Brother FAX-T106, FAX-T104 User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING

FAX-T104 Series FAX-T106 Series
Als u de Klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige
referentie: Modelnummer: FAX-T104, FAX-T106
Serienummer:*
Aankoopplaats:
* Het serienummer staat op de achterkant van het toestel.
Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product.
©1996-2004 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en Publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijz igen. Brothe r is niet verantwoordeli jk voor enig e schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II
EG Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent Brother Industries, Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek Brother Industries Technology (M) Sdn Bhd Factory 2 No.6 Jalan Firma 1, Kawasan Perindustrian Tebrau, 81100 Johor Bahru, Johor Darul, Takzim, Maleisië
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Faxmachine
Type : Groep 3
Modelnaam : FAX-T102, FAX-T104, FAX-T106
voldoet aan de bepalingen van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG) en wij verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
Toegepaste geharmoniseerde standaarden:
Veiligheid : EN60950:2000
EMC : EN55022:1998 + A1:2000 + A2:2003 Klasse B
EN55024:1998 + A1:2001
EN61000-3-2:2001
EN61000-3-3:1995 + A1:2001
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2004
Uitgegeven door : Brother Industries Ltd.
Datum : 23/7/2004
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

Veilig gebruik van de faxmachine

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
WAARSCHUWING
Binnenin de faxmachine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de faxmachine reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Wanneer u de faxmachine pas hebt gebruikt, zijn sommige interne onderdelen erg HEET! Wees a.u.b. voorzichtig.
WAARSCHUWING
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig
te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Een telefoonstekker nooit op een vochtige plaats installeren.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar
stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
IV
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen.
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Vermijd het gebruik van dit product (met uitzondering van draadloze telefoons) tijdens onweer. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
4. Gebruik alleen het netsnoer dat bij de faxmachine wordt geleverd.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN

Een geschikte plaats kiezen

Zet de faxmachine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de faxmachine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C-35°C blijft.
Voorzichtig
Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en
weer lopen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen,
airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de faxmachine niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Sluit de faxmachine niet aan op een stopcontact dat is voorzien
van een wandschakelaar of een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het
geheugen van de faxmachine verloren gaan.
Sluit de faxmachine niet aan op een stopcontact dat op
dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kunnen verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals
luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
V
VI

