen de papierlade ........ 11-5
Papier is vastgelopen binnen in de MFC.............. 11-6
Als u problemen met de MFC hebt........................... 11-8
Uitwisselbaarheid ................................................... 11-13
De afdrukkwaliteit verbeteren.......................................11-14
De printkop reinigen ...............................................11-14
De afdrukkwaliteit controleren................................11-15
De uitlijning controleren..........................................11-17
Controleren hoeveel inkt er nog over is ........................ 11-18
De MFC inpakken en vervoeren.............................11-19
Routineonderhoud ........................................................ 11-22
De scanner reinigen ...............................................11-22
De geleiderol van de MFC reinigen........................11-23
De inktpatronen vervangen .................................... 11-24
NERGY STAR
®
A
Bijlage A .............................................................................. A-1
Geavanceerde ontvangsthandelingen..............................A-1
Werken met een tweede toestel .................................A-1
Uitsluitend voor de stand Fax/Tel...............................A-1
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand .........A-2
Een draadloze externe telefoon gebruiken.................A-2
De codes voor afstandsbediening wijzigen ................A-2
Een extern apparaat aansluiten op uw MFC ....................A-3
Een extern toestel aansluiten .....................................A-3
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten ...............................................................A-4
XIII
Volgorde van aansluiting....................................... A-4
Aansluitingen ......................................................... A-6
Een uitgaand bericht op een antwoordapparaat
opnemen............................................................ A-6
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)........................ A-7
Als u de MFC installeert om met een PBX te laten
werken............................................................... A-7
Speciale functies op uw telefoonlijn........................... A-7
B
V
S
Bijlage B ............................................................................... B-1
Programmeren op het scherm......................................... B-1
Menutabel .................................................................. B-1
Opslag in het geheugen ............................................ B-1
Navigatietoetsen.............................................................. B-2
Tekst invoeren ......................................................... B-11
Spaties invoeren.................................................. B-11
Corrigeren............................................................ B-11
Letters herhalen................................................... B-11
Speciale tekens en symbolen ............................. B-12
Verklarende woordenlijst ................................................... V-1
Specificaties ........................................................................ S-1
Omschrijving van het product .......................................... S-1
Algemeen......................................................................... S-1
Afdrukmedia..................................................................... S-2
Kopiëren .......................................................................... S-3
PhotoCapture Center....................................................... S-4
Fax................................................................................... S-5
Scanner ........................................................................... S-6
Printer.............................................................................. S-7
Interfaces......................................................................... S-7
Vereisten voor de computer............................................. S-8
Verbruiksartikelen............................................................ S-9
Netwerk (LAN) (alleen MFC-410CN)............................. S-10
Optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver
(NC-2200w) ................................................................ S-11
12 13
14
XIV
Index .......................................................................................I-1
Overzichtskaart Voor Opvragen Vanaf Een Ander Toestel
(alleen MFC-410CN) ............................................................ O-1
1

Inleiding

Gebruik van deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Multifunctionele centrale (MFC) van Brother. Deze MFC is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de MFC.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke kenmerken of functies opzoeken in de index achterin deze handleiding.

De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op
het bedieningspaneel van de MFC.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de MFC wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die niet met de MFC kunnen worden uitgevoerd.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de MFC.
INLEIDING 1 - 1

Overzicht van het bedieningspaneel

Herkies/Pauze
1
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Telefoon/Intern
2
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt ook gebruikt om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Inkt
3
Met deze toets kunt u de printkoppen reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
Kiestoetsen
4
Met deze toetsen kunt u telefoon­en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de MFC in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
Modus-toetsen:
5
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Voor het scannen van documenten.
Kopie Opties
6
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Fax Resolutie
7
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
8
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
Mono Start
.
1 - 2 INLEIDING
9
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
<
Met deze toets stopt u een bewerking of verlaat u het menu.
Navigatietoetsen:
A
Menu/Instellen
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot de menu's en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de MFC opslaan.
Met deze toets kunt u ook het volume van de luidspreker of het belvolume in de faxmodus instellen.
Kleur Start
Stop/Eindigen
Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u ook opgeslagen nummers kiezen door op # te drukken en vervolgens een tweecijferig nummer in te voeren.
Druk op deze toets om terug in de menuopties te bladeren.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
Liquid Crystal Display (LCD)
B
Op het LCD-scherm verschijnen boodschappen die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw MFC. De voorbeelden van het LCD-scherm in deze handleiding zijn voor modellen met displays met twee regels. Er kunnen kleine verschillen zijn tussen de getoonde voorbeelden en de modellen met displays met een regel.
Spaarstand
C
U kunt de MFC in de energiebesparende stand zetten.
INLEIDING 1 - 3

De MFC in de energiebesparende stand zetten

Wanneer de MFC inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de toets voor de energiebesparende stand te drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de MFC gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-5. De uitgestelde faxberichten die in de rij zijn gezet, worden nu verzonden (alleen MFC-410CN). U kunt faxen ook op een andere locatie opvragen als u zich niet in de buurt van uw MFC bevindt (alleen MFC-410CN). Voor andere bewerkingen moet de MFC weer worden geactiveerd.
De MFC in de energiebesparende stand zetten
Houd de toets voor de energiebesparende stand ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Het lampje van het LCD-scherm gaat uit.
De MFC uit de energiebesparende stand halen
Houd de toets voor de energiebesparende stand ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven (faxmodus).
Afsluiten
Wachten a.u.b.
De MFC zal de printkop, zelfs als u de MFC hebt uitgeschakeld, toch nog af en toe reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de MFC volledig uitgeschakeld.
U kunt de MFC uitzetten door de toets
Spaarstand
passen, zoals u op de volgende pagina ziet. In deze ‘UIT’-stand zijn geen bewerkingen met de MFC mogelijk. (Raadpleeg
Energiebesparende stand
op pagina 1-5.)
De externe telefoon is altijd beschikbaar.
1 - 4 INLEIDING
aan te

Energiebesparende stand

U kunt de toets
Spaarstand
standaardstand is
Faxontv:Aan
van de machine instellen. De
, zodat uw machine faxen of gesprekken kan ontvangen, zelfs als de machine in de energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat de machine geen faxberichten of telefoongesprekken ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit
zetten. (Raadpleeg
De MFC in de
energiebesparende stand zetten op pagina 1-4.)
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
3
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 1, 6
Uit
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of
.
Aan
.
. ) te selecteren.
(Voor MFC-410CN)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontv:Aan
(standaard)
Faxontv:Uit
Alleen Fax
Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxen ontvangen, Faxen waarnemen, Uitgestelde fax, Afstandsbediening, Externe toegang:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
De opties Uitgestelde fax en
Afstandsbediening moeten zijn ingesteld voordat u de MFC uitzet.
Uitgestelde fax, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Uitgestelde fax moet zijn ingesteld
voordat u de MFC uitzet.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de MFC.
(Voor MFC-210C)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontv:Aan
(standaard)
Faxontv:Uit
Alleen Fax
Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxontvangst, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
Fax waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de MFC.
INLEIDING 1 - 5

Documenten laden

De glasplaat gebruiken

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen of
en
om een document pagina voor pagina te faxen. Document
A4
-formaat (21,6 tot 29,7 cm) groot zijn.
tot
1
Til het documentdeksel op.
Leg documenten document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
3
Sluit het documentdeksel.
mogen
Als u een boek of een dik document wilt scannen, laat het documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het deksel.
1 - 6 INLEIDING

Over papier

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de MFC gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend het aanbevolen papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier), transparanten en glanzend papier, moet u in het tabblad ‘Normaal’ van het printerstuurprogramma of in de instelling Type papier in het menu ( juiste type papier zijn geselecteerd.
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat er papier vast komt te zitten.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het printen; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Menu/Instellen, 1, 2
) altijd het

Aanbevolen papiersoorten

Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA
INLEIDING 1 - 7

Speciaal papier gebruiken

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden vermeden:
enveloppen en papier die beschadigd, gekruld of gekreukt zijn of een onregelmatige vorm hebben
2 mm of langer
2 mm of langer
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande enveloppen en types papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden gestapeld
enveloppen die zijn vervaardigd uit breedlopend papier
1 - 8 INLEIDING
Type en formaat papier voor elke functie
Fax Kopiëren PhotoCapture Printer
148 x 200 mm (5,8" x 7,9") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") Ja Ja Ja Ja
Legal 216 x 356 mm (8 1/2" x 14") Ja Ja - Ja
Executive 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") - - - Ja
JIS B5 182 x 257 mm (7,2" x 10,1") - - - Ja
A5 148 x 210 mm (5,8" x 8,3") - Ja - Ja
A6 105 x 148 mm (4,1" x 5,8") - - - Ja
Foto L 89 x 127 mm (3 1/2" x 5") - - - Ja
Foto 2L 127 x 178 mm (5" x 7") - - Ja Ja
Indexkaart 127 x 203 mm (5" x 8") - - - Ja
Briefkaart 1 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") - - - Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
DL-envelop 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") - - - Ja
COM-10 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") - - - Ja
Monarch 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") - - - Ja
JE4-envelop 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") - Ja - Ja
Type papier Papierformaat Gebruik
Losse vellen Brief 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") Ja Ja Ja Ja
Kaarten Foto 102 x 152 mm (4" x 6") - Ja Ja Ja
Enveloppen C5-envelop 162 x 229 mm (6,4" x 9") - - - Ja
Transparanten Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") - Ja - Ja
INLEIDING 1 - 9
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier
Type papier Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse vellen Normaal
Kaarten Fotopapier Maximaal 240 g/m
Enveloppen - Maximaal 0,52 mm
Transparanten - - 10
papier
Inkjetpapier 64 tot 200 g/m
Glanzend papier
Indexkaart Maximaal 120 g/m
Briefkaart Maximaal 200 g/m
64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb)
(17 tot 53 lb)
Maximaal 220 g/m (Max. 58 lb)
(Max. 64 lb)
(Max. 32 lb)
(Max. 53 lb)
2
2
2
2
2
2
0,08 tot 0,15 mm
(0,003" tot 0,006")
0,08 tot 0,25 mm
(0.003" tot 0,01")
Maximaal 0,25 mm
(Max. 0,01")
Maximaal 0,28 mm
(Max. 0,01")
Maximaal 0,15 mm
(Max. 0,006")
Maximaal 0,23 mm
(Max. 0,01")
(Max. 0,02")
100
20
20
20
30
30
10
*
* Max. 50 vellen voor papier van Legal-formaat (80 g/m2).
2
* Max. 100 vel van 80 g/m
.
Papiercapaciteit van de uitvoerlade
Uitvoerlade Maximaal 25 vel van 80 g/m2 (A4)
Om vlekken te voorkomen moeten transparanten of glanzend papier vel voor vel van de uitvoerlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerlade worden gestapeld.
1 - 10 INLEIDING
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbare gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen.
EnveloppenLosse vellen
34
1
34
1
2
niet-bedrukbaar gedeelte
1
Bovenkant
Losse vellen 3 mm
(0 mm)*
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
,
1
2
Onderkant
3 mm (0 mm)*
3
Links
1
3 mm (0 mm)*
1
4
3 mm (0 mm)*
*1 Wanneer u de optie Zonder Marges op AAN zet. Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het
stuurprogramma van de printer. De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het
bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt.
2
Rechts
1
INLEIDING 1 - 11

