Brother FAX-T98 User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
FAX-T98
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud
van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i
EG Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent Brother Industries Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Industries (Johor) Sdn. Bhd. No.6 Jalan Firma 1, Kawasan Perindustrian Tebrau, 81100 Johor Bahru, Johor Darul, Takzim, Maleisië
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Faxmachine
Type : Groep 3
Modelnaam : FAX-T98
voldoet aan de bepalingen van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG) en wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 Klasse B + A1:2000
EN55024:1998 EN61000-3-2:1995 + A14:2000 EN61000-3-3:1995
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2003
Uitgegeven door : Brother Industries Ltd.
Datum : 21 mei 2003
Plaats : Nagoya, Japan
ii

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de machine

Bewaar deze instructies zodat u ze later nog kunt naslaan.
WAARSCHUWING
Binnen in deze machine bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Zorg dat u de faxmachine hebt uitgezet en de stekker uit het stopcontact hebt gehaald alvorens deze te reinigen of vastgelopen papier te verwijderen.
Zorg dat u zich niet bezeert aan de scherpe randen van het metalen gedeelte dat hier staat afgebeeld.
Nadat de machine gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige van de machine zeer HEET. Wees voorzichtig.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Scherpe rand
iii
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Telefoonbedrading nooit tijdens onweer installeren. Een telefooncontact nooit op een natte plaats installeren.
Installeer apparatuur met een netsnoer altijd nabij een makkelijk toegankelijk stopcontact.
Als u een gaslek wilt rapporteren, gebruik dan nooit een telefoon in de buurt van dat gaslek.
Voorzichtig
Bliksem en spanningspieken kunnen dit product beschadigen! Wij raden u aan om op de elektrische voeding en op de telefoonlijn een apparaat te gebruiken dat beschermt tegen spanningspieken, of om de elektrische voeding en de telefoonlijn tijdens onweer uit te schakelen.
Gebruik dit product niet in de buurt van apparaten die water gebruiken, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
Het gebruik van telefoons (m.u.v. draadloze telefoons) tijdens onweer vermijden. Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
iv

Een geschikte plaats kiezen

Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 35°C blijft.
Voorzichtig
Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren gaan.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
v

Beknopt overzicht

Faxen verzenden

Automatisch verzenden
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer (maximaal 10 vel).
2
Kies het faxnummer.
3
Druk op
Fax Start/Kopie

Faxen ontvangen

Voor meer informatie betreffende het ontvangen van faxen, raadpleeg hoofdstuk 5 van de gebruikershandleiding.
Handmatige ontvangst
1
Neem de hoorn op.
2
Druk op als u faxtonen hoort (piepjes).
Als de functie Fax Waarnemen is geactiveerd, is het niet nodig om op
Start/Kopie
Wacht tot de machine het gesprek automatisch overneemt. (Raadpleeg
Waarnemen
3
Wanneer de LCD weergeeft, legt u de hoorn neer.
Fax Start/Kopie
Fax
te drukken.
Fax
op pagina 5-5.)
ONTVANG

Nummers opslaan

Nummers in de telefoonindex opslaan voor de index
1
Druk op
2
Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op
Menu/Set
3
.
Toets een naam in (maximaal 15 tekens) of laat deze ingang leeg, en druk op
4
Druk op of om het type nummer te selecteren en druk op
5
Druk op

Nummers kiezen

De index doorzoeken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
2
Druk op voer met de kiestoetsen de eerste letter in van de naam die u zoekt.
3
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
4
Druk op wanneer de gewenste naam op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Menu/Set, 6, 1
.
Menu/Set
.
Menu/Set
Stop
.
Zoeken/Wacht
Fax Start/Kopie
.
.
en
vi

Kopiëren

Een kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
2
Druk tweemaal op
Start/Kopie
Meerdere kopieën sorteren
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documentinvoer.
2
Druk op
3
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
4
Druk op
5
Druk op of om selecteren en druk vervolgens op
Fax Start/Kopie

