Brother MFC-210C, MFC-410CN User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-210C MFC-410CN
Versie A
Als u de klantendienst moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-210C en MFC-410CN (Omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:*
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product.
©1996-2004 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II

EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE

Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Long Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
verklaart hierbij dat:
Omschrijving van het product : Faxapparaat
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-210C, MFC-410CN
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999 / 5 /EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd :
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 klasse B
EN55024:1998 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin het CE-keurmerk voor het eerst werd toegekend: 2004
Uitgegeven door: : Brother Industries, Ltd.
Datum : 25 februari 2004
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de MFC

Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnen in de MFC bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Controleer voordat u de MFC reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Om letsel te voorkomen moet u uw handen niet op de rand van de MFC onder het scannerdeksel plaatsen.
Pak de stekker nooit met natte handen vast. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan om letsel te voorkomen.
IV
Wanneer u de MFC verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand op iedere kant van het toestel te plaatsen, zoals weergegeven in de afbeelding. Draag de MFC NOOIT door het scannerdeksel vast te houden.
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandstekker nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om het apparaat volledig uit te schakelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Volg bij het gebruik van telefoonapparatuur belangrijke
waarschuwingen op om het risico van brand, een stroomstoot of lichamelijk letsel te verkleinen, zoals:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een elektrische storm. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product niet in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
V

Een geschikte plaats kiezen

Zet de MFC op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de MFC in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft.
Voorzichtig
Zet de MFC niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de MFC niet op het tapijt.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de MFC niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische tijdschakeling.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de MFC verloren gaan.
Sluit de MFC niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
VI

Beknopt overzicht

Faxen in zwart-wit verzenden

Automatisch verzenden Een fax verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
).
(
2
Het document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
4
Druk op De MFC begint de eerste
pagina te scannen.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
5
Druk op Druk op
om de taak te annuleren.
Meerdere pagina’s verzenden
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
2
Het document laden.
3
Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken, of gewoon de kiestoetsen gebruiken.
Mono Start
om te kiezen.
2 Stop/Eindigen
).
.
4
Druk op
Kleur Start
De MFC begint de eerste pagina te scannen.
Volgende Pagina?
1.Ja 2.Nee(kies)
5
Druk op 1.
6
Leg de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op De MFC begint te scannen.
(Herhaal stap 5 en 6 voor elke volgende pagina.)
7
Druk op 2 om te kiezen. Druk op
om de taak te annuleren.
Mono Start
.
of
Menu/Instellen
Stop/Eindigen

Nummers opslaan

Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op
2, 3, 1
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het snelkiesnummer in, en druk op
3
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
Menu/Instellen
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of laat deze ingang leeg) en druk op
5
Druk op
Menu/Instellen
.
Menu/Instellen
.
Menu/Instellen
Stop/Eindigen
.
.
,
.
.
VII

Nummers kiezen

Kopiëren

Snelkiezen
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
).
2
Het document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
daarna op tweecijferige snelkiesnummer in.
4
Druk op
Kleur Start
Zoeken
1
Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op
Fax
(
2
Het document laden.
3
Druk op
Zoeken/Snelkiezen
toets de eerste letter in van de naam die u zoekt.
4
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
5
Druk op
Kleur Start
#
en voer het
Mono Start
.
).
Mono Start
.
,
of
en
of
1
Druk op ( deze toets groen wordt.
2
Het document laden.
3
Druk op
Kleur Start
Kopie
Mono Start
.
) zodat
of
VIII