Papier, enveloppen en briefkaarten laden

Papier of ander materiaal plaatsen
1
Trek de papierlade volledig uit de MFC en verwijder het deksel.
2
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier.
Papiergeleider
3
Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit.
Uitvoerpapierlade
Papiersteunklep
Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
1 - 12 INLEIDING
4
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
5
Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximale papierhoogte komt.
Maximum papierhoogte
Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Zorg ervoor dat u het papier niet te ver erin duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
6
Zet de deksel van de lade er weer op en duw de papierlade stevig terug in de MFC.
INLEIDING 1 - 13
Enveloppen plaatsen
Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2.
Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
HET GEBRUIK VAN DE VOLGENDE ENVELOPPEN DIENT TE WORDEN VERMEDEN:
zakachtige enveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen met sluithaken
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
Lijm
Enveloppen laden
1
Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Als er verscheidene enveloppen tegelijk naar binnen worden getrokken, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
Omslag met ronde hoeken
Dubbele
omslag
Driehoekige omslag
1 - 14 INLEIDING
2
Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
1
Open de omslag van de envelop.
2
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
3
Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
Briefkaarten laden
1
Til de papieraanslag op en plaats de briefkaarten in de papierlade. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de briefkaartbreedte erin past.
INLEIDING 1 - 15

Over faxapparaten

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw MFC (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort ze als u na het kiezen op
Kleur Start
of kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging of verbinding met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. U zult deze zachte piepjes snel genoeg horen als u de telefoon op uw faxlijn beantwoordt, zodat u weet wanneer er een fax binnenkomt.
Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een faxmachine die een fax ontvangt, laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, waarna op het LCD-scherm de melding
Als de MFC in de stand Alleen fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw MFC gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding
Ontvangst
het opnemen te onderbreken. De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines
tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet minstens 2 tot 4 seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De aansluitbevestigingstonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de machine die de oproep ontvangt, deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het
Ontvangst
op het LCD-scherm staan. Druk op
wordt weergegeven.
Stop/Eindigen
Mono Start
om
Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord.
1 - 16 INLEIDING

ECM-modus (foutencorrectie)

In deze modus controleert de MFC de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de MFC tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de MFC.
Deze functie werkt alleen als de MFC voldoende geheugen heeft.
INLEIDING 1 - 17
2

Aan de slag

Eerste instellingen

De datum en tijd instellen

Als de MFC niet in gebruik is, wordt de datum en tijd weergegeven. Als u het stationsnummer instelt, wordt de datum en tijd die door uw MFC wordt weergegeven op elke verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard.
1
Druk op
2
Toets de twee cijfers van het jaartal in. Druk op
3
Toets de twee cijfers van de maand in. Druk op (Voer bijvoorbeeld 09 in voor september of 10 voor oktober.)
4
Toets de twee cijfers van de dag in. Druk op (Voer bijvoorbeeld 06 in voor de 6e.)
5
Toets de tijd in 24-uurformaat in. Druk op (Toets bijvoorbeeld 15:25 in voor 3:25 in de middag)
6
Druk op Op het LCD-scherm wordt de datum en de tijd weergegeven
wanneer de MFC in de faxmodus staat.
Menu/Instellen, 0, 2
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
.
.
.
.
.

Kiesmodus Toon of Puls instellen

1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 0, 4
Puls
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of
.
.
Toon
.
) te selecteren.
2 - 1 AAN DE SLAG

Het stationsnummer instellen

U zou uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer moeten opslaan, zodat deze worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verzendt.
Het is uiterst belangrijk dat u het faxnummer in internationaal standaardformaat invoert dus precies in de onderstaande volgorde:
Het ‘+’-teken (plus) (druk op de toets )
Uw landnummer (bijvoorbeeld 31 voor Nederland of 32 voor België)
Uw netnummer zonder de eerste “0” (in Spanje is dit een “9”).
Een spatie
Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de duidelijkheid.
Als uw faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, dezelfde lijn wordt gebruikt voor zowel faxberichten als telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 555 is, dan moet uw stationsidentificatie als volgt worden ingesteld: +44 161 444 5555.
1
Druk op
2
Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op
U kunt geen koppelteken in het faxnummer invoeren. Om een spatie in te voegen, één keer drukken op tussen de nummers.
3
Toets met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 letters). (Raadpleeg
Druk op
4
Druk op Het LCD-scherm gaat automatisch weer naar de modus
Stand-by. Als het stationsnummer al was ingevoerd, wordt u gevraagd om
op drukken om af te sluiten zonder deze te wijzigen.
Menu/Instellen, 0, 3
Menu/Instellen
Tekst invoeren
Menu/Instellen Stop/Eindigen
1
te drukken om deze identificatie te wijzigen of op 2 te
.
.
op pagina B-11.)
.
.
AAN DE SLAG 2 - 2

Het type telefoonlijn instellen

Als u de MFC aansluit op een lijn met PABX (PBX), ADSL of ISDN voor het versturen en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 0, 5
PBX, ADSL, ISDN
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
Normaal
(of
) te
PBX en DOORVERBINDEN
De MFC is in eerste instantie ingesteld om te worden aangesloten op een openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem of een Private Branch Exchange (PBX). De MFC kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de MFC ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PABX-systemen zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. U activeert deze functie met de toets
U kunt een druk op de toets als onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van een snelkiesnummer (
Telefoon/Intern
hoeft dan niet meer op snelkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn. (Raadpleeg
Nummers opslaan om snel te kiezen
Menu/Instellen
, waarna u het telefoonnummer intoetst. U
Telefoon/Intern
Telefoon/Intern
Telefoon/Intern
2-3-1 of 2-3-2) eerst op
te drukken als een
op pagina 5-1.)
.
programmeren
2 - 3 AAN DE SLAG

Algemene instellingen

De Mode Timer instellen

De MFC heeft vier tijdelijke toetsen op het bedieningspaneel: PhotoCapture, Copy, Fax en Scan. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarna de MFC na de laatste kopie, scan of PhotoCapture-bewerking terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u
Uit
selecteert, blijft de MFC in de laatst gebruikte modus.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om of
3
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 1, 1
Uit
te selecteren.
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min.
.
.

Het type papier instellen

Voor de beste afdrukkwaliteit moet u de MFC op de papiersoort die u gebruikt instellen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ op
Transparanten
Druk op
3
Druk op Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de
uitvoerlade aan de voorkant van de MFC uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat het papier vast komt te zitten.
Menu/Instellen, 1, 2
Normaal, Inkjet, Glossy
te selecteren.
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
of
AAN DE SLAG 2 - 4

Het papierformaat instellen

U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10 x 15 cm en drie formaten voor het afdrukken van faxen: letter, legal en A4. Wanneer u het papierformaat verandert in de MFC, moet u ook de instelling voor het Papierformaat veranderen, zodat uw MFC een binnenkomende fax op het blad kan instellen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 1, 3
Letter, Legal, A4, A5
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
10x15cm
of
te

Het belvolume instellen

U kunt het volume van de machine moet zijn.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ op Druk op
3
Druk op
OF— U kunt het belvolume afstellen wanneer de MFC inactief is (niet
wordt gebruikt). In de faxmodus drukt u op of om het volume in te stellen. Telkens wanneer u op deze toetsen drukt, gaat het apparaat even over, zodat u hoort hoe luid belvolume met de huidige instelling is. Op het LCD-scherm wordt de door u geselecteerde instelling getoond. Telkens wanneer u op een van deze toetsen drukt, wordt het belvolume verder ingesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
Uit
zetten of selecteren hoe luid het belvolume
Menu/Instellen, 1, 4, 1
Laag, Half, Hoog
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
Uit
of
te selecteren.
2 - 5 AAN DE SLAG

Het volume van de waarschuwingstoon instellen

U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De standaardinstelling (fabrieksinstelling) is waarschuwingstoon aanstaat zal de MFC een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt.
Laag
. Wanneer de
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om te optie te selecteren.
Laag, Half, Hoog
( Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 1, 4, 2
Uit
of
Menu/Instellen Stop/Eindigen
)
.
.
.

Het volume van de luidspreker instellen

U kunt het volume van de eenwegluidspreker van de MFC instellen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ op Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 1, 4, 3
Laag, Half, Hoog
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
Uit
of
te selecteren.
AAN DE SLAG 2 - 6

Zomertijd inschakelen

U kunt de MFC zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de lente een uur naar voren worden gezet en een uur terug in de herfst. Zorg daarbij wel dat de juiste datum en tijd in de instelling
Datum/Tijd
is ingesteld.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 1, 5
Aan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of
.
Uit
.
. ) te selecteren.

Het contrast van het LCD-scherm instellen

U kunt het contrast van het LCD-scherm afstellen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen vanaf de plaats waar u zich bevindt, kunt u de contrastinstellingen wijzigen voor een betere weergave.
1 2
3
Druk op Druk op Druk op Druk op
Menu/Instellen, 1, 7
▲ of ▼
Menu/Instellen Stop/Eindigen
om
Licht
of .
.
.
Donker
te selecteren.
2 - 7 AAN DE SLAG
3

Het verzenden instellen

De faxstand inschakelen

Voordat u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of (
Fax
groen is. Wanneer dit niet zo is, drukt u op ( faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax.
) om de

Nummers kiezen

U kunt op alle volgende manieren nummers kiezen.