Message Manager

De Message Manager activeren
1
Neem het uitgaande bericht op
BEANTW. BERICHT
(
2
Houd ingedrukt tot het lampje brandt.
Een uitgaand bericht opnemen
1
Druk op
2
Druk op om
BERICHT
vervolgens op
3
Druk op of om
BOODSCHAP OPN.
en druk vervolgens op
4
Pak de hoorn op en neem een bericht op.
5
Leg de hoorn weer neer.
Fax Start/Kopie
Menu/Set
Menu/Set, 8, 3
te selecteren, en druk
Fax
.
.
.
Menu/Set
weer te geven
SORT.
).
.
BEANTW.
.
Menu/Set
Voicemail afspelen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Gebruik (TERUG) om een bericht nogmaals af te spelen. Gebruik # (VOORUIT) om naar het volgende bericht te gaan.
3
Druk op

Een faxbericht afdrukken

1
.
te
.
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Nadat de voicemail is afgespeeld, druk op
Berichten wissen Voicemail bericht voor bericht
wissen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Druk op twee korte piepjes of tijdens het afspelen.
3
Druk op 1.
4
Druk op
Alle berichten tegelijk wissen
1
Druk op
2
Druk op of om
ALLE BER.?, WIS ALLE DOC.? BOODS.?
druk vervolgens op
Menu/Set
3
Druk op 1.
Stop
.
Wissen
Stop
.
Wissen
WIS ALLE
of
te selecteren en
.
1
.
na de
.
.
.
.
WIS
vii

