DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET
EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN
VAN DE PASSENDE CONNECTOR.
INFORMATIE OVER GOEDKEURING
Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in
een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd
aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt
gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
Samenstelling en Publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder
supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste
productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding
verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product
kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de
inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving
te wijz igen. Brothe r is niet verantwoordeli jk voor enig e schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze
handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet
beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
Page 4
II
Page 5
EG Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.,
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku,
Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries Technology (M) Sdn Bhd Factory 2
No.6 Jalan Firma 1,
Kawasan Perindustrian Tebrau,
81100 Johor Bahru, Johor Darul, Takzim, Maleisië
Verklaren hierbij dat:
Omschrijving van product : Faxmachine
Type: Groep 3
Modelnaam: FAX-T102, FAX-T104, FAX-T106
voldoet aan de bepalingen van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG) en wij
verklaren dat dit product voldoet aan de volgende normen:
Toegepaste geharmoniseerde standaarden:
Veiligheid: EN60950:2000
EMC: EN55022:1998 + A1:2000 + A2:2003 Klasse B
EN55024:1998 + A1:2001
EN61000-3-2:2001
EN61000-3-3:1995 + A1:2001
Jaar waarin CE-certificatie voor het eerst was toegekend: 2004
Uitgegeven door: Brother Industries Ltd.
Datum: 23/7/2004
Plaats: Nagoya, Japan
III
Page 6
Veiligheidsmaatregelen
Veilig gebruik van de faxmachine
Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan.
Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te
verrichten.
WAARSCHUWING
Binnenin de faxmachine
bevinden zich
hoogspanningselektroden.
Controleer voordat u de
faxmachine reinigt of u de
telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het
voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Hanteer de stekker nooit met
natte handen. U kunt dan
namelijk een elektrische schok
krijgen.
Wanneer u de faxmachine pas
hebt gebruikt, zijn sommige
interne onderdelen erg HEET!
Wees a.u.b. voorzichtig.
WAARSCHUWING
■ Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig
te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen
nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is
afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer.
Een telefoonstekker nooit op een vochtige plaats installeren.
■ Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar
stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het
stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
IV
Page 7
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur
belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de
volgende) altijd op, teneinde het risico van brand,
stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen.
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water,
bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of
wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een
zwembad.
2. Vermijd het gebruik van dit product (met uitzondering van
draadloze telefoons) tijdens onweer. Bliksem kan mogelijk
elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product in de buurt van een gaslek, wanneer
u dit gaslek wilt melden.
4. Gebruik alleen het netsnoer dat bij de faxmachine wordt
geleverd.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
Een geschikte plaats kiezen
Zet de faxmachine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een
bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de faxmachine in de
buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard
stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de
10°C-35°C blijft.
Voorzichtig
■ Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en
weer lopen.
■ Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen,
airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
■ Zorg dat de faxmachine niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
■ Sluit de faxmachine niet aan op een stopcontact dat is voorzien
van een wandschakelaar of een automatische timer.
■ Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het
geheugen van de faxmachine verloren gaan.
■ Sluit de faxmachine niet aan op een stopcontact dat op
dezelfde stroomkring zit als grote apparaten of andere
apparatuur die de stroomtoevoer kunnen verstoren.
■ Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals
luidsprekers of de basisstations van draadloze telefoons.
V
Page 8
VI
Page 9
Beknopt overzicht
Faxen verzenden
Automatisch verzenden
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF (max.
10 pagina's).
2
Toets het gewenste
faxnummer in.
3
Druk op Fax Start.
Faxen ontvangen
Ontvangstmodus selecteren
1
Op FAX-T104, drukt u op
Ontvangst Stand om
ALLEEN FAX, FAX/TEL,
ANT:ANTWOORDAPP. of
HANDMATIG te selecteren.
Op FAX-T106, drukt u op
Ontvangst Stand
ALLEEN FAX, FAX/TEL
HANDMATIG
Druk op om
ANT:BER.CENTR. te
selecteren.
Als u FAX/TEL selecteert,
dient u de Belvertraging
en de F/T-beltijd in te
stellen. (Raadpleeg De Belvertraging instellen op
pagina 5-2 en De
F/T-Beltijd instellen
(alleen in de stand
FAX/TEL) op pagina 5-3.)
Nummers opslaan
Eéntoetsnummers opslaan
1
Druk op Menu/Set, 6, 1.
2
Druk op een
Eéntoetsnummer
waaronder u een nummer
wilt opslaan.
3
Toets een nummer in
(max. 20 tekens) en druk
vervolgens op Menu/Set.
4
Toets een naam in van
maximaal 15 tekens (of
laat deze ingang leeg) en
druk op Menu/Set.
om
, of
te selecteren.
5
Druk op ▲ of ▼ om het
soort nummer te
selecteren en druk op
Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan
1
Druk op Menu/Set, 6, 2.
2
Voer met behulp van de
kiestoetsen een
tweecijferige locatie voor
het Snelkiesnummer in
(00-99), en druk
vervolgens op Menu/Set.
3
Toets een nummer in
(max. 20 tekens) en druk
vervolgens op Menu/Set.
4
Toets een naam in (max.
15 tekens) of laat deze
ingang leeg, en druk
vervolgens op Menu/Set.
5
Druk op ▲ of ▼ om het
soort nummer te
selecteren en druk op
Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen
Eéntoetsnummer kiezen
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF.
2
Druk op het
Eéntoetsnummer dat u
wilt bellen.
3
Druk op Fax Start.
Snelkiezen
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF.
2
Druk op
Zoeken/wacht
en vervolgens op
tweecijferige
Snelkiesnummer
3
Druk op Fax Start.
#
en het
.
,
VII
Page 10
Zoeken gebruiken
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF.
2
Druk op Zoeken/wacht
en voer met de
kiestoetsen de eerste
letter in van de naam die u
zoekt.
3
Druk op of om in het
geheugen te zoeken.
4
Druk op Fax Start,
wanneer op het
LCD-scherm de naam die
u wilt bellen wordt
weergegeven.
▲
▲
Kopiëren
Eén kopie maken
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF.
2
Druk twee keer op
Kopie/Rapport.
Meerdere kopieën sorteren
1
Plaats het document met
de bedrukte zijde naar
beneden in de ADF.
2
Druk op Kopie/Rapport.
3
Toets in hoeveel kopieën
u wilt maken (max. 99).
4
Druk op Menu/Set.
5
Druk op ▲ of ▼ om SORT.
te selecteren, en druk
vervolgens op
Kopie/Rapport.
Uitgaand Bericht opnemen
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
2
Druk op ▲ of ▼ om
BEANTW. BERICHT te
selecteren, en druk
vervolgens op Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om naar
BOODSCHAP OPN. te
gaan, en druk vervolgens
op Menu/Set.
4
Neem de hoorn op om
een bericht op te nemen.
5
Leg de hoorn weer op de
haak.
Voicemail afspelen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Gebruik (TERUG) om
een bericht te herhalen.
Gebruik (VOORUIT)
om een bericht over te
slaan.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Een Faxbericht afdrukken
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Druk na het afspelen van
de voicemail op 1.
Berichten wissen
Voicemail één voor één
wissen
1
Druk op
Afspelen/Opnemen
2
Druk op Wissen na de
twee korte
waarschuwingstonen.
3
Druk op 1.
4
Druk op Stop/Eindigen.
.
.
.
Message Manager
(alleen FAX-T106)
De Message Manager
1
Uitgaand Bericht
opnemen
(BEANTW. BERICHT).
2
Houd ingedrukt,
totdat deze oplicht.
VIII
Alle berichten tegelijk
wissen
1
Druk op Wissen.
2
Druk op ▲ of ▼ om
WIS ALLE BER.?,
WIS ALLE DOC.?,
WIS ALLE BOODS.? te
Index ........................................................................I-1
L
Lijst van Toebehoren ........................................... L-1
XIII
Page 16
Inleiding
1
Gebruik van deze Handleiding
Dank u voor de aanschaf van een Brother faxmachine. Deze
faxmachine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm
waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het
programmeren van de machine. Neemt u een paar minuten de tijd
om deze Handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt
maken van de faxmachine.
Informatie opzoeken
De titels en subtitels van alle hoofdstukken staan in de
Inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke functies of
handelingen opzoeken in de Index achteraan in deze Handleiding.
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u
attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en
waarschuwingen. Om duidelijk te zijn en u te illustreren op welke
toetsen u moet drukken, hebben wij speciale lettertypen gebruikt
en bepaalde berichten afgebeeld die op het LCD-scherm
verschijnen.
VetVetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen
op het bedieningspaneel van de faxmachine.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de nadruk op een
belangrijk punt of verwijst u naar een verwant
onderwerp.
Courier New Het lettertype Courier New identificeert de
meldingen op het LCD-scherm van de
faxmachine.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u
moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
Electrisch Gevaar maakt u attent op een mogelijke elektrische
shock.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet
volgen om te voorkomen dat de faxmachine wordt
beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet
reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies
werkt.
Improper Setup waarschuwt u voor apparaten en
bewerkingen die niet compatibel zijn met de faxmachine.
Inleiding
1 - 1
Page 17
Namen onderdelen
■ Vooraanzicht
1 Netsnoer
2
Telefoonsnoer
5
Documentsteun
6 Papiersteun
7 Papierlade
3 Hoorn
4 Gekruld Snoer
voor Hoorn
Nr. NaamOmschrijving
1NetsnoerGebruiken om de faxmachine aan te
2TelefoonsnoerOm de faxmachine aan te sluiten op een
3HoornGebruiken om telefoongesprekken te
4Gekruld Snoer voor Hoorn Gebruiken om de hoorn aan te sluiten op
5DocumentsteunOndersteunt het document in de
6PapiersteunOm het papier in de papierlade te
7PapierladeHier plaatst u papier.
8PapiergeleidersIndrukken en afstellen af op de breedte
9BedieningspaneelGebruik de toetsen en het scherm voor
10 Hendel voor openen
Deksel
sluiten op het stopcontact.
telefoonwandcontact.
ontvangen of te maken.
de faxmachine.
automatische documentinvoer.
ondersteunen.
van het document.
het beheren van de faxmachine.
Deze hendel optillen om de bovendeksel
te openen.
8 Papiergeleiders
9
Bedieningspaneel
10 Hendel voor
openen Deksel
■ Achteraanzicht
13 Lijningang
11
AC-stroomaansluiting
Nr. NaamOmschrijving
11 AC-stroomaansluitingSteek de stekker hier in het stopcontact.
12 Lijningang voor
Telefoonsnoer (LIJN)
13 Lijningang voor extern
Telefoonsnoer (EXT.)
Sluit de telefoon hier aan.
Sluit de externe telefoon hier aan.
voor extern
Telefoonsnoer
12 Lijningang voor
Telefoonsnoer
Inleiding
1 - 2
Page 18
FAX-T104 overzicht van bedieningspaneel
1
2
3
45
6
7
89
10
1 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het
instellen en gebruiken van uw faxmachine.
2 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen.
Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om
informatie in de faxmachine in te voeren.
Met de # toets kunt u tijdens een telefoongesprek de kiesmodus
tijdelijk veranderen van "PULS" naar "TOON".
3 Intern
Gebruik deze toets om toegang te krijgen tot een buitenlijn
en/of om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje
over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is
aangesloten.
4 Telefoon
Wordt gebruikt om te schakelen tussen de hoorn en de
luidspreker.
5 Opnieuw kiezen/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer
herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen
van een pauze in Snelkiesnummers.
6 Zoeken/wacht
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het
kiesgeheugen zijn opgeslagen, kunt u gesprekken in de
wachtstand zetten en kunt u opgeslagen nummers kiezen door
op de toets # te drukken en een tweecijferig nummer in te
voeren.
7 Ontvangst Stand
Met deze toets kunt u selecteren hoe uw faxmachine op
inkomende telefoontjes reageert.
8 Resolutie
Hiermee past u de faxresolutie aan wanneer u een fax verstuurt
of een kopie maakt.
13
12
11
1 - 3
Inleiding
Page 19
9 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt,
een bewerking geannuleerd of de programmeermodus
afgesloten.
: Fax Start
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
A Kopie/Rapport
Met document in de automatische documentinvoer: Maakt een
kopie. Zonder document in de automatische documentinvoer:
Geeft toegang tot het Menu Rapporten.
B Eéntoetsnummers
Deze toetsen geven u direct toegang tot vooraf opgeslagen
Snelkiesnummers.
C Navigatietoetsen:
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de
instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot het menu en de
programmeermodus, en kunt u instellingen in de faxmachine
opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties
te bladeren.
—OF—
Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume van de
waarschuwingstoon, de bel of de luidspreker afstellen.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
U kunt deze toets tevens gebruiken om door de nummers die in
het geheugen zijn opgeslagen te bladeren.
Inleiding
1 - 4
Page 20
FAX-T106 overzicht van bedieningspaneel
1617
1
2
3
4
56
7
8
9
15
11
10
1 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het
instellen en gebruiken van uw faxmachine.
2 Afspelen/Opnemen
Voor het beluisteren van de voicemail en het afdrukken van
faxen die in het geheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u
tevens telefoongesprekken opnemen.
3 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen.
Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om
informatie in de faxmachine in te voeren.
Met de # toets kunt u tijdens een telefoongesprek de kiesmodus
veranderen van "PULS" naar "TOON".
4 Intern
Gebruik deze toets om toegang te krijgen tot een buitenlijn
en/of om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje
over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is
aangesloten.
5 Luidspreker
Hiermee kunt u met iemand anders spreken zonder de hoorn
op te nemen.
6 Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer
herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen
van een pauze in Snelkiesnummers.
7 Zoeken/wacht
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het
kiesgeheugen zijn opgeslagen, kunt u gesprekken in de
wachtstand zetten en kunt u opgeslagen nummers kiezen door
op de toets # te drukken en een tweecijferig nummer in te
voeren.
14
13
12
1 - 5
Inleiding
Page 21
8 Ontvangst Stand
Met deze toets kunt u selecteren hoe uw faxmachine op
inkomende telefoontjes reageert.
9 Resolutie
Hiermee past u de faxresolutie aan, wanneer u een fax
verstuurt of een kopie maakt.
: Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt,
een bewerking geannuleerd of de programmeermodus
afgesloten.
A Fax Start
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
B Kopie/Rapport
Met een document in de automatische documentinvoer: Maakt
een kopie.
Zonder een document in de automatische documentinvoer:
Geeft toegang tot het Menu Rapporten.
C Eéntoetsnummers
Deze toetsen geven u direct toegang tot vooraf opgeslagen
Snelkiesnummers.
D Wissen
Hiermee kunt u voicemail, alle faxberichten of alle berichten
wissen.
E (Microfoon)
Deze pikt uw stemgeluid op wanneer u via de Luidspreker met
iemand spreekt.
F BEANTWOORDER
Hiermee kunt u Message Manager activeren. Het waarschuwt
u ook of er voicemail of faxen in het geheugen zijn opgeslagen.
G Navigatietoetsen:
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de
instellingen gebruikt. Met deze toets krijgt u toegang tot het
menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de
faxmachine opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties
te bladeren.
—OF—
Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume van de bel
of de luidspreker afstellen.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
U kunt deze toets tevens gebruiken om door de nummers die in
het geheugen zijn opgeslagen te bladeren.
Inleiding
1 - 6
Page 22
Over faxmachines
Faxtonen en aansluitbevestiging
Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen
(CNG-tonen) naar uw apparaat. Dit zijn zachte, onderbroken
geluidssignalen met een tussenpauze van 4 seconden. U hoort
deze tonen als u na het kiezen op Fax Start drukt. Ze houden tot
ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60
seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging
met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de
telefoonlijn CNG-tonen uitgezonden. Wanneer u deze tonen op uw
telefoonlijn hoort, betekent dit dat er een fax binnenkomt.
De ontvangende faxmachine antwoordt met faxontvangsttonen:
een luid tjirpend geluid. Een ontvangende faxmachine laat dit
tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, en op het
LCD-scherm wordt de melding ONTVANG weergegeven.
Als de faxmachine in de stand ALLEEN FAX staat, wordt elk
telefoontje automatisch beantwoord met de faxontvangsttonen.
Zelfs als de andere partij ophangt, blijft de faxmachine gedurende
ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden, en blijft de
melding ONTVANG op het LCD-scherm staan. Druk op
Stop/Eindigen om het opnemen te onderbreken.
De aansluitbevestiging vindt plaats wanneer beide faxmachines
tegelijkertijd het tjirpende geluid maken. Dit moet ten minste 2 tot
4 seconden duren, zodat de faxmachines kunnen bepalen op
welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De
aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is
beantwoord. De CNG-tonen blijven slechts circa 60 seconden
actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de
ontvangende machine deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
Als er op uw faxlijn een extern Antwoordapparaat
(ANTW.APP.) is aangesloten, bepaalt uw ANTW.APP. na
hoeveel keer overgaan de oproep wordt beantwoord.
Besteed bijzondere aandacht aan de instructies voor het
aansluiten van een antwoordapparaat elders in dit hoofdstuk.
(Raadpleeg Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten op pagina 1-8.)
ECM-Modus (Foutencorrectie)
In de ECM-Modus controleert de faxmachine een faxtransmissie
om na te gaan of deze zonder storingen verloopt.
ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines
over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden
faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu
gecontroleerd en in geval van ruis op de lijn gecorrigeerd.
Deze functie werkt alleen als de faxmachine is voorzien van
voldoende geheugen.
1 - 7
Inleiding
Page 23
Aansluitingen
Een extern toestel aansluiten
U kunt een apart toestel aansluiten, zie onderstaande afbeelding.
.
Tweede
Toestel
Extern
Toestel
Wanneer een tweede toestel in gebruik is, wordt op het
LCD-scherm de melding EXT.TEL IN GEBR. weergegeven en
gaat er een alarm af.
Neem de hoorn op en druk op Telefoon (alleen FAX-T104) of
Luidspreker (alleen FAX-T106) om het gesprek van het externe
toestel over te zetten naar de fax.
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten
Volgorde
U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter
een extern ANTW.APP. aansluit op dezelfde telefoonlijn als de
faxmachine, worden alle gesprekken beantwoord door het
ANTW.APP., en "luistert" de faxmachine naar faxtonen. Als er
faxtonen klinken, neemt de faxmachine de oproep over en wordt
de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de faxmachine
het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale
wijze een bericht worden ingesproken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden
(de aanbevolen instelling is twee belsignalen). De faxmachine kan
de faxtonen pas opvangen, als het antwoordapparaat de oproep
heeft beantwoord, en met vier belsignalen blijven er slechts 8 tot
10 seconden van faxtonen over voor de aansluitbevestiging. Volg
de procedure voor het opnemen van een uitgaand bericht in deze
handleiding nauwkeurig. Het wordt afgeraden om op uw externe
antwoordapparaat de instelling voor "toll-saver" (bespaarstand
voor telefoonkosten) te gebruiken wanneer het meer dan vier keer
overgaat.
Als niet alle faxen worden ontvangen, dient u de instelling op
het antwoordapparaat te wijzigen in vier keer overgaan (of
minder).
Inleiding
1 - 8
Page 24
U mag geen ANTW.APP. op een andere plaats op dezelfde
telefoonlijn aansluiten.
ANTW.APP.
ANTW.APP.
Aansluitingen
Het externe ANTW.APP. moet zijn aangesloten zoals boven
aangegeven.
1
Stel uw ANTW.APP. in op één of twee belsignalen. (De
instelling voor de Belvertraging van de faxmachine is niet van
toepassing.)
2
Het uitgaand bericht op uw extern ANTW.APP. opnemen.
3
Activeer het ANTW.APP.
4
Voor FAX-T104 de Ontvangstmodus instellen op
ANT:ANTWOORDAPP..
Voor FAX-T106 de Ontvangstmodus instellen op
ANT:BER.CENTR..
(Raadpleeg De Ontvangstmodus kiezen op pagina 5-1.)
Een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat
opnemen
Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u dit bericht
opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en
automatische faxontvangst verloopt.
1
Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. (Dit
geeft de faxmachine de gelegenheid om bij automatische
faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
2
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht
eerst een stilte van 5 seconden op te nemen, omdat de
faxmachine geen faxtonen kan horen over een resonerende
of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten,
maar als de faxmachine problemen heeft met de ontvangst,
dient u het uitgaand bericht opnieuw op te nemen en deze
pauze in te lassen.