Handmatig verzenden

Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
Fax
)
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 1

Snelkiezen

Druk op
Zoeken/Snelkiezen, #
en toets vervolgens de twee cijfers van het snelkiesnummer in. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
tweecijferig nummer
Wanneer het LCD-scherm
Niet toegewezen
weergeeft wanneer u het snelkiesnummer invoert, is er geen telefoonnummer opgeslagen onder dit nummer.

Zoeken

U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op en de navigatietoetsen om te zoeken. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
Zoeken/Snelkiezen
Op nummer zoeken (alleen MFC-410CN)
of
Alfabetisch zoeken*
*
Wanneer u alfabetisch wilt zoeken, kunt u het numerieke toetsenbord gebruiken om de eerste letter van de naam die u zoekt in te voeren.

Faxnummer opnieuw kiezen

Als u handmatig een fax verzendt en het nummer in gesprek is, kunt
Herkies/Pauze
u op
Kleur Start
om het nummer nogmaals te kiezen. Als u het laatst
drukken en vervolgens op
gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door op
Herkies/Pauze Herkies/Pauze
Mono Start
en
Kleur Start
of
werkt alleen wanneer u vanaf het
bedieningspaneel kiest.
Als u een fax automatisch
wilt verzenden en het nummer in gesprek is, zal de MFC het nummer drie keer met intervallen van vijf minuten automatisch opnieuw proberen.
3 - 2 HET VERZENDEN INSTELLEN
Mono Start
te drukken.
of

Faxen versturen (zwart-wit en kleur)

Automatisch verzenden

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten van maximaal A4-formaat gebruiken. Druk op het opnemen te annuleren.
Stop/Eindigen
om
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Leg het document op de glasplaat.
3
Kies het faxnummer. Druk op De MFC begint de eerste pagina te scannen. Wanneer u op
4
Als u slechts één pagina wilt verzenden, drukt u op keer op
De MFC begint het document te verzenden. —OF— Wanneer u meer dan één pagina wilt verzenden, drukt u op
en gaat u naar stap 5.
5
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op De MFC begint te scannen. (Herhaal stappen 4 en 5 voor elke
volgende pagina.)
Mono Start
Kleur Start
Mono Start
Menu/Instellen
Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt, wordt deze direct verzonden.
Bij kleurenfaxen kunt u niet meer dan één pagina per keer verzenden.
Kleur Start
of
drukt, gaat de MFC verzenden.
2
(of nog een
).
.
.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
Set Volgende Pag Druk dan op Inst
Fax
).
1
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 3

Een fax in kleur verzenden

De MFC kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen.
Faxen in kleur kunnen echter niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de MFC de fax direct (zelfs wanneer
(MFC-410CN) De functies Uitgestelde fax en Verzend Pollen zijn niet
beschikbaar in kleur.
Direct Verzend
is ingesteld op
Uit
).

Handmatig verzenden

Als u documenten handmatig gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort.
4
Kies het faxnummer.
5
Druk op
6
Druk op 1 om een fax te versturen.
7
Leg de hoorn van het externe toestel weer op het toestel.
Mono Start
Kleur Start
of
als u de faxtoon hoort.
1.Zend 2.Ontvang
Fax
).
3 - 4 HET VERZENDEN INSTELLEN

Basishandelingen bij het verzenden

Faxen met meer instellingen verzenden

Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen (alleen MFC-410CN), pollen (alleen MFC-410CN) of directe verzendingen.
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op ( Telkens nadat een instelling is geaccepteerd, wordt u gevraagd
of u verder nog instellingen wenst te maken:
2
Druk op 1 om verdere instellingen te selecteren. Op het LCD-scherm wordt weer het weergegeven.
OF— Druk op
stap.
2
Verzendmenu
als u klaar bent met instellen en ga naar de volgende
Volgende
1.Ja 2.Nee
Fax

Contrast

Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen.
Gebruik Gebruik
1 2 3 4
Licht
Donker
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op ( Het document laden. Druk op Druk op ▲ of ▼ om Druk op
voor het verzenden van een licht document.
voor het verzenden van een donker document.
Menu/Instellen, 2, 2, 1
Auto, Licht
Menu/Instellen
.
.
Donker
of
te selecteren.
Fax
).
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 5

Faxresolutie

U kunt de toets veranderen (uitsluitend voor deze fax). Druk in de faxstand
Fax
(
) op
te selecteren, en vervolgens drukken op —OF— U kunt de standaardinstelling wijzigen:
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om de gewenste resolutie te selecteren. Druk op
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Fax Resolutie
Fax Resolutie
en ▲ of ▼ om de door u gewenste instelling
Menu/Instellen, 2, 2, 2
Menu/Instellen
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De verzendsnelheid is lager dan bij de standaardresolutie.
Geschikt voor kleine letters of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de fijne resolutie.
Gebruiken wanneer het document verschillende grijstinten heeft of een foto is. Deze instelling heeft de laagste verzendsnelheid.
gebruiken om de instelling tijdelijk te
Menu/Instellen
.
Fax
.
.
).
3 - 6 HET VERZENDEN INSTELLEN

Tweevoudige werking (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de MFC een fax uit het geheugen verstuurt of faxen ontvangt. Het LCD-venster toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen.
De MFC maakt meestal gebruik van de tweevoudige werking. Als u echter een kleurenfax verzendt, zal de MFC het document direct verzenden (zelfs wanneer staat). Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding drukken om de scan te stoppen. Als de melding wordt weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina, kunt u ofwel op pagina's te zenden, of op handeling te annuleren.
Geheugen vol
ziet, moet u op
Mono Start
Stop/Eindigen
Direct Verzend
Stop/Eindigen
Geheugen vol
drukken om de gescande
drukken om de
op
Uit
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 7

Direct verzenden

Als u een fax gaat verzenden, zal de MFC de documenten eerst in het geheugen scannen. Zodra de lijn vrij is, kiest de MFC het nummer en wordt de fax verzonden.
Als het geheugen vol is, zal de MFC het document direct verzenden (zelfs als
Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt
Direct Verzend
voor de volgende fax. Wanneer u verscheidene pagina’s vanaf de glasplaat wilt faxen,
moet Real Time Transmission zijn ingesteld op
Direct Verzend
Aan
op
zetten voor alle documenten of uitsluitend
is ingesteld op
Uit
).
Uit
.
1
Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk voor MFC-210C op Druk voor MFC-410CN op
4
Als u de standaardinstelling wilt wijzigen, drukt u op ▲ of ▼ om
Aan
Druk op —OF— Als de instelling alleen voor de eerstvolgende fax geldt, drukt u
op Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
Bij direct verzenden werkt de functie opnieuw kiezen niet.
Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de MFC deze direct (zelfs wanneer
Uit
(of
) te selecteren.
Menu/Instellen
of ▼ om
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Alleen volg.fax
Direct Verzend
Menu/Instellen, 2, 2, 3
Menu/Instellen, 2, 2, 5
.
te selecteren.
.
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
.
is ingesteld op
.
.
Uit
Fax
).
).
3 - 8 HET VERZENDEN INSTELLEN

De status van taken controleren

U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten. (Als er geen taken op verzending wachten, wordt de melding
Geen opdrachten
weergegeven.)
1
Druk voor MFC-210C op Druk voor MFC-410CN op
2
Als er meer dan een taak in de wachtrij staat, drukt u op ▲ of ▼ om door de lijst te bladeren.
3
Druk op
Stop/Eindigen
Menu/Instellen, 2, 5
Menu/Instellen, 2, 6
.
.
.

Een fax annuleren

Als u een fax wilt annuleren terwijl de MFC aan het scannen, kiezen of versturen is, drukt u op
Stop/Eindigen
.

Een taak in de wachtrij annuleren

U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht annuleren.
1
Druk voor MFC-210C op Druk voor MFC-410CN op Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtrij
staan.
2
Als er meer dan een taak in de wachtrij staat, drukt u op ▲ of ▼ om de taak die u wilt annuleren te selecteren.
Druk op —OF— Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar
stap 3.
3
Druk op 1 om de taak te annuleren. Herhaal stap 2 als u nog een taak wilt annuleren. —OF— Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen
2
om af te sluiten zonder te annuleren.
Stop/Eindigen
Menu/Instellen, 2, 5
Menu/Instellen, 2, 6
.
.
.
.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 9

Geavanceerde verzendopties

Groepsverzenden (niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar verscheidene faxnummers. U kunt een fax naar Groepen, Snelkiesnummer en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen
Druk tussen de cijfers op
Zoeken/Snelkiezen
worden gekozen. Als u groepsnummers wilt instellen, raadpleeg
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen
Als de groepsverzending is voltooid, wordt er automatisch een groepsverzendingsrapport afgedrukt om u de resultaten te laten weten.
Menu/Instellen
kunnen de gewenste nummers gemakkelijk
. Met de toets
op pagina 5-3.)
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Voer het gewenste nummer in. U kunt een snelkiesnummer of een groepsnummer gebruiken, of u kunt het nummer zoeken of met de hand invoeren.
(Bijvoorbeeld: groepsnummer)
4
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de andere partij weergeeft, drukt u op
U wordt gevraagd het volgende nummer in te toetsen.
5
Toets het volgende nummer in. (Bijvoorbeeld: snelkiesnummer)
6
Wanneer het LCD-scherm het faxnummer of de naam van de andere partij weergeeft, drukt u op
7
Nadat u alle faxnummers heeft ingevoerd, naar Stap 8 gaan om de groepsverzending te starten.
8
Druk op
Mono Start
.
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Fax
.
.
).
3 - 10 HET VERZENDEN INSTELLEN
Als u geen locaties voor groepsnummers, toegangscodes en creditcardnummers gebruikt, kunt u naar maximaal 70 (MFC-210C) of 130 (MFC-410CN) verschillende nummers faxen.
Hoeveel geheugen er beschikbaar is, hangt echter af van de opdrachten die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers probeert te sturen, kunt u de tweevoudige werking en uitgesteld verzenden (alleen MFC-410CN) niet gebruiken.
Voer de lange kiesnummers in op dezelfde manier als u dat normaal zou doen, maar denk eraan dat elke snelkiestoets telt als één locatie. Het aantal locaties dat u kunt opslaan is dus beperkt.
Als het geheugen vol is, kunt u op om de opdracht af te breken of op gedeelte te verzenden dat reeds in het geheugen is gescand.
Stop/Eindigen
Mono Start
om het
drukken

Internationale modus

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale stand te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld.
1
Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk voor MFC-210C op Druk voor MFC-410CN op
4
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
Menu/Instellen
Menu/Instellen, 2, 2, 4
Menu/Instellen, 2, 2, 7
Aan
(of
Uit
) te selecteren.
.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 11
Fax
).
.
.