Beknopt overzicht

Faxen verzenden
Automatisch verzenden
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF (max. 10 pagina's).
2
Toets het gewenste faxnummer in.
3
Druk op Fax Start.
Faxen ontvangen
Ontvangstmodus selecteren
1
Op FAX-T104, drukt u op Ontvangst Stand om
ALLEEN FAX, FAX/TEL, ANT:ANTWOORDAPP. of HANDMATIG te selecteren.
Op FAX-T106, drukt u op
Ontvangst Stand
ALLEEN FAX, FAX/TEL HANDMATIG
Druk op om ANT:BER.CENTR. te selecteren.
Als u FAX/TEL selecteert, dient u de Belvertraging en de F/T-beltijd in te stellen. (Raadpleeg De Belvertraging instellen op pagina 5-2 en De
F/T-Beltijd instellen (alleen in de stand FAX/TEL) op pagina 5-3.)
Nummers opslaan
Eéntoetsnummers opslaan
1
Druk op Menu/Set, 6, 1.
2
Druk op een Eéntoetsnummer waaronder u een nummer wilt opslaan.
3
Toets een nummer in (max. 20 tekens) en druk vervolgens op Menu/Set.
4
Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of laat deze ingang leeg) en druk op Menu/Set.
om
, of
te selecteren.
5
Druk op of om het soort nummer te selecteren en druk op Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op Menu/Set, 6, 2.
2
Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het Snelkiesnummer in (00-99), en druk vervolgens op Menu/Set.
3
Toets een nummer in (max. 20 tekens) en druk vervolgens op Menu/Set.
4
Toets een naam in (max. 15 tekens) of laat deze ingang leeg, en druk vervolgens op Menu/Set.
5
Druk op of ▼ om het soort nummer te selecteren en druk op Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen
Eéntoetsnummer kiezen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
2
Druk op het Eéntoetsnummer dat u wilt bellen.
3
Druk op Fax Start.
Snelkiezen
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
2
Druk op
Zoeken/wacht
en vervolgens op tweecijferige Snelkiesnummer
3
Druk op Fax Start.
#
en het
.
,
VII
Zoeken gebruiken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
2
Druk op Zoeken/wacht en voer met de kiestoetsen de eerste letter in van de naam die u zoekt.
3
Druk op of om in het geheugen te zoeken.
4
Druk op Fax Start, wanneer op het LCD-scherm de naam die u wilt bellen wordt weergegeven.
Kopiëren
Eén kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
2
Druk twee keer op
Kopie/Rapport.
Meerdere kopieën sorteren
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF.
2
Druk op Kopie/Rapport.
3
Toets in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99).
4
Druk op Menu/Set.
5
Druk op of ▼ om SORT. te selecteren, en druk vervolgens op
Kopie/Rapport.
Uitgaand Bericht opnemen
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
2
Druk op of om BEANTW. BERICHT te selecteren, en druk vervolgens op Menu/Set.
3
Druk op of om naar BOODSCHAP OPN. te gaan, en druk vervolgens op Menu/Set.
4
Neem de hoorn op om een bericht op te nemen.
5
Leg de hoorn weer op de haak.
Voicemail afspelen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Gebruik (TERUG) om een bericht te herhalen.
Gebruik (VOORUIT) om een bericht over te slaan.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Een Faxbericht afdrukken
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Druk na het afspelen van de voicemail op 1.
Berichten wissen
Voicemail één voor één wissen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Druk op Wissen na de twee korte waarschuwingstonen.
3
Druk op 1.
4
Druk op Stop/Eindigen.
.
.
.
Message Manager (alleen FAX-T106)
De Message Manager
1
Uitgaand Bericht opnemen (BEANTW. BERICHT).
2
Houd ingedrukt, totdat deze oplicht.
VIII
Alle berichten tegelijk wissen
1
Druk op Wissen.
2
Druk op of om
WIS ALLE BER.?, WIS ALLE DOC.?, WIS ALLE BOODS.? te
selecteren, en druk vervolgens op Menu/Set.
3
Druk op 1.
4
Druk op Stop/Eindigen.