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding ................................................................................1-1
Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1
Informatie opzoeken...................................................1-1
In deze handleiding gebruikte symbolen .................... 1-1
Naam en functie van onderdelen................................1-2
Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-T98 ..... 1-4
Omtrent faxmachines .......................................................1-7
Faxtonen en aansluitbevestiging ................................ 1-7
ECM-modus (foutencorrectie) ................................... 1-8
Aansluitingen....................................................................1-9
Een extern toestel aansluiten ..................................... 1-9
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten ............................................................. 1-10
Volgorde van aansluiting ...................................... 1-10
Aansluitingen........................................................1-11
Een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat
opnemen ..........................................................1-12
Aansluiting op meerdere lijnen (PABX) .................... 1-13
Als u machine installeert om met een PABX
te laten werken.................................................1-13
Speciale functies op uw telefoonlijn..........................1-13
Papier ....................................................................................2-1
Omtrent papier.................................................................. 2-1
Omgaan met speciaal papier...................................... 2-1
Papierspecificaties voor de papierlade................... 2-1
Papier plaatsen...........................................................2-2
Papier plaatsen ......................................................2-2
3
4
Programmeren op het scherm ............................................3-1
Gebruikersvriendelijk programmeren ............................... 3-1
Tabel met overzicht van functies................................3-1
Opslag in geheugen ................................................... 3-1
Navigatietoetsen...............................................................3-2
Voorbereidende installatie .................................................. 4-1
Aan de slag.......................................................................4-1
Toon of Puls kiesmodus instellen ............................... 4-1
De datum en tijd instellen ...........................................4-1
De stations-ID instellen...............................................4-2
Tekst invoeren........................................................4-3
viii
Spaties invoeren.....................................................4-3
Corrigeren...............................................................4-4
Letters herhalen......................................................4-4
Speciale tekens en symbolen.................................4-4
Het volume van de waarschuwingstoon instellen....... 4-5
Het volume van de luidspreker instellen.....................4-5
Het volume van de bel instellen..................................4-5
PABX en DOORVERBINDEN ....................................4-6
PABX instellen.......................................................4-6
Zomer-/wintertijd instellen...........................................4-7
De muziek instellen...........................................................4-8
Het belsignaal instellen...............................................4-8
De muziek voor de wachtstand instellen ....................4-8
5
De ontvangststand instellen ...............................................5-1
Basishandelingen bij het ontvangen ................................. 5-1
De ontvangststand kiezen .......................................... 5-1
De ontvangststand kiezen en wijzigen ...................5-2
De belvertraging instellen ..........................................5-3
De F/T-beltijd instellen
(alleen in de stand FAX/TEL) .................................5-3
Het uitgaande bericht voor de stand Fax/Tel opnemen
(F/T BERICHT).......................................................5-4
Fax Waarnemen.........................................................5-5
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken.....................................................................5-6
Ontvangst in het geheugen ........................................5-7
Een fax ontvangen aan het einde van een gesprek ...5-7
Geavanceerde ontvangstopties ........................................ 5-8
Werken met een tweede toestel ................................. 5-8
Alleen voor de stand FAX/TEL ...................................5-8
Een telefoontje vanaf een ander toestel
doorschakelen........................................................5-9
Een telefoontje naar de faxmachine
doorschakelen .................................................... 5-9
Codes voor afstandsbediening wijzigen ..................5-10
Codes voor afstandsbediening wijzigen ...............5-10
Pollen........................................................................5-11
Beveiligd Pollen....................................................5-11
Ontvang Polling instellen......................................5-11
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen ....5-12
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen......................5-12
Opeenvolgend Pollen ...............................................5-13
Telefoondiensten ............................................................ 5-14
ix
Nummer weergave................................................... 5-14
Voordelen van nummerweergave.............................5-14
Bij zakelijk gebruik ................................................ 5-14
Bij privé-gebruik.................................................... 5-14
Nummerweergave activeren.....................................5-15
Hoe werkt nummerweergave?..................................5-15
Het nummer van de beller wordt weergegeven
wanneer de telefoon overgaat.......................... 5-15
Het nummer van de beller wordt in het geheugen
van de machine opgeslagen ............................ 5-16
Een nummer in het geheugen selecteren om dit
terug te bellen.......................................................5-17
Tijdens het terugbellen bepaalde netwerkdiensten
activeren...........................................................5-18
Een met nummerweergave opgeslagen DDI-nummer
terugbellen........................................................ 5-19
Het in het geheugen opgeslagen nummer wissen
De lijst van nummers afdrukken ........................... 5-19
... 5-19
6
Het verzenden instellen ....................................................... 6-1
Nummers kiezen...............................................................6-1
Handmatig kiezen....................................................... 6-1
Zoeken........................................................................6-1
Faxen................................................................................6-2
Automatisch verzenden..............................................6-2
Handmatig verzenden ................................................ 6-3
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek ...6-4
Basishandelingen bij het verzenden................................. 6-5
Faxen met meerdere instellingen verzenden ............. 6-5
Contrast......................................................................6-5
Faxresolutie................................................................ 6-6
Verzenden met meerdere resoluties .......................... 6-6