1 - 9
Inleiding
Page 25
Aansluiting op meerdere Lijnen (PABX)
De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem.
Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de faxmachine aan te
sluiten op een PABX-systeem (Private Automatic Branch
Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het
bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te
vragen de faxmachine voor u aan te sluiten. We adviseren u de
faxmachine op een aparte lijn aan te sluiten.
Als de faxmachine moet worden aangesloten op een systeem met
meer lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat het
apparaat wordt geactiveerd telkens wanneer er een
telefoongesprek wordt ontvangen.
Als u de faxmachine installeert om met een PABX te
laten werken
1
Het wordt niet gegarandeerd dat het apparaat onder alle
omstandigheden naar behoren met PABX's zal kunnen
werken. Neem bij problemen in eerste instantie contact op
met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
2
Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden
beantwo ord, is het raadzaa m de Ontvangstmodus in te stellen
op Handmatig. Alle inkomende telefoontjes worden dan in
eerste instantie als telefoongesprekken beschouwd.
Speciale functies op uw telefoonlijn
Als u functies zoals Voicemail, Wisselgesprek, RingMaster, een
antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie
op dezelfde lijn als deze machine gebruikt, kan dit problemen
veroorzaken met de werking van de faxmachine. (Raadpleeg
Speciale functies op een enkele lijn op pagina 13-7.)
Inleiding
1 - 10
Page 26
Papier
2
Over papier
Omgaan met normaal papier
Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze
gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Papierspecificaties voor de papierlade
Formaat:A4
Gewicht:64 tot 90 g/m
Dikte:0,08 tot 0,12 mm
Capaciteit:max. 30 vel
De faxmachine kan een beeld van max. 208 mm breed
scannen, ongeacht de breedte van het papier.
Gebruik geen karton, krantenpapier of stof.
Het gebruik van het volgende papier dient te worden
vermeden:
■ hoogglanzende of uit een speciale structuur bestaande
enveloppen en papier
■ reeds door een printer bedrukte enveloppen en papier
■ enveloppen en papier die niet netjes kunnen worden
gestapeld
■ enveloppen en papier vervaardigd uit kortlopend papier
■ omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet
papier, en papier met paperclips, lijm of plakband
2
2 - 1
Papier
Page 27
Papier laden
Papier plaatsen
Al het papier uit de uitvoerlade verwijderen, voordat u meer papier
plaatst.
1
Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat
papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Tik de stapel papier tegen een hard oppervlak om de stapel recht te maken.
2
Plaats het papier voorzichtig.
De te bedrukken zijde moet naar beneden liggen.
Te bedrukken Zijde
Papier
Papier
2 - 2
Page 28
Programmeren op het Scherm
3
Gebruikersvriendelijk programmeren
De faxmachine is zodanig ontworpen dat zij eenvoudig te
gebruiken is voor programmering op het LCD-scherm, met behulp
van de navigatietoetsen. Programmeren op het scherm is uiterst
eenvoudig en helpt u alle functies van de faxmachine optimaal te
benutten.
Aangezien de programmering op het LCD-scherm plaatsvindt,
hebben wij stap voor stap meldingen op het scherm gecreëerd om
u te helpen de faxmachine te programmeren. U hoeft alleen de
aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de
programmeeropties leiden.
Menutabel
U zult de faxmachine waarschijnlijk zonder de
Gebruikershandleiding kunnen programmeren, wanneer u de
Menutabel gebruikt die op pag. 3-3 begint. Deze pagina’s helpen u
de menuselecties en –opties te begrijpen die u vindt in de
programma’s van de faxmachine.
U kunt de faxmachine programmeren door te drukken op
Menu/Set gevolgd door de menunummers.
Als u bijvoorbeeld RESOLUTIE wilt instellen op FIJN:
Druk op Menu/Set, 3, 4 en ▲ of ▼ om te selecteren FIJN.
Druk op Menu/Set.
Opslag in Geheugen
Bij een stroomstoring zullen de menu-instellingen niet verloren
gaan, omdat deze permanent zijn opgeslagen. Tijdelijke
instellingen (zoals instellingen voor Contrast, de Internationale
Modus, enz.) gaan wel verloren. U zult waarschijnlijk ook de datum
en de tijd opnieuw moeten instellen.
Programmeren op het Scherm
3 - 1
Page 29
Navigatietoetsen
Menu openen
Naar volgende menuniveau
Optie accepteren
Door huidige menuniveau
bladeren
Terug naar vorige menuniveau
Naar volgende menuniveau
Menu afsluiten
U opent de programmeermodus door op Menu/Set te drukken.
Als u de programmeermodus hebt
geopend, geeft het LCD-scherm
het volgende weer:
Druk op 1 voor de Voorbereidende
Instelling
—OF—
Druk op 2 voor Instelling van het
Ontvangstmenu
—OF—
Druk op 3 voor Instelling van het
Verzendmenu
—OF—
Druk op 4 voor het menu om Taken
te Annuleren
—OF—
Druk op 5 voor het menu om Taken
te Onderbreken
—OF—
Druk op 6 voor Instelling van het
Snelkiesmenu
—OF—
Druk op 7 voor Instelling van het
Menu Rapporten
—OF—
Druk op 8 voor het menu met
Opties voor Afstandsbediening
(alleen FAX-T104)
Druk op 8 voor het menu voor
Instelling ANTW.APP. (alleen
FAX-T106)
—OF—
Druk op 9 voor het menu voor
Instelling Belsignaal (alleen
FAX-T106)
—OF—
Druk op 0 voor het menu Diversen
U kunt sneller door ieder
menuniveau bladeren door op de betreffende pijl (▲ of ▼) te
drukken. Selecteer een optie door op Menu/Set te drukken,
wanneer die optie op het LCD-scherm verschijnt.
Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer.
Druk op ▲ of ▼ om naar uw volgende menuselectie te bladeren.
Druk op Menu/Set. Nadat u een optie hebt ingesteld, wordt op het
LCD-scherm de melding GEACCEPTEERD weergegeven.
KIES ↑↓ & SET
1.STAND.INSTEL.
2.ONTVANGST MENU
3.VERZEND MENU
4.WIS OPDRACHT
5.ONDERBREEK
6.KIESGEHEUGEN
7.RAPPORT INST.
8.AFSTAND OPTIES
8.BEANTW. INST.
9.SETUP MELODIE
0.DIVERSEN
Programmeren op het Scherm
3 - 2
Page 30
Druk op de nummers van het menu.
(bijvoorbeeld: Druk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
1.STAND. INSTEL .
2.ONTVAN GST MENU
—OF—
selectieselectie
MenuselectiesOptiesOmschrijvingen
1.
DATUM/TIJD
2.AUT.
ZOMERTIJD
3.STATIONS ID—Voer uw naam en het
4.WAARSCH.
TOON
5.TEL LIJN
INST
6.TOON/PULS TOON
1.
BEL
VERTRAGING
2.F/T
BELTIJD
3.FAX
WAARNEMEN
—De datum en de tijd
AAN
UIT
UIT
LAAG
HOOG
NORMAAL
PBX
ISDN
PULS
FAX-T104
02-06
FAX-T106
BEL VERTRAGING
BESPAARSTAND
70
40
30
20
AAN
HALF
UIT
komen op het
LCD-scherm en op de
kopteksten van de
verzonden faxen te
staan.
De Zomertijd wordt
automatisch ingesteld.
faxnummer in d ie op elke
faxpagina moeten
worden afgedrukt.
Hiermee kunt u het
volume van de
geluidssignalen
aanpassen die te horen
zijn wanneer u op een
knop drukt, er een fout
optreedt of ee n document
wordt verzonden of
ontvangen.
Selecteer het type
telefoonlijn.
Hiermee wordt de
kiesmodus geselecteerd.
Stelt het aantal beltonen
in, voordat de machine
opneemt in de stand
FAX/TEL, ALLEEN FAX
of ANTW.APP. (Message
Manager voor
FAX-T106).
Op FAX-T106 kunt u de
functie Bespaarstand
activeren.
Stelt het dubbele
belsignaal in de stand
“FAX/TEL” in (F/T).
Met deze functie kunt u
faxberichten ontvangen
zonder de toets
Fax Start in te drukken.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
4-1
4-1
4-2
4-4
4-5
4-5
5-2
9-7
5-3
5-4
Programmeren op het Scherm
3 - 3
Page 31
Druk op de nummers van het Menu.
(bijvoorbeeld: Druk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
(Vervolg)
2.ONTVANGST MENU
3.VERZEN D MENU
—OF—
selectieselectie
MenuselectiesOptiesOmschrijvingen
4.CODE OP
AFST.
5.AUTO
REDUCTIE
6.GEH.
ONTVANGST
7.ONTVANG
POLLEN
1.VOORBLAD
INST.
2.VOORBLAD
OPM.
3.CONTRAST AUTO
RESOLUTIE
4.
INTERNATIONAAL
5.
6.
RESERVERING
AAN
( 51, #51,
81)
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
STAND.
BEVEILIG
TIJDKLOK
ALLEEN DEZE FAX
AAN
UIT
PRINT VOO RBEELD
—Hier kunt u een bericht
LICHT
DONKER
STAND.
FIJN
S. FIJN
FOTO
AAN
UIT
UIT
AAN
PRINT VOO RBEELD
U kunt telefoontjes op
een extern of tweede
toestel aannemen en
codes gebruiken om de
faxmachine te activeren
of deactiveren. Kunt u
ook een telefoongesprek
van uw draadloze
telefoon naar uw
faxmachine overzetten.
U kunt deze codes
wijzigen.
Met deze functie wordt
een inkomend faxbericht
verkleind afgedrukt.
Hiermee worden alle
inkomende faxen
automatisch in het
geheugen opgeslagen,
als het papier op is.
Hiermee stelt u uw
faxmachine in om
faxberichten van een
andere faxmachine op te
vragen (pollen).
Deze functie verzendt
automatisch een
voorblad dat u hebt
geprogrammeerd, of
drukt een voorbeeld van
een voorblad af.
voor het voorblad
opstellen.
Met deze functie kunt u
de helderheid bijstellen
van een faxbericht dat u
gaat verzenden.
Hiermee kunt u de
resoluties pagina voor
pagina wijzigen.
Als u problemen hebt met
het internationaal
verzenden van faxen, zet
deze functie dan op on.
U kunt een fax versturen,
daarna met iemand
spreken of een voorbeeld
van het Bericht
Terugbellen afdrukken.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
5-6
5-4
5-5
5-8
6-6
6-6
6-4
6-4
6-8
6-9
Programmeren op het Scherm
3 - 4
Page 32
Druk op de nummers van het Menu.
(bijvoorbeeld: Dr uk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
(Vervolg)
3.VERZEN D MENU
WIS OPDRACHT
4.
ONDERBREEK
5.
6.KIESGEH EUGEN
7.RAPPORT INST.
—OF—
selectieselectie
MenuselectiesOptiesOmschrijvingen
7.TIJDKLOK —Instellen in
8.VERZEND
POLLEN
9.TX
GEHEUGEN
——Een uitgestelde fax of
——Nu een fax verzenden,
1.
DIRECTKIES
SNELKIES
2.
3.GROEPS
INSTEL.
1.VERZ.
RAPPORT
2.JOURNAAL
PER.
STAND.
BEVEILIG
ALLEEN DEZE FAX
AAN
UIT
—Hiermee kunt u
—Hiermee worden
—Hiermee kunt u een
AAN
UIT
NA 30 FAXEN
ELKE 6 UUR
ELKE 12 UUR
ELKE 24 UUR
ELKE 2 DAGEN
ELKE 7 DAGEN
UIT
24-uursformaat van de
tijd van de dag, waarop
de uitgestelde
faxberichten moeten
worden verzonden.
Hiermee stelt u een
document op uw
faxmachine in, zodat een
andere faxmachine dit
kan opvragen.
U kunt faxen vanuit het
geheugen verzenden
polling annuleren.
ook al is uw faxmachine
inges teld om later e en fax
te verzenden of als deze
in de Pollingwachtstand
staat.
Eéntoetsnummers
opslaan, zodat u kunt
kiezen door slechts op
één toets te drukken.
snelkiesnummers in het
geheugen opgeslagen,
die u met een druk op
een paar toetsen kunt
kiezen.
Groepsnummer instellen
dat wordt gebruikt voor
het groepsverzenden.
Hier stelt u in wanneer
het verzendrapport en
het journaal worden
afgedrukt.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
6-10
6-11
6-12
.
6-5
6-13
7-1
7-2
7-3
10-1
10-1
Programmeren op het Scherm
3 - 5
Page 33
Druk op de nummers van het Menu.
(bijvoorbeeld: Druk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
(alleen FAX-T104)
8.AFSTAND OPTIE S
(alleen FAX-T106)
8.BEANTW . INST.
—OF—
selectieselectie
MenuselectiesOptiesOmschrijvingen
1.DRZENDEN/
OPSLN
2.AFST.
BEDIENING
3.PRINT
DOCUMENT
1.VOICE
OPSLAAN
2.DRZENDEN/
OPSLN
3.PRINT
BACKUP
4.UITG.
BERICHT
5.MAX. BER.
TIJD
6.IGB MON.
VOLUME
7.AFST.
BEDIENING
UIT
FAX DOORZENDEN
FAX OPSLAAN
---U moet uw eigen code
—Hiermee worden
AAN
BEANTW.
UIT
UIT
FAX DOORZENDEN
FAX OPSLAAN
AAN
UIT
BEANTW. B ERICHT
F/T BERICHT
20-60 SEC
(30)
AAN
UIT
---U moet uw eigen code
Hiermee kunt u de
faxmachine instellen om
faxberichten door te
zenden of
binnenkomende faxen in
het geheugen op te
slaan, zodat u ze kunt
opvragen wanneer u niet
bij uw faxmachine bent.
instellen voor het
Opvragen vanaf een
ander Toestel.
inkomende faxen die in
het geheugen zijn
opgeslagen afgedrukt.
Stelt de faxmachine in
om ingesproken
berichten op te slaan.
Hiermee kunt u de
faxmachine instellen om
faxberichten door te
zenden of
binnenkomende faxen in
het geheugen op te
slaan, zodat u ze kunt
opvragen wanneer u niet
bij uw faxmachine bent.
Hiermee wordt
automatisch een kopie
afgedrukt van de faxen
die in het geheugen zijn
ontvangen.
Uitgaand bericht
Afspelen/Opnemen.
Selecteren hoe lang
inkomende berichten
maximaal mogen duren.
Maakt het mogelijk het
volume van de
luidspreker op on of off te
zetten wanneer er
telefoontjes
binnenkomen.
instellen voor het
Opvragen vanaf een
ander Toestel.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
8-1
8-2
5-8
9-1
9-2
9-5
9-3
9-6
9-7
9-8
Programmeren op het Scherm
3 - 6
Page 34
Druk op de nummers van het Menu.
bijvoorbeeld: Druk op 1, 1 voor Datum/Tijd)
Hoofdmenu
(alleen FAX-T106)
9.SETUP ME LODIE
0.DIVERS EN
—OF—
selectieselectie
MenuselectiesOptiesOmschrijvingen
1.BEL TOON SIGNAAL
WACHTMUZIEK
2.
1.TX SLOT—De meeste functies zijn
2.
COMPATIBEL
3.BELLER ID AAN
MELODIE1
MELODIE2
MELODIE3
MELODIE4
UIT
MELODIE1
MELODIE2
MELODIE3
MELODIE4
NORMAAL
MINIMAAL
UIT
TOON TE L.NUM MERS
PRINT RAPPORT
Hier kunt u het belsignaal
selecteren.
Hier selecteert u het
muziekje voor de
wachtstand of schakelt u
dit uit.
geblokkeerd, be halve het
ontvangen van
faxberichten.
Als uw faxen worden
onderbroken door ruis op
de lijn, probeer dan de
instelling ‘MINIMAAL’.
Hier kunt u de
identificatie van de beller
bekijken en de ze persoon
terugbellen, of een lijst
afdrukken van de laatste
30 ID’s die in het
geheugen zijn
opgeslagen.
De fabrieksinstellingen (optie) staan vetgedrukt.
keuze
om
af te
sluiten
Pagina
4-6
4-6
6-13
13-4
5-10
Programmeren op het Scherm
3 - 7
Page 35
Eerste Instellingen
4
Aan de slag
De Datum en Tijd instellen
Als de faxmachine niet in gebruik is, wordt de datum en de tijd
weergegeven. Als u het stationsnummer instelt, worden de datum
en de tijd die door uw faxmachine worden weergegeven op elke
verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en
de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 1.
2
Toets de laatste twee cijfers
van het jaartal in.
Druk op Menu/Set.
3
Toets twee cijfers in voor de maand.
Druk op Menu/Set.
(voer bijvoorbeeld 09 in voor september of 10 voor oktober)
4
Toets twee cijfers in voor de dag.
Druk op Menu/Set.
(voer bijvoorbeeld 06 in)
5
Toets de tijd in 24-Uursformaat in.
Druk op Menu/Set.
(toets bijvoorbeeld 15:25 in voor 3:25 PM)
6
Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de datum en de tijd weergegeven
wanneer de faxmachine Stand-by staat.
Automatisch Zomer-/Wintertijd inschakelen
U kunt de faxmachine zo instellen dat de Zomer-/Wintertijd
automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de
Lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de Herfst.
Wees er zeker van dat u de juiste datum en tijd hebt ingevoerd in
de instelling DATUM/TIJD. De standaardinstelling is AAN.
1
Druk op Menu/Set, 1, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
1.DATUM/TIJD
2.AUT. ZOMERTIJD
Eerste Instellingen
4 - 1
Page 36
De Stations-ID instellen
U kunt uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer
opslaan, zodat deze worden afgedrukt op alle faxpagina's die u
verzendt. Het telefoonnummer verschijnt alleen op het voorblad en
op de terug te bellen berichten (call back).
Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in
internationaal standaardformaat worden ingevoerd, m.a.w. precies
in onderstaande volgorde:
■ Het “+” (plus) teken (druk op toets)
■ Uw Landnummer (bv. “31” voor Nederland of “32” voor België)
■ Uw netnummer zonder de eerste “0” (“9” in Spanje).
■ Een spatie
■ Uw abonneenummer, eventueel met spaties voor de
duidelijkheid.
Als de faxmachine bijvoorbeeld in België is geïnstalleerd, en
dezelfde lijn wordt gebruikt voor zowel faxen als
telefoongesprekken en uw nationale telefoonnummer 02 444 555
is, dan moet u uw stations-ID voor uw fax- en telefoonnummer als
volgt instellen: +44 161 444 5555.
1
Druk op Menu/Set, 1, 3.
2
Voer uw faxnummer in (max.
20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
U dient een faxnummer in te voeren als u wilt doorgaan (max.
20 cijfers).
Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere
informatie worden ingevoerd.
U kunt geen koppelteken invoeren.
3
Toets uw telefoonnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
4
Toets met de kiestoetsen uw naam in (max. 20 tekens).
Druk op Menu/Set.
(Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 4-3.)
5
Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd
weergegeven.
Als de Stations-ID reeds geprogrammeerd is, vraagt de
Stations-ID u om op 1 te drukken om deze te wijzigen, of op 2
te drukken om af te sluiten zonder de instelling te wijzigen.
3.STATIONS ID
Eerste Instellingen
4 - 2
Page 37
Tekst invoeren
Bij het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de Stations-ID,
moet u wellicht tekst in de faxmachine invoeren. Op de meeste
cijfertoetsen staan drie of vier letters. Op de toetsen 0, # en
staan geen letters, omdat deze toetsen een speciale functie
hebben.
Door meerdere malen op de desbetreffende kiestoets te drukken,
kunt u het gewenste teken kiezen.
Druk
op
2ABC2A
3DEF 3D
4GH I 4 G
5JKL5J
6MN O 6M
7PQRS7
8TUV8T
9WXYZ9
één
keer
twee
keer
drie
keer
vier
keer
vijf
keer
Spaties invoeren
Als u een spatie in het faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer
▲
op tussen de cijfers. Om een spatie in de naam in te voegen,
twee keer drukken op tussen de tekens.