Inhoudsopgave

1
Inleiding ..................................................................1-1
Gebruik van deze Handleiding........................................ 1-1
Informatie opzoeken .................................................. 1-1
De symbolen die in deze handleiding worden
gebruikt ................................................................... 1-1
Namen onderdelen .................................................... 1-2
FAX-T104 overzicht van bedieningspaneel .................... 1-3
FAX-T106 overzicht van bedieningspaneel .................... 1-5
Over faxmachines ........................................................... 1-7
Faxtonen en aansluitbevestiging ............................... 1-7
ECM-Modus (Foutencorrectie) .................................. 1-7
Aansluitingen .................................................................. 1-8
Een extern toestel aansluiten .................................... 1-8
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.)
aansluiten................................................................ 1-8
Aansluiting op meerdere Lijnen (PABX) .................. 1-10
Speciale functies op uw telefoonlijn......................... 1-10
2
Papier .....................................................................2-1
Over papier ..................................................................... 2-1
Omgaan met normaal papier ..................................... 2-1
Papier laden............................................................... 2-2
3
Programmeren op het Scherm .............................3-1
Gebruikersvriendelijk programmeren.............................. 3-1
Menutabel .................................................................. 3-1
Opslag in Geheugen.................................................. 3-1
Navigatietoetsen ............................................................. 3-2
4
Eerste Instellingen ................................................4-1
Aan de slag ..................................................................... 4-1
De Datum en Tijd instellen......................................... 4-1
Automatisch Zomer-/Wintertijd inschakelen .............. 4-1
De Stations-ID instellen ............................................. 4-2
Het Volume van de Waarschuwingstoon instellen..... 4-4
Het Volume van de Luidspreker instellen .................. 4-4
Het Belvolume instellen ............................................. 4-5
Het Type Telefoonlijn instellen................................... 4-5
Kiesmodus Toon of Puls instellen.............................. 4-5
De Muziek instellen (alleen FAX-T106) .......................... 4-6
Het Belpatroon instellen ............................................ 4-6
De Muziek voor de Wachtstand instellen................... 4-6
5
De Ontvangststand instellen ................................5-1
Basishandelingen bij het ontvangen ............................... 5-1
De Ontvangstmodus kiezen....................................... 5-1
De Belvertraging instellen ......................................... 5-2
IX
De F/T-Beltijd instellen
(alleen in de stand FAX/TEL) .................................. 5-3
Fax/Tel Uitgaand Bericht Opnemen
(F/T BERICHT) (alleen FAX-T106) ......................... 5-3
Fax Waarnemen ........................................................ 5-4
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken (Automatische Verkleining) ......................... 5-4
Ontvangen in het geheugen ...................................... 5-5
Een fax ontvangen aan het einde van een
gesprek ................................................................... 5-5
Geavanceerde ontvangsthandelingen ............................ 5-6
Werken met een tweede toestel ................................ 5-6
Alleen voor de stand FAX/TEL .................................. 5-6
Een Telefoontje doorschakelen vanaf een
ander Toestel .......................................................... 5-6
De codes voor afstandsbediening wijzigen ............... 5-7
Een fax uit het geheugen afdrukken
(alleen FAX-T104)................................................... 5-8
Pollen......................................................................... 5-8
Opeenvolgend Pollen ................................................ 5-9
Telefoondiensten .......................................................... 5-10
Nummerweergave ................................................... 5-10
Voordelen van Nummerweergave ........................... 5-10
Nummerweergave Activeren ................................... 5-10
Hoe werkt Nummerweergave? ................................ 5-11
Een Nummer in het Geheugen selecteren om dit
terug te bellen ....................................................... 5-12
6
Het Verzenden instellen ........................................6-1
Nummers kiezen ............................................................. 6-1
Handmatig kiezen ...................................................... 6-1
Eéntoetsnummers gebruiken..................................... 6-1
Snel-kiezen ................................................................ 6-1
Zoeken....................................................................... 6-1
Faxnummer opnieuw kiezen...................................... 6-2
Faxen.............................................................................. 6-2
Automatisch verzenden ............................................. 6-2
Handmatig verzenden................................................ 6-3
Een fax verzenden aan het einde van een
gesprek ................................................................... 6-3
Basishandelingen bij het verzenden ............................... 6-3
Faxen met meerdere instellingen verzenden............. 6-3
Contrast ..................................................................... 6-4
Faxresolutie ............................................................... 6-4
Verzenden met meerdere Resoluties ........................ 6-5
Een fax wanneer actief annuleren ............................. 6-5
Een taak in de wachtrij annuleren.............................. 6-5
Geavanceerde verzendopties ......................................... 6-6
Het elektronische Voorblad samenstellen ................. 6-6
Groepsverzenden ...................................................... 6-8
Internationale Modus ................................................. 6-8
Oproep Reserveren ................................................... 6-9
Uitgestelde Fax........................................................ 6-10
X
Verzend Pollen instellen (Standaard) ...................... 6-11
Verzend Pollen met Beveiligingscode instellen ....... 6-11
Beveiligd Pollen ....................................................... 6-12