Uitgesteld zenden (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen) (alleen MFC-410CN)

U kunt 50 faxberichten maximaal 24 uur in het geheugen opslaan om ze later te verzenden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u in stap 4 specificeert.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk op
4
Druk op weergegeven tijd te accepteren.
OF— Voer in 24-uurformaat in om hoe laat de fax moet worden
verzonden. Druk op (Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.)
Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
Menu/Instellen, 2, 2, 3 Menu/Instellen
Menu/Instellen
om de
.
.
Verzendmenu
3.Tijdklok
Fax
).
3 - 12 HET VERZENDEN INSTELLEN

Uitgesteld verzameld verzenden (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen) (alleen MFC-410CN)

Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de MFC alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Als u Verzamelen activeert (AAN), worden alle faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, als een enkele transmissie verzonden. Zo wint u transmissietijd.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 2, 2, 4
Aan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of
.
.
Uit
) te
.
Verzendmenu
4.Verzamelen
Fax
).

Verzend Pollen instellen (standaard) (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen) (alleen MFC-410CN)

Verzend Pollen betekent dat u de MFC met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
Menu/Instellen, 2, 2, 6
Stand.
Menu/Instellen
te selecteren.
.
.
Fax
).
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 13

Verzend Pollen instellen met beveiligingscode (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen) (alleen MFC-410CN)

Wanneer u de machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Het document laden.
3
Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
5
Toets een viercijferige code in. Druk op
Het document wordt opgeslagen en kan vanaf een andere faxmachine worden opgevraagd totdat u de fax in het geheugen wist met behulp van de functie voor het annuleren van een taak. (Raadpleeg Een taak in de wachtrij annuleren op pagina 3-9.)
U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken.
Verzend Pollen:Beveilig
Menu/Instellen, 2, 2, 6
Beveilig
Menu/Instellen
Menu/Instellen
.
.
.
te selecteren.
kiest, moet iedereen die
Fax
).
3 - 14 HET VERZENDEN INSTELLEN

Verzendslot

Met verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de MFC.
Wanneer het Verzendslot Aan is, zijn de volgende opties beschikbaar:
Faxen ontvangen
Fax Doorzenden (Als Fax Doorzenden al ingeschakeld was) (alleen MFC-410CN)
Opvragen Vanaf Een Ander Toestel (Als Fax Opslaan al ingeschakeld was) (alleen MFC-410CN)
Wanneer het Verzendslot Aan is, zijn de volgende opties NIET beschikbaar:
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken vanaf de PC
Scannen met de PC
PhotoCapture
(alleen MFC-410CN) U kunt geen uitgestelde faxen of pollingtaken plannen. Eerder
geplande uitgestelde faxen worden echter wel verzonden wanneer u Verzendslot aan zet. De documenten gaan dus niet verloren.
Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan hebt geselecteerd
Menu/Instellen, 2, 5
( blijven Fax Doorzenden en Opvragen Vanaf Een Ander Toestel werken.
voordat
)
u Verzendslot
Aan zet, d
an
U zet Verzendslot drukken.
Uit
aan om faxen in het geheugen af te
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 15
Wachtwoord instellen
Als u het wachtwoord bent vergeten waarmee u het verzenden hebt geblokkeerd, moet u contact opnemen met uw Brother-leverancier of met Brother.
1
Druk op
2
Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op
3
Als het LCD-scherm opnieuw in.
Druk op
Menu/Instellen, 2, 0, 1
Menu/Instellen
Menu/Instellen
.
Nogmaals:
.
.
toont, voert u het wachtwoord
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Toets een viercijferig getal als wachtwoord in. Druk op
4
Voor een viercijferig getal als een nieuw wachtwoord in. Druk op
5
Als het LCD-scherm opnieuw in.
Druk op
Menu/Instellen, 2, 0, 1
Wachtwoord
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
.
.
.
Nogmaals:
.
.
te selecteren.
toont, voert u het wachtwoord
Verzendslot inschakelen
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op De MFC gaat offline en op het LCD-scherm verschijnt
Verzendslot Mode
3 - 16 HET VERZENDEN INSTELLEN
Menu/Instellen, 2, 0, 1
Verzendslot Aan
Menu/Instellen
Menu/Instellen
.
.
.
.
te selecteren.
Verzendslot uitschakelen
1
Druk op
2
Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op Verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Wanneer u een verkeerd wachtwoord invoert, geeft het LCD-scherm offline. De MFC blijft in de stand Verzendslot tot het correcte wachtwoord is ingevoerd.
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Fout wachtwoord
.
.
weer en blijft de machine

Documenten in formaat Letter verzenden via de glasplaat

Als u documenten van het formaat Letter gebruikt, moet u de Scannervenster Formaat instellen op Letter. Als u dit niet doet, zullen de zijkanten van de faxen wegvallen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 2, 2, 0
Letter
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of A4) te selecteren.
.
.
.
HET VERZENDEN INSTELLEN 3 - 17
4

De ontvangststand instellen

Basishandelingen bij het ontvangen

De ontvangststand kiezen

Er zijn vier verschillende ontvangststanden voor deze MFC. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet.
LCD-scherm Hoe werkt het Wanneer gebruikt u het
Alleen Fax
(automatisch ontvangen)
Fax/T elefoon
(fax en telefoon)
(met een extern of tweede toestel voor modellen zonder handset)
Telef oon/Beant w.
(met alleen een extern antwoordapparaat)
Handmatig
(handmatig ontvangen) (met een extern of tweede toestel voor modellen zonder handset of m et BT Call Sign)
De MFC beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft.
De MFC beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep. Is d e oproep een fax, dan wordt die ontvangen. Is de oproep geen fax, dan krijgt u het dubbele belsignaal van de F/T-stand, dat verschilt van het gewone belsignaal.
Het externe antwoordapparaat beantwoordt alle telefoontjes au tomatisch. Ingesproken berichten worden op het antwoordapparaat opgeslagen. Faxberichten worden afgedrukt.
U beheert de telefoonlijn en moet elk telefoontje zelf beantwoorden.
Voor aparte faxlijnen.
Gebruik deze stand als u talrijke faxen verwacht en slechts weinig telefoontjes. U kunt geen antwoordapparaat op dezelfde lijn aansluiten, zelfs niet als dit op een ander wandcontact/tel efoonstekker wordt aangesloten. In deze stand kunt u de voicemail van uw telecombedrijf niet gebruiken.
Gebruik deze stand al s u een antwoordapparaat op uw MFC hebt aangesloten.
De instelling Externe telefoon/Beantw. we rkt alleen met een extern antwoordapparaat. Belvertraging werkt in deze instelling niet.
Gebruik deze stand als u niet veel faxberichten ontvangt.
Als u beantwoordt en faxtonen hoort, moet u wachten tot de MFC het telefoontje automatisch overneemt, en daarna ophangen. (Raadpleeg Fa x waarnemen op pagina 4-4.)
4 - 1 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
De ontvangststand selecteren of wijzigen
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ op
Telefoon/Beantw.
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 0, 1
Alleen Fax, Fax/Telefoon
Handmatig
of
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
Huidige ontvangststand
.
te selecteren.
Fax
: Alleen Fax
F/T
: Fax/Tel
Ant
: Extern ANTW.APP.
Hnd
: Handmatig
Fax
).
,

De belvertraging instellen

De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de MFC overgaat voordat de oproep wordt beantwoord in de stand
Fax/Telefoon
op dezelfde lijn als de MFC of bent geabonneerd op de service Aparte Beltoon van het telefoonbedrijf, stelt u de belvertraging in op
4. (Raadpleeg
waarnemen op pagina 4-4.)
. Wanneer u een tweede toestel hebt aangesloten
Werken met een tweede toestel
Alleen Fax
op pagina A-1 en
of
Fax
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe vaak de telefoon moet overgaan voordat de MFC opneemt (02-06).
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 2, 1, 1
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 2
.
Fax
).

De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel)

Als u de ontvangststand instelt op Fax/Tel, moet u specificeren hoe lang de MFC met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. (Als het een inkomend faxbericht is, zal de MFC de fax afdrukken.)
Dit dubbele belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de MFC gaat over, de andere toestellen op deze lijn geven dit dubbele belsignaal niet. U kunt het gesprek echter aannemen op een toestel dat is aangesloten op dezelfde lijn als de MFC. (Raadpleeg
Uitsluitend voor de stand Fax/Tel
op pagina A-1.)
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe lang (20, 30, 40 of 70 seconden) de MFC moet overgaan om u op een normaal telefoongesprek te attenderen.
Druk op
4
Druk op Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal dit
signaal het aantal seconden dat u hebt geselecteerd aanhouden.
Menu/Instellen, 2, 1, 2
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
Fax
).
4 - 3 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN

Fax waarnemen

Als u deze functie gebruikt, hoeft u niet op te drukken of de faxontvangstcode faxbericht ontvangt. Als u automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra u LCD-scherm ziet of als u scherpe piepjes door de handset van een tweede telefoontoestel dat op een ander contact is aangesloten hoort, kunt u de handset terugplaatsen en uw MFC doet de rest.
Als deze functie is ingesteld op faxoproep niet over als u de hoorn van een ander toestel opneemt, moet u de faxontvangstcode
Als u faxen verzendt vanaf een computer die op dezelfde telefoonlijn is aangesloten en de MFC onderschept de faxen, dan moet u Fax Waarnemen op
Uit
Als u handset van een extern of tweede toestel op te nemen en daarna op — drukken OF— door op staat. (Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina A-1.)
selecteert, moet u de MFC activeren door de
Mono Start
51
Aan
selecteert, kan de MFC faxberichten
of
te drukken als u niet bij uw MFC in de buurt
Mono Start, Kleur Start
51
in te voeren als u een
Ontvangst
Aan
, maar de MFC neemt de
Kleur Start
op het
51
intoetsen.
Uit
instellen.
op de MFC
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Gebruik ▲ of ▼ om Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 2, 1, 3
Aan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
Uit
(of
) te selecteren.
.
.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 4
.
Fax
).

Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining)

Aan
Als u fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter of Legal past. De MFC berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van het document en uw instelling voor papierformaat (
kiest, verkleint de MFC automatisch een binnenkomende
Menu/Instellen, 1, 3
).
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Gebruik ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 2, 1, 5
Aan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
Zet deze instelling aan, als u faxen ontvangt die over twee pagina’s zijn verdeeld. Als het document te lang is, kan het echter zijn dat de MFC het op twee pagina’s print.
Zet deze instelling aan wanneer de linker- en rechter marges zijn afgesneden.
(of
.
Uit
.
) te
.
Ontvangstmenu
5.Auto reductie

Een fax uit het geheugen afdrukken (alleen MFC-410CN)

Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan hebt geselecteerd
Menu/Instellen, 2, 5, 1
( afdrukken als u zich bij de MFC bevindt. (Raadpleeg
instellen
1 2
op pagina 6-2.)
Druk op Druk op
Menu/Instellen, 2, 5, 3 Mono Start
), kunt u nog altijd een fax uit het geheugen
Fax Opslaan
.
.
Fax
).
4 - 5 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN

Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor het ontvangen van kleurenfaxen)

Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm papierlade. (Raadpleeg pagina 1-12.)
Papier nazien
Papier, enveloppen en briefkaarten laden
; plaats papier in de
op
Als de
gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is). Faxen die daarna worden ontvangen, worden ook in het geheugen opgeslagen totdat het geheugen vol is, waarna verdere inkomende faxoproepen niet automatisch worden beantwoord. Om alle gegevens af te drukken doet u papier in de papierlade en drukt u op
Kleur Start
Als de
gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is). Verdere faxoproepen worden pas weer automatisch beantwoord nadat er nieuw papier in de papierlade is geplaatst. Om de laatst binnengekomen fax af te drukken, doet u papier in de papierlade en drukt u op of
1 2 3
4
Geheugen ontv.
nu
Aan
is...
Mono Start
.
Geheugen ontv.
Kleur Start
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op ( Druk op Gebruik ▲ of ▼ om Druk op Druk op
.
Menu/Instellen, 2, 1, 6
Aan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
nu
(of
Uit
is...
Uit
) te selecteren.
.
.
.
of
Mono Start
Fax
).
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 6

Polling (alleen MFC-410CN)

Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw MFC gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw MFC te pollen.
Alle partijen moeten hun faxmachines zo instellen dat er gepolld kan worden. De partij die uw MFC belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Sommige faxapparaten reageren niet op de pollingfunctie.
Beveiligd Pollen
Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in verkeerde handen terechtkomen wanneer de MFC in de polling-wachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken. Op de machine die uw documenten opvraagt, moet uw beveiligingscode worden ingevoerd.
Ontvang Pollen instellen (standaard)
Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om daar documenten op te vragen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Toets het te pollen faxnummer in. Druk op
4 - 7 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
Menu/Instellen, 2, 1, 7
Stand.
Menu/Instellen
Mono Start
te selecteren.
.
Kleur Start
of
.
.
Fax
).
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen
Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Toets een viercijferige beveiligingscode in. Dit nummer moet hetzelfde zijn als de beveiligingscode van de
faxmachine die u gaat pollen.
5
Druk op
6
Toets het te pollen faxnummer in.
7
Druk op
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen
U kunt de MFC zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
4
Voer in 24-uurformaat in om hoe laat u het pollen wilt starten. (Voor kwart voor tien 's avonds voert u bijvoorbeeld 21:45 in.)
5
Druk op
6
Toets het te pollen faxnummer in. Druk op De MFC begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het
pollen.
Menu/Instellen, 2, 1, 7
Beveilig
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Mono Start
Menu/Instellen, 2, 1, 7
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Mono Start
of
Tijdklok
of
te selecteren.
.
.
Kleur Start
te selecteren.
.
.
Kleur Start
.
.
.
.
Fax
Fax
).
).
U kunt slechts één uitgestelde pollingtaak instellen.
DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN 4 - 8
Opeenvolgend Pollen
De MFC kan in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In stap 5 kunt u meerdere bestemmingen invoeren. Daarna wordt er een verslag afgedrukt.
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (
2
Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op het LCD-scherm wordt weergegeven.
4
Als u
5
Voer het faxapparaat waarnaar u een verzoek tot faxen wilt versturen met behulp van de snelkiestoetsen, Zoeken, een Groep (raadpleeg Nummergroepen voor het groepsverzenden
instellen
op
6
Druk op Elk nummer of elk groepsnummer wordt op volgorde gekozen
en de documenten worden op de betreffende faxmachines opgevraagd.
Menu/Instellen, 2, 1, 7
Stand., Beveilig
Menu/Instellen
Stand.
Als u nummer in en drukt u op doorgaat naar stap 5.
Als u formaat in hoe laat met pollen moet worden begonnen, waarna u op stap 5.
hebt geselecteerd, gaat u naar stap 5.
Beveilig
Tijdklok
Menu/Instellen
op pagina 5-3) of de toetsen. Druk tussen elke locatie
Menu/Instellen
Mono Start
wanneer de gewenste instelling op
hebt geselecteerd, voert u een viercijferig
hebt geselecteerd, voert u in 24-uurs
.
Kleur Start
of
.
Tijdklok
of
Menu/Instellen
drukt en doorgaat naar
.
, waarna u
Fax
te
).
Druk op de huidige pollingtaak te annuleren.
Als u alle opeenvolgende taken voor Ontvang Pollen wilt annuleren, drukt u op
taak in de wachtrij annuleren
4 - 9 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
Stop/Eindigen
Menu/Instellen, 2, 6
terwijl de MFC een nummer kiest om
. (Raadpleeg
op pagina 3-9.)
Een
5
Snelkiesnummers en
kiesopties

Nummers opslaan om snel te kiezen

U kunt de MFC op twee manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers en met groepsnummers voor het groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de naam (indien u deze hebt opgeslagen) of het nummer weer.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Snelkiesnummers opslaan

U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts een paar toetsen kunnen worden gekozen (
#
, het tweecijferig nummer, en MFC-210C kan 20 snelkiesnummers en de MFC-410CN 80 nummers opslaan.
Mono Start
Zoeken/Snelkiezen
Kleur Start
of
,
). De
1
Druk op
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige snelkiesnummer (01-20 voor MFC-210C, 01-80 voor MFC-410CN).
(Druk bijvoorbeeld op Druk op
3
Toets het telefoon- of faxnummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op
4
Gebruik de kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 letters).
Druk op (Gebruik het schema —OF— Druk op
te slaan.
5
Herhaal stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan. —OF— Druk op
Menu/Instellen, 2, 3, 1
05
.)
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
.
.
op pagina B-11 om de letters in te voeren.)
om het nummer zonder een naam op
.

SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 1

.

Snelkiesnummers wijzigen

Als u probeert een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar al een nummer is opgeslagen, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd een van de volgende opties te kiezen:
1
Druk op 1 om het opgeslagen nummer te wijzigen. —OF— Druk op
Opgeslagen nummer of naam wijzigen.
2
Toets een nieuw nummer in. Druk op
3
Volg de aanwijzingen bij Stap 4 in Snelkiesnummers opslaan. (Raadpleeg pagina 5-1.)
2
om af te sluiten zonder wijzigingen.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor onder het betreffende teken te plaatsen en typt u het nieuwe teken.
Als u het hele nummer of de hele naam wilt wissen, drukt u
Stop/Eindigen
op teken of de eerste letter staat. Alle tekens die boven en rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd.
Menu/Instellen
wanneer de cursor onder het eerste
.
5 - 2 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES

Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen

Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen door op slechts een paar toetsen te drukken ( snelkieslocatie en snelkiesnummer worden opgeslagen.
Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een snelkieslocatie. U kunt maximaal zes kleine groepen toewijzen, of maximaal 19 nummers (MFC-210C) of maximaal 79 nummers (MFC-410CN) voor een grote groep toewijzen.
(Raadpleeg Groepsverzenden (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) op pagina 3-10.)
Zoeken/Snelkiezen, #
Mono Start
Snelkiesnummers opslaan
, het tweecijferige nummer van de
). Eerst moet elk faxnummer als een
op pagina 5-1 en
1
Druk op
2
Toets met de kiestoetsen het tweecijferige nummer in van de locatie waar u het groepsnummer wilt opslaan.
Druk op (Druk bijvoorbeeld op
3
Toets het groepsnummer met de kiestoetsen (1 tot en met 6) in.
Druk op (Druk bijvoorbeeld op
Kies een groepsnummer tussen 1 en 6.
4
Als u snelkiesnummers in een groep wilt opnemen, gaat u als volgt te werk:
Druk bijvoorbeeld voor snelkiesnummers 05 en 09 op
Menu/Instellen, 2, 3, 2
Menu/Instellen
Menu/Instellen
.
07
1
Menu/Instellen
en
.
voor groep 1.)
.
Kiesgeheugen
2.Groep instell.
Groep instell. Snelkiesnr? #
Groep instell. Groep instel:G01
Groep instell. G01:#05#09
Zoeken/Snelkiezen, 05, Zoeken/Snelkiezen, 09
LCD-scherm wordt het volgende weergegeven.
#05#09
.)
. Op het
.
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 3
5
Druk op groep te accepteren.
6
Gebruik de kiestoetsen en het schema op pagina B-11 om een naam voor de groep in te voeren.
Druk op (Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
7
Druk op U kunt een lijst van alle snelkiesnummers afdrukken.
Groepsnummers staan in de kolom GROEP. (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 7-3.)
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
om de snelkiesnummers voor deze
.
.
5 - 4 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES

Kiesopties

U kunt op twee manieren kiezen. (Raadpleeg op pagina 3-1.)
Nummers kiezen

Toegangscodes en creditcardnummers

Soms is het voordeliger om een andere serviceprovider te gebruiken voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcard opslaan als snelkiesnummers. U kunt deze lange kiesreeksen opslaan door ze van elkaar te scheiden en ze als aparte Snelkiesnummers in iedere combinatie in te stellen. Deze nummers kunnen in elke gewenste combinatie worden gebruikt. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.)
Bijvoorbeeld, misschien hebt u ‘555’ opgeslagen onder Snelkiesnummer #03 en ‘7000’ onder Snelkiesnummer #02. Als u op
Zoeken/Snelkiezen, #03, Zoeken/Snelkiezen, #02 Mono Start
Als u dit nummer tijdelijk wilt wijzigen, kunt u een deel van het nummer vervangen door via het toetsenbord een nummer in te voeren. Als u het nummer bijvoorbeeld wilt wijzigen in 555-7001, drukt u op
Zoeken/Snelkiezen, #03 7001
in.
Kleur Start
of
drukt, kiest u dus ‘555-7000’.
en toetst u daarna met de kiestoetsen
en
Als u ergens in het nummer moet wachten op een andere toon of een ander signaal, slaat u op de betreffende plaats in het nummer een pauze op door op Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt er een pauze van 3,5 seconde ingelast.
Herkies/Pauze
te drukken.