▲
Corrigeren
Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de
cursor onder de verkeerde letter te zetten. Druk vervolgens op
Stop/Eindigen. Alle letters die boven en rechts van de cursor
staan worden nu verwijderd. U kunt nu de juiste tekst en/of cijfers
invoeren. U kunt ook teruggaan en foutieve letters overtypen.
▲
Letters herhalen
Als u een teken wilt invoeren dat op dezelfde toets als het vorige
teken staat, dan drukt u op om de cursor een plaats verder te
zetten en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen
Druk op , # of 0, en vervolgens op of om de cursor onder
het gewenste teken of symbool te zetten. Druk vervolgens op
Menu/Set om het te selecteren.
Druk op voor(spatie) ! " # $ % & ’ ( ) + , - . /
Druk op #voor: ; < = > ? @ [ ] ^ _
Druk op 0voorÄ Ë Ö Ü À Ç È É 0
▲
▲
▲
Eerste Instellingen
4 - 3
Page 38
Het Volume van de Waarschuwingstoon instellen
U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De
standaard (fabrieks) instelling is LAAG. Wanneer de
waarschuwingstoon aanstaat zal de faxmachine een
geluidssignaal geven, wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt.
1
Druk op Menu/Set, 1, 4.
(LAAG, HOOG of UIT)
2
Druk op ▲ of ▼ om uw optie te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
4.WAARSCH. TOON
Het Volume van de Luidspreker instellen
U kunt het volume van de luidspreker aanpassen.
1
Voor FAX-T104 de hoorn opnemen en drukken op Telefoon.
Voor FAX-T106 drukken op Luidspreker.
2
Druk op of om het volume aan te passen.
Op het LCD-scherm wordt de gekozen instelling
weergegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt
het volume aan de volgende instelling aangepast. De nieuwe
instelling blijft van kracht totdat u deze wijzigt.
3
Voor FAX-T104 drukken op Telefoon.
Voor FAX-T106 drukken op Luidspreker.
(alleen FAX-T106)
■ U kunt het volume van de luidspreker wijzigen door
of te gebruiken terwijl u naar uw Uitgaande Bericht
of naar Ingesproken Berichten luistert.
■ Als u de Luidspre ker voor Inkomende Berichte n zet op UIT
(Menu/Set, 8, 6) wordt de Luidspreker voor
binnenkomende oproepen gedeactiveerd en hoort u
mensen niet als zij een bericht achterlaten. Het volume
voor andere bewerkingen kan echter nog wel worden
geregeld door of te gebruiken.
▲
▲
Eerste Instellingen
4 - 4
Page 39
Het Belvolume instellen
U kunt het belvolume uitzetten of selecteren hoe luid de bel van de
machine overgaat, wanneer uw machine inactief is (niet wordt
gebruikt).
Druk op of om het volume aan te passen. Telkens
wanneer u op deze toetsen drukt, gaat de bel over, zodat u hoort
hoe luid de bel met de huidige instelling, op het LCD-scherm
getoond, klinkt. Telkens wanneer u op één van deze toetsen drukt,
wordt het volume gewijzigd. De nieuwe instelling blijft van kracht
totdat u deze wijzigt.
Het Type Telefoonlijn instellen
Als u de faxmachine aansluit op een lijn met PABX (PBX) of ISDN
voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u ook het type
telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de
volgende stappen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 5.
2
Druk op ▲ of ▼ om PBX,
ISDN, (of NORMAAL) te
selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
5.TEL LIJN INST
PABX en DOORVERBINDEN
De machine is in eerste instantie ingesteld om te worden
aangesloten op een openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De
meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem
oftewel een Private Automatic Branch Exchange (PABX). Uw
faxmachine kan op de meeste PABX-telefoonsystemen worden
aangesloten. De oproepfunctie van de faxmachine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste
PABX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of
gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. U activeert
deze functie door te drukken op de toets Intern.
U kunt een druk op de toets Intern programmeren als
onderdeel van een nummer dat is opgeslagen als een
Tiptoets- of Snelkiesnummer. Hiertoe drukt u tijdens het
programmeren van een dergelijk nummer (Menu/Set, 6, 1 of
6, 2) eerst op Intern (op het scherm verschijnt een “!”),
waarna u het telefoonnummer intoetst. U hoeft dan niet iedere
keer op Intern te drukken als een Tiptoets- of
Snelkiesnummer gebruik maakt van een buitenlijn.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers gebruiken op pagina 6-1 en Snel-kiezen op pagina 6-1.)
Als PABX echter is uitgeschakeld, kunt u geen Tiptoets- of
Snelkiesnummers gebruiken waarin een druk op Intern is
geprogrammeerd.
Kiesmodus Toon of Puls instellen
Uw faxmachine is bij levering ingesteld voor Toon-kiezen
(multif requentie). W anneer u een Pulskiezer h ebt (kiessch ijf), moet
u de kiesmodus wijzigen.
1
Druk op Menu/Set, 1, 6.
2
Druk op ▲ of ▼ om PULS (of
TOON) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
6.TOON/PULS
Eerste Instellingen
4 - 5
Page 40
De Muziek instellen (alleen FAX-T106)
Het Belpatroon instellen
U kunt voor het belpatroon “signaal” (normaal belpatroon) of één
van de vier verschillende muziekjes selecteren.
De standaardinstelling is SIGNAAL.
1
Druk op Menu/Set, 9, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om SIGNAAL,
MELODIE1, MELODIE2, MELODIE3 of MELODIE4 te
selecteren en druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Hiermee kunt u een melodie voor het eerste belsignaal
selecteren. Het belsignaal voor de F/T-stand zal niet
gewijzigd worden.
De Muziek voor de Wachtstand instellen
U kunt de muziek voor de wachtstand selecteren. De muziek kan
desgewenst ook op UIT worden gezet.
1
Druk op Menu/Set, 9, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om MELODIE1, MELODIE2, MELODIE3 of
MELODIE4 of UIT te selecteren.
3
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Eindigen.
1.BEL TOON
Eerste Instellingen
4 - 6
Page 41
De Ontvangststand instellen
5
Basishandelingen bij het ontvangen
De Ontvangstmodus kiezen
Er zijn vier verschillende Ontvangstmodi voor de faxmachine. Kies
de stand die het beste aan uw eisen voldoet.
LCD-scherm Hoe dit werktWanneer te gebruiken
ALLEEN FAX
(automatisch
ontvangen)
FAX/TEL*
(fax en
telefoon)
ANT:ANTWO ORDAPP.
(met een
extern
antwoordappar
aat) (alleen
FAX-T104)
HANDMATIG
(handmatig
ontvangen)
ANT:BER.CENTR.
(alleen
FAX-T106)
AAN
* In de stand FAX/TEL moet u de BEL VERTRAGING en
F/T BELTIJD instellen. Als u een tweede toestel op de lijn
gebruikt, dient u de BEL VERTRAGING in te stellen op 4 keer
overgaan.
De faxmachine
beantwoordt elk
telefoontje
automatisch alsof
het een faxbericht
betreft.
De faxmachine
beheert de lijn en
beantwoordt
automatisch elke
oproep. Is de
oproep een fax, d an
wordt de fax
ontvangen. Is de
oproep geen fax,
dan krijgt u het
dubbele belsignaal
om u te laten weten
de oproep te
beantwoorden.
Het externe
antwoordapparaat
(ANTW.APP.)
beantwoordt alle
telefoontjes
automatisch.
Ingesproken
berichten worden
op het externe
ANTW.APP.
opgeslagen.
Faxberichten
worden afgedrukt.
U beheert de
telefoonlijn e n moet
elk telefoontje zelf
beantwoorden.
De faxmachine
beantwoordt elk
telefoontje
automatisch. De
berichten worden
opgeslagen op
basis van het
principe “die het
eerst komt, het
eerst maalt”.
Voor aparte faxlijnen.
Gebruik deze stand, als u talrijke
faxberichten verwacht en slechts
weinig telefoontjes. U kunt geen
antwoordapparaat op dezelfde lijn
aansluiten, zelfs niet als dit op een
ander wandcontact/telefoonstekker
wordt aangesloten. In deze stand
kunt u de Call Minder van uw
telefoonbedrijf niet gebruiken.
Gebruik deze stand als u een extern
antwoordapparaat op uw machine
hebt aangesloten.
De instelling ANTW.APP. werkt
alleen met een extern
antwoordapparaat. De Belvertraging
en de F/T-beltijd werken in deze
instelling niet.
Gebruik deze stand als u niet veel
faxberichten ontvangt of als u een
computer op dezelfde lijn gebruikt.
Als u antwoordt en faxtonen hoort,
moet u wachten tot de machine het
telefoontje overneemt, waarna u
ophangt. (Raadpleeg Fax Waarnemen op pagina 5-4.)
Gebruik deze stand om voicemail of
faxberichten in het geheugen van de
machine op te slaan. (Raadpleeg
Message Manager op pagina 9-1.)
De Ontvangststand instellen
5 - 1
Page 42
Huidige Ontvangstmodus
HND: HANDMATIG
09/06 15:25 FAX
FAX: ALLEEN FAX
F/T: FAX/TEL
ANT:ANTWOORDAPP.
(alleen FAX-T104)
ANT:BER.CENTR.
(alleen FAX-T106)
Uw Ontvangstmodus kiezen of wijzigen
1
Druk op Ontvangst Stand.
Op het LCD-scherm wordt uw huidige selectie weergegeven.
De opties op FAX-T104 zijn:
De opties op FAX-T106 zijn:
Of, als het ANTW.APP. op
AAN staat en u op
(BEANTWOORDER toets)
drukt, wordt de instelling van de Ontvangstmodus genegeerd,
zodat op het display wordt weergegeven:
2
Druk herhaaldelijk op Ontvangst Stand totdat uw nieuwe
selectie wordt weergegeven. Na twee seconden worden op
het LCD-scherm weer de datum en tijd weergegeven, evenals
de nieuwe instelling van de Ontvangstmodus.
Als u de Ontvangstmodus wijzigt terwijl er een andere
bewerking wordt uitgevoerd, wordt op het LCD-scherm weer
de bewerking in kwestie getoond.
ALLEEN FAX
FAX/TEL
ANT:ANTWOORDAPP.
HANDMATIG
ALLEEN FAX
FAX/TEL
HANDMATIG
ANT:BER.CENTR.
De Belvertraging instellen
De Belvertraging bepaalt het aantal keren dat de faxmachine
overgaat voordat deze antwoordt in ALLEEN FAX of FAX/TEL en
ANT: BER.CENTR. standen. (alleen FAX-T106)
1
Druk op Menu/Set, 2, 1.
Als u een FAX-T104 hebt, gaat u door naar Stap 3.
2
Druk op ▲ of ▼ om BEL VERTRAGING te selecteren, en druk
op Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe vaak de telefoon moet
overgaan voordat de machine opneemt, en druk op
Menu/Set.
4
Druk op Stop/Eindigen.
(alleen FAX-T106)
De Bespaarstand moet op UIT staan om de instelling
Belvertraging te gebruiken.
De Ontvangststand instellen
5 - 2
Page 43
De F/T-Beltijd instellen (alleen in de stand FAX/TEL)
Als u de Ontvangstmodus instelt op FAX/TEL, dient u te
specificeren hoe lang de faxmachine met een dubbele bel moet
overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen (als
het een inkomend faxbericht is, print de faxmachine de fax) Deze
dubbele bel hoort u pas na de belvertraging. Alleen de bel van de
faxmachine gaat over, de andere toestellen op dezelfde lijn gaan
met het dubbele belsignaal over. U kunt de telefoon echter wel
aannemen op een tweede toestel (op een aparte telefoonstekker)
dat is aangesloten op dezelfde lijn als de faxmachine. (Raadpleeg
Werken met een tweede toestel op pagina 5-6.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om te
selecteren hoe lang de faxmachine moet overgaan (20, 30, 40
of 70 seconden) om u op een normaal telefoongesprek te
attenderen.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal
de faxmachine dit signaal aanhouden voor het aantal
ingestelde seconden.
Dit is het bericht dat door uw machine (niet een extern
ANTW.APP.) wordt afgespeeld wanneer iemand opbelt en de
machine is ingesteld op de FAX/TEL-ontvangstmodus. Men hoort
dit bericht weliswaar, maar er kan geen bericht worden
achtergelaten.
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
2
Druk op ▲ of ▼ om F/T BERICHT te selecteren, en druk op
Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om BOODSCHAP OPN. te selecteren en op
Menu/Set, neem vervolgens de hoorn op om een bericht op
te nemen (max. 20 seconden).
4
Leg de hoorn weer op de haak. Uw bericht wordt afgespeeld.
5
Druk op Stop/Eindigen.
Het is niet noodzakelijk een uitgaand bericht op te nemen.
Ook zonder werkt de F/T-stand prima. Het is alleen bedoeld
om de beller uit te leggen in welke stand uw machine staat
(Raadpleeg Het Uitgaande Bericht (BEANTW. BERICHT) wissen op pagina 9-3 voor instructies om het bericht te
wissen).
U kunt bijvoorbeeld het volgende bericht opnemen:
“Hallo, even geduld a.u.b., u wordt verbonden. Wacht a.u.b. op de
faxtoon, als u een fax wilt verzenden en druk op Start, of druk op
5 1 (uw driecijferige faxontvangstcode) en op Start.”
De Ontvangststand instellen
5 - 3
Page 44
Fax Waarnemen
Als u deze functie gebruikt, is het niet nodig de Fax Start of de
Faxontvangstcode 5 1 in te toetsen wanneer u de telefoon
aanneemt en faxtonen hoort. Houd de hoorn even vast en wacht
een paar seconden. Als u AAN selecteert, kan de faxmachine
faxberichten automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van de
machine of van een tweede of extern toestel hebt opgenomen.
Zodra u ONTVANG op het LCD-scherm ziet of als u scherpe piepjes
door de hoorn van een tweede toestel dat op een ander
wandcontact/telefoonstekker is aangesloten hoort, kunt u de hoorn
terugplaatsen en zal de faxmachine de rest doen. HALF kan de
faxmachine de fax alleen ontvangen, als u de telefoon bij de
faxmachine hebt aangenomen.
■ Als u deze functie hebt ingesteld op FAX WAARN:AAN,
maar uw machine neemt de faxoproep niet automatisch
over wanneer u de hoorn van een externe of tweede
telefoon opneemt, moet u de Faxontvangstcode 5 1
intoetsen. Neem de hoorn van de machine op en druk op
Fax Start.
■ Als u faxen verzendt vanaf een computer op dezelfde
telefoonlijn en de machine onderschept de faxen, dan
moet u deze functie op FAX WAARN:UIT instellen.
■ Als u FAX WAARN:UIT selecteert moet u de machine zelf
activeren door te drukken op Fax Start.
—OF—
Druk op 5 1 op de externe of tweede telefoon, als u niet
in de buurt van uw machine bent.
1
Druk op Menu/Set, 2, 3.
2
Gebruik ▲ of ▼ om AAN, HALF
of UIT te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
3.FAX WAARNEMEN
Een verkleinde afdruk van een inkomend document
maken (Automatische Verkleining)
Als u AUTO kiest, zal de faxmachine een inkomende fax
automatisch verkleinen, zodat deze op een vel A4-papier past,
ongeacht het papierformaat van het document.
1
Druk op Menu/Set, 2, 5.
2
Gebruik ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
■ Zet deze instelling aan, als u faxen ontvangt die over twee
pagina’s zijn verdeeld. Als het document te lang is, kan het
echter zijn dat de faxmachine het op twee pagina’s print.
■ Wanneer de Automatische Verkleining aanstaat en u een
fax ontvangt die kleiner is dan het papier dat u gebruikt,
wordt er niet verkleind en wordt de fax in de
oorspronkelijke grootte afgedrukt.
5.AUTO REDUCTIE
De Ontvangststand instellen
5 - 4
Page 45
Ontvangen in het geheugen
Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax,
verschijnt op het scherm KIJK PAPIER NA; plaats papier in de
papierlade. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.)
Als de Ontvangst in het Geheugen is ingeschakeld…
Als er voldoende geheugen beschikbaar is, dan gaat de machine
gewoon door met het ontvangen van de fax. Faxen die daarna
worden ontvangen, worden ook in het geheugen opgeslagen
totdat het geheugen vol raakt, waarna verdere inkomende
faxoproepen niet automatisch worden beantwoord. Plaats papier
in de papierlade om alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen
af te drukken.
Als de Ontvangst in het Geheugen is uitgeschakeld…
Als er voldoende geheugen beschikbaar is, dan gaat de machine
gewoon door met het ontvangen van de fax en zullen de overige
pagina’s in het geheugen worden opgeslagen, totdat dit vol is.
Verdere faxen worden pas weer automatisch beantwoord nadat er
nieuw papier in de papierlade is geplaatst.
1
Druk op Menu/Set, 2, 6.
2
Gebruik ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
6.GEH.ONTVANGST
Een fax ontvangen aan het einde van een gesprek
Aan het einde van een telefoongesprek kunt u de andere partij
vragen om u informatie te faxen voordat u beiden ophangt.
1
Vraag de andere partij het document in hun machine te
plaatsen en op Fax Start te drukken. Vraag hen te wachten
totdat de faxmachine het tjirpende geluid uitzendt, en dan pas
op te hangen.
2
Wanneer u de faxtonen van de andere machine hoort, drukt u
op Fax Start.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
3
Leg de hoorn weer op de haak.
ONTVANG
De Ontvangststand instellen
5 - 5
Page 46
Geavanceerde ontvangsthandelingen
Werken met een tweede toestel
Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een
extern toestel dat is aangesloten op de juiste ingang op de
machine, kunt u de oproep door de faxmachine laten aannemen
door de Faxontvangstcode te gebruiken. Als u de
Faxontvangstcode 5 1 intoetst, zal de fax op de faxmachine
worden ontvangen.
(Raadpleeg Fax Waarnemen op pagina 5-4.)
Als de faxmachine een normaal telefoontje aanneemt en het
dubbele belsignaa l geeft, toetst u de Code voor het Aannemen van
de Telefoon in #5 1 om het telefoontje op een tweede toestel aan
te nemen.
(Raadpleeg De F/T-Beltijd instellen (alleen in de stand FAX/TEL)
op pagina 5-3.)
Als u een telefoontje aanneemt en er niemand aan het toestel is,
betreft het hoogstwaarschijnlijk een inkomende fax.
■ Als u het telefoontje op een tweede toestel aannam (op een
apart telefooncontact), drukt u op 5 1 en wacht u totdat u het
tjirpende geluid hoort, pas dan mag u ophangen.
■ Op een extern toestel (aangesloten op de juiste ingang van de
machine) drukt u op 5 1 en wacht u totdat de verbinding is
verbroken (op het LCD-scherm van de machine staat
ONTVANG).
Degene die u opbelt dient te drukken op Start om de fax te
verzenden.
Alleen voor de stand FAX/TEL
Als de faxmachine in de stand FAX/TEL staat, wordt het dubbele
belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal
telefoontje betreft.
Als u zich bij een tweede of een extern toestel bevindt, moet u de
hoorn tijdens het overgaan van de dubbele bel opnemen en tussen
twee dubbele belsignalen in op # 5 1 drukken. Wanneer er
niemand aan het toestel is of wanneer iemand u een fax wil sturen,
stuurt u het gesprek terug naar de faxmachine door op 5 1 te
drukken.
Een Telefoontje doorschakelen vanaf een ander
Toestel
Om deze functie te gebruiken, moet u eerst CODE OP AFST. op
AAN zetten. (Raadpleeg De codes voor afstandsbedi ening wijzigen
op pagina 5-7.)
U kunt deze functie gebruiken voor het doorschakelen van een
telefoongesprek dat is aangenomen op een draadloze telefoon die
extern op de faxmachine is aangesloten. (Raadpleeg Een extern toestel aansluiten op pagina 1-8.) U kunt een inkomend
telefoongesprek naar uw faxmachine doorschakelen, maar u kunt
geen gesprek van uw faxmachine naar uw draadloze telefoon
doorschakelen.