Verzenden vanuit het Geheugen ............................. 6-12
De melding Geheugen vol ....................................... 6-13
Een Uitgestelde Fax en Pollingtaken
onderbreken.......................................................... 6-13
Verzendslot-systeem ............................................... 6-13
7
Snelkiesnummers en kiesopties ..........................7-1
Nummers opslaan om snel te kiezen.............................. 7-1
Eéntoetsnummers opslaan ........................................ 7-1
Snelkiesnummers opslaan......................................... 7-2
Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers wijzigen ..... 7-2
Groepen voor het Groepsverzenden instellen ........... 7-3
Kiesopties ....................................................................... 7-4
Handmatig kiezen ...................................................... 7-4
Kiezen met de Hoorn op de Haak.............................. 7-4
Eéntoetskiezen .......................................................... 7-5
Snelkiezen ................................................................. 7-5
Zoeken....................................................................... 7-6
Pauze......................................................................... 7-6
Mute........................................................................... 7-6
De Telefoon aannemen via de Luidspreker
(alleen FAX-T106)................................................... 7-6
Opnieuw kiezen (Telefoon)........................................ 7-7
Opnieuw kiezen (Fax)................................................ 7-7
Toon of Puls............................................................... 7-7
8
Opties voor Afstandsbediening
(alleen FAX-T104)
Fax Doorzenden ............................................................. 8-1
Fax Doorzenden instellen.......................................... 8-1
Fax Opslaan instellen ..................................................... 8-2
Opties voor Faxen op Afstand uitschakelen .............. 8-2
De toegangscode instellen ............................................. 8-2
Afstandsbediening .......................................................... 8-3
Gebruik van de toegangscode ................................... 8-3
Opdrachten op Afstand.............................................. 8-4
Faxberichten opvragen .............................................. 8-5
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd ........................................................... 8-5
9
Message Manager
De Message Manager .................................................... 9-1
Message Manager instellen....................................... 9-1
Opslaan Voicemail instellen....................................... 9-1
Fax Doorzenden/Fax Opslaan instellen..................... 9-2
Het Uitgaande Bericht voor Message Manager
opnemen (BEANTW. BERICHT) ............................ 9-3
De Stand Message Manager activeren ..................... 9-4
Berichtenindicator ...................................................... 9-4
Voicemail afspelen..................................................... 9-5
......................................................8-1
(alleen FAX-T106)
......................9-1
XI
Een Faxbericht afdrukken.......................................... 9-5
Optie Reserveafdruk maken...................................... 9-5
Berichten wissen........................................................ 9-6
De maximale lengte van voicemail instellen .............. 9-6
Bespaarstand instellen .............................................. 9-7
Luidspreker voor Voicemail ...................................... 9-7
Een Gesprek opnemen.............................................. 9-7
Afstandsbediening .......................................................... 9-8
De Toegangscode voor Afstandsbediening
gebruiken ................................................................ 9-8
De Toegangscode instellen ....................................... 9-8
Opdrachten op Afstand.............................................. 9-9
Lijst Geheugenstatus opvragen ............................... 9-10
Faxberichten opvragen ............................................ 9-10
Het Nummer voor Fax Doorzenden wijzigen ........... 9-11
10
Rapporten afdrukken ..........................................10-1
FAX instellingen en activiteiten..................................... 10-1
Het Verzendrapport aanpassen ............................... 10-1
De Journaalperiode instellen ................................... 10-1
Rapporten afdrukken ............................................... 10-2
Een rapport afdrukken ............................................. 10-2
11
Kopiëren ...............................................................11-1
De faxmachine als een kopieerapparaat gebruiken ..... 11-1
Kopieerfuncties ............................................................. 11-1
Eén kopie maken ..................................................... 11-1
Kopieeropties: Eén of Meerdere kopieën,
Sorteren/Stapelen, Vergroten/Verkleinen ............. 11-2
12
Belangrijke informatie.........................................12-1
Belangrijke veiligheidsinstructies .................................. 12-1
Handelsmerken............................................................. 12-2
Verzending van de faxmachine .................................... 12-2
13
Problemen oplossen en routineonderhoud......13-1
Problemen oplossen..................................................... 13-1
Foutmeldingen ......................................................... 13-1
Compatibiliteit .......................................................... 13-4
Document of Papier vastgelopen in de Machine ..... 13-4
Als u problemen met de faxmachine hebt ............... 13-6
Routineonderhoud ........................................................ 13-8
De printkop reinigen................................................. 13-8
De scanner reinigen................................................. 13-9
Het lint vervangen .................................................... 13-9
Wanneer u de machine wegdoet
(alleen FAX-T106)............................................... 13-12
V
Verklarende woordenlijst ..................................... V-1
S
Specificaties ......................................................... S-1
Algemeen........................................................................ S-1
Kopiëren .........................................................................S-1
Fax.................................................................................. S-2
XII
I
Index ........................................................................I-1
L
Lijst van Toebehoren ........................................... L-1
XIII