Faxnummers automatisch of met de hand opnieuw
kiezen.....................................................................6-7
Een taak annuleren tijdens het scannen,
kiezen en verzenden van het document................. 6-8
Een taak in de wachtrij annuleren ..............................6-8
Geavanceerde verzendopties........................................... 6-9
Elektronisch voorblad .................................................6-9
Voorblad voor alleen de volgende fax .................. 6-10
Altijd een voorblad verzenden .............................. 6-11
Een afgedrukt voorblad gebruiken ....................... 6-11
Uw eigen opmerking opstellen .............................6-12
Internationale modus................................................ 6-13
x
Oproep reserveren....................................................6-14
Een voorbeeld van het terugbelbericht afdrukken
Uitgestelde fax..........................................................6-15
Verzend Pollen instellen (standaard)........................6-16
Verzend Pollen met beveiligingscode instellen.........6-17
Verzenden vanuit het geheugen............................... 6-18
De melding Geheugen vol ........................................ 6-19
Groepsverzenden .....................................................6-19
Een uitgestelde fax en pollingtaken onderbreken.....6-20
...6-15
7
8
Index instellen om snel te kiezen .......................................7-1
Nummers in de telefoonindex opslaan voor de index Nummers in de telefoonindex opslaan voor de index
Groepen opslaan.......................................................7-3
De nummers voor groepen wijzigen ...........................7-4
Als u een groepsnaam wijzigt................................. 7-4
Als u de nummers wist ...........................................7-4
Als u nummers aan een groep toevoegt................. 7-4
Kiesopties .........................................................................7-5
Handmatig kiezen.......................................................7-5
Kiezen met de hoorn op de haak................................7-5
Zoeken........................................................................7-6
De telefoon via de luidspreker aannemen ..................7-6
Mute............................................................................7-6
Pauze .........................................................................7-7
Telefoonnummers opnieuw kiezen ............................. 7-7
Faxnummers opnieuw kiezen..................................... 7-7
Message Manager ................................................................8-1
Message Manager ............................................................ 8-1
De Message Manager instellen ..................................8-1
Instellingen voor het flexibele geheugen
(berichten opslaan)................................................. 8-2
Het opslaan van berichten instellen........................8-3
Een uitgaand bericht voor de Message Manager
opnemen (BEANTW. BERICHT) ............................ 8-4
Het uitgaande bericht beluisteren...........................8-5
Het uitgaande bericht wissen .................................8-5
De Message Manager activeren................................. 8-6
Berichtenindicator.......................................................8-6
Wat gebeurt er als het geheugen vol is… ..............8-7
Voicemail afspelen......................................................8-7
Een faxbericht afdrukken............................................8-8
Reserveafdruk ............................................................8-8
...7-1 ...7-2
xi
Berichten wissen ........................................................8-9
Voicemail bericht voor bericht wissen ....................8-9
Alle berichten tegelijk wissen .................................8-9
De maximale lengte van voicemail instellen............. 8-10
Toll Saver (bespaarstand voor telefoonkosten)
instellen ................................................................8-10
Luidspreker voor voicemail (IGB MON.)...................8-11
Een gesprek opnemen .............................................8-11
Fax doorzenden/pager ................................................... 8-12
Een nummer programmeren waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd ...........................................8-12
Een uitgaand pagerbericht opnemen ...................... 8-13
Het pagernummer programmeren............................8-13
Opvragen vanaf een ander toestel ................................. 8-14
De toegangscode gebruiken..................................... 8-14
De toegangscode wijzigen........................................ 8-15
Afstandsbedieningsopdrachten ................................ 8-16
De geheugenstatuslijst opvragen ............................. 8-18
Faxberichten opvragen .............................................8-19
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd ........................................................ 8-20
9
10
11
12
Rapporten afdrukken ........................................................... 9-1
Rapporten afdrukken........................................................ 9-1
Rapporten instellen........................................................... 9-1
Een rapport afdrukken................................................9-1
Het verzendrapport aanpassen .................................. 9-2
Het interval voor het journaal instellen .......................9-3
Kopiëren ............................................................................. 10-1
De faxmachine als een copier gebruiken ....................... 10-1
Kopieerhandelingen........................................................ 10-1
Eén kopie maken......................................................10-2
Kopieeropties: één kopie, meerdere kopieën,
sorteren/stapelen, vergroten/verkleinen ............... 10-2
Belangrijke informatie ....................................................... 11-1
Belangrijke veiligheidsinstructies.................................... 11-1
Handelsmerken .............................................................. 11-4
Problemen oplossen en routineonderhoud .................... 12-1
Problemen oplossen....................................................... 12-1
Foutmeldingen.......................................................... 12-1
Papier vastgelopen in de machine ........................... 12-3
xii
Document vastgelopen......................................... 12-3
Vastgelopen papier...............................................12-4
Als u problemen met de faxmachine hebt ................12-6
De afdrukkwaliteit verbeteren.........................................12-8
De printkop reinigen .............................................12-8
Routineonderhoud ........................................................12-10
De scanner reinigen................................................ 12-10
Het lint vervangen...................................................12-11
De machine inpakken en vervoeren.............................12-15
V
S
13 14
Verklarende woordenlijst ................................................... V-1
Specificaties ........................................................................ S-1
Algemeen......................................................................... S-1
Kopiëren .......................................................................... S-1
Fax .................................................................................. S-2
Index .......................................................................................I-1
Lijst van toebehoren.............................................................L-1
xiii
1