De Ontvangststand instellen
5 - 6
Page 47
Een telefoontje naar de faxmachine doorschakelen
Wanneer u het telefoongesprek op de draadloze telefoon
aanneemt en dit wilt doorschakelen naar de faxmachine,
1
toets dan de Code voor het Activeren van Spraak 8 1 in op
de draadloze telefoon.
2
De faxmachine gaat over (met hetzelfde dubbel belsignaal)
en op het LCD-scherm wordt de melding
“PAK TELEFOON OP” weergegeven.
3
Neem de hoorn op en druk op Telefoon (alleen FAX-T104).
—OF—
Druk alleen op Luidspreker (alleen FAX-T106) op de
faxmachine om het telefoongesprek naar de faxmachine door
te schakelen.
De verbinding met de draadloze telefoon niet verbreken,
totdat het telefoongesprek naar de faxmachine is
doorgeschakeld. Het gesprek is doorgeschakeld wanneer u
geen verbinding meer hebt met de beller via de draadloze
telefoon. Als u de draadloze telefoon ophangt voordat het
gesprek is doorverbonden, wordt de verbinding verbroken.
Als er niemand opneemt bij de faxmachine, stopt het dubbele
belsignaal na 30 seconden. U kunt het gesprek dan echter nog wel
via de draadloze telefoon voortzetten. Communicatie tussen de
faxmachine en de draadloze telefoon (= intercom) is niet mogelijk.
De codes voor afstandsbediening wijzigen
Het is mogelijk dat de codes voor afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken. De voorgeprogrammeerde
Faxontvangstcode is 5 1. De voorgeprogrammeerde Code voor
het Aannemen van de Telefoon is # 5 1. De voorg eprogrammeerde
Code voor het Activeren van Spraak is 8 1.
Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u
probeert om vanaf een ander toestel toegang te krijgen tot uw
ANTW.APP., is het raadzaam om een andere driecijferige
Faxontvangstcode, Code om de Telefoon Aan te nemen of
Code voor het Activeren van Spraak te kiezen door cijfers van
0 tot 9 te gebruiken, of #.
1
Druk op Menu/Set, 2, 4.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Voer de nieuwe Faxontvangstcode in.
Druk op Menu/Set.
4
Voer de nieuwe Code voor het Aannemen van de Telefoon in.
Druk op Menu/Set.
5
Voer de nieuwe Code voor het Activeren van Spraak in.
Druk op Menu/Set.
6
Druk op Stop/Eindigen.
4.CODE OP AFST.
De Ontvangststand instellen
5 - 7
Page 48
Een fax uit het geheugen afdrukken (alleen FAX-T104)
Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan hebt geselecteerd
(Menu/Set, 8, 1) kunt u nog altijd een fax uit het geheugen
afdrukken wanneer u zich bij de faxmachine bevindt.
(Raadpleeg Fax Opslaan inst ellen op pagina 8-2.)
1
Druk op Menu/Set, 8, 3.
2
Druk op Fax Start.
3
Druk na het afdrukken op Stop/Eindigen.
3.PRINT DOCUMENT
Pollen
Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere
faxmachine. U kunt de faxmachine gebruiken om andere machines
te ‘pollen’, of u kunt de andere partij vragen de faxmachine te
pollen.
Alle partijen die bij het Pollen betrokken zijn dienen hun
faxmachines zo in te stellen, dat er gepolld kan worden. De partij
die de faxmachine belt om te pollen, betaalt voor het telefoontje.
Als u de faxmachine van derden belt om te pollen, betaalt u het
telefoontje.
Sommige faxmachines reageren niet op de Pollingfunctie.
Beveiligd Pollen
Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten in
verkeerde handen terechtkomen wanneer de faxmachine in de
pollingwachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen uitsluitend met
een andere Brother-faxmachine gebruiken. Op de machine die uw
documenten opvraagt, moet de beveiligingscode worden
ingevoerd.
Ontvang Pollen instellen (Standaard)
Ontvang Pollen betekent dat u een andere faxmachine belt om
daar een fax op te vragen.
1
Druk op Menu/Set, 2, 7.
2
Druk op ▲ of ▼ om STAND. te
selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Toets het te pollen faxnummer in.
Druk op Fax Start.
7.ONTVANG POLLEN
Ontvang Pollen met Beveiligingscode instellen
Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de
andere partij.
1
Druk op Menu/Set, 2, 7.
2
Druk op ▲ of ▼ om BEVEILIG te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Toets een viercijferige beveiligingscode in.
Deze is dezelfde als de beveiligingscode van de faxmachine
die u gaat pollen.
4
Druk op Menu/Set.
5
Toets het te pollen faxnummer in.
6
Druk op Fax Start.
De Ontvangststand instellen
5 - 8
Page 49
Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen
U kunt de machine zo instellen, dat deze op een later tijdstip met
Ontvang Pollen begint.
1
Druk op Menu/Set, 2, 7.
2
Druk op ▲ of ▼ om TIJDKLOK te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
U wordt gevraagd in te voeren om hoe laat het pollen moet
worden uitgevoerd.
4
Voer in om hoe laat u het pollen wilt starten (in
24-uursformaat).
Bijvoorbeeld, voor 09:45 PM voert u 21:45 in.
5
Druk op Menu/Set.
6
Toets het te pollen faxnummer in.
7
Druk op Fax Start.
De faxmachine begint op het door u ingevoerde tijdstip met
het pollen.
U kunt slechts één Uitgestelde Pollingtaak instellen.
Opeenvolgend Pollen
De machine kan in één bewerking documenten van diverse andere
faxapparaten opvragen. In Stap 4 kunt u meerdere bestemmingen
invoeren. Daarna wordt er een Rapport Opeenvolgend Pollen
afgedrukt.
1
Druk op Menu/Set, 2, 7.
2
Druk op ▲ of ▼ om STAND.,
BEVEILIG of TIJDKLOK te
kiezen.
Druk op Menu/Set wanneer de gewenste instelling op het
LCD-scherm wordt weergegeven.
3
Als u STAND. hebt geselecteerd, gaat u naar Stap 4.
■ Als u BEVEILIG hebt geselecteerd, voert u een viercijferig
nummer in en drukt u op Menu/Set, waarna u doorgaat
naar Stap 4.
■ Als u TIJDKLOK hebt geselecteerd, voert u de tijd (in
24-uursformaat) waarop met pollen moet worden
begonnen, waarna u op Menu/Set drukt en doorgaat naar
Stap 4.
4
Gebruik Eéntoetsnummers, Snelkiestoetsen, Zoeken of een
Groep om de nummers van de andere faxmachines te
specificeren. Bijvoorbeeld, voor Eéntoetsnummer 3 en
Snelkiesnummer 09, drukt u op Snelkiestoets 3,
Zoeken/wacht, # en 09. (Raadpleeg Nummers kiezen op
pagina 6-1.)
5
Druk op Fax Start.
6
Elk nummer of elk groepsnummer wordt op om de beurt
gekozen om de documenten op te vragen.
ONTVANG:POLLEN
POLLING:STAND.
De Ontvangststand instellen
5 - 9
Page 50
Telefoondiensten
Uw faxmachine ondersteunt nummerweergave, een dienst die
sommige telefoonbedrijven aanbieden.
Nummerweergave
Nummerweergave is een functie die de abonnee het
telefoonnummer van de beller laat zien wanneer de telefoon gaat.
Het is een snelle manier om te bepalen wie er belt. U kunt snel
reageren op telefoontjes die u gemist hebt, want deze functie slaat
de ontvangen nummers in het geheugen van uw machine op. In
aanvulling op de standaard functies van nummerweergave, kunt u
een nummer selecteren en de machine dit nummer laten kiezen.
■ Als u nummerweergave wilt gebruiken, dient u deze dienst
bij uw telefoonbedrijf aan te vragen.
■ Bij gebruik van PABX:
De faxmachine van Brother ontvangt doorgaans geen
identificatiesignalen, als deze is aangesloten achter een
PABX-systeem of een ander apparaat voor het omleiden
van telefoongesprekken.
Voordelen van Nummerweergave
Bij zakelijk Gebruik
Alle bedrijven hebben er baat bij als sneller gereageerd kan
worden op telefoontjes van klanten.
Bij privé-Gebruik
Particulieren kunnen ongewenste telefoontjes negeren, omdat het
nummer of de naam van de beller wordt weergegeven voordat de
telefoon wordt aangenomen.
Nummerweergave Activeren
Als u de nummerweergave van uw telefoonbedrijf op uw lijn hebt,
dient u deze functie op AAN te zetten, zodat het nummer van de
beller op het LCD-scherm van de faxmachine wordt weergegeven
wanneer de telefoon gaat.
1
Druk op Menu/Set, 0, 3.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te kiezen.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
3.BELLER ID
De Ontvangststand instellen
5 - 10
Page 51
Hoe werkt Nummerweergave?
Het nummer van de beller wordt weergegeven op het
LCD-scherm wanneer uw telefoon overgaat
Wanneer de telefoon gaat, wordt het nummer van de beller op het
LCD-scherm weergegeven. Als de naam van de beller in uw
machine is opgeslagen als een Snelkiesnummer of
Eéntoetsnummer, wordt de naam van de beller weergegeven. De
naam van de beller verdwijnt zodra u de hoorn opneemt.
■ Als NR. ONBEKEND in uw display komt betekend dit dat er
geen I.D. nummer is ontvangen.
■ Als GEHEIM NUMMER op het LCD-scherm verschijnt,
betekent dit dat de beller het doorgeven van het nummer
opzettelijk geblokkeerd heeft.
■ Als er geen nummer aan uw faxmachine werd
doorgegeven, blijft PAK TELEFOON OP op het
LCD-scherm staan.
Het Nummer van de Beller wordt in het Geheugen van
uw Machine opgeslagen
De machine kan maximaal de laatste 30 ontvangen nummers in
het geheugen opslaan, samen met de datum en tijd waarop vanaf
deze nummers gebeld werd. Het 31ste nummer zal het oudste
nummer vervangen.
De in het geheugen opgeslagen nummers kunnen voor het
volgende gebruikt worden.
■ Een Nummer in het Geheugen selecteren om dit terug te
bellen.
U kunt door de lijst met nummers bladeren, er één selecteren
en de machine dit nummer laten kiezen. (Raadpleeg Een Nummer in het Geheugen selecteren om dit terug te bellen op
pagina 5-12.)
■ De lijst van nummers afdrukken.
U kunt controleren wie er gebeld heeft door de lijst van de in het
geheugen opgeslagen nummers af te drukken. In dit rapport
staan de Datum en Tijd waarop gebeld werd, het
Telefoonnummer (Nummerweergave) dat gebeld heeft en wat
voor telefoontje het was (Opmerking).
Stel voordat u de nummerweergave activeert, eerst de
belvertraging in op meer dan 02 (Raadpleeg De Belvertraging
instellen op pagina 5-2). Als u het aantal beltonen instelt op
01, werkt de nummerweergave niet.
De Ontvangststand instellen
5 - 11
Page 52
Een Nummer in het Geheugen selecteren om dit terug
te bellen
U kunt de in het geheugen opgeslagen nummers weergeven, en
selecteren welk nummer uw machine moet terugbellen. Dit is een
handige functie waarmee de faxmachine van Brother een in het
geheugen opgeslagen nummer (telefoon/fax) met de hoorn op de
haak kan terugbellen. U hoeft dat nummer dan niet te noteren en
handmatig te kiezen.
1
Druk op Menu/Set, 0, 3.
2
Druk op ▲ of ▼ om
TOON TEL.NUMMERS te
selecteren, en druk op
Menu/Set.
Het nummer van de persoon die het laatst gebeld heeft, wordt
op het LCD-scherm weergegeven. Als er geen nummers zijn
opgeslagen, klinkt er een waarschuwingstoon en wordt de
melding NIET VASTGELEGD op het LCD-scherm
weergegeven.
3
Druk op ▲ of ▼ om door de nummers in het geheugen te
bladeren, en druk op Menu/Set om dit nummer automatisch
te kiezen. Wacht totdat u wordt gevraagd op Fax Start te
drukken.
4
Druk op Fax Start.
5
Als u een fax wilt verzenden,
moet u het document in de
ADF plaatsen. Druk
vervolgens op Fax Start.
Als u het terugbellen wilt annuleren (bijvoorbeeld omdat u het
verkeerde nummer hebt geselecteerd), drukt u gewoon op
Stop/Eindigen en begint u opnieuw; het nummer zal niet worden
gewist.
TOON TEL.NUMMERS
KIESMETH
TELEFOON
De Ontvangststand instellen
5 - 12
Page 53
Tijdens het Terugbellen bepaalde Netwerkdiensten
activeren
U kunt een speciale prefix laten kiezen vóór het nummer dat
u gaat terugbellen, bijvoorbeeld om bepaalde
netwerkdiensten te activeren ten opzichte van het nummer
dat u terugbelt.
Bijvoorbeeld, - Het doorgeven van uw eigen nummer
blokkeren
Deze prefix, die doorgaans uit drie of zes cijfers bestaat (met
inbegrip van de symbolen # en ), kan worden ingevoegd
wanneer het gewenste nummer in Stap 3 op de vorige pagina
wordt weergegeven (u kunt een prefix van maximaal 20 tekens op
de machine intoetsen). Wanneer u op Fax Start drukt, wordt het
complete nummer, met inbegrip van de prefix, gekozen.
Select eer het gewenste nummer en
wacht 2 seconden, totdat de datum
en tijd waarop dit nummer u gebeld
heeft worden weergegeven.
Toets met de cijfertoetsen de prefix van maximaal 20 cijfers in.
■ Wanneer u één van de cijfertoetsen indrukt, verdwijnen de
gegevens op het LCD-scherm.
■ Als u de prefix wilt annuleren (bijvoorbeeld omdat u het
verkeerde nummer hebt ingetoetst), drukt u gewoon op
Stop/Eindigen.
■ Op het LCD-scherm wordt dan weer het door u geselecteerde
nummer weergegeven.
■ Als u nogmaals op Stop/Eindigen drukt, worden weer de
huidige datum en tijd weergegeven. U hebt het terugbellen
onderbroken.
■ Met problemen en vragen over het gebruik van
netwerkdiensten dient u zich in eerste instantie tot uw network
operator te wenden.
■ Bij het terugbellen van nummers die met nummerweergave zijn
opgeslagen, kan niet automatisch opnieuw worden gekozen als
het nummer in gesprek is of er niet wordt opgenomen.
25)09/11 15:25
KIES:DRUK START
Het in het Geheugen opgeslagen Nummer wissen
(alleen FAX-T106)
Voor een doeltreffend gebruik van het geheugen is het raadzaam
om het met nummerweergave opgeslagen nummer te wissen door
op Wissen te drukken, wanneer het nummer op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
De lijst met Nummers afdrukken.
1
Druk op Menu/Set, 0, 3.
2
Druk op ▲ of ▼ om PRINT RAPPORT te selecteren, en druk
op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
De Ontvangststand instellen
5 - 13
Page 54
Het Verzenden instellen
6
Nummers kiezen
U kunt op alle volgende manieren nummers kiezen.
Handmatig kiezen
Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
Eéntoetsnummers gebruiken
Druk op het Eéntoetsnummer dat u wilt bellen.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1.)
Snel-kiezen
Druk op Zoeken/wacht, #, en toets vervolgens het
Snelkiesnummer van twee cijfers in.
(Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-2.)
tweecijferig nummer
Wanneer het LCD-scherm NIET OPGESLAGEN weergeeft
wanneer u het Snelkiesnummer invoert, is er geen
telefoonnummer opgeslagen onder dit nummer.
Zoeken
U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor
Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op
Zoeken/wacht en de navigatietoetsen ( of ) om te zoeken.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-2.)
Om alfabetisch te zoeken, kunt u het numerieke toetsenbord
gebruiken om de eerste letter in te voeren van de naam die u
zoekt.
Het Verzenden instellen
6 - 1
▲
▲
Op nummer zoeken
Alfabetisch zoeken
Page 55
Faxnummer opnieuw kiezen
Als u handmatig een fax verzendt en het nummer in gesprek is,
kunt u op Herkies/Pauze drukken en vervolgens op Fax Start om
het nummer nogmaals te kiezen. Als u het laatst gekozen nummer
opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door op Herkies/Pauze
en Fax Start te drukken.
Herkies/Pauze werkt uitsluitend wanneer u vanaf het
bedieningspaneel koos.
Als u een fax automatisch verzendt en de lijn bezet is, zal de
faxmachine het nummer automatisch drie keer opnieuw proberen
met een pauze van vijf minuten.
Faxen
Automatisch verzenden
Dit is de eenvoudigste methode om een fax te verzenden.
Documenten moeten 150 tot 600 mm lang en 148 tot 216 mm
breed zijn, ongeacht de breedte van het papier.
BELANGRIJK:Neem de hoorn niet op of druk op Luidspreker
(alleen FAX-T106).
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de Automatische Documentinvoer (ADF).
2
Stel de papiergeleiders in op de breedte van het document.
Papiergeleiders
3
Voer het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de
Eéntoetsnummers, de Snelkiestoetsen of de kiestoetsen
gebruiken, of u kunt het nummer Zoeken. (Raadpleeg
Eéntoetsnummers gebruiken op pagina 6-1, Snel-kiezen op
pagina 6-1 en Zoeken op pagina 6-1.)
4
Druk op Fax Start.
Gebruik geen omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd
of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of
plakband.
Gebruik geen karton, krantenpapier of stof.
De ADF heeft een capaciteit van maximaal 10 vellen en voert
het papier vel voor vel door de faxmachine. Gebruik
standaard 64 g/m
gebruikt; als u zwaarder papier gebruikt, voer dan het papier
vel voor vel in om te voorkomen dat het papier vastloopt.
2
- 90 g/m2 papier wanneer u de ADF
Het Verzenden instellen
6 - 2
Page 56
Handmatig verzenden
Als u faxen handmatig verzendt, hoort u de kiestoon, de beltonen
en de faxontvangsttonen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Neem de hoorn van de haak en wacht totdat u de kiestoon
hoort.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106) en wacht totdat u de
kiestoon hoort.
3
Toets het gewenste faxnummer in (u kunt hiervoor de
kiestoetsen, de Eéntoetsnummers of de Snelkiestoetsen
gebruiken, of u kunt kiezen door Zoeken/wacht te
gebruiken).
(Raadpleeg Nummers kiezen op pagina 6-1.)
4
Druk op Fax Start zodra u de
faxtoon hoort.
5
Wanneer u de hoorn hebt opgenomen, leg deze dan neer.
VERZEND
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u de andere partij een fax
sturen voordat u beiden ophangt.
1
Vraag de andere partij te wachten op de faxtonen, dan op
Start te drukken en daarna pas op te hangen.
2
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
Druk op Fax Start.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
3
Leg de hoorn weer op de haak.
VERZEND
Basishandelingen bij het verzenden
Faxen met meerdere instellingen verzenden
Wanneer u een fax verzendt kunt u een combinatie van deze
instellingen kiezen zoals contrast, resolutie, internationale modus,
uitgestelde fax timer, pollen of verzenden vanuit het geheugen.
Telkens nadat een instelling is
geaccepteerd, wordt u gevraagd of
u nog meer instellingen wilt
invoeren:
Druk op 1 om verdere instellingen te selecteren. Op het
LCD-scherm wordt weer het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2 als u klaar bent met het kiezen van instellingen, en ga
naar de volgende stap.
Het Verzenden instellen
6 - 3
VOLGENDE
1.JA 2.NEE
Page 57
Contrast
Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast
wellicht aanpassen.
Gebruik LICHT om het document donkerder te maken.
Gebruik DONKER om het document lichter te maken.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 3.
3
Druk op ▲ of ▼ om AUTO,
LICHT of DONKER te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Druk op 1 als u nog andere
instellingen wilt maken. Op het
LCD-scherm wordt opnieuw
het VERZENDMENU
weergegeven.
—OF—
Druk op 2 als u klaar bent met instellen en ga naar Stap 5.
5
Toets een faxnummer in.
6
Druk op Fax Start om de fax te versturen.
De faxmachine begint de eerste pagina te scannen.
3.CONTRAST
GEACCEPTEERD
VOLGENDE
1.JA 2.NEE
Faxresolutie
Als er een document in de ADF zit, kunt u de toets Resolutie
gebruiken om de instelling tijdelijk te wijzigen (alleen voor deze
fax). Druk herhaaldelijk op Resolutie totdat op het LCD-scherm de
gewenste instelling wordt weergegeven.