Inleiding

1

Gebruik van deze Handleiding

Dank u voor de aanschaf van een Brother faxmachine. Deze faxmachine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het programmeren van de machine. Neemt u een paar minuten de tijd om deze Handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van de faxmachine.

Informatie opzoeken

De titels en subtitels van alle hoofdstukken staan in de Inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke functies of handelingen opzoeken in de Index achteraan in deze Handleiding.

De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Om duidelijk te zijn en u te illustreren op welke toetsen u moet drukken, hebben wij speciale lettertypen gebruikt en bepaalde berichten afgebeeld die op het LCD-scherm verschijnen.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de faxmachine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New Het lettertype Courier New identificeert de
meldingen op het LCD-scherm van de faxmachine.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Electrisch Gevaar maakt u attent op een mogelijke elektrische shock.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de faxmachine wordt beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
Improper Setup waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de faxmachine.
Inleiding
1 - 1

Namen onderdelen

Vooraanzicht
1 Netsnoer
2
Telefoonsnoer
5 Documentsteun
6 Papiersteun
7 Papierlade
3 Hoorn
4 Gekruld Snoer
voor Hoorn
Nr. Naam Omschrijving 1 Netsnoer Gebruiken om de faxmachine aan te
2 Telefoonsnoer Om de faxmachine aan te sluiten op een
3 Hoorn Gebruiken om telefoongesprekken te
4 Gekruld Snoer voor Hoorn Gebruiken om de hoorn aan te sluiten op
5 Documentsteun Ondersteunt het document in de
6 Papiersteun Om het papier in de papierlade te
7 Papierlade Hier plaatst u papier. 8 Papiergeleiders Indrukken en afstellen af op de breedte
9 Bedieningspaneel Gebruik de toetsen en het scherm voor
10 Hendel voor openen
Deksel
sluiten op het stopcontact.
telefoonwandcontact.
ontvangen of te maken.
de faxmachine.
automatische documentinvoer.
ondersteunen.
van het document.
het beheren van de faxmachine. Deze hendel optillen om de bovendeksel
te openen.
8 Papiergeleiders
9
Bedieningspaneel
10 Hendel voor openen Deksel
Achteraanzicht
13 Lijningang
11
AC-stroomaansluiting
Nr. Naam Omschrijving 11 AC-stroomaansluiting Steek de stekker hier in het stopcontact. 12 Lijningang voor
Telefoonsnoer (LIJN)
13 Lijningang voor extern
Telefoonsnoer (EXT.)
Sluit de telefoon hier aan.
Sluit de externe telefoon hier aan.
voor extern Telefoonsnoer
12 Lijningang voor Telefoonsnoer
Inleiding
1 - 2

FAX-T104 overzicht van bedieningspaneel

1
2
3
4 5
6
7
8 9
10
1 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw faxmachine.
2 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om informatie in de faxmachine in te voeren.
Met de # toets kunt u tijdens een telefoongesprek de kiesmodus tijdelijk veranderen van "PULS" naar "TOON".
3 Intern
Gebruik deze toets om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is aangesloten.
4 Telefoon
Wordt gebruikt om te schakelen tussen de hoorn en de luidspreker.
5 Opnieuw kiezen/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in Snelkiesnummers.
6 Zoeken/wacht
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen, kunt u gesprekken in de wachtstand zetten en kunt u opgeslagen nummers kiezen door op de toets # te drukken en een tweecijferig nummer in te voeren.
7 Ontvangst Stand
Met deze toets kunt u selecteren hoe uw faxmachine op inkomende telefoontjes reageert.
8 Resolutie
Hiermee past u de faxresolutie aan wanneer u een fax verstuurt of een kopie maakt.
13
12
11
1 - 3
Inleiding
9 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of de programmeermodus afgesloten.
: Fax Start
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
A Kopie/Rapport
Met document in de automatische documentinvoer: Maakt een kopie. Zonder document in de automatische documentinvoer: Geeft toegang tot het Menu Rapporten.
B Eéntoetsnummers
Deze toetsen geven u direct toegang tot vooraf opgeslagen Snelkiesnummers.
C Navigatietoetsen:
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot het menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de faxmachine opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren.
OF— Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume van de
waarschuwingstoon, de bel of de luidspreker afstellen.
of Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren. U kunt deze toets tevens gebruiken om door de nummers die in
het geheugen zijn opgeslagen te bladeren.
Inleiding
1 - 4