Inleiding

Gebruik van deze handleiding

Dank u voor de aanschaf van een faxmachine van Brother. Deze machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop prompts verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat.

Informatie opzoeken

De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. Informatie over specifieke kenmerken of functies kan worden opgezocht in de index achter in deze handleiding.

In deze handleiding gebruikte symbolen

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Vet Vet gedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de machine.
Cursief
Courier New
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u zich verwondt.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Dit symbool waarschuwt u voor niet-compatibele apparaten of voor bewerkingen die met deze machine niet kunnen worden uitgevoerd.
Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de faxmachine.
INLEIDING 1 - 1

Naam en functie van onderdelen

Vooraanzicht
3 Papiersteun
1 Telefoonhoorn
2 Gekruld snoer
van hoorn
4 Papierlade
5 Papiergeleiders
6 Bedieningspaneel
7 Klep open hendel
Nr. Naam Omschrijving 1 Telefoonhoorn Gebruik deze om naar mensen te luisteren of
met hen te spreken.
2 Gekruld snoer van hoorn Hiermee worden de machine en de hoorn op
elkaar aangesloten.
3 Papiersteun Steunt het opnamepapier. 4 Papierlade Hier plaatst u papier. 5 Papiergeleiders Druk deze in en stel ze af op de breedte van het
document.
6 Bedieningspaneel Gebruik de toetsen en het scherm voor het
beheren van de faxmachine.
7 Klep open hendel Om bovenklep te openen, til deze.
1 - 2 INLEIDING
Achteraanzicht
8 Ingang voor telefoonsnoer
Nr. Naam Omschrijving 8 Ingang voor
telefoonsnoer
9 Ingang voor extern
telefoonsnoer
Sluit de modulaire stekker van het telefoonsnoer hier aan.
Sluit de modulaire stekker van de externe telefoon hier aan.
9 Ingang voor extern telefoonsnoer
INLEIDING 1 - 3