STAND.Geschikt voor de meeste getypte
documenten.
FIJNGeschikt voor documenten met een klein
lettertype. De transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de Standaardresolutie.
S. FIJNGeschikt voor kleine lettertjes of artwork. De
transmissiesnelheid is lager dan bij de Fijne
resolutie.
FOTOGebruiken wanneer het document
verschillende grijstinten heeft of een foto is.
Deze instelling heeft de laagste
transmissiesnelheid.
Het Verzenden instellen
6 - 4
Page 58
Verzenden met meerdere Resoluties
Gebruik deze functie als u een faxbericht van meerdere pagina's
wilt verzenden met verschillende resoluties. Dit komt vooral van
pas wanneer u een fax wilt verzenden met foto’s en tekst, of enkele
pagina's met kleine en andere met grote letters. Nadat de fax is
verzonden wordt de Resolutie automatisch teruggesteld naar
STAND..
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 4.
3
Gebruik ▲ of ▼ om de resolutie voor pagina 1 te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Herhaal Stap 2 voor elke
pagina. Druk op
Stop/Eindigen wanneer u
klaar bent. Het scherm toont:
5
Druk op 1 als u verder nog
instellingen wilt selecteren. Op het LCD-scherm wordt weer
het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2 als u de instellingen hebt gekozen en ga naar Stap
6. U wordt gevraagd het faxnummer dat u wilt bellen in te
voeren.
6
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start.
GEACCEPTEERD
VOLGENDE
1.JA 2.NEE
Een fax wanneer actief annuleren
Als u een fax wilt annuleren terwijl de faxmachine aan het scannen,
kiezen of verzenden is, drukt u op Stop/Eindigen.
Een taak in de wachtrij annuleren
U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op
verzending wacht, annuleren.
1
Druk op Menu/Set, 4.
Op het LCD-scherm
verschijnen alle taken die in de wachtrij staan.
2
Als er meer dan één taak in de wachtrij staat, drukt u op ▲ of
▼ om de taak die u wilt annuleren te selecteren.
Druk op Menu/Set.
—OF—
Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar
Stap 3.
3
Druk op 1 om de taak te annuleren.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten zonder te annuleren.
Herhaal Stap 2 als u nog een taak wilt annuleren.
4
Druk op Stop/Eindigen.
4.WIS OPDRACHT
Het Verzenden instellen
6 - 5
Page 59
Geavanceerde verzendopties
Het elektronische Voorblad samenstellen
Dit voorblad wordt naar de machine van de ontvangende partij
verzonden. Op uw voorblad staat de naam of het nummer die in het
Eéntoets- of Snelkiesgeheugen is opgeslagen. Als u handmatig
kiest, wordt er geen naam vermeld.
Op dit voorblad staan uw Stations-ID en het aantal pagina's dat u
verzendt. Als u VOORBLAD INST. heeft ingesteld op AAN
(Raadpleeg Met elke fax een voorblad verzenden op pagina 6-7),
wordt het aantal pagina’s niet vermeld.
U kunt een opmerking selecteren, die op het voorblad zal worden
afgedrukt.
1.GEEN OPMERKING
2.BELLEN A.U.B.
3.BELANGRIJK
4.VERTROUWELIJK
U kunt in plaats van één van bovenstaande opmerkingen echter
ook zelf een opmerking opstellen van maximaal 27 tekens lang.
(Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 4-3.)
5.(USER DEFINED)
6.(USER DEFINED)
De meeste VERZEND MENU instellingen zijn tijdelijke instellingen,
zodat u voor elke fax die u verzendt specifieke instellingen kunt
maken. Wanneer u echter het voorblad en de opmerking instelt,
verandert u de standaard instellingen zodat deze beschikbaar zijn
tijdens het faxen.
Uw eigen opmerkingen opstellen
1
Druk op Menu/Set, 3, 2.
Het scherm toont:
2
Gebruik ▲ of ▼ om 5 of 6 te
kiezen voor uw eigen opmerking.
Druk op Menu/Set.
3
Toets de opmerking met de kiestoetsen in.
(Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 4-3.)
4
Druk op Menu/Set.
Het scherm toont:
5
Druk op 1, als u verder nog
instellingen wilt selecteren. Op
het LCD-scherm wordt weer
het VERZEND MENU
weergegeven.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten.
2.VOORBLAD OPM.
GEACCEPTEERD
VOLGENDE
1.JA 2.NEE
Het Verzenden instellen
6 - 6
Page 60
Voorblad voor alleen de volgende fax
Deze functie werkt niet, tenzij u de Stations-ID hebt ingesteld.
(Raadpleeg De Stations-ID instellen op pagina 4-2.)
Als u het voorblad alleen met een bepaalde fax wilt verzenden,
wordt op dit voorblad vermeld uit hoeveel pagina's uw document
bestaat.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 1.
3
Wanneer op het LCD-scherm
ALLEEN DEZE FAX wordt weergegeven, druk op Menu/Set.
4
Druk op ▲ of ▼ om VOLGENDE FAX:AAN (of VOLGENDE
FAX:UIT) te selecteren, en druk op Menu/Set.
5
Druk op ▲ of ▼ om een standaard of eigen opmerking te
selecteren.
6
Druk op Menu/Set.
7
Toets twee cijfers in om aan te geven hoeveel pagina's u
verzendt (toets 00 in, als u niet aan wilt geven hoeveel
pagina’s u verzendt). Als u een vergissing hebt gemaakt, druk
dan op om terug te gaan en het aantal pagina's opnieuw in
te voeren.
8
Druk op Menu/Set.
9
Druk op 1, als u verder nog instellingen wilt selecteren. Op het
LCD-scherm wordt weer het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2 als u verder geen instellingen meer wilt selecteren.
10
Voer het faxnummer in dat u aan het bellen bent en druk
vervolgens op Fax Start.
▲
1.VOORBLAD INST.
Met elke fax een voorblad verzenden
Controleer of u de Stations-ID hebt ingesteld, voordat u
verdergaat. Deze functie werkt niet zonder de Stations-ID.
(Raadpleeg De Stations-ID instellen op pagina 4-2.)
U kunt uw machine zo instellen, dat met elke fax een voorblad
wordt verzonden. Met deze instelling wordt niet vermeld uit
hoeveel pagina's uw faxbericht bestaat.
1
Druk op Menu/Set, 3, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren (als u AAN selecteert, wordt met elke fax
een voorblad verzonden).
3
Druk op Menu/Set.
4
Als u AAN hebt geselecteerd, druk op ▲ of ▼ om één van de
standaard opmerkingen of van uw eigen opmerkingen te
selecteren.
5
Druk op Menu/Set wanneer
op het scherm uw keuze wordt
weergegeven. Het scherm
toont:
6
Druk op 1, als u verder nog
instellingen wilt selecteren. Op het LCD-scherm wordt weer
het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten, als u verder geen instellingen meer
wilt selecteren.
1.VOORBLAD INST.
GEACCEPTEERD
VOLGENDE
1.JA 2.NEE
Het Verzenden instellen
6 - 7
Page 61
Een afgedrukt Voorblad gebruiken
Als u er de voorkeur aan geeft om een voorblad te gebruiken
waarop u bijvoorbeeld zelf nog informatie kunt schrijven, kunt u
een voorblad eerst afdrukken en aan uw faxbericht toevoegen.
1
Druk op Menu/Set, 3, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om
PRINT VOORBEELD te selecteren.
Druk op Menu/Set.
1.VOORBLAD INST.
Groepsverzenden
Met gebruikmaking van de nummers die zijn opgeslagen in het
geheugen voor Groepen, Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers,
kunnen faxen in één groepsverzending naar maximaal 104
verschillende nummers worden g estuurd door middel van e en paar
eenvoudige stappen. U moet TX GEHEUGEN instellen op AAN of ALLEEN DEZE FAX.
Als de Groepsverzending is voltooid, wordt er automatisch een
Groepsverzendrapport afgedrukt om u de resultaten te laten
weten.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 9 om AAN te selecteren voor Verzenden
vanuit het Geheugen. (Raadpleeg Verzenden vanuit het
Geheugen op pagina 6-12.)
3
Druk op Menu/Set.
4
Toets de Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers (achter
elkaar) en Groepsnummers in, of Zoek de gewenste
nummers op.
5
Druk op Fax Start. De faxmachine slaat het document in het
geheugen op en verstuurt het vervolgens naar alle nummers
die u hebt ingetoetst. Als de lijn bezet is, zal de machine het
nummer terugbellen.
■ Druk tijdens het verzenden op Stop/Eindigen om het
verzenden naar het huidige nummer te annuleren.
■ Om het verzenden naar alle nummers te annuleren, druk
op Menu/Set, 4. (Raadpleeg Een taak in de wachtrij
annuleren op pagina 6-5.)
■ Om het Verzenden vanuit het Geheugen weer uit te
schakelen, ga naar Stap 2 na de verzending en selecteer
UIT.
Internationale Modus
Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van een
fax, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om de
Internationale Modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus
hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 5.
3
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of
UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
5.INTERNATIONAAL
Het Verzenden instellen
6 - 8
Page 62
4
Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het
LCD-scherm wordt opnieuw het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt selecteren
en ga vervolgens naar Stap 5.
5
Voer het faxnummer in.
6
Druk op Fax Start.
Oproep Reserveren
U kunt een fax verzenden en de andere persoon laten weten dat u
met hem/haar wilt spreken nadat de fax verzonden is. De bel van
de andere faxmachine gaat dan over en zodra de andere persoon
opneemt, gaat de bel van uw machine over. Neem de hoorn op om
met de andere persoon te spreken.
Als u Oproep Reserveren en het bericht voor Terugbellen instelt op
AAN, laat uw machine een bericht achter als de andere persoon
niet opneemt.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 6.
Op het LCD-scherm wordt de
huidige instelling voor Oproep Reserveren weergegeven.
3
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Als u Oproep Reserveren instelt op AAN, wordt op het
LCD-scherm de huidige instelling voor het bericht Terugbellen
weergegeven.
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
5
Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt selecteren. Op het
LCD-scherm wordt weer het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt maken en
ga naar Stap 6.
6
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start.
7
Als u Oproep Reserveren hebt ingesteld op AAN, moet u de
hoorn opnemen wanneer de bel van uw machine overgaat.
Met Oproep Reserveren kan niet automatisch opnieuw
worden gekozen. Oproep Reserveren kan niet worden
gebruikt bij Uitgesteld Verzenden of voor het Pollen. Als u het
Bericht Terugbellen wilt instellen op AAN, moet uw Stations-ID
zijn ingesteld.
6.RESERVERING
Een voorbeeld van het Bericht Terugbellen afdrukken
1
Druk op Menu/Set, 3, 6.
2
Druk op ▲ of ▼ om
PRINT VOORBEELD te selecteren.
Druk op Menu/Set.
6.RESERVERING
Het Verzenden instellen
6 - 9
Page 63
Uitgestelde Fax
U kunt deze instelling gebruiken om, afhankelijk van de omvang
van de gegevens, maximaal 3 faxen te verzenden in de komende
24 uur.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 7.
3
Voer in op welke tijd de fax
moet worden verzonden (in 24 uur-formaat).
Druk op Menu/Set.
(toets bijvoorbeeld 19:45 in voor 07:45 PM)
4
Druk op 1 om het document in
de ADF te laten liggen.
—OF—
Druk op 2 om het document naar het geheugen te scannen.
5
Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het
LCD-scherm wordt opnieuw het VERZEND MENU
weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt selecteren
en ga vervolgens naar Stap 6.
6
Toets het faxnummer in.
7
Druk op Fax Start. De faxmachine zal de fax op het door u
ingevoerde tijdstip verzenden.
■ Het aantal pagina’s dat u in het geheugen kunt inlezen, is
afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn
afgedrukt.
■ Wanneer u op 2 in Stap 4 drukt, wordt het document
opgeslagen totdat u de fax in het geheugen wist met
behulp van de instelling voor het Annuleren van een Taak.
7.TIJDKLOK
1.DOC 2.GEHEUGEN
Het Verzenden instellen
6 - 10
Page 64
Verzend Pollen instellen (Standaard)
Verzend Pollen betekent dat de faxmachine met een document in
de invoer wacht, totdat ze door een ander faxapparaat wordt
gebeld om dit document op te vragen.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 8.
3
Druk op ▲ of ▼ om STAND. te
kiezen.
Druk op Menu/Set.
4
Druk op 1 om het document in
de automatische
documentinvoer te laten
liggen.
—OF—
Druk op 2 om het document naar het geheugen te scannen.
5
Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het
LCD-scherm wordt opnieuw het VERZEND MENU
weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt maken en
ga naar Stap 6.
6
Druk op Fax Start.
■ Wanneer u op 1 hebt gedrukt in Stap 4, blijft het document
in de ADF totdat de faxmachine wordt gepolld. Wanneer u
uw faxmachine moet gebruiken vóórdat de gepollde
Verzending plaatsvindt, kunt u deze “onderbreken” om
een andere fax te verzenden. (Raadpleeg Een Uitgestelde Fax en Pollingtaken onderbreken op pagina 6-13.) Het
document in de ADF kan slechts eenmaal worden
opgevraagd.
■ Wanneer u op 2 hebt gedrukt in Stap 4, wordt het
document in het geheugen opgeslagen en kan vanaf een
andere faxmachine worden opgevraagd totdat u de fax in
het geheugen wist met behulp van de instelling voor het
Annuleren van een Taak.
8.VERZEND POLLEN
POLLING:STAND.
1.DOC 2.GEHEUGEN
Verzend Pollen met Beveiligingscode instellen
Wanneer u POLLING:BEVEILIG kiest, moet iedereen die uw
machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 8.
3
Druk op ▲ of ▼ om BEVEILIG
te kiezen, en druk op Menu/Set.
4
Toets een viercijferig nummer in en druk op Menu/Set.
5
Druk op 1 om DOC te selecteren, als u wilt dat uw machine het
afgedrukte document scant wanneer het wordt gepolld.
—OF—
Druk op 2 om GEHEUG. te
selecteren en het document
naar het geheugen te s cannen.
8.VERZEND POLLEN
1.DOC 2.GEHEUGEN
Het Verzenden instellen
6 - 11
Page 65
6
Druk op 1 als u verder nog instellingen wilt selecteren. Op het
LCD-scherm wordt weer het VERZENDMENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt maken en
ga naar Stap 7.
7
Druk op Fax Start en wacht totdat de fax wordt gepolld.
Beveiligd Pollen
Met Beveiligd Pollen kunt u voorkomen dat uw documenten en
andere informatie in verkeerde handen terechtkomen wanneer de
faxmachine in de pollingwachtstand staat. U kunt Beveiligd Pollen
uitsluitend met een andere Brother-faxmachine gebruiken. Uw
viercijferige identificatienummer moet worden ingetoetst op de
faxmachine die uw documenten opvraagt.
Sommige machines reageren niet op de pollingfunctie.
Verzenden vanuit het Geheugen
Met deze functie kan de faxmachine een fax naar het geheugen
scannen en deze verzenden zodra de scan voltooid is. U hoeft dan
niet te wachten totdat de hele fax verzonden is voordat u uw
document terugkrijgt.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Menu/Set, 3, 9.
3
Om de standaardinstelling te
wijzigen drukt u op ▲ of ▼ om
AAN (of UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
Ga door naar Stap 5.
—OF—
Als de instelling alleen voor de volgende faxtransmissie geldt,
drukt u op ▲ of ▼ om ALLEEN DEZE FAX te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Als de instelling alleen voor de eerstvolgende fax geldt, drukt
u op ▲ of ▼ om AAN (of UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
5
Druk op 1 om verdere instellingen te kiezen. Op het
LCD-scherm wordt weer het VERZEND MENU weergegeven.
—OF—
Druk op 2, als u verder geen instellingen meer wilt maken en
ga naar Stap 6.
6
Voer het faxnummer in en druk op Fax Start.
9.TX GEHEUGEN
TX GEHEUGEN:AAN
KIES ↑↓ & SET
Het Verzenden instellen
6 - 12
Page 66
De melding Geheugen vol
Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de
melding GEHEUGEN VOL ziet, moet u op Stop/Eindigen drukken
om de scan te stoppen. Als de melding GEHEUGEN VOL wordt
weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina, kunt
u ofwel op Fax Start drukken om de gescande pagina's te zenden,
of op Stop/Eindigen drukken om de handeling te annuleren.
Het is mogelijk dat de melding GEHEUGEN VOL regelmatig
wordt weergegeven, als de faxen die u verzendt meestal
omvangrijk of gedetailleerd zijn. Als dit gebeurt, moet u het
Verzenden vanuit het Geheugen weer terugzetten op UIT.
Een Uitgestelde Fax en Pollingtaken onderbreken
Zelfs als uw machine is ingesteld om een fax op een later tijdstip te
verzenden of in de pollingwachtstand staat, kunt u de taak in de
wachtrij onderbreken om een fax te verzenden of een kopie te
maken. Er kan dan echter niet automatisch opnieuw worden
gekozen en de Programmeermodus is niet beschikbaar.
1
Druk op Menu/Set, 5.
2
Wacht 2 seconden en haal
vervolgens de documenten uit de ADF.
3
Plaats nu het document dat u wilt gaan faxen in de ADF.
4
Toets het nummer in van de fax die u nu wilt verzenden, en
druk opFax Start.
5
Plaats het eerste document nadat de fax is verzonden weer in
de ADF.
6
Druk op Menu/Set, 5 om de Uitgestelde Fax of Verzend
Pollen weer te activeren.
Als u Uitgestelde Fax of Verzend Pollen instelt met behulp van
het geheugen (dat wil zeggen, als u het document al naar het
geheugen van uw machine heeft gescand en het vanuit daar
wilt verzenden), hoeft u niets te onderbreken om een fax te
verzenden of een kopie te maken.
5.ONDERBREEK
Verzendslot-systeem
Met verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot
de faxmachine. Wanneer Verzendslot op AAN staat, zijn de
volgende functies beschikbaar:
■ Faxen ontvangen
■ De telefoon aannemen
■ Fax Doorzenden (als Fax Doorzenden reeds stond op AAN)
■ Afstandsbediening (als Fax Opslaan reeds stond op AAN)
Wanneer Verzendslot op AAN staat, zijn de volgende functies NIET
beschikbaar:
■ Faxen verzenden
■ Kopiëren
U kunt geen Uitgestelde Faxen of Pollingtaken plannen.
Voordien geplande uitgestelde faxen worden echter wel
verzonden wanneer u Verzendslot op AAN zet. De
documenten gaan dus niet verloren.
Als u Fax Doorzenden of Fax Opslaan hebt geselecteerd
(FAX-T104: Menu/Set, 8, 1 of voor FAX-T106: Menu/Set, 8,
2) voordat u Verzendslot inschakelt, dan blijven Fax
Doorzenden en Afstandsbediening functioneren.
U zet Verzendslot UIT aan om faxen in het geheugen af te
drukken.
Het Verzenden instellen
6 - 13
Page 67
Wachtwoord instellen
Als u het wachtwoord bent vergeten waarmee u het
verzenden hebt geblokkeerd, moet u contact opnemen met
uw Brother-leverancier of met Brother.
1
Druk op Menu/Set, 0, 1.
2
Toets een viercijferig nummer in voor het wachtwoord.
Druk op Menu/Set.
3
Als het LCD-scherm NOGMAALS: toont, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op Menu/Set.
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen
1
Druk op Menu/Set, 0, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om WACHTWOORD te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Toets een viercijferig nummer als wachtwoord in.
Druk op Menu/Set.
4
Voor een viercijferig nummer als een nieuw wachtwoord in.
Druk op Menu/Set.
5
Als het LCD-scherm NOGMAALS:XXXX toont, voert u het
wachtwoord opnieuw in.
Druk op Menu/Set.
Verzendslot inschakelen
1
Druk op Menu/Set, 0, 1.
2
Druk op
▲ of ▼ om STEL IN TX SLOT te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Voer het viercijferig wachtwoord in.
Druk op Menu/Set.
De machine gaat offline en het LCD-scherm toont
TX SLOT MODE.