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze handleiding.......................................... 1-1
Informatie opzoeken...................................................1-1
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-2
De MFC in de energiebesparende stand zetten ......... 1-4
Energiebesparende stand .......................................... 1-5
Documenten laden ........................................................... 1-6
De glasplaat gebruiken............................................... 1-6
Over papier....................................................................... 1-7
Aanbevolen papiersoorten.......................................... 1-7
Speciaal papier gebruiken .......................................... 1-8
Type en formaat papier voor elke functie ............... 1-9
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier.......... 1-10
Papiercapaciteit van de uitvoerlade ..................... 1-10
Bedrukbaar gedeelte ............................................ 1-11
Papier, enveloppen en briefkaarten laden................ 1-12
Papier of ander materiaal plaatsen ...................... 1-12
Enveloppen plaatsen............................................1-14
Briefkaarten laden ................................................1-15
Over faxapparaten..........................................................1-16
Faxtonen en aansluitbevestiging.............................. 1-16
ECM-modus (foutencorrectie) .................................. 1-17
Aan de slag ...........................................................................2-1
Eerste instellingen ............................................................ 2-1
De datum en tijd instellen ...........................................2-1
Kiesmodus Toon of Puls instellen .............................. 2-1
Het stationsnummer instellen.....................................2-2
Het type telefoonlijn instellen...................................... 2-3
PBX en DOORVERBINDEN ..................................2-3
Algemene instellingen ......................................................2-4
De Mode Timer instellen.............................................2-4
Het type papier instellen.............................................2-4
Het papierformaat instellen.........................................2-5
Het belvolume instellen ..............................................2-5
Het volume van de waarschuwingstoon instellen....... 2-6
Het volume van de luidspreker instellen.....................2-6
Zomertijd inschakelen.................................................2-7
Het contrast van het LCD-scherm instellen................2-7
....... 1-1
IX
3
Het verzenden instellen .......................................................3-1
De faxstand inschakelen...................................................3-1
Nummers kiezen...............................................................3-1
Handmatig verzenden................................................. 3-1
Snelkiezen..................................................................3-2
Zoeken........................................................................3-2
Faxnummer opnieuw kiezen....................................... 3-2
Faxen versturen (zwart-wit en kleur) ................................3-3
Automatisch verzenden .............................................. 3-3
Een fax in kleur verzenden ......................................... 3-4
Handmatig verzenden................................................. 3-4
Basishandelingen bij het verzenden .................................3-5
Faxen met meer instellingen verzenden..................... 3-5
Contrast ......................................................................3-5
Faxresolutie................................................................3-6
Tweevoudige werking
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ..................... 3-7
Direct verzenden......................................................... 3-8
De status van taken controleren.................................3-9
Een fax annuleren ...................................................... 3-9
Een taak in de wachtrij annuleren...............................3-9
Geavanceerde verzendopties.........................................3-10
Groepsverzenden
(niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ...................3-10
Internationale modus ................................................3-11
Uitgesteld zenden (Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-12
Uitgesteld verzameld verzenden
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-13
Verzend Pollen instellen (standaard)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-13
Verzend Pollen instellen met beveiligingscode
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)
(alleen MFC-410CN) ............................................3-14
Verzendslot...............................................................3-15
Wachtwoord instellen ...........................................3-16
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen.....3-16
Verzendslot inschakelen.......................................3-16
Verzendslot uitschakelen......................................3-17
Documenten in formaat Letter verzenden via de
glasplaat ...............................................................3-17
X
4
De ontvangststand instellen ...............................................4-1
Basishandelingen bij het ontvangen.................................4-1
De ontvangststand kiezen..........................................4-1
De ontvangststand selecteren of wijzigen .............. 4-2
De belvertraging instellen ..........................................4-2
De F/T-beltijd instellen
(alleen in de stand Fax/Tel).................................... 4-3
Fax waarnemen..........................................................4-4
Een verkleinde afdruk van een inkomend
document maken (Automatische verkleining) ........ 4-5
Een fax uit het geheugen afdrukken
(alleen MFC-410CN)..............................................4-5
Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor
het ontvangen van kleurenfaxen)...........................4-6
Polling (alleen MFC-410CN)....................................... 4-7
Beveiligd Pollen......................................................4-7
Ontvang Pollen instellen (standaard) ..................... 4-7
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen ...... 4-8
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen.................... 4-8
Opeenvolgend Pollen ............................................. 4-9
5
6
Snelkiesnummers en kiesopties ........................................5-1
Nummers opslaan om snel te kiezen ...............................5-1
Snelkiesnummers opslaan .........................................5-1
Snelkiesnummers wijzigen.........................................5-2
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen
Kiesopties.........................................................................5-5
Toegangscodes en creditcardnummers ..................... 5-5
Pauze .........................................................................5-5
Toon of Puls ...............................................................5-6
Opties voor Uitgestelde Fax (alleen MFC-410CN)
(Niet beschikbaar voor kleurenfaxen)................................. 6-1
Fax Doorzenden instellen........................................... 6-1
Fax Opslaan instellen.................................................6-2
PC Fax Rx instellen....................................................6-2
Opties voor Uitgestelde Fax uitschakelen ..................6-3
De toegangscode instellen ......................................... 6-3
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 6-4
De toegangscode gebruiken....................................... 6-4
Opdrachten voor afstandsbediening........................... 6-5
Faxberichten opvragen ............................................... 6-6
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd .............................................6-6
........ 5-3
XI
7
Rapporten afdrukken ........................................................... 7-1
Faxinstellingen en -activiteiten.......................................... 7-1
Het verzendrapport aanpassen .................................. 7-1