Pauze

Druk op cijfers van een nummer in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als nodig op te maken.
Herkies/Pauze
Herkies/Pauze
om een pauze van 3,5 seconden tussen de
drukken om de pauze langer
SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES 5 - 5

Toon of Puls

Wanneer u een pulsservice hebt en toonsignalen moet verzenden (b.v. voor telefonisch bankieren), volgt u onderstaande instructies. Wanneer u een toetstoonservice hebt, hebt u deze functie niet nodig voor het verzenden van toonsignalen.
1
Neem de hoorn van het externe toestel van de haak.
2
Druk op # op het bedieningspaneel van de MFC. Alle cijfers die nu worden ingetoetst, worden verzonden als toonsignalen. Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de MFC terug naar pulskiezen.
5 - 6 SNELKIESNUMMERS EN KIESOPTIES
6
Opties voor Uitgestelde Fax
(alleen MFC-410CN)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)

Fax Doorzenden instellen

Als u Fax Doorzenden selecteert, slaat uw MFC de ontvangen fax op in het geheugen. Vervolgens zal de MFC het faxnummer dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht verzenden.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waarnaar de
faxberichten moeten worden doorgestuurd.
3
Toets het nummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op
4
Druk op ▲ of ▼ om
Backup Print:Aan Backup Print:Uit
Druk op Als u
op uw MFC af zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax is doorgestuurd.
5
Druk op
Menu/Instellen, 2, 5, 1
Fax Doorzenden
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Backup Print:Aan
Stop/Eindigen
.
.
of
te selecteren.
.
.
.
te selecteren.
Fax Doorzenden Backup Print:Aan
selecteert, drukt de MFC de fax ook
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
6 - 1

Fax Opslaan instellen

Als u Fax Opslaan selecteert, slaat uw MFC de ontvangen fax op in het geheugen. U kunt faxberichten op een andere locatie ophalen met de opdrachten van Opvragen Vanaf Een Ander Toestel.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op Als u Fax Opslaan hebt ingesteld, wordt er automatisch een
reservekopie van de ontvangen fax op de MFC afgedrukt.
Menu/Instellen, 2, 5, 1
Fax Opslaan
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
te selecteren.

PC Fax Rx instellen

Als u PC Fax Rx instelt, zal de MFC het ontvangen faxbericht tijdelijk in het geheugen opslaan en de faxen daarna automatisch naar de computer sturen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om
Backup Print:Aan Backup Print:Uit
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 2, 5, 1
Ontvang PC Fax
Menu/Instellen
Menu/Instellen Stop/Eindigen
Voordat u PC Fax Ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw PC installeren. Wees er zeker van dat uw PC verbonden is en aanstaat. (Voor meer informatie raadpleeg pagina 5-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.)
Backup Print:Aan
Als u ook op uw MFC af zodat u een kopie hebt mocht de stroom bijvoorbeeld uitvallen voordat de fax naar de computer is gestuurd.
Als u een foutmelding krijgt en de MFC de faxen niet in het geheugen kan opslaan, kunt u deze instelling gebruiken om de faxen naar uw computer over te brengen. (Voor meer informatie, raadpleeg Foutmeldingen op pagina 11-1.)
.
of
te selecteren.
.
.
Brother PC-FAX software gebruiken
.
te selecteren.
Ontvang PC Fax Backup Print:Aan
op
selecteert, drukt de MFC de fax
6 - 2
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)

Opties voor Uitgestelde Fax uitschakelen

Als u de Opties voor Uitgestelde Fax op in het geheugen van de MFC opgeslagen, dan geeft het LCD-scherm twee opties.
Als u op 1 drukt, worden alle niet-afgedrukte faxen afgedrukt en gewist voordat de instelling wordt uitgeschakeld. Als er al een reservekopie is afgedrukt, wordt deze niet meer afgedrukt.
Als u op 2 drukt, wordt het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
(Raadpleeg Een fax uit het geheugen afdrukken (alleen MFC-410CN) op pagina 4-5.)
Uit
instelt en er zijn faxen

De toegangscode instellen

De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor het op een ander toestel opvragen van uw berichten, die u kunt gebruiken wanneer u zich niet bij de MFC bevindt. U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een ander toestel toegang tot uw machine krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ).
1
Druk op
2
Voer een code van 3 cijfers in met 0-9, of . Druk op
worden gewijzigd.)
Menu/Instellen, 2, 5, 2
Menu/Instellen
. (Het vooraf ingestelde ‘ ’ kan niet
.
Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw Code Fax Ontvangen ( (Raadpleeg
3
Druk op U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door gewoon
een nieuwe code in te toetsen. Als u uw code wilt deactiveren, drukt u op (--- ) te weer in te stellen.
Stop/Eindigen
51
) of Code Telefoon Beantwoorden (
Werken met een tweede toestel
.
Stop/Eindigen
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
in Stap 2 om de inactieve instelling
op pagina A-1.)
#51
).
6 - 3

Opvragen vanaf een ander toestel

U kunt uw MFC van elk telefoontoestel of faxapparaat met aanraaktoetsen bellen en daarna uw toegangscode invoeren en een aantal andere toetsen indrukken om uw faxen op te vragen.

De toegangscode gebruiken

1
Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
De MFC geeft aan of een faxbericht is ontvangen:
1 lange toon Geen toon
4
De MFC geeft twee korte geluidssignalen om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na 30 seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5
Druk op 90 om de MFC weer te resetten als u klaar bent.
6
Hang op.
Faxberichten
Geen faxberichten
Als uw MFC op de stand functie voor het ophalen van faxen op afstand gebruiken, kunt u toegang tot de MFC krijgen door de machine ongeveer twee minuten te laten overgaan en daarna uw toegangscode in te voeren.
6 - 4
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
Handmatig
is ingesteld en u wilt de

Opdrachten voor afstandsbediening

U kunt uw MFC vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de MFC opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten voor afstandsbediening
95
Wijzig de instellingen voor Fax Doorzenden of Fax Opslaan
1 UIT U kunt
2 Fax Doorzenden Als u een lange toon hoort, is de wijziging 4 Nummer voor Fax
Doorzenden
6 Fax Opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Toets het nummer in van de faxmachine
3 Faxen in het geheugen
wissen
97
De ontvangststatus controleren
1 Fax
98 De ontvangststand wijzigen
1 Telefoon/Beantw. Als u één lange toon hoort, is de wijziging 2 Fax/Tel 3 Uitsluitend Fax
90 Afsluiten Na een lange toon kunt u de
Wat u moet doen
Uit
selecteren nadat u alle berichten
hebt opgehaald of gewist.
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort, kunt u de instelling niet wijzigen omdat er niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd. Druk op 4 om het nummer voor Fax Doorzenden te registreren. (Raadpleeg
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd
het nummer hebt geregistreerd, werkt de functie Fax Doorzenden.
waarop de opgeslagen fax(en) moet(en) worden ontvangen. (Raadpleeg pagina 6-6.)
Als u een lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het geheugen gewist.
U kunt controleren of uw MFC faxberichten heeft ontvangen. Als dat het geval is, hoort u een lange toon. Als er geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
geaccepteerd.
afstandsbediening afsluiten.
op pagina 6-6.) Nadat u
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
6 - 5

Faxberichten opvragen

1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, drukt u met het toetsenblok
962
in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de MFC hoort en hang op. Uw MFC belt het andere apparaat en dit apparaat drukt uw faxberichten af.
##
(maximaal 20

Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd

U kunt vanaf een andere telefoon/faxmachine met toetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax Doorzenden wijzigen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
954
in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nieuwe nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
5
Wacht totdat u het piepje van de MFC hoort en hang op.
6 - 6
OPTIES VOOR UITGESTELDE FAX (ALLEEN MFC-410CN)
##
(maximaal
7

Rapporten afdrukken

Faxinstellingen en -activiteiten

U dient het verzendrapport en periode voor het journaal in te stellen via het menu.
Druk op —OF— Druk op

Het verzendrapport aanpassen

U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden en er wordt aangegeven of het verzenden gelukt is (OK). Als u afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Als u veel faxen naar hetzelfde nummer stuurt, hebt u waarschijnlijk meer nodig dan alleen de taaknummers om te weten welke faxen u opnieuw moet verzenden. Als u selecteert, wordt in het rapport een deel van de eerste pagina van het faxbericht afgedrukt om u te helpen herinneren wat er in de fax stond.
Menu/Instellen, 2, 4, 1
Menu/Instellen, 2, 4, 2
Aan
Aan+Beeld
of
.
.
selecteert, wordt dit rapport
Aan+Beeld
Uit+Beeld
of
Wanneer het verzendrapport op gezet, wordt het rapport alleen afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens het verzenden en wordt in de RESULT-kolom NG gezet.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ op selecteren.
Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 2, 4, 1
Uit+Beeld, Aan, Aan+Beeld
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
Uit
.
Uit+Beeld
of
of
RAPPORTEN AFDRUKKEN 7 - 1
wordt
Uit
te