Verzendslot uitschakelen
1
Druk op Menu/Set.
2
Voer het viercijferige wachtwoord in.
Druk op Menu/Set.
Verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Als u een verkeerd Wachtwoord invoert, geeft het
LCD-scherm FOUT WACHTW. weer en blijft de machine
offline. De machine blijft in de stand Verzendslot tot het
correcte wachtwoord is ingevoerd.
Het Verzenden instellen
6 - 14
Page 68
Snelkiesnummers en kiesopties
7
Nummers opslaan om snel te kiezen
U kunt de faxmachine instellen om op de volgende manieren snel
te kiezen: met Eéntoetsnummers, Snelkiesnummers en met
Groepsnummers voor het Groepsverzenden van faxberichten.
Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de
naam (indien u deze hebt opgeslagen) of het nummer weer.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen,
gaan niet verloren als de stroom uitvalt.
Eéntoetsnummers opslaan
Uw faxmachine heeft Eéntoetsnummers waar u fax- of
telefoonnummers kunt opslaan om ze automatisch te kiezen
(Raadpleeg Kiezen met de Hoorn op de Haak op pagina 7-4.)
Eéntoetsnummers bevinden zich aan de rechterzijde van het
bedieningspaneel.
1
Druk op Menu/Set, 6, 1.
2
Druk op het Eéntoetsnummer
waaronder u een nummer wilt opslaan.
3
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
Wanneer u een pauze in het nummer wilt inlassen
(bijvoorbeeld om toegang te krijgen tot een buitenlijn), drukt u
op Herkies/Pauze wanneer u de cijfers invoert. Telkens
wanneer u op Herkies/Pauze drukt, voert u een pauze van
3,5 seconden in wanneer het nummer wordt gekozen; er
wordt dan een streepje op het scherm weergegeven.
4
Gebruik de kiestoetsen om de
naam in te voeren (max. 15
tekens).
Druk op Menu/Set. Gebruik het schema om u te helpen bij het
invoeren van de letters. (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina
4-3.)
—OF—
Druk op Menu/Set om het nummer zonder een naam op te
slaan.
5
Druk op ▲ of ▼ om het soort nummer te selecteren en druk
op Menu/Set.
FAXeen faxnummer
TELeen telefoonnummer
FAX/TELeen fax- en telefoonnummer
6
Ga terug naar Stap 2 om nog een Eéntoetsnummer op te
slaan.
—OF—
Druk op Stop/Eindigen om af te sluiten.
1.DIRECTKIES
NAAM:
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 1
Page 69
Snelkiesnummers opslaan
U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts
een paar toetsen kunnen worden gekozen (Zoeken/Wacht, #, het
tweecijferig nummer, en Fax Start). Er kunnen 100
Snelkiesnummers in de faxmachine worden opgeslagen.
1
Druk op Menu/Set, 6, 2.
2
Voer met behulp van de
kiestoetsen een tweecijferige
locatie voor het
Snelkiesnummer in (00-99).
(druk bijvoorbeeld op 0 5)
Druk op Menu/Set.
3
Toets het telefoon- of faxnummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
4
Gebruik de kiestoetsen om de
naam in te voeren (max. 15
tekens).
Druk op Menu/Set.
(gebruik het schema op pagina 4-3 om u te helpen bij het
invoeren van de letters)
—OF—
Druk op Menu/Set om het nummer zonder een naam op te
slaan.
5
Druk op ▲ of ▼ om het soort nummer te selecteren en druk
op Menu/Set.
FAXeen faxnummer
TELeen telefoonnummer
FAX/TELeen fax- en telefoonnummer
6
Ga naar Stap 2 om nog een Snelkiesnummer op te slaan.
—OF—
Druk op Stop/Eindigen.
2.SNELKIES
#05:
VOER IN & SET
NAAM:
Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers wijzigen
Als u probeert een Eéntoetsnummer of een Snelkiesnummer op te
slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de
naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u
gevraagd of u deze wilt wijzigen of de handeling wilt afsluiten.
1
Druk op 1 om het opgeslagen
nummer te wijzigen.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten
zonder wijzigingen.
Opgeslagen nummer of naam wijzigen.
■ Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op of om de
cursor onder het betreffende teken te plaatsen en typt u
het nieuwe teken.
■ Als u het hele nummer of de hele naam wilt wissen, drukt
u op Stop/Eindigen wanneer de cursor onder het eerste
cijfer of de eerste letter staat. Alle tekens die boven en
rechts van de cursor staan, worden nu verwijderd.
1234567
1.WIJZIG 2.STOP
▲
▲
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 2
Page 70
2
Toets een nieuw nummer in.
Druk op Menu/Set.
3
Volg de aanwijzingen vanaf Stap 4 voor het Opslaan van
Eéntoetsnummers en het Opslaan van Snelkiesnummers.
Groepen voor het Groepsverzenden instellen
Met Groepen, die kunnen worden opgeslagen onder een
Eéntoetsnummer, kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere
faxnummers verzenden. U drukt op het Eéntoetsnummer en
Fax Start.
Eerst moet elk faxnummer als een Eéntoetsnummer of
Snelkiesnummer worden opgeslagen. Daarna kunt u deze
nummers tot een Groep combineren, Iedere Groep gebruikt een Eéntoetsnummer. U kunt maxi maal vier kle ine Groepen hebben, of
maximaal 103 nummers voor één grote Groep.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-2.)
1
Druk op Menu/Set, 6, 3.
2
Druk op het Eéntoetsnummer
waar u het nummer wilt opslaan (druk bijvoorbeeld op
Eéntoetsnummer 2 om een Groep op te slaan).
3
Toets het Groepsnummer met
de kiestoetsen (1 tot 4) in en
druk op Menu/Set.
(druk bijvoorbeeld op 1 voor
Groep 1)
Als u Eéntoetsnummers of Snelkiesnummers in de Groep wilt
opnemen, voert u deze als volgt in. Bijvoorbeeld, voor
Eéntoetsnummer 3 drukt u op Eéntoetsnummer 3. Voor
Snelkieslocatie 09 drukt u op Zoeken/wacht en vervolgens
op 0, 9 met de kiestoetsen.
Op het LCD-scherm wordt
03, #09 weergegeven.
4
Druk op Menu/Set om de nummers voor deze groep te
accepteren.
5
Gebruik de kiestoetsen om
een naam voor de groep in te
voeren en druk op Menu/Set.
(bijvoorbeeld, NIEUWE
KLANTEN)
(Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 4-3.)
6
Druk op Stop/Eindigen.
U kunt een lijst van alle Eéntoetsnummers en
Snelkiesnummers afdrukken. Groepsnummers staan in de
kolom GROEP. (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina
10-1.)
3.GROEPS INSTEL.
INSTEL GROEP:G0
VOER IN & SET
G01:*03#09
NAAM:
VOER IN & SET
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 3
Page 71
Kiesopties
U kunt de faxmachine voor telefoongesprekken gebruiken door
handmatig te kiezen of door het geheugen van Zoeken,
Eéntoetskiezen of Snelkiezen te gebruiken. U gebruikt de hoorn
voor het voeren en ontvangen van telefoongesprekken.
Als u een Snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de
naam die u hebt opgeslagen weergegeven; als er geen naam is
opgeslagen, wordt het faxnummer weergegeven.
Handmatig kiezen
Handmatig kiezen betekent gewoon dat u alle cijfers van het
telefoonnummer intoetst.
1
De hoorn opnemen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
2
Zodra u de kiestoon hoort, toetst u met de kiestoetsen het
nummer in.
3
Leg de hoorn neer om op te hangen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
Kiezen met de Hoorn op de Haak
1
Toets het nummer in met behulp van de kiestoetsen of de
Snelkiestoetsen.
Op het LCD-scherm staat het nummer of de naam die in het
Eéntoets- of Snelkiesgeheugen is opgeslagen.
2
Op FAX-T104, drukt u op Fax Start en neemt u de hoorn op
zodra u via de luidspreker hoort dat iemand de telefoon heeft
aangenomen (als u op Telefoon drukt voordat u de hoorn
hebt opgenomen, wordt de verbinding verbroken; leg de
hoorn weer op de haak aan het einde van het gesprek).
Op FAX-T106, drukt u op Fax Start, en wanneer u verbinding
hebt gekregen, kunt u zonder de hoorn op te nemen met de
andere persoon spreken. Druk op Luidspreker aan het einde
van het gesprek.
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 4
Page 72
Eéntoetskiezen
1
De hoorn opnemen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
2
Druk op het Eéntoetsnummer van de locatie die u wilt bellen
wanneer u een kiestoon hoort.
3
Leg de hoorn neer om op te hangen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
Wanneer u een Eéntoetsnummer probeert te gebruiken
waaronder geen nummer is opgeslagen, hoort u een
waarschuwingstoon. Op het LCD-scherm wordt
NIET OPGESLAGEN weergegeven. Op het LCD-scherm
wordt na 2 seconden weer de normale weergave getoond.
Als u een fax verstuurt, drukt u op Fax Start nadat u op de
Eénkiestoets hebt gedrukt. Als u de hoorn had opgenomen of
op Luidspreker had gedrukt (alleen voor FAX-T106), drukt u
op Fax Start zodra u de faxtonen van de andere faxmachine
hoort.
Snelkiezen
1
De hoorn opnemen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
2
Druk op Zoeken/wacht wanneer u een kiestoon hoort en op
#, en toets vervolgens het tweecijferig Snelkiesnummer in.
3
Leg de hoorn neer om op te hangen.
—OF—
Druk op Luidspreker.
Als u een fax verzendt, drukt u op Fax Start nadat u het
Snelkiesnummer hebt ingevoerd. Als u de hoorn had
opgenomen of op Luidspreker had gedrukt (alleen voor
FAX-T106), drukt u op Fax Start zodra u de faxtonen van de
andere faxmachine hoort.
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 5
Page 73
Zoeken
U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor
Eéntoetsnummers en Snelkiesnummers zijn opgeslagen.
(Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-2.)
1
De hoorn opnemen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
2
Druk op Zoeken/wacht en toets vervolgens de eerste letter in
van de naam die u zoekt, met behulp van de kiestoetsen.
3
Druk op of om op alfabetische volgorde naar de naam
te zoeken.
4
Wanneer de gewenste naam op het LCD-scherm wordt
weergegeven, drukt u op Fax Start om het bijbehorende
nummer te kiezen.
5
Leg de hoorn neer om op te hangen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
▲
▲
Pauze
Druk op Herkies/Pauze om een pauze van 3,5 seconden tussen
de cijfers in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als
nodig op Herkies/Pauze drukken om de pauze langer te maken.
Mute
1
Druk op Zoeken/wacht om een gesprek in de wachtstand te
zetten.
2
U kunt de hoorn neerleggen zonder dat de verbinding wordt
verbroken.
3
Neem de hoorn van de faxmachine op of druk op
Luidspreker (alleen FAX-T106) om het gesprek uit de
wachtstand te halen.
Als u drukt op Zoeken/wacht zonder de hoorn op te nemen of door
te drukken op Luidspreker (alleen FAX-T106), werkt deze toets
als de zoektoets.
Op FAX-T106, u kunt selecteren of u al dan niet een muziekje
wilt afspelen wanneer een telefoontje in de wachtstand staat.
(Raadpleeg De Muziek voor de Wachtstand instellen op
pagina 4-6.)
De Telefoon aannemen via de Luidspreker
(alleen FAX-T106)
Wanneer de machine overgaat, drukt u op Luidspreker in plaats
van de hoorn op te nemen. Spreek duidelijk en naar de microfoon
toe. Druk op Luidspreker om het gesprek te beëindigen.
Bij een slechte verbinding hoort de andere partij tijdens het
gesprek soms een echo van uw stem. Hang op en probeer
opnieuw—OF—Neem de hoorn op.
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 6
Page 74
Opnieuw kiezen (Telefoon)
Als u iemand opbelt en de lijn bezet is, kunt u het nummer opnieuw
kiezen door op Herkies/Pauze te drukken.
1
De hoorn opnemen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
2
Druk op Herkies/Pauze.
3
Leg de hoorn neer om op te hangen.
—OF—
Druk op Luidspreker (alleen FAX-T106).
Opnieuw kiezen (Fax)
Als u een fax verzendt en het nummer is in gesprek, kunt u op
Herkies/Pauze drukken om het nummer nogmaals te kiezen.
Wanneer u het laatst gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u
om tijd te besparen op Herkies/Pauze drukken.
Als u een fax automatisch wilt verzenden en het nummer is in
gesprek, probeert de faxmachine het nummer automatisch drie
maal opnieuw te kiezen met vijf minuten tussenpauze.
Toon of Puls
Wanneer u een Pulsservice hebt, maar Toonsignalen moet
verzenden (bijvoorbeeld voor telefonisch bankieren), dient u
onderstaande instructies te volgen. Wanneer u een
Toetstoonservice hebt, hebt u deze functie niet nodig voor het
verzenden van toonsignalen.
1
De hoorn opnemen.
2
Druk op #. Alle cijfers die nu worden ingetoetst, zullen
toonsignalen verzenden.
3
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de faxmachine
terug naar de Pulsservice.
Snelkiesnummers en kiesopties
7 - 7
Page 75
Opties voor Afstandsbediening
8
(alleen FAX-T104)
Dit hoofdstuk is van toepassing op Model FAX-T104. Als u model
FAX-T106 gebruikt, worden de opties voor afstandsbediening
beheerd door de berichtencentrale Message Manager
Fax Doorzenden
Fax Doorzenden instellen
Als u Fax Doorzenden selecteert, slaat uw faxmachine de
ontvangen fax op in het geheugen. Vervolgens zal de faxmachine
het faxnummer dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het
faxbericht doorzenden.
1
Druk op Menu/Set, 8, 1.
2
Druk op
▲ of ▼
FAX DOORZENDEN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
4
Druk op ▲ of ▼ om
BACKUP PRINT:AAN or
BACKUP PRINT:UIT te
selecteren.
Druk op Menu/Set.
■ Als u BACKUP PRINT:AAN selecteert, worden de faxen
ook op uw faxmachine afgedrukt, zodat u een kopie hebt
mocht er een stroomstoring zijn voordat de fax is
doorgestuurd.
■ Als u BACKUP PRINT:UIT selecteert, zouden de
gegevens in het geheugen verloren kunnen gaan in geval
van een stroomstoring.
U wordt gevraagd om het faxnummer in te voeren waarnaar
de faxen moeten worden doorgestuurd.
5
Druk op Stop/Eindigen.
om
1.DRZENDEN/OPSLN
BACKUP PRINT:AAN
KIES ↑↓ & SET
Opties voor Afstandsbediening
8 - 1
Page 76
Fax Opslaan instellen
Als u Fax Opslaan selecteert, slaat uw faxmachine de ontvangen
fax op in het geheugen. U kunt faxberichten op een andere locatie
ophalen met de functies voor Afstandsbediening.
1
Druk op Menu/Set, 8, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om
FAX OPSLAAN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Als u Fax Opslaan hebt ingesteld, wordt er automatisch een
reservekopie op de faxmachine afgedrukt.
1.DRZENDEN/OPSLN
Opties voor Faxen op Afstand uitschakelen
Als u het DRZENDEN/OPSLN instelt op UIT en er zijn faxen in het
geheugen van uw faxmachine opgeslagen, dan geeft het
LCD-scherm twee opties.
■ Als u op 1 drukt, worden alle niet-afgedrukte faxen afgedrukt en
gewist voordat de instelling wordt uitgeschakeld. Als er al een
reservekopie is afgedrukt, wordt deze niet meer afgedrukt.
■ Als u op 2 drukt, wordt het geheugen niet gewist en blijft de
instelling ongewijzigd.
De toegangscode instellen
De toegangscode biedt u toegang tot de opdrachten voor de
Afstandsbediening, wanneer u zich niet bij de faxmachine bevindt.
U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een
ander toestel toegang tot de functies van uw eigen machine
krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ).
1
Druk op Menu/Set, 8, 2.
2
Voer een driecijferige code in
met de cijfers 0-9.
Druk op Menu/Set (het “ ” kan niet worden gewijzigd).
Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw
Faxontvangstcode ( 51) of Code voor het Aannemen van de
Telefoon (#51) of Code voor het Activeren van Spraak ( 81).
(Raadpleeg Werken met een tweede toestel op pagina 5-6.)
3
Druk op Stop/Eindigen.
U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door een
nieuwe in te voeren. Als u uw code wilt deactiveren, drukt u in
Stap 2 op Stop/Eindigen om de inactieve instelling (--- )
weer in te stellen.
2.AFST.BEDIENING
Opties voor Afstandsbediening
8 - 2
Page 77
Afstandsbediening
U kunt uw faxmachine bellen vanaf ieder willekeurige toetstelefoon
of faxmachine, waarna u uw Toegangscode moet invoeren en een
aantal andere toetsen moet indrukken om uw faxberichten op te
vragen. Knip op de laatste pagina de Toegangscodes voor het
opvragen van uw faxberichten uit, en houdt deze altijd bij u.
Gebruik van de toegangscode
1
Kies het faxnummer op een toetstelefoon of op een andere
faxmachine.
2
Zodra u de toon van de faxmachine hoort, toetst u onmiddellijk
uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
De faxmachine geeft aan of een faxbericht is ontvangen:
1 lange toon — Faxberichten
Geen tonen — Geen faxberichten
4
De faxmachine geeft twee korte piepjes om aan te geven dat
u een opdracht moet invoeren. Als u na 30 seconden nog
geen opdracht invoert, wordt de verbinding verbroken. Als u
een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5
Wanneer u klaar bent, drukt u op 90 om de machine te
resetten.
6
Hang op.
Opties voor Afstandsbediening
8 - 3
Page 78
Opdrachten op Afstand
U kunt de faxmachine vanaf een ander toestel bedienen met
behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de
faxmachine opbelt en de Toegangscode (3 cijfers gevolgd door )
invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een
opdracht moet invoeren.
Opdrachten op AfstandWat u moet doen
95 Fax Doorzenden
wijzigen
1 UITU kunt UIT selecteren, nadat u alle
2 Fax DoorzendenAls u één lange toon hoort, is de wijziging
4 Nummer voor Fax
Doorzenden
6 Fax Opslaan
96 Een fax opvragen
1 Lijst geheugenstatus
afdrukken
2 Alle faxen opvragenToets het nummer in van de faxmachine
3 Faxen in het geheugen
wissen
97 De Ontvangststatus
controleren
1 DocumentU kunt controleren of de faxmachine
98 De Ontvangstmodus
wijzigen
1 ANTW.APP.Als u één lange toon hoort, is de wijziging
2 FAX/TEL
3 ALLEEN FAX
90 AfsluitenDruk op 9 0 om de Afstandsbediening af
faxberichten hebt opgevraagd of gewist.
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes
hoort, kunt u de instelling niet wijzigen
omdat de instelling niet compleet is (een
bepaalde door te sturen fax is
bijvoorbeeld niet geregistreerd). Toets 4
(raadpleeg pagina 8-5). Wanneer u het
nummer hebt ingevoerd, functioneert Fax
Doorzenden.
Toets het nummer in van de faxmachine
waarop de lijst met geheugenstatus moet
worden afgedrukt.
waarop de opgeslagen faxen moeten
worden ontvangen. (Raadpleeg pagina
8-5.)
Als u een lange toon hoort, kunt u de in
het geheugen opgeslagen faxberichten
wissen.
faxberichten heeft ontvangen. Als dat het
geval is, hoort u één lange toon. Als er
geen berichten zijn ontvangen, hoort u
drie korte piepjes.
geaccepteerd.
te sluiten. Wacht op de lange toon en leg
vervolgens de hoorn op de haak.
Opties voor Afstandsbediening
8 - 4
Page 79
Faxberichten opvragen
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u
onmiddellijk uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 6 2 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de
kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door
## (max. 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt #
echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te
lassen.
5
Wacht totdat u het piepje hoort en hang op. Uw faxmachine
belt het andere apparaat en dit apparaat drukt uw
faxberichten af.
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden
doorgestuurd
De standaardinstelling of een reeds opgeslagen nummer
waarnaar faxen moeten worden doorgestuurd, kan vanaf een
andere toetstelefoon/faxmachine worden gewijzigd.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u
onmiddellijk uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 5 4 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de
kiestoetsen het nieuwe nummer in van de faxmachine waar
de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd
door ## (max. 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt #
echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te
lassen.