De journaalperiode instellen .......................................7-2
Rapporten afdrukken..................................................7-3
Een rapport afdrukken ............................................ 7-3
8
9
Kopiëren ...............................................................................8-1
De MFC als een kopieerapparaat gebruiken ....................8-1
Kopieermodus instellen ..............................................8-1
Eén kopie maken........................................................8-2
Verscheidene kopieën maken .................................... 8-2
Kopiëren onderbreken ................................................8-2
De toetsen Kopie Opties gebruiken (Tijdelijke instellingen)
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen....................8-4
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ................. 8-5
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen
Het type papier instellen.........................................8-7
Papierformaat instellen...........................................8-8
Helderheid instellen................................................8-8
N in 1 kopieën of een poster maken
(Pagina Layout) (alleen MFC-410CN)................ 8-9
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen......8-12
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ...................8-12
Helderheid instellen..................................................8-12
Contrast instellen......................................................8-12
Kleurverzadiging instellen.........................................8-13
Wettelijke beperkingen ...................................................8-14
PhotoCapture Center™ .........................................................9-1
Inleiding ............................................................................9-1
Vereisten voor het PhotoCapture Center
Aan de slag.......................................................................9-3
De index afdrukken (miniatuurbeelden)............................9-5
Afbeeldingen afdrukken.................................................... 9-6
DPOF-afdrukken.........................................................9-8
De standaardinstellingen wijzigen .............................. 9-9
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen. ................. 9-9
Papiertype en -formaat instellen.............................9-9
Helderheid instellen..............................................9-10
Contrast instellen..................................................9-10
Kleurverbetering (alleen MFC-410CN) ................9-10
Trimmen ...............................................................9-12
Zonder Marges ..................................................... 9-12
.......8-3
.......8-6
.............9-2
XII
Uitleg bij de foutmeldingen ....................................... 9-13
PhotoCapture Center PhotoCapture Center
documenten.................................................................9-14
op uw PC gebruiken..................9-14
gebruiken voor het scannen van
10
11
Belangrijke informatie ....................................................... 10-1
Voor uw veiligheid .................................................... 10-1
LAN-verbinding (uitsluitend MFC-410CN)................10-1
Naleving van de International E
normen.................................................................10-1
Belangrijke veiligheidsinstructies .............................. 10-2
Handelsmerken ........................................................ 10-4
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 11-1
Problemen oplossen.......................................................11-1
Foutmeldingen.......................................................... 11-1
Papier vastgelopen in de machine ........................... 11-5
Papier is vastgelopen binnen de papierlade ........ 11-5
Papier is vastgelopen binnen in de MFC.............. 11-6
Als u problemen met de MFC hebt........................... 11-8
Uitwisselbaarheid ................................................... 11-13
De afdrukkwaliteit verbeteren.......................................11-14
De printkop reinigen ...............................................11-14
De afdrukkwaliteit controleren................................11-15
De uitlijning controleren..........................................11-17
Controleren hoeveel inkt er nog over is ........................ 11-18
De MFC inpakken en vervoeren.............................11-19
Routineonderhoud ........................................................ 11-22
De scanner reinigen ...............................................11-22
De geleiderol van de MFC reinigen........................11-23
De inktpatronen vervangen .................................... 11-24
NERGY STAR
®
A
Bijlage A .............................................................................. A-1
Geavanceerde ontvangsthandelingen..............................A-1
Werken met een tweede toestel .................................A-1
Uitsluitend voor de stand Fax/Tel...............................A-1
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand .........A-2
Een draadloze externe telefoon gebruiken.................A-2
De codes voor afstandsbediening wijzigen ................A-2
Een extern apparaat aansluiten op uw MFC ....................A-3
Een extern toestel aansluiten .....................................A-3
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten ...............................................................A-4
XIII
Volgorde van aansluiting....................................... A-4
Aansluitingen ......................................................... A-6
Een uitgaand bericht op een antwoordapparaat
opnemen............................................................ A-6
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)........................ A-7
Als u de MFC installeert om met een PBX te laten
werken............................................................... A-7
Speciale functies op uw telefoonlijn........................... A-7
B
V
S
Bijlage B ............................................................................... B-1
Programmeren op het scherm......................................... B-1
Menutabel .................................................................. B-1
Opslag in het geheugen ............................................ B-1
Navigatietoetsen.............................................................. B-2
Tekst invoeren ......................................................... B-11
Spaties invoeren.................................................. B-11
Corrigeren............................................................ B-11
Letters herhalen................................................... B-11
Speciale tekens en symbolen ............................. B-12
Verklarende woordenlijst ................................................... V-1
Specificaties ........................................................................ S-1
Omschrijving van het product .......................................... S-1
Algemeen......................................................................... S-1
Afdrukmedia..................................................................... S-2
Kopiëren .......................................................................... S-3
PhotoCapture Center....................................................... S-4
Fax................................................................................... S-5
Scanner ........................................................................... S-6
Printer.............................................................................. S-7
Interfaces......................................................................... S-7
Vereisten voor de computer............................................. S-8
Verbruiksartikelen............................................................ S-9
Netwerk (LAN) (alleen MFC-410CN)............................. S-10
Optionele Externe Draadloze Print-/Scanserver
(NC-2200w) ................................................................ S-11
12 13
14
XIV
Index .......................................................................................I-1
Overzichtskaart Voor Opvragen Vanaf Een Ander Toestel
(alleen MFC-410CN) ............................................................ O-1
1