Overzicht van het bedieningspaneel van de FAX-T98

1
2
3
4 65 7
LCD (Liquid Crystal Display)
1
Hier worden meldingen weergegeven die u helpen bij het instellen en bedienen van de machine.
Stop
2
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of de programmeermodus afgesloten.
Navigatietoetsen:
3
Menu/Set
Hiermee krijgt u toegang tot het menu en de programmeerstand en kunt u instellingen in de machine opslaan.
Resolutie
Hiermee stelt u de resolutie voor het faxen of kopiëren in.
Zoeken/Wacht
Hiermee kunt u nummers zoeken die opgeslagen werden in de telefoonindex.
Volume
Om het volume van de bel of de luidspreker aan te passen.
Ontvangst Stand
Met deze toets kunt u selecteren hoe de machine op inkomende telefoontjes reageert.
98
BEANTWOORDER
4
Hiermee activeert u het berichtencentrum Message Manager. Geeft tevens aan of er voicemail of berichten in het geheugen zitten.
Afspelen/Opnemen
5
Voor het beluisteren van voicemail en het afdrukken van faxen die in het geheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens telefoongesprekken opnemen.
Wissen
6
Hiermee kunt u voicemail, faxberichten of alle berichten wissen.
Microfoon
7
Deze registreert uw stemgeluid op wanneer u via de luidspreker met iemand spreekt.
Kiestoetsen
8
Hiermee worden telefoon- en faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt voor het invoeren van gegevens.
12
11
10
1 - 4 INLEIDING
Fax Start/Kopie
9
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
Met een document in de automatische documentinvoer: maakt een kopie.
Herkies/Pauze
:
Hiermee wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen. Wordt ook gebruikt voor het invoegen van een pauze in nummers die automatisch worden gekozen.
Luidspreker
A
Hiermee kunt u zonder de hoorn op te nemen met iemand spreken of fax- en telefoonnummers kiezen.
Intern
B
Deze toets wordt gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste op te roepen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
INLEIDING 1 - 5
13
LCD-indicatoren
14
16
15 17
18
Donorrol
C
Geeft de status van het resterende lint aan. Raadpleeg Routineonderhoud op pagina 12-10.
Geheugen
D
Geeft de geheugenstatus aan.
Het resterende geheugen is
:
100%-50%.
Het resterende geheugen is
:
49%-25%.
: Het resterende geheugen is
24%-5%.
: Het resterende geheugen is
4%-0%. Als knippert en het scherm
GEHEUGEN VOL
geen activiteit starten die geheugen vergt. Wis de inkomende voicemail of faxberichten die in het geheugen opgeslagen werden om bijkomend geheugen beschikbaar te maken. Raadpleeg pagina 8-9.
weergeeft, kunt u
Berichten wissen
op
Fax Status
E
Geeft aan dat de verzending of ontvangst van de fax succesvol was. Dit teken verdwijnt als u op een toets drukt.
Fax Status
F
Geeft aan dat de verzending of ontvangst van de fax niet succesvol was. Dit teken verdwijnt als u op een toets drukt.
G
H
(Bericht in Geheugen)
Geeft u het aantal faxberichten aan (tot 99 berichten) die in het geheugen opgeslagen zijn.
(Bericht in Geheugen)
Geeft u het aantal voicemailberichten aan (tot 99 berichten) die in het Digitale Antwoordapparaat opgeslagen zijn.
1 - 6 INLEIDING

Omtrent faxmachines

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw apparaat (de zgn. CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op
Start/Kopie
kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. Wanneer u deze tonen op uw telefoonlijn hoort, betekent dit dat er een fax binnenkomt.
Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een faxmachine die een fax ontvangt laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, waarna op het LCD-scherm de melding
Als de faxmachine in de stand telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere persoon ophangt, blijft uw machine gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden en blijft de melding faxontvangststand af te sluiten.
De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet ten minste 2 tot 4 seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De aansluitbevestigingstonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de machine die de oproep ontvangt, deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het
ONTVANG
ONTVANG
op het LCD-scherm staan. Druk op
wordt weergegeven.
ALLEEN FAX
staat, wordt elk
Fax
Stop
om deze
Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord. Besteed bijzondere aandacht aan de instructies voor het aansluiten van een antwoordapparaat elders in dit hoofdstuk. (Raadpleeg Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten op pagina 1-10.)
INLEIDING 1 - 7

ECM-modus (foutencorrectie)

In deze modus controleert de machine de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd en ingeval van ruis op de lijn gecorrigeerd.
Deze functie werkt alleen als de machine is voorzien van voldoende geheugen.
1 - 8 INLEIDING

Aansluitingen

Een extern toestel aansluiten

Uw toestel is uitgerust met een hoorn die u als een gewone telefoon kunt gebruiken. U kunt echter ook een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder aangegeven.
.
Tweede toestel
Extern toestel
Wanneer dit externe toestel (of antwoordapparaat) in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding weergegeven. Als de hoorn wordt opgenomen, klinkt er een alarmsignaal.
Neem de hoorn op en druk op
Luidspreker
externe toestel over te zetten naar de fax.
EXT.TEL IN GEBR.
om het gesprek van het
INLEIDING 1 - 9

Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten

Volgorde van aansluiting
U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en "luistert" de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet elk gesprek binnen vier keer bellen beantwoorden (u wordt echter aangeraden om het apparaat in te stellen op twee keer overgaan). De machine kan de faxtonen pas opvangen als het antwoordapparaat het gesprek heeft beantwoord, en met vier keer bellen blijven er slechts 8 tot 10 seconden over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de instelling voor "toll-saver" (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken wanneer het meer dan vijf keer overgaat.
Als niet al uw faxen worden ontvangen, dient u uw antwoordapparaat zodanig in te stellen, dat het de telefoon sneller aanneemt.
1 - 10 INLEIDING
U mag een antwoordapparaat niet op een andere plaats op dezelfde lijn aansluiten.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
Aansluitingen
Het antwoordapparaat moet zoals hierboven aangegeven worden aangesloten.
1
Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing.)
2
Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op.
3
Activeer het antwoordapparaat.
4
Stel de ontvangststand in op (Raadpleeg
De ontvangststand kiezen
ANT:BER.CENTR.
op pagina 5-1.)
INLEIDING 1 - 11
Een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat opnemen
Timing is van essentieel belang wanneer u een uitgaand bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
1
Neem eerst vijf seconden stilte op. (Dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
2
U wordt aangeraden het bericht tot maximaal 20 seconden te beperken.
3
U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de faxontvangstcode te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
“Spreek een bericht in na de toon, of druk op 51 en Start.”
Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht eerst een stilte van ongeveer 5 seconden op te nemen, omdat de machine geen faxtonen kan horen over een resonerende of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als de machine problemen heeft met het ontvangen van faxberichten, dient u het bericht opnieuw op te nemen en deze stilte in te lassen.
1 - 12 INLEIDING

Aansluiting op meerdere lijnen (PABX)

De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem (PBX). Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de machine aan te sluiten op een PABX-systeem (Private Automatic Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de machine voor u aan te sluiten. Het wordt aangeraden de machine op een aparte lijn aan te sluiten. De machine kan dan continu in de ontvangststand (ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Moet de machine worden aangesloten op een systeem met meerdere lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd telkens wanneer er een telefoongesprek wordt ontvangen.
Net als bij alle andere faxapparaten, dient ook deze machine te worden aangesloten op een tweedraads systeem. Als uw lijn meer dan twee draden heeft, kan de machine niet naar behoren worden aangesloten.
Als u machine installeert om met een PABX te laten werken
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PABX's zal kunnen werken. Bij problemen dient u zich in eerste instantie te wenden tot het bedrijf dat uw PABX verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, is het raadzaam de stand voor beantwoorden op
HANDMATIG
dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
in te stellen. Alle inkomende telefoontjes worden

Speciale functies op uw telefoonlijn

Als u functies zoals Voicemail, Wisselgesprek, Nummerweergave, een antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie op dezelfde lijn als deze machine gebruikt, kan dit problemen veroorzaken met de werking van de machine. (Raadpleeg
functies op een enkele telefoonlijn op pagina 12-7.)
Speciale
INLEIDING 1 - 13
2

Papier

Omtrent papier

Omgaan met speciaal papier

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Zorg dat het papier plat ligt en houd het uit de buurt van vochtigheid, direct zonlicht en warmte.
Papierspecificaties voor de papierlade
Formaat: A4 Gewicht: 64 tot 90 g/m Dikte: 0,08 tot 0,10 mm Capaciteit: max. 30 vellen
De faxmachine kan een beeld van maximaal 208 mm breed scannen, ongeacht de breedte van het papier.
Het gebruik van de volgende soorten papier dient te worden vermeden:
Hoogglanzend papier, of papier met een speciale structuur
Reeds door een printer bedrukt papier
Papier dat niet netjes gestapeld kan worden
Kortlopend papier
2
2 - 1 PAPIER

Papier plaatsen

Papier plaatsen
1
Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Zorg dat het papier in een nette stapel ligt.
2
Plaats het papier voorzichtig in de invoer. moet volgen om te voorkomen dat de machine wordt beschadigd.
Te bedrukken
zijde
Papier
PAPIER 2 - 2
Loading...
+ 120 hidden pages