5
Wacht totdat u het piepje hoort en hang op.
Opties voor Afstandsbediening
8 - 5
Page 80
Message Manager
9
(alleen FAX-T106)
Dit gedeelte is voor FAX-T106 (als u over FAX-T104 beschikt,
raadpleeg a.u.b. hoofdstuk 8 voor uw opties voor
afstandsbediening).
De Message Manager
In het berichtencentrum Message Manager kunnen inkomende
faxen en voicemail in een flexibel geheugen worden opgeslagen.
In dit geheugen kunnen 15 minuten voicemail worden opgeslagen,
of maximaal 20 gefaxte pagina’s. Hoeveel pagina’s er werkelijk
kunnen worden opgeslagen in het geheugen, is afhankelijk van de
inhoud en de resolutie van de faxen. Faxen en voicemail delen het
geheugen en de berichten worden opgeslagen in de volgorde van
ontvangst. Voicemail en faxberichten kunnen vanaf een ander
toestel worden opgevraagd.
Als u de Stand Message Manager wilt gebruiken, moet u een
uitgaand bericht opnemen. (Raadpleeg Het Uitgaande Bericht voor Message Manager opnemen (BEANTW. BERICHT) op
pagina 9-3.)
Message Manager instellen
U dient Message Manager in de volgende volgorde in te stellen:
1
Activeer het opslaan van voicemail (en Fax Doorzenden/Fax
Opslaan, indien noodzakelijk).
2
Het Uitgaande Bericht voor Message Manager opnemen
(BEANTW. BERICHT).
3
Activeer de Stand Message Manager (ANTW.APP.) door te
drukken op .
Als u zowel Fax Doorzenden/Fax Opslaan instelt op UIT,
wordt Message Manager niet geactiveerd.
Opslaan Voicemail instellen
Wanneer u het opslaan van voicemail selecteert, wordt uw
voicemail in het geheugen opgeslagen.
BER.:AANVoicemail wordt in het geheugen opgeslagen. U kunt de
BER.:BEANTW. Voor deze instelling heeft u een extern
BER.:UITTelefoongesprekken worden niet in het geheugen
voicemail vanaf een ander toestel opvragen.
antwoordapparaat, aangesloten op de faxmachine,
nodig. (Raadpleeg
(ANTW.APP.) aansluiten op pagina 1-8.) De voicemail
wordt op uw extern antwoordapparaat opgeslagen.
Voicemail vanaf het extern antwoordapparaat opvragen.
opgeslagen.
Een extern antwoordapparaat
Message Manager
9 - 1
Page 81
1
Druk op Menu/Set, 8, 1.
U wordt gevraagd een instelling voor het opslaan van
voicemail te kiezen.
2
Druk op ▲ of ▼ om BER.:AAN, (of BEANTW. of UIT) te
selecteren. Selecteer BEANTW., als u voicemail op het extern
antwoordapparaat wilt opslaan.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Fax Doorzenden/Fax Opslaan instellen
U kunt zowel Fax Doorzenden als Fax Opslaan gebruiken.
FAX
DOORZENDEN
FAX OPSLAANAls u FAX OPSLAAN selecteert, slaat uw faxmachine de
UITInkomende faxen worden niet in het geheugen
Als u FAX DOORZENDEN selecteert, slaat uw faxmachine
de ontvangen fax op in het geheugen van Message
Manager. Vervolgens zal de faxmachine het faxnummer
dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht
doorzenden.
ontvangen fax op in het geheugen. U kunt faxberichten
op een andere locatie ophalen met de functies voor
Afstandsbediening. (Raadpleeg
pagina 9-8.)
opgeslagen, maar op papier afgedrukt.
Afstandsbediening
op
Fax Doorzenden instellen
1
Druk op Menu/Set, 8, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om
FAX DOORZENDEN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
U wordt gevraagd om het faxnummer in te voeren waarnaar
de faxen moeten worden doorgestuurd.
3
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Eindigen.
U kunt een nummer voor Fax Doorzenden op afstand wijzigen
(Raadpleeg Afstandsbediening op pagina 8-3).
2.DRZENDEN/OPSLN
Fax Opslaan instellen
1
Druk op Menu/Set, 8, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om
FAX OPSLAAN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
2.DRZENDEN/OPSLN
Message Manager
9 - 2
Page 82
Het Uitgaande Bericht voor Message Manager
opnemen (BEANTW. BERICHT)
Het opnemen van het Uitgaande Bericht voor Message Manager
(BEANTW. BERICHT) is de tweede stap die u moet volgen,
voordat u de Message Manager kunt activeren. Uw BEANTW.
BERICHT (Uitgaand Bericht) mag niet langer zijn dan 20
seconden.
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
U wordt gevraagd een BEANTW. BERICHT te kiezen.
2
Druk op ▲ of ▼ om BEANTW. BERICHT (niet F/T BERICHT)
te selecteren.
Druk op Menu/Set.
Dit is de enige instelling die u kunt selecteren als u de
Message Manager wilt activeren.
3
Druk op ▲ of ▼ om BOODSCHAP OPN. te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Neem de hoorn op om een bericht op te nemen.
Bijvoorbeeld: Hallo. Wij zijn momenteel niet beschikbaar.
Spreek een bericht in na de toon. Druk op 5 1, als u een fax
wilt versturen, wacht op de faxtonen en druk vervolgens op
Start.
5
Druk op Stop/Eindigen en leg de hoorn terug. Message
Manager speelt uw BEANTW. BERICHT af.
6
Druk op Stop/Eindigen.
Het Uitgaande Bericht (BEANTW. BERICHT)
beluisteren
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
2
Druk op ▲ of ▼ om BEANTW. BERICHT (of F/T BERICHT)
te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om BOODSCHAP AFSP. te selecteren, en
druk op Menu/Set. Pas het volume aan door op of te
drukken.
4
Druk op Stop/Eindigen.
▲
▲
Het Uitgaande Bericht (BEANTW. BERICHT) wissen
1
Druk op Menu/Set, 8, 4.
2
Druk op ▲ of ▼ om BEANTW. BERICHT (of F/T BERICHT)
te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om WIS BOODSCHAP te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Druk op 1 om het BEANTW. BERICHT te wissen.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten zonder te wissen.
5
Druk op Stop/Eindigen.
Message Manager
9 - 3
Page 83
De Stand Message Manager activeren
Houd ingedrukt totdat het lampje brandt en op het
LCD-scherm de melding ANT:BER.CENTR. wordt weergegeven.
Wanneer het lampje van uit is, is Message Manager
uitgeschakeld. (Raadpleeg Message Manager instellen op pagina
9-1.)
Berichtenindicator
Het lampje knippert als er nieuwe voicemail of faxen voor u
zijn.
Op het LCD-scherm wordt het
aantal voicemails (inclusief
BER.:03 DOC:02
opgenomen gesprekken) en/of
faxberichten weergegeven die in het geheugen van Message
Manager zijn opgeslagen.
Als u op het knipperende
drukt om de Message Manager uit
te schakelen voordat u uw nieuwe
PRINT DOCUMENT?
1.JA 2.NEE
berichten hebt opgevraagd, gaan
deze niet verloren. De nieuwe berichten worden automatisch
afgespeeld en u wordt gevraagd de nieuwe faxen te bevestigen:
Druk op 1 om de faxen uit het geheugen af te drukken (en
automatisch te wissen).
—OF—
Druk op 2 om de faxen in het geheugen op te slaan en op een later
tijdstip af te drukken.
Wat gebeurt er als het Geheugen vol is?
Als het geheugen vol raakt wanneer de stand Message
Manager is geactiveerd, schakelt de faxmachine automatisch
over naar de stand F/T. In deze stand kan de faxmachine
inkomende faxen automatisch ontvangen. Als het papier in de
faxmachine op is, wordt automatisch overgeschakeld naar de
handmatige stand. In de handmatige stand wordt de telefoon
niet aangenomen, zodat de beller weet dat hij/zij later moet
terugbellen.
Opnamepapier op en geheugen vol
[Stand voor beantwoorden]Handmatig
Druk de Lijst Geheugenstatus af en selecteer welke items gewist
kunnen worden. Zo maakt u ruimte vrij voor het opslaan van
nieuwe berichten en faxen in het geheugen.
(Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 10-2.)
Message Manager ModeF/T
Geheugen vol
Opnamepapier op
en geheugen vol
Message Manager
9 - 4
Page 84
Voicemail afspelen
Volg de onderstaande stappen om uw voicemail te beluisteren.
1
Druk op Afspelen/Opnemen.
Pas het volume aan door op of te drukken.
Alle nieuwe berichten worden afgespeeld in de volgorde
waarin ze waren ingesproken. Op het LCD-scherm wordt het
nummer van het huidige bericht en het totale aantal berichten
weergegeven.
Als de naam of het nummer van de beller was ontvangen,
geeft de faxmachine tijdens het afspelen een piepje en wordt
een seconde lang de identificatie van de beller weergegeven.
Tijdens het afspelen wordt op het LCD-scherm de tijd en de
datum weergegeven waarop het bericht werd opgenomen.
2
Druk aan het einde van het bericht op (TERUG) om dit
nogmaals af te spelen. Druk op (VOORUIT) om naar het
volgende bericht te gaan. U kunt herhaaldelijk op en
drukken, totdat u het gewenste bericht hebt gevonden.
3
Druk op Stop/Eindigen.
▲
Een Faxbericht afdrukken
Nadat u een nieuw, in het geheugen opgeslagen faxbericht hebt
afgedrukt, wordt dit automatisch uit het geheugen gewist.
1
Druk op Afspelen/Opnemen. Na twee seconden begint de
machine uw voicemail af te spelen.
2
Nadat uw voicemail is
afgespeeld, wordt u gevraagd
of u de faxberichten die in het
geheugen zitten wilt
afdrukken. Als er geen faxen zijn, wordt dit niet gevraagd.
3
Druk op 1 om de faxen af te drukken.
—OF—
Druk op 2 om af te sluiten zonder ze af te drukken.
PRINT DOCUMENT?
1.JA 2.NEE
Optie Reserveafdruk maken
Als u Fax Doorze nden/Fax Opslaa n in de sta nd Message Manager
hebt geactiveerd, worden alle inkomende faxberichten in het
beschikbare geheugen opgeslagen, zodat u ze kunt opvragen. Als
u automatisch een reserveafdruk wilt maken, dient u deze optie te
activeren.
1
Druk op Menu/Set, 8, 3. U wordt gevraagd een instelling te
selecteren.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of UIT) te tonen.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Message Manager
9 - 5
Page 85
Berichten wissen
Als u alle faxberichten wilt wissen, zal de faxmachine faxen die nog
niet zijn afgedrukt eerst afdrukken, pas dan worden ze uit het
geheugen gewist. Faxen kunnen niet apart worden gewist, u wist
ze allemaal of u wist er geen.
U kunt elk bericht één voor één wissen, of al uw voicemail in één
keer wissen.
Voicemail één voor één wissen
1
Druk op Afspelen/Opnemen. De faxmachine geeft een
piepje en begint uw voicemail af te spelen. Vóór elk bericht
klinkt een lange toon, en na elk bericht hoort u twee korte
piepjes.
2
Als u een bepaald bericht wilt
wissen, drukt u onmiddellijk na
de twee k orte piepjes of tijd ens
het afspelen op Wissen.
3
Druk op 1 om het bericht te wissen.
—OF—
Druk op 2 om de taak te annuleren.
4
Druk op Stop/Eindigen.
WIS DIT BERICHT?
1.JA 2.NEE
Alle berichten tegelijk wissen
1
Druk op Wissen.
2
Druk op ▲ of ▼ om het wissen
van alle voicemail, alle
documenten of alle berichten
(zowel voicemail als faxberichten) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op 1 om te wissen.
—OF—
Druk op 2 om de taak te annuleren.
4
Druk op Stop/Eindigen.
WIS ALLE BER.?
KIES ↑↓ & SET
De maximale lengte van voicemail instellen
De standaardlengte is ingesteld op het ontvangen van
voicemailberichten die max. 30 seconden lang zijn. U kunt deze
instelling wijzigen in lengtes van 20 tot 60 seconden, met
verhogingen van 5 seconden.
1
Druk op Menu/Set, 8, 5.
2
Druk op ▲ of ▼ om te selecteren hoe lang de inkomende
berichten maximaal mogen duren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Message Manager
9 - 6
Page 86
Bespaarstand instellen
Als u de functie Bespaarstand instelt, neemt de faxmachine na vijf
keer overgaan op als er geen voicemail is, en na drie keer
overgaan als er wel berichten zijn. Als u de faxmachine dus opbelt
en deze vier keer overgaat, weet u dat er geen berichten zijn en
kunt u ophangen zonder dat het u iets heeft gekost.
Wanneer de Bespaarstand op AAN staat, heeft deze stand
voorrang op de door u ingestelde Belvertraging. De
Bespaarstand voor telefoonkosten moet zijn uitgeschakeld
als u de instelling van de Belvertraging wenst te gebruiken.
(Raadpleeg De Belvertraging instellen op pagina 5-2.)
1
Druk op Menu/Set, 2, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om BESPAARSTAND te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op ▲ of ▼ om AAN (of UIT) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Eindigen.
Luidspreker voor Voicemail
Met deze functie kunt u de luidspreker voor voicemail AAN of UIT
zetten. Als u de luidspreker UIT zet, hoort u de berichten niet
wanneer deze worden ingesproken.
1
Druk op Menu/Set, 8, 6.
2
Druk op ▲ of ▼ om UIT (of AAN) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
Een Gesprek opnemen
U kunt een telefoongesprek opnemen door tijdens het gesprek op
Afspelen/Opnemen te drukken. De opname kan even lang duren
als de Maximumlengte van uw Voicemail. De andere partij hoort
tijdens het opnemen iedere 15 seconden een piepje. Om te
stoppen met opnemen drukt u op Stop/Eindigen. U kunt geen
gesprek opnemen met behulp van de Luidspreker.
Message Manager
9 - 7
Page 87
Afstandsbediening
U kunt uw faxmachine bellen vanaf ieder willekeurige toetstelefoon
of faxmachine, waarna u een Toegangscode moet invoeren en een
aantal andere toetsen moet indrukken om uw voicemail (en
faxberichten) op te vragen. Verder kunt u ook een aantal
instellingen van uw Message Manager programmeren en wijzigen.
De Toegangscode voor Afstandsbediening gebruiken
1
Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw
faxnummer.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw
Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
De faxmachine geeft aan of een bericht is ontvangen.
1 lange toon—Faxbericht(en)
2 lange tonen—Voicemail
3 lange tonen—Faxbericht( en) en Voicemail
Geen tonen—geen berichten
4
De faxmachine geeft twee korte geluidssignalen om aan te
geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na 30
seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding
verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie
piepjes.
5
Wanneer u klaar bent, drukt u op 9 0 om de machine te
resetten.
6
Hang op.
De Toegangscode instellen
De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor
Afstandsbediening, wanneer u zich niet bij uw faxmachine bevindt.
U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een
ander toestel toegang tot de functies van uw eigen machine
krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ).
1
Druk op Menu/Set, 8, 7.
2
Voer een driecijferige code in met de cijfertoetsen 0-9, en
#.
Druk op Menu/Set.
(het vooraf ingestelde kan niet worden gewijzigd)
Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw
Faxontvangscode ( 51), of Code voor het Aannemen van de
Telefoon (#51) of Code voor het Activeren van Spraak ( 81).
3
Druk op Stop/Eindigen.
U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door een
nieuwe in te voeren. Als u uw code wilt deactiveren, drukt u in
Stap 2 op Stop/Eindigen om de inactieve instelling (--- )
weer in te stellen.
Message Manager
9 - 8
Page 88
Opdrachten op Afstand
U kunt de faxmachine vanaf een ander toestel bedienen met
behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de
faxmachine opbelt en de Toegangscode (3 cijfers gevolgd door )
invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een
opdracht moet invoeren.
Opdrachten op AfstandWat u moet doen
91 Voicemail afspelenNa één lange toon speelt de faxmachine uw
1 Herhaal of
Terugwaarts
2 VoorwaartsU kunt tijdens het afspelen doorgaan naar
9 STOP AfspelenStop afspelen voicemail.
93 Alle voicemail wissen. Als u één lange toon hoort, is de wisopdracht
94 Uitgaand Bericht
afspelen en in
Geheugen opnemen
1BEANTW.
1
Afs pelen
2
Opnemen
95 Instelling Fax
Doorzenden wijzigen
1UIT
2 Fax Doorzenden
4Nummer Fax
6 Fax Opslaan
96 Fax opvragenToets het nummer in van de faxmachine
1 Lijst Geheugenstatus
2 Alle faxen opvragen
97 De ontvangststatus
controleren
1 Document
2Voicemail
BERICHT
2 F/T-bericht
1BEANTW.
BERICHT
2 F/T-bericht
Doorzenden
voicemail af.
Druk tijdens het afspelen op 1 om het bericht
nogmaals te beluisteren. Als u vóór een
bericht op 1 drukt, hoort u het vorige bericht.
het volgende bericht.
geaccepteerd. Als u drie korte tonen hoort,
kan er niet worden gewist omdat nog niet
alle berichten zijn afgespeeld, of omdat er
geen voicemail is.
*Deze code wist alle voicemailberichten
tegelijk, niet één voor één.
De faxmachine speelt het geselecteerde
Uitgaande Bericht af. U kunt het afspelen
stoppen door op 9 te drukken.
Na één lange toon kunt u het geselecteerde
Uitgaande Bericht opnemen. Het bericht
wordt eenmaal afgespeeld. U kunt het
opnemen van het bericht stoppen door op 9
te drukken.
Als u één lange toon hoort, is de wijziging
geaccepteerd. Als u drie korte piepjes hoort,
kunt u de instelling niet wijzigen omdat er
niet aan één van de voorwaarden is voldaan
(voorbeeld: nummer voor Fax Doorzenden
programmeren).
U kunt het nummer voor Fax Doorzenden
programmeren m et menuoptie 4 (Raadpleeg
Het Nummer voor Fax Doorzenden wijzigen
op pagina 9-11). Wanneer dit nummer is
ingesteld, is Fax Doorzenden geactiveerd.
Toets vervolgens 9 6 1 in om de Lijst
Geheugenstatus op te vragen en te
controleren dat daarin het nummer voor Fax
Doorzenden juist geprogrammeerd is.
waarop de Lijst Geheugenstatus of
opgeslagen faxen moeten worden
ontvangen. (Raadpleeg
Geheugenstatus opvragen op pagina 9-10
en Faxberichten opvragen op pagina 9-10.)
U kunt controleren of uw faxmachine
Documenten of Voicemail heeft ontvangen.
Als dat het geval is, hoort u één lange toon.
Als er geen berichten zijn ontvangen, hoo rt u
drie korte piepjes.
Lijst
Message Manager
9 - 9
Page 89
Opdrachten op AfstandWat u moet doen
98 Ontvangstmodus
wijzigen
1 ANTW.APP.
2 FAX/TEL
3 FAX
90 AfsluitenNa één lange toon kunt u de
Als u één lange toon hoort, kunt u de
ontvangststand wijzigen. Als u drie korte
piepjes hoort, is dit niet mogelijk. (V oorbeeld:
er is geen BEANTW. BERICHT opgenomen,
als u naar dit apparaat wilt overschakelen).
Afstandsbediening afsluiten.
Lijst Geheugenstatus opvragen
U kunt de Lijst Geheugenstatus vanaf een andere faxmachine
opvragen, zodat u kunt controleren of er faxberichten zijn
ontvangen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u
onmiddellijk uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 6 1 in.
4
Toets met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine
waar de Lijst Geheugenstatus naartoe moeten worden
gestuurd, gevolgd door # # (max. 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt #
echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te
lassen.
5
Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht.
Uw faxmachine belt de andere faxmachine en stuurt de Lijst
Geheugenstatus daar naartoe. De andere faxmachine print
de Lijst.
Faxberichten opvragen
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u
onmiddellijk uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 6 2 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de
kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door
# # (max. 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt #
echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te
lassen.