Inleiding

Gebruik van deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Multifunctionele centrale (MFC) van Brother. Deze MFC is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de MFC.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke kenmerken of functies opzoeken in de index achterin deze handleiding.

De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op
het bedieningspaneel van de MFC.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de MFC wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die niet met de MFC kunnen worden uitgevoerd.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de MFC.
INLEIDING 1 - 1

Overzicht van het bedieningspaneel

Herkies/Pauze
1
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Telefoon/Intern
2
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt ook gebruikt om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
Inkt
3
Met deze toets kunt u de printkoppen reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
Kiestoetsen
4
Met deze toetsen kunt u telefoon­en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de MFC in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
Modus-toetsen:
5
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Voor het scannen van documenten.
Kopie Opties
6
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Fax Resolutie
7
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
8
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
Mono Start
.
1 - 2 INLEIDING
9
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur.
Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling op uw PC).
<
Met deze toets stopt u een bewerking of verlaat u het menu.
Navigatietoetsen:
A
Menu/Instellen
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot de menu's en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de MFC opslaan.
Met deze toets kunt u ook het volume van de luidspreker of het belvolume in de faxmodus instellen.
Kleur Start
Stop/Eindigen
Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u ook opgeslagen nummers kiezen door op # te drukken en vervolgens een tweecijferig nummer in te voeren.
Druk op deze toets om terug in de menuopties te bladeren.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
Liquid Crystal Display (LCD)
B
Op het LCD-scherm verschijnen boodschappen die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw MFC. De voorbeelden van het LCD-scherm in deze handleiding zijn voor modellen met displays met twee regels. Er kunnen kleine verschillen zijn tussen de getoonde voorbeelden en de modellen met displays met een regel.
Spaarstand
C
U kunt de MFC in de energiebesparende stand zetten.
INLEIDING 1 - 3