De journaalperiode instellen

U kunt de MFC zo instellen dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op volgende pagina afdrukken.
De standaardinstelling is
Uit
zet, kunt u het rapport via de procedure op de
Na 50 faxen
.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om een interval te kiezen.
Druk op (Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de
eerste dag van de 7-daagse periode moet zijn.)
3
Voer in 24-uurformaat het tijdstip in waarop met afdrukken moet worden begonnen.
Druk op (Bijvoorbeeld: voor kwart voor acht 's avonds voert u 19:45 in.)
4
Druk op Als u elke 6, 12, 24 uur of elke 2 of 7 dagen selecteert, zal de
MFC het rapport op het geselecteerde tijdstip afdrukken, waarna alle taken uit het geheugen worden gewist. Als het geheugen van de MFC vol is omdat er 200 taken in zitten en de geselecteerde tijd nog niet verstreken is, zal de MFC het journaal voortijdig afdrukken en alle taken uit het geheugen wissen. Als u een extra rapport wilt voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er een afdrukken zonder dat de taken uit het geheugen worden gewist.
Menu/Instellen, 2, 4, 2
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
.
.
.
Kies rapport
2.Journaal tijd
Na 50 faxen
Als u afdrukken als de MFC 50 taken heeft opgeslagen.
7 - 2 RAPPORTEN AFDRUKKEN
selecteert, zal de MFC het Journaal

Rapporten afdrukken

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.Help
2.Snel Kiezen
3.Fax Journaal
4.Verzendrapport
5.Gebruikersinst
(alleen MFC-410CN)
6.Netwerk Conf.
(alleen MFC-410CN)
Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de MFC kunt programmeren.
Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst.
In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden.) (RX betekent ontvangen.)
Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie.
Drukt een lijst met de instellingen af.
Drukt een lijst met de netwerkinstellingen af.
Een rapport afdrukken
1
Druk voor MFC-210C op —OF— Druk voor MFC-410CN op
2
Druk op ▲ of ▼ om het gewenste rapport te selecteren. Druk op
Menu/Instellen
OF— Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op
3
Druk op
Mono Start
Menu/Instellen, 5
.
Menu/Instellen, 6
.
1
om de helplijst af te drukken.
.
.
RAPPORTEN AFDRUKKEN 7 - 3
8

Kopiëren

De MFC als een kopieerapparaat gebruiken

U kunt de MFC ook als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken.

Kopieermodus instellen

Voordat u kopieën gaat maken, moet u controleren of
Kopie
(
Kopie
( is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten dat de MFC in de kopieermodus staat wijzigen. (Raadpleeg op pagina 2-4.)
) om naar de stand Kopiëren te gaan. De standaardinstelling
Het LCD-scherm toont de standaardkopieerinstelling
) groen is. Als dit niet het geval is, drukt u op
De Mode Timer instellen
Kopieerverhouding
Kwaliteit Aantal kopieën
8 - 1 KOPIËREN

Eén kopie maken

1
Druk op (
2
Het document laden. (Raadpleeg
3
Druk op Druk op
Mono Start
Stop/Eindigen
Kopie
Documenten laden
) zodat deze groen wordt.
Kleur Start
of
om het kopiëren te stoppen.
op pagina 1-6.)
.

Verscheidene kopieën maken

1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op
Mono Start
Kopie
of
) zodat deze groen wordt.
Kleur Start
.

Kopiëren onderbreken

Druk op
Stop/Eindigen
om het kopiëren te stoppen.
KOPIËREN 8 - 2

De toetsen Kopie Opties gebruiken (Tijdelijke instellingen)

Als u de instellingen voor het kopiëren tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen, kunt u de toets verschillende combinaties gebruiken.
De toets Kopie Opties
Dit zijn tijdelijke instellingen en de MFC schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. Wanneer u echter Mode Timer heeft ingesteld op 0 of 30 seconden, keert de MFC weer terug naar de standaardinstellingen wanneer het aantal seconden voor de Mode Timer is afgelopen. (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 2-4.)
U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. (Raadpleeg De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen op pagina 8-12.)
Kopie Opties
gebruiken. U kunt
8 - 3 KOPIËREN

Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen

Gebruik de
Kopie Opties
-toets als u snel de volgende instellingen
tijdelijk voor de volgende kopie wilt instellen.
Druk op Kopie Opties
Menuopties Opties
selecteren selecteren
Kwaliteit Snel/Normaal/Fijn Normaal
Vergr./Verklein 50%/69%/78%/83%
93%/97%/100% 104%/142%/186% 198%/200% Custom(25-400%)
Papiersoort Normaal/Inkjet
Glossy Transparanten
Papierformaat Letter/Legal
A4/A5 10(B) x 15(H)cm
Helderheid
Pagina layout
(alleen MFC-410CN)
Aant. kopieën Aant. kopieën:01
- + - + 8-8
Uit(1 Op 1) 2 op 1 P 2 op 1 L 4 op 1 P 4 op 1 L Poster(3 x 3)
(01-99)
/
/
/
/ / / /
Fabrieksinstelling
/
100%
/
/
Normaal
/
/
/
Letter
Uit (1 Op 1)
01
Pagina
8-5 8-6
8-7
8-8
8-12
Als u de instellingen heeft geselecteerd door op drukken, verschijnt op het LCD-scherm
Druk op
Mono Start
Kleur Start
of
Tijdelijk instel
als u klaar bent met het
selecteren van de instellingen. —OF— Druk op
of ▼ om meer instellingen te selecteren.
Menu/Instellen
.
KOPIËREN 8 - 4
te
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen.
Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is
Normaal
.
Normaal
Snel
Fijn
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om de kopieerkwaliteit ( te selecteren.
Druk op
6
Druk op
Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid.
Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën).
Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s. BEST gebruikt de hoogste resolutie en de laagste snelheid.
Kopie
Kopie Opties
Menu/Instellen
Menu/Instellen Mono Start
) zodat deze groen wordt.
en ▲ of ▼ om
.
.
Kleur Start
of
Kwaliteit
Snel, Normaal
.
te selecteren
Fijn
of
.
)
8 - 5 KOPIËREN
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen
U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren.
Custom(25-400%)
Met 400 % instellen.
kunt u een percentage tussen 25 % en
Druk op Kopie Opties
en of om
Vergr./Verklein
te
selecteren
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken
Kopie
Custom(25-400%)
200%
LTR
A4
LTR
198% 10x15cm
186%10x15cm
A4
A4
LTR
A4
A5
142% A5
104% EXE
100%
97% LTR
93% A4
83% LGL
78%
69% A4
50%
) zodat deze toets groen is.
(maximaal 99).
4
Druk op
Kopie Opties
en ▲ of ▼ om
Vergr./Verklein
selecteren. Druk op
Menu/Instellen
.
te
KOPIËREN 8 - 6
5
Druk op ▲ of ▼ om de gewenste vergrotings- of verkleiningsverhouding te selecteren.
Druk op —OF— U kunt
drukken. Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings-/verkleiningspercentage tussen toetsen.
Druk op (Druk bijvoorbeeld op
6
Druk op De speciale kopieeropties 2 in 1 (P), 2 in 1 (L), 4 in 1 (P),
4 in 1 (L) of Poster zijn bij Vergroten/Verkleinen niet beschikbaar.
Menu/Instellen
Custom(25-400%)
Menu/Instellen
Mono Start
.
.
5 3
om
Kleur Start
of
selecteren en op
53%
in te voeren.)
.
Menu/Instellen
25%
en
400%
in te
Het type papier instellen
Als u op speciaal papier kopieert, selecteer dan het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op selecteren.
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om het type papier dat u gebruikt te selecteren
Normaal, Inkjet, Glossy
( Druk op
6
Druk op U kunt de standaardpapierinstelling op elk gewenst moment
wijzigen. (Raadpleeg
8 - 7 KOPIËREN
Kopie Opties
Menu/Instellen
Menu/Instellen Mono Start
Kopie
) zodat deze groen wordt.
en ▲ of ▼ om
.
Transparanten
of
.
Kleur Start
of
Het type papier instellen
Papiersoort
).
.
op pagina 2-4.)
te
Papierformaat instellen
U moet de instelling voor het papierformaat wijzigen indien u op een ander formaat dan A4 kopieert.
U kunt uitsluitend kopiëren op de papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of Photo Card (10 (B) cm x 15 (H) cm).
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op selecteren.
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om het papierformaat dat u gebruikt te selecteren
Letter, Legal, A4, A5
( Druk op
6
Druk op
Kopie Opties
Menu/Instellen
Menu/Instellen Mono Start
Kopie
of
) zodat deze groen wordt.
en ▲ of ▼ om
.
10(B) x 15(H)cm
of
.
Kleur Start
Papierformaat
.
te
).
Helderheid instellen
U kunt de helderheid instellen om kopieën donkerder of lichter te maken.
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op selecteren.
Druk op
5
Druk op ▲ om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op Druk op
6
Druk op
Kopie Opties
Menu/Instellen
om een donkerdere kopie te maken.
Menu/Instellen Mono Start
Kopie
of
) zodat deze groen wordt.
en ▲ of ▼ om
.
.
Kleur Start
Helderheid
.
te
KOPIËREN 8 - 8
N in 1 kopieën of een poster maken (Pagina Layout) (alleen MFC-410CN)
U kunt het aantal kopieën verlagen met de optie N in 1-kopie. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en daarmee papier besparen. U kunt ook een poster maken. Wanneer u de posteroptie gebruikt, verdeelt de MFC uw document in delen en vergroot deze delen, zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster.
Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4.
U kunt de optie N in 1-kopie alleen met het kopieformaat op 100% gebruiken.
(P) betekent Portrait (staand) en (L) betekent Landscape (liggend).
1
Druk op (
2
Het document laden.
3
Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op selecteren.
Druk op
5
Druk op ▲ of ▼ om
4 op 1 L, Poster(3 x 3)
Druk op
6
Druk op scannen.
7
Als u een poster maakt, scant de MFC het document en begint met afdrukken.
OF— Als u de optie 2 in 1 of de optie 4 in
1 hebt geselecteerd, scant de MFC de pagina. Op het LCD-scherm verschijnt:
Druk op
Kopie Opties
Menu/Instellen
Menu/Instellen Mono Start
1
om de volgende pagina te scannen.
Kopie
) zodat deze groen wordt.
en ▲ of ▼ om
.
2 op 1 P, 2 op 1 L, 4 op 1 P
of
.
Kleur Start
of
Pagina layout
Uit(1 Op 1)
om het document te
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee
te selecteren.
te
,
8 - 9 KOPIËREN
8
Leg het volgende document op de glasplaat.
Druk op Herhaal stap 7 en 8 voor elke pagina die u in deze indeling
gebruikt.
9
Druk op 2 wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand om te stoppen.
Als in 1-kopieën, zal de MFC de afbeeldingen printen alsof er Normaal papier was geselecteerd.
Menu/Instellen
Glossy
Als u kopieën met meerdere kleuren maakt, is N in 1-kopie niet beschikbaar.
Bij posterkopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken.
is geselecteerd in de instelling Papiersoort voor N
.
Set Volgende Pag Druk dan op Inst
KOPIËREN 8 - 10
Plaats het document in de hieronder vermelde richting.
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Poster (3X3)
U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
8 - 11 KOPIËREN

De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen

U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen.
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 3, 1
Norm, Fijn
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
of
Snel
te selecteren.