5
Wacht totdat u het piepje hoort en hang op.
Uw faxmachine belt de andere faxmachine en dit apparaat
drukt uw faxberichten af.
Message Manager
9 - 10
Page 90
Het Nummer voor Fax Doorzenden wijzigen
U kunt vanaf een andere telefoon of faxmachine met toetsen de
standaardinstellingen voor het nummer voor Fax Doorzenden
wijzigen.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u
onmiddellijk uw Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 5 4 in.
4
Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de
kiestoetsen het nieuwe nummer in van de faxmachine waar
de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd
door # # (max. 20 cijfers).
U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken. U kunt #
echter wel gebruiken om een pauze in een nummer in te
lassen. Als uw faxmachine is aangesloten op een PABX, kunt
u eerst op # drukken, waarna u het nummer van de
faxmachine intoetst. De toets # werkt net als de toets Intern.
5
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 6 1 in om de Lijst Geheugenstatus op te vragen.
6
Gebruik de kiestoetsen om het nummer van de andere
faxmachine in te toetsen (max. 20 cijfers), en druk vervolgens
op # #.
7
Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht.
Uw faxmachine belt de andere faxmachine. Uw faxmachine
stuurt vervolgens de Lijst Geheugenstatus naar de andere
faxmachine, met daarop het nieuwe nummer waarnaar uw
faxen moeten worden doorgestuurd.
8
Controleer het nummer voor Fax Doorzenden.
Als het nummer niet juist is, gaat u terug naar Stap 1 om het
opnieuw in te stellen.
Message Manager
9 - 11
Page 91
10
Rapporten afdrukken
FAX instellingen en activiteiten
Uw faxmachine kan een Verzendrapport afdrukken na iedere
verzonden fax. Ook kan het journaal voor verzonden en ontvangen
faxen met bepaalde intervallen worden afgedrukt.
Het Verzendrapport aanpassen
U kunt het Verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt
verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het
bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de
transmissie geslaagd was (OK). Als u AAN selecteert, wordt dit
rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Als u deze functie op UIT staat, wordt het Rapport alleen
afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie.
1
Druk op Menu/Set, 7, 1.
2
Druk op ▲ of ▼ om AAN of UIT
te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
De Journaalperiode instellen
U kunt de faxmachine zodanig instellen, dat er op vaste tijden een
journaal wordt afgedrukt (elke 30 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke
2 of 7 dagen). Als u de journaalperiode op UIT zet, kunt u het
rapport afdrukken via de procedure die op de volgende pagina
wordt beschreven.
De standaardinstelling is NA 30 FAXEN.
1
Druk op Menu/Set, 7, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om een
journaalperiode te kiezen.
3
Druk op Menu/Set.
(als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd aan te geven welke de
eerste dag van de 7-daagse periode moet zijn)
4
Voer in 24-uursformaat het tijdstip in waarop het journaal
moet worden afgedrukt.
Druk op Menu/Set.
(bijvoorbeeld: voor 7:45 PM voert u 19:45 in)
5
Druk op Stop/Eindigen.
Als u 6, 12, 24 uur of 2 of 7 dagen selecteert, zal de
faxmachine het rapport op het geselecteerde tijdstip
afdrukken, waarna alle taken uit het geheugen worden gewist.
Als het geheugen van de faxmachine vol is omdat er 30 taken
in zitten en de door u geselecteerde tijd nog niet verstreken is,
zal de faxmachine het Journaal voortijdig afdrukken en alle
taken uit het geheugen wissen. Als u een extra rapport wilt,
voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er
één afdrukken zonder dat de taken uit het geheugen worden
gewist.
1.VERZ. RAPPORT
2.JOURNAAL PER.
Rapporten afdrukken
10 - 1
Page 92
Rapporten afdrukken
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1.VERZENDRAPPORT
2.HELP
3.KIESLIJST
4.JOURNAAL
5.TEL.INDEX
6.SYSTEEM INST.
7.GEH. STATUS
Drukt een Verzendrapport af van uw
laatste transmissie.
Deze informatie wordt bewaard tot u de
hoorn opneemt of op Luidspreker drukt
(alleen FAX-T106).
Drukt de Helplijst af, zodat u in een
oogopslag kunt zien hoe u uw
faxmachine kunt programmeren.
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
Eéntoetsnummers en
Snelkiesnummers. De nummers staan
in numerieke volgorde in de lijst.
In deze lijst staat informatie over de
laatste ontvangen en verzonden faxen.
(TX betekent Verzonden) (RX betekent
Ontvangen)
Snelkieslijst (zie boven), alfabetisch
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Overzicht waarin onder meer vermeld
wordt hoeveel geheugen er gebruikt is.
Een rapport afdrukken
1
Zorg dat er geen document in de ADF zit.
2
Druk op Kopie/Rapport en toets vervolgens het nummer in
van het rapport dat u wilt afdrukken (zie bovenstaande lijst).
Druk bijvoorbeeld op 6 om de SYSTEEM INST. af te drukken.
Rapporten afdrukken
10 - 2
Page 93
11
Kopiëren
De faxmachine als een kopieerapparaat
gebruiken
U kunt deze faxmachine als een kopieerapparaat gebruiken.
Controleer voordat u gaat kopiëren altijd of er papier in de
papierlade zit.
Kopieertoets
Als de faxmachine bezig is met kopiëren, kunnen er geen
inkomende faxen op papier of in het geheugen worden
ontvangen.
Kopieerfuncties
Als u slechts één kopie wilt maken die niet verkleind, vergroot of
gesorteerd hoeft te worden, hoeft u slechts één toets in te drukken.
Onthoud dat uw faxmachine slechts tot 4 mm van de rand van het
papier kan scannen.
4 mm
Gedeelte dat
niet gescand
kan worden
1 mm
4 mm
1 mm
Eén kopie maken
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk twee keer op Kopie/Rapport.
Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
Het papier mag tijdens het kopiëren NOOIT uit de machine
worden getrokken.
De standaardresolutie voor een enkele kopie is SUPER FIJN.
Stel de resolutie voor foto’s met de toets Resolutie in op
FOTO.
Kopiëren
11 - 1
Page 94
Kopieeropties: Eén of Meerdere kopieën,
Sorteren/Stapelen, Vergroten/Verkleinen
U kunt ook andere kopieeropties kiezen. Eerst moet u aangeven
hoeveel kopieën u wilt maken. Daarna kunt u aangeven of
meerdere kopieën GESTAPELD (eerst alle kopieën van pagina 1,
dan alle kopieën van pagina 2, etc.) of GESORTEERD moeten
worden. Tot slot kunt u een vergrotings-/verkleiningspercentage
kiezen. Als u de kopie automatisch wilt verkleinen, zodat deze past
op het papierformaat dat in de papierlade zit, selecteert u AUTO.
Als u de kopie met een vast percentage wilt verkleinen, kiest u
93%, 87%, 75% of 50%. Als u de kopie wilt vergroten, selecteert u
150%, 125% of 120%. Als u een document in de oorspronkelijke
grootte wilt kopiëren, selecteert u 100%.
1
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in
de ADF.
2
Druk op Kopie/Rapport.
3
Toets in hoeveel kopieën u wilt
maken (1-99).
Om te beginnen met
kopiëren, drukt u op Kopie/Rapport.
Als u verder nog meer kopieeropties wilt selecteren, zoals
SORT., VERGR/VERKL (Vergroten of Verkleinen) drukt u op
Menu/Set.
4
Druk op ▲ of ▼ om SORT. of STAPEL te selecteren.
Om te beginnen met kopiëren zonder te vergroten of te
verkleinen, drukt u op Kopie/Rapport.
Als u het beeld wilt
vergroten of verkleinen,
drukt u op Menu/Set.
5
Druk op ▲ or ▼ om een
vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren.
6
Druk op Kopie/Rapport.
Als u meerdere kopieën maakt en tijdens het scannen van de
eerste pagina de melding GEHEUGEN VOL wordt
weergegeven, moet u op Stop/Eindigen drukken om de taak
te annuleren. Maak vervolgens een enkele kopie. Als u SORT.
had geselecteerd en de melding GEHEUGEN VOL wordt
weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina,
kunt u op Kopie/Rapport drukken om de gescande pagina’s
af te drukken, of op Stop/Eindigen om de taak te annuleren.
Als u de kopieertaak met minder geheugen opnieuw wilt
uitvoeren, drukt u op Kopie/Rapport voor gestapelde
kopieën.
De standaardresolutie voor meerdere kopieën of het
vergroten of verkleinen van kopieën is FIJN. Stel de resolutie
met de toets Resolutie in op SUPER FIJN voor kleine letters
en artwork, of op FOTO voor foto’s. De resoluties SUPER FIJN
en FOTO hebben meer geheugen nodig dan de resolutie
FIJN.
AANT. KOPIEËN:01
DAN KOPIE/SET
VERGR/VERKL:100%
KIES ↑↓ & SET
11 - 2
Kopiëren
Page 95
12
Belangrijke informatie
Belangrijke veiligheidsinstructies
1
Lees alle instructies door.
2
Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3
Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product
worden aangegeven.
4
Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u
het gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen
of aërosols. Gebruik een vochtige doek om het apparaat
schoon te maken.
5
Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6
Zet dit product niet op een onstabiel oppervlak, stelling of
tafel. Het apparaat kan dan namelijk vallen, waardoor het
ernstig kan worden beschadigd.
7
Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of
onderkant zijn voor de ventilatie: om zeker te zijn van de
betrouwbare werking van het apparaat en om het te
beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen
beslist niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen
mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een
bed, een bank, een kleed of op een soortgelijk oppervlak te
zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een
radiato r of verwarm ingsapparatuur. Het apparaa t mag nooit i n
een kast worden ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie
aanwezig is.
8
Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron
zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet
welke soort stroom geleverd wordt, neem dan contact op met
uw leverancier of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
9
Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en
een geaarde stekker. Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker
niet in uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw
elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te vervangen.
Het is absoluut noodzakelijk dat een geaarde stekker en een
geaard stopcontact worden gebruikt.
10
Plaats nooit iets op het netsnoer. Zet het apparaat niet op een
plaats waar mensen over het snoer kunnen lopen.
11
Zorg dat de opening voor ontvangen faxen van de faxmachine
niet wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad
van inkomende faxberichten.
12
Wacht totdat de faxmachine de pagina’s heeft uitgeworpen
alvorens ze aan te raken.
13
Steek nooit voorwerpen door de openingen in het apparaat,
hierdoor kunnen spanningspunten worden aangeraakt of
kortgesloten, wat kan leiden tot brand, of elektrische
schokken kan veroorzaken. Zorg dat er nooit vloeistof op het
apparaat geknoeid wordt.
Belangrijke informatie
12 - 1
Page 96
14
Probeer nooit om dit apparaat zelf te repareren. Wanneer u
het apparaat opent of bepaalde onderdelen verwijdert, kunt u
namelijk worden blootgesteld aan gevaarlijke
spanningspunten of aan andere gevaren, en kan de garantie
vervallen. Neem voor reparaties en onderhoud altijd contact
op met de servicedienst.
15
Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem
contact op met een bevoegde servicemonteur wanneer het
volgende zich voordoet:
■ Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is.
■ Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
■ Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
■ Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks
het naleven van de bedieningsinstructies. Alleen de
instellingen aanpassen die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. U mag de bediening uitsluitend
bijstellen zoals in de gebruikershandleiding wordt
beschreven, aangezien een verkeerde afstelling van
andere functies kan leiden tot schade, wat vaak een
uitgebreid onderzoek vereist door een erkende
servicemonteur om het apparaat weer naar behoren te
laten werken.
■ Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is
beschadigd.
■ Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij
reparatie nodig blijkt.
16
Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en
-schommelingen adviseren wij het gebruik van een
overstroombeveiliging.
Handelsmerken
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van
Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother
Industries, Ltd.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze
handleiding worden gebruikt, zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Verzending van de faxmachine
Als u om wat voor reden dan ook uw faxmachine moet verzenden,
dient u de faxmachine voorzichtig in te pakken om ieder soort
schade onderweg te vermijden. Wij adviseren u de originele
verpakking te bewaren en deze hiervoor te gebruiken. De
faxmachine moet ook op een goede manier verzekerd worden voor
het transport.
Belangrijke informatie
12 - 2
Page 97
Problemen oplossen en
13
Problemen oplossen
Voor technische hulp dient u contact op te nemen met een
centrum in het land waar u de faxmachine hebt gekocht. Er dient
vanuit het betreffende land te worden gebeld.
Foutmeldingen
Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er
fouten optreden. In dergelijke gevallen kan uw faxmachine het
probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding
weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de
meest voorkomende foutmeldingen.
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAKWAT TE DOEN
DOC. VASTGELOPEN
PAPIER VAST
DRUK OP STOP
GEEN VERBINDING
GEH. BIJNA VOL
WIS GEHEUGEN
GEHEUGEN VOL
WIS GEHEUGEN
routineonderhoud
BELANGRIJK
De documenten zijn niet
goed geplaatst of het
document was te lang
(Raadpleeg Vastgelopen Document op pagina
13-4.)
Het document is
vastgelopen in de
faxmachine.
De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Het geheugen van de
faxmachine is bijna vol.
Teveel gegevens, de
capaciteit van het
geheugen van de
faxmachine is
overschreden.
Het document nogmaals
invoeren.
Raadpleeg Vastgelopen Document op pagina 13-4.
Probeer opnieuw te
verzenden.
U kunt de faxen en de
geprogrammeerde taken uit
het geheugen verwijderen.
—OF—
Print de faxen die in het
geheugen zijn opgeslagen
(Raadpleeg Een fax uit het
geheugen afdrukken (alleen
FAX-T104) op pagina 5-8.)
(fax bezig met verzenden of
kopiëren)
Druk op Stop/Exit en wacht
tot de andere processen zijn
afgewerkt en probeer
opnieuw.
—OF—
U kunt de faxen en de
geprogrammeerde taken uit
het geheugen verwijderen.
Als u meer geheugen wilt
vrijmaken, kunt u Fax Opslaan
uitsch akelen. ( Raadpleeg Fax Opslaan instellen op pagina
8-2.)
—OF—
Print de faxen die in het
geheugen zijn opgeslagen.
(Raadpleeg Een fax uit het
geheugen afdrukken (alleen
FAX-T104)
op pagina 5-8.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
13 - 1
Page 98
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAKWAT TE DOEN
KAP OPEN
SLUIT KAP
KIJK PAPIER NA
VOER PAPIER IN
DRUK OP STOP
LIJN BEZET
LINT OP
RESET OF VERVAN G
NIET OPGESLAGEN
ONTV. MISLUKT
PAPIER STORING
OPEN DEKSEL
PAPIER VAST
POLLING MISLUKT
PRINTKOP
OVERVERHIT
WACHT, AFKOELEN
Het deksel is niet goed
gesloten.
De faxmachine heeft geen
papier meer of het papier
is niet goed in de
papierlade geplaatst.
Het papier is vastgelopen
in de faxmachine.
Het gebelde nummer
antwoordt niet of is bezet.
Uw faxmachine he eft geen
lint meer of de
tonercartridge is niet
correct geïnstalleerd.
U hebt geprobeerd een
Eéntoets- of
Snelkiesnummer te
gebruiken dat niet is
opgeslagen.
Er is een
communicatiefout
opgetreden wegens
slechte verbinding.
Het papier is vastgelopen
in de faxmachine.
U hebt geprobeerd te
pollen naar een
faxmachine die niet in de
Wachtstand voor Pollen
staat.
De printkop is oververhit. Laat deze 30 minuten
Sluit het deksel.
Vul het papier aan, of
verwijder het papier en leg
het opnieuw in de lade. Als
deze foutmelding verschijnt
tijdens het ontvangen van
een fax, laad dan het papier
om opnieuw met afdrukken
te beginnen. Als u bezig was
met kopiëren of het
afdrukken van rapporten,
laad dan het papier en
probeer opnieuw.
(Raadpleeg Papier laden op
pagina 2-2.)
Raadpleeg Vastgelopen Papier op pagina 13-5.
Controleer het nummer en
probeer opnieuw.
Installeer de tonercartridge
opnieuw of vervang het lint.
(Raadpleeg Het lint vervangen op pagina 13-9.)
Stel het Eéntoets- of
Snelkiesnummer in.
(Raadpleeg
Eéntoetsnummers opslaan
op pagina 7-1 en
Snelkiesnummers opslaan
op pagina 7-2.)
Als het probleem nog niet is
verholpen, belt u dan het
telefoonbedrijf en vraag of
ze uw telefoonlijn willen
controleren.
(Raadpleeg
Papier vastgelopen in de
Machine
Controleer of de andere
faxmachine is ingesteld op
pollen.
afkoelen of wacht totdat de
melding automatisch
verdwijnt.
Document of
op pagina 13-4.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
13 - 2
Page 99
FOUTMELDINGEN
FOUTMELDING OORZAAKWAT TE DOEN
GEHEUGEN UIT
(Fax-T106)
FOUT ANTW.APP.
KAN NIET INIT.
KAN NIET PRINTEN
KAN NIET SCANNEN
De faxmachine heeft een
mechanisch probleem.
—OF—
Er bevindt zich een
voorwerp dat er niet hoort,
zoals een paperclip of
afgescheurd papier, in de
faxmachine.
Open het bovendeksel en
verwijder het voor werp uit de
faxmachine. Als de
foutmelding niet verdwijnt,
haalt u de stekker van de
faxmachine enkele minuten
uit het contact en sluit u hem
daarna weer aan. Alle faxen
zullen uit het geheugen
verdwijnen. Volg de
onderstaande stappen
voordat u de faxmachine
ontkoppelt, zodat u geen
belangrijke berichten
kwijtraakt.
Controleren of er faxen in
het ge heugen van de
faxmachine staan
1. Druk op Menu/Set, 0, 0, 1.
2. Als er geen faxen in het
geheugen van de
faxmachine staan, haalt u
de stekker van de
faxmachine enkele
minuten uit het contact en
doet u de stekker er
daarna weer in.
—OF—
Als er faxen in het
geheugen staan, kunt u
deze naar een andere
faxmachine versturen. Ga
door naar Stap 3.
Verstuur de faxen naar
een andere faxmachine.
3. Voer het faxnummer in
van het apparaat
waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
4. Druk op Fax Start.
5. Als de faxen zijn
overgebracht, haalt u de
stekker van de faxmachine
enkele minuten uit het
stopcontact en doet u de
stekker er daarna weer in.
Het Faxjournaal naar een
andere faxmachine sturen
U kunt het rapport
Faxjournaal naar een
andere machine versturen.
1. Druk op Menu/Set, 0, 0, 2.
2. Voer het faxnummer in
van het apparaat
waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
3. Druk op Fax Start.
Als u uw Stat ions-ID nog niet
hebt ingesteld, kunt u de
faxoverbrengingsstand niet
gebruiken.
Als de foutmelding niet
verdwijnt, belt u dan Brother
of uw leverancier en maak
een afspraak voor een
servicebeurt.
Problemen oplossen en routineonderhoud
13 - 3
Page 100
Compatibiliteit
Als u problemen met het verzenden of ontvangen van een fax hebt
door mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij u aan om te
proberen de compatibiliteit op MINIMAAL te zetten.
1
Druk op Menu/Set, 0, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om MINIMAAL
(of NORMAAL) te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Eindigen.
alleen FAX-T106
■ MINIMAAL verlaagt de standaard modemsnelheid naar
9600 bps.
Tenzij ruis op uw telefoonlijn een chronisch probleem is,
kunt u er de voorkeur aan geven het alleen te gebruiken
wanneer nodig.
■ NORMAAL stelt de modemsnelsheid in op 14400 bps.
2.COMPATIBEL
Document of Papier vastgelopen in de Machine
Vastgelopen Document
De documenten zijn niet goed geplaatst of het document was te
lang.
1
Haal het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF.
2
Trek aan de hendel aan de rechterkant van het bovendeksel
om deze te openen.
3
Trek het document in de richting van de voorzijde van uw
faxmachine.
Bovendeksel
Het document is vastgelopen.
4
Sluit het bovendeksel. Duw op beide kanten van het
bovendeksel, totdat het op zijn plaats klikt.
Problemen oplossen en routineonderhoud
13 - 4
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.