FAX-T106 overzicht van bedieningspaneel

1617
1
2
3
4
5 6
7
8
9
15
11
10
1 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw faxmachine.
2 Afspelen/Opnemen
Voor het beluisteren van de voicemail en het afdrukken van faxen die in het geheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens telefoongesprekken opnemen.
3 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om informatie in de faxmachine in te voeren.
Met de # toets kunt u tijdens een telefoongesprek de kiesmodus veranderen van "PULS" naar "TOON".
4 Intern
Gebruik deze toets om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is aangesloten.
5 Luidspreker
Hiermee kunt u met iemand anders spreken zonder de hoorn op te nemen.
6 Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in Snelkiesnummers.
7 Zoeken/wacht
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen, kunt u gesprekken in de wachtstand zetten en kunt u opgeslagen nummers kiezen door op de toets # te drukken en een tweecijferig nummer in te voeren.
14
13
12
1 - 5
Inleiding
8 Ontvangst Stand
Met deze toets kunt u selecteren hoe uw faxmachine op inkomende telefoontjes reageert.
9 Resolutie
Hiermee past u de faxresolutie aan, wanneer u een fax verstuurt of een kopie maakt.
: Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een bewerking geannuleerd of de programmeermodus afgesloten.
A Fax Start
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
B Kopie/Rapport
Met een document in de automatische documentinvoer: Maakt een kopie.
Zonder een document in de automatische documentinvoer: Geeft toegang tot het Menu Rapporten.
C Eéntoetsnummers
Deze toetsen geven u direct toegang tot vooraf opgeslagen Snelkiesnummers.
D Wissen
Hiermee kunt u voicemail, alle faxberichten of alle berichten wissen.
E (Microfoon)
Deze pikt uw stemgeluid op wanneer u via de Luidspreker met iemand spreekt.
F BEANTWOORDER
Hiermee kunt u Message Manager activeren. Het waarschuwt u ook of er voicemail of faxen in het geheugen zijn opgeslagen.
G Navigatietoetsen:
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt. Met deze toets krijgt u toegang tot het menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de faxmachine opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren.
OF— Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume van de bel
of de luidspreker afstellen.
of Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren. U kunt deze toets tevens gebruiken om door de nummers die in
het geheugen zijn opgeslagen te bladeren.
Inleiding
1 - 6

Over faxmachines

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen (CNG-tonen) naar uw apparaat. Dit zijn zachte, onderbroken geluidssignalen met een tussenpauze van 4 seconden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Fax Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn CNG-tonen uitgezonden. Wanneer u deze tonen op uw telefoonlijn hoort, betekent dit dat er een fax binnenkomt.
De ontvangende faxmachine antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een ontvangende faxmachine laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, en op het LCD-scherm wordt de melding ONTVANG weergegeven.
Als de faxmachine in de stand ALLEEN FAX staat, wordt elk telefoontje automatisch beantwoord met de faxontvangsttonen. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft de faxmachine gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden, en blijft de melding ONTVANG op het LCD-scherm staan. Druk op Stop/Eindigen om het opnemen te onderbreken.
De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet ten minste 2 tot 4 seconden duren, zodat de faxmachines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De CNG-tonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de ontvangende machine deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
Als er op uw faxlijn een extern Antwoordapparaat (ANTW.APP.) is aangesloten, bepaalt uw ANTW.APP. na hoeveel keer overgaan de oproep wordt beantwoord.
Besteed bijzondere aandacht aan de instructies voor het aansluiten van een antwoordapparaat elders in dit hoofdstuk. (Raadpleeg Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten op pagina 1-8.)

ECM-Modus (Foutencorrectie)

In de ECM-Modus controleert de faxmachine een faxtransmissie om na te gaan of deze zonder storingen verloopt. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd en in geval van ruis op de lijn gecorrigeerd.
Deze functie werkt alleen als de faxmachine is voorzien van voldoende geheugen.
1 - 7
Inleiding

Aansluitingen

Een extern toestel aansluiten

U kunt een apart toestel aansluiten, zie onderstaande afbeelding.
.
Tweede Toestel
Extern Toestel
Wanneer een tweede toestel in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding EXT.TEL IN GEBR. weergegeven en gaat er een alarm af.
Neem de hoorn op en druk op Telefoon (alleen FAX-T104) of Luidspreker (alleen FAX-T106) om het gesprek van het externe toestel over te zetten naar de fax.

Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten

Volgorde
U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern ANTW.APP. aansluit op dezelfde telefoonlijn als de faxmachine, worden alle gesprekken beantwoord door het ANTW.APP., en "luistert" de faxmachine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de faxmachine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de faxmachine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (de aanbevolen instelling is twee belsignalen). De faxmachine kan de faxtonen pas opvangen, als het antwoordapparaat de oproep heeft beantwoord, en met vier belsignalen blijven er slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over voor de aansluitbevestiging. Volg de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de instelling voor "toll-saver" (bespaarstand voor telefoonkosten) te gebruiken wanneer het meer dan vier keer overgaat.
Als niet alle faxen worden ontvangen, dient u de instelling op het antwoordapparaat te wijzigen in vier keer overgaan (of minder).
Inleiding
1 - 8
U mag geen ANTW.APP. op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aansluiten.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
Aansluitingen
Het externe ANTW.APP. moet zijn aangesloten zoals boven aangegeven.
1
Stel uw ANTW.APP. in op één of twee belsignalen. (De instelling voor de Belvertraging van de faxmachine is niet van toepassing.)
2
Het uitgaand bericht op uw extern ANTW.APP. opnemen.
3
Activeer het ANTW.APP.
4
Voor FAX-T104 de Ontvangstmodus instellen op ANT:ANTWOORDAPP..
Voor FAX-T106 de Ontvangstmodus instellen op ANT:BER.CENTR.. (Raadpleeg De Ontvangstmodus kiezen op pagina 5-1.)
Een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat opnemen
Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt.
1
Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. (Dit geeft de faxmachine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
2
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden. Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht
eerst een stilte van 5 seconden op te nemen, omdat de faxmachine geen faxtonen kan horen over een resonerende of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als de faxmachine problemen heeft met de ontvangst, dient u het uitgaand bericht opnieuw op te nemen en deze pauze in te lassen.
1 - 9
Inleiding

Aansluiting op meerdere Lijnen (PABX)

De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem. Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de faxmachine aan te sluiten op een PABX-systeem (Private Automatic Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de faxmachine voor u aan te sluiten. We adviseren u de faxmachine op een aparte lijn aan te sluiten.
Als de faxmachine moet worden aangesloten op een systeem met meer lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat het apparaat wordt geactiveerd telkens wanneer er een telefoongesprek wordt ontvangen.
Als u de faxmachine installeert om met een PABX te laten werken
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle omstandigheden naar behoren met PABX's zal kunnen werken. Neem bij problemen in eerste instantie contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwo ord, is het raadzaa m de Ontvangstmodus in te stellen op Handmatig. Alle inkomende telefoontjes worden dan in eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.

Speciale functies op uw telefoonlijn

Als u functies zoals Voicemail, Wisselgesprek, RingMaster, een antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie op dezelfde lijn als deze machine gebruikt, kan dit problemen veroorzaken met de werking van de faxmachine. (Raadpleeg Speciale functies op een enkele lijn op pagina 13-7.)
Inleiding
1 - 10

Papier

2

Over papier

Omgaan met normaal papier

Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Papierspecificaties voor de papierlade
Formaat: A4 Gewicht: 64 tot 90 g/m Dikte: 0,08 tot 0,12 mm Capaciteit: max. 30 vel
De faxmachine kan een beeld van max. 208 mm breed scannen, ongeacht de breedte van het papier.
Gebruik geen karton, krantenpapier of stof. Het gebruik van het volgende papier dient te worden
vermeden:
hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande
enveloppen en papier
reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden
gestapeld
enveloppen en papier vervaardigd uit kortlopend papier
omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet
papier, en papier met paperclips, lijm of plakband
2
2 - 1
Papier

Papier laden

Papier plaatsen
Al het papier uit de uitvoerlade verwijderen, voordat u meer papier plaatst.
1
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Tik de stapel papier tegen een hard oppervlak om de stapel recht te maken.
2
Plaats het papier voorzichtig. De te bedrukken zijde moet naar beneden liggen.
Te bedrukken Zijde
Papier
Papier
2 - 2

Programmeren op het Scherm

3

Gebruikersvriendelijk programmeren

De faxmachine is zodanig ontworpen dat zij eenvoudig te gebruiken is voor programmering op het LCD-scherm, met behulp van de navigatietoetsen. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van de faxmachine optimaal te benutten.
Aangezien de programmering op het LCD-scherm plaatsvindt, hebben wij stap voor stap meldingen op het scherm gecreëerd om u te helpen de faxmachine te programmeren. U hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden.

Menutabel

U zult de faxmachine waarschijnlijk zonder de Gebruikershandleiding kunnen programmeren, wanneer u de Menutabel gebruikt die op pag. 3-3 begint. Deze pagina’s helpen u de menuselecties en –opties te begrijpen die u vindt in de programma’s van de faxmachine.
U kunt de faxmachine programmeren door te drukken op Menu/Set gevolgd door de menunummers. Als u bijvoorbeeld RESOLUTIE wilt instellen op FIJN: Druk op Menu/Set, 3, 4 en ▲ of ▼ om te selecteren FIJN. Druk op Menu/Set.