Helderheid instellen

1
Druk op
2
Druk op ▲ om een lichtere kopie te maken. —OF— Druk op Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 3, 2
om een donkerdere kopie te maken.
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.

Contrast instellen

U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
1
Druk op
2
Druk op ▲ om het contrast te verhogen. —OF— Druk op Druk op
3
Druk op
Menu/Instellen, 3, 3
om het contrast te verlagen.
Menu/Instellen Stop/Eindigen
.
.
.
KOPIËREN 8 - 12

Kleurverzadiging instellen

1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op ▲ om de kleurverzadiging te verhogen. —OF— Druk op Druk op
4
Herhaal stap 2 om de volgende kleur te selecteren. —OF— Druk op
Menu/Instellen, 3, 4
Rood, Groen
Menu/Instellen
om de kleurverzadiging te verlagen.
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
Blauw
of
.
.
.
te selecteren.
8 - 13 KOPIËREN

Wettelijke beperkingen

De kleurenreproductie van bepaalde documenten is verboden en kan strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg hebben. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Als u twijfelt, raden wij aan u de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
Hieronder staan een aantal voorbeelden van documenten die niet gekopieerd mogen worden:
Geld
Obligaties of andere schuldbewijzen
Depositobewijzen
Strijdmacht- of dienstpapieren
Paspoorten
Postzegels (al dan niet afgestempeld)
Immigratiepapieren
Bijstandsdocumenten
Cheques of wissels getrokken door overheidsinstanties
Identificatiedocumenten, badges of insignes
Rijbewijzen en eigendomspapieren voor motorvoertuigen
Werk dat auteursrechtelijk is beschermd, mag niet worden gekopieerd. Delen van werk dat auteursrechtelijk is beschermd mogen echter wel voor "eigen gebruik" worden gekopieerd. Meer kopieën zou ongepast gebruik kunnen betekenen.
Kunstwerken moeten worden beschouwd als werk dat auteursrechtelijk is beschermd.
KOPIËREN 8 - 14
PhotoCapture Center
9

Inleiding

Ook wanneer de MFC niet is aangesloten op de computer, kunt u een foto rechtstreeks afdrukken vanaf de digitale camera. Uw Brother MFC is voorzien van vijf sleuven voor opslagmedia, voor het gebruik met populaire digitale cameramedia: CompactFlash SmartMedia
®
, Memory Stick®, SecureDigital™, en xD-Picture Card™.
®
,
CompactFlash
(alleen type I)
SecureDigital
De functie PhotoCapture Center van uw digitale camera met een hoge resolutie af te drukken, zodat u afdrukken kunt maken met een kwaliteit die gelijk staat aan de kwaliteit van foto's.
miniSD™ kan worden gebruikt met adapter miniSD™.
Memory Stick Duo™ kan worden gebruikt met Memory Stick Duo
Bij de MFC worden geen adapters geleverd. Neem contact op met een leverancier voor adapters.
®
-adapter.
SmartMedia
xD-Picture Card
®
stelt u in staat om digitale foto's
Memory Stick
®
9 - 1 PHOTOCAPTURE CENTER
Vereisten voor het PhotoCapture Center
Om foutmeldingen te voorkomen moet u met het volgende rekening houden:
Het DPOF-bestand op de mediakaart moet een geldige bestandsindeling hebben. (Raadpleeg
DPOF-afdrukken
op
pagina 9-8.)
De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF enz., worden niet herkend.)
Afdrukken via PhotoCapture Center™ dient gescheiden te worden uitgevoerd van PhotoCapture Center
-bewerkingen waarbij een PC wordt gebruikt. (Het is niet mogelijk om deze bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
IBM Microdrive™ is niet compatibel met de MFC.
De MFC kan tot 999 bestanden op een mediakaart lezen.
Gebruik alleen Smart-mediakaarten met een spanning van 3,3 Volt.
CompactFlash® Type II wordt niet ondersteund.
Als u de INDEX of het BEELD afdrukt, zal het PhotoCapture Center
alle geldige beelden afdrukken, zelfs als een of meer beelden corrupt zijn. Bij defecte beelden kunnen bepaalde delen op de afdruk ontbreken.
Uw MFC kan mediakaarten die door een digitale camera zijn geformatteerd lezen.
Als een digitale camera een mediakaart formatteert, maakt de camera een speciale map waar de beeldgegevens naartoe worden gekopieerd. Als u de beeldgegevens die op een mediakaart staan met uw computer wilt bewerken, raden wij u aan de mapstructuur die door de digitale camera is aangemaakt niet te wijzigen. Als u nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op de mediakaart opslaat, raden wij u ook aan de map te gebruiken die de digitale camera ook gebruikt. Als de gegevens niet in dezelfde map worden opgeslagen, kan de MFC het bestand misschien niet lezen of het beeld afdrukken.
PHOTOCAPTURE CENTER™ 9 - 2

Aan de slag

Steek de kaart goed in de daarvoor bestemde sleuf.
SecureDigital
Memory Stick
PhotoCapture
PhotoCapture
®
SmartMedia
xD-Picture Card
®
toetsindicaties:
licht is AAN, de
CompactFlash
®
mediakaart is correct geplaatst.
PhotoCapture
licht is UIT, de
mediakaart is niet correct geplaatst.
PhotoCapture
licht KNIPPERT, de mediakaart wordt gelezen of beschreven.
Wanneer de MFC de kaart leest of daarnaar schrijft (de
PhotoCapture
-toets knippert), mag u NOOIT de stekker uit
het stopcontact halen of de mediakaart uit de sleuf verwijderen.
Doet u dit toch, dan kunnen de gegevens op de kaart verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
De MFC kan slechts één mediakaart tegelijk lezen, plaats daarom nooit meer dan één kaart in de machine.
9 - 3 PHOTOCAPTURE CENTER
De onderstaande stappen geven een kort overzicht van de optie waarmee u rechtstreeks kunt afdrukken. Zie de rest van dit hoofdstuk voor uitgebreidere instructies.
1
Plaats de mediakaart goed in de sleuf. Als de mediakaart in de juiste sleuf is
gestoken, wordt op het LCD-scherm het volgende weergegeven.
De melding dat de kaart in gebruik is, wordt 60 seconden lang weergegeven en verdwijnt dan. In dat geval kunt u toch nog naar de stand PhotoCapture gaan door op drukken.
C.Flash aktief Druk op de PhotoCapture...
PhotoCapture
te
2
Druk op Wanneer uw digitale camera DPOF-afdrukken ondersteunt,
raadpleeg DPOF-afdrukken op pagina 9-8.
3
Druk de index met de kleine afbeeldingen op de mediakaart af. Uw MFC geeft elke afbeelding een nummer.
Druk op op
Druk op (Raadpleeg
9-5.)
4
Druk voor het afdrukken van beelden op ▲ of ▼ om
Images
Voer het afbeeldingsnummer in en druk op Druk op (Raadpleeg
U kunt de instellingen voor het afdrukken van de afbeeldingen wijzigen, zoals het type papier, het papierformaat, het afdrukformaat en het aantal afdrukken. (Raadpleeg
PhotoCapture
of ▼ om
Print index
Menu/Instellen
Kleur Start
De index afdrukken (miniatuurbeelden)
te selecteren. Druk daarna op
Kleur Start
Afbeeldingen afdrukken
Afbeeldingen afdrukken op pagina 9-6
.
.
om het indexblad af te drukken.
om het afdrukken te starten.
te selecteren en druk daarna
op pagina
Print
Menu/Instellen
Menu/Instellen
op pagina 9-6.)
.)
.
.
PHOTOCAPTURE CENTER™ 9 - 4

De index afdrukken (miniatuurbeelden)

Het PhotoCapture Center™ geeft de beelden nummers (bijvoorbeeld nummer 1, nummer 2, nummer 3, enz.).
Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of computer werden gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt een pagina met miniatuurbeelden afdrukken (indexpagina met 6 of 5 beelden per regel). Hierop staan alle beelden van de mediakaart.
1
Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om Druk op
3
Druk op ▲ of ▼ om selecteren.
Druk op
PhotoCapture
Menu/Instellen
Menu/Instellen
Index Index
. (Raadpleeg pagina 9-3.)
Print index
.
6 Images/Regel
.
te selecteren.
of
5 Images/Regel
te
5 Images/Regel 6 Images/Regel
4
Druk op Het afdrukken van 5 beelden per regel neemt meer tijd in beslag
dan het afdrukken van 6 beelden per regel, maar de kwaliteit is beter. Om een afbeelding af te drukken, raadpleeg Afbeeldingen afdrukken op pagina 9-6.
9 - 5 PHOTOCAPTURE CENTER
Kleur Start
om het afdrukken te starten.
Loading...