De MFC in de energiebesparende stand zetten

Wanneer de MFC inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de toets voor de energiebesparende stand te drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de MFC gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-5. De uitgestelde faxberichten die in de rij zijn gezet, worden nu verzonden (alleen MFC-410CN). U kunt faxen ook op een andere locatie opvragen als u zich niet in de buurt van uw MFC bevindt (alleen MFC-410CN). Voor andere bewerkingen moet de MFC weer worden geactiveerd.
De MFC in de energiebesparende stand zetten
Houd de toets voor de energiebesparende stand ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Het lampje van het LCD-scherm gaat uit.
De MFC uit de energiebesparende stand halen
Houd de toets voor de energiebesparende stand ingedrukt totdat op het LCD-scherm het volgende wordt weergegeven:
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven (faxmodus).
Afsluiten
Wachten a.u.b.
De MFC zal de printkop, zelfs als u de MFC hebt uitgeschakeld, toch nog af en toe reinigen om de afdrukkwaliteit te handhaven.
Als u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, is de MFC volledig uitgeschakeld.
U kunt de MFC uitzetten door de toets
Spaarstand
passen, zoals u op de volgende pagina ziet. In deze ‘UIT’-stand zijn geen bewerkingen met de MFC mogelijk. (Raadpleeg
Energiebesparende stand
op pagina 1-5.)
De externe telefoon is altijd beschikbaar.
1 - 4 INLEIDING
aan te

Energiebesparende stand

U kunt de toets
Spaarstand
standaardstand is
Faxontv:Aan
van de machine instellen. De
, zodat uw machine faxen of gesprekken kan ontvangen, zelfs als de machine in de energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat de machine geen faxberichten of telefoongesprekken ontvangt, moet u deze instelling op
Faxontv:Uit
zetten. (Raadpleeg
De MFC in de
energiebesparende stand zetten op pagina 1-4.)
1
Druk op
2
Druk op ▲ of ▼ om
3
Druk op
4
Druk op
Menu/Instellen, 1, 6
Uit
Menu/Instellen Stop/Eindigen
(of
.
Aan
.
. ) te selecteren.
(Voor MFC-410CN)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontv:Aan
(standaard)
Faxontv:Uit
Alleen Fax
Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxen ontvangen, Faxen waarnemen, Uitgestelde fax, Afstandsbediening, Externe toegang:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
De opties Uitgestelde fax en
Afstandsbediening moeten zijn ingesteld voordat u de MFC uitzet.
Uitgestelde fax, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Uitgestelde fax moet zijn ingesteld
voordat u de MFC uitzet.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de MFC.
(Voor MFC-210C)
AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen
Faxontv:Aan
(standaard)
Faxontv:Uit
Alleen Fax
Telefoon/Beantw.
Handmatig Fax/Telefoon*
Faxontvangst, Faxen waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
Fax waarnemen:
U kunt geen fax ontvangen met
Mono Start of Kleur Start.
*U kunt niet automatisch een fax
ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon.
Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de MFC.
INLEIDING 1 - 5

Documenten laden

De glasplaat gebruiken

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen of
en
om een document pagina voor pagina te faxen. Document
A4
-formaat (21,6 tot 29,7 cm) groot zijn.
tot
1
Til het documentdeksel op.
Leg documenten document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2
Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
3
Sluit het documentdeksel.
mogen
Als u een boek of een dik document wilt scannen, laat het documentdeksel dan nooit dichtvallen en druk niet op het deksel.
1 - 6 INLEIDING

Over papier

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de MFC gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend het aanbevolen papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier), transparanten en glanzend papier, moet u in het tabblad ‘Normaal’ van het printerstuurprogramma of in de instelling Type papier in het menu ( juiste type papier zijn geselecteerd.
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaats eerst het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade, en plaats dan het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat er papier vast komt te zitten.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het printen; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Menu/Instellen, 1, 2
) altijd het

Aanbevolen papiersoorten

Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren “3M Transparency Film” te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA
INLEIDING 1 - 7