Opslag in Geheugen

Bij een stroomstoring zullen de menu-instellingen niet verloren gaan, omdat deze permanent zijn opgeslagen. Tijdelijke instellingen (zoals instellingen voor Contrast, de Internationale Modus, enz.) gaan wel verloren. U zult waarschijnlijk ook de datum en de tijd opnieuw moeten instellen.
Programmeren op het Scherm
3 - 1

Navigatietoetsen

Menu openen Naar volgende menuniveau Optie accepteren Door huidige menuniveau
bladeren Terug naar vorige menuniveau
Naar volgende menuniveau
Menu afsluiten
U opent de programmeermodus door op Menu/Set te drukken. Als u de programmeermodus hebt
geopend, geeft het LCD-scherm het volgende weer: Druk op 1 voor de Voorbereidende Instelling —OF— Druk op 2 voor Instelling van het Ontvangstmenu —OF— Druk op 3 voor Instelling van het Verzendmenu —OF— Druk op 4 voor het menu om Taken te Annuleren —OF— Druk op 5 voor het menu om Taken te Onderbreken —OF— Druk op 6 voor Instelling van het Snelkiesmenu —OF— Druk op 7 voor Instelling van het Menu Rapporten —OF— Druk op 8 voor het menu met Opties voor Afstandsbediening (alleen FAX-T104) Druk op 8 voor het menu voor Instelling ANTW.APP. (alleen FAX-T106) —OF— Druk op 9 voor het menu voor Instelling Belsignaal (alleen FAX-T106) —OF— Druk op 0 voor het menu Diversen
U kunt sneller door ieder menuniveau bladeren door op de betreffende pijl ( of ) te drukken. Selecteer een optie door op Menu/Set te drukken, wanneer die optie op het LCD-scherm verschijnt. Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer. Druk op of om naar uw volgende menuselectie te bladeren. Druk op Menu/Set. Nadat u een optie hebt ingesteld, wordt op het LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD weergegeven.
KIES & SET
1.STAND.INSTEL.
2.ONTVANGST MENU
3.VERZEND MENU
4.WIS OPDRACHT
5.ONDERBREEK
6.KIESGEHEUGEN
7.RAPPORT INST.
8.AFSTAND OPTIES
8.BEANTW. INST.
9.SETUP MELODIE
0.DIVERSEN
Programmeren op het Scherm
3 - 2
Druk op de nummers van het menu.
(bijvoorbeeld: Druk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
1.STAND. INSTEL .
2.ONTVAN GST MENU
OF
selectie selectie
Menuselecties Opties Omschrijvingen
1.
DATUM/TIJD
2.AUT.
ZOMERTIJD
3.STATIONS ID— Voer uw naam en het
4.WAARSCH.
TOON
5.TEL LIJN
INST
6.TOON/PULS TOON
1.
BEL VERTRAGING
2.F/T
BELTIJD
3.FAX
WAARNEMEN
De datum en de tijd
AAN
UIT
UIT
LAAG
HOOG
NORMAAL
PBX ISDN
PULS
FAX-T104 02-06
FAX-T106
BEL VERTRAGING BESPAARSTAND
70 40
30
20
AAN
HALF UIT
komen op het LCD-scherm en op de kopteksten van de verzonden faxen te staan.
De Zomertijd wordt automatisch ingesteld.
faxnummer in d ie op elke faxpagina moeten worden afgedrukt.
Hiermee kunt u het volume van de geluidssignalen aanpassen die te horen zijn wanneer u op een knop drukt, er een fout optreedt of ee n document wordt verzonden of ontvangen.
Selecteer het type telefoonlijn.
Hiermee wordt de kiesmodus geselecteerd.
Stelt het aantal beltonen in, voordat de machine opneemt in de stand FAX/TEL, ALLEEN FAX of ANTW.APP. (Message Manager voor FAX-T106). Op FAX-T106 kunt u de functie Bespaarstand activeren.
Stelt het dubbele belsignaal in de stand “FAX/TEL” in (F/T).
Met deze functie kunt u faxberichten ontvangen zonder de toets Fax Start in te drukken.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
4-1
4-1
4-2
4-4
4-5
4-5
5-2
9-7
5-3
5-4
Programmeren op het Scherm
3 - 3
Loading...
+ 90 hidden pages