Speciaal papier gebruiken

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en -kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden vermeden:
enveloppen en papier die beschadigd, gekruld of gekreukt zijn of een onregelmatige vorm hebben
2 mm of langer
2 mm of langer
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande enveloppen en types papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden gestapeld
enveloppen die zijn vervaardigd uit breedlopend papier
1 - 8 INLEIDING
Type en formaat papier voor elke functie
Fax Kopiëren PhotoCapture Printer
148 x 200 mm (5,8" x 7,9") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") Ja Ja Ja Ja
Legal 216 x 356 mm (8 1/2" x 14") Ja Ja - Ja
Executive 184 x 267 mm (7 1/4" x 10 1/2") - - - Ja
JIS B5 182 x 257 mm (7,2" x 10,1") - - - Ja
A5 148 x 210 mm (5,8" x 8,3") - Ja - Ja
A6 105 x 148 mm (4,1" x 5,8") - - - Ja
Foto L 89 x 127 mm (3 1/2" x 5") - - - Ja
Foto 2L 127 x 178 mm (5" x 7") - - Ja Ja
Indexkaart 127 x 203 mm (5" x 8") - - - Ja
Briefkaart 1 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") - - - Ja
Briefkaart 2
(Dubbel)
DL-envelop 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") - - - Ja
COM-10 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") - - - Ja
Monarch 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") - - - Ja
JE4-envelop 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") - - - Ja
A4 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") - Ja - Ja
Type papier Papierformaat Gebruik
Losse vellen Brief 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") Ja Ja Ja Ja
Kaarten Foto 102 x 152 mm (4" x 6") - Ja Ja Ja
Enveloppen C5-envelop 162 x 229 mm (6,4" x 9") - - - Ja
Transparanten Letter 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") - Ja - Ja
INLEIDING 1 - 9
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier
Type papier Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse vellen Normaal
Kaarten Fotopapier Maximaal 240 g/m
Enveloppen - Maximaal 0,52 mm
Transparanten - - 10
papier
Inkjetpapier 64 tot 200 g/m
Glanzend papier
Indexkaart Maximaal 120 g/m
Briefkaart Maximaal 200 g/m
64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb)
(17 tot 53 lb)
Maximaal 220 g/m (Max. 58 lb)
(Max. 64 lb)
(Max. 32 lb)
(Max. 53 lb)
2
2
2
2
2
2
0,08 tot 0,15 mm
(0,003" tot 0,006")
0,08 tot 0,25 mm
(0.003" tot 0,01")
Maximaal 0,25 mm
(Max. 0,01")
Maximaal 0,28 mm
(Max. 0,01")
Maximaal 0,15 mm
(Max. 0,006")
Maximaal 0,23 mm
(Max. 0,01")
(Max. 0,02")
100
20
20
20
30
30
10
*
* Max. 50 vellen voor papier van Legal-formaat (80 g/m2).
2
* Max. 100 vel van 80 g/m
.
Papiercapaciteit van de uitvoerlade
Uitvoerlade Maximaal 25 vel van 80 g/m2 (A4)
Om vlekken te voorkomen moeten transparanten of glanzend papier vel voor vel van de uitvoerlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerlade worden gestapeld.
1 - 10 INLEIDING
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbare gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen.
EnveloppenLosse vellen
34
1
34
1
2
niet-bedrukbaar gedeelte
1
Bovenkant
Losse vellen 3 mm
(0 mm)*
Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
,
1
2
Onderkant
3 mm (0 mm)*
3
Links
1
3 mm (0 mm)*
1
4
3 mm (0 mm)*
*1 Wanneer u de optie Zonder Marges op AAN zet. Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het
stuurprogramma van de printer. De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het
bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt.
2
Rechts
1
INLEIDING 1 - 11

Papier, enveloppen en briefkaarten laden

Papier of ander materiaal plaatsen
1
Trek de papierlade volledig uit de MFC en verwijder het deksel.
2
Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier.
Papiergeleider
3
Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit.
Uitvoerpapierlade
Papiersteunklep
Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
1 - 12 INLEIDING
4
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
5
Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximale papierhoogte komt.
Maximum papierhoogte
Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Zorg ervoor dat u het papier niet te ver erin duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
6
Zet de deksel van de lade er weer op en duw de papierlade stevig terug in de MFC.
INLEIDING 1 - 13
Enveloppen plaatsen
Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2.
Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
HET GEBRUIK VAN DE VOLGENDE ENVELOPPEN DIENT TE WORDEN VERMEDEN:
zakachtige enveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift)
enveloppen met sluithaken
enveloppen die geen scherpe vouw hebben
enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
Lijm
Enveloppen laden
1
Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Als er verscheidene enveloppen tegelijk naar binnen worden getrokken, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
Omslag met ronde hoeken
Dubbele
omslag
Driehoekige omslag
1 - 14 INLEIDING
Loading...
+ 154 hidden pages